féucft tijd
Ci
mtzonDE-ri
OTUKKfin
DE KORTSTE WEG.
lite*
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1932
RADIO-PROGRAMMA
J. J. C. AMENT f
Een man, die zich door eigen
kracht omhoogwerkte.
Zwoeger voor den landbouw
in het Zuiden.
PROF. MAX SLEVOGT t
PATER HENRICUS KOPPENDRAAYER.
O. CARM.
MARKTBERICHTEN.
(Wordt vervoirfè
eZr: -f.
DONDERDAG, 22 September.
Hulzen (296 M„ 1013 K. H.) 8.00—9.15 KRO.,
10.00 NCRV., 11.00—2.00 KRO. Hierna NCRV.
8.009.15 en 10.00 gramofoonplaten10.15 zieken-
dienst; 10.45 gramofoonplaten; 11.3012.00 godsd.
halfuurtje; 12.15 orkest. O.a. Suite „Les fables
de La Fantaine Mouton; 2.00 handwerkcursus
3003.30 vrouwenhaifuur; 4.00 ziekenuur; 5.00
cursus handenarbeid voor de jeugd; 5.45 orgel
concert door Dick van Wilgenburg; 6.45 knipcur
sus; 7.00 declamatie door H. Feenstra; 7.45 Ned.
Chr. Persbureau; 8.00 NCRV.-kleinorkest. O.a.
Suite, Schein; 8.45 causerie door Dr. J. Rie-
mens; 9.15 grramofoonplaten; 10.15 vervolg NCRV-
kleinorkest. O.a. fant. „Die verkaufte Braut"
Smctana. ca. 10.00 Vaz Ddas; 11.0011.30 gra-
mofoonplaten.
Hilversum (1873 M., 160 K.H.) Uitsl.
AVRO-uitzendimg: 8.00 gramofoonplaten; 9.00—
10.00 AVRO-kleinorkest. O.a. Romance, Tschai-
kowsky en fragm. Tosca; 10.15 gramofoonpla
ten; 11.00 kookpraatje; 11.30 piano-recital door
Ali Hügei; 12.00—2.00 AVRO-kamerorkest. O.a
Schwedische suite, Wesslander; 2.15 gramofoon
platen; pl.m. 2.30 'kamermuziek door het AVRO-
kwartet; 3.00 gramofoonplaten; 4.00 ziekenuur;
5.00 kinderkoor; 5.30 Kovacs Lajos en zjjn or
kest. Refreinzang: Bob Schol te; 6.30 sport-
praatje H. Hollander; 7.008. GO Kovacs Lajos en
zjjn orkest met medew. v. May en June (zang
en piano); 8.00 gramofoonplaten; 8.15 uit het
Concertgebouw te Amsterdam. AVRO-comcert
door het Concertgebouworkest o. 1. v. Emmerich
Kalman. Werken van Kalman met medew. v.
Vera Schwarz (sopraan) en Hans Fidesser
(tenor). O.a. Fa-thingsisfee", „Zdgeunerpri-
mas", „Zirkusprinzessin" en „Grafi-n Maritza".
In de pauze gramofoonplaten; 10.30 Vaz Dias;
10.4512.00 gramofoonplaten.
Daventry (1554 M., 193 K.H.) 10.50 tijdsein
en berichten; 11.05 lezing; 12.20 orgelspel E.
O'Henry; 1.20 Shepherd's Bush Paviljoenorkest.
O.a. Ldebestraume, Liszt; 2.202.50 J. Snowden
(piano); 4.05 B.B.C.-dansorkest o. 1. v. H. Hall;
4.f»0 Schcttsoh Studio-orkest. O.a. baJtet „La
source, Delibes; 5.35 kinderuur; 6.20 berichten;
650 gramofoonplaten; 7.10, 7.40 en 7.50 lezingen;
8.20 Promenade-concert (Haydn en Mozart) uit
de Queen's Hall. B.B.C.-orkest en solisten o. 1.
v. Sih Henry Wood. O.a. Symphonie 83 in g kl.
t., Haydn en uit „Figaros Hochzeit", Mozart;
10.C0 berichten en lezing; 10.35 ,,The fall of
the House of Usher" van P. Creswell en B.
Burnham; 11.10—12.00 dansmuzkfc door het
B H.C.-dansorkest o. 1. v. Heniry Hall.
Parijs („Radio-Paris" 1724 M. 174 K.H.) 8.05,
12.50 en 7.35 gramofoonplaten; 8.20 Historisch
hoorspel „Le Procés de Louis XVI"10.20 gra
mofoonplaten. O.a. Tod und Verklarung R.
Strauss.
Kalundborg (1153 M., 260 K.H.) 12.202.20
concert uit rest. „Wivex"; 3.205.20 Radio
harmonie-orkest en solisten; 8.30 Radio-Sympho-
nieorkest o. 1. v. Prof. N. Malko met medew. v.
Tossy Spiwakowsky (viool). O.a. 3de satz' uit
de Pathetische Symphonie, Tschaikowsky en
Vioolconcert D gr. t. op. 35, dito; lO.oO12.50
dansmuziek uit rest. „Wivex".
- r g (473 M., 634 K.H.) 7.25—8.20
concert uit Frankfurt; 12.20 gramofoonplaten;
1.202.50 concert. O.a. Melodie, Rachmaninoff;
5.206.35 concert. O.a. Rikschafahrt, Niemann;
n bate der werkloozen; 8.30
Werag-kleinorkest O. 1. v. Eysoldt. O.a. fragm.
Undine", Lortzing en „De Profeet", Meyer-
fceer; 10.4012.20 concert o. 1. v. Wolf.
Rome (441 M„ 680 K.H.) 5.50—6.35 vocaal en
Instrumentaal concert; 9.05 concert en radio-
tooneel O.a. uit Louise", Charpentier en „Les
deux Pierrots'', comedie van E. Rostand.
Brussel (508 M„ 590 K.H.) 12.20 gramo
foonplaten; 5.20 Massenetconcert o. 1. v. A. Meu-
lemans; 650 gramofoonplaten; 8.20 concert met
medew.' v. Rubeau (tenor). O.a. uit „Dédé",
Christiné en ouv. „Dichter und Bauer", Suppé;
10.3011.20 gramofoonplaten.
(338,2 M„ 887 KH.) 12.20 gramofoonplaten
5.20 concert. Ó.a. ouv. Troubadour; 6.40 Blinden-
concert; 6.50 gramofoonplaten; 7.25 dito; 8.20
utzen-ding uit Mecbelen (Katholieke Radiodag);
10.30 gramofoonplaten.
Zeesen (1635 M„ 183,5 K.H.) 6.35-8.20 con
cert; 12.20 en 2.20 gramofoonplaten; 4.50—5.50
concert. O.a. suite „Deutsches Rokoko", Gün-
ther; 8.20 „Othello" of „De moor van Venetië",
van William ShaJocspeare9.50 ccr*~«'t. O.a.
fantasie, Debussy10.3o12.20 dansmuziek uit
Weenen.
Rotterdam (Gem. radio-distr.) Program
ma 3: 10.05 Langenberg; 12.20 Brussel (Fransch);
2.20 Königswusterhausen; 3.50 Kalundborg; 4.50
Königswusterhausen5.50 Brussel (Vlaamsch)
y.20 Parijs; 8.20 Brussel (Fransch).
Programma 4: 10.35 Daventry; 11.05 Daventry;
12.20 Parijs; 12.50 Daventry; 2.50 Londen R.
3.20 Daventry; 5.35 Brussel (Fransch); 6.50 Da
ventry; 10.00 Londen R-11.10 Daventry.
De heer J. J. C. Ament, wiens overlijden
gisteren nog gemeld wend, werd 21 Mei 1864 te
Strampr-oy geboren. Na te Rolduc de middel
bare school te hebben gevolgd, wijdde hij zich
aanvankelijk aan 't
der school te Tun-
gelroy ving hij aan
onderwijs. Als hoofd
deel te nemen aan
de agrarische bewe
ging, welke destijds
in Limburg in haar
beginstadium ver -
keerde. Op zijn initia
tief werd in Lim
burg de eerste cen
trifuge in werking
gesteld, waardoor de
veehouders in staat
werden gesteld coöpe
ratief te piroduceie-
ren en te verkoopen.
Weldra verreeen
J. Ament.
Naar een Wolff-telegram uit Laudau meldt,
Is de bekende schilder, prof. Max Slevogt, gis
terenmiddag op zijn landgoed „Neucastel" aan
een ernstigen aanval van hartzwakte overleden.
Zijn laatste werk was een schilderij van de
[rredeskerk te Ludwigshafen.
overal handkraohtfabriekjes, welke korten tijd
later door stoomzuivelfabrieken vervangen wer
den, welke voor den Limhurgschen landbouwer
van zoo groot economisch belang zijn geweest.
Bovendien streed de heer Ament voor den
goeden naam onzer boter en tegen de knoeie
rijen in den boterhandel, welke strijd werd be
kroond met de totstandkoming eenier goede
wetgeving op dit gebied en de invoering van
het botermerk, waardoor het vertrouwen in
de Nederlandsche boter op de wereldmarkt
werd bevestigd.
Met Jan Truijen wijdde de heer Ament zich
ook aan de organisatie van de veehouders in
den Zui-d-Nederlan-dsohen Zuivelbond, waarvan
bij bij zijn overlijden de voorzitter was.
In 1905 werd hij benoemd tot rijiksizuivel-
consulent. Als-toen vestigde hij zich te Roer
mond en nam daar een werkzaam aandeel in
de standsorganisatie der landbouwers in den
Limlburgschen land- en tuinbouwbond en diens
verschillende instellingen. In 1914 werd hij
benoemd tot lid van het provinciaal bemidde-
lingsoomité, in 1915 tot lid van de commissie
tot voorlichting inzake belastingen, in 1918 tot
lid der commissie voor veevoedering, in 1919
tot lid der commissie voor vee-uitvoer en van
de commissie voor veeverzekering en vervol
gens tot voorzitter der commissie voor ver
betering van zaad- en pootgoed. Verder zetelde
hij in het bestuur der vereeniging voor land
bouwonderwijs, van den bond van pluimvee
houders, van den Limburgschen land- en tuin
bouwbond en in de vereeniging „Eigen Erf".
Naast dit alles had de heer Ament nog
zitting als voorzitter in verschillende com
missies. In 1920 volgde zijn benoeming tot
directeur van den Limburgschen land- en
tuinbouwbond en sinds 1922 was hij lid van de
Tweede Kamer, waar hij thans den. kwaliteits
zetel voor landbouwzaken van de R. K. Staats
partij bezette.
H. M. de Koningin begiftigde den heer
Ament met het ridderkruis van den Neder-
landschen Leeuw en het officierskruis -der
Oranje Nassau-orde. Wegens zijn verdiensten
voor de exposities van Luik en Antwerpen,
waar de Neclerlandsche zuivel-industrie een
goed figuur maakte, werd hij benoemd tot com
mandeur in de Leopoldsorde.
Veel heeft de nu overledene voor de boeren
gewerkt en gedurende langen tijd. Begonnen
in den economisch slechten tijd voor den land
bouw, heeft hij den landbouwersstand in wel
vaart zien toenemen /en daarin heeft hij met
andere boerenleiders een aanzienlijk aandeel
gehad.
Vooral aan de zuivel-organisatie en de mo
derne zuivel-industrie zal de naam Ament
steeds verbonden blijven.
Opvolger als Kamerlid
Zijn opvolger als landbouwdeskundige in de
Kamer is de h-eer H. H. Trienekens te Venlo.
Op Zondag 2 October zal P. Henricus Kop-
pendraayer 0. Carm. in het klooster te Zen
deren zijn gouden kloosterfeest vieren.
John Bramwell keek nauwkeurig naar de
bewegingen van zijn oom terwijl hij langzaam
langs het smalle pad naar beneden ging. Dui
zend voet beneden hen was de zee en honderd
voet boven hen was de veilige top van de klip,
vanwaar zij juist kwamen. John drukte zich
dichter tegen den rotsachtigen wand, zoo ver
mogelijk van den afgrond. Voortdurend hield
hij zijn oogen gevestigd op het jachtvest van
zijn oom en hij begon den afstand tussohen
hen te verminderen.
Hij wist, dat Mason, de secretaris van zijn
oom, gehoord had, dat de oude man voorstelde
het 'pad langs de klip te nemen, daar dit de
kortste weg was. Natuurlijk zou Mason zich dit
herinneren; het was zijn oom, die er over ge
sproken had en niet hij.
Even keek John links, naar de ledige ruim
te naast hem. Hij zag een glanzende zee, vaag
gerimpeld, zoo ver beneden hem, dat die rim
pels deden denken aan de golfjes van een stil
len vijver, toch wist hij, dat het machtige
baren waren. Hij zag een bootje, een klein,
nietig ding als kinderspeelgoed, -bijna bewe
gingloos op het water drijvend, maar hij wist,
dat het een groote stoomboot was, die langs
de kust voer. Rondom en onder hem waren
zeemeeuwen, die heen en weer vlogen met
leelijk gekrijsch. Er kwam een vochtige, zilte
nevel van heneden en meteen hoorde hij het
geweld van de branding tegen den voet van de
klip, duizend voet onder hem
Het pad was oneffen, het was een overhan
gende rand van zacht gesteente, waar jaren
geleden de dorpelingen treden hadden uitge
stoken om gemakkelijker naar hoven te ko
men. Het werd echter zoo weinig gebruikt, dat
in de reten en scheuren zich aarde had ver.
zameld en er kleine rotsplanten gegroeid wa
ren, wier wortels de spleten wijder hadden ge
maakt.
De oude man, nu vijftien voet van John ver
wijderd, was blijven staan om eenige groote
stukken leisteen te bekijken, die van de wanden
gevallen waren. Hij nam er een op en wierp
die over den rand, waar het verdween in de
ruimte beneden.
John moest zich met de handen vastklem
men aan een uitstekende punt naast hem
want het leek, alsof zijn lichaam onweerstaan
baar naar den afgrond getrokken werd. Zijn
oom veegde zijn handen af en ging verder, een
groote gestalte, zeker van zijn schreden. Op dat
oogenblik zag John in den geest weer de scene
in de groote hal van het huis van zijn oom, op
den top van de klip. Hij hoorde de harde woor
den: „Geen cent meer" woorden, die
hem gekwetst hadden die verbittering hadden
gewekt tegen den eenigen bloedverwant, dien
hij bezat. Hij was uit de stad gekomen, om een
klein voorschot te vragen op hetgeen hem eens
zou toebehooren. Zou toebehoore-n? Hij herin
nerde zich het gevoel van wrevel, toen hij keek
naar de breede gestalte van den ouden man,
staande aan de zwarte tafel in de eetzaal, ge
zond, sterk, doorvoed, met nog vele jaren in
het vooruitzicht al was hij reeds zestig. Toen
zei zijn oom ten slotte: „Dat is alles, wat ik je
te zeggen heb, John." Hij keerde zich naar den
haard en met den rug naar zijn neef, voegde
hij er aan toe: „Ik zal je naar het station
brengen langs den kortsten weg over de klip".
John's hand omklemde nog steeds een uitste
kende punt ia den wand naast hem. Hij wist,
dat op het oogenblik, dat zij-n oom die woorden
had gesproken, er een boos plan in hem was
opgekomen.
Hij ademde diep, liet zijn hand van den wand
los en ging zijn oom achterna. Bij een krom
ming van den weg zag John den ouden man
weer stilhouden en naar boven wijzen in de
lucht, waar duizenden zeemeeuwen rond flad
derden. Hij hoorde hem boven het lawaai, dat
de Vogels maakten, uitschreeuwen: „Wat
scheelt die vogels?"
Er was onrust in de stem van den sterken
man en John begreep, dat er iets vreemds was
in de beweging der meeuwen. Zij schenen op
geschrikt uit hun nesten langs den rand der
klip. Maar daar was geen pad, geen mensche-
lijke voet kon daar langs neerdalen.
John wreef zijn vochtige handen droog aan
zijn broek. Hij ging een paar passen dichter
naar den ouden man en tegelijk voelde hij een
verdooving over zich komen, een trilling in
de spieren van zijn knieën. Scherp als op een
foto zag hij de voeten van zijn oom stevig ge
plant op den grond, nu kon hij bijna met zijn
handen het jachtvest aanraken.
Hij zonk op zijn knieën, het leek hem, alsof
de wand hem voorwaarts drukte naar den rand
waar het ledige begon. Maar op dat oogenblik
voelde hij onder zijn linkerhand de scherpe
kanten van een spleet. Die ging parallel met
den wand, drie voeten ver. Hij voelde die scheur
breeder worden en hoorde tegelijk het krijschen
van de verschrikte meeuwen. Toen wist hij, wat
die vogels al geweten hadden: dat een groot ge
deelte van het pad aan het losscheuren en af
schuiven was.
Hij zag zijn oom op den uitersten rand staan
naar het gedoe der meeuwen te kijken. Ver be
neden hen was de zee en daarop 'n vlekje, de
stoomboot van de kust. Hij hoefde nu alleen
maar terug te stappen op het vaste gedeelte
van bet pad en wachten, wat er verder zou ge
beuren.
Maar tegelijk greep het ontzettende van het
oogenblik hem aan en veranderde zijn gedach
ten. Wat hij daar zag staan op den rand van
de afbrokkelende rots was niet zijn oom
maar een mensch, een hulpeloos man, die aan
stonds naar beneden zou storten.
Hij greep den man om het lichaam, ging een
paar stappen achteruit, terwijl zijn zenuwen
trillend zich spanden. Dan hoorde hij een groot
lawaai, een stuk van het pad liet tegelijk met
den wand los en stortte naar beneden. Hij
dwong zijn oogen niet naar zijn voeten te kij
ken, naar de plaats waar het pad geweest was.
Hij wist, dat als hij het deed, hij duizelig zou
worden en mee naar beneden zou worden ge
sleurd.
Naast hem stond zijn oom, dicht tegen den
wand. Kalm keek de oude man naar beneden
terwijl uit de diepte het lawaai opklonk van
duizenden tonnen steenen en aarde, die in
de zee vielen.
Op het perron van het station stond de oude
man en drukte warm de hand van zijn neef, ter
wijl hij zei: „Goeden dag, John, mijn jongen
tot ziens". En toen deze wilde instappen
greep hij hem bij zijn mouw en zei; „Eer je ver
trekt, John, moet ik je iets bekennen en je
zult het nu wel begrijpen".
John keek hem aan en voelde zich gelukkig.
Hij dacht: „Ik had hem kunnen laten sterven
en ik heb hem gered. Was het een instinct
of een genade Gods?"
Zijn oom ging voort: „Toen ik vernam, dat
je mij wilde komen bezoeken heb ik mijn testa
ment veranderd. Twee dagen geleden beb ik
je geschrapt uit den laatsten wil van den laat-
sten Bramwell. Als het niet geweest was door
die snelle daad van je, dan was ik er nu ge
weest. Daarmee heb je mij en je zelf een
grooten dienst bewezen''
K.
MISSIONARISSEN VAN HET H. HART
Benoemingen door het Generaal-
Kapittel.
Men meldt ons uit Rome:
Op het generaal kapittel der Missionarissen
van het H. Hart werden gekozen: tot generaal-
overste de H. E. Pater Christian Janssen, pro.
vinciaal van de Duitsche Provincie-, tot as-sis
tenten van den Generaal de H. E. Paters Joh.
Zandvliet, provinciaal der Nederlandsche pro
vincie, Jos. Dépigny van de Fransche, Mozes
Di Luzio van de Italiaansche en Harold Brldg-
wood van de Australiaansche provincie.
Tot procurator-generaal werd benoemd de
H. E. Pater Aemilius Costanzi te Rome.
PROFESSIEFEESTEN BIJ DE
KRUISHEEREN.
Op 29 September hopen drie paters Kruishee
ren hun 40-jarige professief-eest te vieren. Het
zijn de zeereerw. paters Badoux (uit Den Haag)
te Uden Adr. Schepens (uit Uden) te Diest en
H. Lamers (uit Heesch) te Maaseijek.
De Amstelbrug bij de Ceintuurbaan te
Amsterdam wordt verzwaard.
X
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
'T HOTEL-, CAFé-RESTAURANTBEDRIJF
Is de Vreemdeling, is Vrouwenarbeid een
factor in de loonpolitiek?
Het zomerseizoen is voorbijvelen van over
onze grenzen hebben weer een boterham ver
diend, en zullen ongetwijfeld trachten werk te
vinden, ook in ons landje, voor den komenden
winter, gezien de nog slechtere toeetamd in dit
bedrijf in verschillende landen.
Het grootste percentage buitenlanders krij
gen wij wel uit Duitschland en dit is geen won
der, wanneer men ziet, dat einde Juli (dus
boog seizoen) neig rond 83000 werknemers op
die Duitsche arbeidsbeurzen stonden imgeschre
ven, waaronder 40000 vrouwen, terwijl de
laatst© bedTijfsitelling 147.661 mannelijke en
177.267 vrouwelijke arbeidskrachten telde, zoo
dat dus resp. 29.1 en 22.6 procent der werk
nemers voor dit bedrijf in het Duitsch hoog
seizoen werkloos was.
Dit behoeft geen commentaar.
De Duitsche werknemers, welke hier zijn,
zullen zeker trachten hier te blijven.
Nu hebben wij verleden week kunnen lozen
de berichten en tegenberichten over een Wets
ontwerp en voorontwerp tot wering van vreem
de arbeidskracht-en, en.... wij waren verheugd,
maar toch ook angstig, omdat hier zoo makke
lijk een achterdeurtje te vinden is.
Eerstens zou men kunnen zeggen: Het H
G R. bedrijf valt buiten dezo "Wet
Tweedene zou men, gezien het feit, dat in
ons land aldoor gezegd wo-rdlt: er ie een tekort
aan vrouwelijke krachten, deze buiten de Wet
kunnen stellen.
Wij meen-en dat het moodig is, tegen beiden
stellingen te moeten waarschuwen, om te voor
komen, dat nog meer landgenooten dan thans
reeds het geval is, aan pauperisme worden
blootgesteld en to-t last van 'e Rijks-schatkist.
Omtrent hef laatste mag ik iets invoegen
„tusschen haakjes". (D-e Patroons In dit be
drijf hebben een verzoek aan den Minister
gezonden, om kwijtschelding van belasting. Het
zal goed zijn tegenover gestelden e-isch te stel
len: eerst al het Nederlandisch personeel aan
den arbeid).
Behalve dit punt zijn wij het volkomen eens
diat het slecht, geweldig slecht in het bedrijf
is, zóó slecht, dat wij op diit moment niet
één vreemdeling noodig hebben, omdat wij be
schikken over een Rijkscentrale Arbeidsbeurs,
die ons de zoogenaamde achterban, de werk
loozen uit de verste en kleinste plaatsen kan
bezorgen (het is toch niet waar, dat dit
instituut opgedoekt wordit) ook vrouwelijke
krachten, voor vrouwelijken arbeid.
Men zal dus het H. C. R.-bedrijf bij de wet
moet.en betrekken, óók het vrouwelijk perso
neel want.reeds vroeger mochten wij wijzen
op een hotel, waar vrouwelijk personeel in
een bediening gezet werd en hef mannelijk
ontslagen; thans wordit mij weer een ander be
kend Hotel gesignaleerd, waar men vrouwelijk
personeel als kellnerinnen aan zal stellen en
oe kellners ontsagen heeft. Ktjh. fat zijn feiten
waarvoor men op dit moment de oogen nie'
moet sluiten, want in oe» land zijn geen
heel weinig kellnerinnen, zoodat dit bijna a
tijd vreemdelingen zijn. Conclusie liigt voor dó
hand; ook het vrouwelijk buitenlandsch perso
neel moet geweerd.
Nu heeft mem meermalen aangevoerd: hei
HolLandsch personeel eischt te veeL
"Vandiaar de aanhef, en hier de conclusie
van wat wij er van weten n.l. een Hollandsch»
kellmer heeft als loonniets (goede uitzon
deringen daargelaten). De vreemdeling kellnef
....idem. Voor de kellnerinnen geldt precies
betzelfde.
Een kamermeisje krijgt circa 15 per maand;
nationaliteit maakt hier ook geen verschil.
Kortom: buffet-, keuken- en huispersoneel heb
ben loonen, diie zoodanig gesteld zijn, dat de
vreemdeling hier niets meer aan drukken kan,
alléén.... onze measchen komen op de straat
en daarom hopen en wenechen wij WERING
VAN VREEMDELINGEN, TOT DE TOE
STANDEN BETER ZIJN.
Het Bestuur van dsn Ned. R, K.
Bond van Hotel-, Café en Restau
rantgeëmployeerden St. An toni us.
DE LOONSVERLAGING in HET
BOUWBEDRIJF
Averechtsche uitkomst
Ook de steenhouwers, die gerekend worden
tot de bouwvakarbeiders te beboeren, zullen
hun deel bij te dragen hebben, om het bouwen
van woningen mogelijk te miaken, volgens de
inzichten der Regeering.
Het is frappant, dat ook voor deze categorie
een loonsverlaging gemotiveerd wordt, om op
die manier het houwen te bevorderen en de
werkgelegenheid te verruimen.
Immers, de loonstandaard is voor deze vak
groep niet de oorzaak van hun werkloosheid,
maar veeleer de onbelemmerde invoer van be
werkte natuursteen.
Vooral vanuit België wordt de eigenaardige
tactiek gevolgd, om (doordat men daar in het
bezit van natuursteengroeven en goedkoopera
krachten is) ons uit te buiten en de bewerkte
steen tegen bijna dénzelfden prijs te leveren
als de onbewerkte.
Het spreekt vanzelf, diat een loonsverlaging
van 15 procent, niet steekhoudend is, omdat
die verlaging gee-n invloed kan uitoefenen op
dén o«belemmerden invoer van bewerkte steen.
Want oe steenhouwers doen niets anders meel'
dan de bewerkte steen stellen. Zoodoende wor
den geen vaklui meer opgeleid, en straks zal
het buitenland bet monopolie hebben van 't be
werken en stellen van de natuursteen in ons
land.
Het eenige, wat de regeerlng lean doen, is
een maat vast te stellen, waarboven slechts de
natuursteen bewerkt en onbelemmerd in®6"
voerd mag worden. Dan kan ongetwijfeld de
kwijnende groep van steenhouwers in stand
blijven en zal do prikkel eveneens blijven be-
staan, om in vakbekwaamheid de buitenland
sch© maesawerkers te blijven overtreffen. Dit
is slechts een kernsamenvatting van een veel
meer-omvattend proces, maar toch zal boven
genoemde maatregel ons in staat stellen, het
hoofd te bieden aan de crisis en concurrentie-
vaardiig eruit te voorschijn te roepen.
Moge dit vraagstuk de aandacht hebben, die
het ten volle verdient!
J. SCHEFFERS.
BERKEL EN RODENRIJS, 20 September. CoC
groenten- en bloemenveiling Ve^emglng BerlKl
tn Rrvripnriis G A.rozendr. edith holen J 0.9ö
ner 100 gladiolen 4—6 ct., plumoses 11 18 ct-,
zinnia's' 211 ct., asters 2—6 ct. per bos, cacteeen
4__8 ct. per pot.
ROTTERDAM, 20 September. (Veilingsvereen.
Vrije aardbeienveiling Charlois"). Snub0°ncn.
15—18, stokprinsessen 7-12, uien
gele savoye kooi 3-20-3.80, sp maz'e 8-16.
triumph de vienne 24 31 per 100 kg., andy
f 0 90—1 80 sla 1' 0.80—1.60, bloemkool le soort
f 8 40—11 2e soort 4.40—5.80, groene savoye kool
f 6—6 20ner 100 stuks, kroten 1.10—1.60, prei
f 1_2 60 peen 2.90-5.60, seldery 0.80—1, radijs
f iinXl20 Per 100 bos, tomaten 1.702.30 per
•100 pond, meloenen 11—17 ct. per stuk.
ROTTERDAM, 20 September. De prijzen heden
besteed aan de Coöp. Tuinbouwveiling Rotterdam
en omstreken, G.A. waren als volgt: Holl. platgl.
komkommers le soort f 1.603.20, 2e soort 0.70
1.70, 3e soort 0.50—1.50, sla 0.80—2.90, andijvie
0.501.40 per 100 stuks, spinazie 510 ct., poste
lein 710 ct., kassnjjboonen 3242 ct., stokprin-
sessen 917 ct. per kg., pronkboonen 2—5.70,
Duitsche prinsessen 7.9016.20 per 100 kg., peen.
3.40—7.20 per 100 bos.
Naar het Ertgelsch
van
WILLIAM GARRETT
21.)
Ik ging de anderen voor naar mijn studeer
kamer, wiaar wij gingen zitten en een sigaret
opstaken.
Het gaat over den man, dien wij zoeken,
verklaarde Brook. Zonder twijfel hebt ge het
signalement in de ochtendbladen gelezen. Wij
hebben al verschillende rapporten ontvangen,
dat hij hier en daar is gezien. Er schijnt een
man in het bruin gekleed in den omtrek van
de dokken van Huil gezien te zijn. Een an
tler rapport vermeldt zijn aanwezigheid in
Edinburg. De rapporten zijn allemaal nog al
vaag, maar waar hij nu ook mag zijn, ik ben
er toch zeker van, dat hij in den ochtend na
den moord op Farrell in Reading den trein
naar Londen genomen heeft.
Het is heel waarschijnlijk, gaf Drew toe,
maar waaroni ben je er zoo zeker van?
Omdat we de nummerplaten, welke op
den Sunbeam-auto behooren, in een bruin pa
pier verpakt gevonden hebben in de wacht
kamer van het Euston station.
Dan weet ge dus ook, wie de eigenaar
van den auto is? riep ik uit.
Ja. Brook haalde een papier uit zijn zak
en keek het in. Zijn naam is Fane Gerald
Fane, en hij woont op een adres in Knights-
bridge.
Groote Hemel! riep ik overeind sprin
gend uit. Monica's broer.
Wat, kent gij dien heer, sir Richard?
jrroeg Brook verrast.
Met een paar woorden verklaarde ik onze
bekendheid met Monica Fane, terwijl ik ver
telde van ons bezoek aan de flat den vorigen
dag gebracht.
Dat is vreeselijk vervelend of liever
vreeselijk ernstig, inspecteur, zei ik. Geen
wonder dat het meisje zoo zenuwachtig werd
onder de informaties naar haar broeder. Zij
moest geweten hebben, dat de auto, die bij
Beading gevonden was, van hem was. Zij moet
ook iets verborgen gehouden hebben, waarvan
zij de ontdekking vreesde.
Drew wierp zijn sigaret weg, haalde een
lange sigaar uit zijn vestzak te voorschijn en
begon heftig te dampen.
Ik moet iets te rooken hebben, zei hij. Ik
heb dit verwacht en hét past allemaal pre
cies. Gerald Fane is de verbindende schakel
tusschen Ricardo en Farrell.
Ricardo? Brook verborg zijn verbazing
niet. Wat heeft die met dien Fane te maken?
Een heele boel, of ik moest een luchtle
dige ruimte in mijn hoofd hebben inplaats van
hersens, antwoordde Drew. Kijk eens hier,
inspecteur, ik geloof, dat ik het maar het
beste kan vertellen. U behandelt deze zaak
met het doel den moordenaar van Farrell te
pakken te krijgen. Ik daarentegen met het
doel die papieren te ontdekken. Hoe staan wij
tegenover elkaar. Het is gebleken, dat deze
Gerald Fane, dien gij er van verdenkt den
moord bedreven te hebben, de man was die
Farrell bij Ricardo introduceerde. Tegelijker
tijd weet ik, dat de papieren, die ik zoek, in
het bezit zijn gekomen van Ricardo.
Wat! Hebt ge ze gevonden?
Drew gaf een kort verslag van ons gesprek
met Ricardo.
Die ouwe schooier is op de een of ande
re manier in deze zaak gemengd en wij moe
ten uitzoeken hoe, besloot hij. Het kan zijn,
ilat Farrell hem de papieren gezonden heeft
op de wijze zooals hij voorgeeft, maar hij moet
er dan op gerekend hebben, dat Ricardo ze
zou uitspelen en te gelde maken en dat is het
wat Ricardo probeert te doen.
Wel, dat is ten slotte Uw zaak, zei de
inspecteur. Ik heb met die papleren niets te
maken, noch met de redenen, waarom Farrell
dien dr. Ricardo als executeur gekozen kan
hebben. Mijn werk is deD moordenaar te vin
den en de eerste stap in die richting is het
vinden van deze Fane.
Misschien heeft hij den auto wel niet
naar Old Farm gereden, zei ik zonder het zelf
te gelooven. Iemand kan den auto geleend of
gestolen hebben om hem daarvoor te gebrui
ken.
Dat zullen we gauw genoeg ontdekt heb
ben. Na hetgeen U mij echter verteld hebt
over zijn weg blijven op Zondag, lijkt het mij
tamelijk onwaarschijnlijk. Dat wijst er weer
op, dat de man zich schuil houdt of mogelijk
het land reeds heeft verlaten. Die verwensch-
te vertraging heeft den man enkele dagen voor
sprong gegeven en dat maakt onze taak veel
moeilijker. Ik heb echter een bevel tot huis
zoeking laten opmaken en ben van plan zijn
flat in Knightsbridge eens aan een grondig
onderzoek te gaan onderwerpen. Ik zou graag
zien, dat jullie meeging. Het feit, dat U Fa
ne's zuster kent, maakt de zaak veel gemakke
lijker.
Yoor U zeker, merkte ik een beetje bit
ter op.
Terwijl wij in een taxi door de regenachti
ge straten reden, voelde ik mij bestormd
door de somberste voorgevoelens. Tot nu toe
hadden de geheimzinnigheden verbonden aan
het drama van Old Farm, het prikkelende ge
voel van een avontuurtje om mijn ledige da
gen te vullen, mij volslagen beziggehouden
H^t gevoelen van louter toeschouwer was meer
en meer op den achtergrond geraakt en lang
zamerhand had ik mij tot het uiterste ver
diept in de oplossing van het raadsel, of het
mijzelf ten sterkste aanging. Nu begon ik ech-
ter duidelijk te beseffen, dat het zich mengen
in een andermans zaken, met welke goede en
behulpzame motieven dat ook gebeurt, bijna
altijd moeilijkheden van de een of andere
soort medebrengt. Ik voelde mij geneigd Fred
die Langdale en zijn harts-aangelegenheden
te verwenschen. Zelfs begon ik het Drew kwa
lijk te nemen, dat hij mij in deze zaak ge
sleept had, waarvan ik het eind niet kon zien.
En tenslotte had ik zoo'n idee, dat die be
roemde dr. Ricardo om de een of andere on
bekende reden een net over ons uitspreidde,
waaraan wij niet konden ontkomen.
Met een ruk maakte ik mezelf echter los van
al die sombere bespiegelingen en tegelijkertijd
zag ik de zaken weer in een vroolijker licht.
Drew had mij tenslotte aangeraden mij uit
deze zaak terug te trekken, iets wat ik per
tinent geweigerd had. En Freddie Langdale
had mijn hulp ingeroepen, welke ik hem ook
beloofd had. De zaken zouden voor hem en
het meisje moeilijk genoeg worden. Ik was
er inwendig van overtuigd, dat, wat haar broe
der ook zou blijken te zijn, zij volkomen all
right was. Ik kreeg een vluchtig visioen van
haar bekommerde, verschrikte, bleeke gelaat,
zooals ik dat Zondag even gezien had en be
sloot dat, indien mijn tegenwoordigheid er
misschien toe zou kunnen bijdragen dat zij
met meer toegevendheid en consideratie door
de politie behandeld zou worden, zij op mij
kon rekenen.
De oude Maggie opende de deur en ver
telde, dat haar jonge meesteres uit was. Toen
Brook verklaarde, wie hij was en het doel van
zijn komst uiteenzette, maakte zij geen bezwa
ren tegen ons binnenkomen. Zij opende haar
mond, als om iets te zeggen, doch met een ruk
sloten haar kaken weer op elkaar.
Wanneer heb je mr. Gerald Fane het
laatst gezien? vroeg Brook haar, terwijl wü
in de kleine hall stonden.
Dinsdag geloof ik, antwoordde zij.
Brook keek ons veelbeteekenend aan.
Hoe laat?
In den vooravond ongeveer.
Is hij sedert dien niet meer hier ge-
geweest?
Niet dat ik weet. Maggie's gelaat werd
grimmiger. U kunt het best zoo gauw moge
lijk met dat onderzoek beginnen. Miss Moni
ca kan ieder oogenblik thuis komen en ik zou
haar niet graag van streek zien gemaakt door
de aanwezigheid van de politie in huis. Zij
keek Drew en mij vijandig aan. Of van politie,
als vrienden vermomd, voegde zij er hatelijk
bij. Dat daar is de kamer van mr. Gerald. In
dien U mij niet kwalijk neemt, ga ik aan
mijn werk.
Zij wees op een deur die op de gang'uit
kwam, waarna zij naar de keuken ging waar
wij haar even later hartstochtelijk het vuur
hoorden oppoken.
Wij begaven ons naar Gerald Fane's slaap
kamer en keken nieuwsgierig in het rond.
Om de een of andere reden voelde ik mij een
beetje schuldig. Het kwam mij niet behoor,
lijk voor in de afwezigheid van de bewoners
een huis te doorzoeken, zelfs al was een van
hen naar alle waarschijnlijkheid een brutale
moordenaar.
De kamer was smaakvol en kostbaar gemeu
beld in glanzend mahonie. Het meest trok de
aandacht een groote antieke huik-kast vol
laden. In een van de hoeken was een groote
hangkast en Brook begaf zich terstond daar
heen. Op haken en knaapjes hing er een groo
te sorteering kleeren en bovenop zagen W1J
terstond een zware, bruine overjas. Met. een
uitroep van verrassing haalde de inspecteur
die te voorschijn.
Deze beantwoordt aan de beschrijving
van de jas, welke Farrell's bezoeker gedragen
moet hebben, zei hij. Het gaat er op lijken,
alsof die oude vrouw gelogen heeft. Gerald
Fane moet toch thuisgekomen zijn.
Bruine overjassen ziet men overal, merk
te ik zwakjes op.
Hij gaf geen antwoord, maar begon ook de
overige kleedingstukken te onderzoeken. Met
een uitroep van triomf haalde hij al spoedig
een bruin costuum te voorschijn, dat opge
rold achter in de kast lag. Een onderzoek
wees uit, dat een van de knoopen van het
vest ontbrak. De inspecteur haalde uit zijn
vestzak een bruinen knoop te voorschijn en
hield dien op de plaats van de ontbrekende.
Dit is de knoop, dien ik in Farrell's mu
ziekkamer opraapte zei hij. U ziet dat die pre
cies bij de andere knoopen paaL Dat laat geen
twijfel over, dat het Gerald Fane was e
rell op den avond van den moord bezOC 1 11
gelukkigerwijze beteekent het -tevens> a uj
er in geslaagd is nog naar huis te omen om
van kleeren te verwisselen. Ik moet P™oeeren
uit te vinden wat hij nu aan heeft
Dat moet gemakkelijk ëenoeS zijn, in
dien zijn zuster of de dienstbode ons wil hel
pen, merkte Drew op, maar geen van beiden
zal daar wei veel voor voelen-
Dat zullen zij wel -moeten, kondigde Brook
vroolijk aan.
Hij gedroeg zich als een hond die het spoor
gevonden heeft, met zün neU3 er hoven op, en
met groeiend onbehagen sloeg ik de zakelijke
manier gade waarop hij de geheele kamer
het onderste boven- keerde. De toilettafel be
vatte niets en daarom begon hij aan de groote
ladenkast. Deze bevatte dassen, zakdoeken,
boorden, sokken, on-derkleeding enz. en uit de
onderste lade llaalde hij een paar bruine
schoenen te Vo«rschijn, die in een zijden
shawl ger-old waren, alsmede een gekreukten
brief, die verborgen lag onder een stapeltje
pyama'3- De s°hoenen waren bedekt met opge
droogde modder.
Ik vermoed, dat deze in onze befaamde
voetsporen zaj pasgen_ zej hij terwijl hij den
schoen onderzoekend omhoog hield. En hier
hebben wij de ghawl die hij droeg. Blijkbaar
beeft Fane in alle haast van kleeren verwis
seld. Het lijkt er bijna op, alsof hij dit ge
daan heeft, zonder dat de vrouwen het ge-
merkt hebben. Die ouwe tartaar in de keuken
2(111 nooit goedgevonden hebben, dat die schoe-
nen ongepoetst in de kast werden gezet. La
ten wij nu den brief eens bekijken.
Terwijl hij het papier gladstreek, herkende
/k tot mijn verrassing het n-u reeds bekend
geworden handschrift. Langzaam las hij den
brief voor.
Beste Gerald.
Ik heb evenveel spijt over de reden van ons
ongenoegen als jij. Mijn bedoeling was je te
genezen van de gewoonte verdoovende midde
len te gebruiken, waaraan je spoedig genoeg
ten gronde gegaan zou zijn. Ik stel het op
prijs, dat je h-et mij zoo kwalijk neemt dat ik
geweigerd had je datgene te geven, waarvan
ik zelf zoo vaak gebruik maak, maar je moet
niet vergeten, dat ik veel sterker ben dan
jij en dat ik er niet zoo spoedig aan verslaafd
zal raken ais bij jou het geval is geweest.
Waar ik mij echter tot op zekere hoogte daar
voor verantwoordelijk gevoel, zal het mij aan.
genaam zijn je er nog wat van te geven, op
zekere voorwaarden. Indien je Dinsdagavond
met den auto naar Tanner's Green wilt ko
men zul je mij thuis vinden en kunnen wij
de zaak bespreken. Je weet het beste, wat dit
voor jou beteekent. Ik verwacht je omstreeks
acht uur.
Je toegenegen,
LOUIS FARRELL.
Brook zweeg en er heerschte even doodsche
stilte, terwijl hij den brief opvouwde en in
zijn zak stak. Zonder twijfel had-den v ij allen
dezelfde gedachte. Alleen bekeken w ij bet van
verschillend standpunt. Deze brief leverde het
schier overtuigende bewijs, niet alleen van
Gerald's Fane bezoek aan Farrell maar ook
van een verhouding tusschen die twee man
nen, waaruit het motief van den -moord opge
maakt zou kunnen worden, Verdoovende mid
delen! Herinneringen aan de Arnlngton-zaak
en aan de vreeselijke beteekenis van het
woord flitsen door mijn brein.
Ik moet zeggen, dat ik in deze zaak geen
moment aan verdoovende middelen gedacht
lieb, zei Brook ten slotte, dat brengt een nieuw
element naar voren.
Dat moet je niet zeggen, zei Drew. Her
inner je je niet, dat dr. Clarke opme-rlc'e'
Farrell's arm duidelijke sporen vertoonde vad
herhaalde onderhuidsche injecties- Neen, h-e-t
brengt geen nieuw element naar voren, maar
het geeft aan een oud element nieuwe be
teekenis.
Dat komt op hetzelfde neer, verklaarde
Brook. Wij hebben nu zoowat genoeg bewijzen
tegen dien Fane om hem te doen hangen. In
dien ik n-u nog de hand kon leggen op een foto
van hem, zou mijn onderzoek hier volledig ge
weest zijn. Er zal er wel ergens een zijn.
Er ja er ook een, vertelde Drew hem, ter
wijl hij het portret in de zitkamer beschreef.
Wat mU betreft, zou ik dit maar al te gaar
ne tegenover den inspecteur verzwegen heb
ben. Bij ieder nieuw feit, dat het net om Mo
nica's broeder nauwer toehiaalde, voelde ik
het verlangen om hem te helpen zwakker
worden. Waarom ik een soort sympathie ge
voelde voor een man, dien ik nooit gezien
had en van wien ik niets goeds wist, zou ik
niet hebben kunnen verklaren, tenzij bet was
dat zijn fascineerend zusje en mijn zorgen
voor Langdale's welzijn mij in zijn voordeel
beinfluenceer-den.
D-rew scheen deze scrupules echter niet te
voelen, want nadat hij den inspecteur ge
holpen had de resultaten van zijn onderzoek
te verzamelen, ging hij hem voor naar de zit
kamer waar bij het portret van Gerald Fane
van den schoorsteen afnam.