UIT BIADEM EH TIJDSCHRIFTEN FRANKRIJK IN DE MAGERE JAREN. VAN HET INDISCHE LEVEN. ptSSF ma&assm WÊÊÊKm DONDERDAG 21 JULI 1932 HET HELLEND VLAK VAN HET BEGROOTINGSTEKORT DE OPPOSITIE STEUNT DE REGEERING. DE STEEN VAN DEN ASTROLOOG. r - IJIS11 S* ONTHULLING VAN EEN BRETONSCH OORLOGSMONUMENT. DE V. C. OP HET OORLOGSPAD. WIE ZULLEN HAAR BONDGE. NOOTEN ZIJN? het proces-gorgoeloff. teeken des tijds het concept-program der Van onsen correspondent-) P a r ij s, 18 Juli 1932. pe Fransche kamers zijn op vacantie ge stuurd en de regeering zal eenigen tijd rustig kunnen werken. Als men alleen de uren telt, dat iemand als Herriot zichtbaar in getouw was, dan moet men meelij hebben met die arme slaven van ministers, die van den nacht een dag en van een dag acht-en-veertig uren moeten maken. Zoo'n minister-president heeft zijn eigen departement, zijn reizen naar het buitenland, zijn dagvaardingen van de kamers, van de commissies, de sollicitaties van zijn partij en hij geniet bovendien het twijfelachtig recht om zonder de minste barmhartigheid aan zijn beide jaspanden te worden getrokken. Poincaré, in de moeilijkste dagen van de frankcrisis, heeft eens neerslachtig zijn werk dag verteld in de hoop eenig medelijden in te boezemen. En verstandige menschen vroegen toen, wat er van het bestier der zaken terecht moest komen, als men den verantwoordelijken man het werken onmogelijk maakte, 't Is de oude klacht. En 't kan geen verwondering baren, dat men lederen minister een zucht van verlichting ziet slaken, als het parlement op reces gaat. Ook Herriot heeft in den korten tijd van zijn jongste ministerschap zijn vrien den moeten beduiden, dat ze hem geen ondienst zouden bewijzen met hem een weinig rust te laten. Over zijn „vijanden" onjuist gezegd beeft hij geen klagen gehad, eer mogen wij bij hem de verzuchting veronderstellen Be waar me voor mijn vrienden, voor mijn vijan den zal ik zelf wel zorgen. Deze eerste zittingsperiode heeft vooral Her- riot's enorme werkkracht getoond. Hij nam het bewind op zich op een ontzaglijk moeilijk moment en onder omstandigheden, welke hij al heel weinig kon beïnvloeden. De eenvoudige vergelijking met zijn eerste minister-president schap rangschikt hem niet onder de Bourbons. Integendeel. Herriot toont veel geleerd en veel vergeten te hebben. Op het kussen gebracht door een besliste karteloverwinning is zijn eerste verdienste geweest zich niet door zijn overwinnend leger te doen meesleepen. Hij heeft zich als een bewindsman,, als een werke lijk staatsman gedragen. Geen ontbranding dus van het fanatisme, dat in 1924 zooveel kwaad had gesticht, maar een vertrouwensvol samenwerken voor het lands belang. In de politiek heeft zulk een samen werking niet altijd het aspect van een vrien denkring. Maar ze Is toch duidelijk aan den dag getreden op het moeilijkste moment voor het kabinet, toen het door zijn eigen vrienden dreigde te worden omgebracht. Op dat oogen- blik heeft het landsbelang gedominerd en marcheerde de oppositie met de regeering. Voor den vorm is de meerderheid van het parlement het zomerreces ingegaan in eens gezindheid met de regeering. Maar de schijn kan hier de werkelijkheid niet verbergen. Voortgesproten uit een negatieven kamp en geplaatst voor positieve moeilijkheden, die ze grootendeels zelf heeft veroorzaakt, kan deze meerderheid geen homogeniteit vormen voor de oplossing van vraagstukken, waarover haar samenstellende deelen verschillende en zelfs tegenovergestelde meeningen hebben. Toen dan ook de regeering met een saneeringsplan wilde komen, dat het dreigend schatkisttekort en begrootingsdeficit moest voorkomen, mislukte deze poging deerlijk. Voor de regeering blijft de verdienste de saneering moedig voorgesteld te hebben, voor haar meerderheid blijft het feit, die saneering te hebben doen stranden. Dit dubbele feit blijft teekenend voor den politieken toestand. Maar de saneering moet er komen, want Frankrijk bevindt zich op het hellend vlak van begrootingstekort, sohatkistuitgeputheid, drei gende inflatie. De belastingen brengen op geen stukken meer op, wat van de fiscale maat regelen verwacht wordt. De uitgaven blijven toenemen, mede dank zij den crisismaatregelen, den kosten der werkloosheid in het bijzonder. De handelsbalans is er zoo verschrikkelijk aan toe, dat geen ander land daar tegen zou kun-* nen; Frankrijk echter kan het geweldig tekort nog eenigszins dragen dank zij zijn gunstige onzichtbare balans. En wanneer dan per slot van rekening het parlement de regeering ge dwongen heeft de saneering uit te stellen, dan weet men, dat Jlt uitstel slechts kort kan zijn en dat, als In October de kamers weer bij elkaar komen, ze onmiddellijk voor de sanee- ringsnoodzakelijkheid zullen staan, onder ge lijke of verzwarende omstandigheden. De genomen maatregelen zijn tweeërleieen verlichting van de vlgeerende begrooting met 5 pet. op de uitgaven voor materiaal. Een be- flastingverhooging voor de toekomst, die de inkomstenbelasting met 25 pet. gemiddeld ver hoogt. Maar omdat die maatregelen voorloopig niets opbrengen een uitgifte van twee mil liard schatkistbiljetten, een leening dus, om de betaalmeesters niet voor een ledige kist te (plaatsen. De kamermeerderheeid heeft dus gedaan, wat ze beloofd had niet te doen belasting- verhooging en leenlngspolitiek. Maar het be lastingplafond is In Frankrijk allang bereikt en als men te hoog belast, dan verdwijnt de (belastbare materie. Men mag dan nog zulke hooge heffingen instellen, de opbrengst krimpt Biecht in. En de Teden van het begroötings- itekort ligt in de vermindering van belasting opbrengst. En die vermindering Is mede het gevolg van den overmatigen belastingdruk die het economisch leven bezwaart, en met ver hooging van dien druk kan dus het kwaad elechts verergerd worden. De remedie ligt voor de hand. De knapste leden van de regeeringsmeerderheid hebben ze genoemd en de minister-president heeft getoond haar te kennen. Ook voor Frankrijk zijn de magere jaren aangebroken, maar men leeft iVoort als In de vette, toen de staatshuishouding onbezonnen werd opgedreven. Om slechts één factor daarvan te noemenFrankrijk heeft ilOO.OOO ambtenaren meer dan in 1914 en de coëfficiënt der salarissen bedraagt ruim 7 in .plaats van 5, wat normaal zou zijn. Bovendien onderhoudt Frankrijk de boeren en een groot 'deel der industrie door middel van een kunst-, matige economie, die niet alleen verschrikke lijk duur kost, maar bovendien het leven zoo geweldig duur houdt, dat een ieder zich bij zijn uitgaven tot het uiterst noodzakelijke moet beperken. De thans genomen maatregelen beteekenen dus niet alleen niets, maar ze kunnen ook niet herhaald worden zonder den weg van de infla tie op te gaan en het vraagstuk bestaat dus nog in zijn geheel. Straks, in October, zullen fiscale maatregelen geen baat kunnen geven, Integendeel, een vermindering van belasting druk is noodzakelijk. Zij is niet te verwezen lijken zonder een ontzaglijke bestuurlijke her vorming, waardoor het huishouden van den staat minder zal kostei* Men denkt ook aan een conversie en over haar kunnen alle partijen het eens zijn, alleen vermindert ook zij nog de koopkracht van een ontzaglijk deel van de natie. Evenwel, die maatregelen gaan precies tegen de belangen in van hen, die de regeeringsmeer derheid hebben gekozen. Reeds thans is al wat ambtenaar is tegen alle salarisverminde ring gemobiliseerd en de pensioen trekken den zijn al even sterk georganiseerd en dwingen van hun parlementsleden verzet af tegen elke poging, die hun belangen bedreigt. Wat dat zeggen wil hebben we in deze eerste zittings periode gezien de regeering in conflict met haar eigen meerderheid. Alle logica zou moeten verdwijnen om de regeering in October niet andermaal in strijd met haar eigen meerderheid te vinden. Maar zooals wij reeds gezegd hebben: het is niet te verwonderen, daar de regeerlngs- partijen volkomen verdeeld zijn over de vraag, welke maatregelen genomen moeten worden! Ze' verdedigen zelfs tegenstrijdige belangen. En zoo de regeering regeeren wil, zal zij genood zaakt zijn allen te vereenigen, die over de groote problemen gelijkelijk denken. De wijziging van de regeeringsmeerderheid dringt zich te feller op, naarmate de vraag stukken dreigender worden. En hoe dreigend die worden toonen de volgende gegevens. De handelsbalans geeft voor het eerste halfjaar van dit jaar een vermindering van acht mil liard francs in vergelijking met de eerste zes maanden van het vorig jaar. De uitvoer liep met zes milliard achteruit. Het deficit van de handelsbalans bedraagt op het oogenblik reeds 7 milliard. Van het nieuwe begrootingsjaar (dat toeval lig 9 maanden duurt) is eerst de opbrengst van drie maanden bekend, en dat zijn.nog wel de maanden, waarin de meeste roll<m niet zijn uitgegeven. Toch blijven die maanden reeus 615.627.000 francs beneden de Taming. Waar zoo de cijfers zijn, daar komt het par lement voor noodzakelijkheden te staan, ten op zichte van welke de partijpolitiek niet veel ver mag. Trouwens de heer Germain Martin heeft reeds verklaard, en de voorzitters van de com missies van financiën van beide kamers en de begrootingsrapporteurs hebben, hetzelfde gei- zegd, de taak die de kamers in October zullen vinden, zal de sanering en de aanstaande be- grootingsbehandeling zijn. Maar dat is juist de taak, waarvoor de regeering een meerderheid noodig heeft en het is duidelijk, dat zij die niet kan vinden In de kartelpartijen, die haar zoo uiteenloopend opvatten. En bijgevolg zal eerst in October Herriot zich de bewindsman moeten toonen, die het land noodig heeft, 't Is een merkwaardige speling van het lot en een erken ning van zijn bekwaamheden en verdiensten, dat het juist zijn tegenstanders van weleer zijn, die hem nog de beste kansen geven voor een slagen, waartoe zijn voorzichtige houding in deze eerste zittingsperiode hem schijnt voor te bestemmen. Een sensationeele geschiedenis. WELKE ECHTER HEEL GEWOON BLEEK. Voor eenigen tijd vermeldden wij, dat ver moedens waren gerezen, als zou te zijnen huize te Bandoeng de gepens. majoor De Jongh- Swemer aan vergiftiging zijn overleden. We lezen over deze zaak in het „Bat. Nieuws blad" o.m. het volgende: Wijlen de heer De jQngh Swemer had reeds geruimen tijd last van een hartkwaal. In Oc tober van het vorig jaar heeft hij zich in ver band hiermede tot zijn huisarts gewend, die hem den raad gaf geen koffie of sterkedrank te drinken en niet te rooken. De patiënt volg de dezen raad eenigen tijd op, maar scheen er geen baat bij te vinden; de pijnen, die hij voor maagkrampen hield (het is ons niet be kend, of ze dit inderdaad ook waren,) vermin derden niet. Naar aanleiding hiervan begaf de beer Swemer zich naar een astroloog, die hem een steen gaf, welken hij steeds bij zich moest dragen. Volgens beweren van den overledene hielden de pijnen van dien tijd af op. Op 6 April woonde de heer Swemer 's avonds een feestje bij en was toen opgewekt en vroolijk. 's Nachts om vier uur echter overleed hij. Kort daarna ging het verhaal, dat de heer Swemer de hand aan zich zelf geslagen zou hebben, hoewel de geneesheer hartverlamming als doodsoorzaak had opgegeven. De zelfmoord theorie werd door de familie en vrienden van den overledene verworpen en zoo gingen de gedachten in de richting van vergiftiging. Men bracht een bezoek aan den astroloog, die door wijlen den heer S. geraadpleegd was en deze verklaarde dat de horoscoop van den over ledene hem reeds dadelijk duidelijk gemaakt had, dat S. in April aan vergiftiging zou ster ven. Hij had dit in gematigde termen aan zijn cliënt medegedeeld, n.l. door hem te vertellen, dat hij in April zwaar ziek zou worden ter wijl zijn zoon, die in Holland vertoeft tezelf dertijd iemand uit zijn naasten familiekring zou verliezen. De astroloog wist nog mede te deelen, dat S. door een politieken tegenstander getroffen zou worden. Dit verhaal, dat later tegen een familielid van den overledene her haald werd, bracht de gemoederen eerst recht in beroering. Inmiddels echter ging het ge rucht, dat ook de weduwe vergiftigd zou wor den. Tenslotte liet de justitie, om zekerheid te bekomen, het stoffelijk overschot van wijlen den heer Swemer opgraven en onderzoekan. Nu gebleken is, dat de heer S., voor zoover langs wetenschappelijken weg kon worden vastgesteld, niet door vergiftiging om het le ven gekomen is, zal het justitieel onderzoek in deze richting geen voortgang meer hebben. V"' Rembrandt „Saskia als Minerva," (1631) Op de tentoonstelling bij Fred. Muller Co. te Amsterdam) Zaterdag. 23 Juli a.s. Naar Kipa uit Parijs meldt, zal Katholiek Bretagne den 23stern Juli op plechtige wijze een gedenkteeken onthullen dat op initiatief van het episcopaat voor de 200.000 in den oor log geSneuveide Bretagners werd opgericht. Mgr. Mignetn zal een pontificale Hoogmis opdragen, terwijl Mgr. Dnparc, de deken van heit Bretonsche episcopaat de predikatie zal houden. In den namiddag zal een grootsche demon stratie plaats hebben, welke met den zegen met het Allerheiligste besloten zal worden. Telkens, wanneer er beweging komt in de Indische samenleving, maakt de Vaderlandsche Club er opschudding van, en steeds doet ze dat op dezelfde manierdoor brallende groot spraak, door ondraaglijke aanmatiging, en door doemvonnissen van gebrek aan zedelijken moed, van ontaarding der raseigenschappen van lafheid, defaitisme en verraad aan de Ne- derlandsche zaak te slingeren naar de hoofden van hen, die niet dadelijk bereid zijn mee te schreeuwen in het koor van eigenroem en zelfbevoorreohting. Zoo was het in 1929, toen het vraagstuk van de inheemsche zelfstandigheid aan de orde was, zoo is het ook nu, nu de economische nood aan den man is, en het maatschappelijk samenstel in zijn voegen geschokt is, hier zoo goed als elders. Nu worden met veel lawaai en uiterst sim plistisch een stel leefregels voorgeschreven, die de Nederlandsche en de Indische regeering maar als de drommel hebben uit te voeren, (want de heeren dulden dit niet meer en eischen dat zonder vorm van proces) en die de Nederlandsche belangen en voorrechten onaan getast laten. Het spreekt nogal vanzelf, dat de inheemsche bevolking er niet aan denkt, met een paar decreten van de Vaderlandsche Club zich te laten terugplaatsen naar het inlandsche niveau van een kwarteeuw geleden en zich schrap zet tegen een aantasting van haar duur- bevochten verworvenheden. De opriohtlngscampagne van de Vaderland sche Club heeft ontzaglijk veel kwaads ge sticht. Haar reactionnaire campagne va® het moment doet waarschijnlijk nog meer kwaad. Nu immers valt haar gebral en haar beroep op recht-zus en eisch-zoo in een inlandsch gemoed dat evenzeer als het Nederlandsche aangedaan is door de neurose van den tijd en dat die be roepen, als gebaseerd op het nationale gevoel, déarom al afwijst, wijl het inlandsche nationale gevoel precies den anderen kant uit gericht is. Wie dat miskent, miskent de werkelijkheid. Al staat er honderdmaal in de grondwet, dat het koninkrijk der Nederlanden, behalve het land aan de Noordzee ook de eilanden rond de Java- zee omvat, daarom voelt de Javaan zich nog geen Nederlander, ook geen Groot-Nederlan der. Het regeeringsbeleid moet er op gericht zijn, dat hij zich èn Javaan en Groot-Nederlan der leert voelen hetgeen zeggen wil, dat de Javaan zich zal moeten leeren verzoenen met heel veel leed, hem in het verleden ten hate van Nederland aangedaan maar de Vader landsche Club past daarvoor averechtsche middelen toe. Wat van den Javaan geldt, geldt natuurlijk ook van de andere inheemsche ras sen. „Sedert het begin van zijn optreden is (jhr. De Graeff) een verklaarde vijand gebleken van de Nederlandsche gedachte, van de nuchtere realiteit. Bij voorliefde koos hij tot zijn raads lieden personen, die in woord en geschrift had den getoond den invloed van de leidende Ne derlandsche groep te willen verzwakken ten behoeve van de Inlandsche, hoewel deze nog geenszins had getoond de kennis en het ver antwoordelijkheidsgevoel te bezitten, welke toch noodig zijn voor de uitoefening van be langrijke staatkundige rechten". (Orgaan van de Vad. Club van 1 Mei 1932). Nu is bet aan geen twijfel onderhevig, dat bet èn van de Nederlandsche regeering, èn van de groote Nederlandsche partijen juist de bedoeling is, den invloed van de leidende Ne derlandsche groep te verzwakken ten behoeve van de Inlandsche, want wat zou anders de be doeling zijn van al de vormen van onderwijs aan Inheemschen, -van bet instellen van een Volksraad, van bet geleidelijk uitbreiden van diens rechten, bevoegdheden en werkzaamhe den, van het uitbreiden van het aantal Inheem sche zetels daarin, van het benoemen van aan zienlijke Inheemschen tot leden van den Raad van Indië, enz., enz., enz En dan weer dat krenkende en grievend-onrechtvaardige verwijt aan de Inheemsche groep gij hebt nog geens zins voldoende kennis en verantwoordelijkheids gevoel getoond (n.l. aan ons, de leidende Neder landers) Zoolang de Inlandsche bevolking niet onvoorwaardelijk verklaart, ten eeuwigen dage op te willen zitten en pootjes geven aan de leidende Nederlanders van de V. c„ zullen deze laatsten den Inlander kennis en verant woordelijkheidsgevoel blijven ontzeggen, ten einde met hooge borst aanspraak te kunnen blijven maken op gereserveerde plaatsen. „Vermindering van de formatie van het Europeesch B. B., met de daaraan verbonden verzwakking van de oontroleerende bevoegd heid van dat corps, is een daad, die door geen Nederlander kan worden aanvaard." (Ibid.) Wie, die dit onomwonden proclameert, kan den Inlander kwalijk nemen, dat hij niet veel vertrouwen heeft in sohoone beloften voor de toekomst Wat blijft er zoodoende van waarde in leuzen als „geleidelijke opheffing van den Inlander, tot hij eigen zaken behartigen kan" als: „voortgezette ontwikkeling van Ned.-Indië tot zelfstandig binnen het rijksverband", wan neer bij iedere toekenning van eenigerlei nieu we zelfstandigheid geroepen wordt, dat dit door geen Nederlanders kan worden geduld en dat het „nog geen tijd" is Dan is het nooit tijd, en de inlandsche wereld weet ook maar al te goed dat dèt inderdaad de geest is van de V. C.. „Een ding (staat) onomstootelijk vastde groep der Nederlanders, als geheel genomen, wil Indië behouden (het is maar de vraag hoe K., corr.) en zal goed en bloed geven, waar neer het gaat om de verdediging van baar rech ten in dezen archipel. Deze rechten zijn heilig en eike aanval daarop, van welke zijde die ook ondernomen wordt, zal te pletter loopen, tegen den onverzettelijken wil, die het kenmerk is van de beste telgen van den Nederlandschen stam. Wij wenschen baas te zijn en te blijven in eigen huis. Ziedaarl" (Orgaan der V. C. van 15 Mei 1932.) Ziedaar inderdaad den waren geest van de leiders en de ontwikkelaars van Ned.-Indië tot zelfstandigheid en zelfbestuur, wat toch het doel is van de huidige koloniale politiek der Nederlandsche regeering. Wanneer men dan in datzelfde nummer leest, dat de G. G. zich dicta toriale macht moet aanmeten; dat „politieken schreeuwers" van het Thamrin-, het Soetomo- en Soekarno-type „kort en goed wordt aange zegd, dat zij zich ernstig in acht nemen en voortaan vooral niet te veel meer van zich doen spreken" dat weermacht en politie onver zwakt dienen te worden gehandhaafd (U be grijpt, voor den donder, waarvóórzijn we hier baas of niet en willen we het blijven of nietO zoo dan verbaast men er zich over, dat die bovengenoemde politieke schreeuwers daar zoo gelijkmoedig onder blijven en nu op hun beunt niet eens gaan eischen, dat de pers- brei d el -ordon nanti e op het orgaan van de V. C. worde toegepast. Nog tallooze andere uitspraken van het fas cistisch orgaan zouden in beschouwing geno men kunnen worden, maar noodig is dat, na al het voorgaande wel niet meer. Duidelijk zal het voor ieder zijn, dat deze geest uiterst bevorde- lijk is voor het verwekken van sterke politieke spanning, waaraan in deze noodtijden aller minst behoefte bestaat. Met bezorgdheid dient de komende Volksraadszitting tegemoet te wor den gezien. De regeering bevindt zich in het lastige parket, dait „links" zoowel als „rechts" zoo hard mogelijk trekt, om haar naar de eigen zijde te halen. Links vindt, dat de Landvoogd beangstigend zelfstandig optreedt bij het nemen van maatregelen rechts vindt Z. Excellentie heit gemakkelijke werktuig der hyper-ethici, die er dan ook maar uit moeten. De Vad. Club is er op uit, een Nederlandsch front te formeeren tegen de Inlandsche meerderheid in den Volks raad. Zij wenschen alle „loyale" Nederlanders in haar kielzog te trekken. Een paar dagen ge leden verscheen in De Javabode (even reaction- nalr als de V. C.) een politieke plaat, waarop de G. G. het middelpunt was, omringd door een aantal ridders, die resp. do V. C., het I. E. V., den P. E. B. en de I. K. P. voorstelden. Het onderschrift luidde„In tijden van nood steu nen alle loyale partijen het Gezag". Dat het I. E. V. zich heeft laten inlijven in het front der V. C. schijnt wel vast te staan. De heer De Hoog is opvallend goede maatjes met de V. C.-drijvers. De verklaring lijkt niet ver te zoeken. De indianisatie, die het schrik beeld Is va® het I. E. V. kan alleen met de V.C. mot succes bestreden worden. Zoo rechts-moge- lijke aansluiting lijkt den heer De Hoog de eenige weg, over welken hij zijn Verbond naar een 'veilige toekomst leiden ka®, temeer, waar de heer De Hoog zeer weinig enthousiast tegen over de kolonisatie-bevlieging zijner volgelin gen staat. De P. E. B. is van nature aan de V. C. verwant. In de C. S. P. lijkt de stemming niet bijster V. C.-gezind. In een der laatste num mers van De Banier werd tenminste met duide lijke woorden gezegd, dat naast het communis me een der gevaarlijkste verschijnselen van de zen tijd bet (overdreven) nationalisme is, te gen welke verklaring het orgaan der V. C. niet naliet te schimpen. Wat de I. K. P. zal doen, is nog niet uit te maken. Haar leiders laten het aan iedere in lichting of voorlichting ontbreken. Mij lijkt volstrekte afzijdigheid van de V. C. voor de In dische Katholieke Partij een gebiedende eisch. Uit hef aftreden van mr. Fruin als voorzit ter der V. C. moet geconcludeerd worden, dat hij het niet eens is met de Scharfmacker, doch geen kans meer ziet, het roer te wenden. HB ia>vvn PARIJS, 20 Juli. (R.O.) Maandag a.s. zal de Parijs voor de rechtbank der gezworenen het proces beginnen tegen Gorgoeloff, den moorde naar ran president Doumer, WAT OP BALI WEL MAG Wij lezen in het R. K. dagblad van Ned.- Imdië „De Koerier" Het is niu zoo langzamerhand bekend, dat Bali verloren zon zijn, zoo hier een pastoor of dominee vasten voet aan wal kreeg. Niet lang geleden echter sloeg een stamiboel-gezel schap, genaamd „Matabari terbit", zijn ten ten op te Singaradja. Eén der avonden was gewijd aan de verheffende geschiedenis van Maarten Luther ais afiaatbestrijder. Men kent het verloop hij dergelijke gelegenheden een personage in een ondefinieerbaar tenue betreedt het tooneel: Sa ja poenja nairna Martner Lute, na dieze voorstel,lang, waarbij die patiënt blijk gal zijn eigen naam niiiet te kunnen uitspreken, volgde een filippica tegen den verkoop van soerats soerga, u weet, niet waar, dat ten tijde van Luther van die aflaat brieven verkocht warden, waarbij nog te ple gen misdaden reeds bij voorbaat vergeven werden. De Roomsohen protesteeren wel tegen dien geschiedkundigen laster, maar het wordt tooh maar lustig steeds verder verteld. Een vol gend tooneel verbeeldt een bosoh. Achter één der bordpapieren boomen is 'n snoode boos wicht opgesteld, op den loer liggend naar angelooze reizigers. Het monster is des te driester, omdat hij, naar hij ons in een mono loog mededeelt, im bet bezit is van een soerat soerga. Hij kan dus vrij stelen, eventueel zelfs moorden, want de vergiffenis is „ge kocht en betaald." Het duurt niet lang, of een niiets-vermoedend reiziger valt in zijn handen en wordt volgens de regelen van de kunst „uitgekleed". Als de booswicht klaar is en het haizenipad wil kiezen, komt „Martner Lute", alias Maar ten Luther, ten toonieele en verwijt den boef in welgekozen woorden zijn wandaad. Het stpefl edmdJigt met de hartelijke bekee rling van den roover tot een vurig volger van „Martner Lute". Ik herinner me, dat een Engeteah filosoof, wiens naam mij niet meer te toimnen wil schieten, eens gezegd heeft: „(Het tooneel is de leerschool voor het voilfe". Arm BaJldneesah volk, dat oip bovengenoemde wijze het Christendom moet „toeren kennen". Antipapisme, verkapt of openlijk, mag altijd. Wij protesteeren hier met madrulk tegen zulk een lasterlijke .geloofsverkondiging" en eischen laat ons óók eenis wat eischen dat hiet bestuur daar maatregelen tegen neme. De „Rotterdammer" sohrijft Indien er iets is, dat de economische ma laise illustreert, dan is het de vraag der Twentsche fabrikanten naar protectie. De Twentsche industrie heeft alleen in 't allereerste begin eenige bescherming geno ten; al spoedig en tot heden is elke protec tie door de fabrikanten afgewezen en zij hebben bun industrie op een ongewoon boog peil gebracht. Nu echter heeft de Twentsche nijverheid het moeten afleggen tegen de buitenland- sche concurrentie. Ook in ons eigen Indië. Aan ongebleekte (goederen voert Japan 89 pOt. in, Nederland 1.36 p€t.; daar lig gen wij dus uit. In gebleekte goederen voer den wij in 1927 in 67 pCt. tegen Japan 2 pCt.; nu zijn deze cijfers 61 24.50, daar gaan wij eruit. In bontgeweveu goederen voeren wij in 1.7 pOt. en Japan 87 pCt., ook hier liggen wij eruit. Van deze bontgeweveu goederen zijn de sarongs uitgezonderd; daarvan voer den wij in 1927 in 68 pCt. tegen Japan 0.02 pCt.; thans staan wij tegenover elkaar met 32 33, Japan is dus al voor. Zóóver heeft de Japansdhe regeering het gebracht. Want zij heeft de loonen dermate omlaag gedrukt, dat elke concurrentie op behoorlijke loombasis eenvoudig onmoge lijk is. Om nog iets in Indië te redden, wordt te Garoet een Nederlandsche textielfabriek ge bouwd. Zal dat veel helpen Japan doet bet zelfde. En Twente zal er weinig baat van hebben. Zoo zitten we vast als een muur. Want tot het peil der Japansche loonen, welke zelfs niet do sobere eisohen van deze arbei dersbevolking kunnen voldoen, mogen we niet dalen. MODE-WAANZIN In de soc. dem. pers, schrijft arts L. Heijen> raajus: HygliëniiSidh. is or ibeowaaa* teigem. sleeiprofc- toen, tegien OhiiiBeiesiöli'e voetjes, d,e uittriefc^111^ deir liiippen 3>ij die lipnetge/rs. Daar heeft meirl te doen met aJ-Leirlied ge'binuiiken hij netgiervol* kern, kaffeers. Tba-ms züet miem de mode als decadentie- versichojnisefl, de gewoonten dezer volksstam, men naderen.. Wat ik op reis in mijne vacan tie vaiafe zag, dat wordt bedenkelijk. Jong® vrouwen, de filmsterren govern bet voorbeeld, laten ziich de wenkbrauwen uit trekken en deze wondien vervangen dooir een zwarte diunine streepbet gelaat wordt ge heel geschilderd, rood 04 ote(r©eel, de mond met rood aangezet; de nagels vuurrood ge lakt, ook van de teenen. De haren niet alleen „gepermanent", doch geverfd of opgebl60^. de liiichaamsharcn verwijdend door scheren of zalf. "Verder worden de oogen omgeven door zwart; lange wimpers aanSe'Plakt. Is het geheel voor elkaar en zijn zij gereed voor „dancing" of sickoiuwlbiurg, dan is het uiter lijk precies als van een pop uit een modem dBimeskiIeediingmagaizijn. Kinderen. 0 foei, daar is geen tijd voor 6011 hondje. In de Fransche badplaatsen, weinig kinderen, veel schoothondjes, in den trein, in elk café schat tige „spanlate" met linten en pakjes, vaak twee en meer, keurig gewassclien en gekamd en geparfumeerd. D® mondaine dame is een groot deel van den dag dirruk bezet: baden, massage', huidmassage, dan de coiffeur of ©Odffeuse, manicure, en als zij na al deze be sognes haar „thé-comiptot" gebruikt, komt elke 5 minuten het spiegeltje en de lippen stift voor den dag, moet een lok verschikt, het rouge opgehaald worden. R. K. STAATSPARTIJ De „Volkskrant" schrijft onder -het op- sohrift„Een uitmuntend concept" Het conicept-program 1933 der R.K. Staats partij beantwoordt aan de belangrijke uit latingen van twee voormannen onze partij in de Tweede Kamer: de uitlating van den Kamervoorzitter mir. Van Schalk bij het aanvaarden van het voorzitterschap, en de uitlating van mr. Gosellng op de eestverga dering van den Friescben Bond. En de voorzitter der Kamer èn de voor zitter der Staatspartij doelden op een nieuwe maatschappelijke'ordening, pas door de N R. Ct. hoonend als de grootste waan afgewezen. En toch, indien wij niet voor ons zagen als perspectief luchitverheveling voor de N. R. ct. niet alleen, maar ais een in afzienbare toekomst te verwezenlijken her vorming een nieuwe maatschappelijke orde. ning, doortrokken ran de sociale liefde voor en door Christus, zou men aan de politiek en de maatschappij gaan twijfelen. Het concept-program houdt èn rekening met de crisis-periode welke wij doorworste len, èn houdt den blik gericht op de periode die daarna moet aanbreken. Het wensoht noch voor het heden, noch voor de toekomst een afbraak-politiek. Het wil niet aau de crisis alles offeren wat wij in lange jaren belbbem verworven en veroverd; het wil nog minder voorgoed de welvaart, zeg Hevea- de ellende der volks massa stabiliseeren op het peil, dat den Kalff's en Carp's voor oogen zweeft. De N. R. Ct. ziet door de economische vloedgolf de sociale voorzieningen reeds weg gespoeld „heilig huisje" van het onder, wijs ondermijnd. tVelnu, het ooneepLpnogram noemt „met name volksonderwijs en sociale voorzienin gen", die niet in gevaar mogen worden ge bracht. De opstellers van het eonoept-program hebben zeer goed begrepen, dat de bezuini. Singslust zich het eerst en het meest zou ver grijpen aan deze twee bezittingen van de volksmassa; de sociale voorzieningen, moeizaam veroverd, voor de poorten der li berale hel als het ware weggesleept, worden als een zoenoffer beschouwd op het altaar der liberale gedachte, dl© er zich op be roemt de omstandigheden mee te hebben en het onderwijs, weleer het palladium der libe ralen, beeft zijn aantrekkelijkheid verloren sedert de volkemassa zich met overtuiging van bet liberalisme heeft afgewend. Het concept-program is 'n uitmuntend con cept, omdat het èn voor het heden èn voor de toekomst gedachten ontwikkelt, richt, lijmen trekt, die geheel in overeenstemming zijn met de leerimgen der Encycliek „Quar dragesimo Anno" en derhalve moeten be. antwoorden, aan hetgeen in de katholieke ziel toeft. Juist omdat dit concept een zoo kloek ge concipieerd en in zijn opbouw zoo logisch, sterk stuk is, zal amemdeering uiterst moei, lijk vallen. Wie dit willen beproeven onze kieever- eenigingen komen voor deze taak te staan, zullen het ervaren. Tooh zullen velen bet als een ldemte ge voelen, dat dit krachtige concept-program, zoo volkomen beantwoordend aan den voor- uitstrevend katholieken geest radicaal katholiek, indien de N. R. Ct. dit liever hoort niet in een korte resumptie samenvat wat op het terrein der practisohe politiek allereerst aan de orde moet komen, wat vóór alles moet worden nagestreefd. Het concept, hoe stevig ook, is te uit- voeriig, te dogmatisch schreven we haast, voor een verkiazingskreet, een verkiezing», leus. En toch zulk een lens Is het, die de hon derdduizenden tot geestdrift en in actie moet brengen. Bij wijze van. amendement is die bezwaar, lijk aan te brengen. "Ware het niet eenvoudlgterl, indien, het partijbestuur zelf uit het concept en met behoud van het concept de verkiezimgs- leus distilleerde, die de stemmen op de lijs ten dar Staatspartij straks tot ver over het miliioen zal opvoeren 7 HET RAPPORT-WELTER In de „Volkskrant" schrijft het Kamerlid Kuiper: Het Is wel zeer natuurlijk en begrijpelijk, dat bü het verschijnen van zulk een rapport een storm losbreekt, mass- om nu alle pro testen tegen deze commissie te richten, is niet alleszins billijk- Men moet namelijk in het oog houden, welke opdracht de commissie had te ver vullen. Zü. of ^Pkald® leden uit haar mid den, hadden deze opdracht kunnen weigeren, maar dan waren er andere heeren gekomen, v 0t nad de kwestie zich in een anderen vorm voltrokken. De coinmissie had. namelijk de opdracht, om „binnen zoo kort mogelijken, termijn aan Ons (de Kroon) zoodanige voor stellen te doen als in verband met de nood zakelijkheid van een blijvende en aanzien lijke verlaging van het peil der Rijksuitgaven dienstig zuilen zijn". Deze opdracht is door de regeering na tuurlijk na grondig beraad en welbewust in deze bewoordingen vastgesteld. Hieruiit volgt, dat de bedoeling der re geering tweeledig was. Zij wenschte voorstel len tot een aanzienlijke, maar tevens ook tot een blijvende verlaging dar Rijksuitga ven. Het was niet te doem om te geraken tot ®en tijdelijke verlaging om door de crisis heen te komen, maar om hot peil der Rijks uitgaven blijvend op een aanzienlijk lager cijfer te brengen. Houdt men dit goed in 't oog, dan kan men niet zeggen, dat de com missie in haar rapport bet beoogde doel voorbij schiet. Dan schijnen ons haar voor stellen integendeel nauwelijks aan het gestel de oogmerk te voldoen. Redelijker wijze vloeit daar dan echter uit voort, dat voor deze bezuinigingsoperaties alle verantwoordelijkheid op de regeering rust en niet op de commissie. De regeering heeft een taak opgelegd, die door de commissie is volbracht. Vervolgens is het wel duidelijk, dat bij een zoodanige bedoeling der regeering, de com missie moeilijk beter samengesteld had kun nen worden. In onze omgeving hebben we dikwijls cri- tische opmerkingen vernomen over de samen stelling der commissie. Hoe de regeering er toe kwam zulk een gezelschap tot deze taak te roepen, was velen een raadsel. Houdt men echter de bedoeling der re geering in 't oog, dan is de keuze der leden volstrekt niet zoo onbegrijpelijk. Een aanzien lijke en blijvende veriagang projecteeren, was den heeren zooals gebleken is volkomen toevertrouwd. Een ander soort verwijten aan de com- missie-Welter houdt evenmin met haar op dracht voldoende rekening. "Wij bedoelen de meermalen geopperde grief, dat de commissie alleen maar hakt en breekt, maar weinig of geen aandacht schenkt aan de mogelijkheden op het gebied van verliooging der bestaande belastingen, of het creëeren van nieuwe heffingen tot versterking der middelen. Deze grief zou terecht gemaakt kunnen worden, als ze niet geheel en al buiten de opdracht der commissie om ging,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10