fc Eten JULIUS RÖNTGEN t, VRIJDAG 16 SEPTEMBER 1932 UNIVERSEELE MUZIKALITEIT. GOUVERNEUR VAN SURINAME. Met verlof naar Europa. DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN ZEELAND EEN BRIEFJE VAN REMBRANDT. BELEEDIGENDE LIEDJES IN EEN SOCIALISTISCHEN OPTOCHT. Geen woord van afkeuring van de Haarlemsche soc-Raads- fractie. REINIGINGSDIRECTEUREN. POLITIE-ONDERZOEK IN EEN JEUGDHERBERG. NED. DAHLIA-VEREENIGING. BIJ HET OVERSTEKEN VAN DEN WEG. VERDACHT VAN BRANDSTICHTING. §P»|||||l§g |gg OVERVLOEDIGE HARINGVANGST. VRACHTAUTO TEGEN FABRIEK GEREDEN. VAN DE FIETS GESTORT. DOOR EEN AUTO GEGREPEN- MOTORONGEVAL. VOERMAN OP SLAG GEDOOD. Julius Röntgen. „Hoewel zijn muziek sterk Duitsch gekleurd was, heeft hij zich met bijzondere voorliefde bezig gehouden met Nederl. volksmelodieën van vroeger eeuwen Met den 77-jarigen Julius Röntgen, -wiens overlijden wij gemeld hebben, is een interes sante figuur uit de muzikale wereld heenge gaan. Duitscher was htJ geboorte, terwijl zijn vader, de vio list Engelbert Röntgen uit De venter kwam en hoewel zijn muziek mede door zijn ver eering voor Brahms sterk Duitsch ge kleurd was en nogal roman tisch georiën teerd, heeft hij zich met bijzon dere voorliefde bezig gehouden met de Neder- Jandsche volks melodieën van vroeger eeuwen. Röntgen be zat een univer seels muzikali teit. Hij was klaviervirtuoos en leeraar van onderscheidene muziekinstituten, componist en bewerker, di recteur eener Toonkunstafdeeling zoowel als uitstekend .begeleider. Toch stond het compo- meeren bovenaan: hij had een ongekend gemak In 't^oteeren en een bijzonder flair in 't ver werken van muzikale invallen, zoodat zijn vruchtbaarheid op velerlei gebied eigenlijk niet behoeft te verwonderen. Röntgen, zegt Sem Dresden, zal evengoed een étude in het bitonale toonsysteem componeeren als een passacaglia In den stij-l van Bach. Hij maakte liederen met piano-begeleiding, werken voor piano, fuga's, koren, kamermuziek symphonische orkestwer ken, cadensen voor Beethoven's pianoconcerten, terwijl vele uitgaven op lledergebied de ken- teekenen van zijn verzorging dragen; o.a- heeft hij ook 't „Klavierboek" der 17e eeuwsche com poniste Anna Maria Eijl verzorgd. Naast zijn creatieve werk, verrichtte Rönt gen ook veel herscheppend werk als uitvoerend kunstenaar: vele malen heeft hij zich doen hoor en als pianosolist met rijp spel, sonoren aanslag en orkestrale kleurschakeeringen; als begeleider van zijn vriend, den grooten zanger Messchaert, met wien hij zoovele liederavon den gaf, wist hij zich een algemeene vermaard heid te verwerven. Hij was indertijd de pianist van de Amsterdamsche Kamermuzieksoirées, maai* Ook de meeste groote steden van Duitsch- land, Obstenrijk en Zwitserland hebben van zijn talent, genoten. D< gemakkelijkheid was wel hèt meest op- Vallende kenmerk van zijn werkwijze, hoewel dit geenszins beteekent, dat hij niet zeer kies keurig zou geweest zijn, vooral op het terrein van „bewerkingen", waarbij hem z'n goede smaak een veilige gids bleek. Van zijn hand verschenen vele bundels hoerenliedjes, die wel eens onjuist vereen zelvigd werden met de bewerking van (oud)- Hollandsche melodieën. Wij noemen de „Oud- Hollandsohe Boerenliedjes en Contradansen" voor viool en piano, bewerkingen voor vier handig spel van 16e eeuwsche danswijzen en bundels Oud-Hoilandsche liederen met piano begeleiding, (die aan Messchaert zijn opgedra gen), terwijl vooral zijn bundel „Buiten" in gang heeft gevonden. Röntgen's populariteit is miet weinig vermeerderd geworden door de folkloristische films, waarin het muzikale aan deel grootendeels door dezen bekwamen com ponist-pianist verzorgd werd. Hij 'schrok er overigens niet voor terug in Zijn eigen composities nu en dan leentjebuur te spelen bij oudere of andere vakgenooten; maar hij deed dit altijd op „zijn" manier en die manier was lang de slechtste niet- Tusschen zijn debuut als pianist in het Gc- Iwandhaus te Leipzig en zijn vestiging als „ge- eeten" musicus in het Stichtsche villadorp IBilthoven lag alzoo een drukbezette werk periode. De regeering heeft zijn verdiensten erkend door de benoeming in de Staatscommissie voor fToonkunst en Edinburgh's Universiteit heeft hem destijds het eere-doctoraat verleend. J. W. Het stoffelijk overschot van Julius Röntgen werd beden te half twee op Zorgvlied te Am- (sterdam begraven. Aan dr. A. A. L. Rutgers, Gouverneur van Suriname, is, met ingang van den dag in de maand October a.s.. waarop hij Suriname zal verlaten, in 'a Lands belang vier maanden ver lof naar Europa verleend. Als waarnemend Gouverneur zal, na het ver trek van den heer Rutgers, optreden de heer mr. dr. P. L. J. van Haaren, ondervoorzitter van den Raad van Bestuur. Jhr. Quarles van Ufford uit het ziekenhuis ontslagen. De verwondingen die de Commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford bij zijn auto-ongeval de vorige week Vrijdag opliep, zijn thans zoover genezen, dat hij gisteren het ziekenhuis te Roosendaal kon veriaten. Alvorens uit Roosendaal te vertrekken, bracht hij een bezoek aan den burgemeester dezer gemeente. De echtgenoote van den Commissaris, die, zooals men weet, bij hetzelfde ongeval een bekkenbreuk opliep, zal nog eenigen tijd in het ziekenhuis moeten verblijven. Op het portret van Marten Looten. Op de zomerten toons telling van de firma Fred. Muller Co. te Amsterdam was o.a. een portret te zien uit de eerste Amsterdamsche jaren van Rembrandt, voorstellende den hoog leeraar Marien Looten. De professor houdt op de schilderij een brief in de hand, ondertee kend R. H. L. (Rembrandt Harmenzoon Lug. dunensis (van Leiden). Men slaagde er tot dusver niet in den tekst van het schrijven verder te ontcijferen. Dr. W. J. Kat, arts te Amsterdam, heeft echter nog. eens een onderzoek ingesteld en deelde daaromtrent in het „Utrechtsch prov. en sted. Dagblad" o.a. het volgende mede: Het door ons ingestelde onderzoek speciaal bij dergelijke gevallen toegepast, heeft den in houd van den brief aan 't licht gebracht. Deze is als volgt: Marten Loo-ten XVILJanuwarij 1632 Eensaem was mij Amsterdam (Uw) geselscap, vriendschap ierst gaf en mij onvergetelijke rust onstaen uit (een) ijndl(ooze) Agting R. H. L. De brief is in schuin schrift geschreven, in den specifiek zeventiende-eeuwschen letter, vorm, met individueele eigenaardigheden van Rembrandts handschrift. Het onderzoek wordt zeer bemoeilijkt door het feit, dat de brief gevouwen is geweest en Rembrandt, bij het schilderen van de letters, dezen richting en vorm gegeven heeft, waarin ze, na ontvouwen en kreukelen van het papier gezien worden. Hierdoor is bijvoorbeeld het woord vriendschap op den derden regel, dat zich juist op de glooiing van een vouw bevindt en bovendien door kreukjes in het papier wordt doorsneden, zeer moeilijk te ontcijferen. Tevens zijn de letters op de verschillende regels niet even groot. Door het perspectief-schilderen worden de letters van den eersten regel tot en met den vijfden steeds kleiner. De onderteekenlng: R. H. L., als monogram geschreven, is weer flink groot. „De ontdekking van den inhoud van dezen brief is, afgezien nog van het aangename, er uit voortspruitende, idee van de nazaten van Marten Looten, niet zonder belang. In de eer ste plaats zijn er van Rembrandt weinig brie ven bekend. Hij 6chreef acht of negen brieven aan Huygens in verband met een bestelling van schilderijen door Frederik Hendrik. Voor zoover mij bekend zijn dit de eenig overgeble vene. In dit verband is dus deze, hoewel kor- te, geschilderde brief van waarde. Verder zijn uit het leven van onzen grooten meester niet zoo buitengewoon veel bijzonderheden tot ons gekomen. Het is dus zeker interessant hier. zwart op wit, door eigen hand geschreven, den gemoedstoestand te lezen, waarin hij zich, na zijn vestiging te Amsterdam, bevond. We we ten, dat hij op 25-jarigen leeftijd van Lelden naar Amsterdam verhuisde. Dat was in de laatste maanden van 1631. Hij schilderde te Amsterdam nog in 1631 't portret van Nico- laas Ruts. Toen hij aan het portret van Mar ten Looten begon, dat 17 Januari 1632 (vol gens den brief) gereed was, bevond hij zich dus pas kort in Amsterdam. „Eensaem was mij Amsterdam" schrijft hij op het schilderij Tot de omgang met dezen intelligenten, blij. lrens het portret rechtschapen vriendelijken man en de achting, die hij hem toedroeg, hem zich thuis deden gevoelen in deze stad. Ook het karakter van Rembrandt wordt door den inhoud van dezen geschilderden brief even in het licht gesteld. Welk een delicate hulde aan den vriend, hem een brief in de hand te geven met deze dankbare woorden! Op het eerste gezicht is de ontboezeming in den brief eigenlijk een weinig niet.Rem- brandtiek. Men zou zeggen: iets te teeder voor de figuur Rembrandt, zooals wij ons die den ken. Ook al nemen we in aanmerking, dat we te doen hebben met een vijf-en-twintigjarige, dan komt het ons toch voor, dat Rembrandt zich den eersten tijd in Amsterdam wel zeer verre van behagelijk gevoeld moet hebben en voor Marien wel een zeer warme vriendschap gevoeld moet hebben, om tot deze ontboeze ming te hebben kunnen komen." Woensdagmiddag vergaderde de gemeente raad van Haarlem onder presidium van den heer C. Maarschalk, burgemeester. In deze raadszitting werden o.a. behandeld de vragen van den heer mr. dr. Bijvoet (R.K.) inzake het zingen van liederen en het uit zeggen van spreekkoren bij een te Haarlem georganiseerden optocht van de S. D. A. P. op Juli Daarbij, kwam o.m. bij herhaling voor ,,bang op! hang op! Ruys moet In den strop!" Interpellant vroeg o.m. of de burgemeester als hoofd der politie bereid is in de toekomst slechts onder zoodanige voorwaarden vergun ning te verleenen voor het houden van een op tocht, dat stuitende en ergernis-wekkende fei ten als welke hierboven zijn gesignaleerd de burgerij van Haarlem blijven gespaard? De burgemeester antwoordde, dat hem wel niet officieel bekend was, dat de gewraakte uitdrukkingen zijn gebezigd, maar mocht dit het geval zijn, dan wenschte hij te verklaren, dat hij ze hoogelijk betreurde. Verder deelde hij mede, dat het houden van den optocht slechts was toegestaan onder voorwaarde o.m., dat sprekers zich zouden onthouden van voor andersdenkenden grievende of beleedigende uit drukkingen en dat hij in de toekomst voor nog strengeren voorwaarden zou zorgen. De heer Bijvoet was met deze mededeelingen tevreden doch de heer Reinalda, de leider der soc. raadsfractie gaf te kennen, dat reeds jaren lang en telkens opnieuw allerlei ongeorgani seerde elementen beleedigende uitdrukkingen be zigen aan 't adres van de socialisten zooals 't be kende liedje „weg met de socialen". Maar nooit denken de socialisten er aan daarover den bur gemeester te interpelleeren. De heer Bijvoet moest, volgens dezen spreker, goed begrijpen, dat de gebezigde uitdrukkingen voortkwamen uit een overkropt gemoed en dat die menschen zulks uitten in hun* taal. De heer Bijvoet antwoordde hierop, dat de heer Reinalda de strekking van zijn vragen niet goed weergaf. Het gaat hier niet om eenvoudige beleedigingen, maar om het feit, dat het hoofd der Regeering in een door de gemeentelijke autoriteiten toegelaten en beschermden op tocht wordt beleedigd. Bovendien worden de door den heer Reinalda bedoelde beleedigingen nooit in verband gezongen, maar slechts door enkelingen. Hier echter werden de beleedigin gen aan het adres van den minister-president in verband geuit. De heer Bijvoet betreurde het verder, dat de leiding der Haarlemsche S. D. A. P.' zich niet had kunnen opwerken tot het uiten van een woord van afkeuring over de gebezigde uitroepen. Wat dat betreft be greep „Het Volk" beter wat er aan de hand was. Dit toch schreef, dat de gewraakte uit roepen waren gebezigd door indringers, com munisten en 0. S. P.'ers, en buiten verant woording van de leiding van ddn optocht. Men kan in 't midden laten of dit waar is, maar 't is in alle geval een excuus. Dat de leiding in Haarlem geen afkeuring uitspreekt, wat de communist Peper even tevoren wel gedaan had. achtte de heer Bijvoet een bedenkelijk teeken van verval voor de S. D. A. P. De heer Boes (V.D.) keurde het eveneens af, dat de leiding der S. D. A. P. zich niet uit liet over de gebezigde woorden. De heer Castricum (R.K.) diende een motie in waarin aan den burgemeester werd verzocht met het oog op de onevenwichtige tijden de vergunningen voor het houden van openlucht- bijeenkomsten tot een minimum te beperken. Deze motie werd echter verworpen. Een ander leider der S. D. A. P., de heer Meijerse hield nog een lang betoog niet, zooals hij zeide om de gebruikte woorden in een op tocht goed te praten, maar om ze te verdedigen. Hij kon zich begrijpen dat zij gebezigd zijn en men moet er maar niet te veel aanstoot aan nemen. jVe bemanning van de „American Nurse", 'die van Neto-York naar Rome zonder fusschenlanding vliegt. V.l.n.r.i miss New comer die bij Florence het toestel per 'parachute wil veria m), dr. Ulbrich en dr. Piaculgp, De deelnemers aan de 25ste algemeene ver gadering van de Ned. Vereeniging van Reini- gingsdirecteuren hebben gisteren een bezoek gebracht aan het Centraal Depót van den Haag- schen reinigingsdienst, ter bezichtiging van rollend materieel, dat 'daar samengebracht was uit verschillende gemeenten. De directeuren waren hierdoor in staat, zicih een oordeel te vormen over de nieuwste modellen machines, die bij gemeenterelnigingen in dienst gesteld zijn. Met verschillende machines en werktuigen had een demonstratie plaats. De jubileumbijeenkomst werd gesloten met een lunch in het Grand Hotel te Scheveningen waar de meesten van het gezelschap logeeren, Tot slot van het verblijf in de Residentie werd een rondrit door de stad en omgeving gemaaM, Controle op nachtregister en naleving van de Drankwet. In de Jeugdherberg te Heerlen is op 7 en 9 Augustus 1932, respectievelijk te 11.30 en 9.45 uur n.m., den eersten dag door den in specteur van politie en twee agenten, allen In uniform, den tweeden dag door twee agen ten in burger, contróle verricht. Van een politioneelen inval kan daarbij moeilijk wor den gewaagd. Tegen het binnentreden van de ambtenaren werd geen enkel bezwaar ge maakt. Die contróle was meer bepaaldelijk gericht op het houden en bijhouden van een nacht- register en op de naleving van de Drankwet, zulks in verband met het feit, dat er geen nacbtverblijfreglster ter parafeering aan het hoofd van politie was aangeboden en dat voor het perceel geen verlof of vergunning was verleend. Zij heeft slechts aanleiding behoeven te geven om onder de aandacht te brengen, dat op den voet der gewijzigde Drankwet ten spoedigste een verlof ware aan te vragen. Aldus luiden de inlichtingen welke de Mi nister van Justitie verstrekt naar aanleiding van schriftelijke vragen van het Eerste Ka merlid Hermans. Deze deed daarin als zijn opinie uitkomen dat de Heerlensche politie bij het doen van dezen „inval" alleen op kwaadsprekerij was afgegaan. Hierbij teekent Minister Donner nog aan, dat inderdaad der politie geruchten ter oore waren gekomen omtrent moreel ongewenschte toestanden in de Jeugdherberg. Voldoenden grond tot op treden konden deze echter niet vormen en hebben zij dan ook niet gevormd. Heit instel len van bovenvermelde contróle welke, ge- zien het ter plaatse regelmatig gehouden zeer Intensieve toezicht op hotels en soortgelijke inrichtingen voor nachtverblijf, niet als bij zondere maatregel is te beschouwen had Immers, gelijk gezegd, een andere strekking. Overigens is ter gelegenheid van die contróle der politie van de gegrondheid van die ge ruchten niets gebleken. Dahlia-tentoonstelling te Haarlem. Onder groote belangstelling van autoriteiten en vooraanstaande kweekers is Donderdag middag in het Krelagehuis te Haarlem offi cieel geopend de speciale dahliakeuring en ten toonstelling van de Nederl. Dahlia-vereeniging, afd. Haarlem en omstreken der Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Te voren hadden de besturen dezer vereeni- gingen en van de Alg. Ver. voor Bloembollen cultuur zich met de deelnemers aan de tentoon stelling aan een noenmaal vereenigd en daar werden vele hartelijke woorden gesproken voor de ondervonden samenwerking. Vóór de openingsplechtigheid spraken de heer J. L. Brouwer, voorzitter van de' Rege lingscommissie, die de schenkers van de me dailles en de leden der jury voor hun arbeid dankte, en de heer J. F. Ch. Dix, voorzitter der Ned. Dahlia-Vereeniging. De burgemeester van Haarlem, de heer C. Maarschalk, heeft de openingsrede gehouden, waarin hij de firma Topsvoort te Aalsmeer dank bracht voor de sympathieke daad, een nieuwe dahliasoort naar hem te willen noe men. Spr. uitte de beste wenschen voor den bloei der Ned. Dahlia-Vereeniging. Bekroningen De voornaamste bekroningen zijn: Eere-prijzen: Julius C. Bunge, huize Careol, Aerdenhout; fa. D. Bruidegom, Baarn; groep Dahlia's Tuinbouwinrichting Euchantres v.h. H. Carlee, Haarlem; fa. J. C- van Tubergen, Haarlem; orchideeën, J. J. van Cruyningen, Haarlem; D. T. Ruys, Wassenaar; G. Lubbe Zn. Oegstgeest; cactussen, D. Smit, Haarlem; bloemwerk, S. Pool Zn., Haarlem. Wisselbekers: béste buitenlandsehe aanwinst Dahlia, miss Belgium, K. Maarse Dzn., Aals meer; 'beste Nederlandsche aanwinst: Dahlia Thomas, Leavlth, N.V. Tuinb. Inrichting En chantress v.h. H. Cariee, Haarlem. Belangrijkste collectie aanwinsten Dahlia's van binnen- en buitenlandschen oorsprong: J. G. Ballego Zn., Leiden. Gouden medaille: Orchideeën, J. J. van Ouy ningen, Haarlem; bloeiende en niet-bloeiende planten, Julius Bun.ge, 'huize Careol, Aerden hout, tuinbaas Boegsohoten, met gelukwensch der jury voor cultuur; cyclamen: N.V. Han- deüskweekerij v.h. J. C. Maarse, Aalsmeer; bindwerk S. Pool Zn., Haarlem; inzending bloemen, planten en groenten, Ver. voor sehool- werktuinen Haarlem en omstreken; cactussen en vetplanten, D. Smit, Haarlem; Planten en bloemen, met'gelukwensch van de jury voor cultuur.'Van D. T. Ruys, Wassenaar, tuin baas D. de Gans; bloeiende en niet-bloeiende planten, met gelukwensch van de jury van st&dskweekerij te Haarlem; dahlias, fa. Brui degom Inr. Enchantress voorh. Carlee, Haar lem; afgesneden bloemen fa? C. J- Tubergen, HaarieimTretomas en vaste planten, G. Lubbe Zn., Oegstgeest. Kleine gouden medaille; dahlia's (afgesne den), fr. W. Topsvoort, Aalsmeer; Ohr. Duyn, Santpoort, J. van Oosten, Hillegom; J. G. Bal lego Zn., Leiden. Generaal Rodriguez, de nieuwe president van Mexico, legt in tegenwoordigheid van de congresleden den ambtseed af. Bloembollenhandelaar voor het Gerechtshof. Voor het Amsterdamsche gerechtshof diende Dinsdag in hooger beroep de strafzaak tegen den bloembollemhandelaar P. de K. te Uit hoorn, verdacht van brandstichting. Te dier zake was K. 4 Mei veroordeeld tot een gevan genisstraf van drie jaar. Verdachte had zich te verantwoorden wegens brandstichting of uitlokking tot brandstichting in een café te De Kwakel, gemeente Uithoorn, dat aan hem toebehoorde, doch bewoond werd door ztkeren Kroone en gezin. In den nacht van 5 op 6 Juni 1930 brandde het café tot den grond toe af. Voorts had de K. zich te verant woorden wegens uitlokking tot brandstichting in Juli 1928, toen een begin van brand uit brak in een schuurtje bij bovengenoemd café gelegen. Het vuur werd echter onmiddellijk gebluscht. In de derde plaats was hem ten laste gelegd, dat hij, tot twee maal toe, in 1929 en 1930 de vrouw van den caféhouder heeft trach- te over te halen brand in heit café te stichten. Zij was echter niet op zijn voorstel Ingegaan. Verdachte had in den bloemenhandel een compagnon, hij had aldus die dagvaarding de vrouw van dien compagnon overgehaald brand te stichten in haar woning, opdat van de verzekeringspenningen een nieuwe bollen schuur zou kunnen worden gebouwd. Ook deze brand werd echter spoedig gebluscht: de vrouw en haar echtgenoot werden verleden jaar ter zake brandstichting veroordeeld. Voor het Hof waren 27 getuigen gedagvaard, waarvan 12 k decharge. Verdachte blijft erbij dat bij onschuldig is. De procureur-generaal mr. Baron van Ha- rinxman thoe Slooten acht het vonnis van de rechtbank juist gewezen. Spreker acht de po ging tot uitlokking van brandstichting be wezen. Het staat vast, dat verdachte de café houdster herhaaldelijk heeft gezegd een petro leumstel om te schoppen, dit geeft verdachte 'bovendien voor een gedeelte toe en wordt be vestigd door de getuigenverklaringen. Ook de tenlaste gelegde brandstichting in het café acht spreker bewezen, verdachte had een financieel belang er bij, dat bet café afbrandde. Tegen zijn compagnon heeft verdachte een volledige bekentenis afgelegd» bet is onmogelijk, dat deze getuige alle details uit zijn duim heeft ge zogen. Bovendien hebben twee getuigen verdachte in den nacht van den brand in de nabijheid van het café gezien. Ook heeft verdachte vol gens zijn eigen zeggen geld gegeven aan v.d. B. Iemand met een zuiver geweten doet dat niet. Tenslotte acht de procureur-generaal de uitlokking tot brandstichting, gepleegd door de vrouw van zijn compagnon, bewezen. Ook hier was geld weer de drijfveer. Zoowel door den brand in bet _café als in de woning van zijn compagnon is gemeen gevaar voor goederen ontstaan. De feiten zijn hoogst ern-stig. Spr. eischt bevestiging van bet vonnis, ook wat de strafmaat betreft (drie; jaar gevangenisstraf) Hierop is het woord aan -den verdediger mr. F. A. Kokosky. Uitvoerig gaat pi. verschillende onverklaarbare punten in dit proces na. Won derlijk bijvoorbeeld ie de houding van getuige v. d. B. Deze heeft uitgeroepen en tegen den veldwachter verklaard, dat hij den brand heeft gesticht. Hij, getuige verklaart dit door de bewering, dat hij den veldwachter dwars wilde zitten. De uitlokking tot brandstichting door de vrouw van clou caféhouder acht pleiter in geen enkel opzicht bewezen. De brandstichting in het café is evenmin bewezen. Ook de uitlokking tot brandstichting in de woning van verdachte's compagnon acht spr. niet bewezen. Met klem drong spreker aan op vrijspraak van zijn cliënt Het Hof zal arrest wijzen op 27 September. Ml De netten scheurden. De ÏJmulder motorlogger Cornells de Boer Jr., is met een groote vangst haring van de haringvisscherij in de haven van IJmuiden teruggekeerd. Het eChip was nog geen week in zee geweest en had zulk een overvloedige vangst, dat een deel daarvan door het scheuren en wegzinken der vleet, verloren ging, Wielrijder door auto gegrepen. Op den weg van Groenlo naar Ruurlo, nabij de Vossenbergscke brug heeft een ernstig ongeluk plaats gehad, .waarbij de 20-jarige landbouwer H. uit Beltrum het leven verloor. H., die daar met zijn broer fietste, wilde bij de brug den weg oversteken ten einde den grindweg naar Beltrum op te gaan, op het moment, dat een auto naderde. Blijkbaar dach ten de jongelui nog voor den wagen te kun nen passeeren, doch de wagen was reeds te dicht genaderd. Hoewel de autobeistuurde-r, zoodra hij het gevaar bemerkte, uit alle macht remde, kon hij een aanrijding niét meer voor komen. H. werd op de® motorkap geworpen en viel vervolgens bewusteloos op den weg zonder te worden overreden. Uitwendig had hij weinig letsel bekomen, doch de ongeluk kige werd inwendig zoo zwaar gekneusd, dat hij, zonder bij kennis te zijn gekomen, een half uur later overleed. De broer van het slachtoffer wist op het laatste moment het stuur van zijn rijwiel om te gooien en ontkwam zoodoende aan het gevaar. Den automobilist treft geen schuld. De auto schuurde langs de boomen heen, doch werd slechts lichtelijk geraakt. Arbeider vrij ernstig gewond. Gisterenmiddag kwam te Alphen aan den Rijn de vrachtauto van den heer B., die een sneldienst onderhoudt op Amsterdam, in aan rijding met een passeerenden anderen vracht auto. De bestuurder van eerstgenoemden wa gen verloor het beheer over zijn stuur, waar door de wagen tegen een pannenfaibriek op reed en een gedeelte der voorzijde indrukte; ook de auto werd aanzienlijk beschadigd. De bestuurder kwam met den schrik vrij. Ben arbeider, die ter plaatse passeerde, werd door den auto gegrepen en vrij ernstig verwond. Twee jongens gewond. Gisteren reed een tweetal jongens uit Zwaag- Westeinde achter een vrachtauto in de rich ting van Leeuwarden. Door den snellen rit ge raakten de 16-jarige S. J. en de 15-jarige A. D. tegen elkaar aan en sleurden over den weg, waarna zij bleven liggen. Een geneesheer constateerde bij eerstge noemde een sleutelbeenbre-uk en een lichte hersenschudding, de andere had ernstige won den aan hoofd en beenen.. Beide jongens zijn naar het St. Bonifacius- ziekenhuis te Leeuarden overgebracht, Fietsers ernstig gewond. Bij de halte MidlumHerbayum bij het dorp Midlum gemeente Franekeradeel. Is een ern stig auto-ongeluk gebeurd. De heer p, de V. kwam per fiets van een zijweg en wilde den straatweg FranekerHariingen oversteken. Uit de richting Franeker naderde een auto. De heer A. werd door den wagen gegrepen en van zijn rijwiel geslingerd. Hij kwam onder den auto terecht en werd zwaar gewond opgenomen. Hij is naar het ziekenhuis te Harllngen overge bracht; voor zijn leven wordt gevreesd. Onder Ouderkerk a.d. Amstel is gisteren, middag omstreeks half drie op de Amstel nabij de Langebrug een wielrijder, komende uit het dorp Ouderkerk, aangereden door een vracht auto die uit tegenovergestelde richting aan kwam. De fietsrijder, die van zijn rijwiel ge slingerd werd, kreeg eenige bloedende wanden aan het hoofd. Hij werd in het café de Oude Prins binnengedragen; zijn toestand is vrij ernstig. De sultan van Marokko op bezoek bij pre sident Lebrun op het kasteel Rambouillet, Door het springen van een band. Van den motor van den heer v. R., aan den Ginnekenweg te Breda, sprong op den Dorst- scben steenweg een band, waardoor de motor tegen een boom op reed. De bestuurder bleek een hersenschudding bekomen te hebben, de duorijder liep eenige verwondingen aan de handen op. Bij het op hol slaan van zijn paard. Men meldt ons uit Borculo: Gisterenmorgen omstreeks 10 uur sloeg het paard van den melkboer Possem uit Gelsenaar op hol, tengevolge waarvan de voerman van den wagen viel. Een der wielen ging hem over het hoofd, 'waardoor hij op slag gedood werd. De man was gehuwd en vader van twee kinderen, In den goeden ouden tijd ALS MEN EINDELIJK EENS 'N KEER KANS KREEG.,. Tegenwoordig eten we niet meer. Helaas zijn er millioenen, die niet eten, omdat er voor hen eenvoudig niets te eten is, deson danks blijft het een feit, dat we niet meer eten, eten dan in den ouderwetschen zin van bet woord. We weten nu wel precies, hoeveel caloriën we naar binnen krijgen en geioo- ven voor een bepaalden tijd, dat dit of dat heel goed of heel slecht voor ons is, maar in wer kelijkheid hijten we op een houtje. AI onze wetenschap aangaande het eten, vegetarisch of niet vegetarisch, valt in het niet, vergele ken bij wat b.v. de menschen in de Middeleeu wen van eten wisten. Die waren van het hout gesneden, waarin heden ten dage nog slechts de Hollebolle Gij3 uit de kinderliedjes gesneden is. Ze hadden lepels noch vorken en geen servetten, maar overigens waren, ze ons in alle opzichten do baas. Niemand dacht er toen over na, wat de ge volgen waren van veel of weinig eten. Ieder at, zooals hij gebekt was en zich gestemd voelde. En zoo kon het gebeuren, dat toen de aartsbisschop van York in Engeland een feest maal gaf, hiertoe zes wilde stieren, 1000 scha pen, 304 kalven, 2000 varkens en 17000 stuks gevogelte ten offer vielen. Overigens mag ter verklaring worden aangevoerd, dat er zes duizend personen aanzaten en liet feest_ vol- een week zal hebben geduurd. Dit neemt even wel niet weg, dat de Middeleeuwsche appetit groot was. Immers, in een reisbeschrijving uit de achttiende eeuw, dus in de clagen, die nog slechts een schaduw van de Middeleeuwen be vatten, lezen we, dat een zekere Mr. Tom Jones na een uiterst vermoeiende dagreis in een herberg enkele ponden rauw vleesch opat. Het staat er zonder meer, als iets heel ge woons en tien tegen een waren die enkele pon den voor Mr. Jones een soort Hors d'oeuvre. Om tot de glorieuze Middeleeuwen terug te keer en, juist voordat de fameuze Hendrik VIII zich van zijn eerste vrouw liet scheiden, woonden beiden een feestmaal bij, waartoe 24 ossen, 100 vette schapen, 51 kalveren, 34 varkens en 91 biggen waren geslacht. En dan naar later eeuwen gaande, ontmoeten we in het Victoriaansche tijdperk diners met zeven verschillende vischsoorten. Nu moet worden aangestipt, dat een Viotoriaansch feestmaal natuurlijk niet langer dan een avond duurde. Bij zulk een appetit verzinkt de Middeleeuw sche eigenlijk in het niet, als we rekening houden met die zes duizend gasten en de heele week. Ter verontschuldiging der veel etende Mid deleeuwers mag bovendien worden aange voerd, dat ze feitelijk maar zelden gelegenheid hadden eens goed te eten. Meestal leefden ze heel eenvoudig op brood", kaas en groenten en vleesch was een geweldige tractatie, die ze zich slechts een paar maal per jaar konden veroorloven, ook de beter gesitueerden. Geen wonder, dat ze zich flink te goed deden, als ze dan eindelijk een kans kregen. Teruggaande naar de oude Grieken vinden, we door Homerus geweldige banketten be schreven. En we mogen ten aanzien van deze geweldige banketten concludeeren, dat de Mid deleeuwers grooteT fijnproevers waren dan de oude Grieken, al lijkt hun smaak ons nog ta melijk onaannemelijk. De chef kok van ko ning Richard II van Engeland heeft ons een kookboek nagelaten, waarin hij voorschrijft, gezouten zalm in een mengsel van amandel en melk, rijst, suiker, bloem etc, te koken Merkwaardig genoeg aten de groote eter3 van de Middeleeuwen meestal zacht gekookte spijzen en wel om de eenvoudige reden, dat ze niet over vorken beschikten. Het werken met handen en tanden beviel bun blijkbaar niet erg en daarom consumeerden ze het liefst iets, dat ze gemakkelijk naar binnen konden werken. Derhalve werd veel gestoofd en ook het fruit ontkwam niet aan de stoofwoede. Men stoofde het met allerlei specerijen en aard beien werden bijv. gestoofd met amandelen, rozijnen, peper, gember, etc. etc. Op specerijen waren de Middeleeuwers ove rigens verzot. Tegen het einde van het diner kregen de gasten specerijen,-zulks om hun trejc in wijn te prikkelen. Verder aten ze spece rijen, omdat ze wisten, dat ze teveel opeens naar binnen werkten en geloofden, dat de specerijen de maag het werken gemakkelijker maakten, doordat ze lucht brachten. Voorts waren het vleesch of de visch niet steeds even frisch en moesten specerijen den smaak wat ophalen. En tenslotte, specerijen geurden, wat een bijzonder weldadige eigenschap was in over. vulde zalen met meestal onwelriekende men schen. De geuren van verdacht allooi waren In de Middeleeuwen een onontkoombare ergernis en deftige lieden vertoonden zich op straat niet anders dan met een reukdoos, om aldus de lucht van goot en mestvaalt te temperen. Dank zij de specerijen kwamen Oost en West tot elkaar en vond de Oude Wereld de Nieuwe Wereld. Het eten in den goeden ouden tijd heeft dus stellig zijn ypordeelea gehad >4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6