DE PARADE OP HET
TEMPELHOFERVELD.
i
DE STAND DER ONDERHANDELINGEN
I
FRANSCHE STRIJD.
'nRomeinsche Zondagmorgen
ZATERDAG 10 SEPTEMBER Ï932
EEN NIEUWE PARTIJ VOOR
VON PAPEN.
SLUIMERENDE CONCURRENTIE
STRIJD.
-
II
OM 'T BEHOUD VAN BESCHER
MING EN CONTINGEN-
TEERING.
DE GRONDWET BOVEN ALLES
HET ERNSTIGSTE CONFLICT.
HOUDT DEN GOEDEN KOERS
PLAATST REGELMATIG
UW KABOUTERTJEI
„WIENER WERKSTATTE.''
KLINKENDE ELECTRICITEIT.
De problemen van de radio-
muziek.
EEN CULTUUR TAAK.
(Van onzen correspondent.)
B o r 1 ij n. September 1932.
Het was 'vroeger wel het grootste feest In
Berlijn, de parade op het Tempelhoterveld.
Tweemaal in het jaar vond de plechtigheid
plaats. De reusachtige woestijn, tegenwoordig
meer bekend van wege het vliegterrein, dat
men er van gemaakt heeft, was met tribunes
afgezet, welker plaatsen door verkoop een
mooie som opbrachten. Nog duurder werden
de vensters verkocht van de straten, waarlangs
de garde opmarcheerde. Want het ging hier
om een gardefeest, waarbij niemand anders wat
te maken had. De kroonprins heeft zijn regi
ment doodskophuzaren eens aan de pret wil
len laten meedoen. Het was heon wat waard,
aan het hoofd van dit ruiterkorps door de
straten van Berlijn te rijden en hij was zelfs
bereid de kosten van het transport en der
huisvesting op zich te nemen. Maar de mili
taire bureaucratie wilde daarvan niets hooren.
De traditioneele parade op het Tempelhofer-
veld was voor de garde gereserveerd en daar
hadden de doodskophuzaren niets mee te
maken.
Wat de arme stakkerds, welke bij dit keur
korps ingelijfd waren, zelf over het festijn
dachten, kan ieder wel voor zich zelf begrij
pen, die in zijn diensttijd inspecties en der
gelijke torturen uitgestaan heeft. Afgezien
daarvan duurde de pret volle twaalf uren. Ge
pakt en gezakt en in hun hinderlijke maar
mooie uniform, moesten de troepen dien gan-
schen tijd zonder eten of drinken paraat staan,
hun tijd doodend met het maken van bespiege
lingen over de kracht van de zonnestralen of
de bekwaamheid van de maag om handen vol
stof te verteren.
Maar tenslotte kwam dan de keizer voorbij
rijden in zijn equipage met acht paarden en
daarachter de keizerin met zes en. vervolgens
de andere hooge personaadjes en de gasten,
welke Z. M. zoo gaarne op het aanschouwen
van deze parade trakteerde. Natuurlijk deed
de beau-monde van Berlijn en wijde omgeving
heftig aan de plechtigheid mee. Auto's waren
er In die lang vervlogen dagen gelukkig nog
niet al te veel, maar geld was er wel en er
werd een groote weelde in prachtpaarden en
elegante equipages ontplooid.
Dtt militaire en gezelschappelijke festijn,
waar overigensheel Berlijn met alle dienst
meisjes, tot den kleinsten straatjongen toe,
met hart en ziel aan deelnam heeft diepe sporen
in de herinnering nagelaten en daarom is de
Staalhelm op de lumineuse gedachte gekomen
dit jaar een staalhelmparade op het van schoone
souvenirs gedrenkte veld te houden.
De Staalhelm heeft zich eenigen tijd koest
gehouden. Men is alweer bijna vergeten, dat
hij luttele maanden geleden een eigen candi-
daat tegen Hindenburg stelde en daarbij gru
welijk geklopt werd- Na de nederlaag liep de
kroonprins naar de nazis over en encanail
leerde hij zich op een weinig handige wijze
met Hitler, die toen als eenig overgebleven
candidaat tegen Hindenburg optrad. Maar de
Hitlerianen leefden in die dagen al in den
zwijmel van de overwinning, waarop zij re
kenden en lieten Zijne Keizerlijke Hoogheid
weten, dat de nazis wel wat beters te doen
hadden dan zich voor den Hohenzollernwagen
te spannen; dat zij socialisten waren en de
monarchistische gedachte hun dus vreemd
was; en dat zij heelemaal niet gesteld waren
op den steun eener dynastie, die de trouw
aan het volk zoo smadelijk gebroken had als
de Hohenzollerns dat in 1918 klaar hadden ge
speeld.
Dat was voor Zijne Keizerlijke Hoogheid
Zooveel als de kous op den kop krijgen en
wat hij over het geval gedacht heeft, is
verder een bijzaak. Maar in ale gevallen staat
dit vast, dat er nu een grootsch opgezette de
monstratie van de Staalhelm in Berlijn gehou
den is, waartoe men de leden van honderden
K.M. ver bij elkaar heeft laten komen. Aan
deze demonstratie namen de vorstelijkheden op
demonstratieve wijze deel. Zij, in mooie spik
splinternieuwe uniformen en zelfs hun vrou
wen en hun nageslacht namen zoo breedvoe
rig aan de pret deel en lieten zich zoo vaak
zien en fotografeeren, dat zij den schijn op
zich laden duidelijk te kennen te willen ge
ven, dat de Staalhelm toch maar je ware is
en dat al wie nog iets voor de oude, glorie
volle dingen van het verleden voelt, bij de
Staalhelm terecht moet komen.
En dan participeerde nog een andere groep
op in het oog vallende manier aan de de
monstratie. Zoowat het heele rijkskabinet, met
von Papen aan het hoofd, deed mee en dat
deed ook de commissarische regeering van
Pruisen, vertegenwoordigd door Bracht en
meerdere andere leden.
Het ligt voor de hand, dat al dit de-
monstreeren in verband gebracht werd met
zekere plannen, welke op het oogenblik achter
de söhermen uitgebroeid schijnen te worden.
Het heet nl. dat er een nieuwe partij op het
vuur staat en dat deze de bedoeling heeft
uit de Staalhelm op te bloeien. Wat er waar
Is van dit gerucht is momenteel nog niet te
achterhalen, maar ongerijmd is het in geen
geval. Herhaaldelijk hebben wij hier reeds op
de ontstentenis in Duitsehland gewezen van
een behoorlijk georganiseerde en geleide con
servatieve partij. Duitsehland gaat mank door
het ontbreken van zulk een partij, waarbij op
den voorgrond gesteld zij, dat Hugenberg niets
hoegenaamd met de behoudende gedachte te
maken heeft.
Indertijd hebben Hindenburg, Treviranus en
Brüning te zamen gepoogd aan dit kwaad
een einde te maken door oprichting eener
nieuwe fractie, waarvan Treviranus de com
mandant zou zijn. In de praktijk is toen ge
bleken, dat Treviranus niet de ware man voor
deze taak was met het noodlottige gevolg, dat
er meer kwaad dan goed werd gebrouwen.
Later heeft Brüning zijn andersdenkenden land-
genooten nog een paar maal toegeroepen zich
op de basis van hun evangelische overtuiging
tezamen te' Sluiten en daarmede zou dan van
zelf in het bestaande hiaat voorzien worden
en kreeg het centrum meteen een bondgenoot
naar zijn goesting, met welker hulp wat be
reikt kon worden.
Deze stem werd niet gehoord maar nu strij
ken dan toch de schaduwen van iets nieuws
over de Duitsche beemden, dat veel goeds kan
opleveren, gesteld altijd, dat bij de verdere ont
wikkeling, niet zoozeer het gevoel dan wel het
nuchtere verstand de teugels zal voeren.
Aangenomen, dat dit plan inderdaad voor
de verwezenlijking staat, dan speelt het zeer
(ardig door de gebeurtenissen, van den dag
heen en wordt veel verklaarbaar, wat tot nu
onbegrijpelijk was. Zooals b.v. het onbegrens
de zelfvertrouwen van Von Papen, dat nu te
steunen schijnt op een verrassingsverschijnsel
van de naaste toekomst.
Het is als zieker aan te nemen, dat deze
partij het centrum scherpe concurrentie aan
zal doen op het gebied van de Christelijkheid.
Bereids eerder hebben wij de zedelijkheids-
oekase van Bracht van dit standpunt uit be
schouwd. Von Papen manoeuvreert ook wat
erg druk met de zedelijkheid en graaf Re-
ventlow noemt hem in zijn .Reiohswache" daar
om ook al „Gottes Generaldirektor". Overigens
ls op den Katholiekendag in Essen deze slui
merende concurrentienijd duidelijk aan den
dag getreden. Von Papen was daar weggeble
ven, omdat hij schijnbaar liever met de Staal
helm coquetteerde; Bracht was verschenen en
zag nog kans handig tusschen Scylla en Cha-
ribdis heen te zeilen maar frh. von Lüninck
maakte er zich openlijk tot tolk van al die
genen, welke weigeren in het centrum zoo
iets te zien als den vertegenwoordiger van de
Katholieke, Iaat staan van de christelijke ge
dachte.
Komt de oprichting van een christelijke, con
servatieve partij inderdaad tot stand, dan zal
het centrum zich als het ware tusschen twee
vuren in bevinden, want de nazis doen ook
sterk aan christelijke bekentenissen en ze heb
ben daarmee al menig goede vangst gedaan,
al vallen er dozijnen uitlatingen aan te wijzen,
welke vijandig tegenover -het christendom
staan. Meerdere leidende nazi-schrijvers val
len het christendom zelfs veel brutaler aan
dan socis en communisten dat doen en het
is inderdaad moeilijk te begrijpen, waarom
tegen enkele van die uitlatingen niet een
proces wegens Godslastering op touw gezet
werd.
Die christelijke instelling van hot nationaal-
socialisme is overigens acuut en dat niet zoo
zeer vanwege de politieke besprekingen met
het centrum dan wel vanwege het feit, waar
op we reeds wezen, dat er in November ver
kiezingen plaats hebben in de parlementen der
evangelische kerken. Het ls het doel der nazis
deze lichamen stormenderhand te veroveren
en wanneer.hun dat lukt, kan men voor zeer
gekke situaties te staan komen.
MISèRE IN SCHOTLAND. Politie-agenten verwijderen de stakersposten by de katoenf abri eken van Darwen
Onze Parijsche correspondent schrijft:
De strijd voor de bescherming wordt hoe
langer hoe heviger. Terwijl een aantal econo
mische lichamen, die bij het internationaal
handelsverkeer belang hebben, met groote be
zorgdheid de handhaving der contingenteerin-
gen en verdere handelsbemoeilijkingen te ge-
moet zien, maakt 't gros der Fransche produ
centen zich op om met band en tand de ver
kregen beschermingen te doen voortduren. Bin
nenkort zal te Parijs een groote vergadering
plaats hebben van landbouwers om druk te
oefenen op de regeering, om de omvangrijke
landbouwbescherming te handhaven.
Maar bovendien hebben de machtige syndica
ten van producenten hun afgevaardigden ge
zonden naar den ministerpresident, om de
handhaving der contingenteeringen te vragen
en de verhooging van de douanetarieven. Zij
willen aan het tegenwoordig regime van om
vangrijke bescherming een blijvend karakter
geven, maar wenschen de opheffing van de
meest begunstigingsclausule.
Zij verlangen, dat Frankrijk zijn handelsver-
dagen zal richten op het verkrijgen van meer
reciprociteit en speciaal dringt men er op aan,
dat bij de loopende onderhandelingen met
Amerika geen concessies zullen worden gedaan,
die niet gecompenseerd worden door directe
voordeelen voor den Franibhen uitvoer.
Minister-president Herriot heeft onmiddel
lijk verzekerd, dat bij de onderhandelingen
voor de handelstractaten zorgvuldig ervoor ge
waakt zal worden, dat elke Fransche prestatie
haar tegenprestatie zal vinden. Hij zelf vroeg
met de groote syndicaten in contract te blijven
voor de pogingen, die ondernomen moeten wor
den tot vermindering van het belangrijk defi
cit der Fransche handelsbalans
Dit bezoek is des te merkwaardiger geweest
daar men daarbij zoowel den landbouw als de
grootnijverheid vereenigd vond. Er waren bij
voorbeeld vertegenwoordigers van de uiterst
machtige ,,Cociété des Agriculteurs de France''
en de nationale confederatie van landbouw.
vereenigingen, de nationale federatie van de
automobielindustrie, het Fransche katoensyn
dicaat, het industrieel syndicaat van den Elzas,
het machtige „Comité des Forges", dat de
Fransche metaalindustrie beheerscht, de sui
kerindustrie, de kleurstoffenindustrie, de elec.
ticiteitsindustrie en de papierproductie en een
aantal andere syndicaten, en ook de vertegen,
woordigers der Kamers van Koophandel van
belangrijke industriegebieden, als Rijssel,
Nancy, Troyes enz.
De verwachting, dat de linksehe regeerings-
meerderheid het zou brengeu tot een ruimere
handelspolitiek, gaat meer en meer in rook op.
Zelfs de agitatie tegen de hooge melkprijzen,
die op het winterniveau zijn gebleven, en de
hooge broodprijzen, die correspondeeren aan
een meelprijs, die per 100 K.. 200 franc meer
bedraagt dpn de noteerlng van het oogenblik,
vindt maar weinig weerklank. Het is, alsof men
vrees heeft, dat bij verlaging van de prijzen
der levensmiddelen, de loonen zullen moeten
zakken.
De tegenstand tegen loonsvermindering is
buitengewoon groot. Niet alleen willen de' amb
tenaren en beambten er niet van weten, maar
ook in de industrie is men uiterst omzichtig
met het vraagstuk. Blijkbaar laat men zich
leiden door de vrees, dat een daling van de
loonschaal de koopkracht nog ernstiger zal doen
afnemen. Teekenend is, dat een blad als „La
Croix" heden in een hoofdartikel opkomt te
gen elke loonsverlaging.
Ook In de kleinere bedrijven slagen de loons
verminderingen maar matig. Sommige syndi
caten laten het aan de patroons over, loons
verminderingen te bedingen, wat beteekent,
dat zij zich machteloos voelen tegenover de
vakvereenigingen. Bij de sterk afgenomen ar
beidsgelegenheid ls dit verschijnsel wel merk
waardig.
Bovengenoemde verschijnselen wijzen er dui
delijk op, hoezeer de geneigdheid om in een
gesloten economie de uitkomst voor de crisis
te zoeken, algemeen is doorgedrongen.
Van onzen correspondent.)
Berlijn, 8 September ru32.
Gelijk het spel van eb en vloed, gaan de
onderhandelingen tusschen centrum en nazis
op en neer. Vandaag verneemt men, dat beide
partijen het eens geworden zijn en op het
punt staan tot onderteekening van een ver
drag over te gaan. Morgen hoort men weer
geluiden, welke precies het tegenovergestelde
doen denken.
Vastgesteld kan inmiddels wel worden, dat de
noodverordening van von Papen, alsmede ook
het vaste en doelbewuste optreden van de
Wilhelmstrasse in de legerkwesties, een nieu
wen factor in het spel der partijen binnen ge
roerd hebben. „Hij is sociaal, die werk ver
schaft", zei de minister van arbeid een paar
dagen geleden in de radio en daarmede is de
laatste noodverordening ten voete uit getee-
kend. Tot aan de grenzen van de sociaal-
democratie toe is de heele burgerij bereid de
mérites van de noodverordening te erkennen,
hoezeer enkele details ook mishagen mogen.
Ook het zelfvertrouwen en het vaste, doel
bewuste optreden van de tegenwoordige regee
ring imponeert en heeft reeds heel wat op
positie tot zwijgen gebracht of zelfs in sym
pathie doen verkeeren.
Ook het centrum aarzelt niet luid van zijn
instemming, zoowel met de buitenlandsche
politiek als met de plannen van von Papen
te doen blijken en hierin heeft men een oogen
blik aanleiding gevonden te gelooven, dat ge
zegde partij haar verzet afgeblazen heeft en tot
stille tolereering over zou gaan. Een deel van
de burgerlijke pers, die eens sterk naar links
overhelde, heeft zulks bereids gedaan en de
ander nam het besluit zich in 's hemels naam
maar bij den staat van zaken neer te leggen.
Het centrum heeft gisteren bedekt te ken
nen gegeven, dat het nog lang niet strijdens-
moede is. Om den wankelenden in zijn gele
deren moed in te spreken, verklaart het een
politiek op lange zicht te willen voeren. Het
is inderdaad zeer verleidelijk, zoo meent de
partij, von Papen nu maar eens een beetje te
laten scharrelen en daarbij stil de kat uit
den boom te kijken. Maar dat gaat niet, wijl
het centrum onmogelijk inbreuken op de
grondwet, hoe handig deze ook gecamoufleerd
mogen zijn, toe te laten. Dat wreekt zich later
en op grond van dat inzicht kan het op het
oogenblik onmogelijk de banden In den schoot
leggen en een beetje uitblazen van de ver
moeienissen, die in de laatste jaren doorstaan
werden.
Von Papen's plannen zijn goed; ze zijn zelfs
uitmuntend, zegt bet centrum, maar er ls
iets anders dat primeert, en dat is de onaan
tastbaarheid van de constitutie. Voa Papen's
plannen mogen slechts binnen het kader der
grondwet uitgevoerd worden en dat te meer,
wijl de mogelijkheid daartoe bestaat. Eerst
móet de harmonische samenwerking tusschen
rijkspresident, regeering en rijksdag weer her
steld zijn. Wanneer dat geschied is, is de weg
voor verdere, vruchtbare regeerings-actie vrij.
De harmonische samenwerking tusschen de
ze drie machten is echter verstoord en wan
neer men nu de diagnose van dit euvel vast
wil stellen stoot men op een aanzienlijke
moeilijkheid. Want het conflict, dat op het
punt staat uit te breken, is er niet een tus
schen staatshoofd en regeering, noch ook een
tusschen regeering en parlement, maar veel
eer een tusschen rijkspresident en rijksdag.
Met groote zorgvuldigheid wordt van alle kan
ten vermeden de zaak aldus in al haar scherp
te voor te stellen en gelukkigerwijze staan er
tal van zijpaadjes open, warlangs men uit
dat ongeval vluchten kan.
Maar alle geredeneer neemt niet weg, dat
de rijkspresident zich muurvast op een z.g.
presidentieel kabinet vastgelegd heeft en dat
de rijksdag een parlementair kabinet wil heb
ben. D.w.z. bet staatshoofd beweert, dat met
den tegenwoordigen rijksdag niet geregeerd
kan worden, wijl er geen constructieve meer
derheid in steekt, terwijl centrum en nazis de
koppen bij elkaar gestoken hebben om het
tegendeel te bewijzen.
Dat bewijs ls gedeeltelijk reeds geleverd
door de coulante samenstelling van het rijks
dagpresidium. Waarmede het spel de krach
ten voorloopig tot stilstand gekomen is. Da
delijk na zijn constitueering heeft het voor
zitterschap naar Neudeck getelegrafeerd met
verzoek zijn opwachting bij het staatshoofd
te mogen maken, gelijk dat usance is. Maar
de bedoeling zat voor deze hoffelijkheid te
benutten om den rijkspresident er nog eens
aan te herinneren, dat voor zijn presidentieel
kabinet reden noch plaats is bij de tegen
woordige toestanden. Hindenburg beeft dezen
aanval aanvankelijk afgeslagen door de
audiëntie tot na zijn terugkeer in Berlijn te
verschuiven. Deze heeft hedenochtend plaats
gehad. Een beetje later heeft de maarschalk
zijn kanselier ontvangen en van hem een ver
slag over de gebeurtenissen van de laatste da
gen aanhoord. Morgen zal dan de audiëntie
plaats hebben en krijgt Göring de mogelijk
heid ten overstaan van het staatshoofd een
pleitTede voor de rechten van de volksver
tegenwoordiging te houden. Dat zulks gebeu
ren zal, is nog niet heel zeker, want de pre
sident heeft natuurlijk ook vele middelen in
de hand hem den mond te snoeren.
Geschiedt dat laatste en geschiedt het op
een beetje hardhandige manier, dan kan men
ook met den besten wil der wereld niet lan
ger ontkennen, idat het conflict, waaraan
Duitsehland momenteel souffreert, er inder
daad een is tusschen Hindenburg eu den
rijksdag, waarbij de regeering slechts de rol
van hulptroepen in dienst van ihet staats
hoofd speelt. Staatsrechtelijk gezien is zulk
een botsing veel ernstiger dan een tusschen
parlement en regeering, waarbij het staats
hoofd altijd buiten en boven de strijders kan
staan. In het onderhavige geval is de tegen
stelling bijzonder ernstig, wijl de oplossing
bijna alleen door een schending der grondwet
te vinden is. Hindenburg kan natuurlijk af
treden, maar dan is het wis en zeker, dat Hit-
Ier zijn opvolger wordt en daarmede raakt
men van den regen in den drop. Hij kan zijn
wil tegen een rijksdagmeerderheid doorzetten
en zulks door hot parlement telkens en tel
kens weer te ontbinden en naar huis te zen
den. Natuurlijk druischt zulks echter regel
recht tegen den geest van de grondwet in.
Hij kan ook bakzeil halen en zijn hoofd voor
den wil des volks buigen, maar dat toch al
leen ten koste van een aanzienlijk prestige
verlies.
Gelukkig echter voor hem en voor het
land in het algemeen, is het centrum heele
maal niet op vernedering van het hoofd van
staat uit. Het wil diens prestige ongeschokt
bandhaven, maar tegelijk ook de rechten van
het parlement doen respecteeren. Dit dubbele
doel kan door een compromis bereikt worden.
Hindenburg zou b.v. in naam aan zijn pre
sidentieel kabinet kunnen vasthouden maar
er een paar wijzigingen in aanbrengen. Daar
bij zou natuurlijk von Papen het loodje moeten
leggen. Wanneer deze de woestijn ingestuurd
wordt, is Brüning voldoende gewroken en is
meteen ook het bewijs geleverd, dat het
kwaad kersen eten is met een partij, die over
zooveel ondervinding en zooveel tactische' ta
lenten beschikt als dat met het centrum het
geval is.
Met grimmige Schatdenfreude zou het cen
trum dan b.v. op de benoeming van von
Schleicher als kanselier kunnen aandringen.
Deze is immers de aanstichter van de koers
wijziging, welke in dezen zomer genomen werd;
hij staat als de ziel van de regeering gedood
verfd en hij geniet, maar het schijnt, ook het
onbeperkte vertrouwen van den maarschalk.
Maar hij heeft zijn begaafdheid altijd in het
duister en achter de schermen uitgevierd.
Van meet af aan heeft het centrum aange
drongen, dat de mannen, die de verantwoor
delijkheid achter de schermen dragen dat ook
openlijk zouden doen en daartoe zou de kans
nu gegeven zijn. In verband hiermede dient
nog opgemerkt te worden, dat bij de vurige
aanvallen, welke de nazis in de laatste dagen
tegen het rijkskabinet rijden, von Schleicher
altijd gespaard wordt. Hij kan door deze partij
eventueel zonder moeite als kanselier aan
vaard worden en «nen heeft dus wel den weg,
dien de rijkspresident te gaan heeft, netjes voor
hem geplaveid en met verlokkingen bestrooid.
Van hun kant hebben centrum en nazis zich
op niets hoegenaamd vastgelegd, zoodat de
president geheel en al vrije hand heeft en hij
handelen kan zonder den geringsten indruk
te wekken, dat hij onder pressie staat.
De ateliers zijn gesloten en de voor
raden worden publiek verkocht.
De ^Wiener Werkstatte", de befaamde
ateliers voor Oostenrijksche kunstnijverheid,
hebben opgehouden te bestaan. Sedert de
stichter en leider, architect Jozef Hoffmann,
zich uit de zaken terugtrok, ging het steeds
verder berg.af en het einde is dat de werk
plaatsen moeten worden gesloten.
De bestaande voorraden zullen door de
firma Glückselig worden geveild van 12 tot 16,
en 19 en 20 September.
„GëTZ".
De monsterkoffer met wielen
imt cititf'w'p nslatM'»!
MARKT, WAAR DE KERMIS NIET BIJ
ONTBREEKT
Wat is er toch op de via di San Tevodoro te
doen op Zondagmorgen?
Heel uit de verte hoort men het er al zoemen
als in een bijeenkorf, en voor wie naderbij»
wandelt, lost dat vage rumoer zich al gauw
op in andere geluiden, die niet kunnen wor
den misverstaan. De oude straat, die vau den
Palatijn afvoert, waar de eerbiedwaardige ker
ken van den heiligen soldaat Teodorus en
de heilige maagd Anastasia prijken, en waarop
de mooie, slanke Campanille van Santa Maria
in Cosmedin neer-blikt, is vandaag het tooneel
van de kwalijk goed te keuren, maar overal
in Italië zoo geliefde, lawaaierige, bonte Zon
dagsmarkt.
De duce heeft er z'n hoofd al ever geschud
en er decreten tegen uitgevaardigd, maar des
alniettemin worden er alle mogelijke waren
tegen ongelooflijk lage prijzen te koop geboden
en slaan er kooplieden in alle. branches hun
tentjes op. Natuurlijk blijven ze er niet voor
staan en druiven eten. Ze overtreffen elkan
ders geluid bij het aanprijzen der Waren, en
daartusschen door klinkt het accompagnement
van hamers en heibels. Er wordt getimmerd en
gemetseld en dat alles maar on'der het'lied van
den arbeid, en kijk, daar om den hoek, in de
Via dei Cherchi, zijn ze nog aan 't straten-
maken, enkel en alleen blijkbaar, omdat het
zoo'n stralende Zondagochtend Is; want in
heel de week is er aan dezen nuttigen arbeid
niet gedacht.
Bij 'n dooltocht langs de kramen en uitstal
lingen moet men zich dubbel verwonderen,
eerst over de verscheidenheid der ten toon ge
stelde waren, en tegelijk dan ook over de on
vergelijkelijke rapheid van tong der kooplui.
Dadr worden bonte luchtballons verkocht en
vulpenhouders. Turksche kleedjes, en boeken,
kleeren en zijden stoften en niet te vergeten
snoeperij en zoetigheid in alle kleur en smaak.
Het is 'n markt,'waar de kermis n'iet bij
ontbreektnaast het proza der levensbenoo-
digdheden de poëzie van geestelijke nooddruft;
en voor het laatste zorgen de reizende too-
neelspelers, muzikanten en straatzangers, spe
cialiteiten op alle mogelijke Instrumenten en
■in alle toonaarden.
Men moet 's Zondagsmorgens naar de Via di
San Teodoro gaan, ook om er alle volksdrach
ten van Rome en omgeving bijeen te vinden;
tegelijk leert men er het volk kennen in heel
zijn Impulsieve leefdrift. Daar gaan de harde,
verweerde kerels uit de Campagna in hun
sterke leeren broeken, "de vrouwen in baar
veelkleurige rokken waarbij het keurslijf zoo
bekoorlijk en pittoresk staat; de meisjes klee-
den zich nieuwerwetsch jammer genoeg toch
kunnen ze de groote sjaal met de lange
franjes nog niet thuis laten; en tusschen al
die mensohen gaan de kleine kinderen, alleen
en onbewaakt, maar beschermd 'door de ge
negenheid van heel het volk.
Boven alles hoort men de voor Rome* zoo
karakteristieke „scopari", de straatschreeu
wers; daaronder hooren de bezembinders en
de „ombrellar'i", die op den mooisten Zondag
ochtend het ruischen van den regen tooveren
in hun melancholiek geluid, als zij zweren, dat
zij de meest versleten parapluie volgens de
regelen van de kunst kunnen herstellen- En
vergeten we het gilde van de oude flesschen-
handelaars niet, de „battigliari", die Zondags
vast en zeker de beste zaken maken, want zij
schreeuwen voor zes dagen tegelijk*
Door dat gedrang en lawaai komen plecht-
statiglijk <de handhavers der openbare orde
getreden, trots de Carabinieri, zich zelf be
wust die Metropolitan!, en de soldaten, die
van de verste uithoeken van het schiereiland
komen doch in Rome in Kai"nizoen liggen. Ze
doen allemaal echter als de leviet in hét Evan
gelie van den barmhartigen Samaritaan; zij
zien alles en gaan zwijgend voorbij. Stilzwij
gend trekken ze langs de werkplaatsen waar
schoenen gelapt, kleeren geflikt en allerhande
rommel gerepareerd wordt, zoodat men wel
concludeeren moet, dat dat alles geen.slafelijke
arbeid ls en dat daarmee dus geenszins het
Zondagsgebod overtreden wordt.
Er staat n barbierszaak vol klanten; maar
dat valt te verklaren uit het feit, dat het edele
gilde der baardkrabbers niet des Zondags maar
's Maandags hun rustdag vieren. Men vraagt
zich hier tevergeefs af. welke eigenwijze wet
gever op <Jen Sinai, juist den Maandag, In
plaats van den Zondag voor de barbiers als
Sabbath Instelde.
De vreemdeling verlaat ongetwijfeld vervuld
van zulk® overwegingen de bonte Zondagsker-
mis van de via di San Teodoro, in het vertrou-
wen> dat hij verder in andere kwartieren van
de stad zulke tooneelen niet zal vinden. Maar
'a onvoorzichtige blik in een autogarage over
tuigt hem, dat men ook daar de handen vol
werk heeft.
Hetzelfde geldt bij menig bouw- en herstel
lingswerk in het centrum der Eeuwige Stad,
waar men op Zon- en feestdag doorwerkt, zon
der dat de overheid daadwerkelijk ingrijpt.
Maar op 28 October, de beroemde ge
denkdag van de fascistische opmarseh naar
Rome, ligt alle werk toch stil en zoo zijn
er nog een paar nationale feestdagen, die met
gesloten winkels en in rust gelaten stemban
den gevierd worden.
De Zondag schijnt in Rome voor het gewone
volk ook nog de dag bij uitstek te wezen voor
verhuizingen.
Hier moet waarlijk Onze Lieve Heer nog
eens, evenals toen in Jeruzalem iu heilige
woede ontsteken, .om de kooplieden te verja
gen uit den dag des Heeren.
'n Poos geleden, zooals reeds gezegd, heeft
Mussolini die taak op zich genomen; en als
momenteel in Rome des Zondags de plechtig
heid en de stilte van den rustdag heerschen,
au, dan heerschen deze er toch sinds kort
Hot tijdschrift „Die Musiiik", dat ten opzichte
van actueel© vraagstukken steeds zich zoor
actief heeft betoond, wijdt in deze maand een
geheel nummer aam wat zij noemt: „Klinkende
Elec tried telt".
Het opent met een artikel van Ludwig
Neulbeck
„De ongehoorde opgang en de voorbeeJde-
loo'ze ontwikkeling der Radio als spreekbuis
van het openbare leven en ais uditingismiiddel
van geestesstroomingen, heeft ons in het laat
ste decennium voor een nieuwe situatie ge
plaatst, die een gewijzigde opvatting betref
fende de kuiltureele verantwoordelijkheid nood
zakelijk maakte.
Techniek en kunst hebben analoog aan
hun gemieeinscliappelijiken Griekschen stamwor
tel steeds elkander bevrucht; daarom wil
len wij er aan 'hierinnieren dat, bij die aflgeeieeme
neiging om het mechanisch© iin kunstzaken te
verwerpen, zonder die tecihmisioh-meohamsche
vervolmaking dei' instrumenten bijvoorbeeld,
noch het moderne orkesitcoloiriet, noch de hui
dige kaïmeir-, kerk- en huismuziek mogelijk
ware.
De voortplanting van levende muziek door
ëlectrisohe golven, die intuesohen niets anders
zijn willen dlan een aco-ustisch-teohmlisoh mid
del, heeft zich in dien kortsten tijd tot zulk
een geweldig orgaan ontwikkeld, dat niet
alleen zuiver airtjstielke, maar ook sociologische
en wetenschappelijke problemen naar voren
traden. Het probleem werd nog scherper naar
mate onze 'kiuinistiimstellinigem, die zelfs in den
inflatietijd nog een schijmlbloel beleefden, au
volledig verzwakken."
Neuibecfk vindt het zinloos de schuld hiervan
op rekening van de Radio te schuiven, maar
ziet door de deelname dier gemeenschap aan
andere elementen ailis sport, bioscoop, politiek
en „Natunerieben", weinig plaats meer over
blijven voor kunstbeoefening.
Bedenkelijk is het, dat bij de jeugd ldefide
voor kunst niet meer in het middelpunt van.
hum denk- en gevoelsleven staat. De oorzaak
van zulk een tijdsverschijnsel te zoeken in de
vervlakking of minderwaardigheid der huidige
mensohhedd is in de kern der zaak niet juist
Veeleer moeten wij het zoeken in de verander
de maatschappelijke structuur. De concertin-
stallingen zelf hielden hiermede te weinig
rekening. De stereotiepe programma's der laat
ste 50 jaren zijn een beschamend bewijs van
een eigenlijk diuffe kunstbeoefening. Dat naast
de officieel© muziekinstellingen, particuliere
initiatieven en veireenigingen. ontstonden met
geheel verschillend, karakter en levendiger
contact met de kunstbehoefte van het volk,
toont duidelijk hoe geïsoleerd de groote kunst-
In stellingen te midden der algemeene kunstbe
weging staan.
In deze oneenlge, onoverzichtelijke en sfuur-
looze werkwijze der kunstbeoefening kwam
voor weinig jaren geleden de Radio op met de
bescheiden lenze van: „Verpoozing en ouder-
richting". Geheel onbewust van haar latere
macht en beteelkenls vulde zdj de leemte aan.
die door de kunstinstellingen was opengelaten:
voor haar was geen onderscheid tusschen weten
schappelijk zwakkere of sterkere geledingen.
Maar zij verloooheaide ook niet de grenzen
tusscli-en representatieve en volkskunst en.
rekening houdend met de mentaliteit van haar
toehoorders, gaf zij toch haar positie als cuil-
tuurleddster niet op en Het het niet alleen bij
.verpoozing en onderrichting".
De kultureele taalk der Radio was tweeledig,
eerstens volksontwikkeling, door directe ver
breiding van kunst in den breeden zin dea
woords, d. w. z- zoowel door representatieve
kunst ails door volkskunst in ©en verantiooorde
keuze in brengen, zonder onderrichting hierbij
uit tie scihakielien.
Tweedons op Indirecte wijz© door kunstinsti
tuten die door zakelijke omstandigheden nood
lijdend geworden waren, te ondersteunen.
De enige band, dde momenteel tusschen groote
orkesten, theaters en kunstinstituten 1
groeien ds, heeft een samenhang in 't leven
geroepen dl© Dlie't zakelijk doch ook;
kunstzinnig vanhoogste belang ie.
Het eigenoa '1&e 70,11 de Radio doet moge-
lui'heele® 00,11 de hiand, die op geen andere
wiize worden geboden. Ten voorbeeld noem
ik de uitzending der „Badhaamtates", die voor
do eerste maal duidelijk hebben aangetoond,
,1,0© wij die diraadiooae golvingen tot kuituur
daad kunnen aanwenden. Daarbij speelt de
bijzondere eigenschap dier radio, die de intimi
teit van het geboden e bewaart en toch in de
ruimte werkt, voor een muzikaal 'beleven een
zeer belangrijke nol. Terwijl tot nu toe voor
de werking in de ruimte massa-deelname van
zangers en instrumentalisten vereischte was,
'biedt de radio gedegenheid de intiemste muziek:
kamermuziek, koren en liederen in de ruimte
te doen klinken; do ervaring heeft trouwen3
'bewezen dat „kamermuzlkalisich" gedacht werk,
bet klaarst en duidelijkst door de microfoon
klinkt.
•Wij dankien die radio dus die hernieuwing der
kleine muziekvormen, de neiging tot kamer
muziek der jonge comiponeerende generatie, en
ooik in leeken kring en de jonge, de sterkere
neiging tot zelf-musiiceeren".
„Het schijnt mij", zoo besluit het artikel,
,.dait de kultuneele taak en de toekomst der
radio voor alles hierin gelegen is, dat zij, voor
zoover men met ernstige kunst wil rekening
houden, leder zonder omidieracheld tot die gees-
tes goederen der menBchlheid moet voeren;
vergeten schatten doet apdölvende scheppen
de generatie aam 'het woord moet laten komen
(voornamelijk ombekende); het nauwste ver
band schept met orkesten, theaters, en kultunr-
insteiLlimigem, En voor zoover het verpooizilngs-
ïnuziek betreft: Zuivering van den smaak en
zuiverheid der keuze, en ibewust dooüzwijgen
■van 'het klaanlblijklelijlk tntodeirwaawMig»
De pamtomomiie, aldus Szendirel, „waaron ei
verstaan wondt de aligemeene deelname vailj le-
publiek aan die fcultuungoedeneu vajn dtaen
tijd, erkennen wij als bet wonder van liet
klassieke Griekenland. Szendrel laat de vraag
open of onze tijd de gedacht© der pantonoml©
weet te waairdeerem, maiaii' bij twijfelt er mie
aan dat door 'deze idee, d© radio verder ont
wikkeld kan wonden in levensmogelijkheden.
Szendired's volgende bewering heeft ook beitee-
kemiis, n.t dat alle overige kultuurgoederen
slechts iin een bepaalde verhouding tot dezo
idee kunnen bijdragen en dat de muziek onbe
perkt kracht in bezit tot verwezenlijking
dezer gedachte- Het is ldan ook geen toeval
dat de muziek het voornaamste bestanddeel
der uitzendingen ls en ook in de toekomst zijn
zal. HU neemt de radio ©en instituut, dat in
den al® der klassieke pamitonomie tot iedere
igemeemedhaipsgiroep moet «preken, hetgeen tot
Bu toe als een zuiver utopisch postulaat werd.
beschouwd.
Zulten dieze visie, deze profetische woorden en
gedachten in vervulling gaan Zal dit ideaal
eenmaal verwezenlijkt worden Is zooiets in
een onirustigem, verdeelden en ongel ulkklgen
tijd mogelijk Hoe schoon ails dit allies werke
lijkheid zou worden. Een uitspraak van E. T.
A. Hoffmann uit Szendred's boek, moge hiec
het hoopvol antwoord, zijn.