mm
STERIEL
ir-as/srs r ah-
DE TUNNELRATTEN EN DE
NACHTEGAAL.
WÖENSDXG IT MEI 1932
RADIO-PROGRAMMA
PALEIS VOOR VOLKSVLIJT.
MARKTBERICHTEN.
DONDERDAG, 12 MEI.
Huizen (1875 M. 160 K.H.) 8.00—9.15 KRO.;
10.60 NCRV.: 11.00 KRO.2.00—11.30 NCRV.:
8-00-9.15 en 10.00 gramofoonplaten10.15 zieken-
dienst; 10.45 gra.mofoonplaten11.30 godsd. half
uurtje; 12.15 orkestconcert: 2.00 handwerkcur-
3.00 vrouwenhalfuurtje; 4.00 ziekenuurtje;
cursus handenarbeid v. d. jeugd; 5.45 E.
■?rantenaar (le viool), A. D. M. Engel (2de viool),
C",V' d. Pijl (alt-viool). F. Bensdorp (cello); 6.45
knincursus- 7.00 August Vermeylen-herdenking;
ïr45 Ned.' Chr. Persbureau; 8.00 Amsterd.
Vrouwenkoor ,,Cantantes Gaudearnus" en "kna
penkoor o. 1. v. D. Schwirtz. Begel.J* Hendrik
en 9.oq causerie over de mogelijkheden v. d.
gamofoon9.30 carillonbespeling J- Vincent. O.a.
Haidenröslein. Schubert: 10.00 vervolg koorcon-
in on <">a- Liederen van Pierné en Södermann. Ca.
40.00 Vaz Dias; 11.00—11.30 gramofoonplaten.
,®i,versum (296 M.. H1 Uitsl.
r,\R°-uitzending: 8.00. 10.00 en 10.15 gramofoon
platen; 10.30 M. Scbilrholz (zang), G. Kyk in
Oe Vegte (tenor) Eb Veen (piano); 11.00 knip-
™PS™ klnderkleeding; "SO vprv°lg concert; 12.00
J]r°epkamer-orkest en gramofoonplaten; 2.00
;'w mevr. M v d. Schrieck; Het kleine land en
ffln groote schoonheid2.45 gramofoonplaten3.00
knipcursus: 3.45 gramofoonplaten; 4.00 zieken-
uur; 5.00 Omroep-kleinorkest o. 1. v. N. Treep en
R.
Mengelberg
mann (viool). O.a. Symphonic Es-Dur, Mozart,
Eanót°nc|,rt Mendelssóhn en ged. Damnation de
10 1S r'l1az- In de pauze: gramofoonplaten;
z Dias; 10.3011.30 Kovacs Lajos en
vii^I (Op het mailschip „Dempo" in volle
tijdens den tocht naar Kopenhagen). Refrein-
"anS' Bob Schol te11.30—12.00 gramofoonplaten.
Daventry (1554 M., 193 K. H.) 9.50 tijdsein
berichten; 10.05 lezing; 11.20 concert uit Edin
burgh; 12,20 Shepherd's Bush Paviljoen orkest;
12a voor scholen; 3.10 voor scholen; 3.25 BBC.-
öansorkest- 3.50 Midland Studio-orkest; 4.35 kin-
deruur; 5.20 berichten; 5.50 Bach's sonates voor
Viool en piano: 6.10 Duitsche causerie; 6.40 en
6.50 lezingen7.20 kamermuziek door het „Eng-
«eh Ensemble"O.a. kwartet ln Es. op 87, Dvo
rak; 8.20 berichten en lezing; 8.55 Internationale
Vaudeville .0 1. v. Bertram Fryer. O.a. Grete
Keiler (zagn); 10.05—1.20 BBC-dansorkest.
Par «s (Radio Paris 1725 M., 174 K. H.) 7.05
en 11.50 gramofoonplaten; 8.05 dito; 8.20 radio-
tooneel ,,Prenez garde a la peinture", van
Fauchols (comedie in 3 actes.)
Kalundborg (1153 M. 260 K. H.) 1L20—i.20
concert u. het Palace-hotel2.20—4 20 Omroep-
orkest met med0w. v. N". Eielsen (piano) j 7.«.5
muziek uit 1600 door orkest en solisten O. 1. v.
GH>ndahl- 8 10 Jazzmuziek (zang); 9.00 Sohuif-
tbombone-soll door O. Dom berg; 9.30—10.20 orkest
concert. O a. fragm. Tosca. Puccini en Peer
Gynt, Örieg.
Langenherg (473 M,. 634 K. H.) 6.25—7.20
gramofoonplaten; 12.20 pop. concert; 1,50 gramo
foonplaten; 4.20—5.35 middagconcert; 7.20 dans
muziek uit Berlyn; 9.20 berichten; 10.0511-20
kamermuziek.
Rome (441 M.. 680 K. H.) 7.20 gramofoon
platen; 8.05 gevarieerd cotncert met medew. v.
bet Radio-kwartet. O.a. Kroningsmarsch uit „De
Brofeet" en uit ,,De Hugennoten", Meyerbeer.
Brussel (308 M., 590 K. H.) 11-20 gramofoon-
platen; 4.20 concert o. v, Fr. Andrf5.50 gra
JbbfOonplaten7.20 concert o. 1. v. Fr. André; 9.20
berichten en sluiting,
(338.2 M., 887 K. H.) 11.20 gramofoonplaten;
*•20 trio-concert; 5.50 Liszt-concert (gramofoon
platen); 7.20 Maria-avond onder auspicin v. h.
Vrouw. Jeugdverbond voor Kath. Actie, (zang
«n declamatie); 8.20—9.20 Omroeporkest.
Z e e s e n (1635 M., 183.5 K. H.) 6.05—7.35, 11.20
en 1 20 gramofoonplaten3.50 orkest. O.a. Sym
phonic mit den Paukenwinkel (es-dur), Haydn;
7.20 Neder.-Saksische Avond (Literair-muzi'kaal
Programma); 9.40 berichten; 10.0011.50 populair
concert uit Hamburg.
.^otterdam (gem. radio-distr.) Programma
J' Langenberg11.20 Königswusterhausen
•12.20 Jjonüen Ft.; 2.20 Kalundborg; 3,5^ KönigS-
Wusterhausen4.50 Warschau; gLio Brussel
(Vlaamsch)7.20 Königswusterhausen 9 40 Ka
ïn nd borg; 10.Königswusterhausen.
Programma 4: 9.35 Daventry; 11.20 Daventry;
J-25 Königswusterhausen; 2.20 Daventry; 4.35
frussel (Fransch)- 5.55 Londen R.; 7.20 Daven-
8.20 Warschau- 8.55 Daventry.
DE IN8TOBTIHOSRAMP TE LYON. De heuvel, aan welks voet de noodlottige instorting plaats had. Het middendeel vao een
giroot gebouw is volkomen verdwenen. De brandweer aan 't werk ln de vlammend© ruïne.
CONFLICT IN DE VENEN
Maandag heeft 'n conferentie plaats gehad
tnsschen den Vervenersbond afdeeling Emmer.
erfscheidenveen en de besturen der drie arbei-
<iersbonden. De vervenersbond bood aan 90 pCt.
Tan het loon van het vorig jaar voor dit jaar
te zuilen uitbetalen, indien (le arbeidersorga
nisaties met een voorstel daartoe zouden komen
Da werknemers vonden slechts 5 pCt. aanneem
baar doch -de verveners bleven op hun stuk
staan, Zoodat het conflict blijft voortduren.
De particuliere luxe-spoorwagon van madame
de Vrij, de beroemde opera-zangeres, reed juist
den langen Park-A ven,ue-tunnel v. New-York die
naar het groote centrale station leidt, binnen
Een schuchtere jongeman met een gezicht waar
op zorg en kommer te lezen stonden, ging naar
de deur van het compartiment en klopte
zenuwachtig aan.
De deur werd met een ruk geopend en een
vrouw van middelbaren leeftijd, het gelaat in
gewreven met coldcream en de haren wanorde
lijk om het hoofd, met donkere, schitterende
oogen, waaruit vonken schenen te spatten,
keek naar buiten,
Probeer het niet om een enkele van die
onbeleefde, onbeschaamde journalisten hier
binnen te laten, beval zij op hoogen toon.
De jongeman opende den mond om iets te
zeggen, maar zij vervolgde:
Niet een! Het is je plicht als secretaris
mij te beschermen! Ik ken hun streken. Zij
hebben het vroeger al eens gedaan en nu vooral
zullen zij het doen na mijn ruzie met madame
Meritsu.
Er zijn hier geen journalisten, protesteerde
de secretaris met zwakke stem, ik
Leugenaar, schold hem madame de Vrij
Uit.
Ik wilde u alleen vragen wat u besloten
hebt te doen: vannacht in den wagon blijven
of naar uw hotel gaan. Wij komen binnen
enkele minuten op het station. De conductenT
zal dadelijk komen vragen wat u beslist heeft
Hier is een telegram van den directeur Gini
dat zooeven mij ter hand is gesteld, u moogt
de rol van Aida niet zingen
Gek, demoor! siste madame de Vrij, het
telegram uit zijn hand rukkend, wat is dat voor
onzin?
Zij zocht zenuwachtig naar haar lorgnet en
liep naar het gedeelte van den coupé, waar
het beste licht was.
Opeens vermengde zich snikken, nu eens
hysterisch, dan woedend, met het lawaai van
den trein in den tunnel. Men hoorde ook vuist
slagen op het tafeltje, dan het breken van por
selein. De secretaris schrok, ging naar de
deur, aarzelde, liep besluiteloos heen en weer
en klopte ten slotte aan.
Het gesnik hield op, de deur werd half ge
opend. Een gelaat, waarop tranen vloeiden
over coldcream keek eruit.
Ja, ja, ik weet het Binge. Laat de repor
ters maar komen, ik zal hen te woord staan.
Er zijn geen verslaggevers, herhaalde de
jongeman. De conducteur kooit er aan om te
vragen
Geen reporters? Geen reporters? Haar
stem werd schril Dan na een poos van
dreigend zwijgen, barstte zij los in een wilden
kreet: O ik word oud Mijn loopbaan
is ten einde.
De deur werd toegeworpen en toen hoorde
men een getrommel van vuisten, die gebald de
kussens van den Pullman car mishandelden.
De conducteur kwam en vroeg:
Wat moet er met dezen wagon gebeuren?
Madam© blijft vannacht hier, naar ik ver
moed, antwoordde de secretaris onzeker.
Dan zal ik hem op een zijspoor laten
rangeeren, maar morgen om zeven uur moet
de wagon aan het station zijn.
Ik zal zorgen, dat madame tegen dien
tijd gereed is. Daarna draaide de afgematte
secretaris de lichten uit, kroop in het bed, dat
voor hem in het rookcompartiment bereid was
en vergat in den elaap al zijn zorgen, terwijl de
wagon op een zijspoor in den tunnel werd ge
bracht, waar zooveel lijnen dooreen warrelden.
Madame de Vrij kon niet slapen. Urenlang
lag zij wakker en nooit waren haar zenuwen
zoo gespannen geweest.
Och, dat is maar onzin, dacht zij. Natuur
lijk zal ik Aida zingen, ik heb toch mijn con
tract.
Dan las zij nogmaals het telegram en begon
opnieuw te huilen. Het stond er zoo duidelijk:
,,Ik heb besloten de rol aan Mile Avery te geven.
Dit is in het belang van het succes der op
voering, mijn besluit is onherroepelijk.
Maar wat was dat? Zij hoorde duidelijk stem
men in het salon, 't Zwakke nachtlampje naast
haar bed uitdraaiend, opende zij zachtjes de
deur en zag verschillende gestalten, die zich
bewogen.
Toch verslaggevers, dacht madame de vrij
verrukt. Zij willen zeker tot den morgen wach
ten om mij te interviewen en een volle pagina
te halen uit mijn ruzie met madame Meritsu.
Een oogenblik was zij doodstil, maar haar geest
hield zich al bezig met hetgeen zij hun zeggen
zou.
Opeens stond zij rechtop, met het air, dat
zij had in haar beste rollen, van Brunhilde tot
Giaconda. Een besluit deed haar oogen schit
teren, Zij maakte snel haar toilet in orde en
deed een prachtig groen zijden kleed aan met
een langen sleep.
Zich kritisch beschouwend mompelde zij:
Het gaat wel maar ik zal toch de lichten
niet aandoen. Dan opende zij de deur en ging
naar het salon. Daar lagen vier menschelijke
gestalten op het karpet, vast in slaap.
Heeren, zei zij zich in haar volle lengte
oprichtend. De vier ontwaakten en met de
vlugheid van ratten sloopen zij naar het por-
tier, maar dat was gesloten en tegelijkertijd
zei madame de Vrij met haar liefsten glimlach:
„Ga niet heen ik zal voor u zingen. Een
gril van mij och, ik kon niet in slaap
komen.
Meteen schelde zij haar secretaris die haar
moest accompagneeren. Verwonderd kwam hij
uit het rooksalon, nadat hij snel een jas had
aangetrokken,
Speel Aida voor mij, beval zij.
Half slapend ging hij aan den kleinen vleu
gel zitten, dien madame de Vrij altijd op reis
medenam. De vier donkere gestalten kropen
over den vloer van den onverlichten wagon. Een
van hen scheen een raampje te willen openen.
Stil nu, zei het visioen in het groen, U
zult madame de Vrij in de opera Aida hooren
zingen. De vier kropen bijeen in een hoek.
Zacht met trillende stem begon zij haar lie
velingsaria's uit Aida te zingen en haar ver
wonderd auditorium stond als versteend, want
er was ln dat zingen iets, dat hun een rilling
over de leden joeg, zelfs den aocompagnateur.
Smeltend, pathos, krachtige tonen, zuiver als
kristal
Toen zij even ophield, hoorde zij een snik
dan een diepen zucht,
Triompbantelijk ging zij door, zong nog meer
aria's toen opeens een lichtstraal in het com
partiment drong en het portier werd geopend.
Drie mannen in uniform wierpen zich opeens
op de donkere gestalten.
Het spijt ons madame, zei de chef, dat
wij u hebben moeten storen. Maar dat was een
goede list van u om hun iets voor te zingen en
ze zoo ln bédwang te houden. Nu hebben wij
ze gepakt en u behoeft niet meer bang te zijn.
Het zijn tunnelratten
Lieve hemel! riep de zangeres verschrikt
uit. Wat zijn dat?
Och ja mevrouw zoo noemen wij ze. Er
leven ongeveer vijftig van die lui ln de donkere
tunnels en het is een drommelsche toer om ze
daaruit te verwijderen. Het is warm hier be
neden en die menschelijke wrakken leven hier
en slapen hier en gaan er slechts op uit om
voedsel in de vuilnisbakken te zoeken. Als zij
kans zien in een Pullmancar te sluipen, dan
boffen zij. Er zijn er bij, die het daglicht al
jarenlang niet gezien hebben. Ik hoop dat zij
u niet hebben doen schrikken
Zijn het dan geen journalisten? vroeg zij
verbijsterd.
Neen, alleen maar ratten, tunnelratten.
De agent hield zijn gevangene stevig vast en
schudde hem alsof hij een rat bij het nekvel te
pakken had. Kijk ze maar eens aan.
Nu keek madame de Vrij voor het eerst naar
die gezichten, bleek als ongebakken deeg, naar
die kleeren, meer vodden dan bedekking, naar
de gebogen ruggen, de zieke oogen en de Ineen
gezonken wangen,
Het kan ons niet schelen, kwam het op
eens luid, tartend uit den mond der ellendigen.
Komaan,'breng ons naar de gevangenis
Wij hebben toch madame de Vrij hooren zingen!
Hij stak zijn borst, mager en zwak. triom
fantelijk vooruit. En de andere drie bewoners
van de donkere tunnels klapten opeens uit
alle macht in hun handen,
Komaan, weg met jullie, zei de agent ruw
en de vier werden meegenomen. En toen, haar
nog altijd schoon hoofd rechtop, met groote
tranen in haar oogen, bleef madame de Vrij
ln het portier van haar Pullmancar staan en
maakte kushandjes, naar de arme ratten, die
naar de gevangenis gebracht werden,
.0, ik dank u ik datje u riep zij
en dan maakte zij een buiging, zooals zij nooit
zoo sierlijk: en gracieus op het tooneel had
gedaan.
K.
Opnieuw failliet verklaard.
Zooals wij onlangs meldden, had een groep
lotenhouders 1867 opnieuw het faillissement
van de N. V. Paleis voor Volksvlijt aange
vraagd, nadat dit was vernietigd door het
Hof. w
Gistea- deed de Eerste Kamer der rechtbank
uitspraak en verklaarde de N. V. Paleis voor
Volksvlijt opnieuw in staat van faillissement.
Tot rechter-commissaris werd benoemd mr.
H. D. Feenstra en tot curator mr. D. K. Q.
de Jong.
Naar wij vernemen zal de N. V. Palels mor
Volksvlijt wederom appèl tegen dit vonnis
aan teek enen.
NEDERL. SCHEEPSBOUW MIJ.
Het aantal werklieden weer van 600 tot
800 gestegen.
Gister had te Amsterdam onder voorzitter*
schap van den heer W. de Vlugt de algemee-
ne vergadering van aandeelhouders der Ne-
derlandsche Scheepsbouw Mij. plaats.
De heer Scheepmaker spreekt als aandeel
houder de hoop uit, dat de arbitrage zal uit
maken dat inzake de pondenverliezen op de
drie Noorsche schepen schadevergoeding be
taald zal worden. Indien dit gebeurt, zullen
aandeelhouders daarvan later kunnen profi
teered.
De voorzitter deelt naar aanleiding van op
merkingen van den heer Vis mede, dat het
aantal werklieden wederom van 600 tot 800
is kunnen stijgen en het is niet onmogelijk
dat er voor nog meer werklieden een jaar
werk zal zijn, dank zij de bestelling van de
laatste twee schepen.
LEERLING-VERPLEEGSTERS EN DE
ARBEIDSWET.
De Hooge Raad heeft Maandag o.m. behandeld
een cassatieberoep van bestuursters van bet
St. Ignatius-ziekenhuis te Breda, wien ten laste
was gelegd het niet voldoen aan art. 64 der
Arbeidswet door geen arbeidslijst op te hangen
met betrekking tot leerling-verpleegsters, die
daar inwonend zijn.
De kantonrechter te Breda heeft het verweer
van verdachten aanvaard en haar ontslagen van
rechtsvervolging op grond dat het hier niet
betrof personen, werkzaam op arbeidsovereen
komst, maar die werkzaam waren om een cur
sus ln verpleging te volgen.
De rechtbank aldaar vernietigde dit vonnis,
gaf toe, dat deze verpleegsters vielen onder de
uitzondering, genoemd in art. 64 sub b der
Arbeidswet, maar dat nergens staat, dat voor
die personen niet zou gelden het voorschrift
ten aanzien van de arbeidslijst.
Voor den Hoogen Raad lichtte mr. J. J. A.
H. Houben uit Breda, eenige cassatiemiddelen
toe, betoogende, dat voor personen, vallende
onder bedoelde uitzondering ook niet geldt het
begrip arbeid, in den zin uer arbeidswet en
dat genoemde uitzonderingen zich ook uitstrek
ten tot de arbeidslijst, hetgeen de wetgever
niet met zooveel woorden heeft vastgelegd, om
dat het volgens pleiter voldoende duidelijk was.
De advocaat-generaal, mr. Berger zal con
clusie nemen op 23 Mei.
HOLLANDSCHE DRAAD KABEL.
Engelsche order hernieuwd.
Naar wij vernemene zoo schrijft het beurs-
overzicht van de firma van den El sakker Co.,
heeft de hergroepeering van arbeiders bij da
Htollandsche Draad- Kabelfabriek tot gevolg,
dat het deficit dat over 1931 geleden werd, dit
jaar kan worden voorkomen, indien zich al
thans geen onaangename verrassingen voordoen.
De orders, die vanuit Engeland in verband met
de tarlefverhooging werden geannuleerd, zijn
thans weer hernieuwd terwijl er voortdurend
wordt geexperimenteerd, met sneller loopende
machines. Zooals verwacht mag worden blij
ven slechts de meest rendabele machines in ge
bruik.
MALVERSATIES VOOR DEN KRIJGSRAAD
Deze maand zullen voor den Krijgsraad te
's Hertogenbosch behandeld worden de malver
saties bij de militaire administratie te Breda.
Op 23 Mei zullen terecht staan de luitenant
v. D. en de sergeant V. Beklaagden zullen ver
dedigd worden door mr. E. van Zinnicq Berg-
mann te 's Hertqgenbosch, mr. van den Hurk
te Breda en mr. De Boer te Utrecht.
DE VERDUISTERING BIJ DE FA.
HELDRING PIERSON.
Naar wij vernemen heeft de gewezen kassier
der firma Heldring Pierson te 's-Gravenhage,
die Dinsdag J.L door de Haagsche rechtbank
wegens verduistering in dienstbetrekking, meer
malen gepleegd, is veroordeeld tot 2 jaar en S
maanden gevangenisstraf, met aftrek van 3
maanden preventieve hechtenis, tegen dit von
nis liooger beroep aangeteekeud.
DE MALVERSATIES BIJ DEN PENSIOEN-
RAAD.
Naar wij vernemen hebben ook de schrijvers
le klasse bij den Pensioenraad Z. eh R., die
door de Haagsche rechtbank wegens verduiste
ringen bij dien Raad zijn veroordeeld, ieder tot
2 jaar on 6 maanden gevangenisstraf met
aftrek van 3 maanden voorarrest, hooger be
roep tegen dit vonnis aangeteekend.
BOTTERDAM, 10 Mei. (Coöp. Tuinbouwveiling
De zuid-Hollandache Eilanden G. A.) Tomaten
28-32, B 29—33. C 2632, CC 26 per
mn Dond, spinazie 7.70—14.60, dubbele stamprin-
sessebooncn ƒ112, stoksnyboonen ƒ106, witlof le
f 25—29. 2e srt 14—17 per 100 kg., bloemkool
i« srt f 13—21, 2e srt 7—11, sla le srt 3.30—5.10,
o. art f 1.70—2.40 per 100 stuks, radjjs 2—4, prei
1 5O—2.80, pieterselie 2.20—2.«0, rabarber 1.80
1 selderij 1.70—3.60, peen 16—23, asperges
ƒ45—67 per 100 bos, zuring 24—37 ct, slavellen
24—58 ct per kist.
naar bet Engelsch van
BEN BOLT.
8)
De inspecteur ^ag nog steeds verdiept ln
een beschouwing yan ^en gehavenden hoed.
Schijnbaar toevallig keerde hij den hoed om
en bekeek hij den binnenkant. Daarna legde
Lij het hoofddeksel achteloos terzijde. Toen hij
zich weer tot de beide neven keerde, zeide zijn
gelaat hun niets, maar in zijn oogen zagen
zij weer dat vrooüjke lichtje.
Wel, 2eilje Dij vriendelijk, ik heb U alle
nieuws verteld ea moet gaan. Daarna
voegde bij er lachend aan toe; Mocht iemand
U soms nog een cadeautje thuissturen, hijvoor
beeld het lijk vaa Levisohn, dan wilt u mij
■Wel bellen, Mr. Carrington.
Daar kunt U 0p rekenen. inspecteur. Maar
Voordat Ik vanavond ga slapen, ben jk van
plan een briefje te spelden op mijn kamer
deur, luidende: Dit jg ggeü lijkenhuis. Breng
bet ergens anders.
Dat zou misschien te Pas komen, lachte
de inspecteur, waarna hij vertrok.
In stilt© hoorden zij hem de trap afgaaa>
Daarop strompelde Dick door de kamer, raapte
den hoed op en keek naar de binnenzijde, even
als de inspecteur dit had gedaan. Daarop wierp
hij het hoofddeksel op den vloer en gaf het
met zijn gezonden voet een hevigen schop.
Die hoed is een werktuig des duivels,
zeide hij, tenzij die man een idioot is.
HOOFDSTUK V.
- Oh, die inspecteur is zoo gek niet. Hij
kwam niet hier om ons dat nieuws te vertel
len, maar alleen om te zien hoe jij daarop
zoudt reageeren.
En beeft hij mijn letters in dien hoed
gelezen
Heel waarschijnlijk. Zooals je wel be
merkt zult hebben, was hij direct daarna veel
°I>8ewekter.
Ja, maar wij behoeven niet ongerust te
Mjn. Het kan hem weinig wijzer gemaakt heb
ben. Hij kan misschien heel wat vermoeden.
jLftar vermoeden is nog geen bewijs en bet is
'b het geheel niet ongeoorloofd een hoed van
neef te leenen,.,
Het is zelfs zeer gebruikelijk in de krin
gen, waarin wij verkeersn. Carrington lachte
flauwtjes. Dlek, voor criminalist heb je een
veel te kinderlijk gemoed. Je zult nooit de
glorie van de balie uitmaken. Ik wil om vijf
pond met je wedden, dat Trewhella op dit
zelfde oogenblik druk bezig is met het uit
vinden van mijn adres en als hij daar komt..
Jemineetje ja, hij zal het meisje vinden.
Daaraan heb ik niet gedacht.
Carrington stond met een ruk op en begon
zijn jas aan te trekken.
Ga Je weg, vroeg zijn neef.
Ik ga den bespieder bespieden. Ik wil het
ergste weten. Indien hij in Ladysmith Man
sions verschijnt, is het spel verloren en zal
er niets anders opzitten dan open kaart te
spelen. Vindt hij haar niet, dan zet ik door.
Maar je komt toch terug om mij op de
hoogte te houden?
Ja.
Buiten riep hij een taxi aan en liet zich naar
The Golden Cross brengen. Nadat hij het hotel
was binnengegaan wachtte hij even in de hall,
waarop hij zich weer naar buiten begaf. Nauw
keurig rondziende wandelde hij naar zijn flat.
Hij ontdekte niets, dat zijn achterdocht kon
opwekken. Voor zoover hij zien kon, was er
niemand die speciale attentie aan zijn flat
scheen te wijden. Barnish stelde hem gerust,
dat er geen enkele bezoeker was komen opda
gen. Indien Trewhella na het zien van den
hoed hem al was gaan verdenken, dan had hij
zijn verblijfplaats toch blijkbaar nog niet opge
spoord. Van de verpleegster vernam hij, dat het
meisje goed vooruitging, zij lag nu in een
gezonden, natuurlijken slaap en er bestond alle
hoop dat de gevolgen van den schok, welken zij
had ondergaan, spoedig geheel zouden zijn ge
weken. Niet wetend wat verder te doen, keerde
hij terug naar zijn hotel.
Een van de Zondagsbladen opnemend, ont
dekte hij een relaas over den aanslag op
Selby Adderley. Het daarin voorkomende
adres bleek een particulier pension te zijn
het Arnheimpension in Lancaster Gate, en
na er eenigen tijd over nagedacht te hebben,
verliet hij andermaal het hotel om zich naar
dit adres te begeven. Hij vroeg zich af of
Adderley daar mogelijk zou zijn teruggekeerd.
Zonder moeite vond hij het adres en het niet
met zich zelf eens zijüde of hij er binnen zou
gaan om te Informeeren of niet, liep hij een
paar maal voor het huis de straat op en neer.
Tenslotte besloten bet er op te wagen, keerde
hij zich om en begaf zich naar den ingang van
het pension. Juist voor hij daar aankwam be
klom een elegant gekleed man de stoep ©n
belde aan. De man kwam hem min of meer
bekend voor en hij probeerde hem beter op te
nemen. Hij Aon zijn glaat echter niet zien,
daar de man met zijn rug naar hem toe stond.
Maar de Stem en de vraag, die hij aan het
meisje dat hem opendeed stelde, gaven hem
een schok van verrassing.
Is Mr. Adderley thuis?
Die stem deed hem terugdeinzen, want hij
had baar al eens eerder gehoord toen hij op
pilot's Rest was en Jacob Levisohn's laatste
bezoekers zich naar het huis begaven. Hij was
er van overtuigd, dat dit een van de drie be
zoekers was, die in den grooten auto waren
gearriveerd, en die hij er ten sterkste van
verdacht verantwoordelijk te zijn voor het
vervoer van het lijk naar Dick's kamers. Hij
had de drie mannen echter niet gezien en toch
had deze bezoeker iets bekends over zich. Hij
bleef aarzelend staan en om zich een houding
te geven stak hij een sigaret op, teneinde te
wachten tot de man zich zou omdraaien. Hij
hoorde het vlugge antwoord van het meisje.
Neen, hij is uit.
Nu zal hij zich wel omdraaien, dacht Car
rington. Maar inplaats daarvan stelde de be
zoeker een tweede vraag.
Hebt ge er ©enig idee vah, waar ik hem
kan vinden?
Neen, antwoordde het meisje kort.
En Miss Adderley? Is zij ook uit?
Ja, en zij zullen voorloopig wel niet terug
komen ook, want de directrice heeft hun
bagage laten inpakken. Het meisje scheen het
met dezen maatregel geheel eens te zijn want
zij voegde er bits aan toe: en maar goed ook,
het is een mooie boel om een rustig pension
als dit zoo in opspraak te brengen.
Zonder meer draaide het meisje zich om en
verdween ln huis, en de bezoeker keerde nu
zijn gelaat naar de straat. Terwijl hij met
belde handen zijn derden lucifer beschutte,
zag Carrington eindelijk het gelaat van den
man en dit deed hem zoo ontstellen, dat hij
den lucifer geheel vergat, welke zich wreekte
door hem pijnlijk in zijn vingers te branden,
waarop hij hem haastig op de straat liet vallen
De man, wiens stem hij herkend had als een
van het trio dat op Pilot's Rest was gekomen,
was dezelfde als die hem in de hall van het
Semiramis-restaurant zoo brutaal had staan
aankijken. Hij was daarvan absoluut zeker en
een seconde later werd zijn wetenschap nog
bevestigd. De blikken van den man vielen op
zijn gelaat en gedurende een ondeelbaar oogen
blik zag hij, dat de herkenning wederzijdsch
was. Het was slechts een even opflikkeren In
Zijn oogen en dit stierf terstond weer wig M
plaats te maken voor een onverschilligen blik
die de straat afstaarde. Met volkomen be-
heersching van zich zelf begon de bezoeker de
stoeptreden af te dalen.
Carrington stond voor 'n dilemma. Overtuigd
dat deze man, die naar Selby Adderlejr en
diens zuster had gevraagd, een van het drie
tal was dat het meisje en hem naar het een
zame huis was gevolgd, wist hij niet hoe te
handelen. HU kon den man daarover echter
niet aanspreken en nog minder kon hij hem
beschuldigen van medeplichtigheid aan het
vervoeren van het lijk naar Dick's kaüiefs.
Zonder twijfel zou de man hem aan den eersten
den besten politieagent aanwijzen als een
krankzinnige indien hij dit deed.
Hij kon echter wel probeeren den man te
volgen ten einde zoo mogelijk zijn naam en
adres te ieeren kennen.
Doch zelfs dat was ver van gemakkèlük. Uit
dien haastigen blik van herkenning was hem
gebleken dat de man zich van zijn tegenwoor
digheid bewust was. Hij zou op zijn hoede zijn
en zeer waarschijnlijk probeeren te voox'komen
dat hij geschaduwd werd. Hij liet den man een
eindje door loopen alvorens zich te bewegen en
terwijl hU daar zoo stond Sloeg bij den ander
nauwkeurig gade. Deze keek echter in bet ge
heel niet rond doch vervolgde op zijn gemak,
luchtig met zijn wandelstok zwaaiend. zijn
weg, onwetend of onverschillig omtrent het
geen Carrington zou doen.
Na enkele oogenblikken begon lm den man
te volgen, er voor zorgend steeds op een be
hoorlijken afstand achter hem te blijven en
op zijn hoede voor het geval dat de ander zich
plotseling zou omdraaien. Zijn voorzorgen
bleken echter noodeloos. De man wandelde
rechtdoor en sloeg den weg in door het park,
Carrington vermoedde dat hij zich naar Hyde
Park Corner begaf. Onderweg had hij echter
een ongelukje doordat hij zijn wandelstok liet
vallen. Een armelijk gekleed man die juist
in zijn nabUheid stond sprong naar voren om
den stok op te rapen en nadat de eigenaar
enkele woorden met hem gewisseld had tastte
hij in zijn veetzak waarna hij een geldstukje
overhandigde aan den ander die hem dezen
kleinen dienst bewezen had.
Hm, dacht Carrington terwijl de man
zijn weg vervolgde, een edelmoedig heer.
Hij wandelde verder en een oogenblik later
zag bU hoe de ontvanger van het geldstuk een
half opgebrande sigaret uit het gras opraapte
welke hij probeerde aan te steken. Met een
voldaan air blies hij, terwUl Carrington hem
passeerde, een groote rookwolk voor zich uit,
en de jongeman bemerkte, dat bij ©eu scherp-
besneden, dóch door de pokken geschonden
gelaat had. Meer zag hij ntet want de man
behoorde zoo overduidelijk tot bet gilde er
lèegloopers, die op publieke plaatsen voorbij
gangers lastig vallen om een aalmoes, dat hij
niet te veel belangstelling wilde toonen
De man dien üU volgde versnelde zijn pas
een weinig, en, bevreesd om hem uit het oog
te verliezen, verkleinde Carrington den afstand
welke hen scheidde, een beetje. Toen zij de
Corner bereikten, werd het schaduwen
moeilijker want daar het een heerlijke dag
was, bleek er een groot© menigte op de been
t© zijn die het Park in en uit stroomde. BU
het binnengaan door de poort verloor hU hem
uit bet oog maar drie minuten later zag hU
bem aan den overkant van den weg in eeD
taxi Stappen.
Haastig snelde hij dwars over den weg. vurig
hopend dat er nog een tweede taxi beschikbaar
zou zUn. Die hoop werd echter niet vervuld
Toen hU aan den overkant kwam was er geen
enkele vrije te bespeuren en de wagen waarin
zUn prooi had plaats genomen, had zich reeds
in beweging gezet. Met booze blikken staarde
hij het wegrollende voertuig na en terwijl hij
stond te kijken werd hem door een onberispe
lijk gehandschoende hand vanuit het P0];11""
raampje van de verdwijnende taxi een hatenjn
vaarwel toegewuifd.
De schooier! fluisterde hU- HU wis us
al dien tijd, dat ik hem volgde.
Er viel echter niets meer te doe°'
was reeds verdwenen temidden van
Piccadilly-verkeer en het zou deg
dwaasheid zijn nu nog Bpn siJret
volging voort te zetten. HU s a
op en daar hij over een overvloed an tUd be
schikte besloot hU terug te wandelen, terwy.
hU dan teven. lang. zUn eigen flat zou loopen
om zijn chequeboek te *?aleP- npin„de h«
Ter wijl hij zoo voortdrentelde peinsde hij
.1 Lj nver de beteekenis van het avon
voortdurend ^]ee{d Bön dlng ston<J
van
dat
met de verblijfplaats
van haar broeder, en
tuurtje "t*^r "vast en wel dat de man. die
Joyce zoowel als
hij zeer verlangend was deze t© leeren
kennen Veronderstellend, dat deze man ook
betrokken was bij den overval ln Selby Adder-
leys pension beteekende dit, dat de laatste er
in geslaagd was aan zUn vervolgers te ontko
men. HU was voor het oogenblik dus buiten
bun bereik terwUl zU er ook geen idee vaD
hadden dat Joyce was, waar zij was.
Dat is zooveel te beter, mompelde hij bij
zich zelf, als Selby nu maar zoo verstandig
is om uit don weg te blijven, dan
HU maakte deze gedachte niet af, maar een
zonnige glimlach verscheen op zijn gelaat, tér-
wijl hij zacht-droomerig voor zich uit staarde.
Dèn geheelen verderen weg naar zijn flat
hielden zün gedachten zich met Joyce Adder
ley bezig; baar liefelijkheid, haar onechuid,
en haar klaarblijkelijke onwetendheid omtrent
de zeer waarschijnlijk tamelijk duistere zaak.
waarin haar broeder haar had gemengd door
haar als boodschapper te gebuiken. Hij had
het gevoel, dat hij gaane eens onder vier oogen
een onderhoud zou hebben met Selby Adderley,
liefst met een flinke zweep in de hand, maar
bij de gedachte dat een dergelUke drastische
manier van uitdrukking waarschijnlijk niet in
dèn smaak zou vallen bij Joyce, verdween zqa
ergernis en gaf hij zich weer geheel over aan
de aangenaamste droomen betreffende de toe
komst.
Wanneer het meisje weer voldoende hersteld
was, zou zU *Un flat verlaten. Maar waarheen?
Naar haar broeder? Dat zou de aangewezen
weg zUn, maar bU vond de gedachte daaraan
buitengewoon onaangenaam. Selby Adderley
was blUkbaar nu juist niet de man die op de
eerste plaats het welzijn van zUn zuster voor
oogen hield. HU was er benieuwd naar, of
Joyce nog andere vrienden had tot wie zij
zou kunnen gaan. Zoo nietdan had hij nog
een zuster in Devonshire. Marian was verstan
dig en uiterst vrlendelUk. Indien hij haar vroeg
naar het meisje om te zien zou zU dit zeer
gaarne doen, en op Marthoe zou zq ver ver-
wqderd zqn van het gevaarlijke net, waarin
Adderley blUkbaar verstrikt was geraakt.
Tegen den tijd dat hij zijn flat had bereikt,
was hU besloten zijn zster te schrijven zoodra
hU gehoord zou hebben, dat Joyce vervoerd
mocht worden. Juist liep hij Dr. Haslam
tegen het lijf, die naar buiten kwam en van
wien hU tot zijn vreugde goede berichten
mocht Vernemen.
Het doet mij genoegen, dat ik U goed
nieuws kan vertellen, Mr. Carrington. Mün
patiënte gaat goed vooruit en de gevolgen
van den schok nemen af. TenzU er een onvoor*
ziene achteruitgang optreedt, is zU binnen een
paar dagen weer geheel de oude.
De hemel zü gedankt! En mag ik haar
nu zien, dokter?
De ander schudde glimlachend zijn hoofd.
Nog niet, Mr. Carrington. Ik wil niet oncom
plimenteus zün, maar ik zou bang zUn dat
het zien van U dien onvoorzienen achteruit
gang zou kunnen bewerken, waarover ik het
had, en dat moet op het oogenblik voorkomen
worden, begrUpt U.
Ja, gaf Carrington teleurgesteld toe. Ik
onderwerp mU natuurlUk gaarne aan Uw voor
schriften.
Daarvan ben ik overtuigd, merkte de dol»
ter glimlachend op, waarna hU vertrok.
(Wordt vervolgd), j