HET AL TE DURE KERKHOF. LEZERS VAN ONS BLAD. GEADVERTEERDE ARTIKELEN. MGR. DR. METHOD ZAVORAL IN ONS LAND. NA CHRISTUS' ZEGETOCHT. ,*r - Een rommelmarkt t DE HELPENDE HAND HET WOORD IS NU AAN DE LIEFDE. ZATERDAG 2 JULI 1932 NAAR HET VOORBEELD VAN SCAPA FLOW. OVERWEGINGEN VAN DE OUD- IJZERMARKT. PUBLICATIE VAN GEHEIME STUKKEN. DE INDISCHE POSTYLUCHTEN. UNIE-LOTEN- Moderne kooplieden geven door hunne advertentiën in de dagbladen blijk, met hunne aanbiedingen de concurrentie het hoofd te kunnen bieden. Zij treden met hunne producten en de prijzen, welke zij er voor rekenen, openlijk op en leveren hierdoor het bewijs, aan het publiek de beslissing in daden van koop te durven overlaten. De meest geadverteerde goederen vinden den groot sten aftrek. Zij zijn bijna altijd de beste en de goed koopste. Koopt dus uitsluitend DOELMATIGE ADVERTENTIËN 'N ONDERHOUD MET DEN HOOG- VAARDIGEN ABT VAN STRAHOV. INDRUKKEN VAN HET EUCHARIS TISCH CONGRES TE DUBLIN. De positie der Katholieken in Tsjecho-Slowakië. IK GYP t gF I (Van onzen correspondent.) Berlijn, 30 Juni 1932 21 Juni 1919. Triest ligt de Duitsche oorlogs vloot op het stille water van Scapa Flow, be spiegelingen te maken over de vele glorie, die eens beloofd, maar nimmer behaald werd. Zon der te vechten is dit instrument, waar zoo enorm veel om te doen was, naar zijn laatste ankerplaats gestoomd en het ligt daar nu in de machtige greep van den vijand, die het vier jaar lang tot een eerlijk gevecht uitgedaagd heeft, een schouwspel biedend, waarbij zelfs de buitenstaander zich het schaamrood naar de wangen voelde stijgen. Maar daar komt opeens leven ln de doode schepen. Booten worden uitgezet en de beman ning schaart zich erin. De wacht aan de kust blaast alarm en schroeft haar verrekijkers uit. Ze kijkt, en ziet meteen ook, dat het al te laat is om nog tusschenbeiden te komen. Want toen de Duitsche admiraal, die het bevel over de gevangen oorlogsvloot voerde, vernam, dat in Versailles tot de definitieve uitlevering be sloten was, van wat eens de trots der Duitsche natie uitmaakte, deed hij nog een laatste zee manspoging om de eer te redden en beval daarom de ventiels op den bodem der zee- kasteelen open te draaien. Deze daad is in de laatste dagen weer actueel geworden. Niet vanwege haar histo rische maar vanwege haar economische betee- kenls. Want het verbazingwekkende geval doet zich voor, dat hier en daar de vraag geopperd wordt of het maar niet het beste is de ver zinking van Scapa Flow nog eens te herhalen. Niet op de paar Duitsche kruisers, wel te ver staan, die den dans van Versailles ontspron gen zijn, maar op de handelsvloot. En wel op dat groote deel ervan, dat op de scheepskerk- hoven opgeborgen is en daar enorm veel kos ten veroorzaakt, die nooit of te nimmer meer goed te maken zijn. In Januari j.l. ongeveer wierp de Tijksver. keersminister een voorstel in het openbare de bat, dat er op doelde 100.000 ton aan vracht schepen en 300.000 ton aan passagiersstoomers eenvoudigweg af te breken. Hierbij redeneer de hij als volgt. Een deel van de opgelegde schepen zal nimmer meer in de vaart komen en is dus totaal overbodig. Een ander deel eerst over zooveel jaren, dat het geheel ver ouderd zal blijken te zijn. Aan al die schepen hebben we dus niets. Ze veroorzaken slechts hooge onderhoudskosten en derhalve is het maar het beste ze op te ruimen. Komen er ■weer betere tijden, dan kunnen we fluks nieu we schepen bouwen en hebben we daarmee op de concurrentie alweer een stuk voor. Boven dien, zoo dacht de minister, zijn er nog de werven, die niets hoegenaamd te doen hebben en welker bestaan met het oog op de toekomst toch bestendigd moet blijven. Deze werven zul. len met het afbreken langen tijd van werk voorzien zijn en daarmede is de gemeenschap alweer van een nijpende zorg bevrijd. Op grond van deze redeneering sloeg hij een premie van ongeveer 35 mark voor, door het Rijk aan de reeders te betalen, voor eiken ton, dien zij naar den slooper zouden brengen. In scheepvaartkringen werd dit vandaalsch aandoende plan niet slecht opgenomen, maar natuurlijk was men er dadelijk op uit de con dities nog wat verbeterd te krijgen. Een min der goed onthaal vond het voorstel bij den mi nister van financiën en aldus werden er vele discussies geopend, tijdens dewelke de af braak langzaam in den doofpot verzonk. Maar daar is zij nu weer uit opgevischt en wel door de vergaderingen van de groote scheepvaart maatschappijen, welke bij elkaar geroepen werden om hun fiat aan de saneeringsplannen te hechten, welke door den loop der dingen noodzakelijk en door de regeering voorge schreven werden. Hierbij kwam de dure post van het scheepskerkhof natuurlijk ook ter sprake alsmede de volkomen overbodigheid van een aantal eenheden, die daar bijgezet zijn. Maar nu blijkt bij nadere berekening, dat het Januari-voorstel van het verkeers-ministe- rie toch te duur is om uitgevoerd, te worden en dat er ten slotte weinig anders overblijft dan de lastposten maar naar open zee te slee pen en daar de ventiels te openen, juist zooals dat dertien jaar geleden ook in Scapa Flow gedaan werd. Er bestaat weinig kans, dat deze radicale maatregel tot uitvoering zal komen, maar ze mag toch wel gememoreerd worden, wijl ze een goed licht op de situatie werpt. De zaak is n.l. deze, dat de schepen der Duitsche handelsvloot gemiddeld met 50 a 60 mark aan allerlei verplichtingen belast, zijn. Breekt men de schepen af, dan blijven deze lasten over. Echter neemt de regeering er 35 mark van voor haar rekening, zoodat de lasten met dat bedrag verminderd worden. En dan is er nog de kwestie van het oud ijzer. De koer sen van oud ijzer staan echter catastrofaal laag. Worden er vier honderd duizend ton aan scheepsruimte afgebroken, onverschillig hoe langzaam het tempo is, waarin deze operatie voltrokken wordt, dan zal de noteering tot niet meer dan 5 mark per ton zakken. Die 5 mark kunnen aan de 35 mark van de regee ring toegevoegd worden en door afbraak zou den de reeders dus ongeveer 75 tot 80 pet. van hun verplichtingen kwijt raken. Maar nu zijn er nog de werven. Deze ver langen voor het afbreken 10 a 11 mark per ton en dus tweemaal zooveel als het oud ijzer op leveren zal. Deze onkosten moeten echter door de reeders gedragen worden en dezen hebben daarin uit den aard der zaak niet veel lust. Het is op grond hiervan, dat vanzelf de vraag geopperd wordt, of het maar niet het goed koopste is de heele overbodige boel kortweg tot zinken te brengen. Maar hieraan hebben eerstens de werven niets. En dan is er ten tweede nog rekening te houden met de oud-ijzer-koersen van de bui- tenlandsche markt. Deze koersen zijn aanzien lijk veel hooger dan de Duitsche, maar men kan de rommel niet exporteeren, wijl er een uitvoerverbod op oud ijzer bestaat. Opheffing hiervan stoot op zekere bezwaren, maar in alle gevallen zijn de Duitschers het over één ding met zich zelf eens: wanneer zij niet snel met afbraak beginnen, zullen anderen hen vóór zijn en dan zal de internationale oud-ijzer markt zoodanig gederouteerd worden, dat er werkelijk weinig anders over blijven zal dan het openen van de ventiels. Beklaagden tot resp. IV2 en 1 jaar veroordeeld. BATAVIA, 1 Juli. (ANETA.) In de zitting van den Raad van Justitie al hier heeft de President voorlezing gedaan van het vonnis tegen den journalist F. M. de Wit. Het vonnis dat een jaar en drie maanden ge vangenisstraf luidde, bevat een uitvoerig exposé van de aanrakingen, die De Wit met den ambtenaar Noya heeft gehad en van de levering der stukken door dezen, en voorts een relaas van de diverse gesprekken tusschen beiden terzake van de aanbiedingen, gevoerd o.a. over de geheime notulen van den Raad van Ned.-Indië. Het vonnis staat vervolgens stil bij het vraagstuk van de mededaderschap en de daar mede samenhangende feiten, en bevat tenslot te de schuldigverklaring wegens het nemen van inzage van een geheim stuk betreffende de Landsdefensie van een ambte.iaar onder belofte van een gift teneinde dezen er toe te bewegen handelingen te plegen strijdig met zijn plicht. Het vonnis in de zaak tegen den ambtenaar Noya luidde een jaar gevangenisstraf. Het vonnis tegen Noya is gebaseerd op de aanneming van eene belooning voor een han deling in strijd met zijn plicht. De beide vonnissen luiden met aftrek van den tijd in preventieve hechtenis doorgebracht. De „Duif" op de thuisreis, is te 6.56 uur uit Batavia vertrokken en na een tusschenlanding te Palembang om 14.64 in Medan geland. De „Ekster" op de uitreis, is te 5.21 uit Me dan vertrokken en met tusschenlandlngen te Palembang en Batavia, te 16.15 te Bandoeng geland. De Ijsvogel verrok gisteren uit Athene en arriveerde in Cairo. RELLETJES TE HOORNSTERZWAAG. Donderdag diende voor het Hof te Leeuwarden in hooger beroep de zaak van J. S.. J. A., J. M. en A. K., allen betrokken bij de relletjes op 7 Januari 1932 in de werkverschaffing te Hoorn- storzwaag. Bij vonnis van de rechtbank te Leeuwarden op den 14den Maart werd J. S. veroordeeld tot drie maanden, J. A. tot twee maanden met aftrek van preventieve hechtenis en werden M. en K. vrijgesproken. De procureur-generaal eisohte tegen S. en A. een gelijke straf, tegen M. drie maanden en tegen K. vijf maanden gevangenisstraf. Mr. Heemskerk, raadsman van K., vroeg vrij spraak. Mr. van 't Hoff Stolk, die de vorige maal raadsman van S. was, had zich thans teruggetrokken. De rechtbank te A'dam deed Donderdag uitspraak in de zaak tegen J. B., hoofdvertegen woordiger van de N.V. Handelsmaatschappij Presto, die zgn. Unieloten verkoopt. Wegens overtreding van de Loterijwet was de hoofdvertegenwoordiger door den kanton rechter veroordeeld tot 100 boete, nadat twee maal de dagvaarding nietig was verklaard. De Officier van Justitie had bevestiging van het vonnis geëischt, terwijl de verdediger, mr. Max Levenbach, ontslag van rechtsvervolging subs, vrijspraak had gepleit. De rechtbank vernietigde op formeels gron den het vonnis van den Kantonrechter en ver oordeelde verd. wegens het in voorraad heb ben en te koop aanbieden van loten zonder de bij de wet vereischte toestemming tot een voorwaardelijke hechtenis van 8 dagen met een proeftijd van twee jaar en een geldboete van 300 subs, één maand hechtenis. Loterijen als de onderhavige aldus over woog de rechtbank, buiten de speelzucht van het publiek ten eigen bate uit, terwijl de loterij deze speelzucht aanmoedigt. De verdediging heeft cassatie aangeteekend. Waarin de kracht ligt .VOORTAAN ALLEEN MAAR TOEKIJKEN 7 Door de week trekken een paar armzalige bloemententjes op den Campo del Fiori slechts vluchtig de aandacht der voorbijgangers. Bij ihet hekwerk dat het standbeeld van Giordano Bruno voor de zucht naar klauteren der ïtomeinsche jeugd moet beveiligen, staat een enkele keer wel eens 'n koopman, die tien stukken prima, prima, echte Parijsche reuk- zeep aanbiedt, niet voor twintig, niet voor vijftien, niet voor tien, maar voor vijf on- noozele lire. Het straatgewemel in de nabij heid van het Palazzo Farnese, tegenwoordig het Fransche gezantschapsgebouw, onder scheidt zich overigens in geen enkel opzicht van het gewone stadsbeeld van het Pauselijke Rome, schaduwrijke straten; waarboven een smalle streep zonnelicht vlamt, dat nooit naar beneden kan doordringen, kooplieden, die ge laten en slaperig voor de deur van hun kel- A«rrachtigen winkel luieren, vrouwen uit het volk die onder druk gepraat levensmiddelen koopen voor 's middags, 's avonds en tegelijk ook voor den dag van morgen, en eindelijk kinderen, tall-ooze kinderen, schreeuwende, spelende en grienzende kinderen, van kruipen de hummels tot opgeschoten bengels en schreeuwerige reclameplaten voor films van bet vorige jaar. Maar een enkelen keer per week (en volgens de traditie is het altijd op Woensdag) krijgt dit beeld zijn eigen kleur, wint het aan nooit vermoede levendigheid en tint, dan wordt he. in den wirwar van den doolhof der steegjes nog drukker, dan lijkt de buurt op den hek senketel uit het sprookje die overkookt en met zijn schuimenden inhoud alles overstroomt. De uitdragers van heel Rome zijn hier samen gestroomd; hier worden -dingen aangeboden, die schijnbaar bun laatsten kooper reeds lang -gevonden hebben. Nu is het absoluut onmoge lijk om door de smalle steegjes, die door de opeengehoopte en aaneengerijde kraampjes nog smaller lijken, een doorgang te vinden. Onder oorverdoovend geschreeuw wordt hier letterlijk alles te koop aangebeden. Verroeste kachels, en gebarste guitaren, prenten in schrille kleuren naast herhaaldelijk opgelapte ketels, kostbare miniaturen op ivoor, naast „spreekhoorns" uit lang vervlogen tijden, antiek brocaat en kunstzijden ondergoed, be duimelde -boeken in perkament© banden, schreeuwerig beschilderde bloemvazen, wonder volle tabaksdoozen uit den empiretijd en pluche stoelen, geheel door den houtworm doorvreten, parasols en muizenvallen; prach tig kantwerk uit de zeventiende eeuw en auto- claxons, zilveren kerkkandelaars en versleten -vloermatten, echte R-omeinsche munten, che mische retorten, en ja noem maar wat ge wilt, op het Campo del Fiorl zijn overal han delaars en liefhebbers voor te vinden. De koopers kan men in drie groepen on derscheiden. Het eerste type: Mario en Peppina willen over veertien dagen trouwen. Peppina droomt van een mahoniehouten ledikant zooals zij er een3 een gezien heeft in een Hollywood- film. Mario was altijd zuinig, maar nu heeft hij geld en trekt hij met zijn bruid naar de rommelmarkt. Daar ziet hij een heeriijk breed Ijzeren ledikant uit grootvaders tijd. Onver schillig vraagt hij naar den prijs. Tachtig Lire! Hij biedt er twintig. Tenslotte wordt hij het met den koopman eens voor den prijs van 27.5 Lire. Hij beeft een goeden slag ge slagen. Maar de koopman niet minder! Voor 543 Lire koopt Mario zijn heele huwelijksuit zet. Peppina heeft gezien dat haar weelderige droomen over vorstelijke meubels ijdel waren. Het tweede type: Hij heeft geen geld, maar veel fantasie d.w.z. hij heeft evenmin verstand van brokaat als van aluminlum-pannen. Maar bij alle kraampjes staat hij even stil, van alles wil hij den prijs weten; hij amuseert zich als een straatjongen, die over de schutting naar een voetbalwedstrijd staat te loeren; hij biedt bespottelijke prijzen, maar trekt zich handig terug, wanneer de koopman op zijn bod dreigt in te gaan. Voor zijn oud horloge of ziju ring wil hij wel wat ruilen, maar hij vraagt zooveel, dat de koopman hem ten slotte onder allerlei fraaie -bewoordingen -hartelijk verwenscht. Dan verdwijnt hij weer in de massa. Het derde type: Meestal is het een vreemde ling die bewust van zijn handelsinstinct en zijn intelligentie een goeden slag denkt te slaan. Zoodra het een of ander ding hem in teresseert, zit hij er aan vast als een visch aan het lokaas. Hij dingt wel af, maar dit hoort nu eenmaal zoo bij den markthandel. Voor een pronkstukje waarvoor de koopman 400 Lire vraagt, biedt hij er 200,en hij krijgt het ook voor dien prijs. Maar wanneer hij wat meer onverschillig gelboden had, dan had hij toet ding gemakkelijk voor 100 Lire los kunnen maken. En toch is toij geen ver liefde Mari-o, maar een nuchtere Engelschman, die zakelijk rekent! De kracht van den koopman op de Woens- dagache rommelmarkt te Rome ligt in zijn slimheid. Hij kent zijn klanten op toet eerste gezicht. De prijs van zijn koopwaar weet hij precies af te meten aan toet voorkomen van zijn koopers. Mario, die een ijzeren ledikant n-oodig heeft, of Mister Clark, die een antieke snuifdoos voor zijn verzameling wil hebben, allen toetalen den prijs, waarvoor zij te voren Instinctmatig zijn aangeslagen. Sofakussens er. antieke Siciliaansche divankleeden hebben altijd en op het geschikte oogentolik hun juisten prijs. En nu ik zelf. Ik heb op den Campo dei Fiori een zilveren cigarettenkoker gekocht, waai- geen grein zilver aan was. Ik heb daar een Kaschmir kleedje met franjes voor mijn divan gekocht, na veertien dagen was het enkel franje. Ik was zoo gelukkig er een an tieke vaas machtig te worden, maar later ont dekte ik op den voet 'het merk van een Tsechische fabriek. Blijkbaar moet ik dus bij de derde groe-P van koopers ingedeeld worden. In het vervolg kijk ik alleen nog maar toe zooals de marktbezoekers van de tweede cate gorie. Hopelijk kom ik nooit terecht bij de eer ste groep en behoef ik mijne woning nooit als Mario te sieren met dure meubeltjes en ver sleten tapijtjes! Wanneer de fabricatie, of de voorraad uwer artikelen, den omzet, den verkoop overtreffen, geeft aan 'n serie dan eens de kans U te helpen, den aftrek uwer producten te vergrooten. Onze Haagsche redacteur schrijft ons: Bij zijn aankomst Donderdagavond in Den Haag had mgr. dr. Method Zavoral reeds wel willend toegestemd in een onderhoud met ons in zijn hotel en zoo zaten we dan Vrijdagmor gen, terwijl de chasseur met ons kaartje naar boven was om ons bij mgr. aan te dienen een oogenblik ln de ruime, weelderige hall van het Palace-hotel te Scheveningea op mgr. te wach ten. Buiten striemde de regen door de lucht en hoe welkom zoo'n buitje na de droogte van de laatste weken velen ook moge zijn geweest, het was toch niet het meest geschikte weer om de badplaats op z'n voordeeligst te doen uitkomen. Neen, dan was de entree van den Abt van Strahov op Scheveningea heel wat stralender geweest, toen hij onder het prachtigste zomerweer ln het Palace- hotel afstapte en toen even na zijn aan komst op het strand voor zijn hotel een schit terend vuurwerk werd ontstoken, alsof het was te zijner verwelkoming. We hadden slechts even gelegenheid om over deze tegenstelling te mijmeren, want spoe dig zagen we de rijzige figuur van mgr. Zavoral de trap afdalen en de hall betreden. Zijn hooge en forsche gestalte in wit habijt, met het gouden abtskruis op de borst en de kruin gedekt door een paars kalotje, was wel een imposante verschijning in deze statige om geving. Een oogenblik stonden wij er door ge troffen, toen mgr. reeds allerminzaamst op ons toetrad en met een innemende twinkeling in zijn vertrouwen-wekkende oogen, ons vriende- lijk uitnoodigde tegenover hem plaats te nemen. DE PRACHTIGE HOUDING VAN HET IERSCHE VOLK. (Van onzen bijzonderen correspondent Mgr. Dr. Zavoral. De meden van onze kornet was bekend, en we konden dus direct met het verzoek om ©enige indrukken vam het Dublinsche wereldcongres, waar mgr. toet katholieke Tsjecho-Slowakië vertegenwoordigde, van wal steken. Wat mgr. Zavoral, die als lid van toet per manent comité voor de organisatie der Eucha ristische congressen reeds verscheidene van die congressen heeft meegemaakt, ln Dublin het meest had getroffen, was de slot-processie in het Phoenixpark, waaraan meer dan een mil- lioen menschen deelnamen. Dat was iets gran dioos, zooals hij nog nimmer gezien had! En met de grootste bewondering ©prak mgr. over de voortreffelijke organisatie van deze massale bijeenkomst. Enthousiast was mgr. ook over de Fransche bijeenkomst, waar de generaal der Dominicanen de hoogwaardigste pater Gillet een schit terende rede hield. En dan de deelneming van heel het Iersche volk aan het congres. Iedere stad en ieder dorp van Ierland was zoo versierd, alsof daar het congres plaats had. Ook het Eucharistisch congres te Amsterdam had mgr. bijgewoond, ook daar was de deel neming van de katholieken algemeen. Maar omdat daar de processies niet door de straten mochten trekken, kwam deze deelneming slechts hoofdzakelijk tot uiting in de plechtige bijeenkomst ln het Stadion. De Ho-llandsche aard spreekt zich niet zoo sterk naar buiten uit; de Hollanders zijn kalmer en ernstiger dan vele andere volkeren, maar als zij zich geven aan iets, dan ia toet ook geheel en al en duurzaam. Het was nu de vierde keer, dat mgr. Zavoral Nederland bezoekt en hij had alle bewondering voor de heilige energie en het prachtige doorzettingsvermogen waarmee de Nederlandsche katholieken de zaak van den godsdienst behartigen. In menig opzich geldt voor ons het Hollandia dooet, zeide mgr. De Katholieken in Tsjecho- Slowakije. Vervolgens kwam het gesprek op de positie der katholieken in Tsjecho Slowaklë. Mgr. vertelde, dat e-r ln zijn land een ge lukkige wederopleving van het katholicisme De kerken worden des Zondags weer druk bezocht, ook door de mannen. En het zijn juist de intelleotueelen, die het onredelijke en in. houd-looze van het atheïsme beginnen in te zien. We hebben voorts prachtige katholieke jeugd organisaties, zei mgr. Een veree-niging van stu denten van lycea en universiteiten telt niet minder dan 30.000 leden. Een andere uiting van opbloeiend geloofs leven is bijvoorbeeld, dat er In acht dagen tijds 200.000 pelgrims de Svata-Hora (Heilige Berg), een genade-oord van de H. Maagd, bezochten. De overgroote meerderheid der bevolking, on geveer 80 procent, is katholiek, maar het zijn helaas niet allen practiseerende katholieken. En dat is vooral een gevolg van de niet-ka tholieke scholen. In Tsjecho-Slowakië zijn een zeker aantal katholieke scholen, maar in Bo- hemen en Moravië, waar de bevolking xatho. lie-k is, hepft men staatsscholen. Weliswaar ge ven daar de priesters godsdienstonderwijs, maar dat wordt bij de kinderen weer geheel ge neutraliseerd door den anti-religieusen geest der links georiënteerde onderwijzers. Ook over de verhouding van de katholieken ten opzichte van de regeering sprak mgr. Zavo ral nog eenige oogenblikken. Het teganwoor dige Tsjecko-Slowaaksche gouvernement doet al het mogelijke om de betrekkingen met den H. Stoel te regelen en ook van de zijde van het Vaticaan wordt alles gedaan om de bestaande moeilijkheden op te lossen. De tegenwoordige nuntius mgr. Ciriaci heeft reeds in 1928 met de Tsjectoo-Slowaaksctoe regeering ©en Modus- vivendi gesloten, welke de basis is voor verders overeenkomsten en- vergelijken. Eén der gods dienstige kwesties, welke reeds is opgelost, i3 bijvoorbeeld de erkenning door den staat van het recht mn geheel vrije benoeming der bis schoppen door den Paus, waartegenover dat het Vaticaan zijn instemming beeft be uig met de herziening van de begrenzing der fl ees© n in overeenstemming met de 3j-aa s£rstt- zen. Deze kwestie is bijvoorbeeld van e^ groot ste belang voor Slovakië, waarvan een ge- eelte valt onder bet gezag van den aarts isschop van Esztergom, den primaat van Hongarije. De priesters van dat di-ocees zijn materieel afhankelijk van den bisschop van een ander land, terwijl de vreemde bisschop vaak uitge breide 'bezittingen heeft op Tsjeclio-Slowaaksch grondgebied. Dat leidt tot allerlei complicaties en daarom is een regeling van deze aangelegen heid zeer gewenscht. Maar dat zulk een rege ling groote moeilijkheden met zich brengt, vaït te begrijpen. Intusschen wordt er ijverig aan gewerkt en men hoopt tegen het einde van dit of het begin van het volgend jaar deze aange legenheden tot een oplossing te hebben ge bracht. Intusschen waren pastoor Postma met den heer Rückl, die mgr Zavoral op zijn reis ver gezelt, de hall van het hotel binnengekomen. Dankend namen wij dus afscheid van mgr. Zavoral en spraken nog eenigen tijd met den heer Rückl, die ons verschillende Tsjecho-Slo- waaksche vraagstukken nog nader toelichtte, D u b 1 1 n, 27 Juni 1932. De grootheid van een Euoharistiscto Congres kan niet worden uitgedrukt ln cijfers. Millioen menschen aldus schat men hebben giste ren de Pontificale Hoogmis bijgewoond in Phoenix park. Het was verbijsterend. Hon derdduizend, of twee- of drie honderdduizend menschen stonden te bidden en zongen hymnen langs den weg, dien de Eucharistische pro cessie volgde. Ook dit was overweldigend. Maar de glorie van toet schouwspel mag, hoe heilig dit schouwspel ook zijn moge, onze aan dacht niet blijven afleiden van toet wezen der dingen. Het zou valsch zijn ln verrukking uit te roepen: dit Congres was een heerlijk succes, want daar waren tien kardinalen en honderden bisschoppen en duizenden priesters en honderd duizenden leeken van alle naties, en uren lang hebben hymnen geklonken in alle hoeken van Dublin en bij onafzienbare legioenen hebben de geloovlgen geknield. Dit alles is treffend geweest, het heeft onze geestdrift opgewekt en onze Katholieke trots gestreeld, maar nu de guirlandes verdord en de bloemen verwelkt zijn en toet hoogaltaar van Phoenix heerscht over een vierkanten mijl van platgetrapt gras, met honderdduizenden stukken papier 'bezaaid, nu het meerendeel der congresgangers huiswaarts gekeerd is en Du blin's straten haar gewoon aanzien weerkrij gen, nemen onze gedachten een andere rich ting. WIJ vragen ons thans niet at, of een mll- lioen dan wel honderdduizend menschen de Pontificale Hoogmis bijgewoond hebben, -maar wij herinneren ons, dat er 250 millioen Ka tholieken waren in onze stormachtige wereld en nog oneindig veel meer menschen, die Ka tholiek k-onden zijn. Vergeleken bij die honderden millloenen was dat ééne millioen gisteren in Phoenix park weinig. Dat ééne millioen heeft het succes van het Congres niet kunnen bepalen. De honderden mil-lioenen zullen het moeten doen. Christus is geschreden door de straten van Dublin, en wij hebben de genade gehad Hem fco zien Christus is geschreden» negentien eeuwen geleden, door de straten van Jerusalem. Wij hebben ons op de knieën geworpen; en negentien eeuwen geleden wuifden de Joden met palmen en riepen Hosanna! Neen, wij beoordeelen het succes niet naar cijfers en getallen. Boven cijfers en getallen, eindeloos hoog er boven verheven, staat de geest van de Kath°. Heken der wereld, van de 250 millioen die nie te Dublin waren. Het is die geest, die getuigen zal van het succes of van de mislukking van Twee honderd-en-vijftig, en niet één miLHoen Katholieken zullen het succes moeten bekro- ne-n. A1 Wij maken liet ons gemakkelijk. s wij van vrede spreken, denken wij bÜ voorkeur aan een •betere verhouding tu&s-cU*11 Jandeny overeenstemming tusschen de staatslieden, aan afschaffing van reparaties, a*" beperking van 'bewapeningen Wij onttrekken ons gaarne aan de verantwoordelijkheid; 'wij betal-an onzen ministers zooveel d-uizend gulden per jaar om verantwoordelijk te «Ja voor den vrede, waar voor to-oh in werkelijkheid onzer verant woordelijk is- Do vrede met ons zelf de vrede met onze naasten, -de vrede in Christus! Arm® staatslieden! Wanneer wij betere Chris tenen waren, zouden zij niet zoo -hard voor den vrede behoeven te zwoegen. Wat zullen wij, pet&rimis, huiswaarts ge beerd, doen? Zullen wij met geestdrift ge-wa gen van die één millioen menschen vóór het altaar in Phoenixpark, van het purper der .bisschoppen en het scharlaken der Kardinalen van de beminnelijkheid van den Pauselijken Legaat en van zijn vorstelijke ontvangst? Of zullen wij zwijgen, maar de in onze harten ver gaderde schatten, die immers voor allen be stemd zijn, uitstorten? De wereld wacht er op, de wereld hunkert ernaar! Wij, Katholieken, hebben het recht en den plicht te gejooven, dat onze benauwen- de wereldcrisis er niet op de eerste plaats een is van reparaties en goederenprijzen, Wij keeren ter-ug van een Congres dat oneindig veel be langrijker is dan de Conferentie van Lausanne. Het werd gehouden onder voorzitterschap van den Koning der Kopingen. Van ons mag de we reld, van ons zal de Hemelsche Vader, meer verlangen en verwachten dan van de staats lieden der naties. De slotplec'htigh-eden van het Congres op Zondag zijn zoo overweldigend schoon en grootsch geweest dat zij al wat in de vorige dagen daaraan voorafgegaan was, overstemd hebben. De herinnering aan het oogenblik, waar op van het altaar aan de O'Connell's bridge de zegen gegeven werd; zal onultwi-schbaar zijn, En die Zondag was vooral zoo schoon, om dat toen het Congres in waarheid internationaal was. Wij zagen de Fransche delegaties naast de Duitsche opmarcheeren over de kade, en de Franschen hadden Duitschers en de Duitschers hadden Franschen kunnen zijn. Wij waren allen katholieken, wij waren allen Christenen, en niets meer dan dat, want wij konden niets -meer zijn en wnden niets meer zijn. De vorig© dagen waren wij nog verdeeld ge weest in sectie®, bevriend© en broederlijke secties wel-is-waar, maar toch verdeeld. Zondag waren wij één, volkomen één. Du'blin was ons al-Ier Kathedraal. 'De Ieren waren onze beminnelijke gast- heeren geweest. Hun hulpvaardigheid, hun vriendelijkheid, hun hoffelijkheid jegens vreem delingen waren voorbeeldeloos. Zij vochten om de eer onze dienaren te zijn. Zij zijn een volk om te omhelzen. Ik ken volken, die zich beter wasschen en die ik minder gaarne zou om helzen. De Ieren waren ons dankbaar, omdat wij gekomen waren. Zij, strijders voor het Katho liek geloof bij uitnemendheid, strijders en lij ders, ontvingen ons, hun geioof&genooten, met ongekunstelde liefde. Zij waren trotsch op ons. Maar bovenal waren zij blijde met ons be zoek. Zij verstonden ons en zij wisten dat wij hen vers-tonden. Want wij spraken één taal: de taal van onzen Goddelijken Zaligmaker. Zoo hebben de Ieren, ons gezien, en ik hoop dat wij allen de Ieren evenzoo gezien hebben. Maar het waren vooral de volksklassen die ons zoo broederlijk onthaalden. Ik heb gedele. geerden van andere naties, ongetwijfeld volko men te goeder trouw, hooren zeggen: ,,In dit land is nog veel te doen". Ik heb hen hooren zeggen en zij zelden het met Christelijke bedoelingen: „Wat zouden wij voor dit volk niet kunnen doen". Ik geloof het niet. Zij, die zoo spreken, ken nen noch begrijpen de Ieren. Zij begrijpen niet hoe het mogelijk Is, dat die Iersche volkszonen er zulk een eer en vol doening in stelden onze dienaren te kunnen zij, en hoe zij het dienaarschap met zulk een onvergelijkelijke gratie konden beoefenen als een edel eereambt. Het is gedurende de eerste dagen van het Congres mijn eenige doch niet geringe teleur stelling geweest dat er onder verschillende nationale delegaties een al te duidelijke neiging merkbaar geweest is fcidh op te "Vv'grpeg- tct vertegenwoordigers van de vol maak tst-KatllO- lieke bevolking der wereld. Ik ben herhaalde lijk gestuit op een vorm van nationalisme^ van nationale hoovaardij, welke indruisehte tegen heel het wezen van zulk een verbroederings feest in Christus. Zelfs rechtmatige trots op hetgeen een Katholieke natie of het Katholieke deel eener natie tot stand gebracht heeft of meent te hebben, kan het best tot uiting ge bracht worden door nederig zwijgen. Toen ik uittreksels uit de redevoeringen, op de nationale sectie-vergaderingen gehouden, in -de Iersche bladen las, was het mij soms te moede alsof te Dublin niet een Eucharistisch Congres, doch Olympische spelen voor Katho lieke voortreffelijkheid «®houden werden, het geen natuurlijk heel iets anders is. En deze indruk werd eerst gisteren geheel overstemd t®°n alle naties één werden in de aanbidding van het Allerheiligst Sacrament Op dit oogenblik dacht niemand er aan, dat de leren dit konden overnemen van de Franschen en dat van de Hollanders. Geen Duitscher of Engelschman dacht meer aan de voortreffe lijkheid zijner eigen katholiek© instellingen, en geen Ier want ook dit moet gezegd wor den beleefde meer eenige vruegde aan d© Pogingen door zijn regeering ongetwijfeld aan gewend om het Congres dienstbaar te-maken aan de Iersche wereldpropaganda tegen En geland. Het Iersche volk in zijn geheel kan niet hoog genoeg geprezen worden, maar voor zoo ver dat nationalisme, vereenzelvigd met dit Congres, van bovenaf bevorderd werd, moet het veroordeeld worden. Des te schooner Is het dat het volk er niet op gereageerd heeft, en allen hezoetet's zonder onder-scheld van nationaliteit de blijken zijner Christelijke broe derliefde en edele verdraagzaamheid heeft ge geven. De Fransche schrijfster Gyp Is overleden. Zij was een gravin de Mirabeau de Martel, die zich jong reeds op journalistiek en literatuur heeft toegelegd. Zij ontpopte zich als een zeer vruchtbaar schrijfster, die minstens eens per jaar een boek liet verschijnen. Soms waren het er echter wel twee of drie. Haar schetsen, romans en verhalen, dikwijls tamelijk frivool en dubbelzinnig van aard, munten uit door een vlotten en sprankdienden dialoog. Zij gaf met haar werk een uitvoerige zedenschildering van Fransche aristocratische en gefortuneerde, kringen in de laatste decen niën der 19de eeuw. EEN NIEUW GELUlDSFILM-PROCEDé Uit Leningrad woTdt gemeld dat de film-tech nicus Scholpo aldaar een nieuwe methode heeft uitgevonden voor de registreering van het ge luid hij het opnemen van geluidsfilms. Het ge luid wordt eerst grafisch geregistreerd alvo rens op de filmstrook te komen. De proefne mingen zouden hebben aangetoond dat de zui verheid van de geluidsweergave zoowel van het gesproken woord als van muziek volmaakter is dan bij een der thans bestaande systemen. Schoone vrouwen zijn slechts een week lang goed, goede vrouwen zijn haar leven lang schoon. i Wat drie weten, weten allen. Nalatigheid in het kleine maakt grootq verdiensten te niet. De mensch struikelt niet over bengen, maag; over eteenen, J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 2