HET FEESTVIERENDE
DUBLIN.''
CölNY 1C5ACHV Jb 1R.II JDdi
Een weelde van bloemen en vlaggen.
DINSDAG 21 JUNI 1932
VERZEKERING MIJNARBEIDERS.
MIJNARBEIDERS VALLEN ONDER
DE VERPLICHTE VER
ZEKERING.
OPENLUCHTTHEATER OISTERWÏJK.
DE HEERLIJKE, HEILZAME ZïEE.
ONTSLAGEN VAN RECHTS
VERVOLGING.
JEUGDDEMONSTRATIE.
DE EERSTE LUCHTBALLON IN TWENTE.
UITVOER VAN BLOEMBOLLEN.
Invoerrechten in Denemarken.
De verdelger Mr. J. van D;jk pleitte cle;
EEN GEPANTSERDE SMOKKELAUTO.
EERSTE INDRUKKEN UIT DE
CONGRESSTAD.
„ZIJ HEBBEN GEOFFERD,
SPONTAAN GEOFFERD
HET SPELEN.
x—x—
1
Wetsontwerp bij de Tweede
Kamer ingediend.
Ingediend is bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp tot verzekering van mijnarbeiders
tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en
ouderdom. Aan de Memorie van Toelichting
wordt het volgende ontleend;
De mijnarbeiders, aangesloten bij het Alge
meen Mijnwerkersfonds (A.M.F.) vallen inge
volge het bepaalde bij art. 39 der Invaliditeits
wet buiten de bij die wet geregelde verplichte
verzekering.
De voorwaarden voor hun pensioen bij inva.
liditeit en ouderdom kunnen worden geacht
publiekrechtelijk te zijn geregeld.
De onvolkomenheden welke in de bestaande
wettelijke verhoudingen tusschen de verzeke.
ring krachtens de Inv. wet en die krachtens
een bijzondere pensioenregeling bestaan, spit
sen zich met betrekking tot de mijnarbeiders,
onder wie een groot verloop plaats heeft, zoo
danig toe, dat nadere regeling van deze ver.
houding onvermijdelijk wordt.
Het is daarom zoowel in het belang der be
trokken arbeiders, als in dat der betrokken ver-
tzekeringsfondsen gewensoht, dat een bijzon
dere wettelijke regeling worde getroffen betref,
fende verzekering tegen geldelijke gevolgen van
invaliditeit en ouderdom der mijnarbeiders,
Het onderhavig wetsontwerp bevat zoodanige
regeling. Aan de ontworpen regeling ligt de
gedachte ten grondslag, dat in den regel de
mijnarbeider^, evenals andere loonarbeiders,
onder de verplichte verzekering van de Inv..
wet komen te vallen en dat het lidmaatschap
van het fonds geen onderbreking mede brengt
van de wettelijke verzekering. De wettelijke
verzekering zal derhalve den mijnarbeiders
dezelfde voorzieningen geven als zij aan de
overige arbeiders geeft .Naast en behalve deze
algemeene voorziening zal dan naar de ge
dachte van het wetsontwerp het Algemeen
Mijn werkersfonds ten bate van zijn leden de
bijzondere voorzieningen treffen, welke aan 3e
meer sipeciale behoeften der mijnarbeiders be
antwoorden en door bijdragen van de betrokken
ondernemingen en arbeiders bereikbaar zijn.
De mijnarbeiders, die bij bet inwerkingtreden
dezer wet bij het A. M. F. zijn aangesloten en
voor wie op dat oogenblik niet in verband met
een vroegere dienstbetrekking een verzekering
krachtens de invaliditeitswet loopt, zullen bui
ten de verzekering krachtens deze wet blijven,
ffloodat te hdnnen aanzien blijft bestendigd de
bestaande toestand. Dit wordt voorgesteld om
practisebe redenen.
Het wetsontwerp bevat nog een tweede uit.
eondering op de leidende gedachte. De mijn
arbeider, die na het inwerking treden dezer wet
in loondienst treedt van een mijnonderneming
en daarvóór niet in verband met een andere
dienstbetrekking in de verzekering krachtens
de invaliditeitswet was opgenomen, blijft tij.
dens zijn lidmaatschap van het A. M. F. bui
ten de verzekering krachtens de invaliditeits
wet vallen. Dat wordt aldus voorgesteld met
het oog op de arbeiders van vreemde nationali
teit, die in onze mijnen gaan werken en veelal
bij het einde van' hun dienstbetrekking weder
ons land verlaten.
Voorgesteld wordt in verband met het boven
staande aan het A. M. F. voor den duur van
75 jaren een staatsibijdrage te verleenen ven
400.000 gulden.
Onder regie van Gerard Groenland zal in
het openluchttheater tijdens het speelseizoen
Jull-Augustus worden opgevoerd „Vroni van
de Goudhoeve", tooneelspel in vier bedrijven,
door Charlotte Eirch-Pfeiffer.
REDDINGSMIDDELEN AAN BOORD VAN
ZEESCHEPEN.
Het Ministerie van Bultenlandsiche Zaken
maakt bekend, dat Portugal met ingang van
1 December 1932 heeft opgezegd de op 27
Jiini 1928 tusschen Nederland en Portugal ge
sloten overeenkomst inzake wederzijdsohe er
kenning der in belde landen bestaande be
palingen op heit gebied van reddingsmiddelen
aan boord van zeeschepen.
CONSULAATWEZEN.
De consul en vice-consul der Nederlanden
te La Guayra, respectievelijk de heer C. A.
Hellmund en de heer A. F. J. de Veer, zijn
van hun post afwezig. De heer F. Perret Gên-
til is belast met de waarneming van het con
sulaat.
Wenken voor baders en zwemmers.
1. Ga nimmer op een onbewaakt etrand-
gedeelte baden of zwemmen, wanneer er 'n
sterke landwind waait en het water vallende
is. De bovenstroom en de muien voeren u van
de kust af.
2. Als ge baadt en ge bevindt u op de bank,
ook al staat ge maar tot kniehoogte in het
water, let dan op den opkomenden vloed. Het
water stijgt in betrekkelijk korten tijd. De
mogelijkheid bestaat dat ge niet terug kunt
keeren.
3. Wilt ge veilig baden en zwemmen, wilt
ge volop genieten van de heerlijke, heilzame
zee. ga dan alleen baden en zwemmen daar,
waar uitstekend toezicht door ervaren bad-
personeel wordt uitgeoefend.
4. Gedraagt u geheel naar de aanwijzingen
en raadgevingen van het badpersoneel. Zij
weten de gevaren, die dreigen kunnen, beter
dan gij.
5. Breng den badman, die van 's morgens
vroeg tot 's avonds, onvermoeid en onafgebro
ken op zijn klanten heeft te letten, niet noo-
deloos in gevaar. Bedenk dat velen van heD
huisvader zijn en door uw onvoorzichtigheid
een ongeluk kunnen krijgen.
6. Leer wat een mui is.
7. Wanneer ge niet zwemmen kunt, leer
dan zwemmen; maar onthoud ook, dat iemand
die goed kan zwemmen, wel in zee kan ver
drinken.
8. Vraag, wanneer ge een goed zwemmer
zijt en ge wilt u iets verder uit de kust be
geven, aan den badman hoe de stroom loopt.
Tegen den stroom optornen is in het dage-
lijksch leven reeds moeilijk, in zee is het ge
heel onbegonnen werk en ge gaat zeker ten
onder.
9. Lijdt ge aan eigenwijsheid, ge wilt u
niet laten raden, en ge lacht om elk gevaar,
zoekt dén een gevaarlijke plek op, liefst waar
een waarschuwingsbord staat en ga daar in
zee, wellicht bereikt ge dan spoedig uw doel.
10. Laat u echter door al deze voorschrif
ten niet afschrikken. Baadt en zwemt naar
hartelust. Neemt echter altijd de noodige voor
zichtigheid in acht en ga wanneer ge niet
kunt zwemmen, nooit dieper dan tot borst
hoogte In Zee.
ELECTRISCRE STROOM IN DE
HERSENCELLEN.
Het Keizer Wilhelm-Instituut voor hersen
onderzoek in Berlin-Buch heeft een opzienba
rend succes weten te behalen. Een der profes
soren en leiders van dit instituut, Dr. A. G.
Korumüller, is het n.l. gelukt om te oonstatée-
ren, dat er in de hersenen van een levend dier
een electrisch veld bestaat de geleerde onder
zoeker was ook in staat om den electrischen
stroom te registreeren, die in nauw oontact
staat met uitwendige prikkelingen der zintui
gen.
Kornmüller heeft verder bewezen dat het
optreden van deze electrische verschijnselen in
de hersenen zich streng begrenst binnen bet
veld der architectonische lagen van de hersen
schors en' geheel verschillend is voor iedere
prikkeling.
Een medewerker van prof. Kornmüller is het
gelukt om een toestel te construeeren, de neuro-
graaf, waarmede dit bioelectrisch proces gere
gistreerd kan worden.
Het toestel werkt met een gelljkstroomver-
sterker en bij de onderzoekingen op hef her
senstel van levende wezens werd dit apparaat
reeds practisch met succes gebruikt. Bij de
waarneming van een hersenkramp heeft men
gedurende meer dan een kwartier den electri
schen stroom, die ontstond, kunnen registree
ren.
Deze ontdekking is vooral van groot gewicht
voor het stellen van een diagnose bij de ver-
Schillende soorten van hersenziekte.
AUDIëNTIE.
De gewone audiëntie van den Minister van
Justitie zal Vrijdag 24 Juni a.s. niét plaats
hebben
De gewone audiëntie van den Minister van
Koloniën zal op Vrijdag 24 Juni en 1 Juli niet
plaats hebben.
Het Gerechtshof te 's Hertogenboseh heeft
gisteren den 19-jarlgen W. V. te Engelen, die
beklaagd was op 27 December 1931 op den
Èngelschen weg te 's Hertogemboeoh opzette
lijk J. V. te Ortben door messteken van het
leven te hebben beroofd, ontslagen van alle
rechtsvervolging. Het Hof overwoog, dat ver
dachte uit noodweer heeft gehandeld.
De advocaat-generaal had twee jaar gevan-
genisstraf geëischt; de rechtbank had hem
vrijgesproken.
Door de R. K, Jeugdbonden in de
districten Voorschoten en Leiden.
Onder gunstige weersomstandigheden is te
Wassenaar Zondag de jaarlijksche demonstratie
gehouden van de R. K. Jeugdbonden in de
districten Voorschoten en Leiden. Des morgens
om kwart voor 12 werd in de St. Willibrordus-
kerk een plechtige H. Mis opgedragen, waar
onder een jongenskoor, bestaande uit zangeTS
van Voorschoten en Oegstgeest, de gregoriaan-
sche zangen uitvoerde en kapelaan A. de Bot
uit Delft een treffende toespraak hield.
Na de H. Mis marcheerden de deetseniers
naar een terrein aan de Jonkerlaan, waar hun
de gelegenheid geboden werd de inwendige
mensch te versterken.
Om twee uur werd weder verzamelen gebla
zen en 'ti stoet geformeerd. In dezen stoet
gingen een 1000-tal jongens, de geestelijke advi
seurs en de besturen mede.
Voorts werd 'n voetbalwedstrijd gespeeld tus
schen een districtselftal van Leiden en een
uit Voorschoten, dat in het voordeel van eerst
genoemd elftal verliep. Verder werden door
een drietal gymnastiekvereenigingen. oefenin
gen gegeven en eenige stands uitgevoerd, welke
door het overtalrijk publiek met groote belang
stelling werden gevolgd.
Na afloop te circa 6 uur werd weder naar
de St. Willibrorduskerk gemarcheerd, waar de
schitterend geslaagde dag werd besloten met
een gemeenschappelijke hulde aan Christus
Koning.
i
Men schrijft ons uit Oldenzaal:
Twente was in de 18e eeuw nog het „ver»
geten oord", zooals Potgieter het later ge
noemd heeft, en zeker aan de meeste Hollan
ders alleen bij name of zelfs in het geheel niet
bekend.
Toch heeft men ook in dezen uithoek van
ons vaderland al vrij spoedig, nadat dé proef
van de gebroeders Montgolfier geslaagd was,
een luchtballon te "zien gekregen
Dit blijkt uit een aanteekeoing van H. J.
Bos, verwalter (d.l. plaatsvervangend)-land-
rentmeester van Twente. Hij woonde in Ol
denzaal en bezat nabij deze kleine stad een
boerderij, het Wevelkate geheet en.
In het door hem nagelaten dagboek vindt
men nu o.m. dit opgeteekend:
„Junij 1785. Den 16 dito naar 't Wevelkate
geweest, en aldaar op Zijmierimks woeste
kampjen de Lugtbal van een fransman G.
Raker van Bssanson zien opvaren, dat wel
gelukte, en die in weinige minuten zo verre
ten noordoosten gedreven wierd dat men hem
niet meer zien konde".
Er valt uit deze mededeeling niet op te
maken, of bij Oldenzaal een montgolfiëre dan
wel een charlière is opgestegen, of ze bemand
was of onbemand, maar in allen gevallen was
het een luohtballon.
De Twentenaren hebben dus al vroeg met
de Fransche uitvinding kennis kunneti ma
ken, al woonden zij in een „vergeten oord".
Thans, nu die uitvinding zooveel meer de
volmaking nabij is gebracht, hebben zij ge
toond met hun tijd te zijn meegegaan: zij kon
den den Zeppelin ontvangen op een eigen
vliegveld.
MONUMENTENZORG IN Z-HOLLAND.
De Provinciale Zuid-Hollandsohe Archeolo
gische Commissie hield jl. Zaterdag haar
zomer-bijeenkomst met de correspondenten.
De vergadering had plaats in de welwillend
door de kerkvoogdij ter beschikking gestelde
consistoriekamer van de Ned. Herv. Kerk te
Abbenbroek. Deze belangrijke kerk, in de late
middeleeuwen een zeer bezocht bedevaarts
oord, werd bezichtigd onder de leiding van
architect J. W. Janzen, die dit gebouw met
subsidie van het Rijk en de Provincie, aan bet
restaureeren is.
Het fraaie gebouw, met zijn kenmerkende
reeks van topgeveltjes op de zijbeukenmuren
en zijn rechtgesloten, levendig versierde koor,
(hier is een aardig baksteenen boogfries voor
den dag gekomen), bleek een degelijke herstel
ling ten zeerste noodig te hebben.
Te voren had de commissie een bezoek ge
bracht aan de onlangs door architect H. van
der Kloot Meijburg gerestaureerde kerk van
Heenvliet.
In de vergadering zijn de door den commis
saris der Koningin nieuw benoemde leden,
Jbr. mr. W. Beelaerts van Blokland, en de
heer G. C. Helbers (deze als secretaris) geïn
stalleerd. De voorzitter dr. E. J. Haslingbuis,
sprak een woord van dank tot den afgetreden
secretaris lr. J. G. Robbers.
Ten slotte nam men in den Briel den, even
eens in herstelling zijnden ten deele laat»
gotischen trapgevel aan de Voorstraat, sinds
kort eigendom van de Vereeniging „Hendrick
de Keijzer" in oogensohouw".
Naar wij vernemen is Denemarken voorne
mens invoerrechten op bloembollen te heffen
van 50 kronen per 100 K.G. Er bestaat reeds
een contingenteering tot een kwart van den
gewonen invoer. Denemarken Is een belang
rijke afnemer van bloembollen.
BRAND IN 'N MEUBEL-WERKPLAATS.
Dreigend gevaar voor een aangrenzend
klooster afgewend.
Gistermiddag te ongeveer half drie ls een
felle brand uitgebroken in de magazijnen en
werkplaatsen van de meuhelinriohting Maiij-
nen-Lemmens, te Den Bosch gelegen aan de
Vuchterstraat. De politiebrandweer was spoe
dig aanwezig, doch stond vrijwel machteloos
tegen de felle vuurzee, die in de opgeslagen
voorraden bedden-materiaal een al te gemak
kelijke prooi vond. Gelukkig was spoedig de
gemeente brandweer met veel materiaal en
manschappen op de plaats des onheils aanwezig.
Daar de meubelinrichting geheel door huizen
en gebouwen wordt ingesloten, was de brand
weer genoodzaakt muren en dakdeelen om te
halen. Met vier stralen op de gemeente water
leiding is men er na anderhalf uur hard wer
ken in geslaagd het vuur te blusschen. De
schade, welke slechts zeer matig door verze
kering wordt gedekt, is vrij aanzienlijk. De
brandweer stond onder leiding van brand
meester Janssen en Neukirchen en commis
saris van politie Staal. Voorts was ook de
Burgemeester van Den Bosch, F. J. van Lan-
schot alsmede vele gemeente-autoriteiten aan
wezig. Het groote kloostergebouw van het
Gezelschap van de Zusters J. M. J.t dat enkele
oogenblikken zeer ernstig werd bedreigd, kon
door ooncentreeren van alle krachten gespaard
blijven.
Een der vleugels werd geblakerd.
VALSCHE MUNTER.
Begin Februari werden bij de politie te
Apeldoorn eenige valsche rijksdaalders gede
poneerd, die door winkeliers in betaling wa
ren aangenomen. De recherche ging aan
het speuren en alles wees er op, dat
een 37-jarige goudsmid, die zonder werk
was en die in zeer behoeftige omstandig
heden leefde, de dader was. Terwijl in Apel
doorn het onderzoek nog aan den gang was.
verdween de goudsmid met vrouw en kind
naar Amsterdam. De Apeldoornsche politie
waarschuwde de Centrale inzake falsificatiën
te Amsterdam. Men liet den man volgen en
reeds enkele dagen na zijn aankomst liep hij
in de val.
In eeü sigarenwinkel op den Zeeburgerdijk
bleek hij te hebben betaald met een valschen
rijksdaalder. Hij werd onmiddellijk aange
houden.
Bij huiszoeking werd een compleet stel val
sche munterswerktuigen in beslag genomen,
benevens eenige vrij goed nagemaakte rijks
daalders.
Op 22 Maart stond de man voor de Vierde
Kamer der Arrondissements rechtbank te Am.
sterdam terecht.
Verdachte bekende en zeide, uit armoede te
hebben gehandeld. De officier van Justitie
Mr. Van Dullemen requireerde aanhouding
van de zaak en het doen instellen van een on
derzoek naar verd.'s geestvermogens.
Gisteren werd de behandeling voortgezet.
Uit het rapport van den medicus bleek dat
verdachte toerekeningsvatbaar is
De officier van Justitie noemde de daad
van verdachte zeer ernstig.
Wegens valschemunterij requireerde spr.
ten slotte een gevangenisstraf van anderhalf
jaar met aftrek van vier maanden voorarrest
mentie in den vorm van een zware voorwaar-
delijke straf, daar verd. een rem noodig heeft.
Gevecht tusschen douanen en
smokkelaars.
Gisterennacht is weder een gepantserde
auto, beladen met cigaretten, koffie en tabak
over de Limburgseh-Duitsche grens gegaan op
weg naar München-Gladbach. Op de route
werd de auto beschoten door eenige commie
zen, die op hun beurt weer beschoten werden
door de smokkelaars. Toen de douanen langs
den weg dekking zochten gaf de chauffeur
vol gas en wist te ontkomen.
(Van onzen bijzonderen correspondent)
Dublin, 17 Juni 1932.
Dublin is in normale tijden een zeer drukke
en levendige en, ondanks zijn tekort aan archi
tectonische schoonheid, een zeer aantrekkelij
ke stad. Thans, aan den vooravond van het
grootste feest, dat zijn tot feestvieren steeds
gestemde bevolking ooit heeft meegemaakt,
overtreft 't zichzelf in al datgene, waarin het
toch reeds uithuntte.
Zijn straten zijn drukker dan ik ze ooit ge
zien heb, de kruidje-roer-me-niet achtige be
volking verkeert In een hooggestemde feest
stemming. De versieringen, waaraan gewerkt
wordt met koortsachtige haast, zijn nu
ja, ze zijn nog al leelijk, maar er is niets hin
derlijks, doch veeleer iets kinderlijks, en dan
iets heei mooi-kindërlijks in die leelijkheid.
Ik zou onzen kunst-criticus niet gaarne uit-
noodigen hier te komen om een zaakkundige
beschrijving te geven van het versierde Du
blin. Arme criticus en arm Dublin! Maar ik
erken gaarne persoonlijk genoten te hebben,
toen ik vanmorgen mijn eersten rondgang
door de straten maakte.
Het begint al bij Dun Loaghaire, de voorha
ven: vlaggetjes in alle denkbare en ondenk
bare kleuren. Ik he'b er geen flauw begrip
van wat al die kleuren symboliseeren.
Groen is natuurlijk Ierland, en Wlt-Geel is
de Pausenkleur. Al die andere kleuren zij vor
men een vroolijke eerewacht. De hoofdstraten
van Dublin hebben eveneens een plafonds van
honderdduizenden vaantjes gekregen, en mijn
eerste indruk was: het is al te erg. Maar sinds
gisterenavond is men begonnen met het op
hangen van guirlandes van sparregroen, en
hedenmorgen was het effect reeds veel bevre
digender.
Maar wat doet het er toe. Mooi' of niet-mooi,
Dublin geeft uiting aan de dankbaarheid en
vreugde van zijn gevoelig Iersch hart, en de
grootste marmer-kunstenaar had het niet be
ter kunnen doen. Zoo het al op kunst niets
lijkt, bet is de echtste echtheid, getuigend van
een onvervalscbte en ongeveinsde vreugde
over het groote voorrecht, dat Dublin te beurt
zal vallen als Christus-Koning door zijn stra
ten trekt.
Schoon is evenwel de rijke bloemen- en plan.
tenversiering wan dat gracieuse achttiende-
eeuwsche bouwwerk, de Bank of Ireland.
Schoon zijn ook de bloemen in de manden,
waarmede de palen der electrische lampen be
hangen worden. De fleurigste en kleurigste
voor
Het eerste groote pelgrimsschip
Eucharistisch congres arriveert te Dublin
bloemen, de groenste en sappigste planten wor»
den bij wagenladingen Dublin binnengevoerd,
en zoo hun geur in de warme, overdrukke
hoofdstraten al bezwijkt voor de uitwazemin-
gen van honderden motorwagens, zij dringt
door tot in de krottenwijken ,die alle haar
aandeel in de versiering hebben. De regeerin
gen van land en stad werken hard om Dublin
te maken tot één groote feest- en statie-zaal,
maar de burgers blijven bij hun overheden niet
achter.
Zelden zag ik ten Noorden van Alpen en Ape-
nijnen een stad zóó algemeen bevlagd als
Dublin.
Overheerschen doet de Congresvlag: het
Eucharistisch kruis op een blauw veld; overi
gens ziet men voornamelijk de Pauselijke en
de Iersche kleuren. Laatstgenoemde zijn licht
groen-wit-lichtrood. Al die kleuren zijn du3
licht en gedempt; de diepere tinten der meest
nationale vlaggen ontbreken geheel. Menige
bevlagde stad lijkt topzwaar, doordat een vu
rig rood, een diepblauw of zelfs een glanzend
zwart een al te zwaar effect maken; Dublin
evenwel ls met al zijn wit en zachtgeel licht
groen zoo blij en jubelend, zoo licht en luchtig.
Als men tot in de armste wijken de ver
sieringen ziet, vraagt men zich af: Waar halen
de armsten onder de armen het geld vandaan?
De vraag is onbescheiden, maar het antwoord
klinkt welluidend.
Zij hebben geofferd
Zij hebben allen geofferd. De man heeft zich
maandenlang het genot van zijn pijp ontzegd;
de vrouw heeft den nieuwen mantel, den nieu
wen hoed, dien zij hoog-noodig had, niet ge
kocht; en' het grootste, het haast ongeloof
lijke offer het kind heeft zijn wekelijksche
snoep-penny niet uitgegeven.
Meen niet, dat hier prake geweest is van
organisatie van-iboven-afdat parochie-geeste-
lijken hun armen zouden voorgehouden hebben,
dat zij goed zouden doen met te offeren, opdat
bun buurten een „goed figuur" zouden maken.
Dat alles is spontaan gegaan en de eer, die
de geestelijken van hun arme parochies heb
ben, is een hoogere dan wanneer zij een daad
werkelijk aan'deel gehad hadden in de inzet-
meling der fondsen. Want zij mogen troteeh
zijn op hun parochianen de hoogste eer en
de hoogste voldoening voor den parochie-gees
telijke. Deze behoort trouwens te Dublin zelf
meestal tot de armen zijner eigen parochie.
Zullen de Ieren hun kinderen nog opknappen
vóór de opening van het Congres? Dublin is
een stad van heerlijke kinderen. Ik geloof niet
dat Ik ooit ergens zooveel foeeldschoone kinder»
koppen gezien heb, en die schoonheid is niet
„zoet" en gedwee, maar ondeugend en rebelsch.
Maar ik heb nergens zooveel door-en-door ver»
vuilde kinderen gezien. Ze gaan gekleed
zoo men het gekleed kan noemen in de
onooglijkste lcmlpen; veel kleine meisjes ziet
men in zijden jurken (afgelegde Zondagsche
plunje van oudere zusjes), maar zoo vervuild,
dat «e „met geen tang zijn aan te raken".
En de mooiste snoetjes zijn bedekt met lagen
vuil. Als Dublin vóór alles zijn klöllerèn eens
opknapte! Vele dier prachtige vuilpoetsen dra-
gen op hun gore jurken en gescheurde truien
het blinkend Eucharistisch insigne, dat voor
kinderen zes pence bost. Maar zeep hebben ze
ook dringend noodig. Zeep kan heel Dublin
gebruiken. En daar ik Ierland van vroeger ken
ls het mij onmogelijk mij te troosten met de il
lusie, dat het ook geofferd heeft door zich van
zeep te onthouden.
En toch o, ontzetting vindt men a/lotn
offieieele waarschuwingen aangeplakt, waarin
hij, die water verspilt, gerechtelijk vervolgd
zal worden.
Een van de manieren om water te verspillen
is in Ierland klaarblijkelijk dat men zich er
mee wascht.
Maar dit maakt de Ieren niet minder bemin
nelijk' in mijn oogen Zij zijn een volk om van
te houden. Een volk met zulke kinderen
een geen kinderbeperking! ik wil nlet vér-
motel zijn maar Onze Lieve Heer moet dat
hee-rlijfc v0 wel beminnen. Andere volken
Steeen de p,aats-
at het aan to, ?J Hart inneemt, "iet blijkt
en professoren Jank!ieTS' petTOl««'™magnaten
uit het aai ti natie voortbrengt, noch
kolonieën, waarover zij heersoht.
ZEILBOOT OMGESLAGEN
Setn-uü Westkust van Denemarken jg een
'boot omgeslagen, aan iboord waarvan zich
Jonigeluj bevonden. Vier hunner zijn ver.
dronken, de overige 3 konden door een pas.
Boerend stoomschip worden gered, meldt H. N.
(Vervolg).
Het snijden.
Snijden noemt men het maken van een slag
door de laagste kaart te maken van een twee
tal, waart usschen er één ontbreekt. B.v. men
heeft in eigen hand AV en speelt uit den
Blinde een lage kaart hopende dat de Heer
in de hand achter den Blinde zit, en speelt,
indien deze niet ingezet wordt, de Vrouw.
Dit snijden kan dus geprobeerd worden met
elke vork (twee kaarten waartussoben één
ontbreekt), A—V, H—B, V—10 enz.
Soms IS dit snijden louter van geluk of
ingeving afhankelijk, maar vaak kan men uit
het bieden of spelen zoodanige gevolgtrek
kingen maken, dat men met vrij groote zeker
heid kan aannemen, dat het snijden moet
lukken. Daarom moet men het volgende in
echt nemen:
a. wat heeft het bieden der tegenpartij
geleerd
Stel de hand, die vóór U zit, heeft Soh ge
boden en gij hebt AV dan wel HB van die
kleur in handen, dan kunt gij als vrijwel
zeker aannemen, dat HB dan wel AV vóór
U zitten en er Uw voordeel mede doen door te
snijden. Heeft daarentegen de hand achter U
een dergelijk bod gedaan, dan zult gij de
omgekeerde conclusie moeten maken en is er
;veel kans, dat alleen het Aas in Uw hand ge
maakt kan worden.
b. Wat heeft het wegwerpen van de tegen
partij U geleerd
Meestal aal men vóór U zittende een sterke
kaart zonder sequens-honneurs niet ontblo
ten ea zal dus het wegwerpen van een kleur
meestentijds duiden op zwakte, indien dit
vóór U gebeurt. Zijt gij speler en ligt het Aas
niet in den Blinde, dan zal de hand achter U
gevoegelijk van H-x-x-x twee kleintjes kunnen
wegwerpen zonder den Heer in gevaar te
brengen; de hand vóór U kan zulks onmoge.
lijk doen, wei echter wanneer het Aas in den
Blinde ligt. Men ziet hieruit, dat ook op het
wegwerpen van kaarten goed gelet moet
worden en dat daaruit verschillende conclu
sies te maken zijn. Zoo is b.v. het spelen van
een aanmoedigiugskaart voor den tegenspeler
een aanwijzing, dat in die hand öf kracht
een doubleton zit, terwijl het spelen van een
ontmoedigingskaart op zwakte duidt. In het
eerste geval snijdt men dus bij kracht in die
hand er op en in het tweede geval, wanneer
er dus geen kracht zal zitten, behoeft men
er niet op te snijden.
Het zal hopelijk duidelijk zijn, dat derge
lijke conclusies niet altijd juist behoeven te
zijn en dat z.g. gehaaide spelers juist wel eens
het omgekeerde doen, van hetgeen zij zouden
moeten doen teneinde de tegenpartij een
masker te geven en tot verkeerde conclusies
te voeren. Men noemt dit tegenwoordig mei
een fraaie uitdrukking „psychologisch" spe
len, vroeger zou men het ,,voor den gek hou
den" genoemd hebben, ofschoon er niet het
minste op aan te merken valt.
c. Tracht zooveel mogelijk de hand met
een vrij gekomen kleur In Sa van slag af te
houden en snijd dus achter en niet vóór hem.
d. Snijd niet tegen een hand, die in Sa
door een enkele dekking van U kan spelen,
want dan zal vermoedelijk die dekking er uit
gespeeld worden.
e. Moet gij snijden om een kleur vrij te
maken, doe bet dan zoo snel mogelijk, zoo
lang gij nog de noodige rentrants in handen
hebt.
f. Snijd niet;
Indien gij 9 kaarten in één kleur met AH
in handen hebt;
indien gij 10 kaarten in één kleur met A
in handen hebt.
In het eerste geval zitten 4 kaarten in de
beide andere handen tegen en is er kans, dat
in beide handen 2 er van zitten. Bij 10 kaar
ten in handen van U en Uw maat zitten er
slechts 3 tegen en is er dug 50% kans, dat de
Heer sec zit.
Hebt gij daarentegen in Sa of in Uw troef
kleur 9 kaarten tn heide handen maar zonder
H, snijd dan één keer.
Voorbeelden:
XXX
Hx—x
A—V—x
L heeft A—V—x in handen en speelt uit
den Blinde x, hopende danwel door gegevens
vermoedende, dat H bij V zit. Wordt H niet
ingezet, dan speelt L de V en maakt hij dus
2 slagen met zijn vork.
A—V—10
H—B—4
Hier zien wij een dubbele vork hij L. n.l.
AV10, heeft hij het geluk, dat HB bij
A zitten, dan kan hij door twee keer snijden
drie slagen uit deze dubbele vork maken. Zit
ten daarentegen H en B beide bij V, dan
maakt L er slechts één.
A—B—10
H—x—x
V—xxx
Met AB10 in handen zal L een vork moe
ten maken en wel door eerst uit B x te spelen
en dan, wanneer A den H niet inzet, en deze
zal zulks niet doen, de 10 te spelen, welke
door de Vrouw genomen wordt. Zoodra L we
der in B aan trek komt, speelt hij wederom x
em maakt in dit geval zoowel A als B; zit
echter ook H bij V, dan maakt hij slechts
het A.
A—V—B
Hx—x
Xx—X
Uit de combinatie AVB moeten bij nor
male verdeeling steeds 2 slagen gemaakt wor
den. Wil L er drie uit trachten te maken, dan
moet hij x uit B spelen én snijden met B; zit
dan H bij A, dan worden door L 3 slagen ge
maakt, maar zit H, gelijk in het onderhavige
geval hij V, dan maakt hij er slechts twee.
Duiken.
Duiken noemt men het den eersten keer
niet nemen van een slag, soms ook de tweede
maal niet, teneinde de kleur geheel vrij te
maken om deze later te benutten. Dit zal
vooral gebeuren, wanneer Sa gespeeld wordt,
want in een kleurspel is het gevaarlijk met
het oog op het ontstaan van renonce in. die
kleur bij de tegenpartij. Men kan dit doen,
wanneer men óf over rentrants beschikt In
de hand, waarin men die kleur vrij wil maken,
dan wel uit de hand die kleur later nog kan
spelen. Hieruit blijkt, dat L, hij die het spel
moet spelen, het duiken kan toepassen, maar
dat de tegenpartij dit minder gemakkelijk zal
kunnen doen, omdat deze niet precies weet,
wat elk in de hand heeft en dus het duiken
dan gevaar met zich brengt.
Nu zal men allicht zeggen, dat dit duiken
geen vermeerdering van het aantal slagen
met zich brengt, want dat, als men toch in
een kleur een of meer slagen moet verliezen,
dit net zoo goed later kan gebeuren als direct,
maar dit ls toch geen goede redeneering, want
het is vaak ongewenscht, dat _nm J te
veel aan 'slag komt (al is ditn" ™mige gé
vallen ook weer wel geW,en^t °,or nh
eerst één of twee slagen te laten maken, zal
de tegenpartij eindelijk inie si au ers moeten
uitkomen en Sb dit we 1 dG kleur,
waarin de speler slechts éen rentrant heeft,
dan kan hij daarna de Vrij gespeelde kleur af
spelen en de tegenpai c wingen tot afwer
pen van kaarten, waa oor lij licht krijgt en
de tegenpartij vaak in onaangename situaties
komt, terwijl men zelf waardelooze kaarten
kan afwerpen.
Het is niet te zeggen, wanneer men wel en
wanneer men niet moet duiken, dit hangt ge
heel van de samenstelling van het gpel a£.
geoefende spelers weten dit gauw genoeg te
bepalen, ongeoefende spelers daarentegen
maken eiken s ag dien 2jj kunnen maken en
denken niet aan de gevolgen. Maar wij willen
bier nog Jvoegen, dat in een Sa door L vaak
gedoken wordt, wanneer hij in de gespeelde
Ideur slechts het Aas heeft. Hij heeft dan de
bedoe in„ zoo lang mogelijk tegen te houden,
hopem e, dat de kleur bij één der tegenspelers
uitgepu raakt en deze er dus niet meer in
Inen» waardoor het gevaar gedeel
telijk bezworen is.
lingenC'UdeerenC'e geven wi^ de volSende stel-
a' duik, wanneer zulks noodig is om zelf
de gespeelde kleur vrij te maken.
b. duik, wanneer gij in Sa slechts één dek
king m die kleur hebt en daardoor die kleur
in de zwakste hand der tegenpartij hoopt uit
te putten.
c. duik, wanneer gij weet of vermoeden
hut, dat uw maat slechts een doubleton in
die kleur heeft en ge de tweede maal met het
Aas kunt nemen om direct daarna te spelen
en uw maat een troefje te laten maken.
Tegenhouden.
Het boven onder b genoemde geval wordt
meestal met een afzonderlijke benaming a'8
tegenhouden betiteld, wij behandelen het ech
ter onder „duiken" omdat het in werkelijk
heid duiken ia, slechts met een andere bedoe
ling. mi,,—. -
Duiken doet men dus om eigen kleur vrij
te maken en tegenhouden om een kleur der
tegenpartij te verzwakken. Heeft echter L
door berekening volgens den regel vdn elf
uitgevonden, dat beide handen der tegenpar
tij over meer kaarten in die kleur beschikken
dan hij zelf, dan zal tegenhouden nutteloos
zijn en is 't beter na te laten. Eveneens ia
tegenhouden na te laten, wanneer L haast
heeft om aan slag te komen, teneinde zijn
contract te maken of zoo snel mogelijk een
snijding toe te passen. Ook hier komt dus do
kaartsituatie in het geding en is geen alge
meene regel te geven.
De voorhand
De voorhand (V) moét het eerst uitkomen
en heeft daarmede een zeer moeilijke taak ts
vervullen, althans in vele gevallen. Vaak weet
hij van de kaartverdeeling veel, vaak echter
zeer weinig af. Dat is een gevolg van aet. We
den. Werd b.v. slechts door de tegenpartij jn
één kleur geboden, dan weet hU s ec Wat
van deze kleur; bleef de bieding laag,
weet hij, dat er vermoedelijk geaa ,S, ^6 han
den aanwezig zijn; ging de ie<Ang direct
naar het manchebod, dan ®e hij sterke
handen tegen zich, maar da is ook alles, van
de andere kleuren weet nj niets. Werden
daarentegen meerdere k ei n genoemd, zoo
wel door de tegenpartij ais door zijn eigen
maat, dan weet h« al direct heel Wat meer en
kan hij zijn uitkomst daar op baseeren. Heeft
hij zelf van een k e r v. jn handen dan
is de uitkomst al heel gemakkelijk; hij speelt
den H., do Bllnd® k open en hij weet al
heel wat meer. Ma zoo gelukkig is men niet
altijd. Toch zal het zaak zijn, Indien men zu.ks
men, dat men aan slag blijkt en daarna op
hetgeen de Blinde liet zien, verder kan spe-
len althans wanneer de maat niet geboden
heeft.
Er zijn twee gevallen te onderscheiden:
a. V. kan behoorlijk uitkomen.
b. V kan niet behoorlijk uitkomen.
Deze beide gevallen zullen wij achtereen»,
volgens behandelen.