fc
Eten
JULIUS RÖNTGEN t,
VRIJDAG 16 SEPTEMBER 1932
UNIVERSEELE MUZIKALITEIT.
GOUVERNEUR VAN SURINAME.
Met verlof naar Europa.
DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN
ZEELAND
EEN BRIEFJE VAN REMBRANDT.
BELEEDIGENDE LIEDJES IN EEN
SOCIALISTISCHEN OPTOCHT.
Geen woord van afkeuring van de
Haarlemsche soc-Raads-
fractie.
REINIGINGSDIRECTEUREN.
POLITIE-ONDERZOEK IN EEN
JEUGDHERBERG.
NED. DAHLIA-VEREENIGING.
BIJ HET OVERSTEKEN VAN DEN
WEG.
VERDACHT VAN BRANDSTICHTING.
§P»|||||l§g |gg
OVERVLOEDIGE HARINGVANGST.
VRACHTAUTO TEGEN FABRIEK
GEREDEN.
VAN DE FIETS GESTORT.
DOOR EEN AUTO GEGREPEN-
MOTORONGEVAL.
VOERMAN OP SLAG GEDOOD.
Julius Röntgen.
„Hoewel zijn muziek sterk Duitsch
gekleurd was, heeft hij zich met
bijzondere voorliefde bezig
gehouden met Nederl.
volksmelodieën van
vroeger eeuwen
Met den 77-jarigen Julius Röntgen, -wiens
overlijden wij gemeld hebben, is een interes
sante figuur uit de muzikale wereld heenge
gaan.
Duitscher was htJ geboorte, terwijl zijn
vader, de vio
list Engelbert
Röntgen uit De
venter kwam
en hoewel zijn
muziek mede
door zijn ver
eering voor
Brahms sterk
Duitsch ge
kleurd was en
nogal roman
tisch georiën
teerd, heeft hij
zich met bijzon
dere voorliefde
bezig gehouden
met de Neder-
Jandsche volks
melodieën van
vroeger eeuwen.
Röntgen be
zat een univer
seels muzikali
teit. Hij was
klaviervirtuoos en leeraar van onderscheidene
muziekinstituten, componist en bewerker, di
recteur eener Toonkunstafdeeling zoowel als
uitstekend .begeleider. Toch stond het compo-
meeren bovenaan: hij had een ongekend gemak
In 't^oteeren en een bijzonder flair in 't ver
werken van muzikale invallen, zoodat zijn
vruchtbaarheid op velerlei gebied eigenlijk niet
behoeft te verwonderen. Röntgen, zegt Sem
Dresden, zal evengoed een étude in het bitonale
toonsysteem componeeren als een passacaglia
In den stij-l van Bach. Hij maakte liederen met
piano-begeleiding, werken voor piano, fuga's,
koren, kamermuziek symphonische orkestwer
ken, cadensen voor Beethoven's pianoconcerten,
terwijl vele uitgaven op lledergebied de ken-
teekenen van zijn verzorging dragen; o.a- heeft
hij ook 't „Klavierboek" der 17e eeuwsche com
poniste Anna Maria Eijl verzorgd.
Naast zijn creatieve werk, verrichtte Rönt
gen ook veel herscheppend werk als uitvoerend
kunstenaar: vele malen heeft hij zich doen
hoor en als pianosolist met rijp spel, sonoren
aanslag en orkestrale kleurschakeeringen; als
begeleider van zijn vriend, den grooten zanger
Messchaert, met wien hij zoovele liederavon
den gaf, wist hij zich een algemeene vermaard
heid te verwerven. Hij was indertijd de pianist
van de Amsterdamsche Kamermuzieksoirées,
maai* Ook de meeste groote steden van Duitsch-
land, Obstenrijk en Zwitserland hebben van
zijn talent, genoten.
D< gemakkelijkheid was wel hèt meest op-
Vallende kenmerk van zijn werkwijze, hoewel
dit geenszins beteekent, dat hij niet zeer kies
keurig zou geweest zijn, vooral op het terrein
van „bewerkingen", waarbij hem z'n goede
smaak een veilige gids bleek.
Van zijn hand verschenen vele bundels
hoerenliedjes, die wel eens onjuist vereen
zelvigd werden met de bewerking van (oud)-
Hollandsche melodieën. Wij noemen de „Oud-
Hollandsohe Boerenliedjes en Contradansen"
voor viool en piano, bewerkingen voor vier
handig spel van 16e eeuwsche danswijzen en
bundels Oud-Hoilandsche liederen met piano
begeleiding, (die aan Messchaert zijn opgedra
gen), terwijl vooral zijn bundel „Buiten" in
gang heeft gevonden. Röntgen's populariteit is
miet weinig vermeerderd geworden door de
folkloristische films, waarin het muzikale aan
deel grootendeels door dezen bekwamen com
ponist-pianist verzorgd werd.
Hij 'schrok er overigens niet voor terug in
Zijn eigen composities nu en dan leentjebuur
te spelen bij oudere of andere vakgenooten;
maar hij deed dit altijd op „zijn" manier en
die manier was lang de slechtste niet-
Tusschen zijn debuut als pianist in het Gc-
Iwandhaus te Leipzig en zijn vestiging als „ge-
eeten" musicus in het Stichtsche villadorp
IBilthoven lag alzoo een drukbezette werk
periode.
De regeering heeft zijn verdiensten erkend
door de benoeming in de Staatscommissie voor
fToonkunst en Edinburgh's Universiteit heeft
hem destijds het eere-doctoraat verleend.
J. W.
Het stoffelijk overschot van Julius Röntgen
werd beden te half twee op Zorgvlied te Am-
(sterdam begraven.
Aan dr. A. A. L. Rutgers, Gouverneur van
Suriname, is, met ingang van den dag in de
maand October a.s.. waarop hij Suriname zal
verlaten, in 'a Lands belang vier maanden ver
lof naar Europa verleend.
Als waarnemend Gouverneur zal, na het ver
trek van den heer Rutgers, optreden de heer
mr. dr. P. L. J. van Haaren, ondervoorzitter
van den Raad van Bestuur.
Jhr. Quarles van Ufford uit het
ziekenhuis ontslagen.
De verwondingen die de Commissaris van de
Koningin in de provincie Zeeland Jhr. Mr. J.
W. Quarles van Ufford bij zijn auto-ongeval de
vorige week Vrijdag opliep, zijn thans zoover
genezen, dat hij gisteren het ziekenhuis te
Roosendaal kon veriaten.
Alvorens uit Roosendaal te vertrekken,
bracht hij een bezoek aan den burgemeester
dezer gemeente.
De echtgenoote van den Commissaris, die,
zooals men weet, bij hetzelfde ongeval een
bekkenbreuk opliep, zal nog eenigen tijd in
het ziekenhuis moeten verblijven.
Op het portret van Marten Looten.
Op de zomerten toons telling van de firma
Fred. Muller Co. te Amsterdam was o.a. een
portret te zien uit de eerste Amsterdamsche
jaren van Rembrandt, voorstellende den hoog
leeraar Marien Looten. De professor houdt
op de schilderij een brief in de hand, ondertee
kend R. H. L. (Rembrandt Harmenzoon Lug.
dunensis (van Leiden). Men slaagde er tot
dusver niet in den tekst van het schrijven
verder te ontcijferen.
Dr. W. J. Kat, arts te Amsterdam, heeft
echter nog. eens een onderzoek ingesteld en
deelde daaromtrent in het „Utrechtsch prov.
en sted. Dagblad" o.a. het volgende mede:
Het door ons ingestelde onderzoek speciaal
bij dergelijke gevallen toegepast, heeft den in
houd van den brief aan 't licht gebracht.
Deze is als volgt:
Marten Loo-ten
XVILJanuwarij 1632
Eensaem was mij Amsterdam
(Uw) geselscap, vriendschap ierst gaf en mij
onvergetelijke rust onstaen uit
(een) ijndl(ooze) Agting
R. H. L.
De brief is in schuin schrift geschreven, in
den specifiek zeventiende-eeuwschen letter,
vorm, met individueele eigenaardigheden van
Rembrandts handschrift. Het onderzoek wordt
zeer bemoeilijkt door het feit, dat de brief
gevouwen is geweest en Rembrandt, bij het
schilderen van de letters, dezen richting en
vorm gegeven heeft, waarin ze, na ontvouwen
en kreukelen van het papier gezien worden.
Hierdoor is bijvoorbeeld het woord vriendschap
op den derden regel, dat zich juist op de
glooiing van een vouw bevindt en bovendien
door kreukjes in het papier wordt doorsneden,
zeer moeilijk te ontcijferen. Tevens zijn de
letters op de verschillende regels niet even
groot. Door het perspectief-schilderen worden
de letters van den eersten regel tot en met
den vijfden steeds kleiner. De onderteekenlng:
R. H. L., als monogram geschreven, is weer
flink groot.
„De ontdekking van den inhoud van dezen
brief is, afgezien nog van het aangename, er
uit voortspruitende, idee van de nazaten van
Marten Looten, niet zonder belang. In de eer
ste plaats zijn er van Rembrandt weinig brie
ven bekend. Hij 6chreef acht of negen brieven
aan Huygens in verband met een bestelling
van schilderijen door Frederik Hendrik. Voor
zoover mij bekend zijn dit de eenig overgeble
vene. In dit verband is dus deze, hoewel kor-
te, geschilderde brief van waarde. Verder zijn
uit het leven van onzen grooten meester niet
zoo buitengewoon veel bijzonderheden tot ons
gekomen. Het is dus zeker interessant hier.
zwart op wit, door eigen hand geschreven, den
gemoedstoestand te lezen, waarin hij zich, na
zijn vestiging te Amsterdam, bevond. We we
ten, dat hij op 25-jarigen leeftijd van Lelden
naar Amsterdam verhuisde. Dat was in de
laatste maanden van 1631. Hij schilderde te
Amsterdam nog in 1631 't portret van Nico-
laas Ruts. Toen hij aan het portret van Mar
ten Looten begon, dat 17 Januari 1632 (vol
gens den brief) gereed was, bevond hij zich
dus pas kort in Amsterdam. „Eensaem was
mij Amsterdam" schrijft hij op het schilderij
Tot de omgang met dezen intelligenten, blij.
lrens het portret rechtschapen vriendelijken
man en de achting, die hij hem toedroeg, hem
zich thuis deden gevoelen in deze stad.
Ook het karakter van Rembrandt wordt
door den inhoud van dezen geschilderden brief
even in het licht gesteld. Welk een delicate
hulde aan den vriend, hem een brief in de
hand te geven met deze dankbare woorden!
Op het eerste gezicht is de ontboezeming in
den brief eigenlijk een weinig niet.Rem-
brandtiek. Men zou zeggen: iets te teeder voor
de figuur Rembrandt, zooals wij ons die den
ken. Ook al nemen we in aanmerking, dat we
te doen hebben met een vijf-en-twintigjarige,
dan komt het ons toch voor, dat Rembrandt
zich den eersten tijd in Amsterdam wel zeer
verre van behagelijk gevoeld moet hebben en
voor Marien wel een zeer warme vriendschap
gevoeld moet hebben, om tot deze ontboeze
ming te hebben kunnen komen."
Woensdagmiddag vergaderde de gemeente
raad van Haarlem onder presidium van den
heer C. Maarschalk, burgemeester.
In deze raadszitting werden o.a. behandeld
de vragen van den heer mr. dr. Bijvoet (R.K.)
inzake het zingen van liederen en het uit
zeggen van spreekkoren bij een te Haarlem
georganiseerden optocht van de S. D. A. P. op
Juli Daarbij, kwam o.m. bij herhaling voor
,,bang op! hang op! Ruys moet In den strop!"
Interpellant vroeg o.m. of de burgemeester
als hoofd der politie bereid is in de toekomst
slechts onder zoodanige voorwaarden vergun
ning te verleenen voor het houden van een op
tocht, dat stuitende en ergernis-wekkende fei
ten als welke hierboven zijn gesignaleerd de
burgerij van Haarlem blijven gespaard?
De burgemeester antwoordde, dat hem wel
niet officieel bekend was, dat de gewraakte
uitdrukkingen zijn gebezigd, maar mocht dit
het geval zijn, dan wenschte hij te verklaren,
dat hij ze hoogelijk betreurde. Verder deelde
hij mede, dat het houden van den optocht
slechts was toegestaan onder voorwaarde o.m.,
dat sprekers zich zouden onthouden van voor
andersdenkenden grievende of beleedigende uit
drukkingen en dat hij in de toekomst voor nog
strengeren voorwaarden zou zorgen.
De heer Bijvoet was met deze mededeelingen
tevreden doch de heer Reinalda, de leider der
soc. raadsfractie gaf te kennen, dat reeds jaren
lang en telkens opnieuw allerlei ongeorgani
seerde elementen beleedigende uitdrukkingen be
zigen aan 't adres van de socialisten zooals 't be
kende liedje „weg met de socialen". Maar nooit
denken de socialisten er aan daarover den bur
gemeester te interpelleeren. De heer Bijvoet
moest, volgens dezen spreker, goed begrijpen,
dat de gebezigde uitdrukkingen voortkwamen
uit een overkropt gemoed en dat die menschen
zulks uitten in hun* taal.
De heer Bijvoet antwoordde hierop, dat de
heer Reinalda de strekking van zijn vragen niet
goed weergaf. Het gaat hier niet om eenvoudige
beleedigingen, maar om het feit, dat het hoofd
der Regeering in een door de gemeentelijke
autoriteiten toegelaten en beschermden op
tocht wordt beleedigd. Bovendien worden de
door den heer Reinalda bedoelde beleedigingen
nooit in verband gezongen, maar slechts door
enkelingen. Hier echter werden de beleedigin
gen aan het adres van den minister-president
in verband geuit. De heer Bijvoet betreurde
het verder, dat de leiding der Haarlemsche
S. D. A. P.' zich niet had kunnen opwerken tot
het uiten van een woord van afkeuring over
de gebezigde uitroepen. Wat dat betreft be
greep „Het Volk" beter wat er aan de hand
was. Dit toch schreef, dat de gewraakte uit
roepen waren gebezigd door indringers, com
munisten en 0. S. P.'ers, en buiten verant
woording van de leiding van ddn optocht. Men
kan in 't midden laten of dit waar is, maar 't is
in alle geval een excuus. Dat de leiding in
Haarlem geen afkeuring uitspreekt, wat de
communist Peper even tevoren wel gedaan had.
achtte de heer Bijvoet een bedenkelijk teeken
van verval voor de S. D. A. P.
De heer Boes (V.D.) keurde het eveneens
af, dat de leiding der S. D. A. P. zich niet uit
liet over de gebezigde woorden.
De heer Castricum (R.K.) diende een motie
in waarin aan den burgemeester werd verzocht
met het oog op de onevenwichtige tijden de
vergunningen voor het houden van openlucht-
bijeenkomsten tot een minimum te beperken.
Deze motie werd echter verworpen.
Een ander leider der S. D. A. P., de heer
Meijerse hield nog een lang betoog niet, zooals
hij zeide om de gebruikte woorden in een op
tocht goed te praten, maar om ze te verdedigen.
Hij kon zich begrijpen dat zij gebezigd zijn en
men moet er maar niet te veel aanstoot aan
nemen.
jVe bemanning van de „American Nurse",
'die van Neto-York naar Rome zonder
fusschenlanding vliegt. V.l.n.r.i miss New
comer die bij Florence het toestel per
'parachute wil veria m), dr. Ulbrich en
dr. Piaculgp,
De deelnemers aan de 25ste algemeene ver
gadering van de Ned. Vereeniging van Reini-
gingsdirecteuren hebben gisteren een bezoek
gebracht aan het Centraal Depót van den Haag-
schen reinigingsdienst, ter bezichtiging van
rollend materieel, dat 'daar samengebracht was
uit verschillende gemeenten. De directeuren
waren hierdoor in staat, zicih een oordeel te
vormen over de nieuwste modellen machines,
die bij gemeenterelnigingen in dienst gesteld
zijn.
Met verschillende machines en werktuigen
had een demonstratie plaats.
De jubileumbijeenkomst werd gesloten met
een lunch in het Grand Hotel te Scheveningen
waar de meesten van het gezelschap logeeren,
Tot slot van het verblijf in de Residentie
werd een rondrit door de stad en omgeving
gemaaM,
Controle op nachtregister en naleving
van de Drankwet.
In de Jeugdherberg te Heerlen is op 7 en
9 Augustus 1932, respectievelijk te 11.30 en
9.45 uur n.m., den eersten dag door den in
specteur van politie en twee agenten, allen
In uniform, den tweeden dag door twee agen
ten in burger, contróle verricht. Van een
politioneelen inval kan daarbij moeilijk wor
den gewaagd. Tegen het binnentreden van de
ambtenaren werd geen enkel bezwaar ge
maakt.
Die contróle was meer bepaaldelijk gericht
op het houden en bijhouden van een nacht-
register en op de naleving van de Drankwet,
zulks in verband met het feit, dat er geen
nacbtverblijfreglster ter parafeering aan het
hoofd van politie was aangeboden en dat voor
het perceel geen verlof of vergunning was
verleend. Zij heeft slechts aanleiding behoeven
te geven om onder de aandacht te brengen,
dat op den voet der gewijzigde Drankwet ten
spoedigste een verlof ware aan te vragen.
Aldus luiden de inlichtingen welke de Mi
nister van Justitie verstrekt naar aanleiding
van schriftelijke vragen van het Eerste Ka
merlid Hermans. Deze deed daarin als zijn
opinie uitkomen dat de Heerlensche politie
bij het doen van dezen „inval" alleen op
kwaadsprekerij was afgegaan. Hierbij teekent
Minister Donner nog aan, dat inderdaad der
politie geruchten ter oore waren gekomen
omtrent moreel ongewenschte toestanden in
de Jeugdherberg. Voldoenden grond tot op
treden konden deze echter niet vormen en
hebben zij dan ook niet gevormd. Heit instel
len van bovenvermelde contróle welke, ge-
zien het ter plaatse regelmatig gehouden zeer
Intensieve toezicht op hotels en soortgelijke
inrichtingen voor nachtverblijf, niet als bij
zondere maatregel is te beschouwen had
Immers, gelijk gezegd, een andere strekking.
Overigens is ter gelegenheid van die contróle
der politie van de gegrondheid van die ge
ruchten niets gebleken.
Dahlia-tentoonstelling te Haarlem.
Onder groote belangstelling van autoriteiten
en vooraanstaande kweekers is Donderdag
middag in het Krelagehuis te Haarlem offi
cieel geopend de speciale dahliakeuring en ten
toonstelling van de Nederl. Dahlia-vereeniging,
afd. Haarlem en omstreken der Kon. Ned.
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde.
Te voren hadden de besturen dezer vereeni-
gingen en van de Alg. Ver. voor Bloembollen
cultuur zich met de deelnemers aan de tentoon
stelling aan een noenmaal vereenigd en daar
werden vele hartelijke woorden gesproken voor
de ondervonden samenwerking.
Vóór de openingsplechtigheid spraken de
heer J. L. Brouwer, voorzitter van de' Rege
lingscommissie, die de schenkers van de me
dailles en de leden der jury voor hun arbeid
dankte, en de heer J. F. Ch. Dix, voorzitter der
Ned. Dahlia-Vereeniging.
De burgemeester van Haarlem, de heer C.
Maarschalk, heeft de openingsrede gehouden,
waarin hij de firma Topsvoort te Aalsmeer
dank bracht voor de sympathieke daad, een
nieuwe dahliasoort naar hem te willen noe
men. Spr. uitte de beste wenschen voor den
bloei der Ned. Dahlia-Vereeniging.
Bekroningen
De voornaamste bekroningen zijn:
Eere-prijzen: Julius C. Bunge, huize Careol,
Aerdenhout; fa. D. Bruidegom, Baarn; groep
Dahlia's Tuinbouwinrichting Euchantres v.h.
H. Carlee, Haarlem; fa. J. C- van Tubergen,
Haarlem; orchideeën, J. J. van Cruyningen,
Haarlem; D. T. Ruys, Wassenaar; G. Lubbe
Zn. Oegstgeest; cactussen, D. Smit, Haarlem;
bloemwerk, S. Pool Zn., Haarlem.
Wisselbekers: béste buitenlandsehe aanwinst
Dahlia, miss Belgium, K. Maarse Dzn., Aals
meer; 'beste Nederlandsche aanwinst: Dahlia
Thomas, Leavlth, N.V. Tuinb. Inrichting En
chantress v.h. H. Cariee, Haarlem.
Belangrijkste collectie aanwinsten Dahlia's
van binnen- en buitenlandschen oorsprong:
J. G. Ballego Zn., Leiden.
Gouden medaille: Orchideeën, J. J. van Ouy
ningen, Haarlem; bloeiende en niet-bloeiende
planten, Julius Bun.ge, 'huize Careol, Aerden
hout, tuinbaas Boegsohoten, met gelukwensch
der jury voor cultuur; cyclamen: N.V. Han-
deüskweekerij v.h. J. C. Maarse, Aalsmeer;
bindwerk S. Pool Zn., Haarlem; inzending
bloemen, planten en groenten, Ver. voor sehool-
werktuinen Haarlem en omstreken; cactussen
en vetplanten, D. Smit, Haarlem; Planten en
bloemen, met'gelukwensch van de jury voor
cultuur.'Van D. T. Ruys, Wassenaar, tuin
baas D. de Gans; bloeiende en niet-bloeiende
planten, met gelukwensch van de jury van
st&dskweekerij te Haarlem; dahlias, fa. Brui
degom Inr. Enchantress voorh. Carlee, Haar
lem; afgesneden bloemen fa? C. J- Tubergen,
HaarieimTretomas en vaste planten, G. Lubbe
Zn., Oegstgeest.
Kleine gouden medaille; dahlia's (afgesne
den), fr. W. Topsvoort, Aalsmeer; Ohr. Duyn,
Santpoort, J. van Oosten, Hillegom; J. G. Bal
lego Zn., Leiden.
Generaal Rodriguez, de nieuwe president
van Mexico, legt in tegenwoordigheid van
de congresleden den ambtseed af.
Bloembollenhandelaar voor het
Gerechtshof.
Voor het Amsterdamsche gerechtshof diende
Dinsdag in hooger beroep de strafzaak tegen
den bloembollemhandelaar P. de K. te Uit
hoorn, verdacht van brandstichting. Te dier
zake was K. 4 Mei veroordeeld tot een gevan
genisstraf van drie jaar.
Verdachte had zich te verantwoorden wegens
brandstichting of uitlokking tot brandstichting
in een café te De Kwakel, gemeente Uithoorn,
dat aan hem toebehoorde, doch bewoond werd
door ztkeren Kroone en gezin. In den nacht
van 5 op 6 Juni 1930 brandde het café tot den
grond toe af. Voorts had de K. zich te verant
woorden wegens uitlokking tot brandstichting
in Juli 1928, toen een begin van brand uit
brak in een schuurtje bij bovengenoemd café
gelegen. Het vuur werd echter onmiddellijk
gebluscht. In de derde plaats was hem ten laste
gelegd, dat hij, tot twee maal toe, in 1929 en
1930 de vrouw van den caféhouder heeft trach-
te over te halen brand in heit café te stichten.
Zij was echter niet op zijn voorstel Ingegaan.
Verdachte had in den bloemenhandel een
compagnon, hij had aldus die dagvaarding
de vrouw van dien compagnon overgehaald
brand te stichten in haar woning, opdat van
de verzekeringspenningen een nieuwe bollen
schuur zou kunnen worden gebouwd. Ook deze
brand werd echter spoedig gebluscht: de vrouw
en haar echtgenoot werden verleden jaar ter
zake brandstichting veroordeeld.
Voor het Hof waren 27 getuigen gedagvaard,
waarvan 12 k decharge.
Verdachte blijft erbij dat bij onschuldig is.
De procureur-generaal mr. Baron van Ha-
rinxman thoe Slooten acht het vonnis van de
rechtbank juist gewezen. Spreker acht de po
ging tot uitlokking van brandstichting be
wezen. Het staat vast, dat verdachte de café
houdster herhaaldelijk heeft gezegd een petro
leumstel om te schoppen, dit geeft verdachte
'bovendien voor een gedeelte toe en wordt be
vestigd door de getuigenverklaringen. Ook de
tenlaste gelegde brandstichting in het café acht
spreker bewezen, verdachte had een financieel
belang er bij, dat bet café afbrandde. Tegen
zijn compagnon heeft verdachte een volledige
bekentenis afgelegd» bet is onmogelijk, dat
deze getuige alle details uit zijn duim heeft ge
zogen.
Bovendien hebben twee getuigen verdachte
in den nacht van den brand in de nabijheid
van het café gezien. Ook heeft verdachte vol
gens zijn eigen zeggen geld gegeven aan v.d.
B. Iemand met een zuiver geweten doet dat
niet. Tenslotte acht de procureur-generaal de
uitlokking tot brandstichting, gepleegd door
de vrouw van zijn compagnon, bewezen. Ook
hier was geld weer de drijfveer. Zoowel door
den brand in bet _café als in de woning van
zijn compagnon is gemeen gevaar voor goederen
ontstaan. De feiten zijn hoogst ern-stig. Spr.
eischt bevestiging van bet vonnis, ook wat de
strafmaat betreft (drie; jaar gevangenisstraf)
Hierop is het woord aan -den verdediger mr.
F. A. Kokosky. Uitvoerig gaat pi. verschillende
onverklaarbare punten in dit proces na. Won
derlijk bijvoorbeeld ie de houding van getuige
v. d. B. Deze heeft uitgeroepen en tegen den
veldwachter verklaard, dat hij den brand heeft
gesticht. Hij, getuige verklaart dit door de
bewering, dat hij den veldwachter dwars wilde
zitten.
De uitlokking tot brandstichting door de
vrouw van clou caféhouder acht pleiter in geen
enkel opzicht bewezen. De brandstichting in
het café is evenmin bewezen. Ook de uitlokking
tot brandstichting in de woning van verdachte's
compagnon acht spr. niet bewezen. Met klem
drong spreker aan op vrijspraak van zijn cliënt
Het Hof zal arrest wijzen op 27 September.
Ml
De netten scheurden.
De ÏJmulder motorlogger Cornells de Boer
Jr., is met een groote vangst haring van de
haringvisscherij in de haven van IJmuiden
teruggekeerd. Het eChip was nog geen week in
zee geweest en had zulk een overvloedige
vangst, dat een deel daarvan door het scheuren
en wegzinken der vleet, verloren ging,
Wielrijder door auto gegrepen.
Op den weg van Groenlo naar Ruurlo, nabij
de Vossenbergscke brug heeft een ernstig
ongeluk plaats gehad, .waarbij de 20-jarige
landbouwer H. uit Beltrum het leven verloor.
H., die daar met zijn broer fietste, wilde bij
de brug den weg oversteken ten einde den
grindweg naar Beltrum op te gaan, op het
moment, dat een auto naderde. Blijkbaar dach
ten de jongelui nog voor den wagen te kun
nen passeeren, doch de wagen was reeds te
dicht genaderd. Hoewel de autobeistuurde-r,
zoodra hij het gevaar bemerkte, uit alle macht
remde, kon hij een aanrijding niét meer voor
komen. H. werd op de® motorkap geworpen
en viel vervolgens bewusteloos op den weg
zonder te worden overreden. Uitwendig had
hij weinig letsel bekomen, doch de ongeluk
kige werd inwendig zoo zwaar gekneusd, dat
hij, zonder bij kennis te zijn gekomen, een
half uur later overleed.
De broer van het slachtoffer wist op het
laatste moment het stuur van zijn rijwiel om
te gooien en ontkwam zoodoende aan het
gevaar.
Den automobilist treft geen schuld. De
auto schuurde langs de boomen heen, doch
werd slechts lichtelijk geraakt.
Arbeider vrij ernstig gewond.
Gisterenmiddag kwam te Alphen aan den
Rijn de vrachtauto van den heer B., die een
sneldienst onderhoudt op Amsterdam, in aan
rijding met een passeerenden anderen vracht
auto. De bestuurder van eerstgenoemden wa
gen verloor het beheer over zijn stuur, waar
door de wagen tegen een pannenfaibriek op
reed en een gedeelte der voorzijde indrukte;
ook de auto werd aanzienlijk beschadigd. De
bestuurder kwam met den schrik vrij. Ben
arbeider, die ter plaatse passeerde, werd door
den auto gegrepen en vrij ernstig verwond.
Twee jongens gewond.
Gisteren reed een tweetal jongens uit Zwaag-
Westeinde achter een vrachtauto in de rich
ting van Leeuwarden. Door den snellen rit ge
raakten de 16-jarige S. J. en de 15-jarige A.
D. tegen elkaar aan en sleurden over den weg,
waarna zij bleven liggen.
Een geneesheer constateerde bij eerstge
noemde een sleutelbeenbre-uk en een lichte
hersenschudding, de andere had ernstige won
den aan hoofd en beenen..
Beide jongens zijn naar het St. Bonifacius-
ziekenhuis te Leeuarden overgebracht,
Fietsers ernstig gewond.
Bij de halte MidlumHerbayum bij het dorp
Midlum gemeente Franekeradeel. Is een ern
stig auto-ongeluk gebeurd. De heer p, de V.
kwam per fiets van een zijweg en wilde den
straatweg FranekerHariingen oversteken. Uit
de richting Franeker naderde een auto. De heer
A. werd door den wagen gegrepen en van zijn
rijwiel geslingerd. Hij kwam onder den auto
terecht en werd zwaar gewond opgenomen. Hij
is naar het ziekenhuis te Harllngen overge
bracht; voor zijn leven wordt gevreesd.
Onder Ouderkerk a.d. Amstel is gisteren,
middag omstreeks half drie op de Amstel nabij
de Langebrug een wielrijder, komende uit het
dorp Ouderkerk, aangereden door een vracht
auto die uit tegenovergestelde richting aan
kwam. De fietsrijder, die van zijn rijwiel ge
slingerd werd, kreeg eenige bloedende wanden
aan het hoofd. Hij werd in het café de Oude
Prins binnengedragen; zijn toestand is vrij
ernstig.
De sultan van Marokko op bezoek bij pre
sident Lebrun op het kasteel
Rambouillet,
Door het springen van een band.
Van den motor van den heer v. R., aan den
Ginnekenweg te Breda, sprong op den Dorst-
scben steenweg een band, waardoor de motor
tegen een boom op reed. De bestuurder bleek
een hersenschudding bekomen te hebben, de
duorijder liep eenige verwondingen aan de
handen op.
Bij het op hol slaan van zijn paard.
Men meldt ons uit Borculo:
Gisterenmorgen omstreeks 10 uur sloeg het
paard van den melkboer Possem uit Gelsenaar
op hol, tengevolge waarvan de voerman van
den wagen viel. Een der wielen ging hem
over het hoofd, 'waardoor hij op slag gedood
werd. De man was gehuwd en vader van twee
kinderen,
In den goeden ouden tijd
ALS MEN EINDELIJK EENS 'N KEER
KANS KREEG.,.
Tegenwoordig eten we niet meer. Helaas
zijn er millioenen, die niet eten, omdat er
voor hen eenvoudig niets te eten is, deson
danks blijft het een feit, dat we niet meer
eten, eten dan in den ouderwetschen zin van
bet woord. We weten nu wel precies, hoeveel
caloriën we naar binnen krijgen en geioo-
ven voor een bepaalden tijd, dat dit of dat heel
goed of heel slecht voor ons is, maar in wer
kelijkheid hijten we op een houtje. AI onze
wetenschap aangaande het eten, vegetarisch
of niet vegetarisch, valt in het niet, vergele
ken bij wat b.v. de menschen in de Middeleeu
wen van eten wisten.
Die waren van het hout gesneden, waarin
heden ten dage nog slechts de Hollebolle Gij3
uit de kinderliedjes gesneden is. Ze hadden
lepels noch vorken en geen servetten, maar
overigens waren, ze ons in alle opzichten do
baas.
Niemand dacht er toen over na, wat de ge
volgen waren van veel of weinig eten. Ieder
at, zooals hij gebekt was en zich gestemd
voelde. En zoo kon het gebeuren, dat toen de
aartsbisschop van York in Engeland een feest
maal gaf, hiertoe zes wilde stieren, 1000 scha
pen, 304 kalven, 2000 varkens en 17000 stuks
gevogelte ten offer vielen. Overigens mag ter
verklaring worden aangevoerd, dat er zes
duizend personen aanzaten en liet feest_ vol-
een week zal hebben geduurd. Dit neemt even
wel niet weg, dat de Middeleeuwsche appetit
groot was. Immers, in een reisbeschrijving uit
de achttiende eeuw, dus in de clagen, die nog
slechts een schaduw van de Middeleeuwen be
vatten, lezen we, dat een zekere Mr. Tom
Jones na een uiterst vermoeiende dagreis in
een herberg enkele ponden rauw vleesch opat.
Het staat er zonder meer, als iets heel ge
woons en tien tegen een waren die enkele pon
den voor Mr. Jones een soort Hors d'oeuvre.
Om tot de glorieuze Middeleeuwen terug te
keer en, juist voordat de fameuze Hendrik
VIII zich van zijn eerste vrouw liet scheiden,
woonden beiden een feestmaal bij, waartoe
24 ossen, 100 vette schapen, 51 kalveren, 34
varkens en 91 biggen waren geslacht. En dan
naar later eeuwen gaande, ontmoeten we in
het Victoriaansche tijdperk diners met zeven
verschillende vischsoorten. Nu moet worden
aangestipt, dat een Viotoriaansch feestmaal
natuurlijk niet langer dan een avond duurde.
Bij zulk een appetit verzinkt de Middeleeuw
sche eigenlijk in het niet, als we rekening
houden met die zes duizend gasten en de heele
week.
Ter verontschuldiging der veel etende Mid
deleeuwers mag bovendien worden aange
voerd, dat ze feitelijk maar zelden gelegenheid
hadden eens goed te eten. Meestal leefden
ze heel eenvoudig op brood", kaas en groenten
en vleesch was een geweldige tractatie, die ze
zich slechts een paar maal per jaar konden
veroorloven, ook de beter gesitueerden. Geen
wonder, dat ze zich flink te goed deden, als
ze dan eindelijk een kans kregen.
Teruggaande naar de oude Grieken vinden,
we door Homerus geweldige banketten be
schreven. En we mogen ten aanzien van deze
geweldige banketten concludeeren, dat de Mid
deleeuwers grooteT fijnproevers waren dan de
oude Grieken, al lijkt hun smaak ons nog ta
melijk onaannemelijk. De chef kok van ko
ning Richard II van Engeland heeft ons een
kookboek nagelaten, waarin hij voorschrijft,
gezouten zalm in een mengsel van amandel
en melk, rijst, suiker, bloem etc, te koken
Merkwaardig genoeg aten de groote eter3
van de Middeleeuwen meestal zacht gekookte
spijzen en wel om de eenvoudige reden, dat ze
niet over vorken beschikten. Het werken met
handen en tanden beviel bun blijkbaar niet
erg en daarom consumeerden ze het liefst
iets, dat ze gemakkelijk naar binnen konden
werken.
Derhalve werd veel gestoofd en ook het
fruit ontkwam niet aan de stoofwoede. Men
stoofde het met allerlei specerijen en aard
beien werden bijv. gestoofd met amandelen,
rozijnen, peper, gember, etc. etc.
Op specerijen waren de Middeleeuwers ove
rigens verzot. Tegen het einde van het diner
kregen de gasten specerijen,-zulks om hun trejc
in wijn te prikkelen. Verder aten ze spece
rijen, omdat ze wisten, dat ze teveel opeens
naar binnen werkten en geloofden, dat de
specerijen de maag het werken gemakkelijker
maakten, doordat ze lucht brachten. Voorts
waren het vleesch of de visch niet steeds even
frisch en moesten specerijen den smaak wat
ophalen.
En tenslotte, specerijen geurden, wat een
bijzonder weldadige eigenschap was in over.
vulde zalen met meestal onwelriekende men
schen. De geuren van verdacht allooi waren In
de Middeleeuwen een onontkoombare ergernis
en deftige lieden vertoonden zich op straat
niet anders dan met een reukdoos, om aldus
de lucht van goot en mestvaalt te temperen.
Dank zij de specerijen kwamen Oost en
West tot elkaar en vond de Oude Wereld de
Nieuwe Wereld. Het eten in den goeden ouden
tijd heeft dus stellig zijn ypordeelea gehad >4