mm STERIEL ir-as/srs r ah- DE TUNNELRATTEN EN DE NACHTEGAAL. WÖENSDXG IT MEI 1932 RADIO-PROGRAMMA PALEIS VOOR VOLKSVLIJT. MARKTBERICHTEN. DONDERDAG, 12 MEI. Huizen (1875 M. 160 K.H.) 8.00—9.15 KRO.; 10.60 NCRV.: 11.00 KRO.2.00—11.30 NCRV.: 8-00-9.15 en 10.00 gramofoonplaten10.15 zieken- dienst; 10.45 gra.mofoonplaten11.30 godsd. half uurtje; 12.15 orkestconcert: 2.00 handwerkcur- 3.00 vrouwenhalfuurtje; 4.00 ziekenuurtje; cursus handenarbeid v. d. jeugd; 5.45 E. ■?rantenaar (le viool), A. D. M. Engel (2de viool), C",V' d. Pijl (alt-viool). F. Bensdorp (cello); 6.45 knincursus- 7.00 August Vermeylen-herdenking; ïr45 Ned.' Chr. Persbureau; 8.00 Amsterd. Vrouwenkoor ,,Cantantes Gaudearnus" en "kna penkoor o. 1. v. D. Schwirtz. Begel.J* Hendrik en 9.oq causerie over de mogelijkheden v. d. gamofoon9.30 carillonbespeling J- Vincent. O.a. Haidenröslein. Schubert: 10.00 vervolg koorcon- in on <">a- Liederen van Pierné en Södermann. Ca. 40.00 Vaz Dias; 11.00—11.30 gramofoonplaten. ,®i,versum (296 M.. H1 Uitsl. r,\R°-uitzending: 8.00. 10.00 en 10.15 gramofoon platen; 10.30 M. Scbilrholz (zang), G. Kyk in Oe Vegte (tenor) Eb Veen (piano); 11.00 knip- ™PS™ klnderkleeding; "SO vprv°lg concert; 12.00 J]r°epkamer-orkest en gramofoonplaten; 2.00 ;'w mevr. M v d. Schrieck; Het kleine land en ffln groote schoonheid2.45 gramofoonplaten3.00 knipcursus: 3.45 gramofoonplaten; 4.00 zieken- uur; 5.00 Omroep-kleinorkest o. 1. v. N. Treep en R. Mengelberg mann (viool). O.a. Symphonic Es-Dur, Mozart, Eanót°nc|,rt Mendelssóhn en ged. Damnation de 10 1S r'l1az- In de pauze: gramofoonplaten; z Dias; 10.3011.30 Kovacs Lajos en vii^I (Op het mailschip „Dempo" in volle tijdens den tocht naar Kopenhagen). Refrein- "anS' Bob Schol te11.30—12.00 gramofoonplaten. Daventry (1554 M., 193 K. H.) 9.50 tijdsein berichten; 10.05 lezing; 11.20 concert uit Edin burgh; 12,20 Shepherd's Bush Paviljoen orkest; 12a voor scholen; 3.10 voor scholen; 3.25 BBC.- öansorkest- 3.50 Midland Studio-orkest; 4.35 kin- deruur; 5.20 berichten; 5.50 Bach's sonates voor Viool en piano: 6.10 Duitsche causerie; 6.40 en 6.50 lezingen7.20 kamermuziek door het „Eng- «eh Ensemble"O.a. kwartet ln Es. op 87, Dvo rak; 8.20 berichten en lezing; 8.55 Internationale Vaudeville .0 1. v. Bertram Fryer. O.a. Grete Keiler (zagn); 10.05—1.20 BBC-dansorkest. Par «s (Radio Paris 1725 M., 174 K. H.) 7.05 en 11.50 gramofoonplaten; 8.05 dito; 8.20 radio- tooneel ,,Prenez garde a la peinture", van Fauchols (comedie in 3 actes.) Kalundborg (1153 M. 260 K. H.) 1L20—i.20 concert u. het Palace-hotel2.20—4 20 Omroep- orkest met med0w. v. N". Eielsen (piano) j 7.«.5 muziek uit 1600 door orkest en solisten O. 1. v. GH>ndahl- 8 10 Jazzmuziek (zang); 9.00 Sohuif- tbombone-soll door O. Dom berg; 9.30—10.20 orkest concert. O a. fragm. Tosca. Puccini en Peer Gynt, Örieg. Langenherg (473 M,. 634 K. H.) 6.25—7.20 gramofoonplaten; 12.20 pop. concert; 1,50 gramo foonplaten; 4.20—5.35 middagconcert; 7.20 dans muziek uit Berlyn; 9.20 berichten; 10.0511-20 kamermuziek. Rome (441 M.. 680 K. H.) 7.20 gramofoon platen; 8.05 gevarieerd cotncert met medew. v. bet Radio-kwartet. O.a. Kroningsmarsch uit „De Brofeet" en uit ,,De Hugennoten", Meyerbeer. Brussel (308 M., 590 K. H.) 11-20 gramofoon- platen; 4.20 concert o. v, Fr. Andrf5.50 gra JbbfOonplaten7.20 concert o. 1. v. Fr. André; 9.20 berichten en sluiting, (338.2 M., 887 K. H.) 11.20 gramofoonplaten; *•20 trio-concert; 5.50 Liszt-concert (gramofoon platen); 7.20 Maria-avond onder auspicin v. h. Vrouw. Jeugdverbond voor Kath. Actie, (zang «n declamatie); 8.20—9.20 Omroeporkest. Z e e s e n (1635 M., 183.5 K. H.) 6.05—7.35, 11.20 en 1 20 gramofoonplaten3.50 orkest. O.a. Sym phonic mit den Paukenwinkel (es-dur), Haydn; 7.20 Neder.-Saksische Avond (Literair-muzi'kaal Programma); 9.40 berichten; 10.0011.50 populair concert uit Hamburg. .^otterdam (gem. radio-distr.) Programma J' Langenberg11.20 Königswusterhausen •12.20 Jjonüen Ft.; 2.20 Kalundborg; 3,5^ KönigS- Wusterhausen4.50 Warschau; gLio Brussel (Vlaamsch)7.20 Königswusterhausen 9 40 Ka ïn nd borg; 10.Königswusterhausen. Programma 4: 9.35 Daventry; 11.20 Daventry; J-25 Königswusterhausen; 2.20 Daventry; 4.35 frussel (Fransch)- 5.55 Londen R.; 7.20 Daven- 8.20 Warschau- 8.55 Daventry. DE IN8TOBTIHOSRAMP TE LYON. De heuvel, aan welks voet de noodlottige instorting plaats had. Het middendeel vao een giroot gebouw is volkomen verdwenen. De brandweer aan 't werk ln de vlammend© ruïne. CONFLICT IN DE VENEN Maandag heeft 'n conferentie plaats gehad tnsschen den Vervenersbond afdeeling Emmer. erfscheidenveen en de besturen der drie arbei- <iersbonden. De vervenersbond bood aan 90 pCt. Tan het loon van het vorig jaar voor dit jaar te zuilen uitbetalen, indien (le arbeidersorga nisaties met een voorstel daartoe zouden komen Da werknemers vonden slechts 5 pCt. aanneem baar doch -de verveners bleven op hun stuk staan, Zoodat het conflict blijft voortduren. De particuliere luxe-spoorwagon van madame de Vrij, de beroemde opera-zangeres, reed juist den langen Park-A ven,ue-tunnel v. New-York die naar het groote centrale station leidt, binnen Een schuchtere jongeman met een gezicht waar op zorg en kommer te lezen stonden, ging naar de deur van het compartiment en klopte zenuwachtig aan. De deur werd met een ruk geopend en een vrouw van middelbaren leeftijd, het gelaat in gewreven met coldcream en de haren wanorde lijk om het hoofd, met donkere, schitterende oogen, waaruit vonken schenen te spatten, keek naar buiten, Probeer het niet om een enkele van die onbeleefde, onbeschaamde journalisten hier binnen te laten, beval zij op hoogen toon. De jongeman opende den mond om iets te zeggen, maar zij vervolgde: Niet een! Het is je plicht als secretaris mij te beschermen! Ik ken hun streken. Zij hebben het vroeger al eens gedaan en nu vooral zullen zij het doen na mijn ruzie met madame Meritsu. Er zijn hier geen journalisten, protesteerde de secretaris met zwakke stem, ik Leugenaar, schold hem madame de Vrij Uit. Ik wilde u alleen vragen wat u besloten hebt te doen: vannacht in den wagon blijven of naar uw hotel gaan. Wij komen binnen enkele minuten op het station. De conductenT zal dadelijk komen vragen wat u beslist heeft Hier is een telegram van den directeur Gini dat zooeven mij ter hand is gesteld, u moogt de rol van Aida niet zingen Gek, demoor! siste madame de Vrij, het telegram uit zijn hand rukkend, wat is dat voor onzin? Zij zocht zenuwachtig naar haar lorgnet en liep naar het gedeelte van den coupé, waar het beste licht was. Opeens vermengde zich snikken, nu eens hysterisch, dan woedend, met het lawaai van den trein in den tunnel. Men hoorde ook vuist slagen op het tafeltje, dan het breken van por selein. De secretaris schrok, ging naar de deur, aarzelde, liep besluiteloos heen en weer en klopte ten slotte aan. Het gesnik hield op, de deur werd half ge opend. Een gelaat, waarop tranen vloeiden over coldcream keek eruit. Ja, ja, ik weet het Binge. Laat de repor ters maar komen, ik zal hen te woord staan. Er zijn geen verslaggevers, herhaalde de jongeman. De conducteur kooit er aan om te vragen Geen reporters? Geen reporters? Haar stem werd schril Dan na een poos van dreigend zwijgen, barstte zij los in een wilden kreet: O ik word oud Mijn loopbaan is ten einde. De deur werd toegeworpen en toen hoorde men een getrommel van vuisten, die gebald de kussens van den Pullman car mishandelden. De conducteur kwam en vroeg: Wat moet er met dezen wagon gebeuren? Madam© blijft vannacht hier, naar ik ver moed, antwoordde de secretaris onzeker. Dan zal ik hem op een zijspoor laten rangeeren, maar morgen om zeven uur moet de wagon aan het station zijn. Ik zal zorgen, dat madame tegen dien tijd gereed is. Daarna draaide de afgematte secretaris de lichten uit, kroop in het bed, dat voor hem in het rookcompartiment bereid was en vergat in den elaap al zijn zorgen, terwijl de wagon op een zijspoor in den tunnel werd ge bracht, waar zooveel lijnen dooreen warrelden. Madame de Vrij kon niet slapen. Urenlang lag zij wakker en nooit waren haar zenuwen zoo gespannen geweest. Och, dat is maar onzin, dacht zij. Natuur lijk zal ik Aida zingen, ik heb toch mijn con tract. Dan las zij nogmaals het telegram en begon opnieuw te huilen. Het stond er zoo duidelijk: ,,Ik heb besloten de rol aan Mile Avery te geven. Dit is in het belang van het succes der op voering, mijn besluit is onherroepelijk. Maar wat was dat? Zij hoorde duidelijk stem men in het salon, 't Zwakke nachtlampje naast haar bed uitdraaiend, opende zij zachtjes de deur en zag verschillende gestalten, die zich bewogen. Toch verslaggevers, dacht madame de vrij verrukt. Zij willen zeker tot den morgen wach ten om mij te interviewen en een volle pagina te halen uit mijn ruzie met madame Meritsu. Een oogenblik was zij doodstil, maar haar geest hield zich al bezig met hetgeen zij hun zeggen zou. Opeens stond zij rechtop, met het air, dat zij had in haar beste rollen, van Brunhilde tot Giaconda. Een besluit deed haar oogen schit teren, Zij maakte snel haar toilet in orde en deed een prachtig groen zijden kleed aan met een langen sleep. Zich kritisch beschouwend mompelde zij: Het gaat wel maar ik zal toch de lichten niet aandoen. Dan opende zij de deur en ging naar het salon. Daar lagen vier menschelijke gestalten op het karpet, vast in slaap. Heeren, zei zij zich in haar volle lengte oprichtend. De vier ontwaakten en met de vlugheid van ratten sloopen zij naar het por- tier, maar dat was gesloten en tegelijkertijd zei madame de Vrij met haar liefsten glimlach: „Ga niet heen ik zal voor u zingen. Een gril van mij och, ik kon niet in slaap komen. Meteen schelde zij haar secretaris die haar moest accompagneeren. Verwonderd kwam hij uit het rooksalon, nadat hij snel een jas had aangetrokken, Speel Aida voor mij, beval zij. Half slapend ging hij aan den kleinen vleu gel zitten, dien madame de Vrij altijd op reis medenam. De vier donkere gestalten kropen over den vloer van den onverlichten wagon. Een van hen scheen een raampje te willen openen. Stil nu, zei het visioen in het groen, U zult madame de Vrij in de opera Aida hooren zingen. De vier kropen bijeen in een hoek. Zacht met trillende stem begon zij haar lie velingsaria's uit Aida te zingen en haar ver wonderd auditorium stond als versteend, want er was ln dat zingen iets, dat hun een rilling over de leden joeg, zelfs den aocompagnateur. Smeltend, pathos, krachtige tonen, zuiver als kristal Toen zij even ophield, hoorde zij een snik dan een diepen zucht, Triompbantelijk ging zij door, zong nog meer aria's toen opeens een lichtstraal in het com partiment drong en het portier werd geopend. Drie mannen in uniform wierpen zich opeens op de donkere gestalten. Het spijt ons madame, zei de chef, dat wij u hebben moeten storen. Maar dat was een goede list van u om hun iets voor te zingen en ze zoo ln bédwang te houden. Nu hebben wij ze gepakt en u behoeft niet meer bang te zijn. Het zijn tunnelratten Lieve hemel! riep de zangeres verschrikt uit. Wat zijn dat? Och ja mevrouw zoo noemen wij ze. Er leven ongeveer vijftig van die lui ln de donkere tunnels en het is een drommelsche toer om ze daaruit te verwijderen. Het is warm hier be neden en die menschelijke wrakken leven hier en slapen hier en gaan er slechts op uit om voedsel in de vuilnisbakken te zoeken. Als zij kans zien in een Pullmancar te sluipen, dan boffen zij. Er zijn er bij, die het daglicht al jarenlang niet gezien hebben. Ik hoop dat zij u niet hebben doen schrikken Zijn het dan geen journalisten? vroeg zij verbijsterd. Neen, alleen maar ratten, tunnelratten. De agent hield zijn gevangene stevig vast en schudde hem alsof hij een rat bij het nekvel te pakken had. Kijk ze maar eens aan. Nu keek madame de Vrij voor het eerst naar die gezichten, bleek als ongebakken deeg, naar die kleeren, meer vodden dan bedekking, naar de gebogen ruggen, de zieke oogen en de Ineen gezonken wangen, Het kan ons niet schelen, kwam het op eens luid, tartend uit den mond der ellendigen. Komaan,'breng ons naar de gevangenis Wij hebben toch madame de Vrij hooren zingen! Hij stak zijn borst, mager en zwak. triom fantelijk vooruit. En de andere drie bewoners van de donkere tunnels klapten opeens uit alle macht in hun handen, Komaan, weg met jullie, zei de agent ruw en de vier werden meegenomen. En toen, haar nog altijd schoon hoofd rechtop, met groote tranen in haar oogen, bleef madame de Vrij ln het portier van haar Pullmancar staan en maakte kushandjes, naar de arme ratten, die naar de gevangenis gebracht werden, .0, ik dank u ik datje u riep zij en dan maakte zij een buiging, zooals zij nooit zoo sierlijk: en gracieus op het tooneel had gedaan. K. Opnieuw failliet verklaard. Zooals wij onlangs meldden, had een groep lotenhouders 1867 opnieuw het faillissement van de N. V. Paleis voor Volksvlijt aange vraagd, nadat dit was vernietigd door het Hof. w Gistea- deed de Eerste Kamer der rechtbank uitspraak en verklaarde de N. V. Paleis voor Volksvlijt opnieuw in staat van faillissement. Tot rechter-commissaris werd benoemd mr. H. D. Feenstra en tot curator mr. D. K. Q. de Jong. Naar wij vernemen zal de N. V. Palels mor Volksvlijt wederom appèl tegen dit vonnis aan teek enen. NEDERL. SCHEEPSBOUW MIJ. Het aantal werklieden weer van 600 tot 800 gestegen. Gister had te Amsterdam onder voorzitter* schap van den heer W. de Vlugt de algemee- ne vergadering van aandeelhouders der Ne- derlandsche Scheepsbouw Mij. plaats. De heer Scheepmaker spreekt als aandeel houder de hoop uit, dat de arbitrage zal uit maken dat inzake de pondenverliezen op de drie Noorsche schepen schadevergoeding be taald zal worden. Indien dit gebeurt, zullen aandeelhouders daarvan later kunnen profi teered. De voorzitter deelt naar aanleiding van op merkingen van den heer Vis mede, dat het aantal werklieden wederom van 600 tot 800 is kunnen stijgen en het is niet onmogelijk dat er voor nog meer werklieden een jaar werk zal zijn, dank zij de bestelling van de laatste twee schepen. LEERLING-VERPLEEGSTERS EN DE ARBEIDSWET. De Hooge Raad heeft Maandag o.m. behandeld een cassatieberoep van bestuursters van bet St. Ignatius-ziekenhuis te Breda, wien ten laste was gelegd het niet voldoen aan art. 64 der Arbeidswet door geen arbeidslijst op te hangen met betrekking tot leerling-verpleegsters, die daar inwonend zijn. De kantonrechter te Breda heeft het verweer van verdachten aanvaard en haar ontslagen van rechtsvervolging op grond dat het hier niet betrof personen, werkzaam op arbeidsovereen komst, maar die werkzaam waren om een cur sus ln verpleging te volgen. De rechtbank aldaar vernietigde dit vonnis, gaf toe, dat deze verpleegsters vielen onder de uitzondering, genoemd in art. 64 sub b der Arbeidswet, maar dat nergens staat, dat voor die personen niet zou gelden het voorschrift ten aanzien van de arbeidslijst. Voor den Hoogen Raad lichtte mr. J. J. A. H. Houben uit Breda, eenige cassatiemiddelen toe, betoogende, dat voor personen, vallende onder bedoelde uitzondering ook niet geldt het begrip arbeid, in den zin uer arbeidswet en dat genoemde uitzonderingen zich ook uitstrek ten tot de arbeidslijst, hetgeen de wetgever niet met zooveel woorden heeft vastgelegd, om dat het volgens pleiter voldoende duidelijk was. De advocaat-generaal, mr. Berger zal con clusie nemen op 23 Mei. HOLLANDSCHE DRAAD KABEL. Engelsche order hernieuwd. Naar wij vernemene zoo schrijft het beurs- overzicht van de firma van den El sakker Co., heeft de hergroepeering van arbeiders bij da Htollandsche Draad- Kabelfabriek tot gevolg, dat het deficit dat over 1931 geleden werd, dit jaar kan worden voorkomen, indien zich al thans geen onaangename verrassingen voordoen. De orders, die vanuit Engeland in verband met de tarlefverhooging werden geannuleerd, zijn thans weer hernieuwd terwijl er voortdurend wordt geexperimenteerd, met sneller loopende machines. Zooals verwacht mag worden blij ven slechts de meest rendabele machines in ge bruik. MALVERSATIES VOOR DEN KRIJGSRAAD Deze maand zullen voor den Krijgsraad te 's Hertogenbosch behandeld worden de malver saties bij de militaire administratie te Breda. Op 23 Mei zullen terecht staan de luitenant v. D. en de sergeant V. Beklaagden zullen ver dedigd worden door mr. E. van Zinnicq Berg- mann te 's Hertqgenbosch, mr. van den Hurk te Breda en mr. De Boer te Utrecht. DE VERDUISTERING BIJ DE FA. HELDRING PIERSON. Naar wij vernemen heeft de gewezen kassier der firma Heldring Pierson te 's-Gravenhage, die Dinsdag J.L door de Haagsche rechtbank wegens verduistering in dienstbetrekking, meer malen gepleegd, is veroordeeld tot 2 jaar en S maanden gevangenisstraf, met aftrek van 3 maanden preventieve hechtenis, tegen dit von nis liooger beroep aangeteekeud. DE MALVERSATIES BIJ DEN PENSIOEN- RAAD. Naar wij vernemen hebben ook de schrijvers le klasse bij den Pensioenraad Z. eh R., die door de Haagsche rechtbank wegens verduiste ringen bij dien Raad zijn veroordeeld, ieder tot 2 jaar on 6 maanden gevangenisstraf met aftrek van 3 maanden voorarrest, hooger be roep tegen dit vonnis aangeteekend. BOTTERDAM, 10 Mei. (Coöp. Tuinbouwveiling De zuid-Hollandache Eilanden G. A.) Tomaten 28-32, B 29—33. C 2632, CC 26 per mn Dond, spinazie 7.70—14.60, dubbele stamprin- sessebooncn ƒ112, stoksnyboonen ƒ106, witlof le f 25—29. 2e srt 14—17 per 100 kg., bloemkool i« srt f 13—21, 2e srt 7—11, sla le srt 3.30—5.10, o. art f 1.70—2.40 per 100 stuks, radjjs 2—4, prei 1 5O—2.80, pieterselie 2.20—2.«0, rabarber 1.80 1 selderij 1.70—3.60, peen 16—23, asperges ƒ45—67 per 100 bos, zuring 24—37 ct, slavellen 24—58 ct per kist. naar bet Engelsch van BEN BOLT. 8) De inspecteur ^ag nog steeds verdiept ln een beschouwing yan ^en gehavenden hoed. Schijnbaar toevallig keerde hij den hoed om en bekeek hij den binnenkant. Daarna legde Lij het hoofddeksel achteloos terzijde. Toen hij zich weer tot de beide neven keerde, zeide zijn gelaat hun niets, maar in zijn oogen zagen zij weer dat vrooüjke lichtje. Wel, 2eilje Dij vriendelijk, ik heb U alle nieuws verteld ea moet gaan. Daarna voegde bij er lachend aan toe; Mocht iemand U soms nog een cadeautje thuissturen, hijvoor beeld het lijk vaa Levisohn, dan wilt u mij ■Wel bellen, Mr. Carrington. Daar kunt U 0p rekenen. inspecteur. Maar Voordat Ik vanavond ga slapen, ben jk van plan een briefje te spelden op mijn kamer deur, luidende: Dit jg ggeü lijkenhuis. Breng bet ergens anders. Dat zou misschien te Pas komen, lachte de inspecteur, waarna hij vertrok. In stilt© hoorden zij hem de trap afgaaa> Daarop strompelde Dick door de kamer, raapte den hoed op en keek naar de binnenzijde, even als de inspecteur dit had gedaan. Daarop wierp hij het hoofddeksel op den vloer en gaf het met zijn gezonden voet een hevigen schop. Die hoed is een werktuig des duivels, zeide hij, tenzij die man een idioot is. HOOFDSTUK V. - Oh, die inspecteur is zoo gek niet. Hij kwam niet hier om ons dat nieuws te vertel len, maar alleen om te zien hoe jij daarop zoudt reageeren. En beeft hij mijn letters in dien hoed gelezen Heel waarschijnlijk. Zooals je wel be merkt zult hebben, was hij direct daarna veel °I>8ewekter. Ja, maar wij behoeven niet ongerust te Mjn. Het kan hem weinig wijzer gemaakt heb ben. Hij kan misschien heel wat vermoeden. jLftar vermoeden is nog geen bewijs en bet is 'b het geheel niet ongeoorloofd een hoed van neef te leenen,., Het is zelfs zeer gebruikelijk in de krin gen, waarin wij verkeersn. Carrington lachte flauwtjes. Dlek, voor criminalist heb je een veel te kinderlijk gemoed. Je zult nooit de glorie van de balie uitmaken. Ik wil om vijf pond met je wedden, dat Trewhella op dit zelfde oogenblik druk bezig is met het uit vinden van mijn adres en als hij daar komt.. Jemineetje ja, hij zal het meisje vinden. Daaraan heb ik niet gedacht. Carrington stond met een ruk op en begon zijn jas aan te trekken. Ga Je weg, vroeg zijn neef. Ik ga den bespieder bespieden. Ik wil het ergste weten. Indien hij in Ladysmith Man sions verschijnt, is het spel verloren en zal er niets anders opzitten dan open kaart te spelen. Vindt hij haar niet, dan zet ik door. Maar je komt toch terug om mij op de hoogte te houden? Ja. Buiten riep hij een taxi aan en liet zich naar The Golden Cross brengen. Nadat hij het hotel was binnengegaan wachtte hij even in de hall, waarop hij zich weer naar buiten begaf. Nauw keurig rondziende wandelde hij naar zijn flat. Hij ontdekte niets, dat zijn achterdocht kon opwekken. Voor zoover hij zien kon, was er niemand die speciale attentie aan zijn flat scheen te wijden. Barnish stelde hem gerust, dat er geen enkele bezoeker was komen opda gen. Indien Trewhella na het zien van den hoed hem al was gaan verdenken, dan had hij zijn verblijfplaats toch blijkbaar nog niet opge spoord. Van de verpleegster vernam hij, dat het meisje goed vooruitging, zij lag nu in een gezonden, natuurlijken slaap en er bestond alle hoop dat de gevolgen van den schok, welken zij had ondergaan, spoedig geheel zouden zijn ge weken. Niet wetend wat verder te doen, keerde hij terug naar zijn hotel. Een van de Zondagsbladen opnemend, ont dekte hij een relaas over den aanslag op Selby Adderley. Het daarin voorkomende adres bleek een particulier pension te zijn het Arnheimpension in Lancaster Gate, en na er eenigen tijd over nagedacht te hebben, verliet hij andermaal het hotel om zich naar dit adres te begeven. Hij vroeg zich af of Adderley daar mogelijk zou zijn teruggekeerd. Zonder moeite vond hij het adres en het niet met zich zelf eens zijüde of hij er binnen zou gaan om te Informeeren of niet, liep hij een paar maal voor het huis de straat op en neer. Tenslotte besloten bet er op te wagen, keerde hij zich om en begaf zich naar den ingang van het pension. Juist voor hij daar aankwam be klom een elegant gekleed man de stoep ©n belde aan. De man kwam hem min of meer bekend voor en hij probeerde hem beter op te nemen. Hij Aon zijn glaat echter niet zien, daar de man met zijn rug naar hem toe stond. Maar de Stem en de vraag, die hij aan het meisje dat hem opendeed stelde, gaven hem een schok van verrassing. Is Mr. Adderley thuis? Die stem deed hem terugdeinzen, want hij had baar al eens eerder gehoord toen hij op pilot's Rest was en Jacob Levisohn's laatste bezoekers zich naar het huis begaven. Hij was er van overtuigd, dat dit een van de drie be zoekers was, die in den grooten auto waren gearriveerd, en die hij er ten sterkste van verdacht verantwoordelijk te zijn voor het vervoer van het lijk naar Dick's kamers. Hij had de drie mannen echter niet gezien en toch had deze bezoeker iets bekends over zich. Hij bleef aarzelend staan en om zich een houding te geven stak hij een sigaret op, teneinde te wachten tot de man zich zou omdraaien. Hij hoorde het vlugge antwoord van het meisje. Neen, hij is uit. Nu zal hij zich wel omdraaien, dacht Car rington. Maar inplaats daarvan stelde de be zoeker een tweede vraag. Hebt ge er ©enig idee vah, waar ik hem kan vinden? Neen, antwoordde het meisje kort. En Miss Adderley? Is zij ook uit? Ja, en zij zullen voorloopig wel niet terug komen ook, want de directrice heeft hun bagage laten inpakken. Het meisje scheen het met dezen maatregel geheel eens te zijn want zij voegde er bits aan toe: en maar goed ook, het is een mooie boel om een rustig pension als dit zoo in opspraak te brengen. Zonder meer draaide het meisje zich om en verdween ln huis, en de bezoeker keerde nu zijn gelaat naar de straat. Terwijl hij met belde handen zijn derden lucifer beschutte, zag Carrington eindelijk het gelaat van den man en dit deed hem zoo ontstellen, dat hij den lucifer geheel vergat, welke zich wreekte door hem pijnlijk in zijn vingers te branden, waarop hij hem haastig op de straat liet vallen De man, wiens stem hij herkend had als een van het trio dat op Pilot's Rest was gekomen, was dezelfde als die hem in de hall van het Semiramis-restaurant zoo brutaal had staan aankijken. Hij was daarvan absoluut zeker en een seconde later werd zijn wetenschap nog bevestigd. De blikken van den man vielen op zijn gelaat en gedurende een ondeelbaar oogen blik zag hij, dat de herkenning wederzijdsch was. Het was slechts een even opflikkeren In Zijn oogen en dit stierf terstond weer wig M plaats te maken voor een onverschilligen blik die de straat afstaarde. Met volkomen be- heersching van zich zelf begon de bezoeker de stoeptreden af te dalen. Carrington stond voor 'n dilemma. Overtuigd dat deze man, die naar Selby Adderlejr en diens zuster had gevraagd, een van het drie tal was dat het meisje en hem naar het een zame huis was gevolgd, wist hij niet hoe te handelen. HU kon den man daarover echter niet aanspreken en nog minder kon hij hem beschuldigen van medeplichtigheid aan het vervoeren van het lijk naar Dick's kaüiefs. Zonder twijfel zou de man hem aan den eersten den besten politieagent aanwijzen als een krankzinnige indien hij dit deed. Hij kon echter wel probeeren den man te volgen ten einde zoo mogelijk zijn naam en adres te ieeren kennen. Doch zelfs dat was ver van gemakkèlük. Uit dien haastigen blik van herkenning was hem gebleken dat de man zich van zijn tegenwoor digheid bewust was. Hij zou op zijn hoede zijn en zeer waarschijnlijk probeeren te voox'komen dat hij geschaduwd werd. Hij liet den man een eindje door loopen alvorens zich te bewegen en terwijl hU daar zoo stond Sloeg bij den ander nauwkeurig gade. Deze keek echter in bet ge heel niet rond doch vervolgde op zijn gemak, luchtig met zijn wandelstok zwaaiend. zijn weg, onwetend of onverschillig omtrent het geen Carrington zou doen. Na enkele oogenblikken begon lm den man te volgen, er voor zorgend steeds op een be hoorlijken afstand achter hem te blijven en op zijn hoede voor het geval dat de ander zich plotseling zou omdraaien. Zijn voorzorgen bleken echter noodeloos. De man wandelde rechtdoor en sloeg den weg in door het park, Carrington vermoedde dat hij zich naar Hyde Park Corner begaf. Onderweg had hij echter een ongelukje doordat hij zijn wandelstok liet vallen. Een armelijk gekleed man die juist in zijn nabUheid stond sprong naar voren om den stok op te rapen en nadat de eigenaar enkele woorden met hem gewisseld had tastte hij in zijn veetzak waarna hij een geldstukje overhandigde aan den ander die hem dezen kleinen dienst bewezen had. Hm, dacht Carrington terwijl de man zijn weg vervolgde, een edelmoedig heer. Hij wandelde verder en een oogenblik later zag bU hoe de ontvanger van het geldstuk een half opgebrande sigaret uit het gras opraapte welke hij probeerde aan te steken. Met een voldaan air blies hij, terwUl Carrington hem passeerde, een groote rookwolk voor zich uit, en de jongeman bemerkte, dat bij ©eu scherp- besneden, dóch door de pokken geschonden gelaat had. Meer zag hij ntet want de man behoorde zoo overduidelijk tot bet gilde er lèegloopers, die op publieke plaatsen voorbij gangers lastig vallen om een aalmoes, dat hij niet te veel belangstelling wilde toonen De man dien üU volgde versnelde zijn pas een weinig, en, bevreesd om hem uit het oog te verliezen, verkleinde Carrington den afstand welke hen scheidde, een beetje. Toen zij de Corner bereikten, werd het schaduwen moeilijker want daar het een heerlijke dag was, bleek er een groot© menigte op de been t© zijn die het Park in en uit stroomde. BU het binnengaan door de poort verloor hU hem uit bet oog maar drie minuten later zag hU bem aan den overkant van den weg in eeD taxi Stappen. Haastig snelde hij dwars over den weg. vurig hopend dat er nog een tweede taxi beschikbaar zou zUn. Die hoop werd echter niet vervuld Toen hU aan den overkant kwam was er geen enkele vrije te bespeuren en de wagen waarin zUn prooi had plaats genomen, had zich reeds in beweging gezet. Met booze blikken staarde hij het wegrollende voertuig na en terwijl hij stond te kijken werd hem door een onberispe lijk gehandschoende hand vanuit het P0];11"" raampje van de verdwijnende taxi een hatenjn vaarwel toegewuifd. De schooier! fluisterde hU- HU wis us al dien tijd, dat ik hem volgde. Er viel echter niets meer te doe°' was reeds verdwenen temidden van Piccadilly-verkeer en het zou deg dwaasheid zijn nu nog Bpn siJret volging voort te zetten. HU s a op en daar hij over een overvloed an tUd be schikte besloot hU terug te wandelen, terwy. hU dan teven. lang. zUn eigen flat zou loopen om zijn chequeboek te *?aleP- npin„de h« Ter wijl hij zoo voortdrentelde peinsde hij .1 Lj nver de beteekenis van het avon voortdurend ^]ee{d Bön dlng ston<J van dat met de verblijfplaats van haar broeder, en tuurtje "t*^r "vast en wel dat de man. die Joyce zoowel als hij zeer verlangend was deze t© leeren kennen Veronderstellend, dat deze man ook betrokken was bij den overval ln Selby Adder- leys pension beteekende dit, dat de laatste er in geslaagd was aan zUn vervolgers te ontko men. HU was voor het oogenblik dus buiten bun bereik terwUl zU er ook geen idee vaD hadden dat Joyce was, waar zij was. Dat is zooveel te beter, mompelde hij bij zich zelf, als Selby nu maar zoo verstandig is om uit don weg te blijven, dan HU maakte deze gedachte niet af, maar een zonnige glimlach verscheen op zijn gelaat, tér- wijl hij zacht-droomerig voor zich uit staarde. Dèn geheelen verderen weg naar zijn flat hielden zün gedachten zich met Joyce Adder ley bezig; baar liefelijkheid, haar onechuid, en haar klaarblijkelijke onwetendheid omtrent de zeer waarschijnlijk tamelijk duistere zaak. waarin haar broeder haar had gemengd door haar als boodschapper te gebuiken. Hij had het gevoel, dat hij gaane eens onder vier oogen een onderhoud zou hebben met Selby Adderley, liefst met een flinke zweep in de hand, maar bij de gedachte dat een dergelUke drastische manier van uitdrukking waarschijnlijk niet in dèn smaak zou vallen bij Joyce, verdween zqa ergernis en gaf hij zich weer geheel over aan de aangenaamste droomen betreffende de toe komst. Wanneer het meisje weer voldoende hersteld was, zou zU *Un flat verlaten. Maar waarheen? Naar haar broeder? Dat zou de aangewezen weg zUn, maar bU vond de gedachte daaraan buitengewoon onaangenaam. Selby Adderley was blUkbaar nu juist niet de man die op de eerste plaats het welzijn van zUn zuster voor oogen hield. HU was er benieuwd naar, of Joyce nog andere vrienden had tot wie zij zou kunnen gaan. Zoo nietdan had hij nog een zuster in Devonshire. Marian was verstan dig en uiterst vrlendelUk. Indien hij haar vroeg naar het meisje om te zien zou zU dit zeer gaarne doen, en op Marthoe zou zq ver ver- wqderd zqn van het gevaarlijke net, waarin Adderley blUkbaar verstrikt was geraakt. Tegen den tijd dat hij zijn flat had bereikt, was hU besloten zijn zster te schrijven zoodra hU gehoord zou hebben, dat Joyce vervoerd mocht worden. Juist liep hij Dr. Haslam tegen het lijf, die naar buiten kwam en van wien hU tot zijn vreugde goede berichten mocht Vernemen. Het doet mij genoegen, dat ik U goed nieuws kan vertellen, Mr. Carrington. Mün patiënte gaat goed vooruit en de gevolgen van den schok nemen af. TenzU er een onvoor* ziene achteruitgang optreedt, is zU binnen een paar dagen weer geheel de oude. De hemel zü gedankt! En mag ik haar nu zien, dokter? De ander schudde glimlachend zijn hoofd. Nog niet, Mr. Carrington. Ik wil niet oncom plimenteus zün, maar ik zou bang zUn dat het zien van U dien onvoorzienen achteruit gang zou kunnen bewerken, waarover ik het had, en dat moet op het oogenblik voorkomen worden, begrUpt U. Ja, gaf Carrington teleurgesteld toe. Ik onderwerp mU natuurlUk gaarne aan Uw voor schriften. Daarvan ben ik overtuigd, merkte de dol» ter glimlachend op, waarna hU vertrok. (Wordt vervolgd), j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7