wm ALS DINGEN KONDEN SPIEKEN. PUBLIEKE WELVOEG LIJKHEID. HANWERKRUBRIEK. DE MAASBODE KUNT U MIJ OOK ZEGGEN. DE SCHOLEN BEGINNEN HET GELUK EENER MOEDER. LEKKERE HAPJES. ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1932 EEN GOEDE GEDACHTE VOOR ELKEN DAG. GROOTE MARKT 30 HET MANTELKLEED. YO YO. .HET NIEUWE SPEL". BEKEERDE HEIDENEN OVER DE EUROPEESCHE VROUWEN. Onder dezen titel gaf het Ochtendblad van de liberale „Avondpost" een niet zuinig ge zouten philippics ten beste, ten opzichte van de gemengde zonnebaden te Scheveningen. De„Maasbode", andere Katholieke bladen en de C.-H. Nederlander gaven hun instem ming te kennen. Het is alles volkomen waar wat de „Avond post" schrijft over de publieke welvoeglijkheid, die zoozeer in het gedrang raakt. Wanneer wij sommige modeplaten zien, waar het strandcostuum tot bijna nihil is terugge bracht, vragen wü ons af: „waar is de kuische charme en de charmante kuischheid gebleven?" Blijft het, om van andere hoogere overwegin gen nog even te zwijgen, dan niet langer waar: dat de naakte waarheid iets hards, iets crü's bevat? En is gevoileerde schoonheid niet on eindig bekoorlijker dan de brutale opdringerige schoonheidsetalage? Is de gedrapeerde Venus niet lieflijker dan de gedurfde godin, die slechts gesierd is met hare juweelen? Bah! Waar gaat het heen? Hoe komt toch die verwording tot stand; zien onze vrouwen en meisjes dan de grenzen niet meer? De „Avondpost" zegt terecht, zij 't dan met andere woorden, dat het succes der vrijma king ons naar 't hoo,*d is gestegen, bedwelmd door de oprechtheid, zijn wij al te vrij gewor den, al te oprecht. Daar zit de fout: het kame raadschappelijke heeft onloochenbaar z'n gren zen. Er zal altijd een oogenblik komen, dat de sekse zich doet gelden en wij moeten inzien te vèr te zijn gegaan in onzen drang naar vrij heid en gelijkgerechtigheid. De beschroomdheid, dat lieflijk waas, gesym boliseerd in krans en sluier der bruid, wat heeft die nog voor waarde voor 't jonge en moderne meisje, dat zich vóór en tijdens de -verloving meer dan half ontkleed aan den verloofde en overigens aan iedereen vertoont? Met recht schreef ook de „N. R. Crt", dat het gewenscht ware, om en nabij zekere zwem- gelegenheden te Rotterdam groote spiegels te plaatsen; menigeen zou na één blik zich dood schamen en nooit meer zonder badmantel, mis schien heelemaal niet terugkomen. iDat er zooveel vrouwelijk leelijk op de we- TeiS bestond, hebben wij nooit geweten. En met walging hebben wij ons afgewend van sommige vrouwen, dien naam niet langer waardig. 't Is jammer, doodjammer! Maar die vrou wen en meisjes beseffen blijkbaar niet, wat zij verspelen. Want dat zij op deze wijze heur charme in de oogen der mannen verhoogen, maak dat de poes wijs. Eén man moge 'n glimlach, 'n grapje over hebben voor vreemde gedurfde en gewaagde mode-excessen, van de eigene vrouw, het be loofde meisje eischen zij en verwachten zij, kuischheid, reinheid, ingetogen charme. 1Wij mogen daarvoor dankbaar zijn en dit op prijs stellen. De .Avondpost" merkt nog op: de handha ving der publieke welvoeglijkheid hangt aller eerst af van de vrouw. En wij voegen er bij: het bankroet dier welvoeglijkheid heeft de vrouw bewerkt, doordat zij haar houding heefï verloren, onvast besluiteloos en willoos zich door de tyrannic der mode her en derwaarts laat drijven. Terug dan! Blijven wij gereserveerd ten op zichte van de decadente uitwassen der zgn. moderniteit. Het is een geestelijk verlies, dat de vrouw lijdt; wanneer zij in den roes der vrijheidsbedwelming de oude vormen en de zoo lieftallige kuische charme prijsgeeft. "Waar m-pet het heen? Hét gaat van de vrouw op 't meisje, van 't meisje op 't kind, van de hoogere op de minderen over. En, wat God ver hoede, eens zou de dag kunnen aanbreken, dat geen tien onschuldigen zouden te vinden zijn! Gelukkig zien de autortleiten in, hoezeer het peil der moderne beschaving is gedaald, en verscherpen zij de maatregelen, door alle wei denkenden en welwilienden gewaardeerd. Misschien zal eenmaal een der modekoningen een kleeding creëeren, die bekoorlijk maar tevens zedig, de hoogste triomf der vrouwe lijke charme doet herleven. Aan ons. ouders, de dure verplichting te wa ken dat het teeder waas van onschuld en rein heid niet verscheurd, bezoedeld, onteerd worde. HELLENEN. Zondag. Het waarachtig genie keert altijd tot het essentieele menschelijke terug. Maandag. Iedere hervorming hoe noodzakelijk die ook moge zijn, wordt door zwakke geesten overdre ven tot een exces, dat zelf weer hervorming noodig heeft. Dinsdag. Ware vriendschap is nog zeldzamer dan ware liefde. Stelt ze op prijs, zoo gij ze aan treft. Woensdag. "Wij moeten niet alleen boekhouden zooals gewoonlijk van onvervulde hoop maar ook van onvervulde vreeze. Donderdag. De natuur waardeert men het beste alleen het leven in gemeenschap met anderen. Vrijdag. De domheid plaatst zich op den voorgrond om gezien te worden, de wijsheid op den ach tergrond om te zien. Zaterdag. Verstandig is hij die altijd op den juisten tijd komt maar nog verstandiger hij, die het juiste tijdstip kiest van heen te gaan. Uit senterre e pensieri NIOOLO PERSICHETTI. Wollen kindermutsje. Mevrouw v. d. L. te A. vraagt een mutsje, passend bij het jurkje waarvan het patroon 19 Juni in onze' courant stond. Afbeelding 1 is een gebreid mutsje, dat van onderen 40 c.M. wijd is. Men begint van bo ven met 4 naalden in de rondte te breien en zet 8 steken op. Ie toer gewoon rechts. 2e toer breit men in lederen steek 2 steken. 3e toer gewoon rechts. 4e toer 2 steken in den eersten steek, dan I steek rechts, daarna weer 2 steken in 1 steek, weer 1 steek rechts, enz. 5e toer gewoon rechts. 6e toer, in den eersten steek weer 2 steken, daarna 2 steken gewoon rechts, in den 4en steek 2 steken breien, weer 2 steken gewoon rechts, enz. 7e toer gewoon rechts. 8e toer 2 steken in den eersten steek, daar na 3 steken rechts, 2 steken in den 5en steek, enz. 9e toer gewoon rechts. 10e toer weer meerderen, enz. Zoo ontstaan in het breiwerk 8 punten, die zich langzamerhand verbreeden. Men meerdert tot dat elke punt 16 steken breed is, zoodat men dan in het geheel 128 steken heeft. Nu volgen, zonder meerderen, nog 3 toeren rechts, daarna vijf maal 1 toer links, 4 toeren rechts en tenslotte voor den rand 12 toeren: 1 steek links, 1 steek rechts; waarna afgekant wordt. Met den opzet-draad boven middenin, haakt mén een eindje losse steken, waarop men een vaste steek terughaakt. Hiervan maakt men een strikje of een paar losse lusjes, die men midden op het mutsje bevestigt als afwerking. Afbeelding 2 is een heel eenvoudig, maar allerliefst gehaakt mutsje. Men begint met den rand, dus bij het wijd ste gedeelte, zet zoo veel losse steken op, als voor de wijdte van het kinderkopje noo dig is. Op dien ring van los se steken haakt men zooveel vaste toeren (steeds op de achterste lussen van den vorigen toef) tot men de hal ve hoogte heeft. Dan mindert men door op regelmatige af standen steeds een steek over te slaan. Zoo gaat men door tot men ongeveer 15 steken overhoudt; door welke steken dan een draad van dezelfde wol wordt gehaald en vast gehecht. De rand van het mutsje wordt even omge slagen. Gehaakte wollen pelerine. Op verzoek van mevrouw K. te H. volgt hieronder het patroon van een wollen pelerine voor een oude dame. Men begint met de halswijdte en zet onge veer 50 losse steken op; dit hangt af van de dikte van de wol en ook van het vast of los haken (hoe losser, hoe mooier het patroon wordt). Ie toer: Men haakt 3 stokjes in den 48en lossen steek, 1 vaste in den 47en lossen steek, 3 Onkies in den 46en h St., 1 vaste in den 45en 1 st enz., tot het einde van den toer. 2e toer-' eerst 2 losse steken, daarna 1 vaste in helmiddelste stokje van de laatste 3 stok jes, 3 stokjes in den eerstvolgenden vasten steek, 1 vaste in het middelste van de 3 vol gende stokjes, enz. 3e en 4e toer als 2e toer. 5e toer als 2e toer, maar met dit verschil, dat men nu niet telkens 3 stokjes haakt op 1 vasten steek; nu haakt men den vasten steek tusschen het 2e en 3e stokje van elke 4 stok- jes in. 9e, 10e, lie en 12e toer haakt men in plaats van 4 stokjes telkens 5 stokjes. 13e, 14e, 15e en 16® toer haakt men in plaats van 5 stokjes, 6 stokjes. Is de pelerine dan nog met lang genoeg, dan gaat men op dezelfde wijze door. Om den halsrand af te werken, haakt men eerï op de opzetsteken 1 toer vaste steken, dan 1 gaatjes-toer, bestaande uit 1 dubbel stok je, 2,e losse steken, 1 dubbel stokje, 2 losse ste ken, enz., en voor afwerking 1 toer bestaan de uit: 1 vaste steek op het dubbel stokje dan 5 stokjes in het gaatje tusschen de dubbele Sl Door den gaatjes-toer wordt een koord of lint gebaald als sluiting. TANTE TOET. DAGSLAD VOOR NEDERLAND SS met GEÏLLUSTREERDE si OCHTEND- EN AVONDEDITIE B SI bureau te ROTTERDAM B SI TELEFOONNUMMER 26HOO (7 LIJNEN) S3 Hef mantelkleed behoudt nog steeds een plaats in de garderobe, omdat het zulke goede diensten kan bewijzen tot de dagen, waarop het koud wordt, en de mantel voor den dag wordt gehaald. De mantel-robe moet gemakkelijk te dragen zijn, en daar zij meestal uit wol is vervaar digd en de snit eenvoudig en strak is, wordt zij ook door iedereen geapprecieerd. Doorgaans vindt men in de kleeding van het demi-saison dezelfde kenmerken terug, welke in het hoog-seizoen en vogue waren; dit 6e- teekent dus, dat ze nooit aan belangrijke ver anderingen onderhevig is. Snit en lijn zijn der halve ook op het huidige oogenblik vrijwel stationnair. Rokken van middelmatige lengte en wijdte, en van eenvoudigen rechten vorm, zijn momen teel het meest gangbaar; daarentegen wordt het bovengedeelte steeds meer met fantasieën versierd en winnen de mouwen door toepassing van nieuwe vindingen aan aantrekkelijkheid. Nochtans verdient het aanbeveling, niet in overdadige effecten élégance te zoeken. Wat het materiaal betreft: er is zulk een verscheidenheid in wollen stoffen, dat het niet moeilijk is een kleuze te doen. Dikke crêpes bouclé, natté, zwakke of meer geaccentueerde strepen, ribs en jerseystoffen leenen zich alle voor de robe-manteau. ..In overeenstemming met het karakter van het mantel-kleed, moeten de kleuren zijn. Het is begin herfst, m$n bepale zich daarom in hoofdzaak tot de thans door de mode gewilde rossige tinten, dus de nuances tusschen kastan je-bruin en rood-bruin. Concepties van zivart fluweel zijn altijd ele gant en practisch. Men zie bijvoorbeeld naar het eerste onzer modellen, icaarvan het lijf met een breeden overslag sluit en dat gegarneerd is met een rij vierkante metalen knoopen, welke de somberheid van dit ensemble wegnemen. Een fluiceelen hoed met metalen gespen, com pleteert het geheel. De tweede robe is eveneens van zeer een voudige makelij. Ze is gemaakt van dikke kastanje-bruine toile de laine en wordt ge completeerd door een gilet van wit, met ge stikte naden bewerkt laken of velours. Ten slotte nog een sober ontwerp van groe ne gestreepte crêpe. De mouwen blousen van den elleboog, de rok heeft als versiering een geplisseerd paneel. Deze robe kan met of zon der bont gedragen worden. De afgebeelde sjaal is uitgevoerd in bruin astrakan, baar gelang de temperatuur kan men dit aardige comple ment thuis laten of gebruiken. 6. Een Zandvoortsche Badstoel. Ik geloof wel, dat Zandvoort een unicum is op dit gebied. Nergens anders heb ik tenminste nog twee-persoons-badstoelen aangetroffen Ik ben er zoo eentje. Veel gezelliger dan die saaie één-persoontjes, die als een nonnenkap ieder uitzicht op je buurman(vrouw) benemen en een ideaal voor verliefde stellen en moeders met kinderen. Over de eerste categorie, de stel len, zou ik te veel kunnen vertellen, ik zou er minstens een heel Zondagsblad aan moeten wij den. Dus zial ik een greep doen uit de tweede categorie, de moeder en kind-groep, en bij voorbeeld neerschrijven wat ik Zondag aïzoo meemaakte. Om elf uur ongeveer word ik verhuurd aan een pa, een ma en een kindje. Ma zegt (badstoe len zijn niet goedkoop in Zandvoort), dat zij geen stoel noodig heeft, ja, zelfs veel liever op liet zand zit. Wat nhtuurlijk hierop neerkomt, dat pa zich op het strand neervlijt en ma en kind in mij verdwijnen. Het kindje wordt aan stonds in badpak gestoken, waarschijnlijk het kleinste maatje badpak dat bestaat „Baby" zegt pappa, als hij haar naast zich in het zand zet, „gia nu maar lief spelen, dan mag je over een uurtje met pap en mam in zee". Baby, als had ze 't verstaan, kijkt eens rond, slaat haar armpjes wijd uit, als wilde ze het heele strand en de groote zee omvatten, en gaat dan spelen met emmer en schopje. Maar nu komen ook de bewoners van de an dere strandstoelen los. „Och kaak daar is I" begint een oma, „wat een dot van een kind, om op te eten, hé, mee dat kleine swempakkie an Héé, sussie, kom is bij opoe Baby, die altijd meer verstaat dan je als badstoel zou denken, dribbelt opoe-waarts. Ze wordt geknuffeld en verwend, en komt, met twee chocolaatjes tot smeltens toe in haar kleine knuisten geklemd, weer bij mamma en mij terug. Triomfantelijk toont ze haar zwarte handjes, en als een kleine liefkoozing veegt zij ze af aan mamma's toen nog spierwitte japon- Einde van het eerste bedrijf, denk ik bij me zelf. Het lijkt me een blijspel in vele bedrijven te zullen worden En jawel, het scherm gaat al heel gauw weer op. „Wat een lekker fentje bewondert een an dere buurdame. „Ach, sufferd, 't is geen fentje, 't is een sus sie lacht een tweede. „Kom eens hier, sus, kom maar bij tante Ook deze tamte wordt door baby onmiddellijk geadopteerd. „Kêk se het költjes!" juicht tante, „Kêk dan Saar, se het költjes in d'r wiangen as s® lacht „Achotnogantoe prijst Saar, „wat een lek kere meid Wil sussie is snoepe van tante Weer wordt een snoepje, zuurtjes ditmaal, iu baby's kleverige handjes gelegd. Mamma holt er op af, knikt eens vriendelijk naar de tantes, die het toch zoo goed meenen, en neemt haar kleine allemanslief de versnaperingen af. Ze wordt weer op het zand gezet, waar pappa zandtaarten zal bakken. Deze edele sport vermag haar be langstelling echter maar matig te boeien, en als een harmonicaman onder groot gejuich van de menigte zijn „O Kbvacs" inzet, springt ze als geëlectriseerd op en begint op liet kleine stukje strand, dat mensck- en stoelloos is, haar danskunst te vertoonen. Nu kent het enthou siasme van de omzittenden geen grenzen meer. Baby, de bewondering blijkbaar voelend, geeft al dansende liaar liefste lachjes ten beste, en de harmonicaman krijgt van de trotsclie ouders een extra-fooi. Zoo wordt het 1 uur, en als baby haar melk en boterhammen, benevens veel aanklevend zand naar binnen heeft gespeeld, meent mamma dat het haar tijd wordt voor een siësta. Te dien einde wordt ik op mijn rug gegooid, badman tels worden in mij uitgespreid, een kussentje wordt aan mijn hoofdeind gelegd, en in dit geïmproviseerd bed slaapt baby, moe van de sterke zeelucht, onmiddellijk in. Een heerlijk uur voor mij Als ze wakker wordt, gaat het edele drietal me verlaten om te baden. Daarna werd ik verhuurd aan n beele kleine dikke dame en een heelen langen, mageren meneer, die samen precies in me pasten. Watt en half Watt. Om den Zondagsvrede niet te verstoren zal ik het geruzie van dit stel maar niet weergeven. Van die twee menschen, dat merk je als badstoel gauw, was zij Watt en hij heelemaal niets. Tot mijn groote woede namen zij mij voor den heelen verderen dag in gebruik. Dat wil zeggen, zij zat in al haar breedte in me, en hij kroop ergens rond in mijn schaduw. En daar zijn wij, gezellige two-seaters, toch niet vo ir gemaakt Tenzij ge niet wordt ais de kinderen®n waarlijk het heeft er veel van of we terug gaan naar onze kindsheid. De buitenlandsche badplaatsen zijn overstroomd, met het z.g. Yo Yo spel! Twee houten gepolijste schijven waartusschen een touw is gewonden. De kunst!! is het schijfje met zooveel veer kracht te laten afwinden, dat het terzelfder tijd weer omhoog vliegt zich zelf aldus weer opwindt. Het wordt allerwegen als „ie dernier eri" verkocht tot onzen spijt moeten wij echter mededeelen dat het met St. Nicolaas 1931 reeds hier in Holland in de groote speel goedzaken verkrijgbaar was. Doch van af Augustus maakt het simpe speelgoedstukje een triomftocht langs de Fran- sche en Zuidelijk© strand^n^ Eerstdaags zal het wel z'n triomf langs onze Noordelijke kust gaan vieren. Het is een leuke „passé temps" eerst kijk. men z'n oogen uit als we papa's-mama's zelfs ouderen er mede bezig te zien harts tochtelijk verdiept zij moeten t immers eerst probeeren en vinden t z en en misschien krijgen de kleintjes ook een beurt. Laten wij ons verheugen wij zijn op den goeden weg tenzij gij niet CRONICA. VeTleden jaar nu kwamen 'n viertal oudere lui van Tanimbar bij mij op bezoek, 't Was de eerste maal, dat zij Amboine bezochten. Daar ik vroeger hun missionaris geweest was, gingen de tongen los. Alles is nieuw en wonderlijk voor hen: de lange bootreis, de betonnen stei ger, de vele menschen, de karren, fietsen, rij tuigen, auto's, de groote en mooie huizen, het electrisch licht, qnz. enz. Maar de Europeesche vrouwen! wat vonden ze die schandelijk ge kleed en of de Kom pan ie (de regeering) dat zoo maar toeliet, en of 't wel echte chi isten- vrouwen waren, en onder elkaar hoorde ik ze daarover verder boomen en vergelijkingen ma ken en conclusies trekken, dat ik er van schrok. Het waren pas bekeerden, doch die wel blijk gaven van een goed inzicht in zake welvoege- lijkheid. Onder den invloed der genade heeft hun gedachtengang zich veredeld en verchris- telijkt." Mevr W M- L. vraagt een middel om het wegglijden van kleine kleedjes op gewreven of parketvloeren te voorkomen. ..Antwoord. Courantenpapier gelegd onder de kleedjes, voorkomt het gevaarlijke wegglijden. Ook kan men in de vier hoeken stukjes rub ber hechten, van oude fiets- of binnenbanden van auto's. Dit is zeer voordeelig. Er bestaan tegenwoordig ook procédés voering uit rubber en staniool geweven, waar mede men de kleedjes voert dit is echter vrij kostbaar. Mej. L. v. d. W„ te P. vraagt of zij haar kas ten in haar toekomstig huis ouderwetsch met papier en kastranden moet versieren, of kast- kleedjes. j Antwoord. Tegenwoordig schildert men de kasten in dezelfde tint als de buitenkant, zoo deze niet behangen is, of in een lichte tint. Op de planken brengt men een sterk afste kende kleur aan, of bekleedt deze met fluweel pluche linoleum. De voorkant maakt men dofgoud of zilver gebronsd naar keuze. Het effect is smaak- en stijlvol. HUISMOEDER. Pater Cappers, missionaris in Ned.-Indie schrijft in „Mannenadei en Vrouweneer Christen worden was voor hen ook het aan nemen van 'n meer zedelijke en welgevoegeiijke kleeding De missionarissen hebben in dezen meer te'remmen gehad dan te gebieden. 't Is opvallend, hoe de christenen zich stem mig en kiesch weten voor te doen, en hoe ze wel degelijk onderscheid weten te maken tus schen 't betamelijke en 't onbetamelijke. Ik zal nooit vergeten wat ik als pastoor van Amboina eens meemaakte. Amboina is de hoofdplaats der Molukken, zetel van het bestuur. Er wonen Europeanen en met hen gelijkgestelden, die ook zooveel mogelijk de Europeesche mode volgen. Vanzelf komen naar Ambon de b—oners der verder af gelegen eilanden. Zoo ooit, dan hebben onze kinderen wel een zomertje gehad om nieuwe krachten en levens lust te garen. Zelfs de armsten hebben voiop kunnen genieten: men behoefde maar som mige braakliggende terreinen in en buiten bet centrum der steden gade te* slaan om te zien, hoe 't volkskind z'n eigen bad- en strandoord schept, z'n sportterrein weet uit te kiezen en al z'n jonge levensvreugde weet uit te vieren- 't Kan niet anders, of 'n leger bruin en rood verbrande snuitjes zal de volgende week de school bestormen., wat zeg ik, foei wie is er nu blij als de vacantie uit is.... Toch wel: de jeugd begint vanzelf te verlangen; in de laatste vacantieweek, vooral als 't eens re gent, komt langzaam de verveling aansluipen en de trek naar school. Het is maar goed ook en veler hartje staat in lichte laaie van goede voornemens en hun kert naar het geestelijk voedsel. Dan zijn er, ach, die voor 4® eerste maal schoolwaarts gaan. Moeders, weet ge 't nog, die vreeselijke mor gen, toen ge uw oudste meisje of jongen weg bracht? 't Kleine ding trotsch op de mooie tasch en alle schatten .daarin vervat, had zich dagen lang verheugd en toen de morgen daar was? Geen zin om op te staan, onwillig, kribbig; 'k wil niet naar school. Moeders, weet ge 't nog hoe ge radeloos stond; ge wist 't, krachtig ingrijpen zou de zaak verergeren, toegeven? Dat nooit. Hoe, en waarmede wist ge later zelf niet, maar 't kw^m toch zoover, dat „mammie me brengen" de eenige uitkomst bleek. Trouwens, ge had dit toch gedaan. Dan liep ge schijnbaar opgewekt te praten, 't kleintje gaf vage antwoorden, liep langzaam, trok u eerder achter- dan vooruit. Het kleine handje, anders zoo frisc'h of gloeiend van tin telend leven, voelde klam en koud. Arm dierke. 't Was zwaar, niet moeders, die gang. Toch ging ge verder, 't viel mee 't naar bin nen gaan. De zuster nam de kleine over even een pakkert: „Dag schat". „Dag mam mie". Dan gauw weg, maar niet voorgoed. Even later kwaamt ge terug om heel behoed zaam in de klas te gluren. Meestal zat t kleintje al te spelen, te praten, soms stil voor zich uit te zien, verloren en verlaten Moeders, wat ging er in u om? Voeldet ge 't niet: nu was uw kindje niet meer alleen van u, allemanskindje geworden. Bijna deed 't u leed, dat 't zich voor goed schikte, waart ge afgunstig op die vreemde, die nu al 't liefs van uw kindje mocht ge nieten „Kom". En ge hebt u vermand, stil zijt ge heen gegaan, mischien even 'n weemoeds- traantje weggepinkt, thuis hebt ge met geweld den morgen omgejakkerd en lang* vóór 12 waart ge alweer daar om uw lieveling te halen. Na eenige dagen wendde ge er aan en be speurde ge den goeden invloed van de onder wijzeressen, en ook hoe anderer voorbeeld soms ten kwade heeft gewerkt: woordjes manleren.... 't Is onontkoombaar, moeders. Moeders met groote gezinnen ervaren dit telkens opnieuw; 't is ^ets wat nooit went en des te dieper gevoeld wordt naarmate de grooteren naar pensionaat of elders gaan. Ziet, deze kwade dagen zijn nabij, en Tc kan niet anders dan alle moeders kracht, sterkte en berustende blijmoedigheid toewenschen, haar en de delinquenten tot steun. En avant, l'heure fatale t'approche, courage. HELLENEN. Een uitvinding voor de practisclie huis vrouw: naald met naaldhouder voor het doorzakken van den draad. Is er wel een grooter geluk voor 'n moeder dan haar Ikind aan God te mogen toewijden Geen toekomst zoo schitterend, geen huwelijk zoo gelukkig, geen bediening zoo veredelend als wel dienaar zijn van God, plaatsvervanger van Jesus Christus, priester van zijn H. Kerk. De moeder van den vermaarden Kardinaal Vaughan, aartsbisschop van Westminster, had geen vuriger begeerte dan haar kinderen te zien toegewijd aan den dienst des Heeren. Daar ze wel wist dat de geestelijke roeping 'n genade is, nam ze zich voor, lederen dag één uur aanbidding te doen vóór ihet H. Sacrament, om van Gods goedheid deze groote gratie voor haar kinderen af te smeeken. Dertig jaar jbielii ze vol, en haar bede werd verhoord. Haar vijf dochters trokken alle naar het klooster. Zes van haar acht zonen werden priester; een van hen werd kardinaal en twee anderen aarts bisschop. Die edele familie is voorzeker een zeldzame uitzondering, en weinig moeders zullen zulk een sacrificie gedaan hebben en zulk een troost gesmaakt. Maar mochten vele brave moeders bidden, vurig bidden, en edelmoedig bezorgen de opvoeding van haar kinderen, zouden ze ook die groote eer niet bekomen, moeder van een ipriester te zijn Gamalenragout (4 personen). y2 L. kokend water met 2 Maggi's bouillon blokjes, 50 G. (5 afgestreken eetlepels) bloem, 50 G. (2% afgestreken eetlepel) boter, 400 G. (4 ons) gepelde garnalen, 1 eetlepel gehakte peterselie, 1 ei. Verwarm roerende de boter met de bloem, giet er onder voortdurend roeren langzamer hand den bouillon hij en laat het mengsel even doorkoken tot een stevig gebonden saus. Roer er de gepelde garnalen door en laat die mee warm worden (niet koken!); vermeng de ragoüt voorzichtig met het goed geklopte ei, roer er ook peterselie door en breng dan het gerecht over op een vleeschschotel. Leg er als omranding driehoekige stukjes brood omheen die in wat boter aan weerskan ten goudbruin zijn gebakken. Gevulde meloen. 1 middelmatige meloen; wat versche vruchten b,v. druiven, frambo zen,perziken, pruimen, bananen, sinaasappe len, peren en/of blikvruchten b.v. ananas enz. suiker; citroensap; slagroom. Snijd een tamelijk groote deksel van den me loen af. Hol hem voorzichtig uit, snijd het vruchtvleesch in stukjes en vermeng het met de overige in stukjes gesneden en schoonge maakte vruchten. Vang het sap op; maak hst op smaak af met suiker, citroensap en des ver kiezende wat witte wijn. Doe de vruchtens'» met het sap terug in den meloen en garneer mei slagroom en mooie stukjes teruggehouden fruit M. M.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 9