de salarissen der religieuzen. DE ECONOMISCHE TOESTAND DES LANDS. WOENSDAG 2ft JULI 1932 minister-president spreekt ACHTSTE EEUWFEEST VAN DE ABDIJ VAN RIEVAULX. DE EERSTE-KAMERVERKIEZING. NED ROODE KRUIS. AUTOBUSDIENST ROTTERDAM- NIEUWERKERK—GOUDA. TOT HET VOLK. Het verlangen van zware offers pijnlijke plicht der regeering. „ZONDER OOGKLEPPEN DOOR HET LEVEN." LICHTING 1933. NATIONAAL CONGRES VOOR JON GENS DER DERDE ORDE VAN ST. FRANCISCUS. SLOTBESCHOUWING. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. REISPRIJSVRAAG GEEN LOTERIJ. I Zooals Wij reeds opmerkten, komt in het rapport der commissie-Weiter ook een pas sage voor over de salarissen der onderwijs gevende religieuzen (blz. 5960). Wanneer een ds. Lingbeek dit vraagstuk ter sprake brengt, dan komen ook onmid dellijk ter tafel „de millioenen, die in de kloosterkassen vloeien". De scherpzinnige antirevolutionaire afgevaardigde mr. dr. Beumer stelde ten slotte verleden jaar in de Tweede Kamer de vraag, dat men al die te bezuinigen millioenen nu eindelijk eens wat meer precies zou aanwijzen. Het bedrag zou werkelijk erg tegenvallen, alleen reeds om het feit, dat slechts 9 pet van de salarissen voor lager onderwijs naar de religieuzen gaat, die allen, als ongehuwd, den staat reeds het noodige voordeel bezorgen. Inder daad, wij gelooven, dat velen elkaar op dit punt wat al te klakkeloos napraten. Zou bet werkelijk het geval zijn, dat zich tenge volge van de salarieering van onze reli gieuze onderwijskrachten millioenen in de kloosterkassen opstapelen, dan zouden wij van ganscher harte bereid zijn eenig on recht met de grootste gelatenheid, ja zelfs dankbaar te dragen om daaraan te ont komen: Met rijke kloosters is nu eenmaal het belang der kerk nooit bijzonder gediend geweest. Maar wij gelooven, dat men zich over het algemeen de zaak wat al te simplistisch de staat zal er toch geen oogenblik aan den ken om er zich van te vergewissen, of het salaris, aan den openbaren onderwijzer uit betaald, ook wordt besteed ten bate van het openbaar onderwijs! Lohman betoogde dan ook oogenblikkelijk, dat het salaris van den bijzonderen onderwijzer geheel op één lijn staat met het tractement, dat de Staat aan den openbaren onderwijzer uitbetaalt. „Ook bij het bijzonder onderwijs is het een voudig eene betaling voor wat de Staat ont vangt". En bitter-scherp merkt hij op, dat de pacificatie alleen kan steunen op rechtsgron den, en dus niet daarop dat „er nu menschen zijn, die aan kloosterlingen het land heb ben". Lohman neemt hier een zuiverder standpunt in, dan toen hij „tenslotte toe stemde in een vermindering van salaris voor degenen, die geloften hebben gedaan van niet te zullen huwen". Ook aldus bleef de kwestie op een gebied, dat volgens hem voor den staat verboden terrein was, n.l. e e steding van het genoten salaris. Toen men de kloosterlingen betrok in de bijdragen voor het weduwen- en weezenfonds werd dan ook verklaard, dat de staat met een par ticuliere belofte niets te maken had. Zelfs iemand als het Kamerlid Otto, wees ver schil maken tusschen hen, die een bindende belofte hebben afgelegd, en anderen, onvoor waardelijk af, door de socialisten gevolgd, die hij monde van Suze Groeneweg zich ver zetten tegen een afzonderlijk recht voor een bepaalde groep. Ossendorp wees later elke Pontificale Hoogmis temidden van ruines. Naar de correspondent van de Times meldt, waren de ruines van de oude Cistercien- ser-abdij van Rievaulx in Yorkshire Zondag het tooneel van een grootsche geloofsdemonstratie, waarmede het achtste eeuwfeest van de stich ting der abdij herdacht werd. Volgens schat ting waren 15.000 personen aanwezig. Temidden van de ruïnes der abdij werd een pontificale Hoogmis opgedragen door den bis schop van Middlesbrough, dr. Shine. Een koor van honderd monniken en jongens uit Ample- forth voerde de liturgische gezangen uit. Aanwezig waren verder o.a. de bisschop van Salford. dr. Henshan, de Cistercienser-abt van den St. Bernard en de abt van de Benedictij nen van Ampleforth. voorstelt. Tegenover hetgeen de kloosterling staatsbemoeiing met de besteding van het zich vrijwillig ontzegt staan andere behoef- salaris eveneens af. Dat is het juiste stand ten, die voor den niet-religieus niet in de- pUnt, waarvan men onder den drang van den zelfde mate gelden b.v. op godsdienstig en financieelen nood meer en meer ig afgewe- hygiënisch terrein. Bouw, onderhoud en e- ken_ Misschien ook onder invloed van den diening van een eigen kapel kosten ge c en gr00ten kluizenaar van Urk, die vanuit zijn een flinke tuin is voor een klooster niet a - jiretraite„ monkelend het effect van zijn glo- leen geen weelde, maar uit gezondhei soog |.jeuze parlementaire loopbaan zit af te punt een noodzakelijkheid. Men vrage i wachten, al zal het wat zijn „millioenen" maar eens aan onze religieuzen, die zie in betj,eft in jeder g0Val bitter tegenvallen. de groote steden het bezit van een tuin, waar in zij de noodige beweging kunnen nemen in de frissche buitenlucht, vaak moeten ontzeggen als een niet te betalen luxe. Daarenboven moeten de onderwijskrachten onzer congregaties nu eenmaal" den „kost verdienen" ook voor vele medebroeders of zusters, wier werkzaamheden, meestal op charitatief gebied, en vaak op een terrein, waar de overheid leelijk in gebreke blijft (men denke aan het onderwijs voor blinden, doofstommen en voor minderwaardigen in 't algemeen, dat juist het slachtoffer dreigt te blijven van 's lands financieelen nood), ■wel uitgaven, maar weinig, of geen inkom sten met zich brengen, en voor collega s, die door zwakte, invaliditeit of leaf tijd geen financieel-nuttig werk kunnen verrichten. Maar ook wanneer men dit alles voldoen de in het oog vat, kan men met grond be weren, dat het gemeenschappelijk leven althans het sober gemeenschappelijk leven onzer kloosterlingen, want het is werkelijk een klein kiyistje om gemeenschappelijk en tocii duur, zelfs luxueus te leven, hetgeen maar al te vaak wordt vergeten finan- cieele voordeelen biedt, en dat er dus, ver geleken met het niet-gemeensehappelijk le ven, iets meer kan overblijven. Maar ook voor dit resteerende weten onze congregaties makkelijk een bestemming te vinden op charitatief terrein. Nie- Het geldt hier inderdaad niet een zuivere behoeftekwestie en 't is daarom ook ten on rechte, dat de meerderheid der commissie Weiter eveneens het vraagstuk van de reli gieuzen-salarissen eenvoudig als een behoef te-kwestie stelt. De voorzitter Weiter komt hiertegen dan ook aanstonds op met een kort, maar scherp geformuleerd betoog: „De rechtsgrond ontbreekt om ten aanzien van de rechten van het hier-bedoeld personeel op salaris rekening te houden met een bij zonder behoefte-criterium, dat niet voor allen gelijkelijk en in dezelfde mate geldt. In de vrijwillige beperking van behoeften kan die rechtsgrond niet zijn gelegen; zou men die als zoodanig willen aanvaarden, dan komt men, gelijk wel geen betoog zal behoeven, in de praktijk tot consequenties, die onaan vaardbaar zijn." Daar men ons, katholieken, nogal een3 gaarne verwijt, dat wij bij het loon-vraagstuk een groote plaats inruimen aan het behoefte element, doch weigeren dit ten nadeele van de religieuzen tot volle gelding te brengen, is het van baiang, dat men scherp in 't oog houdt, dat wij hier te doen hebben met vrij willige.besteding. Maar ook afgezien daarvan gaat het bovenstaand verwijt uit van een vol strekt onjuist inzicht in de algemeen gang bare loon-theorie der katholieken. Wij wen- schen volstrekt niet in 't algemeen het loon uitsluitend of zelfs op de eerste plaats gere- mand minder dan mgr. Diepen verklaarde I ge[d j.e z;en naar behoefte. Volgens de ka- Alle candidaatlijsten geldig verklaard. In die heden gehouden zitting van het Cen traal Stembureau voor de verkiezing van de leden der Eerste Kamer zijn alle voor de a.s. Eerste Kamerverkiezingen ingediende oan- didatenlijsten geldig verklaard en de daarop voorkomende candidaten gehandhaafd. Nummering van de lijsten. De voorzitter van het Centraal Stembureau maakt bekend, dat de openbare zitting voor de nummering van de Can-didatenlijsten zal wor den gehouden op Maandag 25 Juli 1932> des voormiddags te 11 uur in het gemeentehuis te s-Gravenhage. De vereeniging bestond gisteren 65 jaar Gister bestond de vereeniging ..Het Ned«r- landsch Roode Kruis" 65 jaar. In verband met de moeilijke tijdsomstandigheden ging deze dag zonder feestelijkheden voorbij. zelfs uitdrukkelijk, dat onze congregaties .haar inkomsten niet kunnen missen, willen zij in geweten verantwoord zijn, om haar charitatief werk in vollen omvang te blijven voortzetten. Toch is de grootst mogelijke meerderheid van de commissie-Weiter voor den reeds zoo lang uitgeoefenden drang en voor de financieele eischen van het oogenblik ge zwicht, en heeft de salarissen der religieuze onderwijskrachten aangeduid als een voor een speciale bezuiniging geschikt object met de motiveering: „Een talrijke groep onder wijzend personeel heeft vrijwillig afstand gedaan van vele behoeften en zijn salaris is dus allerminst in overeenstemming met de kosten van hun levensonderhoud". Het moet erkend, dat de meerderheid der commissie met bijzondere oprechtheid in deze formuleering het zwakke punt van haar betoog naar voren brengt. Het hier gecon stateerde vrijwillig afstand doen demon streert wel zoo apert mogelijk, dat de meer derheid der commissie hier met beide voe- ^en is terecht gekomen op het voor de over heid strikt verboden terrein van de wijze van besteding der inkomsten. Dat de over heid zich met dit punt niet heeft in te laten js werkelijk niet uitsluitend het gevoelen van katholieken alleen. Ronduit is dit er kend oor mannen als Cort van der Linden, die vooi extra salaris-verlaging van reli gieuzen „principieel niets voelde"; door Dr. de Visset, die „geen voldoenden grond aan wezig vond \oor het scheppen van een af zonderlijk tec 11 N0°r een bepaalde groep van personen dooi een Tfoelstra en een de Sa- vornin Lobman. Toen de anti-PaPls Tycjernan jn de ver_ gadering der Pacl lcatie"c°mmissie van 2 April 1914 'n lagere salaneering van de kloos terlingen voorstelde °P St ond van de belofte van armoede, wees Iioe stia dit aanstonds spontaan af met de scieip juiste opmer king: Als het onderwijs gegeven wordt door bevoegde personen, heelt 0 "taat niet te Vergunning door de Kroon geweigerd. Beschikkende op het beroep, ingesteld door de directie der Ned. Spoorwegen te Utrecht tegen de beschikking van Ged. Staten van Zuid- Holland van 3 Maart 1931, waarbij aan de gebr. W. en L van G-og te Capelle aan den IJssel vergunning is verleend tot het in werking brengen van een autobusdienst van Rotterdam over Nieuwerkerk en langs den nieuwen Rijks- weg naar Gouda en omgekeerd, is bij Konink lijk besluit, met vernietiging van het bestreden besluit van Ged. Staten, de gevraagde vergun ning geweigerd. ,,AJs noodtoestand menschelijk gevoel en harden plicht in conflict brengt, staat zelfs de maatregeldie tijdig erger leed voorkomt, al spoedig onder den schijn van harteloosheid." Gisterenavond om half acht, heeft de ml nlater- presidentminister van Staat Jhr. mr. Ch. J. M. Ruijs de Beerenbrouck over de beide Nederlandsche zenders een rede gehouden over den economischen toestand des lands. De uitzending had plaats van uit de studio van het Hoofdbestuur der P.T.T. aan de Kor- teoaerka.de te 's-Gravenhage. Door de muziek heen klinkt eensklaps de stem van den omroeper: „Dames en heeren, wij schakelen thans over naar den Haag, waar minister Ruijs de Beerenbrouck een rede zal houden over den economdsohen toestand". De omroeper zwijgt, de muziek Is ook veT- sitomd. Da.n plots, met forsohe stem, klinkt het: Landgenooten En dan rustig en Maar, den ernst door klinkend in zijn voordracht, vangt de minister zijn rede aan: Het is de tijd miet een nuchteren blik op de werkelijkheid vasit te stellen, dat de toestand des lands zorgwekkend is. Het Is de tijd, dat dit feit door de open bare meeming wordt aanvaardWordt aan vaand met werke lijkheidszin en ver antwoord el ijk heids- besef, gegrond op eigen inzicht of op gepast vertrouwen in ben, die dat in zicht hebben te ves tigen. De verschijnselen van het ziektebeeld verbieden ver waar - loozing van levens belangen. Levensbe langen zijn thans meer dan ooit ge moeid bij het stellen eener niets verbloe- tholieke loon-theorie dient allereerst voor den te presteeren arbeid een rechtvaardig minimum-loon te worden betaald. Eerst wan neer dit vaststaat kan verder met het be hoefte-element rekening worden gehouden. Mgr. Aengenent destijds nog hoogleeraar te Warmond, hield op 23 Februari 1917 voor de katholieke Haagsche onderwijzers een rede over „Salarisregeling en katholieke sociologie", later bij Futura in brochure vorm verschenen, en stelde daar als „kern gezonde Katholieke theorie", dat in normale omstandigheden aan een normalen en vol wassen arbeider onverschillig of hij gehuwd is of niet, krachtens de rechtvaardigheid een loon behoort te worden uitbetaald, dat in' staat stelt om op redelijke wijze in de be hoefte van een gemiddeld gezin te voorzien. Dit gaf Mgr. Aengenent als „de gangbare meening onder de katholieke schrijvers van naam." Hieruit blijkt wel, dat men zich krachtens de Katholieke loon-theorie niet alleen niet behoort neer te leggen bij een verlaging van de salarissen der religieuzen, maar dat men zich juist op grond daarvan er zich tegen moet verzetten, afgezien van alle andere mo tieven. Aan het normale loon, volgens boven staande uiteenzetting van Mgr. Aengenent door. de katholieke loon-theorie geëischt, dient men krachtens het secundaire behoefte-element voor abnormale behoef ten, b.v. een gezin boven het gemid delde, wel iets toe te voegen, maar naar be neden kan alleen afgeweken worden op grond van mindere geschiktheid, b.v. wegens nog te jeugdigen leeftijd of geringe practi- sche ervaring. Een aftrek van het normale minimum-loon, alleen omdat men onge huwd is, komt in een goed salarisstelsel naar katholiek inzicht dan ook eigenlijk niet te pas. Daarom lijkt ons de wijze, waarop in het salaris-besluit in 't algemeen het loon naar geschiktheid en naar behoefte geregeld is, principieel onjuist. Door den nood ge dwongen is aan het behoefte-element een al OPHEFFING RIJKSKWEEKSCHOLEN. Welke scliolen en normaallessen verdwijnen. In aansluiting aan een bericht, waarin mel ding gemaakt werd van h-et voornemen der regeering om over te gaan tot opheffing van een aantal Rijkskweekscholen voor onderwij zers, vernemen we thans nader, dat het In de bedoeling ligt de kweekscholen te 's Hertogen bosch en te Oud-Beierland en de normaalles sen te Tiel en te Zwolle op te heffen. Omtrent één kweekschool is nog geen beslis sing genomen. Deze wordt echter heden nog verwacht. ALGEMEEN INTERNATIONAAL ESPERANTO CONGRES TE PARIJS. Naar aanleiding van de officieele uitnoodl- ging, verleden jaar gericht door de Kamer van Koophandel te Parijs aan het Internationaal Centraal Bureau voor de Esperantobeweging. gezeteld te Genève, zal te Parijs van 30 Juli t/m 6 Augustus a.s gehouden worden het 24ste algemeens Esperanto-congres. Begin Juli wa ren reeds ver over de duizend deelnemers uit 34 verschillende landen ingeschreven. De president van de Fransche Republiek: Alb. Lebrun, heeft zich bereid verklaard als be schermheer 'van bet congres op te treden. overwegen wat dezen niet hun salaris hoen, te groote plaats moeten worden ingeruimd evenmin als tegenover andeie on eiwijzerS) nadeedg6n zjn die ook niet hun geheele salaris wenschen te verteren. En de Savornin Lohman zegt het niet minder duidelijk: ..Wie onderwijs geeft en dus voldaan heeft aan ce examen- eischen, ontvangt een salaris, en wa ij daarmede doet kan den Staat niets sche len." Dat is Lohman op z'n best. spontane reactie van een gekwetst rechtvaardigheids gevoel. Hoe zwak de zaak van de be.aners van de religieuzen-salarissen stond, blijkt wel het best uit een opmerking als van Rood- huyzen, dat de Staat recht heeft te weten, of het geld voor het onderwijs besteed wordt. Dat is zeer zeker het geval met het geld, dat rechtstreeks ten bate van het onderwijs, niet yan den onderwijzer, wordt gegeven, maar Ware het juiste stelsel van rechtvaardig minimum-loon in het salaris-besluit ver- Werkt, dan zou het nog veel duidelijker zijn, hoe absoluut onrechtvaardig het zou wezen, aan religieuzen op grond van vrijwillig so berder leven een lager salaris dan het recht vaardig minimum voor den gepresteerden arbeid uit te betalen. Een voorstel om eenvoudig zonder meer aan de religieuzen, enkel en alleen als reli gieuzen, een lager salaris toe te kennen verwachten wij dan ook niet. Daarvoor zal men geen rechtsgrond kunnen construeeren. Dat kon de heer Weiter zeer gerust vast stellen. Zal men, door (tea uooa geprest, een an- Het contingent dienstplichtigen. Staatsblad no. 32^ bevat het Kon. besluit van 7 Juli 1932> houdende vaststelling van het contingent gewone dienstplichtigen der lich ting 1933. Van de voor inlijving aangewezen personen dezer lichting worden 23.734 bestemd tot gewoon dienstplichtige, en van de-ze 23.734 ingeschrevenen worden er 880 bestemd voor da zeemacht. Minister Ruijs de Beerenbrouck Men verzoekt ons te plaatsen De laatste trommelslag 1 Wie kèn, moet ko men op onzen congresdag, op 15 Augustus, in Venray, want hij moet slagen, minstens zoo goed als de vorige congressen, 't Wordt 'n echte dag voor en door die enthousiaste volgelingen van Sint Frans. We beginnen den dag met de H. Mis in de Paterskerk, waaronder een toe spraak zal worden gehouden door Pater Anacl. Mielen O. F. M. Om 11 uur wordt een vergade ring gehouden in bet Gymnasium der Paters* Spreker is André Versteeg, over het onder werp „De Tertiaris thuis". Na een flink di ner gaan we in optocht naar het Maria-oord Oostrum en het Sint WiEtbrord us-putje. Daar houdt P. Voestermans Jr. een causerie: „Sint Willibrord en wij". Vertrek uit Venray 17.45. De opkomst kan nooit te groot zijn. mende diagnose aan heit ziekbed onzer samen leving. De ziektekiem die sinds jaren de wereldhuis- houdiing -heeft aangetast, heeft zich het kon niet anders ook gezet In het weefsel van onze volkshuishouding. Naarmate ons land zich in den loop der tijden aan een welvarenden toestand aanpaste, stoort en gewent het zich thans trager aan den op gedrongen teruggang. Opgedrongen mag die teruggang woTden genoemd, in zooverre de op sporing ha-rer oorzaken voert naar een om- verbrekelijken internationalen samenhang der economische en financieele wetten en feiten De vatbaarheid voor infectie door de econo mische wereldkwaal lag voor Nederland voor de hand. Ons land heeft zijn geschiedkundige beteekenis steeds mede ontleend aan de ont wikkeling van wereld-mogelijkheden op schier ieder onderdeel van zijn welvaa-ntsgebied. Thans knelt ons een keten van de meest ver wikkelde economische feiten en omstandig heden, welke een gedesorganiseerd wereld verkeer te zien geven. De oorzaken der wereld crisis. Tal van barrières voor hiet Internationaal verkeer zijn opgeworpen. Het protectionisme in het buitenland, dat na het einde van den wereldoorlog catastrofale af metingen aannam, is in het bijzonder toe te schrijven aan het ontstaan van tal van nieuwe staten, die door kortzichtig nationalisme ge dreven, industrie en landbouw kunstmatig bin nen de landgrenzen tot ontwikkeling wensch- ten te brengen. Men streefde daarnaast naar handhaving van hetgeen tijdens den oorlog op industrieel gebied nieuw was gegroeid. En dan de verfoeide nalatenschap uit den verfoeiden wereldoorlog de internationale schuldverhou dingen dwongen den goederenstroom in ge wrongen banen, welke men door het optrekken van tolmuren wederom trachtte tegen te gaan. De handhaving van uit den wereldoorlog ont stane schulden, welke een economischen grond slag missen, het opleggen van reparatievef- plichtingen eenerzijds en het streven om door protectie te verhinderen dat deze schuld verhoudingen in goederenleveranties een einde vonden anderzijds, dat zijn de factoren, welke het evenwicht in de wereldhuishouding hebben verbroken. De industrieele en landbouwproduc tie, welke door de technische evolutie op onge kende wijze de wereldwelvaart hadden kunnen vermeerderen, kwamen tusschen de opgewor pen hindernissen dusdanig in de knel, dat de internationale prijsverhoudingen geheel uit haar voegen raakten en het geld- en credietwe- zen in de meeste landen gedesorganiseerd werd. Dat de afzonderlijke landen bij een verklaar bare miskenning van hun internationale econo mische afhankelijkheid steunmaatregelen trof fen, onafhankelijk van elkaar en zonder reke ning te houden met de belangen van anderen, kon de verwarring slechts vergrooten. Gevolgen voor moederland en Koloniën vertoont al een even troosteloos beeld als die in het moederland. Ook daar een schrikbarende teruggang, zich uitend in een Indische begroo ting met een belangrijk deficit, zoodat de Indi sche regeering zich gedwongen zag met be trekking tot de voorziening in hare kasbehoef- ten een beroep op de Nederlandsche schatkist te doen. Men denke met gepasten ernst over een toe stand, welke de voor ons land zoo beteekenis- volle inkomstenbron aan Indische baten goed deels deed opdrogen. Daarnaast drukt ook onze gemeenschap op zorgelijke wijze de wreede plaag der werk loosheid, welke aan de steuneapaciteit der over heidslichamen ongewoon zware eischen is gaan stellen. De taak der overheid- Onder deze onheilspellende omstandigheden heeft de overheid, bewust van haar steeds zwaarder wordende taak, haar standpunt moe ten bepalen, terwijl zij in den loop van haar optreden de crisiswolk steeds zwarter zag wor den. Geheel abnormale en onberekenbare tegen- stroomingen hebben haar met de uiterste be hoedzaamheid, ingegeven door haar verant woordelijkheid voor de geheele bevolking, de vaart door het onstuimige water, doen kiezen. Reeds is in onze dagen het gebied der over heidsbemoeiing uitgegroeid tot een omvang, welke de redelijke vraag doet stellen, of eene gewijzigde ordening niet tot een passende ont lasting van -de Staatstaak, met name van diens uitvoerenden arbeid, zou kunnen leiden. Tot welke afmetingen onder deze abnormale om standigheden deze overheidstaak moest uit groeien, laat zich gemakkelijk denken. Hierbij gold het telkens de helpende hand beheerseht uit te steken en daarbij het oog op het algemeen belang gericht te houden. Wat den oorsprong van den economischen tegenspoed betreft, heeft Nederland niet nage laten bij moni^e van zijn beste staatsburgers in het internationaal milieu te waarschuwen te gen het naderend ongeluk en tegen de avereoht- sche maatregelen, die men nam om dat ongeluk te keeren. Toen dit alles niet baten mocht en ons land steeds meer de economische gevolgen van die moeilijkheden ondervond, kon steun voor de bedreigde economie van het land niet uitblijven. Daarbij bleef uitgangspunt, dat die steun nimmer in zoodanigen vorm zou mogen plaats vinden, dat gezond herstel daardoor zou worden vertraagd. Eerst toen het hier gedu rende decennia onder een vrijhandelsregime opgebouwde dreigde ten onder te gaan, waren maatregelen tot beveiliging van het bestaande noodzakelijk en was hulp voor de getroffen werknemers plicht de-r overheid. Onze landbouw, in zoo sterke mate op uit voer aangewezen, moest voor den ondergang worden behoed. De afsluiting van onze afzet gebieden door protectie en door maatregelen op het gebied van het betalingsverkeer deed de gerechtvaardigde vrees ontstaan, dat on danks alle pogingen tot aanpassing van de kos ten, een prijsniveau van zoo ruïneuzen aard zou'ontstaan dat het voortbestaan van een van de belangrijkste takken van ons economisch leven ernstig bedreigd zou worden. Ook onze industrie liep gevaar door het bui tenland, dat in Nederland een bij uitzondering koopkrachtig afzetgebied vond, onder den voet te worden geloopen. Deze abnormale plotseling opduikende concurrentie zou door het lamleg- gen van het productie-apparaat onze nationale koopkracht evenzeer geschaad hebben. Contin- genteerinigsmaatregelen zijn derhalve noodlg geweest om hier te voorkomen, dat een aantal industrietakken misschien voor altijd vernie tigd zou worden. Sic, transit Afbraak van Kind". Moeder en HONDERD JAAR. Te Alphen hij Tilburg vierde mej. de wed. OomenHorevoets, onder zeer talrijke bewij zen van belangstelling harer dorpsgenooten, ha ren honderdsten verjaardag. deren weg inslaan? De heer Weiter schijnt te wijzen in een richting, die reeds vroeger van andere zijde is aangeduid, en waarin thans wordt gezocht. Daarover in een volga»* «ftikel, Hoezeer de aldus veroorzaakte wereldcrisis, van zorgwekkenden omvang, het Nederlandsche welvaartspeil heeft neergedrukt, is den laatsten tijd -bij herhaling aangetoond en uiteengezet aan de hand van feiten en cijfers, welke zonder eenigo misleiding waarschuwend spreken. Ach tereenvolgens zagen schier alle voornaamste takken van het bedrijfsleven zich aangetast. De scheepvaart en de scheepsbouw, het bankbe drijf, de industrie in vrijwel haar gehee-len om vang, de landbouw en de veeteelt, de oogst en tuinbouw, de zeevisscherij en de veenderij, al le heeft de looden crisislast gedrukt en alle hebben zware schokken moeten opvangen. Do economische toestand, in Nederlandseh-Iudië De contingenteeringen, Juist om te voorkomen, dat ook op dit ge bied het herstel van normale verhoudingen niet vertraagd zou worden, was eene groote voor zichtigheid noodig. De overheid staat hier voor de bij uitstek moeilijke taak het middel van de invoerbeperking zoodanig -toe te passen, dat alleen het abnormale geweerd wordt. In een maatschappij, welke in haar ontwikkeling niet geremd wordt door factoren huiten de sfeer der economie, gaat een toeneming vau den in voer gepaard met een vermeerdering van den uitvoer. Wij heieven thans echter tijden waar destructieve factoren vaak overhee-rschenS zijn. Om deze destructie te voorkomen dient de re geering maatregelen te nemen, Hoe groot de chaos ook zijn moge, de ten grondslag liggende economische wetten weten zich echter steeds meer gelding te verschaffen. Alleen wanneer men -dit bedenkt, zal het besef doordringen -dat een te straffe toepassing van contin-genteeringsmaatregelen onzen export zou schaden. Deze laatste, de uitvoer, ondervindt de grootste moeilijkheden, hij baart de regeering de grootste zorgen. Behalve land- en tuin bouw en de veeteelt verkeert ook onze op export; gespecialiseerde industrie in een zeer zorgwekkenden toestand. Zoo dikwijls ontmoet men bij groepen die om steun vragen een groote onwetendheid om trent den nood onder andere groepen van ons bedrijfsleven. Daar komt bij dat men vergeet dat alleen het wegnemen der oorzaken vol doende kan haten. Handel, scheepvaart bankwezen, zij alle hebben hunne groote moeilijkheden, die alleen opgelost kunnen wor den wanneer de poorten naar het buitenland weer opengaan. De publieke geldmiddelen Na déze enkele gedachten over het regee- ringsbeleid ten aanzien van het in hoofdzaak handelspolitieke vraagstuk, een kort woord over de publieke geldmiddelen. Een pijn'ijke tegenstrijdigheid vervult den toestand dezer middelen met zorg. Terwijl eenerzijds de abnormale nood in steeds drin gender mate een beroep op de openbare mid delen blijft doen, slinkt het volksvermogen dat ze ten slotte moet opbrengen, onrustba rend. Ten gevolge van het opdrogen van de verschillende welvaartsbronnen, moest een optimistische berekening van de daling van het belastbare volksinkomen op ongeveer 30 pet. worden geschat. Beziet men dan de uit- gavencijfers alleen reeds van werkloozensteun, van openbare en particuliere armenzorg, van steunmaatregelen aan den landbouw en houdt men daarbij in het oog wat aan rijks, provin ciale en gemeentebelasting moet worden opge bracht, dan kan -geen redelijk beoordeelaar ont komen aan de klemmende noodzaak tot ver sobering en besnoeiing van de collectieve be hoeften waarin voorzien moet worden. Immers bij een dusdanig krimpende midde len-positie dringt zich naar voren de zorg der overheid, dat zij op de allereerste plaats haar helpend vermogen zooveel mogelijk ongeschon den houdt. Dat feit verplicht haar desnoods tot duren prijs te waken voor het financieele evenwicht harer zwaarbelaste huishouding, hetgeen ver onderstelt de meest doelmatige en sobere or ganisatie dier huishouding. Ter handhaving niet alleen van 's lands cre- dietwaardigheid doch veeleer nog ter voorko ming eener massale volksverarming, welke niet meer aan procenten te binden zoude zijn, hebben de overtuigende argumenten en luide sprekende voorbeelden, welke voor de inflatie onzer munteenheid waarschuwen, voor de Re geering dan ook niet afgedaan. Zij en de Volksvertegenwoordiging, die tot de noodzakelijke besnoeiing genoopt worden en de verantwoordelijkheid daarvoor hebben, te dragen, weten deze pijnlijke taak verlicht door de redelijke zakelijkheid van allen, wier inzicht hen in staalt stelt de feiten te onder kennen, zo-oals deze in werkelijkheid zijn. Vaak wordt er geklaagd, dat de Regeering nog niet voldoende maatregelen ter bescher ming van het economisch leven heeft genomen. Veelal openbaart zich daarbij het erkende ver schijnsel dat de stuurmanskunst simpeler lijkt aan den wal dan zij op de brug van het schip in waarheid Is. Doch laten vooral zij, die daar bij op andere landen wijzen, toch bedenken, dat ons land relatief gesproken, nog over een groote mate van weerstand en uithoudings vermogen beschikt en dat veel overheids-inmen- ging in' het buitenland het herstel geremd heeft of een uiting is van een mate van ver val, waarvoor ons volk behoed moge worden. Dat uithoudingsvermogen is het, en de histo risch bewezen veerkracht van ons volk om zich als het moet aan de gewijzigde omstan digheden aan te passen, welke de regeering den moed schenken om den moeilijken weg van versobering en doelmatige bezuiniging in te slaan. Nu de benarde financieele toestand van Rijk en gemeenten gebiedt, verstaat de Over heid haar pijnlijken plicht offers, zware offers te verlangen. Het is het schrijnende van de haar toever trouwde taak, dat zij in tal van gevallen nood gedwongen leed moet veroorzaken en teleur stelling brengen. Als noodtoestand, ménschelijk gevoel en harden plicht in conflict brengt, staat zélfs de maatregel, die tijdig erger leed voor komt, al spoedig onder den schijn van harte loosheid. Dien schijn zelfs wijst de regeering met eerlijke overtuiging af, omdat zij met diep gevoeld medeleven beseft, welk leed die harde plicht voor velen medebrengt. Dit medegevoel geldt afzonderlijke zwaar ge troffen gevallen, het geldt in niet mindere mate die groep van jongemannen onder ons, die de ramip der werkloosheid treft juist in den levenstijd, die hen met frissche werkkracht en werklust zag aantreden en wier jonge beste jaren buiten hun schuld in gedwongen ledig heid verloren gaan. Zoo ergens, dan doet hier de overmacht pijn 1, die bruikbaar hand- en hoofdarbeid meed-oogenloos afwijst. De, juist dezen en den komenden tijd beheer- schende vraag blijftzal dit moeilijke en veel- eischende tijdsgewricht een klein of een groot geslacht vinden Ons volk duldt geen blaam op de geschiedenis, die het thans te maken heeft. Het Is bereid zijn reserve aan dappere offergezindheid en saamhoorigheid aan te spre ken om zijn toekomst op herstel en opleving voor te bereiden. Met allen ernst, dien de tijd verlangt, klinke dan een beroep op allen, vooral op hen, die zijn geroepen de openbare meening voor te lichten en leiding te geven aan volksgroepen. Laat ons niet alleen de hoogste eischen stellen aan de vorming van eigen inzicht en oordeel, waar het thans meer dan ooit de moeilijkste en verwik- keldste vraagstukken betreft, doch laat ons bo vendien iedere eenzijdigheid afleggen, „zonder oogkleppen door het leven gaan" en beseffen den gewetensplicht, dat onze voorlichting op zuivere en volledige documentatie beruste 1 Laat men in deze uren d-oorzloht en ordelijk heid betrachten bij het tot uiting brengen van wat de bevolking te zeggen en te wenscben heeft, niet van wat baar in strijd met de feiten wordt opgedrongen Met het vertrouwen in die, van burgerzin ge tuigende medewerking, weet de Overheid baar moeilijke taak verlicht en houdt zij hare schou ders recht onder den zwaren tijd, omdat zij op Gods kracht en steun mag rekenen. De „Havik" (heenreis) vertrok gisterenoch tend om 4.57 uur uit Djask en arriveerde na een tusschenlauding te Karachi te lb.Ob te Jodhpur. De „Ekster" (terugreis) vertrok gisteren- ochtend te 6.25 uur uit Jodhpur, maakte een tusschenlauding van 10.25-11.03 te Karachi en arriveerde om 15.05 uur te Djask. Wat is het mooiste land In een vonnis van 16 Juli heeft de Amster- damsche Kantonrechter mr. N. J. C. M. Kap- peyne van de Oo-ppello beslist, dat een reis- prijsvraag niet onder de Loterij wet valt. Het betrof hier een reisprijsvraag, ver spreid door een verkeersbureau te Amster dam, waarbij de deelnemers een tiental Euro- peesche landen moesten rangschikken in de volgorde van hun persoonlijke voorkeur, waarna de meerderheid van stemmen der ge zamenlijke inzenders heeft bepaald welke volgorde, in het algemeen door de deelnemer» de juiste werd geacht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5