k
t
8
ï'l
DE GELOFTE
'N VERSCHRIKKELIJKE
NACHT.
ALLERLEI
EEN EN ANDER OVER TROUWRINGEN.
WOENSDAG 29 JUNI 1932
En
Tén slotte eOhterstemde hij aarzelend toe,
si
„Zeg, Paul, kijk eens, of het touw strak ge
noeg te aangehaald!'1
ydkenbondsklnderen
mdfr"
te
n
,.0- Maria, Moodier Gods, ilk bid u, maak
alt Pedro mij leert liefhebben, ie, ik brand
an verlangen» maair' hij merkt het mielt!
Zoo smeekte Juanita iederen dag voor
net houten, blauw en rood gekleurde Ma
donnabeeld wanneer «ij, op bevel van haar
meesteres Donna Teresita het Godslampje
u het simpelle kerkje van het Mcxicaansche
»rp met fijne olie vulde..
Juanilta was een bekoorlijk kind met schit-
gj'ende oogen en dat Pedro, Don Joses
;oenste ruiter haar zoo onverschillig voor-
oijiging. was eigenlijk onbegrijpelijk. De ar
me kleine had haar gebed al zoo dikwijls
gestort, maar tot nu toe scheen de Madon
na haar geen gehoor te verleenen. Daarom
(yoegde zij er op zekeren dag aan toe:
„A!ls gij mij verhoort en Pedro mijne lief
de beantwoordt, zal ik u een mooie paarlen
ketting geven!"
Toen ging Juanlta vol hoop terug naar
Jjistanaa.
Al had Pedro tof nu toe niets van Juanl-
ïas vurigste verlangen gemerkt, de zachte
;wonderschoone Donna Teresita. Don Joses
eenige dochter, was het niet ontgaan, hoe
haar kamermeisje 's avonds met verlangen-
do oogen aan het raam stond als de groote
koene en vermetele Pedro met rinkelende
sporen over' het plein schreed naar het huis
itoe, om zijn meester verslag uit te brengen
pver de kudden geiten op de bergweiden.
toen zij op zekeren morgen dooi' het dorp
kwam.
„Ik ga de goede Madonna bidden mij te
helpen", dacht zij, steeg van haar paard en
ging het kerkje binnen.
En daar stond de Madonna, lachte haar
toe en had haar collier om den hals.
Nu begon Donna Teresita ook te vermoe
den wat er gebeurd was. Verlicht en vroolijk
reed ze naar huis, verzocht haar vader den
volgenden dag toch met haar eens naar de
stad te rijden en dankte hem met een tee-
deren kus toen hij direct toestemde.
Zij kocht enkele colliers mooi geslepen
glazen paarlen van verschillende grootte
nam ze uit elkaar en maakte er een ketting
van. die sprekend op den eerste geleek.
Daarna ging zij naar het kerkje naar de
Madonna op een tijd dat zij wist dat en-
geen menschen in die kerk waren.
Donna Teresita haalde haar' erfstuk weer
terug. De Madonna lachte zoo vriendelijk
als tevoren en Juanita kwam nooit iets van
de heele zaak te wieten
Vrouwelyke politieagenten
Vrouwelijke politieagenten moeten mooi
zijn, heeft dezer dagen de New-Yorksche
hoofdcommissaris van politie Mulrooney ge
decreteerd. Er zijn in. New-York reeds lang
vrouwelijke politieagenten, speciaal In den
geheimen dienst en (haar werkzaamheid is lang
Donna Teresita hield woord en sprak er niet altijd van een verheffend karakter, maar
het waren over het algemeen vrouwen zoo
omstreeks de veertig jaar.
Deze vrouwen omstreeks de veertig jaar
konden nu niet juist als schoonheden worden
beschouwd en commissaris Mulrooney meent,
dat ze op bepaald gebied niet doelmatig kun
nen werken. Daarom wil hij een keurcorps
van jonge meisjes van om en bij de vijf-en-
twinlig jaar organiseeren en hij heeft dn dien
geest aan burgemeester Walker een voorstel
gedaan. Die maakte er op zijn gewone manier
een grapje mee, maar de reeds in dienst
staande vrouwelijke politieagenten vinden,
dat het heelemaal geen 'grapje is. Ze zijn diep
beleedigd. En ze hebben a.l geprotesteerd
tegen de haar aangedane beleediging en breed
voerig uiteengezet, dat ze volkomen in staat
zijn, zich op eik terrein barer werkzaam
heid te laten gelden. Bovendien zien de
vrouwelijke politieagenten van omstreeks
veertig in collega's van om en bij de vijf-en-
twintig een groot gevaar, niet voor de samen
leving alleen', maar ook voor die dames zelf,
Want zoo vragen ze, wie zal op deze politie
agenten behoorlijk toezicht kunnen houden
Wie staat borg, dat ze niet verliefd worden
en dan een gevaarlijk misdadiger uit de han
den van de politie houden, inplaats van te
zorgen, dat hij achter de tralies komt Zulke
dingen komen immers In 'boeken en films
maar al te vaak voor
Desondanks houdt commissaris Mulrooney
voet bij stuk. De vrouwelijke politieagenten
van omstreeks veertig, vinden, dat dit niet
zijn eerste dwaasheid is.
Dp zekeren dag met haar vader' over.
Ideze zeide 's avomds tot Pedro:
1 ..Zoom. nu moet je eindelijk dat jenever
drinken en schieten laten varen en op zoek
gaan naar "m vrouw. Ik zal je tot opzichter
(aanstellen !n Aqua Fia".
Pedro zette een verbluft gezicht. Zoo
ieenis een goed glas jetnever' drinken boven
ln bet dorp en dan lustig er op los knallen
als het tot een gevecht kwam dat scheen
Pedro het grootste genot van de wereld.
£n een vrouw nemen.echt trouwen.
Üaar had hij zelfs in Zijn slaap nooit aan
gedacht
Hij wist echter ooit, datmen Don José
Diet mocht tegenspreken want hij was zeer
ppvliegend en duldde geen verlzet.
Dus zed Pedro eerst voorzichtig:
„Een aardig plan. ik dank u voor uwe
groote goedheid, meester! Maar een vrouw?
J,k weet niet waar ik die ®oo gauw vandaan
Jnoet halen!
„Nu wat zou je dan van Juanita zeggen
Jjijv.? Je keent ze toch, niet? Beeldschoon is
ge! Zal je wel nemen, als je haar vraagt. En
ge krijgt een mooi© uitzet, daar zorgt Donna
Teresita voor!"
Nu hleet er Pedro niets over dan op al
les ja en aimen te zeggen. Opzichter in An-
ga Fia wilde hij graag worden en Juanita
gvas het mooiste meisje van heel de streek,
pus ging hij na het avondmaal toen die
maan reedis met smalle sikkel aan den flu-
Woel-domkeren hemel stond en juist in Jua-
nita's venster gluurde, met zijn mondhar
monica in het kleine met bloemen versierde
patio en begon te spelen:
„Nlta Juanita
Donna Teresita dankte haar vader1 met
Stralende oogen. Don José was zoo geluk
kig haar wensch vervuld te hebben, alles
Dp de estancia verheugde zich oim zijn goed
humeur en op het aanstaande huwelijk en
goo had de geschiedenis eigenlijk besloten
kunnen zijn, als Juanita zich niet midden in
alle zaligheid herinnerd had, dat zij de Ma
donna Iets beloofd had!
Een paarlenkettdng!
Maar waar die vandaan halen? Geld had
Juanita niet. Wat Donna Teresita haar gaf
iwas weinig en ging spoedig genoeg op aan
Bnoeperijtjes.
Toen Domna Teresita zich op zekeren
hvond aankleedde moest Juanita haar uit de
groolte cassette de juwteelen geven.
„Wat veel colliers heeft ze toch" dacht
het (kamermeisje. .-Als ik er hier eens een
van neem en aan de Madonna geef, merkt
ze er zeker niets v-an. Hier, die kleine, met
die geslepen glazen parelen, heeft ze nog
mooit gedragen, zoo lang ik bij haar ben!
En voor de Madonna was hij juist goed'
Bliksemsnel liét Juanita het schitterende
paarleotcollieir in haar zak verdwijnen en
'den volgenden dag. toen, zij in het kerkje de
olie ln het Godslampje bijvulde, legde zij
mdt vurige dankwoorden de houten Madon
na de beloofde paairlen om den hals. Daar
hingen nog veel andere collier®, maar Jua-
nleta vond, dat haar geschenk het mooiste
.was.
Donna Teresita miste het colier echter
dra! En een hevige schrik beving haar, want
'de mooie fonkelende glazen parels waren
echte geslepen diamant: een oud erfstuk van
haar Spaansche voorouders.
..Vader zal zeer boos zijn! dacht de arme
fFeresdta. „En waar kon dat collier toch
gebleven zijn?"
Intusschen was Juanito getrouwd en zij
Woonde met haar Pedro in Aqua Fria. Dat
zij ze gestolen kon hebben kwam zelfs niet
kt de gedachte van Donna Teresita op. want
Juanita was een zacht, aardig argeloos
schepsel en nooit had ze iets slechts ge
daan, zoolang zij in huis geweest was.
Een paar dagen reeds liep Domna Tere
te Btft hefÉ geheim jam haas verlies, romd,
MASTKLIMMEN, een aardig nummer van de marine-
jvedstryden gedurende de watersportweek te Kiel.
Tippel uit Heihuizen was een echte globe
trotter. Wat men tenminste in Heihulzen on
der een globetrotter verstaat.
Buiten zijn wekelijks terugkeerende uit
stapjes naar de provincie-hoof stad om huur
te incasseeren en zijn driemaandelijksche reis
naar Amsterdam, maakte hij eiken zomer
nog een vacantie-reis. Eens was hij zelfs hee
lemaal naar Brussel geweest en een anderen
keer bijna naar Parijs gegaan. Zijn roem als
reiziger begon echter, langzamerhand, te ta
nen.
Immers de zoons van den houthandelaar
Harte, gingen de laatste jaren geregeld naar
Antwerpen om den voetbal-wedstrijd België
Holland bij te wonen. Zelfs waren zij laatst
naar Londen gereisd om den eindstrijd om
den Engelschen beker te zien!
Daarom besloot Tippel, om met één slag het
verloren terrein te herwinnen. Hij zou dit jaar,
zijn dorpsgenooten werkelijk verstomd doen
staan! Zoo vertrok Tippel, 28 Augustus 1931,
via Marseille naar Tunis.
De plaats zelf en de omstreken vermochten
echter niet Tippels enthousiasme te wekken.
Toen kreeg hij 'n idee. Hij greep een Berber-
Jongetje bij zijn kraag en vroeg ln vloeiend
Fransch:
Pouvez the dire, garson, oü est lji un
extravagant chose?
Hoewbl de jongen er niets van snapte, ant
woordde hij vlot:
Oui, Oui.
Intusschen was er een vreemdeling naderbij
gekomen. Zijn geoefend oog zag direct wien
hij voor had.
Meneer wil iets bijzonders zien? vroeg hij
ln het Hollandsch.
Ja, herademde Tippel, iets wat je niet
eiken dag meemaakt!
De „guide" dacht een oogenblik na.
Hebt U al eens van het betooverde huis
bij Biskra gehoord?
Nooit. Is dat interessant?
Reusachtig! Spoken, geesten, geluiden!
Tot nu toe heeft niemand het daar één nacht
kunnen uithouden!
Onzin, zei Tippel kort, spoken bestaan
niet. Ik ben nergens bang voor. Daarvoor heb
ik van mijn leven te veel gereisd! In Heihui
zen ga ik 's avonds altijd in het donker naar
mijn slaapkamer.
Wil ik U er morgen heenbrengen? vroeg
de gids.
Morgen al? probeerde Tippel terug te
krabbelen. Eigenlijk Voelde bij er niets voor
De Golf van Venetië lag zich te vervelen on
der de witte zon. Tegen de kust aan kabbelde
traag de branding; een strookje wit schuim
likte lusteloos den oever af. Windstil was het
en warm; op de pleinen van de oude stad der
Dogen brandde het plaveisel onder de voetzolen
van een enkelen wandelaar, die het leven niet
kende in dit gezegend oord. Want die het leven
daar wèl kenden, waren thuis of lummelden
Wat? Onmogelijk! Tippel werd vuurrood,
Schoften, siste hij, den dokter den brief
reikend.
Wist U dat dan niet, vroeg deze verbaasd.
Absoluut niet.
Maar hoe bent U dat huis dan binnenge
komen?
Een heer heeft mij er gebracht. Hij
hoorde toevallig, dat ik met een jongetje stond
te praten
Een heer? vroeg de dokter. Nu snap
lk het. Dat -was natuurlijk een „guide". Da
man krijgt natuurlijk zijn provisie.
Terneergeslagen las Tippel het epistel nog
maals door;
Wij zijn zoo vrij V inliggend onze nota voor
Uw verblijf in ons „at tractie.huis", bijgenaamd
7ifiet betooverde huis", aan te biedenten be
drage van frs, 200.Verder brengen wij V
in rekening een bedrag van jrs. so— voor het
beschadigen van een gedresseerde Vil.
Wij zullen het zeer op prijs stellen, indien
ons „betooverd huis" (geesten, spoken, ge-
luiden, spinnen, slangen, bedhemel, geraam
ten, gedresseerde hyena enz. enz.) bij Uwe
bekenden zoudt willen aanbevelen.
Hoogachtend,
(NADRUK VERBODENj
oefening in geduld. Maanden lang zat hij ln zijn
bootje en leverde zijn arbeid van iederen dag
niets op. .Maar een heel enkelen keer, soms
maar ééns in een vol jaar, dan glansde om een
van de stalen pennen het goud van een ring,
dan was weer een antieke kostbaarheid aan de
zee onttrokken en de machtigste verzamelaars
der wereld streden om het bezit ervan. Ove
rigens dat wist het oude vissoherman.
in de schaduw, een smalle barmhartige strook. netje niet eens. Hij bracht zijn vondst onschul-
Hij wou niet rijk zijn
Albert Spalding, de bekende violist, is de
zoon van den president-commissaris van een
groot Amerikaansch concern, dat zich spe
ciaal met den handel in sportartikelen bezig
houdt. Zoodra hij concerten ging geven, zag
hij al gauw in, dat zijn rijke vader een soort
sta in den weg voor hem was. Zijn vader be
taalde alle onkosten voor- de concerten, die
zooals gewoonlijk bij pas beglnuenden weinig
bezocht waren. Veel leeren kon Spalding al
dus niet, dat begreep hij. En hij besloot, hee
lemaal op zich zelf te staan en van onderen
af aan te beginnen. Hij speelde in bioscopen
en kleine theaters, maakte tourneeën, waar
hij hij slechts sporadisch optrad. Als twee-en-
twintig-jarige trok Spalding door Rusland, op
een uiterst vermoeiende en inspannende, maar
bijzonder leerzame reis. Hij leed vele ontbe
ringen, maar dit harde leven staalde hem en
bezielde zijn kunst, zoodat hij ten slotte ver
maard werd en thans tot de beste violisten
ter wereld behoort.
Gedurende den wereldoorlog was hij vlie
genier. De sport heeft hij trouwens nooit ver
waarloosd. Indertijd was hij amateur-kam
pioen tennis van den staat Massachusetts en
hij vertelt mog altijd met graagte, dat bij zijn
eerste concert -het publiek scheen te verwach
ten, dat hij In een tenniscostnum of een
voetballershemd op zon komen
Tegenwoordig verdeelt hij zijn leven tus-
schea Amerika en Europa. Hij heeft een huis
in de States en zooais alle Amerikanen, die
het kunnen doen, een huis in de Oude We
reld en wel in Italië. Overigens is hij toch
rijk geworden, al won hij het dan eerst niet
zijn.
langs den huizenrand.
Kende mr. William Peacock het leven, hier
of elders? Hij kende het in ieder geval in
Seattle, waar hij met de automobielfabriek van
zijn vader eenige millioenen verdiend had. En
zijn besluit voor dezen middag was zoo gek nog
niet geweest; hij liet zich rondvaren in een
der ranke motorbootjes, die het hotel steeds
voor zijn gasten ter beschikking hield.
Mr. Peacock dommelde wat in zijn rieten
stoel. Lucht en water, de kerken van Venetië
en de hotels van Lido volgezet met bonte vlag
gen. Hij kende het. Hij deed liever zijn oogen
dicht en luisterde naar het murmelend muziek
je van de boot: motorgezoem en plassen van
het water tegen den voorsteven.
Toen zei de schipper, die tevens een soort
gids was in dit uitgekookt heelal:
Ladles and gentlemen, hier zijn we op de
plaats waar oudtijds de bruiloft gevierd werd
van de stad Venetië met de Adriatische Zee.,
Uit macht der gewoonte had de schipper de
dames in zijn verklaring betrokken: zij waren
er niet. Maar de eenige gentleman' schoot be
hoorlijk wakker. Wat had dat nu weer te be-
teekenen? Lucht en water, een saaie, vlakke
zee als op een plaatje. Er was alleen een oud
visschermannetje in een kleine boot, die pre
cies op dat oogenblik een wonderlijk net uit
wierp: een zakje met een rand waar ijzeren
pinnen op staken. Voor den drommel, wat had
het te beteekenen? Wilde die vent den bodem
van de zee bij-harken? Of kon je hier visschen
met een vlindernet?
Ja dht is een heel verhaal, zei de schipper,
daar' zou hij een en ander van kunnen vertel
len!
Mr. Peacock luisterde misschien voor het
eeTst van zijn leven met belangstelling naar
een stuk geschiedenis. En wht voor een ge
schiedenis Het jaarlijkseh feest van La
Censa. Het gouden statie-vaartuig „il Bucin
toro" dat uitvaart over het Canal Gran
de, de Doge en den Aartsbisschop met hun ge
volg staande op de voorplecht. De twaalf ver-
dig en dood-lakonlek naar een goudsmid in
de stad en hij was blij met het 'geld, dat voor
hem werd uitgeteld.
Na het diner, tegen den avond, zocht mr. Pea
cock den schipper weer op bij zijn motorbootje
tegen den aanlegsteiger van het hotel. Samen
liepen zij door nauwe en donkere straatjes,
waar luguber volk op de stoeptreden zat of
uit de ramen hing. Toeristen kwamen hier niet,
of het moesten er zijn die de zonde zochten.
Maar mr. Peacock had zich met een geheel
ander doel begeven in dit onguur kwartier.
Hem liet de gedachte niet los om in Seattle op
zijn vlakke hand een antieken ring te toonen
van blinkend goud en er het verhaal hij te
vertellen van de wonderlijke echtvereeniglng:
zee, wij huwen u
In een donker hol achter een twijfelachtig
winkeltje werd het visschermannetje gevon
den. Maar Giaoomo wist van niets. Trok hij er
dan niet met zijn 'bootje op uit? Jawel, maar
hij zocht schelpen, de kleurige schalen, waar
de kinderen mee spelen. (De schipper gaf een
knipoogje). Of hij dan nooit het verhaal ge
hoord had van de ringen op den bodem der
zee? Och wat, er wordt zooveel verteld! De
zee geeft haar goud niet terug, zij Is de gierigste
©ohatbewaarster van de wereld. Hadden de sta
len pennen dan nooit bij toeval een ring ge
grepen? Misschien ja, een keer, een klein rin
getje, dat ook wel van bet lijk van een dren
keling afkomstig zou kunnen zijn. Maar In geen
jaren was er meer iets opgehaald. (De schipper
gaf weer een knipoogje).
Het heeft aldus zeer lang geduurd, voor het
visschermannetje met de trage stappen van zijn
sloffende voeten naar een muurkast ging en
een met ijzer .beslagen kistje voor den dag
haalde. Betooverend was de glans van den ring
in het donkere vertrek. Mr. Peacock moest
bij het hooge ronde raam gaan staan om het
jaartal te kunnen zien: 1543. Hoeveel hij voor
den ring 'betaald heeft, wilde hij later in Seattle
Het huls lag op een zeer afgelegen plek.
De verroeste scharnieren maakten een pie
pend geluid, toen Tippel de deur opende.
Is daar iemand? riep hij naar binnen.
Geen antwoord. Tippel keek nog eens om,
In de verte zag hij zijn gids die hem hier
gebracht had, langzaam op zijn kameel naar
Biskra terugrijden.
Toen ging hij het huis binnen.
Zijn koffer had hij, om hotelkosten te spa
ren, mee genomen. Het huis bestond slechts
uit één vertrek. In het midden stond een tafel
enkele driepootige stoelen er omheen. Tegen
den muur zag hij een bed, met een zwaren,
houten, hemel. Dan lagen er nog enkele voor.
werpen, zooals een leege flesoh, een paar stee
nen, op den vloer.
Juist ging de zon onder. Het vertrek was in
duisternis gehuld.
Tippel nam een kaars uit zijn koffer
stak deze aan. Toen keek hij op zijn horloge.
Acht uur! Nog lang voor het weer ochtend is,
dacht hij, maar ik geloof niet aan dien onzin
Bovendien kan ik binnen twintig cninu.te°,^.t
Zijn
Biskra zijn. En ik heb mijn revolver!
zullen ze in Heihuizen opkijken! P
ging de kaars uit.
- Wie is daar? stotterde Tip^^ gtak
Geen antwoord. Tippel stond op
kaars weer aan. Er was niemaf+pn Ziin 1"
trek. Tippel wilde weer gaan zi el
was verdwenen! zIch teru
Als-je-me-nou, trok on us in
de richting van de deur.
Ontzet deinsde hij teruSi.
Om de knop van de deur■hadzich een groote,
gele slang gekronkeld, dm nfidig siste.
streek viel Tippel op het bed
lijdend om het figuur van schatters, de de
unieke zeldzaamheid van zulk een (kleinood met
in het minst toonden te beseffen.
guide schepen met de admiraals der vloot, de nj0t mggen pat was zijn geheim en het ver
honderden versierde gondels van de magistraat, boogde glorie van zijn koop. Als er ooit een
de edelen en de«voorname burgers. Vaandels bedrag genoemd werd (de conversatie op zü'n
en banieren, klokgelui en schuimende muziek. wag'met geldsommen doorregen als goede
En dan de Aartsbisschop, die den ring zegent TCemanstaaI met ^ken) dan lachte hij mede-
en hem aan den Doge geeft. En de Doge, die
hem werpt in het water: „Zee, wij huwen u ten
teeken van onzen trouw en van onze voort
durende overheersching". Waarna het eindeloos
bruiloftsgejubel losbreekt van de stad, die op
nieuw met de Adriatische Zee verbonden is in
den symbolischen echt.
Ja dat was een verhaal. Mr. Peacock had er
naar' geluisterd met open mond. Maar, voor den
drommel, wat had nu dat visschermannetje
ermee te maken?
Eigenlijk was het een geheim. Niemand wist
het en niemand mocht het weten, zelfs Onder
de Venetianen niet. Toch wilde de schipper het
mr. Peacock wel vertellen. Maarssst! voor
zichtig, niet aan de groote klok hangen!
De heele zaak !s misgeloopen door een onnoo-
zelen twist. Ruzie heeft in het leven al zoo,
veel kwaad gebrouwenDe aanleiding had
niets te beteekenen: het ging om een postduif
of zoo iets. Giaoomo en de schipper zijn elkaar
gaan haten en het prachtig en verleidelijk sce
nario van de ringvisscherij is ineen gestort.
De schipper wijst de plaats niet meer aan
waar eertijds de Doge de zee koos als i u
voor zijn stad. Giaoomo sluipt s avon s e
terrassen af van de groote hotels en ïee m
Welnu: langen tijd wierp elk jaar de Doge een cren bj, -n fl©©^©. Men zij echter ge
ring in (het water. Dat waren dozijnen ringen, ze nj, niet echt.
mooie -gouden antieke ringen. Ze lagen daar op I JAN N
den bodem der zee, verzonken in een laag hard
en vast zand. En het vissohermannetje zocht
ernaar. Voorzichtig, voorzichtig, krabde hij met
zijn vreemd instrument over den bodem, snuf
felde hij meter voor meter den grond af.
gen -wanhopi® weri^ een l^eimenschelflkfi L
2t
Geheel
n-'Help, gilde gSt
De hemel van het oea zalcte langzaam naar
beneden. Ongeveer een halven meter boven
zijn hoofd bleef de hemel staan. Er viel een
plank naar beneden, die de ruimte tusschen
den hemel en het bed afsloot.
Precies een doodkist, klappertandde Tippel,
poen zag hij een grooten uil, die hem
strak aanstaarde.
Tippel was radeloos van angst. Hij trok zijn
revolver en vuurde driemaal in het blinde
weg-
Raak! De uil viel dood op den grond.
Het schieten echter had de rust van het
huis verstoord.. Overal klonken geluiden. Tip
pel hoorde boven alles uit een onafgebroken
kloppen:, klop-klop-klop-klop, een pauze en dan
weer viermaal kloppen.
Plotseling verdween het bed in den grond.
Mat, groen ücht straalde hem tegen. Zoo kon
hij naar buiten ontsnappen!
Met een schreeuw sprong hij terug. In een
hoek van den kelder zag hij vier geraamten!
En zag hij daar niet een hyena wegsluipen?
In doodangst klauterde Tippel weer in het
Vertrek terug.
Wat was dat? Op de tafel lag een klomp
goud'.
Tippel sprong er op af. Juist toen zijn hand
den klomp aanraakte werd het vertrek hel
rood verlicht. Van alle kanten klonk tromge
roffel, fluiten, gillen. Toen verloor Tippel
het 'bewustzijn.
grootvader waa een Engelschman en,
zijn grootmoeder een Deensche, zijn vader in.
Kaapstad geboren. Die vader ging naar Frank
rijk werd daar grootgebracht en kwam ten
elat-te dn Genève terecht, waar hu een
baantje kreeg bij den Volkenbond. Hij trouw-
de daar met éen Itaiiaansche en het olken-
bonidskindj>e werd in Genève geboren, is nu
een jongen van een jaar of zevèn, een^ echte
cosmopoliet tevens, zooals de meeste olken-
honds-kinderen die onbewust van alle volken-
bondsgejamm-er onbezorgd in de parken van
de stad aan het meer spelen.
Er zijn momenteel ongeveer twee honaera
m deze Volkenbondskinderen, niet al-Ie zoo
casmopolitisch aJs die jongen van een jaar
of zeven maar toch allemaal ver levend van
hun vaderland en in de internationale sfeer
der conferentiestad, waarvan ze overigens
gelukkig niet veel last hebben. Hun vaders Ol
moeders -werken op de buraaux -ram den Vol-
ïenbohd, duizend in. getal, allen Meden, in
den loop der jaren onder de banier van vredes
duif en olijftak samengestroomd. Het is ech
ter de vraag, of deze Volkenbomdskinderen
hun meerderjarigheid onder de echutse van
den Volkenbond zullen bereiken, want of-
schoon ze alle in Genève geboren zijn, kunnen
ze zich toch niet voor Zwitserache burgera
uitgeven en de huidige stand der internatio
nale wetten maakt het moodig, dat ze op een
goeden dag moeten beslissen, van welk land
ze het Staatsburgerschap willen aanvaarden.
Vele der kinderen gaan dan ook als z® zoo
wat tien jaar zijn naar de £^Uj^a^igell.
of moeder, om in een eigen 0
de omgeving op te Kroei®"' l
Tn het (begin waren de employes van den
Volkenbond bijna altenaal Angel Saksers,
er kwamen steeds meer Vertegenwoor-
dlgers van andere rassen en ook daardoor zijn
do" volkenbondsikinderen ware polyglotten, die
niet op een of meer talen kijken, wanpeer ze
nun mondje open doen.
In -de parken van Genève brengen ze hun
prille jeu-gd door, spelend, slapend, soms
ruzie makend ondeugende streken uithalend
etc. en het 'is niet onwaarschijnlijk, dat ze
zich in dit opzicht meer en echter internatio
naal kunnen noemen dan de heele Volken
bond bij elkaar
De geleerde heeren.
De burgemeester van Workum, een klein
zoon en naamgenoot van den vroegeren Hof-
predikant ds. Koetsveld, vertelt in „Pniel van
zijn grootvader:
Prof. Gunning kwam menigmaal mijn groot
vader bezoeken. Zij zaten dan steeds op groot
vaders' studeervertrek te praten. Bij zulk een
gelegenheid kwam er iemand om grootvader
te spreken. Toen de dienstbode aanklopte om
dit te melden, riep professor Gunning. „Bin
H0H
Op de mededeeling: „Dominee, er is
om u te spreken", antwoordde profes®
ning: „Neen, meisje, ik heb nü ie^nd dij me
en ben vöor niemand te spreken
En grootvader, eveneens se
in de wel zeker geleerd-theologische bespreking
met den professor, merkte ook niets van da
Z°De mridïing'lachend mijn tante vragen hoe
dat nu moest. -„ storen
Tante durfde de oude heeren niet
en liet den bezoeker zeggen, dat hd
terug moest komen, maar niet te^
dat de conferentie nog wel een
duren".
O—
Om te onthoudc1 n
dezen zuinigen
Een Schot kreeg bezoek van een ouden
vriend.
Tippel ontwaakte in zijn hotelkamer.
Gedroomd? zuchtte hij.
Toen boog zich een dokter over hem heen.
Voelt U zich wat beter? vroeg hij bezorgd.
Tippel keek hem verwezen aan.
Twee dagen geleden hebben wij U bewus
teloos in dat huis gevonden. Zulke dingen
moest U, op uw leeftijd, heusch niet meer uit
halen.
Ja wol, zei Tippel,, maar ik heb het toch
Er werd op de deur geklopt. Een brief voor
Nadat zij langen tijd samen gepraat
1 ndden vroeg de Schot: 't Is al ongemerkt
laat geworden. „Wil j6 een verfrlssching he-b-
ben?"
„Ja, gaarne", antwoordde de dorstige gast.
„Goed", zei de Schot, „dan zal ik het ven
ster open zetten".
Adresse d'outretombe.
Gelezen in het Dagblad van Rotterdam:'
Kaartspelrubriek.
Klaverjassen.
Redacteur dezer rubriek was wijlen de heer
K v. Woustraat 112, Amsterdam. Verzoe
ke alle mededeellngen aan bovenstaamt aéret