UIT BIADEN En ip. TIJDSCHRIFTEN I 4 iv - -M li VRIJÖ&uTSB AUGUSTUS MUTATIES BIJ DE ARBEIDS INSPECTIE. WIJZIGING ARBEIDS BESLUIT 1920. DE BEVOEGDHEID DER DISTRICTS- HOOFDEN. im f DOOR DE ZEE MEEGETROKKEN. REDDINGSPOGINGEN MISLUKT. LUCHTPOST MET DE .GRAF ZEPPELIN". MÊÉÊIÊk Een 13-jarige jongen verdronken. IN EEN VLAAG VAN WAANZIN. JONGETJE VERDRONKEN. WAARSCHUWING. DOOR STOOM VERBRAND. „AMULETTES". Bij het heengaan van directeur- generaal Zaalberg. Zooals gemeld, gaan met den heer Zaalberg twee hoofdinspecteurs van den Arbeid heen, n.l. de h-ee-ren C. C. A. Lasit te Rotterdam en ir. J. J. Klompé te Haarlem, terwijl dr. ir. A. H. W. Haoke, thans hoofdinspecteur te Gro ningen, den heer Zaalberg zal opvolgen. He „N.R.Ct." verneemt nu, dat de heer Hacks In Groningen naar alle waarschijnlijk heid zal worden opgevolgd door ir. J. Stevens, inspecteur te Amsterdam. Het district Dordrecht wordt bij de bezuini ging opgeheven en gevoegd bij het district Rotterdam. Hiermede gaat de overplaatsing van den hoofdinspecteur te Dordrecht, den heer C. Donker, naar Rotterdam gepaard. De heer Donker wordt dus de opvolger van den heer Last. In de vacature van hoofdinspecteur te Haarlem wordt voorzien door de overplaat sing van ir. J. H. J. Huygens, districtshoofd te 's Gravenhage naar Haarlem. Hoofdinspecteur te 's Gravenhage wordt de heer G. W. van Sie- renberg de Roer, thans werkzaam bij den Cen- tralen Dienst te 's Gravenhage. De plaats, die hij thans inneemt, wordt opgeheven. De door de opheffing van het district Dordrecht vrij komende inspecteur' ir. J. A. Verhoeff gaat naar Amsterdam ter vervanging van Ir. Ste vens. In bovenvermelden zin zijn voorstellen aan den minister gedaan. Daar tot de op wachtgeld- stelling van de hoofdinspecteurs Last en Klom pé nog door den minister besloten moet wor. den, zijn de er uit voortvloeiende mutaties van. zelf nog niet volstrekt zeker. De heer Zaalberg vertrekt reeds Zaterdag uit zijn functie. De andere mutaties zouden met 1 Januari ingaan of zoo mogelijk nog een «aar maanden vroeger. Het plan schijnt, zoo meldt het blad ver der, aanvankelijk geweest te zijn het dis triet Utrecht van de Arbeidsinspectie op te heffen. Later is het Dordrecht geworden. Wij hebben de opmerking vernomen, dat de twee hoofdinspecteurs, die voor wachtgeld zijn ■voorgedragen, over dezen maatregelen niet zijn gehoord. In April heeft de directeur-generaal het een en ander meegedeeld over reorgani satie-plannen in verband met het rapport- Welter. Daarbij wa3 toen sprake van de op- heffing van het district Utrecht en van een hoofdinspecteursplaats aan den Centralen Dienst. Nadien heeft men er officieel niets meer van vernomen. Er is niet, in verhand met de op wachtgeld stelling, aan alle in aanmer. Jung komende personen gevraagd of er onder hen ook waren, die vrijwillig op wachtgeld ■wehschten te gaan en evenmin is er rekening gehouden met het voorschrift van de wacht geldi egel ing, dat, ingeval van onvrijwillige op wachtgeld stelling, de ongehuwden, die 35 of (meer dienstjaren hebben, voorgaan. De betrok ken hoofdambtenaren hebben uit de courant vernomen, dat hun op wachtgeldstelling aan den minister was voorgesteld. Voorts werd erop gewezen, dat de op waeht- geldstelling van den directeur-generaal geen bezuiniging is, daar de betrekking blijft be staan, zoodat nu, behalve zijn wachtgeld, ook het traetement van zijn opvolger zal moeten worden betaald, terwijl er voor den opvolger een andere nieuwe hoofdinspecteur in de Maats wordt benoemd. Het, werd niet billijk geacht, dat twee hoofd ambtenaren, die voor den pensioenleeftijd nog «enige jaren in dienst hadden kunnen blijven, eruit, gezet worden, om een jonger lid van het corps, -dat vooralsnog niet aan de beurt zou zijn voor benoeming tot hoofdinspecteur ver vroegde gelegenheid te geven tot die bevorde ring. Dit moge, werd erbij gevoegd, verband houden met den wensoh van den directeur, generaal de jonge krachten in het corps naar voren te brengen, met bezuiniging heeft het center niets te maken. Zulks zou alleen het geval zijn, indien was gebleken, dat de te ver vangen oudere krachten niet meer berekend waren voor hun taak, wat blijkens de toe spraak, die de directeur-generaal in de laatste bijeenkomst met de hoofdambtenaren van den dienst op 4 dezer heeft gehouden, niet het ge val is. Door overplaatsing van den heer Van Sierenberg de Boer naar Groningen zou, meen de men, zonder verbittering te wekken onder de eruit te zetten hoofdambtenaren, vrijwel hetzelfde bereikt kunnen zijn als met de reor ganisatie van den directeur-generaal. Bovendien is er in ander opzicht wel op de arbeidsinspectie te bezuinigen. Men wees ons op den medisohen dienst, die wetenschappelijke onderzoekingen doet met betrekking tot be roepsziekten enz. Dit werk is voor de uit oefening van den dienst natuurlijk wel van belang, maar zoo volstrekt onontbeerlijk Is het diet, dat er niet op bezuinigd zou kunnen wor den. Men zou het zoolang de magere jaren duren kunnen inkrimpen. Ook is er hij den centralen dienst een landbouwkundige werk zaam, die zeker niet onon-tbearlijker is dan een hoofdinspecteur. Het is niet logisch, dat men deze onderdeelen intact laat en op de eigen lijke arbeidsinspectie bezuinigt, terwijl de mi- Eister bij verschillende gelegenheden heeft verklaard, dat hij tot het nemen van wettelijke maatregelen niet kon overgaan bij gebrek aan personeel om op de uitvoering es-van toe te zien". Een onderhoud met den heer Zaalberg. Naar aanleiding van deze beschouwingen .adden wij een nader onderhoud met den af redenden directeur-generaal den heer Zaal- >erg, waarbij ook diens opvolger, dr^ ir. A. H. vV. Hacke, aanwezig was. De heer Zaalberg wees erop, dat bij de on derhavige opwachtgeldstellingen en mutaties naast het bezuinigingsmotief door de ophef fing van het district Dordrecht enz. wordt een "bezuiniging van bijna 12 pet. bereikt ge golden heeft de overweging om ondanks per soneelsinkrimping een zoo goed mogelijk ge- organiseerden dienst te hebben. De volgorde van opwachtgeld-stelling ingevolge art. 96 van het Alg. Rijksambtenarenreglement is daarbij zooveel mogelijk in acht genomen. De betrokken hoofdambtenaren hebben reeds op 1 April j.l. geweten, dat hun opwachtgeld stelling in het voornemen lag. Overigens was afvloeiing van een deel van het personeel der arbeidsinspectie ook noodig doordat de minister heeft afgezien gedwon gen door de tijdsomstandigheden van zijn aanvankelijk voornemen om de arbeiders in apotheken, winkels, hotels en café's landbouw bedrijven en diverse groepen van arbeiders bui ten fabrieken en werkplaatsen, zooals de trans portarbeiders, onder de bepalingen van den achturendag te brengen, welk voornemen des tijds reeds tot eenige uitbreiding der arbeids inspectie aanleiding had gegeven. Tenslotte betwistte de heer Z. de juistheid van de bewering, dat beter kon worden bezui nigd op den medischen dienst der Inspectie en dat de landbouwkundige zou kunnen wor den gemist Wat dezen laatste betreft, diens adviezen zijn voor allerlei maatregelen, over alle districten, noodig, terwijl de medische dienst, die o a. de keuringen van steenhou wers, 'drukkers, vlassers enz. omvat, voorals nog 'niet kon worden ingekrompen. Voorontwerp alg. maatregel van bestuur bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt. De Minister van Economische Zaken en Ar beid heeft bij den Hoogen Raad van - Arbeid een voorontwerp van een algemeenen maatregel van bestuur tot wijziging van het arbeidsbe sluit 1920, vergezeld van een memorie van toe lichting aanhangig gemaakt. Aan de Memorie van Toelichting is het volgende ontleend: De Wet van den 14en Juni 1930 (Staatsblad no. 261) tot wijziging van de Arbeidswet 1919 vond haar oorzaak in het arrest van den Hoo gen Raad der Nederlanden van 25 Januari 1926. In dat arrest kwam tot uitdrukking, dat artikel 10 der Arbeidswet aan het uitvoerende orgaan geen bevoegdheid verleende tot het stellen van eischen en voorwaarden, 't geven van aanwij zingen, het uitspreken van oordeelen en het nemen van andere dergelijke -beslissingen be treffende onderwerpen in het Arbeidsbesluit 1920 geregeld. Bovengenoemde wet heeft wettelijken grond slag gegeven aan de van de eerste arbeidswet ten af bestaande behoefte om de uitvoering van verschillende bij algemeenen maatregel van bestuur gegeven voorschriften over te laten aan den Minister of de Districtshoofden der Arbeidsinspectie. Dit is, voor zoover het Arbeidsbesluit be treft, geschied door in artikel 10 der Arbeids wet 1919 te bepalen dat bepaalde soorten van arbeid of arbeid onder bepaalde omstandig heden deor jeugdige personen of door vrouwen op grond van gevaar voor de gezondheid, de zedelijkheid of het leven niet mogen worden verricht onder de bij of krachtens algemeenen maatregel van bestuur gestelde voorwaarden de schuingedrukte woorden zijn er door meer genoemde wet ingebracht en door het toe voegen van twee nieuwe leden. Bovendien is 'in art. 98quater, eerstb lid, nog een bepaling daaromtrent opgenomen. In verband met -deze nieuwe voorschriften Is het noodig in bet Arbeidsbesluit 1920 verder op aan te duiden als A.B. duidelijker dan tot nu toe het geval was, tot uitdrukking te -brengen, dat de beslissingen van het districts hoofd zich moeten bepalen tot ,,de uitvoering in een bepaald geval van in den algemeenen maatregel vervatte voorschriften". Tot dat doel is in de eerste plaats -de be voegdheid der districtshoofden om -betreffende de uitvoering van de normen van het A.B. eischen te stellen, welke bevoegdheid thans in de afzonderlijke artikelen is opgenomen onder zeer uiteenloopende bewoordingen overgebracht naar een nieuw artikel 676is. Dit artikel brengt in navolging van artikel 270 van het Veilig heidsbesluit 1916 tot uitdrukking, dat de eischen van 't districtshoofd de wijze van uitvoering in een bepaald geval van de voorschriften van den algemeenen maatregel van -bestuur moeten betreffen. Krachtens artikel 67bis zal het districtshoofd in de toekomst eischen kunnen stellen'betref- fen-de een doelmatige beschutting van werktui gen en werktuigdeelen, een doelmatige luoht- verversching en 't vermijden van hinderlijken tocht, een doelmatige inrichting van vloeren, kleederbergplaatsen, waischi3elegenhed-en, pri vaten, een veilige berging van ontplofbare stoffen en-z. Alleen, waar het gewenscht was de strekking van bepaalde uitvoeringsvoorschriften uitdruk kelijk aan te geven, is de 'bevoegdheid tot het stellen van eischen in de artikelen, die de normen -bevatten, opgenomen of behouden In de tweede plaats is, waar het A.B. het districtshoofd de bevoegdheid gaf van bepaal de maatregelen in het belang van veiligheid of gezondheid te elsohen, zonder dat dit daar omtrent .een norm bevatte, die norm thans in het besluit opgenomen. De bevoegdheid om ter uitvoering van die normen eischen te stellen, is eveneens zooveel mogelijk naar artikel 676is overgebracht. De thans gekozen methode heeft bet voordeel dat zij aan de districtshoofd-en bij de uitoefe ning hunner uit het A.B. voortvloeiende be voegdheden een duidelijker richtlijn geeft dan het bestaande -besluit. Ook is -het aantal der voorschriften van het A.B. waaromtrent de districtshoofden eischen kunnen stellen, door het nieuwe artikel 676is uitgebreid. Het 'bestaande besluit vertoont in dit opzicht leemten. Zoo mogen -tot dusverre wel eischen worden gesteld ten aanzien van de luohtverversehing en het tegengaan van tocht in fabrieken of werkplaatsen en in winkels en apotheken (art. 20 en 59), dodh een zelfde bevoegdheid ontbreekt met betrekking tot kan toren (art. 62). Krachtens artikel 8 mo-gen ei-schen worden gesteld met betrekking tot de -beschutting van werktuigdeelen; In artikel 25 daarentegen is die -bevoegdheid niet opgeno men. Ten aanzien van privaten in winkels en apotheken kunnen krachtens artikel 60 eischen worden gesteld: voor faibrieken of werkplaatsen (art. 22) en kantoren (art. 66) bestaat een soortgelijke voorziening niet. Het gewijzigde systeem met betrekking tot BOERENLAND- EN TUINBOUWERS demonstreerden te Alkmaar voor beschomingsmaat- regeden. het stellen van eischen bereffen-de -de wijze van uitvoering van een norm van het A.B. laat onverkort de -bestaande en thans door artikel 10, derde lid der Arbeidswet gesanctio neerde bevoegdheid der districtshoofden, een verbod van arbeid of het toegelaten zijn van arbeid afhankelijk te stellen van een oordeel, een aanwijzing een verklaring of het voldoen aan een eiseh krachtens het A.B. -gegeven of gesteld. Het gaat hier om de uitvoering van voorschriften, waarbij bepaalde arbeid niet In het algemeen verboden of toegelaten is, doch het arbeidsverbod of de bevoegdheid om arbeid te den verrichten slechts geldt, wanneer het districtshoofd daaromtrent een beslissing in een concret geval genomen heeft. Een deel der voorschriften is echter in ver band met -het hierboven opgemerkte gewijzigd, '7 Voor de niéuwe tochten naar Zuid-Amerika. Zooals men weet, zou het luchtschip „Graf Zeppelin" tusschen 15 Augustus en 10 Octo ber a.s. wederom een aantal tochten naar Zuid-Amerika ondernemen. De tochten werden echter voorlooplg uitge steld. Than-s kan worden medegedeeld, dat de vluchten van 29 Augustus, 12 en 26 September en 10 October -doorgang zullen vinden. Op -dezelfde voorwaarden als van de vorige keeren kunnen hiermede in Nederland per post bezorgde aangeteekende en niet-aangeteekende brieven, briefkaarten en andere stukken worden verzonden. Waardezendingen, pakjes of postpaketten zijn niet toegelaten. IN EEN PUT BEWUSTELOOS GERAAKT. Twee personen door gassen bedwelmd. Een der slachtoffers overleden Gisterenmiddag wilde de 47-jarige landbou wer S. Klaster, woonachtig te Havelte, een re genput van zijn zwager Zwiggelaar schoonma ken. Toen hij in de put afdaalde, viel hij er be dwelmd door gassen, plotseling bewusteloos in. Z. die hem ter hulp wilde komen, geraakte eveneens bewusteloos. Twee andere personen slaagden er in de beid-e slachtoffers met be hulp van touwen naar boven te brengen. Een inmiddels gewaarschuwde geneesheer kon bij Klaster slechts den dood cons-tateeren. De heer Zwiggelaar kwam langzamerhand weeT hij. Zijn toestand is naar omstandigheden redelijk wel. A: A ÉlSiÉÉS Gemeentewerklieden van Huizen besproei en de boomen met emmers water in ver band met de groote droogte der laatste dagen. SLACHTOFFER DER HITTE. De 56-jarige land-bouwerskneoM Fr Thijs- sen te Nederweert, die Zaterdag j.l. door een zonnesteek werd getroffen tij-deus zijn werk zaamheden op het veld en des-wege naar het St. Jansgasthuis te Weert moest worden over. gebracht, ls aldaar overleden. VERSTEKELING OP EEN SOVJETSCHIP. Van hét uitgaande Russische stoomschip „Kuban" werd voor den Nieuwen Waterweg aan de Loodsboot No. 17 overgegeven de 24-jarige Estlandsche verstekeling E. Karu. De man is aan den vreemdelingendienst overgegeven. Men meldt o-ns uit Den Haag: Wederom heeft de zee aan het Schevening- sche strand een jong menschenleven opgeëischt. Gisterenmiddag omstreeks kwart na 5 wa ren 2 jongens, de 13-jarige J. M. H. uit de Eschdoornstraat met zijn vriendje J. v. d. B. uit de Kempstraat nabij golfbreker 36, (Kwartel-laan), In zee. De knapen waren onge veer tot borsthoogte gekomen toen zij plotse ling bemerkten, dat de zee hen meetrok. V. d. B., slaagde er In overeind te komen. H. dreef evenwel verder en werd door een vloedgolf om den golfbreker heengetrokken. Ijlings schoten eenlge personen toe die trachtten met een lijn den jongen te redden. Het mocht even wel niet baten. Toen men den knaap aan het strand bracht werd onmiddellijk door een twee tal politiebeambten kunstmatige ademhaling toegepast, doch zonder resultaat. Even later arriveerde de dokter van den Geneeskundigen Dienst die den dood constateerde. Het lijk is daarop naar het ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd. Achtjarig meisje met een mes gestoken. Gisterenmiddag heeft de 23-jarige B. M. A. K. in de van Limburg Stirumstraat te Leiden, in een vlaag van waanzin, zijn 8-jarig buurmeis je J. H. aangevallen -en haar met een aardap pelschilmesje een tweetal steken toegebracht, een onder het linker- en een onder het rechter oog. Een voorbijgaand courantenbezorger slaagde erin den aanvaller te overmeesteren en hem In bedwang te houden totdat de politie te hulp kwam. Deze bracht den jongen man naar het politiebureau en. vervolgens naar het ge sticht Endegeest. Het meisje werd naar het Academisch Zie kenhuis vervoerd, alwaar bleek, dat de verwon- dix.gen gelukkig niet zoo ernstig waren als ze zich aanvankelijk lieten aanzien. Hij viel tusschen schuiten in het water- Het 10-jarig zoontje va,n den heer Vermeer sen, wonende Hooge Nieuwstraat te Dordre-cht, speelde gisteravond om 8 uur met een paar vriendjes op de boot-en, die in de rivier lagen. De jongen kwam tusschen de booten te vallen e-n verdween in de diepte. De politie was spoe dig ter plaatse en dregde de omgeving af. Na een uur zoeken slaagde men er in den jongen boven water te halen. De levensgeesten waren reeds geweken. Het lijkje werd naar het Ka tholiek ziekenhuis vervoerd. LIJK OPGEHAALD Uit de Maas te Obbicht is opgehaald hei lijk va.n zekeren Claessens uit Meers-Elsloo, die bij het baden verdronken was. OPLICHTING. De 45-jarige koopman C. J. A., thans gedeti neerd, is door de Haagsche Rechtbank wegens oplichting veroordeeld tot twee jaar gevange nisstraf. A. had een vrouw, wier echtgenoot in het Huis van Bewaring was Ingesloten, onder be drieglijke voorwendsels bewogen tot afgifte van een bedrag van 100, voorgevende dat zulks haar man ten goede zou komen. Het Haagsche Hof heeft dit vonnis heden bevestigd. DIEFSTAL EN VERDUISTERING. Heit Haagsoh Gerechtehof heeft gister beves tigd het vonnis waarbij T. J. S. en j. c. van H. wegens diefstal in vereeniging zijn veroordeeld tot 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf en het vonnis waarbij P. V. wegens verduistering en diefstal 'is veroordeeld tot vier maanden ge vangenisstraf. ONTROUW KASSIER. Voor de rechtbank te Zutphen weid Woensdag de zaak behandeld tegen W. R-, kassier ten kantore van den gemeenteontvanger, te Apel doorn, t-hans gedetineerd in het Huis van Be waring te Zutphen, die in de jaren 1924 1932 op verschillende tijdstippen, telkenmale opzet telijk aan de gemeente Apeldoorn toebehooren- de bedragen aan geld, tot een totaal-bedrag van ongeveer 21.500 heeft verduisterd. Verdachte beken-de. De Officier van Justitie, mr. v. d. Kun, eisdh- te één jaar gevangenisstraf. De uitapraak werd bepaald op 1 September. Een gevaarlijk mensch. De burgemeester van Montfoort waarschuwt tegen de praktijken van een persoon, die zich noemt Herman Smith, Boot, Phiüpsen, Herman Huisman, Herman Jansen en Heudriksen. Deze persoon heeft zich vermoedelijk aan verschil lende oplichtingen en verduisteringen schuldig gemaakt. Hij is in het bezit van een heeren rijwiel, komt dan met dit rijwiel bij een par ticulier of rijwielhandelaar en geeft voor een aanrijding te hebben gehad, waarvoor hij dat rijwiel ter reparatie aanbiedt en een beter tij- wiel weet mede te krijgen, hetgeen hem ge woonlijk gelukt. Signalement als volgt: oud pl.m. 40 jaar, middelmatige grootte, zonder baard of knevel, gedeeltelijk kaalhoofdig' en verder grijzend, ma ger bleek gelaat. Ter linkerzijde van zijn bals heeft hij een gezwel ter grootte van een klem ei, midden op zijn rechterhand heeft hij een litteeken, vermoedelijk ls deze gebroken ge weest. Hij is zenuwachtig en gekleed als volgt, blauw-paars colbert-costuum met roode streep, zelfbinder met roode breede streep, geel over hemd met zijden streepen en dito boord, beige bruinachtige hoed met donkerbruin lint, brume lage schoenen, bruin gestreepte sokken. In zijn colbertjas staat op den binnenzak een firma naam uit Schiedam vermeld. Hij spreekt met Brabantsch accent. Hij weet door valsche voorwendsels en door trouwbeloften weduwen en meisjes te overre den enkele dagen met hem door te brengen om ze daarna in den steek te laten. Op het Grieksche -s.s. „Ohloe" liggende in de zeehaven -te Dordrecht heeft een Öoodelijk ongeval plaats gehad. Een aantal stokers waren bezig met het aanmaken der vuren, daar het schip naar Italië moest vertrekken om aldaar te worden gesloopt. Tengevolge van de hevige spanning, die hier bij in den stoomketel ontstond, sprong een der beide flenzen, waarop het peilglas was gemonteerd, tengevolge waarvan de stoom naar bulten drong en de-n 49-jarigen stoker C. P. uit Genua in het gelaat sloeg. De man liep hierdoor aan gezicht en borst hevige brandwonden op, terwijl hij het bewust zijn verloor. Onmiddellijk werd de ongelukkige naar het Gem. Ziekenhuis vervoerd, alwaar hij bij aan komst echter reeds overleden bleek te gijn. IWVl *7" PUBLIEKE WELVOEGELIJKHEID door Het oordeel van een liberaal blad Wij lezen in de „Avondpost" De directie van het Volkszeebad, te Sche- venin-gen, heeft besloten dat bij d-e zonne baden mannen en vrouwen voortaan geschei den moeten blijven. He-t is niet gebleken, althans niet voor zoover ons bekend is, of zij dien maatregel o-p eigen initiatief heeft ingevoerd dan wel ingevolge opdracht van den betrokken wet houder. Wel heeft het besluit al hee-1 wat oppositie uitgelokt. Wij kunnen ons bij die oppositie niet aan sluiten, omdat wij den getroffen maatregel in beginee-1 volkomen gerechtvaardigd ach ten. Het is natuurlijk gemakkelijk, e-r grap pen op te maken en te spotten, dat men wei gemengd mag baden in het water, maar niet in de zon, (wat trouwens heel iets an ders is). Ook is het een gebruikelijke tactiek bij maatregelen als deze, om de verdedigers er-van voor te stellen als bekrompen lieden, huichelaars, neepjes-mutsen, menschep. die de wijzers van de klo-k achte-ruit willen zet ten. Evenzeer valt het geenszins moeilijk, enkele zonderlinghed-en, die uit den maat regel voortvloeien, in het licht te stellen. Deze bijvoorbeeld, dat echt-genooten, die te zanten uit zee komen, op het strand (als ze in d-e zon willen gaan liggen) gescheiden worden. Toch kan dit a-lles ons er niet toe verleiden, het besluit te ve-roorde-e-len. Wij achten het gerechtvaardigd eischen van publieke welvoeglijkheid. Met opzet gebruiken wij hii-er niet het wooxri zedelijkheid. Wij willen den boog nie-t te strak spannen en zullen volstrekt niet -beweren, dat het tegendeel van d-ein t-hans getroffen maatregel onzedelijk ls. Maar dat de tafereelen, die men tegenwoordig op onze stranden ziet, dikwijls ln hooge mate onwel voeglijk zijn, in strijd met den goeden smaak, in strijd ook met een natuurlijk schaamte gevoel, staat voor ons vast. Daaro-m stellen wij de vraag, waarom alleen in het Vólks- zeebad de maatregel is i-ngevoerd. Waarom ook niet op het stramd-terrein van de Maat schappij Zeebad Wij weten wel, dat het Volkszeebad een gemeentebedrijf ls en het andere niet, maar wij meenen dat de ge meente bevoegdheid heeft aan de Maatschap pij zekere bepalingen voor te schrijven. Of vergissen wij ons daarin Precies deze-lfde motieven, die gelden voor het Volks-bad, gel den voor het overige deel van het strand. Wij hebben red-en hierop te wij-zen, omdat wij juist gistermiddag iets bijzonder stui tends hebben waargenomen. In de zonne baden van de Maatschappij Zeeibad, doch letterlijk precies onder den strandmuur, lagen verschillende vrijwel naakte personen, ook dames (vrouwen althans) i-n werkelijk zeer onwelvoeglijke houdingen, zich aan niets en niemand storend, aangegaapt door het publiek, waarvan velen volkomen terecht volstrekt niet malseh waren in hun oordeel. Onwelvoeglijk was dit alles in hooge ma te; stuitend en erger lijk. Wanneer in dit gedoe (wij bes-c-h-o-uwe-n het zonnebaden voor een groot gedeelte als een mode- liefhebberijgeen ve-rande-riing kan worden gebracht, waarom bepaalt de directie van het Zee-bad dan niet, dat d-e zoo-goed-als- naakte vrouwelijke en mannelijke publieke vermakelijkheden op een behoorlijken af stand van den strand-boulevard dienen te blijven Wat wij gisteren gezien, hebben, rooke-md© vrouwen, bijna ongekleed, in hou dingen die wij niet nad-er zullen beschrijven, vlak onder de oogen van het publiek, was stuitend in de hoogste mate. Wij hebben in een enkel blad gelezen, dat de 1-n het Volkszee-bad genomen maatregel „uit den tijd" zou zijn. Deze opmerking is zeker niet gehee-l on juist. Inderdaad valt hij ©enigszins buiten het kade-r van den toestand, zooals zich die ontwikke-ld heeft. Omdat men het inzake de publieke eerbaarheid on welvoeg! ij-kh old reeds veel te ver heeft laten komen. De gren-zen zijn reeds lang overschreden en de vrij'heid-sbegripp-en op dit terrein zijn sinds lang mat de-n goeden sm-aak en het zuivere- schaamte-gevoel in ®trÜ'd; Daardoor maakt een bes-luit, als thans genomen is, den ia- druk van „uit den tijd" te zij-n. Maar dit is voor ons niet voldoende om het te veroordeel en. En wij vertrouwen dat wij hier sp-reken i-n den ge-es-t ook van ve-le jongere en oudere vrouwen, die haa-r gevoel van kui-schhold in d-e warreling der mo derne begrippen nog n-ie-t geheel -hebben ver loren. DURE HEEREN Spanje heet zoo gelukkig onder het re-puhli keinsohe bewind. De -bladen zwü=>en ixutnerB, gedwongen door de cens-uur. Maar de heer G. Nijpels vond i-n een Madrileenseh blad de cijfers over de dienstauto's van het ministerie van binnenlands-olie zaken, als volgt gehaald uit de begrooting van dit jaar: „Hoeveel automobielen denkt ge dat dit zijn, die van de ministers, staatssecretarissen en hun lijfgard-en meegerekend Tiendui zend Twintigduizend Idiotenpraat. Het zijn er n.l. maar driehonderd. Men ziet het: een onibedulden-d aantal. En het beste be-wijs, dat er in de noodlottige tijden voor de repu bliek niet genoeg waren, levert wel het feit, dat de-ze om paal pcrix te stellen aan de vroegere misbruik©^» ^^1 te bezuinigen, er voor 400.000 peseta's bijikociht, mitsgaders onderdeelen voor 247.000 peseta's. Aan ben zine, olie en ban-den kosten de-ze slechts 1.800.000 peseta's pe-r jaar; aan chauffeurs en autopoetsers380.000; aan as-surantiën# uniformen en-z. 270.000; twintig lakeien eerste klasse 80.000; 105 lakeien tweede klas se 367.500; en 165 derde klasse 495.000 pe seta's; reisonko-sten voor dezelven: 100.000 peseta's. Is het totaal, drie miliioen peseta's, voor de auto's van de ministers, staatss-ecre- taris-sen, en hun families, alsmede hun lijf wachten, soms veel voor een republiek van arbeiders, d-ie zich pas installeert Nij-pels voegt hier aa-n toe: Als echte hazardeu-rs, die ze zijn, wilden de Spanjaarden verleden jaar niet door hard werk-en en verstand een welvarend republiek maken; maar door een go-kje. Ze geloofden, domiweg, d-e gouden bergen, die de socialisten ze beloofden en zetten op rood. Daar zijn ze een flink stuk armer door geworden. Ze zullen nu wel weer zwart gaan spelen. Of ze ge-lijk hebben COLIJN EN HET NATIONALISME In de „Standaard" schrijft dr. Colijn over het anti-revolutionaire standpunt tegenover het Nationalisme in Indië: Vraagt men nu ten slotte hoe wij ons te stellen hebben tegenover het streven der nationalisten gesteun-d door een deel van de bevolking hier te la^de om den band met Nederland zoo spoedig mogelijk te ver breken, dan acht ik elke uitweiding daarover overbodig. Het eenigë antwoord, dat op zulk een vraag gegeven kan worden is, dat wij onzen plicht jegens Indië te doen hebben. Dien plicht hebben we ma te komen, on verschillig wat de uitkomsten er van mogen zijn. Natuurlijk wil daarmee niet gezegd zijn, dat de uitkomst zelf ons onverschillig is, dat wij geen voorkeur' zo-uden hebben als er keuze is tusschen behoud en verbreking van den band Nederlau-d-Indië. Het be beekent alleen, dat wij een politiek van verplichtin gen hebben te voeren, ook al zou vast staan, dat de uitkomst daarvan ons onwelgevallig is. Dat is de grond waarom wij over het beginsel der los-van-Nederland beweging en over het tijdstip waarop de „banden" zullen moeten worden verbroken, niet in ge-dach- tenwisseling wenschen te treden. Wij gaan voort onzen plicht te betrachten en de uit komsten zijn ih G"°ds hand. Alleen in zooverre is wellicht een enkele opmerking niet overbodig, als het betreft de vraag of Indië reeds nu of in een nabije toe komst ln staat zou kunnen zijn op eigen bee- nen te staan. Die vraag moet met beslistheid, ontkennend worden beantwoord en wie daar over voorheen wat luchthartiger meening gehad mogen hebben, zullen nu wel tot het besef gekomen zijn, dat Indië's afhanke lijkheid van Nederland grooter is dan velen meenden. Maar ook al zouden wij daarover anders denken, over deze dingen hebben ook ande ren recht om te oordeelen. Amerikanen, En. gelschen, Japanners, Franschen om slechts deze te noemen die allen in ons Indië groote belangen hebben. Zij zouden er in dat geval óók zoo over moeten denken als wij; want ware dit anders dan zou dit onvermijdelijk ten gevolge hebben, dat één hunner de taak ter hand nam, die wij onvol tooid h-adden achtergelaten. Het los-van-Ne derland zou dan allerminst beteekenen vrij heid en onafhankelijkheid voor Indië. En over wat verder af ligt is elke gedach- tenwisseling nutteloos, wijl men slechts wachten kan op wat de Almachtige over Zijn wereld en de volken die haar bewonen beschikt. Na dit te hebben vooropgesteld voegen we er echt-er dadelijk aan toe, d-at we ter zake van die uitkomsten van ons koloniaal be wind niet zonder wenschen of begeerten zijn. Wenschen, waarmee mag worden gerekend hij het ontwerpen van de architectuur van het Indisch staatkundig gebouw, bij de vast stelling van de marscliroute die zal -warden gevolgd. Om alle misverstand ter zake af te snij den beginnen we met de uitdrukkelijke er. kenning van de mogelijkheid, dat de band tuasetien Nederlo-n-d. «n Indië misschien e6EL- maal blijken zal nietlan-ger behouden té kunnen worden. Wij kunnen ons dit als his torische mogelijkheid zeer goed indenken. Maar dit gebeuren, als historisch feit moge lijk geacht, drukt niet ons verlangen, ons begeeren uit. En kan dus evenmin het doel zijn, dat wij bij onze koloniale politiek in het oog hebben te vatten. Doelstelling en het verlangen paar een geoorloofde uitkomst mo gen saamvallen. Voorop blijven wij stellen, dat onze roe- Ping jegens Indië meebrengt, dat wij de Indische volken en ten slotte ook het ge biedsdeel Indië tot groote zelfstandigheid hebben te leiden. Daarop wenschen wij niet in het minst af te dingen. Zelfs een zelfstan digheid, die voor alle waarlijk „inwendige" aangelegenheden' practisch slechts weinig van onafhankelijkheid zou verschillen b.v. de Dominion status boezemt ons niet de minste vrees in. In dit alles zijn we mits alle dingen naar tijd en wijze ordelijk geschieden bereid om tioee mijlen te gaan, waar men er één van ons vraagt. ONBEDOELDE BEKENTENIS De A. R. Standaard" dries-tart: Heit openbaar hooger onderwijs wordt in de Co-mmiissie-Welter met fluwee-len hand schoen aangepakt. Terecht werd daarover in Tech-tsche orga nen ee-nige bevreemding geuit en geenszins behoeft als een wat van Meden én Perzen te worden aanvaard, dat de vier openbare uni versiteiten in stand dienen te worden ge houden. „Het Volk" is over dergelijke opmerking i-n zijn wiek ge-s-oh-oten. Waarom zou al-leen het openbare hooger onderwijs moeten lijden .en waarom worden d-e -bijizon-d-ere gesubsidieerd© universiteiten niet aangepakt? zoo toornt 't socialistisch blad. Is het niet een schandaal, dat h-et rapport- Welter wordt aangegrepen als een middel o-m het openbaar hooger onderwijs ernstig te knauwen? De toorn van ,,Het Volk" is misplaatst, niettemin verblijdend naief. Misplaatst want de bijzondere universi teiten ontvangen geen subai-die uit de staats kas. Naief -want de ondoordachte uitval van „Het Volk" toont, dat men toch eigenlijk al lés-zins natuurlijk en rechtvaardig vindt, dat de rijks-gelden niet slechts aan het openbaar, maar ook aan h-et hij-zonder hooger onderwijs ten goede komen. Dat Amsterdam, Nijmegen en Tilburg on recht wordt aangedaan 'het is eene onge wilde en onbedoeld© bekentenis, die in het requisitoir van „Het Volk" ligt besloten. Mollison vloog van Dublin naar Amerika en hij ondervond vóór zijn heengaan geweldige belangstelling bij de Ieren. Deze belangstelling ls ook geregistreerd in „Het Volk". Dezelfde correspondent schrijft: Twintig Ierscke vrouwen gaven Mollison amulettes mede. Een achttienjarig meisje overhandigde hem zelfs een jnunt met de beeltenis van St. Antonius, zeggende: „Houdt hem ln de rechterhand en u ls beschermd tegen elk gevaar". Eerste klas voorlichting is toch maar alles.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6