%wn tijd vm DE HELPENDE HAND 1 ZATERDAG 14 MEI 1932 RIJKSSTEUN" AAN DEN LANDBOUW. Hulpverleening aan de melkvee houderij en pluimveeteelt. HET STANDPUNT DER TWEEDE KAMER. Garantie-regeling voor de kippenhouderij. DE RAMP VAN HET DUITSCHE S.S. „NOBIS". DOELMATIGE ADVERTENTiËN GOETHE-HERDENKING. CALVE DELFT. Winst 1931 892.650 (v. j. 1.042.486) BEVOEGDHEID DER TAND. HEELKUNDIGEN. Wetsontwerp bij de Tweede Kamer slecht ontvangen. „SANCTIONNEERING VAN WETS ONTDUIKING". DE POPULAIRE SPAARKLOKKEN. LEVENSVERZ. DE NEDERLANDEN VAN 1845. BEROEPSGEHEIM EN BELASTING- AANGIFTE. Aanvulling der wetten op de inkomsten- en Vermogens belasting. PROF. AALBERSE. BANDJIRS IN 'T MOENTILANSCHE. ff85 detee;8brLwreet8BOe1^ XonaZZTe?- BUREAUCRATIE IN DE RIMBOE. vee- in ;w de in met De ge- één of Blijkens het Voorloop!g Verslas der Tweede Kamer over het ontwerp tot tijdelijke maat regelen tot bulpverleening aan de melk honderjj, vonden verscheidene leden In de diening van dit ontwerp aanleiding, opnieu te wijzen op de noodzakelijkheid, dat door Regeering ten aanzien van de voorziening de nooden, welke de heerscihende «crisis zich brengt, een vaste lijn wordt gevolgd, regeering houdt vast aan incidenteele rege lingen, waarbij telkens het belang van groep wordt bezien. Het kan niet anders, 200 wordt de algemeene lijn uit het oog ver loren. Een groep, welke zeker in niet minder groote moeilijkheden verkeert, n.l. die zandboeren, wordt, voorzoover de veehouderij in h-un bedrijf van ondergeschikt belang niet geholpen. Tegen de wijze, waarop in het ontwerp -getracht wordt het beoogde doel te bereiken, •werden van meer dan één zijde bedenkingen in het midden gebracht. Allereerst werd. er de aandacht op ge vesfcigd, dat de voorgestelde regeling zal lei den tot verbooging van de kosten van levens, onderhoud. Hét menggebod, In de tweede plaats werd geweizen op de groote beswaren, welke aan het voorgestelde menggebod van boter en margarine zijn ver bonden. Deze maatregel beteekent een groot nadeel voor de margarineproducten. Ook bezien uit het oogpunt der boter.pro- ductie achtten verscheiden leden het mengge. bod ongew.ensoht. Een niet te onderschatten steun voor die productie is gelegen in de van Rijkswege ingestelde betere controle, welke niet alleen hier te lande doch ook in het buiten land een goeden naam heeft. Het menggebod zal niet nalaten nadeeligen invloed te oefenen op de reputatie van onze boter in het buitenland en daarmede op den export van dit product. Tegenover de ledeh. die de boven weergegeven critiek op het ontwerp leverden, stelden zich anderen, die aan die critiek geenszins alle waar. de wilden ontzeggen, doch die de urgentie van de steunverleening aan de melkveehouderij op den voorgrond wenschten te stellen. Lang be raad aldus deze leden moet in dit stadium ontoelaatbaar worden geacht. Wat de bedenkingen met betrekking tot de productie van den handel in margarine betreft, mag naar de meeninig derzeJlde leden niet wor. den voorbijgezien, dat, a.ls een steunmaatregel als de voorgestelde geheel achterwege zou blij ven de boter zoodanig in prijs zou dalen, dat allen, die nu margarine consuimeeren, zicih van het natuurproduct zouden gaan voorzien, waar van algeheele ineenstorting van de margarine productie het gevolg zou zijn. De bezwaren in verband met den naam van onze boter kwamen dezen leden niet gegrond Wjoor. Men was van meen in, g, dat hert menggebod niet een onmisbaar onderdeel van de on-twor- pen steunregeling is. Nu daartegen ernstige be. 'Waren zijn geopperd, zou het wellicht kunnen vervallen. Een aantal leden gaf als zijn meening te kennen, dat de voorkeur zou zijn te geven aan een directen steun aan het noodlijdende veehou- dersbedrljf nit de Staatskas. Verscheidene leden meenden, dat ter tege moetkoming aan de bezwaren, voor de mairga. rine-industrie aan het menggebod verbonden, dat gebod zou kunnen worden vervangen door een bijzonder redht op margarine te heffein. Ten' slotte stelden eenige leden de vraag, of piet een oplossing zou kunnen worden gevon den in het opslaan van boter in koelhuizen in d« periode van overvloedige productie, opdat die tegen betaren prijs kunne worden verkocht In de maanden waarin de binnemlandsche pro. ductle niet in de behoefte van het land kan voorzien. De broodprijzen. Bij vele lede® bestond overwegend bezwaar tegen de in artikel 12 aan de Regeering voor behouden bevoegdheid, voor te schrijven, dat gedurende zekeren tijd in het brood meilk of zuivelproducten moeten worden verwerkt. Zij achtten het onjuist dat op deze wijze de brood, prijs zal worde® verhoogd. Volgens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over ,het wetsontwerp, houdende een garantieregeling ten behoeve van de kippen houderij, verklaarden vele leden aarzelend tegenover dit wetsontwerp te staan. Men vroeg zich af of de voorgestelde regeling nog wel noodzakelijk en doeltreffend is. Daar reeds vóór het indienen van het ontwerp en vooral daarna de eierprijzen weer zijn gestegen, acht ten sommige leden het verstandig, nog eenigen tijd af te wachten. Vele leden betwijfelden of deze maatregelen wel doeltreffend zijn. Zal het opkoopen van 100 millioen eieren in een tijd, dat de markten met eieren overstroomd worden, op den eier- prijs wel van eenigen invloed zijn? En zal niet veeleer diezelfde hoeveelheid, op de markt ge bracht In den tijd, dat het artikel vrij schaarscb is, den prijs in dien tijd drukken in veel ster ker mate dan deze thans zal stijgen? Groot bezwaar bestond bij vele leden tegen de wijze van uitvoering zooals de regeering zich die voorstelt. Zij zagen daarin een onbillijke en onredelijke bevoordeeling van de leden dier coöperaties, die zijn aangesloten bij den N.P.F. Verscheidene leden zouden alleen dan met het ontwerp kunnen meegaan, indien op doel matige wijze ook de vrije markten in staat ge steld worden een evenredig deel voor opslag In koelhuizen bestemde eieren te leveren. Gevraagd werd of het niet goed zou zijn den Invoer van eieren te contingenteeren. Wanneer de fabricatie, of de voorraad uwer artikelen, den omzet, den verkoop overtreffen, geeft aan 'n serie den eena de kans U te helpen, den aftrek uwer producten te vergrooten. Schipper Toxopeus van de reddingboot „Insulinde" over de redding der opvarenden. In den avond van 10 April 1.1. is het Duit- sche stoomschip „Nobis", dat ongeveer 50 jaar oud was en ruim 1100 bruto register ton mat, nabij Bornrif in de buurt van Ameland gestrand en daarna geheel wrakgeslagen. De 14 opvarenden konden na veel moeite gered worden door de bemanning van de redding boot „Insulinde" onder aanvoering van kapitein M. Toxopeus. Naar de oorzaak van deze ramp heeft Donder dagmiddag de Raad voor de Scheepvaart onder voorzitterschap van mr. B. M. Taverne een onderzoek ingesteld. Schipper Toxopeus zelf heeft daarbij op zeer eenvoudige wijze alsof het een zaak van weinig beteekenis gold, aan de leden van den Raad medegedeeld, hoe zich het reddingswerk voltrokken had. Zoo deelde getuige mede dat er op 10 April, des avonds te tien uur, van de kustwacht op Ameland het bericht binnenkwam, dat men het licht had waargenomen van een in nood verkeerend schip, dat echter geen noodseinen gaf. Getuige besloot dadelijk, met de redding boot „Insulinde" uit te varen. Te half elf ge schiedde het vertrek van Oostmahorn; de wind was Zuidwest. Aanvankelijk was het zicht goed, doch om 12 uur 's nachts werd het dik van regen. Tegen tweeën zag getuige een streek aan stuurboord een wit licht en recht vooruit nog een wit licht. Kort daarop bleek dat dit eerste licht van de te hulp gekomen sleepboot „Oceaan" was, hert tweede licht bleek van het s.s. „Nobis" zelf te zijn. De „Insulinde" is tot op 10 meter op de „Nobis" toegevaren, waarna getuige den kapi tein praaide. Toen deze terugriep dat hij het schip niet wilde verlaten, heeft getuige hem erop attent gemaakt, dat, als de wind Noord west zou worden, de „Nobis" in een gevaar lijke positie zou komen te verkeeren. Op ver zoek van den kapitein beloofde getuige dat hij met de „Insulinde" in de nabijheid zou blijven. Des morgens te half zes werd op de „Nobis" de vlag geheschen ten ten teeken dat men de sleepboothulp wenBchte, die men tevoren ge weigerd had. De wind was toe® West-Noord west en er stond een flinke zee. Getuige heeft laarop met de „Insulinde" geholpen om een trosverbinding met de sleepboot „Oceaan", be- hoorend tot de firma Doeksen op Terschelling, tot stand te brengen, doch daar er op de „Nobis" geen stoomvermogen meer was, geluk te het niet, de aan een dunne lijn vastgemaakte zware tros aan boord van dit schip binnen te krijgen. Een handicap was ook dat er te veel water in het voorschip van de „Nobis" stond en de bemanning volkomen uitgeput was. Te 10 uur 's morgens kwam de inmiddels te hulp geroepen sleepboot „Texel" van de firma' Doeksen, welke boot minder diepgang had. Met veel moeite is heit toen gelukt, een zwa- ren draad van de „Texel" naar de „Nobis" over te brengen, terwijl ook tusschen de „Oce aan" en de „Texel" een verbinding tot stand kon worden gebracht. Helaas is al dit werk tevergeefsch geweest, want nadat met het slee pen was begonnen, is de tros ongeveer te 12 uur gebroken. De zee was in dien tijtd veel wilder gewor den en de bemanning van de „Nobis" welke met zwemvesten aan dek liep het schip was lek geslagen riep dat zij het schip wilde verlaten. Niet minder dan drie kwartier is men toen op de „Insulinde" doende geweest oni de in nood verkeerenden aan boord te krij gen. Door de zwaren zeeën, die verhinderden dat de boot langszij kon komen, waren de op varenden van de „Nobis" verplicht, in 't vang net van de „Insulinde" te springe®. Allen hebben dit gedaan, behalve de kapitein, die de „Nobis" niet wilde verlaten. Getuige is toen met de „Insulinde" vertrok ken, doch na een half uur weer teruggekeerd, daar hij begreep dat de kapitein toch op zijn weigering zou moeten terugkomen. Toen hij de „Nobis" genaderd was, was de kapitein nergens te zien; getuige is toen weer weggevaren, om kort daarna weer terug te keeren en eerst nadat hij dit nog eens her haald had, zag men aan boord van de „In sulinde'" den kapitein plotseling uit de kaar- tenkamer van de „Nobis" komen. Hij droeg een vlag onder den arm en, naar het achter schip loopende, rolde hij het dundoek langzaam en heesch het in den vlaggestok, waarna hij zijn pet afnam en terugliep.Op hetzelfde oogenblik, de kapitein was maar nauwelijks weg, kwam een groote roller aanzetten, die vlag en stok meesleurde in de woedende zee. Op zijn verzoek is de kapitein toen aan boord van de „Insulinde" genomen; ook hij was ver plicht over te springen. De schipbreukelingen zijn te Oostmahorn aan land gebracht. Uit het ter zitting voorgelezen rapport van Hen Duitschen kapitein bleek nog, dat de „No- bis" met een lading kopsteen van Kysekil in Zweden naar Rouaan in Frankrijk op weg was. Gedurende de reis was het steeds slecht weer geweest, zoodat men met schade te Delfzijl Is binnengeloopen. Des Zaterdags is de „No- bis", te 5 uur n.m., bij slecht weer opnieuw In zee gestoken; Zondagavond is het schip bij regen en harden wind tot storm uit het Zuid westen nabij .Bornrif gestrand. De kapitein en zijn bemanning waren vol lof over den schipper en de opvarenden van de „Insulinde". „Met heel veel „opoffering" verklaarde de kapitein, „zijn zij tot het laatste moment bij ons gebleven en in een hooggaan de zee en gedurende langen tijd hielden zij hun schip gereed om ons te hulp te komen." De Raad zal later uitspraak doen. Door de permanente commissie voor literatuur en kunst van den Volkenbond. Donderdag werd in de burgerzaal van het Stadhuis te Frankfurt am Main door den opper burgemeester Dr. Landmann de zitting geopend van de permanente commissie voor literatuur en kunst van den Volkenbond. Dr. Landmann betreurde het zeer, dat in verband met het overlijden van den president der Fransche repu bliek zoowel de Fransche ambassadeur als de Fransche dichter en philosoof Paul Valery, die een dar vooraanstaande organisatoren van de oommissie is, niet aan de zitting kunnen deel nemen. Spr. begroette de commissie namens de stad Frankfurt. De president der commissie Destrée dankte in hartelijke woorden voor de begroeting. Vervolgens sprak de vice-secretaris-generaal van den Volkenbond, Dufour Feronce, die namens het secretariaat van den Volkenbond voor de ontvangst dankte en er zijn leedwezen over uitsprak, dat d9 secretaris-generaal van den Volkenbond, Sir Eric Drummond, die een groot vereerder van Goethe is, in verband met zijn werkzaamheden zelf niet kon komen. Nadat Julien Luohairé hulde had gebracht aan de nagedachtenis van Albert Thomas, be gonnen de besprekingen over Goethe. Aan het jaarverslag der Nederlandsche N.V. Fransch-Hollandsche Oliefabrieken Nouveaux Etablissements Calvé-Delft over 1931 ontleenen wy het volgende De resultaten van het afgeloopen boekjaar onzer vennootschap mogen in deze moeilijke tijds omstandigheden bevredigend worden geacht, zy het dan, dat de cyfers van de hterby gevoegde balans en winst- en verliesrekening ieta minder gunstig zyn dan het vorige jaar. Na uitkeering allereerst van 6 pet. op de prefe rente aandeelen, waarvoor met inbegrip der divi dendbelasting 392.580 noodig is, resteert een bedrag van 500.070. Voorgesteld wordt hieruit een dividend uit te keeren op de gewone aandeelen van 4 pet. Het geen na betaling van de dividendbelasting over- blyft zal op nieuwe rekening worden overge bracht. De winst- en verliesrekening staat debet voor algemeene onkosten ƒ47.964 (56.146), af- schryving op gebn. en machn. ƒ403.387 (403.654), interest 373.889 (422.187), voorloopig betaalde div. belasting op uitkeering reserverekening 103.373 saldo 892650 (1.042.486), en ere- d i t voor onverdeelde winst vorig jaar 54.982 (4170), saldo inkomstenrekening 1.766.283 (1.920.304). Volgens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp houdende regelen betreffende de bevoegdheid der tandheelkun digen vond bij het afdeelingsonderzoek dit wetsontwerp bij zeer vele leden krachtige be strijding. De juistheid van de uitspraak in de Memo rie van Toelichting, dat de rechtvaardigheid de totstandkoming van dit ontwerp zou eischen werd door verscheidene leden ontkend. Zij her innerden aan de gesohiedenis van de wetgeving betreffende de tandtechnici en wezen er op, dat de thans voorgestelde regeling geen ander doel heeft dan tandheelkundigen, van wie strafbare handelingen worden gevreesd, voor strafvervolging te vrijwaren, door eenvoudig de strafbaarheid van de handelingen op te hef fen. De regeering zou zich daarom, in plaats van op rechtvaardigheid, hoogstens kunnen beroepen.- op opportuniteit. Moeilijkheden bij de controle kunnen geen rechtsgrond vormen voor het indienen van een dergelijk wetsont werp. De Overheid, zoo meende men, heeft den plicht de wet te handhaven en niet om ont duiking door wetswijziging te sanctionneeren. Het gaat hier om een bepaalde groep van ongeveer 80 personen, die onder meer bijzon dere omstandigheden de hun reeds toegekende bevoegdheid hebben verkregen. Enkele leden waren van oordeel, dat het wetsontwerp instemming verdient; naar hun meening moet het worden beschouwd als de sluitsteen van de geheele regeling van dat onderwerp. WEER KANS OP EEN RAAD. Naar we vernemen, heeft het Llmburgsch dorpje Mesch, dat thans zonder gemeenteraad is, weer kans op een nieuwen Raad. Gelijk men weet, was er bij de laatste ver kiezing slechts één lijst, met acht candidaten ingediend, van wie er zes niet tijdig hun ge loofsbrief inzonden. Naar verluidt, zouden deze thans een schrij ven ontvangen hebben, dat ze alsnog het raads lidmaatschap aanvaarden kunnen. Er wordt echter aan getwijfeld, of de voor het raadslidmaatschap bevoegde candidaten genegen zijn het raadslidmaatschap te aanvaar den. In de op 12 dezer te 's-Gravenhage gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. Levensverzekering Jlaatschappy van ..De Nederlanden", van 1845 werden de verlies- en winstrekening over 1931 en de balans per 31 De cember 1931 goedgekeurd. De hoofddirecteur deel de mede, dat het bedryf zich in het afgeloopen jaar gunstig ontwikkelde, en dat de verkregen uitkomsten In hooge mate bevredigend zyn. In den loop van 1931 kwam een belangengemeen schap tot stand met de Verzekeringsbank Kos mos te Zeist, waarby de door de Kosmos gere duceerde verzekerde sommen tot het volle oor- spronkelyk verzekerde bedrag in kracht werden hersteld en de indertyd uitgegeven wlnstbewyzen A onmicldellyk ten volle door ,,de Nederlanden", van 1845 werden voldaan. De productie bedroeg in 1931 32.422.600 (v. J. 42 mlllioen). Op 31 De cember 1931 waren van kracht 52.191 (37.412) con tracten met ruim 269.140.000 (222.800.000) verze kerd kapitaal. De uitkeeringen op grond van kapitaal- en lyfrentenverzekertngen bedroegen 3.398.255 (1.684.T78). Aan rente werd geboekt 3.022..728, de gemiddeld gekweekte rente be droeg 5.10 pet. De vergadering besloot 150.000 (onv.) divi dend uit te keeren en 1.387.329 (v. J. 130.000) aan de extra-reserve toe te voegen. De totale extra-reserves bedragen thans 1.945.279 (3.604.701). Het geplaatst maatschappelyk kapi taal is 2.000.000, waarop 1.500.000 is gestort. De aftredende commissarissen, de heeren mr. H. R. van Maasdyk en mr. J. M. Th. Cohen Tervaart, werden herkozen. Met een zorgelijk-nadenk: enden trek op zijn hoogrood gelaat slenterde Grumpers hot warenhuis uit. Toen de gTOOte glazen deur achter hem dichtviel, bleef hij nog een oogenblik pein zend op het trotrtoir stilstaan, om met een nijdigen frons den blanken zilveren rijksdaal der te bekijken, dien hij gedurende den rond tocht door het warenhuis stevig in de hand had gehouden, en die nu ietwat warm en kleverig aanvoelde. Besluiteloos draaide Grumpers den rijks daalder om en om. Zuchtend overpeinsde hij hoe hard hij moest werken om zoo'n rijks daalder te verdienen en hoe bedroevend weinig je er voor kon koopen in zoo'n groote instel ling als het warenhuis, vooral wanneer heit een huwelijksgeschenk voor je neef betrof. Om zoo'n geschenk aan te schaffen was Grumpers heelemaal te voet uit Keverwóude naar de groote stad gekomen, waar je immers dat soort dingen veel goedkooper kunt krijgen. Toen hij des morgens op weg ging, had zijn vrouw hem dien rijksdaalder meegegeven met de opdracht, daarvoor een geschenk te koopen, dat beantwoordde aan de hoogst mogelijke eischen van degelijkheid en schijnbare kost baarheid. Wanneer het een huwelijkscadeau voor je neef betreft, wil je immers graag zoo royaal mogelijk voor den dag komen, maar tevens betaal je er liefst zoo weinig moge lijk voor, speciaal wanneer je met trots kunt bogen op je afstamming uit een oud Kever- woudsch geslacht, welks zuinigheid als een roemrijke traditie van vader op zoon en van moeder op dochter is overgeërfd. Vol hoop was Grumpers naar de stad ge togen om zich van zijn opdracht te kwijten, maar hoe langer zijn slentertocht door de ruime zalen van het warenhuis duurde, des te moeilijker bleek hem de richtige vervulling van zijn taak. De dingen, die voor een rijks daalder verkrijgbaar waren, leken hem niet meer dan prullen Grumpers zuchtte en bromde, draalde met een verachtelijke beweging zijn rug naar het warenhuis en begon de étalages van andere winkels te bekijken. Maar ook daar bleek alles, wart er een beetje degelijk uitzag, razend duur. Daar had je nu b.v. die mooie klokken voor dit winkelraam Een klok vormde ontegen zeggelijk een prachtig huwelijksgeschenk voor een oom aan een neef. Maar natuurlijk zou'hij er minstens acht of tien gulden voor moeten betalen. Ze stonden nota bene niet eens ge prijsd Gedachteloos keek hij naar het opschrift op het winkelraam „Hoofdstedelijke Spaar- klokken Maatschappij". Het leek hem een ietwat vreemde naam voor een klokkenwinkel. Vaag begon hij te vermoeden, dat het niet een gewone uur- werkhandel was. Maar, argwanend zooals een Keverwouder nu eenmaal is, bleef hij een poosje staan treuzelen op het trottoir, totdat hij een. politie-agent zag naderen. „Te koop vroeg hij den dienaar van wet en orde. „Welnee, zoo'n klok krijg je gratis als je een spaar-overeenkomst sluit. Je moet er elke week een rijksdaalder inwerpen. Wanneer je het soms een keer mocht verzuimen, dan var tikt de kiok het om verder te loopen. Eéns in de drie maanden wordt de klok door een agent van de maatschappij geleegd en de in houd bijgeschreven op je spaarbankboekje...." Met open mond keek Grumpers den politie man aan. „Dus V', vroeg hij, „behoef je er niets voor te betalen „Nee", zeide de man der wet nog eens, waar op Grumpers, den rijksdaalder, dien hij in de hand had, voor goed in zijn zak stak. Dan stapte hij den winkel der Hoofdstede lijke Spaarklokken-Maatschappij binnen. In het ouderlijk huls der bruid zate® de jongelui, die binnen enkele dagen door den huwelijksband verbonden zouden worden. Op de blinkend-geschuurde bruidstafel ston den naar oud Keverwoudsch gebruik de reeds ontvangen geschenken uitgestald Bij zijn binnenkomst monsterde Grumpers ze met een meesmuilend glimlachje. Het was natuurlijk: niet veel bijzonders: een peper, en zoutstel, een nikkelen suikerstrooier, een taartenschaal met zes schoteltjes, allemaal prullen, die je voot hoogstens een paar gul den ln het stedelijk warenhuis kon aantreffen. Grumpers zag de blikken van bruidspaar, ouders en gasten vol verwachting op zich ge richt. Want het pakje, dat hij onder den arm droeg, overtrof de afmetingen van de daal ders-geschenken. Plechtstatig sneed Grumpers het touwtje los en ontpakte de spaarklok voor de oogen der verbaasde toeschouwers. Een gemurmel van jaloersclie verwondering ging door de rijen der gasten. Grumpers koesterde de spaarklok met een teeder gebaar en er klonk een waar achtige ontroering in zijn stem, toen hij het geschenk aan het bruidspaar aanbood. Twee-, driemaal schraapte hij zijn keel, voor dat hij op warmen toon van wal stak „Beste neef, je zult wel denken, dat je oude oom Jacob ditmaal bijzonder uit zijn slof is geschoten, maar (hij snoof luidruchtig) je bent dan ook altijd mijn lievelingsneef ge weest. En daarom geef ik Je nu bij je huwelijk een heel bijzonder geschenk; deze wonder mooie klok. Bekijk zie goed, want het is geen gewone klok, zooals je in alle winkels kunt koopen. Deze klok is het symbool van de mooiste en roemrijkste oud-Keverwoudsche traditie: de spaarzaamheid. Deze klok zal je helpen, de oud-Keverwoudsche deugd en zuinigheid in eere te houen, want en dit is het wonder lijke ze blijft alleen voortgaan het uur aan te wijzen, zoolang je in de gleuf aan de ach terzijde wekelijks een rijksdaalder werpt. Die bespaarde penningen worden voor jou koste loos in bewaring genomen door een uitsteken de solide financieels onderneming, die je nog rente op den koop toegeeft, en je na tien jaar je spaarduitjes, tot een aanzienlijk sommetje aangezwollen, terug geeft. Neem dus deze klok, beste jongen, en geef ze een eereplaatsje in Je huis. Ik heb ze voor je gekocht, daar ik geen beter middel wist te bedenken om je te leeren van je eersten huwelijksdag af de oud-Keverwoudsche traditie van spaarzaam heid hoog te houden". Ontroerd streek Grumpers met den rug van zijn hand langs zijn oogen en ook alle aan wezigen waren ten zeerste onder den indruk. De buitengewone vrijgevigheid van oom Jacob en zijn roerende bezorgdheid tot handhaving der oud-Keverwoudsche tradities vervulde11 bruidspaar en bruidsouders, alsmede alle overige gasten met diep ontzag Toen er na enkele weken weer een bruiloft in Keverwóude plaatsgreep, kwam Grumpers aan het jonge bruidspaar eveneens een kick aanbieden. Hij behoorde weliswaar niet tot de familie, maar hij vond hert denkbeeld van de wonderklok, die slechts bleef loopen zoolang je er wekelijks een rijksdaalder inwierp, zulk een prachtig symbool van de oud-Keverwoud sche spaarzaam hei de-tradi t ie, dat hij ijj jjet vervolg aan elk jong bruidspaar van Kever wóude zoo'n geschenk wilde aanbieden. Langen tijd duurde 't, voordat het bekend werd, dat Grumpers voor elke spaarklok. die hij in Keverwóude plaatste, van de Hoofd stedelijke Maatschappij vijf gulden provisie ontving De Keverwouders schudden het hoofd, doch de spaarklokken bleven haar populariteit be houden, omdat ze zoo'n prachtig symbool van oud-Keverwoudsche zuinigheid vormden. J. D. (NADRUK VERBODEN). Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend, houdende aanvulling van de artt. 75 en 80 der Wet op de Inkomstenbelasting 1914 en van de artt. 23 en 29 der Wet op de Vermogensbelasting 1892. Het komt zoo luidt de memorie van toe lichting herhaaldelijk voor, dat personen die uit hoofde van hun stand, beroep of arubt wettelijk tot geheimhouding verplicht sijn met betrekking tot bepaalde zaken, van die zaken op voor de-rden begrijpelijke wijze melding maken in hun flnancieele administra- e. Wordt aan zoo iemand door den belas- mg lenst gevraagd, zijn aangifte van inko men o vermogen, dan wei nadere beweringen dienaangaande, te staven door het overleggen IaD i ,fn en Andere bescheiden, dan doet de belastingplichtige veelal een beroep op zijn wettelijke verplichting tot geheimhou ding. Nu geschiedt wel is waar het vermengen van geheim te houden gegevens met andere in den rege niet met het oogmerk om een behoorlijke fiscale contróle onmogelijk te maken, doch dit vermengen heeft toch veel tot gevolg, dat uit den kring der bedoelde personen aangiften voorkomen, die getuige nis afleggen van gemis aan zorg om den fis cus te geven, wat hem toekomt. Het thans ingediende ontwerp beoogt, in het belang van de schatkist van Rijk, provinciën en gemeenten, hieraan een einde te maken. De belanghebbenden zullen het echter in de band hebben hun beroepsgeheim in redelijke mate te doen eerbiedigen, door de Inderdaad geheime zaken, afgescheiden van hun van financieel belang zijnde aanteekeningen te adminlstreere®. Ten einde aan belanghebbenden den tijd te geven, hun geldelijke administratie zoodanig in te richten, dat het hun toevertrouwde ge heim toch zooveel mogelijk bewaard zal kun nen blijven bij het naleven van wettelijke verplichtingen jegens belastingambtenaren ook dezen laatste® is overigens bij de wet geheimhouding opgelegd is het tijdstip van in werking treden bepaald op 1 Mei 1934, VERBOD VAN PARTICULIERE GEWAPENDE CORPSEN. Het wetsvoorstel-Albarda. Aan het voorloopiig verslag der Tweede Ka mer inzake het voorstel van wet van den heer Albarda, houdende verbod van particuliere gewapende corpsen, is het volgende ontleend: Vele leden vroegen zich af, tegen welke „particuliere gewapende corpsen" dit voorstel gericht is. Van de zijde dier leden, die zich voorstanders toonden van het voorstel, werd daarop geantwoord, dat als particuliere ge wapende organisaties bedoeld zijn, ook de Bijzondere Vrijwillige Landstorm en de Vrij willige Burgerwachten. Naar hert oordeel dezer leden kan niet worden ontkend, dat deze orga nisaties particuliere instellingen zijn; zij zijn immers niet door de overheid in het leven geroepen, ook al worden zij door deze f'.«.tenn.l Van andere zijden werd "deze 'opvatting be streden. Verscheidene leden, die in het midden lieten of hier van particuliere corpsen sprake Is, zou den in ieder geval den Bijzondere® Vrij- wiiMigen Landstorm en de Vrijwillige Burger wachten niet verboden willen zien. Versabei dene leden waren van meening, dat het gevaar, waartegen het voorstel zich keert, in ons land denkbeeldig is. De voorbeelden uit het buitenland, waarnaar de voorstellers ver wijzen, hebben voor het maken van een ver gelijking geen waarde, want die buitenlandsdhe organisaties staan in dienst van bepaalde politieke partijen, terwijl in Nederland geen enkele partij zich van een dergelijk strijd, middel bedient. Verscheidene andere leden betuigden hun I®" stemming met het voorstel en verdedigden het op de in de Memorie van Toelichting °n£~ wikkelde gronden. Het pas verschenen dertigste Annuarium der R.K. Studenten in Nederland opent inet het portret van prof. Aalberse. prof- Raaymakers S.J. het volgende schrijft: Mr. Aalberse heeft oude Katwljksche herinneringen opgehaald van meer dan veertig jaar geleden. '3 Waar schijnlijk de oorzaak, dat ih terug denk aan dien goeden ouden tud, toen ons de jongenskiel nog om de schouders g!^ en pater Clemens Wilde directeur van Katwijk was. Wij, Jongens, zagen n Piet Aalberse toch niets bijzonders, wij vonden hem een goeie® vent, die kezeIlig praten kon. Maar de oude Wild®, de groote menschen- kenner met oogen, ene je djep jn de zjej keken, zeide toen reeds, als er over Aalberse gesproken weid: „Voordat de anderen iid van de Kamer zijn, is Aalberse al Minister" Geen van ons heeft het tot Kamerlid ge bracht, maar Aai&erse werd Kamerlid, als opvolger van r' Schaepman, werd hoog leeraar, werd minister en bleef dit zeven jaar, met een succes als slechts aan weini gen beschoren is. q0 oude wnde bad wel goed gezien! z^'\. in een paar woorden de ruimte mij toegestaan is zoo beperkt nog meer over Aalberse zeggen? Zonder overdrijving meen ik dit te mogen oonstateeren: <jat Mr. Aalberse als stichter en directeur van de Kath. Soc. Actie, a]3 oprichter en redacteur van bet Kath. Soc. Weekblad, als redacteur van de Politieke en Sociale Studiën, als Kamerlid en als Minis, ter meer dan iemand anders er toe heeft bijgedragen, dat in Nederland de katholieke beginselen in Rerum Novarum uiteengezet, 'n Nederland meer dan elders ingang heb ben gevonden en in de practjjk zijn toege past. De buitengewone talenten van Mr. Aal berse zijn tengevolge van zijn beminnelij- ken eenvoud en zijn altijd zoo bescheiden op treden, soms onderschat. Sinds hij Dr. Nolens opvolgde als voorzitter van de Katholieke Kamerfractie en van den Partijraad, heeft hij niet alleen aller harten veroverd, maar ook duidelijk bewezen, dat hij tot de allergroot sten onder ons behoort. Hoeveel daadwerkelijke belangstelling hij altijd getoond heeft voor de katholieke stu denten, behoef ik In dit Studenten-Annu- ariura niet in herinnering te brengen. Zijn verdiensten als hoofdredacteur van het Cen trum, als lid van den Hoogen Raad van Arbeid, als Rijksbemiddelaar, enz. zijn alge meen bekend. God spare hem nog lang voor onze Katho lieke Staatspartij en voor ons allen als een voorbeeld van on vermoeiden werklust en belangelooze toewijding aan hooge idealen. Zware, groote steenen donderden boven bet geraas van het water uit. Huizen weggeslagen en bruggen vernield. Hoewel het zich in het geheel niet liet aan- zien, schrijft men aan de „Koerier" Moentilan, hebben we toch weer eens een frissche bandjir gehad die de menschep lang ln üet geheugen fa' b, lVe° T3entlWee begon de lucht ge leidelijk te betrekken en dat duurde Z0Q *o(. vier uur toen in Moentilan «ie regen begon te vallen. Geleidelijk nam de regen in hevigheid toe. Om goed vijf uur stonden de menschen al op de bandjir te wachten, die vrij spoedig daarna krachtig kwam opzetten. Het was weer eens een fameuze modderband- Jtr. De zware, groote steenen donderden boven het geraas van het zeer snel stroomende wa ter uit. Ook bleef het water doorloopend stijgen en de regen hield niet op te stroomen. Onmo gelijk hier door te komen. De eerste berichten waren aanvankelijk vrij gunstig. Later kwamen geleidelijk jobstijdin gen als: Batangbrug beschadigd, hulzen wegge spoeld, sawah's overspoeld, groote afkalvingen langs de oevers, boomen, bamboestoelen enz. meegespoeidi maar gelukkig voor zoover be kend geen menschenlevens te betreuren. De bevolking was onrustig. Haar gedrag was verschillend. Hier en daar is men gevlucht, al of niet op bevel. Sommigen zochten hun toevlucht in het huis van den loerah. De tong-tong Is vrijwel den heelen avond gehoord. De Lamat heeft zich, dank zij de groote ver breeding van het vorig jaar boven Moentilan, zeer goed gehouden, behoudens afstortingen'. Boven Ngadiredja was tengevolge van het om storten van een reuzen-waringin een opstop- bteg gekomen, die tengevolge had, dat er flin- oe^erafatartingen plaats hadden, daar de lm 1 ten Tars ln de kal1 vleil> Geen water kwam reden tot 1)6 Lamat gaf geen enhele H^l Hnrw!°r8<Jheld 111 dit gebied. Vela huizen w^* 'bestand van de Batang. Vele huizen waren kante meters sawah zijn met een laag groote steenen bedekt. De dessa rechts van de Batang vlak achter de brug, heeft nu den voornaam ste® stroom gekregen en de bodem de® kali ligt bijna zoo hoog als de dessa zelf, zoodat bij een eventueelen volgenden bandjir de dessa er wel aan zal moeten gelooven. De brug van de N.I.S. is ln zijn geheel verdwenen met pij lers en al. Hier en daar liggen spoorstaven. De nieuwe brug, die daar gereed lag om de weggespoelde noodbrug te vervangen, is voor het grootste deel onder zand en steenen be dolven. Menschenlevens zijn gelukkig niet te betreu- re®, dank zij de waakzaamheid van het be stuur. Br zijn in het Batanggebled nog al men schen dakloos geworden en velen zulle® hnn sawah s verloren hebben en wel blijvend doo® de grooe steenenmassa's, die er op liggen. Het bestuur overweegt om die menschen over te brengen naar de Lam pongs, als ze tenminste daartoe genegen zijn. De wedana's van Salam en Moentilan hebben opdracht gekregen de menschen, die getroffen zijn, te ondersteunen, Geen onderdak is een leeg hospitaal. PO Te Holland ia. Noord Ooat NTouw-Quinea staan twee hospitalen. Het eerste werd gebouwd voor de vogelja gers en vogelopkoopers, toen de paradijsvogel- jacht nog bloeide en geld in de landschaps- kas van Tidore deed vloeden. Dit hospitaal werd na het verbieden van de paradijsvogeljacht gebruikt als landschapskan toor. En dat Is het tot op heden nog. Vervolgens werd er een tweede hospitaal gebouwd mert behulp van heeren dienstplich tigen. Daar er, toen het plan daartoe werd goedgekeurd, in het district Hollandla slechts Papoea's en drie Nederlandsche ambtenaren woonden, zal het nieuwe hospitaal voorname lijk gebouwd zijn voor de Papoea's. Er woonden in het district ook nog eenige Dultsche kolo nisten (Vijf ln totaal), doch het is niet aan te nemen, dat het ziekenhuis met het oog °P hun aanwezigheid daar werd neergezet, schrijft het „N. v. d. D. van Ned.-Indië". Dat nieuwe hospitaal is in het begin van dit jaar gereed gekomen. Het is een voor die stre ken, mood en doelmatig gebouw. Maar het mag „wegens de bezuiniging" niet in gebruik ge nomen worden. En dus staat het nu leeg. Inmiddels hebben er zich echter in het dis trict Holiandda, doch 68 K.M. van de plaats Hollandia, 'n vijftigtal Indisch Nederlandsche kolonisten gevestigd. Onder dezen zijn, nogal eens malaria- en zwartwaterkoortsdijders geweest. Noch de hoo- gere medische autoriteit va® Ambon, dr. von Kiihlewein, noch de arts van Hollandia, dr. Gevers hebben er ooit over gesproken, dat als het nieuwe hospitaal gereed zou zij'n, daarme de een uitkomst zou worden geopend voor de zieke Nederlandsche kolonisten en misschien hebben zij daaraan ook nooit gedacht. De kolonisten hebben daaraan ook nooit ge dacht, al waren zij nog zoo ziek. Die weten te goed, dat er in Indië door het gouvernement wel hospitalen worden gebouwd voor Terna- taansche vogeljagers en Chineesche vogelhan delaars en voor Papoea's en nog ve'6 andere Oostersche volksgroepen, maar zeker niet voor Indische Nederlanders. En gelukkig voor hen verbeterde hun gezondheidstoestand zeer tegen den tijd, dat 't hospitaal gereed was. Zij heb- ben 't dua nu niet noodig en hoPen iets, dat hun niet gegund wordt, ook niet meer noodig te hebben. Maar nu is er onder <Je kolonisten 'n zwan gere. Daar de woning van haar man door een bandjir werd weggeslagen beeft deze vrouw geen onderdak. En daarom beeft de kolonisatie, leider verzocht aan dr- Gevers, of deze vrouw niet kon worden opgenomen tn bet Ie«ge hos pitaal, als zij voor haar eigen bed. voeding en verpleging zorgde. Op welk verzoek afwijzend werd beschikt. Het hospitaal is «10t of£lci0el open en dus mag er ook niemand In en zeker geen Neder landsche vrouw, al 18 het maar om onderdak te zijn. En dus zal ook deze vrouw, zooals te voren reeds het geval was met enkele van haar lot- genooten in de nederzetting, haar kind ter wereld brengen onder een afdakje van palmbla deren. Dat noch de ambtenaren, noch het gouverne ment, noch het Indische publiek zich daarvan ook maar Iets zullen aantrekken, weten we reeds. Die zulIen opmerken: dan moet zoo'n vrouw maar niet zoo gek zij® om naar Nieuw- Guinea te gaan. Het is immers voldoende bekend, dat die kolonisten naar Nieuw-Guinea vertrekken voor eigen genoegen, hoewel het op Java zoo goed en gemakkelijk leven is, na daartoe opgewarmd te zijn door onverantwoordelijke idealisten Maar daar ligt een zwangere Indisch Neder landsche vrouw in een hutje in de rimboe en in Hollandia staat nu een leeg hospitaal. Doch voor de groote risico van een bevalling onder die omstandigheden mag zij niet beschermd worden door opneming in dat leege hospitaal, omdat de bureaucratie van Indië dat niet wil.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 2