HET FEESTVIERENDE DUBLIN.'' CölNY 1C5ACHV Jb 1R.II JDdi Een weelde van bloemen en vlaggen. DINSDAG 21 JUNI 1932 VERZEKERING MIJNARBEIDERS. MIJNARBEIDERS VALLEN ONDER DE VERPLICHTE VER ZEKERING. OPENLUCHTTHEATER OISTERWÏJK. DE HEERLIJKE, HEILZAME ZïEE. ONTSLAGEN VAN RECHTS VERVOLGING. JEUGDDEMONSTRATIE. DE EERSTE LUCHTBALLON IN TWENTE. UITVOER VAN BLOEMBOLLEN. Invoerrechten in Denemarken. De verdelger Mr. J. van D;jk pleitte cle; EEN GEPANTSERDE SMOKKELAUTO. EERSTE INDRUKKEN UIT DE CONGRESSTAD. „ZIJ HEBBEN GEOFFERD, SPONTAAN GEOFFERD HET SPELEN. x—x— 1 Wetsontwerp bij de Tweede Kamer ingediend. Ingediend is bij de Tweede Kamer een wets ontwerp tot verzekering van mijnarbeiders tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend; De mijnarbeiders, aangesloten bij het Alge meen Mijnwerkersfonds (A.M.F.) vallen inge volge het bepaalde bij art. 39 der Invaliditeits wet buiten de bij die wet geregelde verplichte verzekering. De voorwaarden voor hun pensioen bij inva. liditeit en ouderdom kunnen worden geacht publiekrechtelijk te zijn geregeld. De onvolkomenheden welke in de bestaande wettelijke verhoudingen tusschen de verzeke. ring krachtens de Inv. wet en die krachtens een bijzondere pensioenregeling bestaan, spit sen zich met betrekking tot de mijnarbeiders, onder wie een groot verloop plaats heeft, zoo danig toe, dat nadere regeling van deze ver. houding onvermijdelijk wordt. Het is daarom zoowel in het belang der be trokken arbeiders, als in dat der betrokken ver- tzekeringsfondsen gewensoht, dat een bijzon dere wettelijke regeling worde getroffen betref, fende verzekering tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom der mijnarbeiders, Het onderhavig wetsontwerp bevat zoodanige regeling. Aan de ontworpen regeling ligt de gedachte ten grondslag, dat in den regel de mijnarbeider^, evenals andere loonarbeiders, onder de verplichte verzekering van de Inv.. wet komen te vallen en dat het lidmaatschap van het fonds geen onderbreking mede brengt van de wettelijke verzekering. De wettelijke verzekering zal derhalve den mijnarbeiders dezelfde voorzieningen geven als zij aan de overige arbeiders geeft .Naast en behalve deze algemeene voorziening zal dan naar de ge dachte van het wetsontwerp het Algemeen Mijn werkersfonds ten bate van zijn leden de bijzondere voorzieningen treffen, welke aan 3e meer sipeciale behoeften der mijnarbeiders be antwoorden en door bijdragen van de betrokken ondernemingen en arbeiders bereikbaar zijn. De mijnarbeiders, die bij bet inwerkingtreden dezer wet bij het A. M. F. zijn aangesloten en voor wie op dat oogenblik niet in verband met een vroegere dienstbetrekking een verzekering krachtens de invaliditeitswet loopt, zullen bui ten de verzekering krachtens deze wet blijven, ffloodat te hdnnen aanzien blijft bestendigd de bestaande toestand. Dit wordt voorgesteld om practisebe redenen. Het wetsontwerp bevat nog een tweede uit. eondering op de leidende gedachte. De mijn arbeider, die na het inwerking treden dezer wet in loondienst treedt van een mijnonderneming en daarvóór niet in verband met een andere dienstbetrekking in de verzekering krachtens de invaliditeitswet was opgenomen, blijft tij. dens zijn lidmaatschap van het A. M. F. bui ten de verzekering krachtens de invaliditeits wet vallen. Dat wordt aldus voorgesteld met het oog op de arbeiders van vreemde nationali teit, die in onze mijnen gaan werken en veelal bij het einde van' hun dienstbetrekking weder ons land verlaten. Voorgesteld wordt in verband met het boven staande aan het A. M. F. voor den duur van 75 jaren een staatsibijdrage te verleenen ven 400.000 gulden. Onder regie van Gerard Groenland zal in het openluchttheater tijdens het speelseizoen Jull-Augustus worden opgevoerd „Vroni van de Goudhoeve", tooneelspel in vier bedrijven, door Charlotte Eirch-Pfeiffer. REDDINGSMIDDELEN AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN. Het Ministerie van Bultenlandsiche Zaken maakt bekend, dat Portugal met ingang van 1 December 1932 heeft opgezegd de op 27 Jiini 1928 tusschen Nederland en Portugal ge sloten overeenkomst inzake wederzijdsohe er kenning der in belde landen bestaande be palingen op heit gebied van reddingsmiddelen aan boord van zeeschepen. CONSULAATWEZEN. De consul en vice-consul der Nederlanden te La Guayra, respectievelijk de heer C. A. Hellmund en de heer A. F. J. de Veer, zijn van hun post afwezig. De heer F. Perret Gên- til is belast met de waarneming van het con sulaat. Wenken voor baders en zwemmers. 1. Ga nimmer op een onbewaakt etrand- gedeelte baden of zwemmen, wanneer er 'n sterke landwind waait en het water vallende is. De bovenstroom en de muien voeren u van de kust af. 2. Als ge baadt en ge bevindt u op de bank, ook al staat ge maar tot kniehoogte in het water, let dan op den opkomenden vloed. Het water stijgt in betrekkelijk korten tijd. De mogelijkheid bestaat dat ge niet terug kunt keeren. 3. Wilt ge veilig baden en zwemmen, wilt ge volop genieten van de heerlijke, heilzame zee. ga dan alleen baden en zwemmen daar, waar uitstekend toezicht door ervaren bad- personeel wordt uitgeoefend. 4. Gedraagt u geheel naar de aanwijzingen en raadgevingen van het badpersoneel. Zij weten de gevaren, die dreigen kunnen, beter dan gij. 5. Breng den badman, die van 's morgens vroeg tot 's avonds, onvermoeid en onafgebro ken op zijn klanten heeft te letten, niet noo- deloos in gevaar. Bedenk dat velen van heD huisvader zijn en door uw onvoorzichtigheid een ongeluk kunnen krijgen. 6. Leer wat een mui is. 7. Wanneer ge niet zwemmen kunt, leer dan zwemmen; maar onthoud ook, dat iemand die goed kan zwemmen, wel in zee kan ver drinken. 8. Vraag, wanneer ge een goed zwemmer zijt en ge wilt u iets verder uit de kust be geven, aan den badman hoe de stroom loopt. Tegen den stroom optornen is in het dage- lijksch leven reeds moeilijk, in zee is het ge heel onbegonnen werk en ge gaat zeker ten onder. 9. Lijdt ge aan eigenwijsheid, ge wilt u niet laten raden, en ge lacht om elk gevaar, zoekt dén een gevaarlijke plek op, liefst waar een waarschuwingsbord staat en ga daar in zee, wellicht bereikt ge dan spoedig uw doel. 10. Laat u echter door al deze voorschrif ten niet afschrikken. Baadt en zwemt naar hartelust. Neemt echter altijd de noodige voor zichtigheid in acht en ga wanneer ge niet kunt zwemmen, nooit dieper dan tot borst hoogte In Zee. ELECTRISCRE STROOM IN DE HERSENCELLEN. Het Keizer Wilhelm-Instituut voor hersen onderzoek in Berlin-Buch heeft een opzienba rend succes weten te behalen. Een der profes soren en leiders van dit instituut, Dr. A. G. Korumüller, is het n.l. gelukt om te oonstatée- ren, dat er in de hersenen van een levend dier een electrisch veld bestaat de geleerde onder zoeker was ook in staat om den electrischen stroom te registreeren, die in nauw oontact staat met uitwendige prikkelingen der zintui gen. Kornmüller heeft verder bewezen dat het optreden van deze electrische verschijnselen in de hersenen zich streng begrenst binnen bet veld der architectonische lagen van de hersen schors en' geheel verschillend is voor iedere prikkeling. Een medewerker van prof. Kornmüller is het gelukt om een toestel te construeeren, de neuro- graaf, waarmede dit bioelectrisch proces gere gistreerd kan worden. Het toestel werkt met een gelljkstroomver- sterker en bij de onderzoekingen op hef her senstel van levende wezens werd dit apparaat reeds practisch met succes gebruikt. Bij de waarneming van een hersenkramp heeft men gedurende meer dan een kwartier den electri schen stroom, die ontstond, kunnen registree ren. Deze ontdekking is vooral van groot gewicht voor het stellen van een diagnose bij de ver- Schillende soorten van hersenziekte. AUDIëNTIE. De gewone audiëntie van den Minister van Justitie zal Vrijdag 24 Juni a.s. niét plaats hebben De gewone audiëntie van den Minister van Koloniën zal op Vrijdag 24 Juni en 1 Juli niet plaats hebben. Het Gerechtshof te 's Hertogenboseh heeft gisteren den 19-jarlgen W. V. te Engelen, die beklaagd was op 27 December 1931 op den Èngelschen weg te 's Hertogemboeoh opzette lijk J. V. te Ortben door messteken van het leven te hebben beroofd, ontslagen van alle rechtsvervolging. Het Hof overwoog, dat ver dachte uit noodweer heeft gehandeld. De advocaat-generaal had twee jaar gevan- genisstraf geëischt; de rechtbank had hem vrijgesproken. Door de R. K, Jeugdbonden in de districten Voorschoten en Leiden. Onder gunstige weersomstandigheden is te Wassenaar Zondag de jaarlijksche demonstratie gehouden van de R. K. Jeugdbonden in de districten Voorschoten en Leiden. Des morgens om kwart voor 12 werd in de St. Willibrordus- kerk een plechtige H. Mis opgedragen, waar onder een jongenskoor, bestaande uit zangeTS van Voorschoten en Oegstgeest, de gregoriaan- sche zangen uitvoerde en kapelaan A. de Bot uit Delft een treffende toespraak hield. Na de H. Mis marcheerden de deetseniers naar een terrein aan de Jonkerlaan, waar hun de gelegenheid geboden werd de inwendige mensch te versterken. Om twee uur werd weder verzamelen gebla zen en 'ti stoet geformeerd. In dezen stoet gingen een 1000-tal jongens, de geestelijke advi seurs en de besturen mede. Voorts werd 'n voetbalwedstrijd gespeeld tus schen een districtselftal van Leiden en een uit Voorschoten, dat in het voordeel van eerst genoemd elftal verliep. Verder werden door een drietal gymnastiekvereenigingen. oefenin gen gegeven en eenige stands uitgevoerd, welke door het overtalrijk publiek met groote belang stelling werden gevolgd. Na afloop te circa 6 uur werd weder naar de St. Willibrorduskerk gemarcheerd, waar de schitterend geslaagde dag werd besloten met een gemeenschappelijke hulde aan Christus Koning. i Men schrijft ons uit Oldenzaal: Twente was in de 18e eeuw nog het „ver» geten oord", zooals Potgieter het later ge noemd heeft, en zeker aan de meeste Hollan ders alleen bij name of zelfs in het geheel niet bekend. Toch heeft men ook in dezen uithoek van ons vaderland al vrij spoedig, nadat dé proef van de gebroeders Montgolfier geslaagd was, een luchtballon te "zien gekregen Dit blijkt uit een aanteekeoing van H. J. Bos, verwalter (d.l. plaatsvervangend)-land- rentmeester van Twente. Hij woonde in Ol denzaal en bezat nabij deze kleine stad een boerderij, het Wevelkate geheet en. In het door hem nagelaten dagboek vindt men nu o.m. dit opgeteekend: „Junij 1785. Den 16 dito naar 't Wevelkate geweest, en aldaar op Zijmierimks woeste kampjen de Lugtbal van een fransman G. Raker van Bssanson zien opvaren, dat wel gelukte, en die in weinige minuten zo verre ten noordoosten gedreven wierd dat men hem niet meer zien konde". Er valt uit deze mededeeling niet op te maken, of bij Oldenzaal een montgolfiëre dan wel een charlière is opgestegen, of ze bemand was of onbemand, maar in allen gevallen was het een luohtballon. De Twentenaren hebben dus al vroeg met de Fransche uitvinding kennis kunneti ma ken, al woonden zij in een „vergeten oord". Thans, nu die uitvinding zooveel meer de volmaking nabij is gebracht, hebben zij ge toond met hun tijd te zijn meegegaan: zij kon den den Zeppelin ontvangen op een eigen vliegveld. MONUMENTENZORG IN Z-HOLLAND. De Provinciale Zuid-Hollandsohe Archeolo gische Commissie hield jl. Zaterdag haar zomer-bijeenkomst met de correspondenten. De vergadering had plaats in de welwillend door de kerkvoogdij ter beschikking gestelde consistoriekamer van de Ned. Herv. Kerk te Abbenbroek. Deze belangrijke kerk, in de late middeleeuwen een zeer bezocht bedevaarts oord, werd bezichtigd onder de leiding van architect J. W. Janzen, die dit gebouw met subsidie van het Rijk en de Provincie, aan bet restaureeren is. Het fraaie gebouw, met zijn kenmerkende reeks van topgeveltjes op de zijbeukenmuren en zijn rechtgesloten, levendig versierde koor, (hier is een aardig baksteenen boogfries voor den dag gekomen), bleek een degelijke herstel ling ten zeerste noodig te hebben. Te voren had de commissie een bezoek ge bracht aan de onlangs door architect H. van der Kloot Meijburg gerestaureerde kerk van Heenvliet. In de vergadering zijn de door den commis saris der Koningin nieuw benoemde leden, Jbr. mr. W. Beelaerts van Blokland, en de heer G. C. Helbers (deze als secretaris) geïn stalleerd. De voorzitter dr. E. J. Haslingbuis, sprak een woord van dank tot den afgetreden secretaris lr. J. G. Robbers. Ten slotte nam men in den Briel den, even eens in herstelling zijnden ten deele laat» gotischen trapgevel aan de Voorstraat, sinds kort eigendom van de Vereeniging „Hendrick de Keijzer" in oogensohouw". Naar wij vernemen is Denemarken voorne mens invoerrechten op bloembollen te heffen van 50 kronen per 100 K.G. Er bestaat reeds een contingenteering tot een kwart van den gewonen invoer. Denemarken Is een belang rijke afnemer van bloembollen. BRAND IN 'N MEUBEL-WERKPLAATS. Dreigend gevaar voor een aangrenzend klooster afgewend. Gistermiddag te ongeveer half drie ls een felle brand uitgebroken in de magazijnen en werkplaatsen van de meuhelinriohting Maiij- nen-Lemmens, te Den Bosch gelegen aan de Vuchterstraat. De politiebrandweer was spoe dig aanwezig, doch stond vrijwel machteloos tegen de felle vuurzee, die in de opgeslagen voorraden bedden-materiaal een al te gemak kelijke prooi vond. Gelukkig was spoedig de gemeente brandweer met veel materiaal en manschappen op de plaats des onheils aanwezig. Daar de meubelinrichting geheel door huizen en gebouwen wordt ingesloten, was de brand weer genoodzaakt muren en dakdeelen om te halen. Met vier stralen op de gemeente water leiding is men er na anderhalf uur hard wer ken in geslaagd het vuur te blusschen. De schade, welke slechts zeer matig door verze kering wordt gedekt, is vrij aanzienlijk. De brandweer stond onder leiding van brand meester Janssen en Neukirchen en commis saris van politie Staal. Voorts was ook de Burgemeester van Den Bosch, F. J. van Lan- schot alsmede vele gemeente-autoriteiten aan wezig. Het groote kloostergebouw van het Gezelschap van de Zusters J. M. J.t dat enkele oogenblikken zeer ernstig werd bedreigd, kon door ooncentreeren van alle krachten gespaard blijven. Een der vleugels werd geblakerd. VALSCHE MUNTER. Begin Februari werden bij de politie te Apeldoorn eenige valsche rijksdaalders gede poneerd, die door winkeliers in betaling wa ren aangenomen. De recherche ging aan het speuren en alles wees er op, dat een 37-jarige goudsmid, die zonder werk was en die in zeer behoeftige omstandig heden leefde, de dader was. Terwijl in Apel doorn het onderzoek nog aan den gang was. verdween de goudsmid met vrouw en kind naar Amsterdam. De Apeldoornsche politie waarschuwde de Centrale inzake falsificatiën te Amsterdam. Men liet den man volgen en reeds enkele dagen na zijn aankomst liep hij in de val. In eeü sigarenwinkel op den Zeeburgerdijk bleek hij te hebben betaald met een valschen rijksdaalder. Hij werd onmiddellijk aange houden. Bij huiszoeking werd een compleet stel val sche munterswerktuigen in beslag genomen, benevens eenige vrij goed nagemaakte rijks daalders. Op 22 Maart stond de man voor de Vierde Kamer der Arrondissements rechtbank te Am. sterdam terecht. Verdachte bekende en zeide, uit armoede te hebben gehandeld. De officier van Justitie Mr. Van Dullemen requireerde aanhouding van de zaak en het doen instellen van een on derzoek naar verd.'s geestvermogens. Gisteren werd de behandeling voortgezet. Uit het rapport van den medicus bleek dat verdachte toerekeningsvatbaar is De officier van Justitie noemde de daad van verdachte zeer ernstig. Wegens valschemunterij requireerde spr. ten slotte een gevangenisstraf van anderhalf jaar met aftrek van vier maanden voorarrest mentie in den vorm van een zware voorwaar- delijke straf, daar verd. een rem noodig heeft. Gevecht tusschen douanen en smokkelaars. Gisterennacht is weder een gepantserde auto, beladen met cigaretten, koffie en tabak over de Limburgseh-Duitsche grens gegaan op weg naar München-Gladbach. Op de route werd de auto beschoten door eenige commie zen, die op hun beurt weer beschoten werden door de smokkelaars. Toen de douanen langs den weg dekking zochten gaf de chauffeur vol gas en wist te ontkomen. (Van onzen bijzonderen correspondent) Dublin, 17 Juni 1932. Dublin is in normale tijden een zeer drukke en levendige en, ondanks zijn tekort aan archi tectonische schoonheid, een zeer aantrekkelij ke stad. Thans, aan den vooravond van het grootste feest, dat zijn tot feestvieren steeds gestemde bevolking ooit heeft meegemaakt, overtreft 't zichzelf in al datgene, waarin het toch reeds uithuntte. Zijn straten zijn drukker dan ik ze ooit ge zien heb, de kruidje-roer-me-niet achtige be volking verkeert In een hooggestemde feest stemming. De versieringen, waaraan gewerkt wordt met koortsachtige haast, zijn nu ja, ze zijn nog al leelijk, maar er is niets hin derlijks, doch veeleer iets kinderlijks, en dan iets heei mooi-kindërlijks in die leelijkheid. Ik zou onzen kunst-criticus niet gaarne uit- noodigen hier te komen om een zaakkundige beschrijving te geven van het versierde Du blin. Arme criticus en arm Dublin! Maar ik erken gaarne persoonlijk genoten te hebben, toen ik vanmorgen mijn eersten rondgang door de straten maakte. Het begint al bij Dun Loaghaire, de voorha ven: vlaggetjes in alle denkbare en ondenk bare kleuren. Ik he'b er geen flauw begrip van wat al die kleuren symboliseeren. Groen is natuurlijk Ierland, en Wlt-Geel is de Pausenkleur. Al die andere kleuren zij vor men een vroolijke eerewacht. De hoofdstraten van Dublin hebben eveneens een plafonds van honderdduizenden vaantjes gekregen, en mijn eerste indruk was: het is al te erg. Maar sinds gisterenavond is men begonnen met het op hangen van guirlandes van sparregroen, en hedenmorgen was het effect reeds veel bevre digender. Maar wat doet het er toe. Mooi' of niet-mooi, Dublin geeft uiting aan de dankbaarheid en vreugde van zijn gevoelig Iersch hart, en de grootste marmer-kunstenaar had het niet be ter kunnen doen. Zoo het al op kunst niets lijkt, bet is de echtste echtheid, getuigend van een onvervalscbte en ongeveinsde vreugde over het groote voorrecht, dat Dublin te beurt zal vallen als Christus-Koning door zijn stra ten trekt. Schoon is evenwel de rijke bloemen- en plan. tenversiering wan dat gracieuse achttiende- eeuwsche bouwwerk, de Bank of Ireland. Schoon zijn ook de bloemen in de manden, waarmede de palen der electrische lampen be hangen worden. De fleurigste en kleurigste voor Het eerste groote pelgrimsschip Eucharistisch congres arriveert te Dublin bloemen, de groenste en sappigste planten wor» den bij wagenladingen Dublin binnengevoerd, en zoo hun geur in de warme, overdrukke hoofdstraten al bezwijkt voor de uitwazemin- gen van honderden motorwagens, zij dringt door tot in de krottenwijken ,die alle haar aandeel in de versiering hebben. De regeerin gen van land en stad werken hard om Dublin te maken tot één groote feest- en statie-zaal, maar de burgers blijven bij hun overheden niet achter. Zelden zag ik ten Noorden van Alpen en Ape- nijnen een stad zóó algemeen bevlagd als Dublin. Overheerschen doet de Congresvlag: het Eucharistisch kruis op een blauw veld; overi gens ziet men voornamelijk de Pauselijke en de Iersche kleuren. Laatstgenoemde zijn licht groen-wit-lichtrood. Al die kleuren zijn du3 licht en gedempt; de diepere tinten der meest nationale vlaggen ontbreken geheel. Menige bevlagde stad lijkt topzwaar, doordat een vu rig rood, een diepblauw of zelfs een glanzend zwart een al te zwaar effect maken; Dublin evenwel ls met al zijn wit en zachtgeel licht groen zoo blij en jubelend, zoo licht en luchtig. Als men tot in de armste wijken de ver sieringen ziet, vraagt men zich af: Waar halen de armsten onder de armen het geld vandaan? De vraag is onbescheiden, maar het antwoord klinkt welluidend. Zij hebben geofferd Zij hebben allen geofferd. De man heeft zich maandenlang het genot van zijn pijp ontzegd; de vrouw heeft den nieuwen mantel, den nieu wen hoed, dien zij hoog-noodig had, niet ge kocht; en' het grootste, het haast ongeloof lijke offer het kind heeft zijn wekelijksche snoep-penny niet uitgegeven. Meen niet, dat hier prake geweest is van organisatie van-iboven-afdat parochie-geeste- lijken hun armen zouden voorgehouden hebben, dat zij goed zouden doen met te offeren, opdat bun buurten een „goed figuur" zouden maken. Dat alles is spontaan gegaan en de eer, die de geestelijken van hun arme parochies heb ben, is een hoogere dan wanneer zij een daad werkelijk aan'deel gehad hadden in de inzet- meling der fondsen. Want zij mogen troteeh zijn op hun parochianen de hoogste eer en de hoogste voldoening voor den parochie-gees telijke. Deze behoort trouwens te Dublin zelf meestal tot de armen zijner eigen parochie. Zullen de Ieren hun kinderen nog opknappen vóór de opening van het Congres? Dublin is een stad van heerlijke kinderen. Ik geloof niet dat Ik ooit ergens zooveel foeeldschoone kinder» koppen gezien heb, en die schoonheid is niet „zoet" en gedwee, maar ondeugend en rebelsch. Maar ik heb nergens zooveel door-en-door ver» vuilde kinderen gezien. Ze gaan gekleed zoo men het gekleed kan noemen in de onooglijkste lcmlpen; veel kleine meisjes ziet men in zijden jurken (afgelegde Zondagsche plunje van oudere zusjes), maar zoo vervuild, dat «e „met geen tang zijn aan te raken". En de mooiste snoetjes zijn bedekt met lagen vuil. Als Dublin vóór alles zijn klöllerèn eens opknapte! Vele dier prachtige vuilpoetsen dra- gen op hun gore jurken en gescheurde truien het blinkend Eucharistisch insigne, dat voor kinderen zes pence bost. Maar zeep hebben ze ook dringend noodig. Zeep kan heel Dublin gebruiken. En daar ik Ierland van vroeger ken ls het mij onmogelijk mij te troosten met de il lusie, dat het ook geofferd heeft door zich van zeep te onthouden. En toch o, ontzetting vindt men a/lotn offieieele waarschuwingen aangeplakt, waarin hij, die water verspilt, gerechtelijk vervolgd zal worden. Een van de manieren om water te verspillen is in Ierland klaarblijkelijk dat men zich er mee wascht. Maar dit maakt de Ieren niet minder bemin nelijk' in mijn oogen Zij zijn een volk om van te houden. Een volk met zulke kinderen een geen kinderbeperking! ik wil nlet vér- motel zijn maar Onze Lieve Heer moet dat hee-rlijfc v0 wel beminnen. Andere volken Steeen de p,aats- at het aan to, ?J Hart inneemt, "iet blijkt en professoren Jank!ieTS' petTOl««'™magnaten uit het aai ti natie voortbrengt, noch kolonieën, waarover zij heersoht. ZEILBOOT OMGESLAGEN Setn-uü Westkust van Denemarken jg een 'boot omgeslagen, aan iboord waarvan zich Jonigeluj bevonden. Vier hunner zijn ver. dronken, de overige 3 konden door een pas. Boerend stoomschip worden gered, meldt H. N. (Vervolg). Het snijden. Snijden noemt men het maken van een slag door de laagste kaart te maken van een twee tal, waart usschen er één ontbreekt. B.v. men heeft in eigen hand AV en speelt uit den Blinde een lage kaart hopende dat de Heer in de hand achter den Blinde zit, en speelt, indien deze niet ingezet wordt, de Vrouw. Dit snijden kan dus geprobeerd worden met elke vork (twee kaarten waartussoben één ontbreekt), A—V, H—B, V—10 enz. Soms IS dit snijden louter van geluk of ingeving afhankelijk, maar vaak kan men uit het bieden of spelen zoodanige gevolgtrek kingen maken, dat men met vrij groote zeker heid kan aannemen, dat het snijden moet lukken. Daarom moet men het volgende in echt nemen: a. wat heeft het bieden der tegenpartij geleerd Stel de hand, die vóór U zit, heeft Soh ge boden en gij hebt AV dan wel HB van die kleur in handen, dan kunt gij als vrijwel zeker aannemen, dat HB dan wel AV vóór U zitten en er Uw voordeel mede doen door te snijden. Heeft daarentegen de hand achter U een dergelijk bod gedaan, dan zult gij de omgekeerde conclusie moeten maken en is er ;veel kans, dat alleen het Aas in Uw hand ge maakt kan worden. b. Wat heeft het wegwerpen van de tegen partij U geleerd Meestal aal men vóór U zittende een sterke kaart zonder sequens-honneurs niet ontblo ten ea zal dus het wegwerpen van een kleur meestentijds duiden op zwakte, indien dit vóór U gebeurt. Zijt gij speler en ligt het Aas niet in den Blinde, dan zal de hand achter U gevoegelijk van H-x-x-x twee kleintjes kunnen wegwerpen zonder den Heer in gevaar te brengen; de hand vóór U kan zulks onmoge. lijk doen, wei echter wanneer het Aas in den Blinde ligt. Men ziet hieruit, dat ook op het wegwerpen van kaarten goed gelet moet worden en dat daaruit verschillende conclu sies te maken zijn. Zoo is b.v. het spelen van een aanmoedigiugskaart voor den tegenspeler een aanwijzing, dat in die hand öf kracht een doubleton zit, terwijl het spelen van een ontmoedigingskaart op zwakte duidt. In het eerste geval snijdt men dus bij kracht in die hand er op en in het tweede geval, wanneer er dus geen kracht zal zitten, behoeft men er niet op te snijden. Het zal hopelijk duidelijk zijn, dat derge lijke conclusies niet altijd juist behoeven te zijn en dat z.g. gehaaide spelers juist wel eens het omgekeerde doen, van hetgeen zij zouden moeten doen teneinde de tegenpartij een masker te geven en tot verkeerde conclusies te voeren. Men noemt dit tegenwoordig mei een fraaie uitdrukking „psychologisch" spe len, vroeger zou men het ,,voor den gek hou den" genoemd hebben, ofschoon er niet het minste op aan te merken valt. c. Tracht zooveel mogelijk de hand met een vrij gekomen kleur In Sa van slag af te houden en snijd dus achter en niet vóór hem. d. Snijd niet tegen een hand, die in Sa door een enkele dekking van U kan spelen, want dan zal vermoedelijk die dekking er uit gespeeld worden. e. Moet gij snijden om een kleur vrij te maken, doe bet dan zoo snel mogelijk, zoo lang gij nog de noodige rentrants in handen hebt. f. Snijd niet; Indien gij 9 kaarten in één kleur met AH in handen hebt; indien gij 10 kaarten in één kleur met A in handen hebt. In het eerste geval zitten 4 kaarten in de beide andere handen tegen en is er kans, dat in beide handen 2 er van zitten. Bij 10 kaar ten in handen van U en Uw maat zitten er slechts 3 tegen en is er dug 50% kans, dat de Heer sec zit. Hebt gij daarentegen in Sa of in Uw troef kleur 9 kaarten tn heide handen maar zonder H, snijd dan één keer. Voorbeelden: XXX Hx—x A—V—x L heeft A—V—x in handen en speelt uit den Blinde x, hopende danwel door gegevens vermoedende, dat H bij V zit. Wordt H niet ingezet, dan speelt L de V en maakt hij dus 2 slagen met zijn vork. A—V—10 H—B—4 Hier zien wij een dubbele vork hij L. n.l. AV10, heeft hij het geluk, dat HB bij A zitten, dan kan hij door twee keer snijden drie slagen uit deze dubbele vork maken. Zit ten daarentegen H en B beide bij V, dan maakt L er slechts één. A—B—10 H—x—x V—xxx Met AB10 in handen zal L een vork moe ten maken en wel door eerst uit B x te spelen en dan, wanneer A den H niet inzet, en deze zal zulks niet doen, de 10 te spelen, welke door de Vrouw genomen wordt. Zoodra L we der in B aan trek komt, speelt hij wederom x em maakt in dit geval zoowel A als B; zit echter ook H bij V, dan maakt hij slechts het A. A—V—B Hx—x Xx—X Uit de combinatie AVB moeten bij nor male verdeeling steeds 2 slagen gemaakt wor den. Wil L er drie uit trachten te maken, dan moet hij x uit B spelen én snijden met B; zit dan H bij A, dan worden door L 3 slagen ge maakt, maar zit H, gelijk in het onderhavige geval hij V, dan maakt hij er slechts twee. Duiken. Duiken noemt men het den eersten keer niet nemen van een slag, soms ook de tweede maal niet, teneinde de kleur geheel vrij te maken om deze later te benutten. Dit zal vooral gebeuren, wanneer Sa gespeeld wordt, want in een kleurspel is het gevaarlijk met het oog op het ontstaan van renonce in. die kleur bij de tegenpartij. Men kan dit doen, wanneer men óf over rentrants beschikt In de hand, waarin men die kleur vrij wil maken, dan wel uit de hand die kleur later nog kan spelen. Hieruit blijkt, dat L, hij die het spel moet spelen, het duiken kan toepassen, maar dat de tegenpartij dit minder gemakkelijk zal kunnen doen, omdat deze niet precies weet, wat elk in de hand heeft en dus het duiken dan gevaar met zich brengt. Nu zal men allicht zeggen, dat dit duiken geen vermeerdering van het aantal slagen met zich brengt, want dat, als men toch in een kleur een of meer slagen moet verliezen, dit net zoo goed later kan gebeuren als direct, maar dit ls toch geen goede redeneering, want het is vaak ongewenscht, dat _nm J te veel aan 'slag komt (al is ditn" ™mige gé vallen ook weer wel geW,en^t °,or nh eerst één of twee slagen te laten maken, zal de tegenpartij eindelijk inie si au ers moeten uitkomen en Sb dit we 1 dG kleur, waarin de speler slechts éen rentrant heeft, dan kan hij daarna de Vrij gespeelde kleur af spelen en de tegenpai c wingen tot afwer pen van kaarten, waa oor lij licht krijgt en de tegenpartij vaak in onaangename situaties komt, terwijl men zelf waardelooze kaarten kan afwerpen. Het is niet te zeggen, wanneer men wel en wanneer men niet moet duiken, dit hangt ge heel van de samenstelling van het gpel a£. geoefende spelers weten dit gauw genoeg te bepalen, ongeoefende spelers daarentegen maken eiken s ag dien 2jj kunnen maken en denken niet aan de gevolgen. Maar wij willen bier nog Jvoegen, dat in een Sa door L vaak gedoken wordt, wanneer hij in de gespeelde Ideur slechts het Aas heeft. Hij heeft dan de bedoe in„ zoo lang mogelijk tegen te houden, hopem e, dat de kleur bij één der tegenspelers uitgepu raakt en deze er dus niet meer in Inen» waardoor het gevaar gedeel telijk bezworen is. lingenC'UdeerenC'e geven wi^ de volSende stel- a' duik, wanneer zulks noodig is om zelf de gespeelde kleur vrij te maken. b. duik, wanneer gij in Sa slechts één dek king m die kleur hebt en daardoor die kleur in de zwakste hand der tegenpartij hoopt uit te putten. c. duik, wanneer gij weet of vermoeden hut, dat uw maat slechts een doubleton in die kleur heeft en ge de tweede maal met het Aas kunt nemen om direct daarna te spelen en uw maat een troefje te laten maken. Tegenhouden. Het boven onder b genoemde geval wordt meestal met een afzonderlijke benaming a'8 tegenhouden betiteld, wij behandelen het ech ter onder „duiken" omdat het in werkelijk heid duiken ia, slechts met een andere bedoe ling. mi,,—. - Duiken doet men dus om eigen kleur vrij te maken en tegenhouden om een kleur der tegenpartij te verzwakken. Heeft echter L door berekening volgens den regel vdn elf uitgevonden, dat beide handen der tegenpar tij over meer kaarten in die kleur beschikken dan hij zelf, dan zal tegenhouden nutteloos zijn en is 't beter na te laten. Eveneens ia tegenhouden na te laten, wanneer L haast heeft om aan slag te komen, teneinde zijn contract te maken of zoo snel mogelijk een snijding toe te passen. Ook hier komt dus do kaartsituatie in het geding en is geen alge meene regel te geven. De voorhand De voorhand (V) moét het eerst uitkomen en heeft daarmede een zeer moeilijke taak ts vervullen, althans in vele gevallen. Vaak weet hij van de kaartverdeeling veel, vaak echter zeer weinig af. Dat is een gevolg van aet. We den. Werd b.v. slechts door de tegenpartij jn één kleur geboden, dan weet hU s ec Wat van deze kleur; bleef de bieding laag, weet hij, dat er vermoedelijk geaa ,S, ^6 han den aanwezig zijn; ging de ie<Ang direct naar het manchebod, dan ®e hij sterke handen tegen zich, maar da is ook alles, van de andere kleuren weet nj niets. Werden daarentegen meerdere k ei n genoemd, zoo wel door de tegenpartij ais door zijn eigen maat, dan weet h« al direct heel Wat meer en kan hij zijn uitkomst daar op baseeren. Heeft hij zelf van een k e r v. jn handen dan is de uitkomst al heel gemakkelijk; hij speelt den H., do Bllnd® k open en hij weet al heel wat meer. Ma zoo gelukkig is men niet altijd. Toch zal het zaak zijn, Indien men zu.ks men, dat men aan slag blijkt en daarna op hetgeen de Blinde liet zien, verder kan spe- len althans wanneer de maat niet geboden heeft. Er zijn twee gevallen te onderscheiden: a. V. kan behoorlijk uitkomen. b. V kan niet behoorlijk uitkomen. Deze beide gevallen zullen wij achtereen», volgens behandelen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6