R. K. STAATSPARTIJ EN HET RAPPORT-WELTER. WOENSDAG 17 AUGUSTUS 1932' HET DAGELIJKSCH BESTUUR OVER HET COMPLEX VAN VOORSTELLEN. Nauwgezet onderzoek naar liet toelaatbare van de bezuini ging op salarissen een eerste vereischte. DE WERKLOOZENSTEUN. RECHTVAARDIGE VERDEELING VAN NIEUWE LASTEN RECHTSTREEKS OF ZIJDELINGS. GEMASKERDE roovers. R. K. STAATSPARTIJ EN HET GEZINSLOON. CONCLUSIES DER COMMISS1E- ROMME. AUTO TEGEN EEN BOOM. ALGEMEEN BURGERLIJK PENSIOENFONDS. DOOR EEN AUTO GEGREPEN. KWAADWILLIGEN NEERGELEGD. SOCIALE STUDIEDAGEN TE TILBURG. In het jongste nummer van het partijorgaan „R. K. Staatspartij" Is onder den titel „Ont- werpprogram 1933 en rapport-Wel ter" naar aanleiding van dit Tarpport de volgende mede- deeling van het Dagelijksch Bestuur der R. K. Staatspartij gepubl iceerd Het ontwerp-program 1933 zet in met dezen emstigen aa.nheü: „De komende parlementaire periode zal In menig opzicht een der „gewichtigste en moei lijkste zijn, die ooit in de moderne politieke geschiedenis zijn voorgekomen". Het is aan twijfel onderhevig, of de over tuiging, waarmede deze waarheid in het alge meen wordt beaamd, steeds en hij een ieder gelijken tred houdt met de bereidvaardige ge zindheid om het aandeel in de noodzakelijke offers zelf mede te dragen. De leiding eener politieke partij, die zich van haar verantwoordelijkheid bewust is, heeft daarom zeker in dezen tijd den zwaren plicht richting te geven aan denken en stre ven, allereerst van hen, die in het verleden hebben getoond, de leiding te willen volgen. De R. K. Staatspartij vervult daarbij tevens een bij uitstek nationale taak. ImmeTS van alle partijen omvat zij in haar organisatie de meeste kiezers, en op haar lijsten werd bij de laatste verkiezing voor de 2e Kamer der Staten-Generaal het hoogste aantal stemmen uitgebracht. Maar wat gewichtiger is als groote volkspartij omvat zij een belangrijk deel van het volk in al zijn geledingen. Om dit feit is zij aan haar beginsel verplicht te bevorderen die ware saamhoorigheid, welke alleen in staat is moeilijkheden te overwin nen en een beteTe toekomst op te bouwen. Vervuld van deze gedachten, heeft het Da gelijksch Bestuur het tot zijn plicht gerekend naar aanleiding van de publicatie van het rapport SW elter enkele gedachten te ontwikke len, die richting kunnen geven aan het vor men van een algemeen oordeel over het com plex van voorstellen, welke in dat rapport worden gedaan. In dit rapport kan men onder meer zien een concrete belichaming van al thans een deel der moeilijkheden, welke in den aanhef van het ontwerp.program 1933 zijn aangeduid. Het is ondoenlijk en onnuttig de voorstellen hier in bijzonderheden te 'be spreken. Dit is niet de taak. van het Dage lijksch Bestuur. Maar juist met het oog op gedetailleerde behandeling, die elders volgen moet, heeft het nut enkele groote lijnen" te trekken. Dat het "ontwerp-program 1933 aan het Dagelijksch Bestuur daarbij tot leidraad strekt, spreekt vanzelf. Bezinning noodig op begin sel en practijk. Zoo ooiit, dan is het thans allerminst de tijd van simplistische leuzenvan welke zijden die ook mochten worden aangeheven. Dat wil niet zeggen, dat korte, pakkende aanduidingen, ook nu, steeds uit den booze zijn. Maar zeker tegenover voorstellen tot bezuiniging in dezen tijd kan men zich niet de gemakkelijke weelde veroorlooven van een verwerping met afgrij zen of van een aanvaarding met weemoed. Degenen, die hier hebben te beslissen en allen, die zich een oordeel willen vormen en zich bovendien geroepen achten het uit te spreken, zullen zich ter dege moeten inwerken in de verhoudingen, zakelijke, maar ook persoonlijke. Dit bedoelt ook het ontwerp-program met de uitspraak: „Meer dan ooit is dam ook bezinning noodig op beginsel en practijk; het beginsel, dat de praotijk moet bezielen en gezond houden; de practijk, die het beginsel vruchtbaar moet maken door een uit daden sprekenden wakke ren werkelijkheidszin en vooruitziend beleid". Want al is het niet de tijd van leuzen, de tijd van beginselen is het steeds, zoo mogelijk thans in versterkte mate! Taak der Commissie-W elter. Bij de beoordeeling van de voorstellen der Commissie-Welter moet tot uitgangspunt wor den genomen de omschrijving van haar taak. Die luidde „zoodanige voorstellen te doen als in verband met de noodzakelijkheid van een blijvende en aanzienlijke verlaging van het peil der Rijksuit gaven dienstig zullen zijn". Kennelijk gaat die taak dus verder, dan het zoeken naar evenwicht b.v. voor het crisisjaar 1933. Het Is moeilijk met nauwkeurigheid te zeggen, waar In de aardsche verhoudingen de grens ligt van „het blijvende". Toch heeft men te bedenken, dat Rijksuitgaven tot een bedrag van rond 600 millioen gulden, waarop men het tegenwoordige peil kan stellen, niet kunnen worden gehandhaafd, wanneer niet redelijke ze kerheid bestaat, dat, tenminste in de eerstko mende jaren, op een ongeveer gelijk bedrag aan inkomsten kan worden gerekend. Aard en om vang van deze crisis, in tegenstelling met vo rige crises, geven de zeer gewichtige aanwijzing, dat het tegendeel van die zekerheid aanwezig is. Dan moet dus het peil zeker der blijvende uitgaven omlaag. Daarvoor heeft de Staat te zorgen, juist om in dezen ijd „zijn vermogen om helpend en steunend op te treden niet te ondermijnen" en evenzeer om belangrijke volks goederen niet in gevaar te brengen „met name volksonderwijs en sociale voorzieningen". De vraag omtrent het aan vaardbare. De vraag blijft natuurlijk met hoeveel moet het peil omlaag en is alles wat tot verlaging dienstig is, ook aanvaardbaar f De vraag omtrent het aanvaardbare, binnen de grenzen van het mogelijke, is in laatste in stantie, een van zedelijken aard. Voor zoover be- «uinigingen meer rechtstreeks op personen in werken, zal met groote nauwgezetheid moeten worden overwogen, tot hoever de invloed van deze soort versobering mag gaan op levende menschen. Het is duidelijk, dat niet met een soort wis kundige zekerheid kan worden -bepaald, op welk peil de Rijksuitgaven moeten worden terugge bracht. Wel is het noodzakelijk te bedenken, dat een aanzienlijk deel der uitgaven niet voor be zuiniging in aanmerking kan komen. Daar zijn vooreerst de pensioenlasten, welke met inbegrip van de Rijksbijdragen aan de so ciale fondsen, een som van rond 118 millioen gulden bedragen. Metrenten en aflossing der schuld i® rond 74 millioen gemoeid. Het is alleszins begrijpelijk, dat men naar een middel zoekt om dit laatste bedrag ook in de bezuiniging te betrekken. Een zoodanig miadel zou b.v. zijn conversie, voor- zoover -deze volgens de voorwaarden van uit gifte mogelijk is. Ook bij bezuiniging op dezen post moet echter worden nagestreefd „een rechtvaardige verdeeling van nieuwe lasten". Het is niet met volkomen zekerheid te zeggen, wie deze lasten zouden hebben te dragen. Wel mag bet van algemeene bekendheid worden ge acht, dat „de veilige staatsfondsen met de vas te -rente" bij uitstek het bezit zijn van hen, die veeial uit arbeid een zeer bescheiden bedrag hebben bespaard en van de velerlei soorten in stellingen (spaarbanken, verzekeringsfondsen, werkloosheidsfondsen, vakvereenigingskassen en-z.), die voor het nakomen harer verplichtin gen op stabiele inkomsten moeten kunnen re kenen. Daarbij kan men niet over bet hoofd zien, dat een verlaging van inkomsten uit rente van staatsfondsen een weinig geëigend middel ia om de mogelijkheid open te laten, dat de Staat door het opnemen van gelden op langen termijn plaatsen van leeningen) voor zoo ver toelaatbaar een deel der lasten van den huldigen zwaren tijd doet dragen ook door het nageslacht. Juist in dit verband zij gewezen op het punt in ons ontwerpprogram, waarbij werkverruiming, zoo noodig ook door het ver schaffen van werkgelegenheid bij niet-aan- stonds-productieve werken, aan de orde. wordt gesteld. Bovendien dient volgens ons ontwerp program het behoud van het evenwicht, waartoe de verlaging van het peil der uit gaven moet strekken, mede voorwaarde te zijn om met name volksonderwijs en sociale voor zieningen niet in gevaar te brengen. Bezuiniging op salarissen en loonen. Uit het voorgaande volgt derhalve, dat van de rond 600 millioen zeker niet meer dan rond 400 millioen overblijft, waarop 'bezuinigd zou kunnen worden. Ook. vqor 'bezuiniging vai> baar is? Het ligt voor de hand, dat men dan aan stonds vraagt naar het totale bedrag van loo nen en salarissendat daarin iis toegrepen. In -het rapport-Welter wordt dit toedrag gesteld op rond 194 millioen. Meer nauwkeurige gegevens staan ons thans niet ten dienste. Maar men drukt zich voorzichtig uit, wanneer men vast stelt dat het totale bedrag aan loonen en sa larissen in ieder geval 40 tot 50 pCt. vertegen woordigt varn de voor (bezuiniging overblijvende 400 millioen. Hier doet izich dan met alle kracht de ei-sch gelden -van een nauwgezet on derzoek naar -het toelaatbare van deze beizuini- ging, met name in den -geest van ons ontwerp program, dat „gezinspolitiek het geheele staats beleid moet doortrekken". De Commlssie-Welter had- tot taak het zoeken naar een blijvende en aanzienlijke verlaging van het peil der Rijksuitgaven. Haar terrein was dus allereerst dat der blijvende uitgaven. De werkloozensteun 'De huidige crisistijd brengt ook uitgaven mede, die niet van blijvenden aard zijn. Wij bedoelen in het bijzon-der: den werkloozensteun. Als ons outiwerp-program spreekt van de mo reels gevolgen van -de (wereldcrisis is niet in de ketste plaats gedacht aan den geesel der werk loosheid. Dat geldelijke steun, ook al zou die iu overvloed kunnen worden gegeven, In staat zou zijn alle gevolgen weg te nemen, zal nie mand met recht kunnen volhouden. Ook op dit terrein blijft ten volle plaats voor het be oefenen van christelijke -naastenliefde In den ruims ten zin. Maar in de maatschappij zooals die nu eenmaal ie gegroeid en zeker in de tegenwoordige omstandigheden in Nederland, zal de overheid ervoor moeten zorgen dat de lasten zoodanig worden verdeeld dat ook zij, die buiten schuld niet door arbeid in het onder houd van zichzelf en hun gezin kunnen voor zien, voldoende middelen voor 't noodzakelijke levensonderhoud ontvangen. Men kan -niet zeg gen, dat de bestaande normen boven een dus danig minimum uitgaan. Juist omdat -het hier gaat om een gezamenlijk -dragen, om een recht vaardige verdeeling van lasten, is MO aoodi„ het opleg-gen van ©enigen nieuwen last om het leed van anderen draaglijker te maken zó-0 ten volle gerechtvaardigd. Inbraak bij een oude vrouw. Te Stuivezand onder Made (N- Br.) is door een tweetal gemaskerde personen ingebroken bij de 80-jarige alleenwonende weduwe, mej. v. G. Terwijl de eene de oude vtouw in be dwang hield, maakte de andere inbreker zich meester van het aanwezige gold, een bedrag van ongeveer 70. De poliie stelt met behulp van politiehonden een onderzoek in; tot nog toe echter zonder resultaat. De bestuurder vloog door de voorruit. De heer A. S., fabrikant te Oosterhout, is op den Rijsbergschen weg met zijn auto tegen een boom gereden. Hij vloog door de voorruit en werd daarbij ernstig gewond aan het hoofd en andere lichaamsdeelen. Een paaseerende geneesheer legde een noodverban-d en bracht S. naar het St. Ignatius-ziekenhuis te Breda. De toestand van den gewonde is ernstig, doch niet levensgevaarlijk. Wettelijke regeling inzake gezins- kassen. Bij schrijven van 5 Juli 1932 is d-oor de Commissie tot bestudeering van het vraagstuk van het Gezinsloon (onder voorzitterschap van m-r. C. P. M. Romme) aan het Partij-bestuur medegedeeld, dat zij, ofschoon zij nog geen beredeneerd rapport kan aanbieden, itoch in staat Is thans de conclusies, waartoe zij is gekomen, in beknopten vorm voor te leggen. De Commissie heeft deze mededeeling gedaan in verband met het verzoek van het Partij bestuur om zoo mogelijk iu den zomer van 1932 -het resultaat harer werkzaamheden ken baar te maken. Inmiddels was de opstelling van het ont werp-program in begin Juli reeds zoover ge vorderd, dat eenige directe weerslag van deze conclusies der Commissies in dat ontwerp niet meer mogelijk was. Daar het echter van belang werd geacht de door de Commissie vastgestelde conclusies aan de -leden der R. K. Staatspartij bekend te maken, worden zij in het partijorgaan opge nomen. De brief der Commissie is in het partij orgaan „R. K. Staatspartij" opgenomen en luidt als volgt: Bij haar conclusies heeft de Commissie re kening gehouden met het verband, dat in de aan haar verstrekte opdracht is gelegd met de loons- en inkomensvorming. Mede daarin ligt de oorzaak, dat in deze conclusies niet is be treden het vraagstuk van de kinderrente, het welk in de -besprekingen der Commissie wel ter tafel is gekomen. De meer bedoelde conclusies der Commissie betreffen: a. de personen in Overheidsdienst; b. de loonarbeiders in het particulier 'be drijf; c. de kleine zelfstandigen. Personen in overheidsdienst- Ad a. Wat de personen in Overheidsdienst aangaat, beveelt de Oommissie aan, dat aan de openbare lichamen, in wier dienst zij zijn, de verplichting worde opgelegd, voorschriften omtrent kindertoeslag te geven, gelijk zoo danige verplichting reeds bestaat omtrent an dere gewichtige onderwerpen, de rechtspositie van ambtenaren betreffende. Daartoe worde in artikel 125 der Ambtena- renwet-1929, regelende, dat Rijk, Provin ciën, Gemeenten eaz. omtrent de aldaar ge noemde gewichtige onderwerpen positieve voorschriften moeten geven sub d. gewa gende van „bezoldiging', imgelasckt: „en kin dertoeslag". Zal ten aanzien van de Rijksambtenaren een zoodanige wijziging geen ander gevolg hebben, •dan dat wettelijk wordt vastgelegd 's Rijks verplichting tot dat, wat het Rijk feitelijk doet, ten aanzien van de ambtenaren der lagere organen beteekent -de aanbevolen wijzi ging, dat bet Rijk verplichtend stelt bet be staan van een kindertoeslag-regeling, gelijk het Rijk -te hunnen aanzien reeds verplich tend gesteld heeft, o.a. het bestaan van een vacantia- en verlofregeling. Loonarbeiders in het parti culier bedrijf. Ad b. Ten aanzien van de loonarbeiders in het particuliere bedrijf beveelt de Commissie aan, het tot stand komen van een wettelijke regeling betreffende uit het particuliere Ini tiatief voortgekomen gezinskassen of kinder toeslagfondsen, waarin de Staat geldelijk bij draagt. De wettelijke regeling opene de mogelijk heid, dat een, in een 'bedrijfstak uit het par ticuliere initiatief voortgekomen, gezinskas verplichtend wordt gesteld voor alle bedrijfs- genooten. De gezinskas strekke er toe, aan de werk nemers in de aangesloten ondernemingen een bepaald percentage van en boven bet door hen te verdienen loon uit te keeren voor elk kind beneden den leeftijd van 14 jaar, aanvangende met het vierde kind. De voor de -uitkeering benoodigde gelden worden, 'behoudens de in komsten uit de Staats-bijdrage, verkregen uit de aangesloten ondernemingen, waarbij het werkgevers- en het werknemers-element in het bedrijf onderling zullen vaststellen, op welke wijze die premie zal worden opgebracht. De gezinskas worde zooveel mogelijk be- drijfsgewijze opgebouwd. Daarnaast zij echter mogelijk de oprichting van een gemengde kas. E'en algemeene vereveningskas verbinde de verschillende kassen. Naar de algemeene verplichte aansluiting bij een gezinskas worde, vooral met het oog op de even-bedoelde gemengde kas, zoo spoe dig mogelijk gestreefd. Zoolang die algemeene verplichting niet bestaat en men derhalve vrij is, al dan niet toe te tredefi, worde een daaruit voortvloei ende hoogere premie voor de aangeslotenen bij een gemengde kas dan voor de aangeslote nen bij een bedrijfskas opgevangen door een extra Rijksbijdrage. Kleine zelfstandigen. Ad c. Met betrekking tot de kleine zelfstan digen. -beveelt de Commissie aan, dat ook voor hen gelegenheid -besta tot toetreding -tot een wettelijk geregelde gezinskas, waarin de Staat geldelijk bijdraagt. Wat hierboven sub b. ter zake van een ge mengde kaïs is opgemerkt, geldt evenzeer ten aanzien van een kas voor de kleine zelfstan digen, zoowel derhalve wat aangaat een extra- Rijksbijdrage als wat betreft de ontwikkeling naar een verplichte aansluiting. Na het vorenstaande veroorlooft de Com missie zich no-g de, met haar opdracht slechts zijdelings verband houdende, opmerking, dat naar haar meening meer dan tot nu toe het geval is, bij de verdeeling der gemeenschaps- lasten rekening zal moeten worden gehouden met het' groote gezin. In stede van het groote gezin tegemoet te kom-eu, drukken, sommige belastingen, met name o.m. de perseneed© be lasting, onevenredig zwaar op het groote ge- De Commissie hoopt in het najaar aan Uw Bestuur een beredeneerd verslag, waarin bo venvermelde conclusies zijn uitgewerkt, te kuuuen aanbieden. Een jongen, die op den Beeksohen Straatweg te Ubtoergen fietste, werd plotseling gegrepen door een passeerenden auto. Het slachtoffer kwam via ihet open partierraampje in den wa gen terecht. Een geneesheer constateerde, dat 't sleutelbeen was gebroken, terwijl hij voorts eenige hoofdwonden had opgeloopen. gesloten. BUITENZORG, 16 Augustus (ANETA). Een telegram van den Gouverneur van Atjeh en Onderh-oori-gheden meldt, dat op 13 Aug. j.l. in kampong Blangtoda, afdeeling Westkust van Atjeh, de kwaadwilligen Si-Nin en Si-Malem werden neergelegd, terwijl blanke wapens wer- den buitgemaakt. Aan onze zijde geen verliezen. Geldelijke verplichtingen van over heidslichamen aan het fonds, Het bestuur van de Vereeniging van Neder- landsche gemeenten heeft aan den Minister van Financiën een adres gezonden betreffende de geldelijke verplichtingen van overheidslichamen aan het algemeen burgerlijk pensioenfonds. Wij ontleenen er het volgende aan Naar aanleiding van de eerste wetenschappe lijke balans van het algemeen burgerlijk pen sioenfonds en van een wijziging der Pensioen wet. 1922, verzochten wij Uwe Excellentie onder dagteekening van 10 Februari 1928, nadere wettelijke voorziening ten aanzien van een op 1 Juli 1922 bestaand tekort uit te stellen, tot dat de tweede wetenschappelijke balans een juister inzicht iu den financieelen toestand van het pensioenfonds zou hebben verschaft, en voorts te willen bevorderen, dat ten aanzien van de aanstellingen nd 1 Juli 1922 een ver laging zou plaats vinden van de aan bat pen sioenfonds verschuldigde premie ad 15% pOt. van de pensioengrondslagen, in de mate, waar in dit in de toelichting op de eerste weten schappelijke balans mogelijk werd geoordeeld. Ten aanzien van het eerstgenoemde punt werd, lm overeenstemming met het door ons Ingenomen standpunt, een dekking van het toenmaals berekende tekort in bat pensioen fonds praematuur geoordeeld. Wat bet tweede punt betreft, bleef een maat regel als daarin gevraagd tot ons leedwezen achterwege. Nu onlangs is verschenen de tweede wieteu- s-chappelijke balans van het algemeen burger lijk pensioenfonds, behandelt het adres de volgende punten: 1 het tekort in de pensioen fonds, zooals dit op 1 Juli 1922 aanwezig werd geacht; 2. de bijdrage voor pensioen voor de na 1 Juli 1922 aangestelde ambtenaren. Het tekort in het pensioen fonds. Blijkens de eerste balans moest dit tekort op 1 Juli 1922 op rond 254 millioen worden gesteld. Ingevolge artikel 168, 2e lid, der Pen sioenwet, moest overwogen worden of ter dek king daarvan maatregelen zouden genomen worden. In het wetsontwerp tot wijziging der Pensioenwet, dat in 1927 bij de Tweede Kamer der Staten-Gemeraal werd ingediend, werd voorgesteld tot dekking van het bestaande te kort een 54-jarige annuïteit in bet pensioen fonds te storten van 3 millioen. Dit voorstel is evenwel geen wet geworden, omdat de Tweede Kamer Inhaling van het tekort op dat oogemblik niet gewenscht achtte uit overwe. ging, dat zou worden vooruitgeloopen op wat na het verschijnen van de tweede balans zou moeten gebeuren. D-e uitkomst van deze bal-ans heeft n.l. doen zien, dat het madeelig saldo, dat per 1 Juli 1922 rond 254 millioen bedroeg, op 31 Decem ber 1927 tot rond 216 millioen was terugg-e- loopen. Hierbij moet, zooals de steller dier balan-s opmerkt, in aanmerking worden geno men, dat het tekort in 1927 gelet op de niöt-ontvangen rente van het bedrag van 254 millioen zou zijn aangegroeid tot 316 mil lioen, zoodat er, vergeleken met 1 Juli 1922, feitelijk een voordeeli-g verschil is van 99.700.000. Deze gunstige uitkomst ls een gwolg hier van, dat de openbare lichamen voor de n& 1 Juli 1922 aangestelde ambtenaren een bijdrage in het pensioenfonds storten, welke ver uit gaat boven het bedrag, dat noodig is voor dek king van de werkelijke risico's. In de eerste balans werd dan ook reeds geconstateerd dat de premie ad 15% pOt. te hoog was. Adressant acht het onjuist, dat met de te hoage premievordering door wordt gegaan. Af gezien immers van bedenkingen, welke tegen zul-k een methode in het algemeen reedis zou den rijzen, zijn zij in het onderhavige geval daarom zoo klemmend, omdat de verhouding, waarin de verschillende bij het pensioenfonds betrokken open-bare lichamen aan de vorming van het tekort hebben medegewerkt, een ge- heel andere kan zijn dan de verhouding, waar- In die lichamen door de premiebetaling voor de nieuwe aanstellingen aan dekking van het te kort zouden medewerken. Bijdrage voor pensioen voor de na 1 Juli 1922 aangestelde ambtenaren. De thans beschikbare gegevens die vol gens den wiskundigen adviseur betrouwbaar zijn doen zien, dat de te hooge premiebeta ling de gedelijke positie van het fonds zeer aanmerkelijk heeft verbeterd en onze in 1928 getrokken oon-clusde rechtvaardigt, dat ook de gemeenten aan bet vormen van die betere positie in teteekenendie mate hebben medege werkt. Is het in het algemeen onjuist, een hoogere bijdrage te vorderen dan voor de dek king der risico's In werkelijkheid noodig ls, in den tegenwoordigen tijd achten wij het vol strekt onhoudbaar deze lasten op een onmoodig hoog peil te handhaven. De in de eerste balans uitgesproken meenin-g, dat voor de nieuw aan gestelde® met een premie van 7,82 pOt. voor het ambtenarenpemsioen en een© van 4,85 pCt. voor het gezinspensioen kan worden volstaan, vindt in de tweede balas feitelijke bevestiging. Financieel beteekent de verlaging van pen sioenpremie voor de openbare lichamen voor de naaste toekomst een verlichting van losten van groote beteekends. Blijdens do begrooting voor het algemeen burgerlijk pensioenfonds voor 1932 contribueeren de openbare lichamen aan het pensioenfonds over genoemd jaar 50 millioen. Het is op grond van het vorenstaande, dat adressant© met aandrong verzoekt zulk een verlaging van de premie voor het eigen- en voor het gezinspensioen voor de nè. 1 Juli 1922 aangesteld© ambtenaren in ernstige overweging te nemen. En nu de gemeenten weldra staan voor de behandeling van de begroeting voor 1933, zou het van heel veel belang zijn indien spoedig tot zulk een verlaging kon worden overgegaan. Verder merkt adressant© op, dat de oam-mis- sle-Welter heeft voorgesteld die jaarlijlcsche bij drage van 't rijk aan liet fonds ad. 31.5 mil lioen tijdelijk to verlagen. In dit voorstel zijn de beide punten, die wij in het vorenstaande scherp uit elkaar hebben gehouden, n.l. het tekort in heit pensioenfonds op 1 Juli 1922 en de vermindering van de jaarUjksche bijdragen aan het fonds, ten on rechte dooreen gemengd. Wat tooh is het geval Vóór 1929 werd door het Rijk aan het pensioenfonds gerestitueerd het totaal bedrag vain -de pensioenen, welke reeds vóór 1 Juli 1922 waren ingegaan, als mede van de pensioenen voor de op 1 Juli 1922 in dienst zijnd© ambtenaren, die later zouden ingaan. Deze methode bracht mede, dat ten laste van het Rijk een binnen afziienbaren tijd sterk oploopemd 'bedrag aan het pensioenfonds m-oest worden gerestitueerd. Om nu aan deze bezwaren tegemoet te komen werd, overeen komstig het rapport van de oommissie-van Vuuren, een door het Rij-k te betalen (54-ja rige) annuïteit vastgesteld (31% millioen) ten Op instigatie van den Bosschen Dlocesanen Werkliedenbond werden op 13, 14 en 15 Augus tus te Tilburg en te Eindhoven „Sociale Stu diedagen" gehouden. Wij woonden die te Tilburg bij, welke gehou den werden in het Missiehuis aan den Breda- scheweg. Na een korte kerkelijke plechtigheid in de kapel van het Missiehuis, werd Zaterdagavond om half zeven de eerste bijeenkomst geopend. De algemeene voorzitter van den Bosschen Dlo cesanen Werkliedenbond, de heer A Th van Rijen, lid van Gedeputeerde Staten v'an Noord- Brabant, heette de talrijke aanwezigen met een kort woord welkom en wees daarbij op de groote intellectueel© beteelrenis dezer studie dagen, waaruit ook zoo vaak practisehe resul taten voor de arbeidersbeweging zijn voortge komen. De eerste les liep over Leekenapostolaat en propa ganda, D© inleider over dit onderwerp, Pater Ja- oobs uit Heerlen, zeide onder propaganda te verstaan de miu of meer stelselmatige pogin gen: a. om onze Katholieke levensbeschouwing naar waarheid te doen kennen, daar waar ze niet of niet voldoende bekend is; b. om hen, die er afwijzend tegenover staan of ook wel onverschillig, ervoor te winnen, om degenen, die ze maar half beleven tot conse quente belevers onzer beginselen te maken. Nooit was propaganda meer noodzakelijk dan in onzen tijd, In hoofdzaak tot de katholieke arbeiders richtte spreker zijn aansporing om zich te vor men tot eche leekenapostelen. Degelijke gods dienstzin en aangepaste ontwikkeling dienen geschraagd te worden door blijmoedig opti misme en groote liefde. De verspreiding van goede lectuur en het gesproken woord van man tot man noemde spreker tenslotte de meest geschikte propa gandamiddelen. In de Zondagochtend bijeenkomst, die na de kerkelijke plechtigheden om half elf aanving hield de heer A. C. de Bruyn, lid van de Eer ste Kamer en voorzitter van het R.K. Werk liedenverbond te Utrecht, een beschouwing over: De tegenwoordige wereld op economisch terrein. Spreker begon met vast te stellen, dat de volkshuishoudkundige werkzaamheid, (voort brenging, verdeeling, verbruik van economi sche goederen), overeenkomstig haar natuur lijk doel, dient gericht te zijn op de bevredi ging van de redelijke behoeften, van het ge heele volk. Dit doel kan niet bereikt worden door de werking van het vrije spel der economische krachten, maar eiseht orde, gebondenheid, zoo wel nationaal als Internationaal. Bovendien moet in het productieproces zelve steeds met de waardigheid van den producent, als mensch ,en als Christen, worden rekening gehouden. Voorop stellende, dat de individualistisch- kapitalistische voorbrenging, bij al haar nadee- len, veel heeft bijgedragen tot ontwikkeling van het productie apparaat, moet spreker toch vaststellen, dat de tegenwoordige wereld op economisch terrein volkomen in strijd is met de hiervoor geponeerde stellingen. De Katholieke arbeidersbeweging, zoo be sloot spreker, neemt hetgeen de pauselijke encyclieken dienaangaande leeren en hier be knopt is weergegeven, tot grondslag van haar sociaal-economischen arbeid. En zij tracht haar doel te bereiken door publiekrechtelijke be drijfsorganisatie. De tegenwoordige wereld in haar verwarring der stelsels. In de namiddagbijeenkomst werd het eerst het woord gevoerd door den heer Dr. H. W, E. Moller, lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, die een inleiding hield over: ,,De te genwoordige wereld in haar verwarring der stelsels". Spreker stelde vast, dat de verwarring in de tegenwoordige wereld is veroorzaakt doordat de gemeenschap zich niet meer richt op God, maar op zich zelf. Alle valsche stelsels miskennen of ontkennen de verhouding van den mensch tot God. De een bepaalt zich te veel voor het persoonlijke wel zijn (individualisme)de andere heeft uitslui tend oog voor de gemeenschap (socialisme, communisme, fascisme). Al deze stelsels heb ben Intussehen gemeen, dat de mensch volgens de eigen rede en niet geleid door Gods orde ning het menschelijke welzijn dient na te stre ven (rationalisme, rechtspositivisme.) Het individualisme heeft zich vooral geopen baard in het liberalisme. Geen enkel van deze stelsels Iran den mensch het ware geluk brengen. In de ordening vaa de voortbrenging en verdee-ling der verbruiks- goederen vordert „Quadragesimo Anno" de or dening van de mensehen in beroepsstanden (be- drijfsschappen). De aldus geordende voortbren ging heeft niet als doel zoo groot mogelijke -winsten te behalen, maar de behoorlijke voor ziening in de behoeften van den mensch ln en door die voorziening arbeidt ieder voor eigen persoonlijke welvaart en die van zijn gezin. Nieuwe methoden- De laatste toespraak van dezen dag werd ge houden door den weleerwaarden heer Bannen berg, aalmoezenier van den Arbeid te Den Bosch. Deze spreker gaf aan enkele „Nieuwe methoden", welke de R.K. Arbeidersbeweging heeft te volgen bij de vervulling van haar taak_ In dit verband vestigde spreker de aan dacht op de navolgende punten, welke hij dan ver-der breedvoerig toelichtte: le. dat de leden der organisatie niet vol einde den iu de naaste toekomst sterk stijgen den pensioenlast voor -den Staat te normali- seeiren. Hat wais d,us eenvoudig, ge-lijk Uwe Excellentie in de Tweede Kamer terecht op merkte, een meer doeltreffende wijze, waarop het Rijk zijn eigen pensioensiuitgaveu regelt. Hieruit volgt duidelijk, dat het verband, hetwelk de commlssie-Welter legt tuss-chen de regeling van deze annuïteit eu het inhalen van het op 1 Juli 1922 bestaande tekort, on juist is, reeds hierom, omdat deze annuïteit op d-e balans per 31 December 1927 geen invloed heeft kunnen uitoefenen -daar zij eerst ingaan de 1929 verschuldigd was. Het zal na liet vorenstaande niet verwonde ren, zoo sil-uiit het adres, dat wij tegen deze een zijdige methode vam lastenvermindering zee-r ernstige bedenking hebben. Het ligt immers in de rede, dat vermindering der lasten van het Rijk, met als gevolg een verminderde bate voor het pensioenfonds, een pi-inoipieele be slissing in den weg staat in zake ons boven gedaan verzoek om de pensioenlasten niet alleen voor het Rijk, maar ook voor de andere openbare lichamen, die hun bijdragen in het pensioenfonds storten, te wiminderein. wm President Lebrun5 plant aan den voet van het dooden monument van 1870 te Metz een palm. doende meer bereikt worden met het houden van vergadering en het verstrekken van lectuur (vakbladen, enz.) 2e. dat met den uiterlijken groei der bewe ging, het innerlijk gehalte volstrekt niet altijd parallel loopt; 3e. dat bij vele katholieke arbeiders de christelijk® mentaliteit zich omzet ln een an dere; 4e. dat de leden in dezen tijd een ideaal moeten hebben, waarin zij gelooven, waarvoor zij zelfs willen strijden, met al de geestdrift welke zij bezitten. Wil de katholieke arbeidersbeweging ten volle aan haar taak beantwoorden, dan dient gezocht te worden naar nieuwe methoden. Deze nieuwe methode wijst de Paus aan in zijn nieuwe encycliek, waar Hij zegt, dat hulp troepen voor de Kerk moeten gevormd wor den. Deze hulptroepen moeten worden de ker nen der R.K. standsorganisatie, welke de an dere arbeiders zullen gaan bezoeken. Daartoe is noodig, ,,dat zij uit hun eigen kringen ge worven zijn en dus henzelf en hun mentaliteit en strevingen goed kennen en hun hart weten te vinden met de teedere liefde van den broe- der"_ willen echter deze kernvorming en dit leeken apostolaat doeltreffend zijn, dan zal bij de orga nisatie een bepaalde metbode gevolgd moeten worden. Op welke stelling spreker tenslotte nog even nader inging. De verschillende inleidingen werden de belde dagen gevolgd door verhelderende besprekin gen, waaraan druk werd deelgenomen. In do ochtendvergadering van Maandag sprak de heer J. Andriessen voorzitter van den R. K. BouwvakairbelderslKMia, vrtreoht. over: r De taak van stands- en vakorga nisatie in onderlinge samen werking. Spreker wees erop, dat de maatschappelijke mensch veelzijdige behoeften heeft. Voor zoover dat niet beter door anderen kan en moeit ge schieden, heeft de Katholieke Arbeidersbewe ging tot taak met de daarvoor geëigende mid delen en met inachtneming van bepaalde gren zen, eraan mede te werken, dat met name de arbeidersstand die veelzijdige behoeften op re delijke wijze kan bevredigen; zoo noodig moet zij er ook in kunnen voorzien. De Katholieke Arbeidersbeweging laat zich hij een en ander leiden door de katholieke be ginselen en de natuurlijke zede-leer en bij het streven naar de volle verzekering ervan zijn de beide deelen der arbeidersbeweging, stands- organisatie en vakorganisatie, absoluut op el kander aangewezen en hebben zij elkanders hulp noodig. Het inzicht van dit op-elkander-aangewezen- zijn dient, voor zooveel noodig, ln de Roomsch Katholieke Arbeidersbeweging te worden ver breid, om te komen tot de zoo noodzakelijke hartelijk© wederzijdsche waardeering en samen werking. De laatste van de reeks vergaderingen werd des namiddags om twee uur gehouden. De jfeereerw. heer pastoor De Kroon, adviseur van den Bosschen Dlocesanen Werkliedenbond, te Den Bosch, leidde hier in het onderwerp; j „Leekenapostolaat en stands organisatie". Het wezen der R. K. Standsorganisatie wordt, aldus spreker, bepaald door haar naaste doel, d.i. de godsdienstig-zedelijke, cultureele en maatschappelijke verheffing van den katho lieken arbeider, individueel en daardoor van zijn klasse. Het doel van de organisatie is, even als dat van den individueeleu. mensch, ge mengd, d.w.z. het heeft een bovennatuurlijke en een natuurlijke zijde. Opgepast moet wor den- voor de belde uitersten: voor „naturalis me", maar eveneens voor zoogenaamd „super- uaturalisme". „De mensch doet zijn test ea God doet de rest" is volksche wijsheid en ge zonde theologie. Bij de uitwisseling van w-ederkeerige dienst baarheid in georganiseerd verband moet altijd het hoogste goed van den mensch, dat samen valt met zijn eindbestemming, werden voor oogen gehouden. Het is deze gedachte, die onze arbeiders beweging plaatst in het teeken van. 't aposto- laak Van een naar den eisch der Apostolaatsge- dachte Ingerichte standorganisatiie heeft de ka tholieke arbeider recht te ontvangen, wat hij in onzen tijd noodig heeft tot behoud en ver dieping van zija godsdienstig leven en tot cultureele en maatschappelijke verheffing. Daartegenover stelt spreker den plicht der leden tegenover hun organisatie. Zij moe-ten voor 100 procent lid zijn, volgzaam aan de leiding actief deelnemend aan het organisatieleven. Zij zullen zich als zoodanig moeten doen kennen in hun privaat- zoowel als in hun openbaar leven. Zij zullen hun standsorganisatie hoog houden bij anderen, haar verdedigen en pro- pageeren. Zij zullen tenslotte streven naar de kennis en de ontwikkeling, hun door de standsorganisaties geboden, naar capaciteit en aanleg, teneinde alzoo in staat te zijn het leekenapostolaat in zijn verschillende vormen naar behooren te kunnen beoefenen. Ook op deien laatsten dag ontstonden naar aanleiding van de inleidingen geanimeerde ge- dachtenwisselingen. Met een plechtig Lof werden de Studiedagen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10