%im tijwm
OoTfci*f JbfiRI
m
nQEZöMDEJru^
^OTUKKEJI
e
DE AUTEUR.
ÖTNSDAG Ï2 JULI IS®
HET LEIDSCHE STADHUIS.
VRAAGSTUK, t
DE VOORSTELLEN VAN
B. EN W,
Besprekingen in den gemeenteraad.
PATER C. KLESSENS.
BENZINE IN AUTO-RESERVOIRS.
RESTAURATIE VAN BOUVIGNE.
ROOFOVERVAL.
G,
PLECHTIGE OMMEGANG DOOR
DE BOSSCHE STRATEN.
Grootsche Mariahulde in de Oude
Hertogstad.
[SI
DE LEIDER»
DE ACHTERHAND.
De gemeenteraad van Leiden is gisterenmid
dag begonnen met de behandeling van de voor
stellen van B. en W. om:
a. de architecten C. J. Blaauw te Haarlem,
A. J. Kropholler te Wassenaar en ir. H. F.
Mertens uit te noodigen plannen te ontwerpen
voor een nieuw raadhuis met behoud van den
ouden gevel op het terrein aan de Breestraat,,
de te verbroeden Koornbrugsteeg en de Viseh-
markt met dien verstande, dat in de plannen
worden opgenomen een toren en een winkel
galerij aan de Vischmarkt en de bouwkosten
niet meer dan ƒ1.250.000 zullen bedragen, de
kosten van restauratie van den toren niet in
begrepen. Het honorarium der architecten zal
5000 bedragen, waarvoor de gemeente de
plannen koopt:
b. een commissie van deskundigen te benoe-
Inen, bestaande uit. dr. H. E. van Gelder,
directeur van den dienst van Kunsten en We
tenschappen te 's-Gravenhage; ir. G. C. Bremer,
rijksbouwmeester, H. van Kloot Meyburg, archi
tect te 's-Gravenhage, ir. G. L. Driessen, oud-
directeur en A. M. de Blauw, directeur van
gemeentewerken te Leiden. Het honorarium der
commissie zal 3000 bedragen;
c. B. en W. te machtigen de noodige maat-
iregelen te treflen om den ouden gevel te be
schermen;
d. een onteigeningsprocedure in te stellen
voor de voor den stadhuisbouw noodige percee-
len.
De heer Huurman (A.R.) betreurt het, dat
B. en W. alleen architecten van buiten willen
uitnoodigen. Onder de Leidsche architecten zijn
%r zeker enkelen, die in staat zijn om goede
plannen te ontwerpen.
Dr. Knuttel (comm.) kant zich tegen de keuze
Van den heer Kropholler, die te ver den kant
van de neo-gothlek uitgaat. Wij moeten in Lei
den hebben een stadhuis van dezen tijd, en
daarvoor is de heer Van der Vlugt te Rotter
dam de aangewezen persoon. Intusschen wil
spr. rekening houden met de mogelijkheid, dat
deze de uitnoodiging niet zal aannemen, ook
in verband met de noodzaak van het behoud van
den ouden gevel. Daarom vestigt spr. de aan
dacht op architect Frijthoff, bouwmeester van
het raadhuis te Enschede. Wat de commissie
van advies betreft, kan men het gewenscht
achten, dat twee directeuren van gemeentewer
ken oordeelen over de indeeling van een raad
huis, maar deze beide heeren zijn niet bijzonder
bevoegd om te oordeelen over de aesthetische
zijde der plannen. In de plaats van lr. Driessen
wil spr. daarom benoemen lr. J. H. Plantinga
directeur van de Academie van beeldende kun
sten te 's-Gravenhage. Uitvoerig behandelt spr.
nogmaals de questie van den ouden gevel, waar
aan niet sitar kan worden vastgehouden.
De heer Groeneveld (S.D.) vindt het beneden
de waardigheid der gemeente, dat er in het
stadhuis winkels worden ondergebracht.
Mr. Beckenkamp (A. R.) oefent critiek op de
s.i. zeer langzame werkwijze van B. en W. in
take het stadhuisvraagstuk. Ook spr. meent,
dat een winkelgalerij veel zal afdoen aan de
waardigheid van het stadhuis.
De heer Schüller (S.D.) herinnert aan de
woorden van den burgemeester in een vorige
vergadering, dat een meervoudige opdracht zou
lelden tot een confectie-stadhuis. Volkomen ln
die lijn acht spr. ook de voorstellen van den
heer Huurman, die niet de gemeenschapsbelan
gen naar voren brengen maar een eng groeps
belang.
De heer Wilbrink (C. H.) vindt het jammer,
dat de voordracht der architecten niet enkele
enkele andere namen vermeldt.
De heer Bergers (R. K.) juicht het toe, dat
nu eindelijk maatregelen zullen worden ge
nomen, om de rotstuin, waarin de onde gevel
dreigt herschapen te worden, zal worden op
geruimd. In tegenstelling met vorige sprekers
acht spr. de winkelgalerij een zeer gelukkig
idee. Het zal dit stadsdeel wat opvroolijken.
De heer Simonis (R. K.) meent, dat men
maar heel lichtvaardig Is heengeloopen over
het bedTag van 600.000 voor onteigening der
perceelen ln de Koornbrugsteeg. De verbree
ding van die steeg zal niet ten goede komen
aan het aspect van de Koornbeurs. Beter was
het geweeBt, de Maarsmansteeg te verbreeden.
De heer De Reede (C.-H.) opperde de mo
gelijkheid van een winkelgalerij in de Koorn
brugsteeg. Ook spr. deelt dr. Knuttel's bezwa
ren tegen de Imitatie van middeleeuwschen
kloosterbouw van den heer Kropholler.
Wethouder Splinter (C.-H.) zette uiteen, dat
het niet mogelijk was het stadhuisvraagstuk
emeller te behandelen. Spr. kon zich wel ver
eenigen met een opdracht aan vijf architecten,
met dan daarbij de Leidsche architecten. B.
en W. wilden de voordracht echter beperken
tot drie personen. Spr. herinnert aan de be
zwaren tegen het moderne plan Dudok, herin
nert aan het gebouw van Van Nelle aan de
Aalmarkt, waarover zeer afkeurend is geschre
ven en dat gebouwd is door den-heer Van der
Vlugt. Het is daarom onjuist om een architect
van de ultra-moderne richting te vragen. Spr.
persoonlijk wilde de winkelgalerij facultatief
stellen. Hij begrijpt niet, dat er nu ernstige be
zwaren tegen zijn, bij het plan Dudok is er
nooit over gesproken. Spr. zet uiteen, dat er
voldoende ruimte in het stadhuis zal zijn ook
met een winkelgalerij. De commissie van advies
acht spr. absoluut noodzakelijk bij een eenvou
dige opdracht. Ook de bond van Nederlandsche
architecten staat op dit standpunt. Het is beter
thans die commissie te benoemen dan na pu
blicatie der plannen. De keuze van ir. Dries
sen is volkomen gerechtvaardigd door zijn
groote kennis van het oude Leidsche stadhuis.
Spr. zou er zich niet tegen verzetten de com
missie uit te breiden met den heer Plantenga.
Het plan Dudok blijft voorloopig rusten, over
eenkomstig het besluit van den raad. Mochten
de nieuwe plannen niet aanvaardbaar zijn, dan
zon men alsnog den heer Dudok moeten vra
gen een ander plan te maken in verband met
de Koornbrugsteeg.
B. en W. zullen trachten bijdragen van Rijk en
provincie te krijgen in de kosten van de res
tauratie van den ouden gevel.
Wethouder Goslinga CA.-R.) verdedigde het
projecteeren van een winkelgalerij op finaa-
cioeLe gronden.
Een verdienstelijk landgenoot in den vreemde
viert 19 Augustus a.s. zijn zilveren Priesterfeest.
't Is de conventueelen-pater C. Klessens, Pas
toor te Maribo op Looland in Denemarken.
Deze Rotterdammer van geboorte heeft den
grootsten tijd van zijn priesterleven als Pastoor
op Maribo doorgebracht. Hij heeft daar veel en
krachtig gewerkt, speciaal onder de Poolsche
bevolking, die daar op het vruchtbare Deensche
eiland in den landbouw werkzaam is.
Voor deze Poolsche arbeiders is Pater Kles
sens altijd de vriend en de vader geweest.
Pater Klesens komt dezer dagen in ons land
om bij zijn hoogbejaarden vader zijn aanstaand
zilveren priesterfeest te vieren.
Maar vóór den eigenlijken datum 19 Augustus
moet hij weer vertrekken, daar hij vele spreek
beurten moet vervullen op het eerste groot-
Scandinavisch Eucharistisch Congres dat mid
den Augustus te Kopenhagen woTdt gehouden.
Opnieuw de heffing aan de
Dtiit8che grens.
De B.B.N., Bond van Bedrijfsautohouders in
Nederland, deelt mede, dat de Duitsche douane
weder begonnen is autobussen en touringcars,
die van ons land naar Duitschland rijden, aan
te houden om den benzinevoorraad in de re-
servoirs op te nemen en voor hetgeen er meer
in is dan 20 L. Invoerrecht te heffen. Zooals
bekend gold deze maatregel, die ln het laatst
van 1931 werd Ingevoerd, oorspronkelijk voor
alle motorrijtuigen, doch later is er in zooverre
verandering in gebracht, dat motorrijtuigen
voor personenvervoer, waaronder ook autobus
sen en touringcars waren te rekenen, niet
meer aan deze heffing onderworpen waren.
Thans is men daarop, zooals gezegd, weder
teruggekomen.
Bezoek van Mgr. Poels,
Bij het in gebruik nemen van het kasteel
„Bouvigne", te Ginneken, door de K. J. V. kon
den maar niet op eens alle herstellingen aan
gebracht worden, die men zoo gaarne had ge
zien. Noodgedwongen zag men zich verplicht,
tot het doen van de allernoodzakelijkste her
stellingen.
Nu heeft de gemeenteraad van Ginneken on
langs een som van 46.000 gevoteerd voor het
doen aanbrengen van grondige herstellingen
aan het kasteel, die zullen bestaan in het ver
nieuwen van de daken en het verstevigen van
de muren.
Mgr. dr. Poells, uit Heerlen, bracht Zondag
middag een bezoek aan het kasteel. Ter eere
van den bezoeker was aan de K. J. V.-ers een
tuinfeest aangeboden, waaraan door een 400-
tal uit Breda en omgeving werd deelgenomen.
Mgr. Poels werd door directeur Frencken rond
geleid en Ingelicht.
Gister-en werd voor het Gerechtshof te *s-Her-
togenbosch de zaak behandeld tegen den siga
renmaker P. s. te Zeelst, verdacht van roof
overval op Suetens te Zeelst. De rechtbank had
verdachte vrijgesproken. De procure.ur-generaal
eisc-hte wegens roofoverval 4 jaar gevangenis
straf.
Toen Hans Pogmans op Scheveningen uit
lijn 8 stapte, koesterde hij twee verlangens.
Hans was niet veeleischend en gauw tevreden.
Zijn bescheiden wenschen op dezen straleuden
junimiddag gingen uit naar een ieegen
strandstoel en naar een kennis, met wien hij
eens gezellig kon praten. Onder „gezellig pra
ten" verstond Pogmans praten over zichzelf.
Z-oo hij geen kennissen trof, zou hij maar op
zijn gemak een boek gaan lezen, dat hij dien
ochtend op het Plein aan de kiosk gekocht had.
De juffrouw had het hem warm aanbevolen:
het laatste werk van een zekeren Willy Flotte.
Niet dat Hans ooit iets van meneer Flo-tte ge
lezen had, doch reeds de eerste regels van het
verhaal„wacht maar mannetje, van mij ben
je nog niet af Mijn wraak zal je door de heele
wereld volgen" hadden bij hem prettige ver
wachtingen gewekt.
Het eerstgenoemde verlangen van Hans bleek
moeielijk te bevredigen. Het leek wel, of heel
Den Haag een aanval op de strandstoelen had
gedaan en zich daarin voor den verderen dag
had geïnstalleerd. Ook zag hij geen enkelen
kennis
„Gek, anders viel hij over zijn kennissen!"
sneed hij tegen zichzelf op.
Hans gaf nooit gauw iets op, en, na een uur
zoeken ontdekte hij op 'n afstand twee leege
badstoelen.
Door het lange sjouwen ln het rulle zand
was Pogmans doodop. Hij deed dan ook geen
poging om te lezen en liet de pennevrucht van
Willy Flotte onverschillig op den grond val
len.
Lui steunde Hans achterover.
Even later constateerde hij, dat hij gedut
moest hebben.
Immers, de andere leege stoel bleek nu ook
bezet. Door een dame Hoe avontuurlijk Hans
ook was, het geval bleek voor hem niets aan
trekkelijks te hebben. Om de eenvoudige reden,
dat de leeftijd van zijn tijdelijke buurvrouw
niets aantrekkelijks voor hem had.
En dan, die dame was verdiept in een boek.
Maar wat voor 'n boek Zijn verstolen blikken
hadden den titel gelezen „Camera obscura".
Zuchtend trok Hans zich in zijn stoel terug.
De slaperige oogea van Pogmans ontwaard-
den den stoelenverhuurder.
Op hetzelfde oogenblik sprong de lezeres
van de „Camera obscura" op, raapte haastig
haar zaakjes bij elkaar en verdween in de te
genovergestelde richting van den verhuurder.
Een kwarties later werd de haastig verlaten
stoel ingenomen door een andere dame.
Hans was plotseling klaar wakker.
Weg was zijn slaperigheid.
De dame was jong en had blond, krullend
haar.
Eerst verschikte hij het zakdoekje ln zijn
borstzak. Toen voelde hij aan zijn das.
Een minuut later verkondigde hij, dat het
schitterend weer was.
Twee minuten later wist hij, dat ze Beppie
heette, verleden jaar eindexamen Gym gedaan
had en dat ze dol was op dwerg-pinchers.
Drie minuten later was Hans in zijn element.
Wat 'n prachtige gelegenheid, om over zich
zelf op te snijden.
„Ik ben dol op knappe mannen. Schrijvers en
zoo, bedoel ik natuurlijk verklaarde Beppie,
nadat ze tien minuten met groot geduld naar
het opsnijden geluisterd had.
Het duizelde Hans. Zoo'n kans om te schit
teren had hij in geen weken gehad.
„Dat heb ik meer opgemerkt bij jonge da
mes" deed hij thans vermoeid. „Je kunt wel
met je vulpen in je hand blijven loopen om aan
de verzoeken om je han-dteekening te voldoen.
Op den duur wordt het wel een beetje verve
lend."
Beppy keek hem met groote oogen aan.
„O vroeg ze, erg onder den indruk, „Bent
u dan ook 'n genie Bent u musicus Of
schrijver misschien
Pogman's gedachten werkten razend snel.
Waarvoor kon hij zich het beste uitgeven om
indruk te maken Voor schilder Beeldhou
wer Neen, romanschrijver, meende hij.
„Nou zei hij bescheiden, „Genie Is wel een
beetje erg groot woord. Als iemand een paar
boeken geschreven heeft, is hij nog maar niet
direct een genie
„O, schrijft u boeken bewonderde Beppy.
„Ja, maar niets bijzonders hoor brak Hans
zich af.
„Ik hen erg benieuwd of ik al eens iets van
u gelezen heb zei Beppy droomerig.
Op dat oogenblik kreeg Hans een ingeving.
Hij dacht aan Willy Flotte.
Onverschillig stak hij zijn hand uit, raapte
het -hoek op en hield het Beppy voor.
„Een mijner bescheiden pogingen!" zei hij.
Onder het spreken had Hans Pogmans droo
merig in de verte naar de zee gekeken. Opeens
werd hij zich bewust, dat er Iets haperde aan
het geval.
Er heerschte een drukkende stilte.
Beppy was uit haar stoel opgestaan en keek
Hans aan met een blik, die hem rillingen be
zorgde.
„Is het heusch zei ze koel. „Dat vind ik ge
weldig hoor. Adieu meneer Hildebrand, het
was me buitengewoon aangenaam."
Toen gooide ze het boek in Hans' schoot,
trok minachtend haar neusje op en liep weg.
Stom verbaasd keek Hans eerst naar het
wegloopende meisje en toen naar het boek.
Een kreet ontsnapte hem
De oude dame, die bij de komst van den
stoelenverhuurder plotseling zoo'n haast had
gemaakt, was blijkbaar te haastig geweest.
Want het hoek dat Hans Beppy in de hand ge
stopt had, was de „Camera Obscura"
[NADRUK VERBODEN
Dat 's-Hertogenbosch met recht de Maria-
stad mag heeten, blijkt wel bijzonder in de da
gen van den omgang, de Zoete Lieve Vrouwe
ter eere. Gedurende de dagen van den stillen
omgang gaan honderden en honderden uit
stad en diocees waarbij zich ook komen
voegen Katholieken uit andere streken en tal
van oud-ingezetenen, die den omgang niet gaar
ne zouden willen missen den ouden bid-
weg, stil en devoot, voornamelijk in de avond
uren, maar het hoogtepunt in deze bijzondere
Mariavereering vormt telkenjare de plechtige
omgang, vallende op den Zondag na den zeven
den Juli. Eerder reeds beeft mien
kunnen lezen, -dat die bisschop, die tot wa
penspreuk heeft „Ad Jesum per Mariam", door
een heel hijzonder feit dezen omgang welken
Z. H. Exc. tot intentie gaf „Om door de voor
spraak van Maria te verkrijgen den terugkeer
der wereld tot een Christelijk leven en daar
door de redding uit de maatschappelijke gees
telijke verwarring onzer dagen" heeft wil
len onderscheiden van alle vorige.
Mgr. Diepen heeft namelijk toegestaan, dat
wat Den Bosch na 1629 niet meer aanschouwd
heeft, het Wonderbeeld der Zoete Moeder door
de straten der Btad zou mogen worden omge
dragen. Dat deze groote gunst allerwegen bui
tengewoon Is gewaardeerd bleek wel uit het
enorm groote bezoek. De duizenden inwoners,
die telken jare den plechtigen omgang bijwo
nen, vonden nu naast zich Maria-vereerders
uit het heele land, die bij honderdtallen Daar
de Maria-stad waren getogen; de Roomsche
Reisvereeniging leverde een aanzienlijk contin
gent, dan waren er leden van den K. R. O. uit
verschillende plaatsen en 500 Rotterdammers
hadden een boot gecharterd om aldus een be
zoek aan 's-Hertogenbosch te kunnen brengen.
Het zag zwart van de menschen langs den bid-
weg en toen de plechtigheid ten einde was, kon
men eerst goed een indruk krijgen van de
overweldigende drukte. Het weer werkte het
welslagen van dezen plechtigen omgang niet
weinig in de hand. Een stralende zon zette
nog grooteren luister bij aan het treffende
schouwspel.
Van 12 tot 1 uur had de heer A. van Balkom
den St. Jansbeiaard bijna uitsluitend Marla-
iiedjes doen zingen. Een halt uur voor den
aanvang van de plechtigheid riep plechtig klok
kengelui de deelnemers naar de basiliek, waar
om drie uur de stoet uittrok, voorafgegaan
door de onderscheidingsteekenen van de basi
liek en een schild, vermeldende de intentie van
den omgang. Over de samenstelling van den
stoet is Zaterdag reeds gemeld. Hier mag nu
nog gezegd worden, dat het een indrukwek
kend geheel was, verschillende groepen waren
nog uitgebreid en verfraaid en een bijzondere
ontroering wekte het feit, dat het Wonderbeeld
nu werd meegedragen, getorst door de leden
van de Congregatie der Faters van Tilburg.
Vele zangkoren en muziekcorpsen luisterden
den stoet op, welke mede door tal van fraaie
groepen, talrijke bruidjes, koorknapen, kleu
rige vaandels, mooie emblemen, een schat van
bloemen een fleurigen indruk maakte. Z. H.
Exc. Mgr. A. F. Diepen, die het begin van den
stoet van uit zijn paleis had gadegeslagen,
sloot zich. achter het Wonderheeld. aan en
maakte zóó deii heeïen hedeweg mee in gezel
schap vain zijn beide secretarissen.
Leden der gezellenvereenigingen strooiden
bloemen op den weg, welken het Wonderbeeld
ging. Het duurde zeventig minuten vooraleer
alle deelnemers aan den stoet de basiliek had
den verlaten. Het einde van den stoet kwam
eerst tegen half zes weer in het kerkgebouw
aan, waar de Plechtige Omgang met een korte
ceremonie besloten werd.
Deze ontroerende omgang was stellig het
hoogtepunt van de negen dagen, welke de om
gang duurt en door de aanwezigheid van het
Wonderbeeld in den stoet zeker de indrukwek
kendste van alle, welke tot nu toe gehouden
zijn.
Zoo eert Katholiek Den Bosch in al zijn
geledingen de Zoete Moeder; en het stemt tot
groote verheuging, dat door de devotie, welke
hier aan den dag gelegd wordt zoovelen in den
lande zich getrokken voelen om ook hun toe
vlucht te nemen tot de Zoete Lieve Vrouw van
Den Bosch.
Het genadebeeld van O.L. Vrouw, gisteren voor 't eerst sedert 1629 in den Omme
gang te Den Bosch meegedragen^
VROUW DOOR HAAR MAN
NEERGESTOKEN.
Op de van Wijckskade te Utrecht heeft een
man Zondagavond, zijn vrouw, van wie h'l
gescheiden leefde, met een dolkmes zoodanig
verwond, dat zij op de Plaats zelf bewustelovs
ln elkaar zakte. De dader is gearresteerd.
BARK 2795, die de overlevenden
van de ramp der „Promethée" op
pikte, in de haven van Cherbourg.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie)
BEVORDERING NEDERLANBSCH
FABRIKAAT.
Gebruik van Nederlandsch cement voor
overheidsdiensten.
Naar aanleiding van het rondschrijven van dert
minister, overgenomen in de couranten, z(j het
ons vergund, het volgende onder de aandacht te
brengen van de belangstellenden in het Neder
landsche bedrijfsleven in het algemeen en die in
cementaangelegenheden in het bijzonder.
Het woord „eementindustrie" suggereert ten
onrechte, dat hier te lande een meer of minder
groot aantal fabrieken zou bestaan, die cement
produceeren en tezamen „de Nederlandsche ee
mentindustrie" vormen, zooals men b.v. van de
schoenindustrie, de steenindustrie enz. spreekt.
De waarheid is, dat er sedert een paar jaar in
Nederland bestaan één fabriek van kunstmatige
portlandcement en één van hoogovencement
welke fabrieken tezamen misschien een 100 arbeii
ders werk geven. Zy, die hun bestaan vinden in
het verhandelen, vervoeren enz. van dit cement
kunnen gevoeglyk buiten beschouwing blyven, om
dat deze by het verhandelen van cementen van
buitenlancUchen oorsprong eenzelfde arbeidsveld
zouden vinden.
Ovèr de kwalificatie „Nederlandsche" eement
industrie zal de ingewijde, voor zoover het de E.nci
te Maastricht betreft, slechts glimlachen. Immlffi
het kapitaal van deze fabriek is voor het over-
groote deel in handen van een Belgisch-Zwitser-
sche groep, zoodat de eventueele winsten van
deze vennootschap over onze grenzen verdwijnen^
In de betiteling „Nederlandsche eementindus
trie" is dus zoowel het woord „Nederlandsche"
als „Industrie" met vele korrels zout te genieten.
Daarom bevreemdt het ons, dat de minister van
economische zaken, de minister van binnenland-
sche zaken en de Rykscoinmlssie van werkverrui
ming, deze voor de algemeene arbeidsmarkt hier
te lande zeker niet overmatig belangryke materie
zoo'n groote aandacht waardig keurt. Daarby
komt nog dat zeer vele Nederlanders en talryke
handelsmenschen in het buitenland zich hebben
verheugd, dat Nederland, Beigië en Luxemburg
in dezen tijd van steeds hooger wordende tolmuren
en protectie-maatregelen den moed hebben gevon
den om een begin te maken om deze belemmerin
gen van handel en industrie langzamerhand te
doen vardwynen. En wel zeer slecht past in dit
economisch verdrag de methode om op deze weinig
minder dan onereuse wyze b.v. België dat voor
zyn cement steeds een natuurlyk afzetgebied heeft
gevonden dn Nederland ernstig te benadeelen.
Bovendien is de wyze waarop de twee Nederland
sche fabrieken met haar betrekkeiyk zoo weinigs
arbeiders moeten worden bevoordeeld wel uiterst
vreemdsoortig om niet te zeggen ongepast: im
mers de minister schryft aan de burgemeesters
dat deze bij aanbestedingen van cementleveringen
de verschillende leveranciers zullen aanvragen
daarby natuurlyk ook die van Nederlandsche ce
ment en, indien blykt dat nadat de aanbiedingen
Stijn ingekomen het Nederlandsch cement (Enci
IJmuiden) niet het laagste in prijs is alsnog ge
tracht moet worden de levering met het verkoop
kantoor Enci IJmuiden overeen te komen. Spoort
de minister daarmede de Edelachtbare Heeren niet
aan tot het uitlokken van oneerlyke concurrentie?,
.,1 H<
Böódra da Voorhand ls uitgekomen en de
Blinde open gelegd, aal de Leider (L.) diens
kaaiden goed moeten bekijken. Hij mag daar-
Toor aonder schroom tijd nemen, want alles
hangt -voor hem af van de combinatie dezer
kaarten met de zyne. Niet met 13 doch met
26 kaarten moet hij zyn contract maken! Heeft
hij dit gedaan, dan moet hij bepalen welke sla
gen hij moet verliezen en daaruit concludee-
ren, welke slagen hij moet winnen en welke
«lagen hij kan wirmen.
Dit geschied zijnde moet L. bepalen welke
rentrants hij zoowel ln den Blinde als in zijn
eigen hand moet trachten vrij te spelen en
welke hij reeds In heide handen heeft. Dit is
een onderdeel van het door L op te maken
speelplan, dat helaas maar al te vaak geheel
verwaarloosd wordt door middelmatige en
«wakke spelers, doch dat goede expert spelers
altijd goed voor oogen houden en wel omdat zij
de groote kracht beseffen van bet bezit vau
rentrants in belde handen. Rentrants die hen
ln staat stellen meerdere malen in een der
belde handen aan slag te komen.
Heeft L aan het bovenstaande voldaan, dan
maakt hij zijn speelplan op en tracht volgens
dit opgemaakte plan zyn geboden contract te
maken. Dit is zijn plicht tegenover zijn maat
en eerst als zijn contract zeker is gesteld, mag
gaan denken aan het maken van overslagen.
Pet contract-maken gaat voor en boven alles!
Wij onderstreepten het woordje tracht en
Wel omdat lang niet elk spel gespeeld kan
worden volgens het opgemaakte speelplan,
daar dit afhangt zoowel van het uitkomen door
V als van de verdeeling der kaarten in de ver
schillende handen.
Plotseling kan L tot de ontdekking komen,
iflat de uitkomst van V zeer gelukkig is geweest
*4 b-Vj A renonce heeft doen, maken, waardoor
wellicht zijn speelplan geheel gewijzigd moet
worden, óf de troefverdeeling maakt een ver
andering van speelplan noodig. Wij gaven hier
van een aardig voorbeeld in het ochtendblad
van 14 Februari middels door een Culbertson
gespeeld spel.
Nu moet men niet denken, dat aJ bet bo
venstaande zoo erg lang zal duren. Dit is in
de meeste gevallen niet noodig, de ervaren
speler ziet vaak in één oogopslag hoe hij zijn
spel moet spelen; alleen zeer moeilijke situa
ties doen hem vaak lang denken voor on aleer
hij tot bijspelen overgaat.
Toch zyn er ervaren spelers die tergend
lang nadenken, of althans doen alsof zy na
denken en 'daardoor een zekere spanning aan
de tafel doen ontstaan die niet bevorderlijk
kan zijn voor een aangenaam spel ver loop. Wij
hebben eens op een match met het horloge in
de hand achter een bekend speler gestaan, die
zeven minuten over zijn openingsbod nadacht
daar waar hij het volgens het door hem ge
volgde systeem uit had kunnen brullen zon
der zelf na te denken, zoo dik lag het bod er
op als een Culbertson-twee-bod en hij was een
Cul'bertson-adept! Kijk, dat was niet noodig
en voor iedereen onbegrijpelijk, terwijl de te
genstanders er door ge-irriteerd werden. Nu
mag men dit tactiek noemen om tegenstanders
uit hun evenwicht te brengen, doch wij kunnen
bet niet bewonderen en overwinnen liever den
tegenstander door goed bieden en goed spelen.
Kleurspel.
In een kleurspel zullen zich de volgende ge-
rallen voordoen:
a. L. vindt In B. weinig troef maar een of
twee korte kleuren. Hij zal, althans als zijn
eigen hand hem zulks toestaat, moeten trach
ten de troeven in B productief te maken door
ze te gebruiken tot aftroeven nadat in een
dier korte kleuren door hem renonce gemaakt
is. De tegenpartij daarentegen zal dit trach
ten te beletten door, indien zij aan slag komen
vóórdat die renonce bewerkstelligd is direct
zelf troef te spelen en zoodoende zooveel mo
gelijk te verhinderen, dat afzonderlyke troe
ven in B. gemaakt worden.
Voor zwakkere spelers Is dit vaak een
groote zelfoverwinning. Zij zijn bang, dat zij
er een goede troefkaart van zich zelf of van
hun maat mede doen verloren gaan (stuk spe
len), maar zij vergeten dan, dat daardoor
steeds een troef minder afzonderlijk in B ge
maakt kan worden, dus dat hun eigen opge
offerde kaart toch zijn plicht gedaan heeft door
een slag minder te doen maken door L. Goede
spelers echter ziet men zonder aarzelen alle
pogingen doen om het maken van afzonderlijke
troeven door B of L te verhinderen.
b. Indien L zoowel in eigen hand als In
den Blinde korte kleuren heeft, zal het vaak
voor hem voordeeliger zijn door heen en weer
in beide handen af te troeven zijn troeven af
zonderlijk te maken dan troef te slaan.
c. Zijn de gevallen a en b niet aanwezig
of Is in een der heide handen een lange kleur
aanwezig, waar in de andere hand een korte
kleur op kan worden afgeworpen, dan zal
het in de meeste gevallen wenschelijk zijn zoo
spoedig mogelijk troef te slaan teneinde de
tegenpartij te verhinderen troeven afzonderlijk
te maken. Blö'ft in een der handen van de te
genpartij echter een hooge troef zitten, dan zal
L. verstandig doen niet met troef slaan door
te gaan maar zal hij moeten trachten dien troef
afzonderlyk op een renonce te laten maken,
vooral wanneer hij zelf in beide handen nog
troef heeft, daar hij anders twee van zyn
eigen troeven zou doen vallen op één der te
genpartij.
d. Moet L in eigen hand snijden, dan zal hij
moeten trachten uit B naar zijn eigen hand
toe te spelen, tenzij hij V kan dwingen zulks
te doen, in welk geval hij niet eens behoeft te
snijden maar van zelf zijn vork kan benutten.
Sa-spel,
In een Ba-spel zal L. onder de oogen moeten
zienii
a. Welke de voordeellgste kleur voor hem
is om vrij te spelen. Heeft hij bijv. in B een
vijfkaart en in eigen hand een twee-kaart in
dezelfde kleur, dus 7 kaarten van één kleur
samen, dan zal hij moeten trachten de vijfkaart
vrij te spelen voor en aleer hij begint aan een
kleur, waarin hij bijv. in elk zijner handen 4
kaarten heeft, al zijn er dit samen ook 8.
iStei in A heeft B: V-B-9-7-3 en L: H-2, dan
zal hij, zoodra hij aan slag komt, 4» moeten
spelen en wel de 3 uit B of den H. uit eigen
hand. De tegenpartij zal zijn opzet natuurlijk
begrijpen en het Aas zoo lang mogelijk vast
houden, maar als in B maar een rentrant aan
wezig is, zal dit niet veel baten en de kans is
groot, dat in 4 slagen gemaakt worden.
De waarde van een of meer rentrants komt
hier duidelyk uit. Ligt in B slechts één ren
trant, dan zal L, met bijv. A-x-x tegen, zijn
niet kunnen vrijspelen, want uit eigen hand
kan hij slechts tweemaal A spelen en de tegen
partij zal zijn Aas nie.t inzetten. Om nu nog
maals A te kunnen spelen, moet L de eenige
rentrant in B gebruiken en kan dus niet meer
in B aan slag komen om zijn twee vrije A te
spele-n!
b. Wat volgt nu uit het bovenstaande?
Dat men het voordeeiigst doet met een kleur
te trachten vrij te spelen in de hand, waarin
men over de meeste rentrants beschikt.
Bijv. in B. liggen C? B-10-9-8-7 en 1 rentrant;
L heeft zelf C? H-V. Daartegenover heeft L
in eigen hand in dezelfde kaarten als B in
ty en B dezelfde in «t als L in Cjh Maar L
heeft 3 rentrants en B slechts één, dan zal L
in A de kleur om vrij te spelen moeten zoe
ken en niet in ey, enkel en alleen omdat hij
in eigen hand over meer rentrants beschikt.
c. L moet de kracht der tegenparty zoo
lang mogelijk trachten tegen te houden. Wordt
door "V in een kleur, niet genoemd tijdens het
bieden door zyn maat, uitgekomen, dan is dit
zeker diens lange kleur en wanneer L in beide
handen in die kleur Slechts het Aas heeft, dan
zal hij dit Aas zoo lang mogelijk moeten vast
houden. Waarom? Omdat daardoor veel kans
ontstaat, dat A, eenmaal aan slag gekomen
zijnde in die of in een andere kleur, geen kaart
meer van die kleur heeft om V wed,'f.0f aan
slag te brengen en V dus slechts middels een
rentrant gelegenheid krijgt zijn lange ver
der af te spelen.
d. Hebben betzij V of A een kleur vrij ge
speeld, dan zal L zooveel mogdük moeten be
letten, dat die hand weder aan slag komt. Moet
hij snijden, dan zal hij niet naar die hand toe
mogen snijden, Wel naar de andere hand. Ook
moet hij zich wachten te snijden naar V, in
dien deze daardoor gelegenheid krijgt door .een
enkel gedekte T-s van B heep Speien-
e. Moet één of meermalen gesneden worden,
dan zal L. dit zoo snel mogeiyk moeten doen,
zoolang hij in beide handen nog over rentrants
beschikt. Het snijden toch kan alleen dan een
kleur vrij maken, wanneer men middels ren
trants gelegenhe'd heeft Wederom in die hand
aan slag te komen.
Herhalen wij te veel het voordeel van ren-
trans in helde handen? Voor goede spelers
wellicht wel, maar wij zagen en zien te veel
door zwakkere spelers roekeloos wegspelen van
rentrants om niet te weten, dat wij voor hen
nooit te veel nadruk kunnen leggen op het
groote gewicht der rentrants, vooral in een Sa-
spel.
f. Wanneer L in een Sa-spel de beschikking
heeft op e6n extra lange kleur, dan kan hij
deze mooi gebruiken om de tegenpartij z.g. uit
te persen, d.w.z. door deze kleur geheel af te
spelen zal de tegenpartij in moeilijkheden ko
men met bijspelen van kaarten, waardoor vaak
waardevolle dekkingen in een andere kleur
moeten worden opgegeven teneinde althans één
dekking te behouden, en hoe vaak komt het
dan niet voor, dat men juist de verkeerde
kleur-dekking heeft aangehouden? L zal scherp
opletten welke kleuren worden bïjgespeeld en
daaruit zijn conclusies trekken. Hoe dikwijls
wordt niet door het wegwerpen aangetoond
waar bijv. een Heer zit? Een ieder, die bridge
speelt, heeft ondervonden, hoe uiterst onaan
genaam het afspelen van zulk een extra lange
kleur door de tegenpartij is en hoe wanhopig
men kan worden als men gesteld wordt voor
de keuze de eene of de andere kleur op te of
feren teneinde althans een der beiden, veilig te
stellen,
Bij de bespreking van de uitkomsten door de
voorhand hebben wij reeds gezegd, dat de ach
terhand in de meeste gevallen zal antwoorden
op hetgeen de Voorhand hem kenbaar maakte
middels diens eerste of eerste en volgende uit
komst. Komt bijv. V. uit met een beer en A
heeft het Aas, dan zal hij twee dingen kunnen
doen;
a. indien hij A-x-x minstens heeft, dan moet
hij een aanmoedingingskaart bijspelen, dus aan
V verzoeken, die kleur door te spelen.
b. indien hij A-x slechts heeft, dan moet hij
den Heer van V overnemen met het Aas en di
rect zijn kleintje naspelen. Immers zel£ het
Aas hebbende en V uitgekomen zijnde met den
Heer, kan het niet anders of V moet ook de
Vrouw hebben en door V die Vrouw te laten
maken, geeft A de gelegenheid nogmaals in
die kleur te spelen, waarin A zoo duidelijk ge
toond hee'ft verder renonce te hebben, anders
zou hij het Aas niet op den Heer gespeeld heb
ben.
Wordt echter door A na het uitkomen van
V met Aas of Heer een zeer lage kaart bijge-
speeld, dan zal A daarmede meestentijds te
kennen willen geven, dat UU veel kaarten in
die kleur heeft en er dus kans bestaat op re
nonce bij de tegenparty en dus doorspelen in
die kleur gevaarlijk kan zijn. Ook kan hij na
tuurlijk er mede te kennen willen geven, dat
hij in een andere kleur gespeeld wil hebben;;
welke die kleur is zal vaak uit den Blinde kun
nen blijken. Vaak is het echter voor V een
gooi tusschen de beide overblijvende kleuren,
want jn troef zal vermoedelijk niet gevraagd
worden te spelen. Ziet hij bijv. van een der
andere kleuren A-H in den Blinde, dan is het
vrij duidelijk, dat het die kleur niet zal zijn,
want A wil blijkbaar aan slag komen, en is er
reeds van keuze geen sprake meer, ofschoon
het natuurlijk zou kunnen zijn, dat A juist die
kleur wil hebben om te kunnen aftroeven. Volle
zekerheid bestaat zelden, maar toch zijn die
aanwijzingen vm veel nut j