féucft tijd Ci mtzonDE-ri OTUKKfin DE KORTSTE WEG. lite* WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1932 RADIO-PROGRAMMA J. J. C. AMENT f Een man, die zich door eigen kracht omhoogwerkte. Zwoeger voor den landbouw in het Zuiden. PROF. MAX SLEVOGT t PATER HENRICUS KOPPENDRAAYER. O. CARM. MARKTBERICHTEN. (Wordt vervoirfè eZr: -f. DONDERDAG, 22 September. Hulzen (296 M„ 1013 K. H.) 8.00—9.15 KRO., 10.00 NCRV., 11.00—2.00 KRO. Hierna NCRV. 8.009.15 en 10.00 gramofoonplaten10.15 zieken- dienst; 10.45 gramofoonplaten; 11.3012.00 godsd. halfuurtje; 12.15 orkest. O.a. Suite „Les fables de La Fantaine Mouton; 2.00 handwerkcursus 3003.30 vrouwenhaifuur; 4.00 ziekenuur; 5.00 cursus handenarbeid voor de jeugd; 5.45 orgel concert door Dick van Wilgenburg; 6.45 knipcur sus; 7.00 declamatie door H. Feenstra; 7.45 Ned. Chr. Persbureau; 8.00 NCRV.-kleinorkest. O.a. Suite, Schein; 8.45 causerie door Dr. J. Rie- mens; 9.15 grramofoonplaten; 10.15 vervolg NCRV- kleinorkest. O.a. fant. „Die verkaufte Braut" Smctana. ca. 10.00 Vaz Ddas; 11.0011.30 gra- mofoonplaten. Hilversum (1873 M., 160 K.H.) Uitsl. AVRO-uitzendimg: 8.00 gramofoonplaten; 9.00— 10.00 AVRO-kleinorkest. O.a. Romance, Tschai- kowsky en fragm. Tosca; 10.15 gramofoonpla ten; 11.00 kookpraatje; 11.30 piano-recital door Ali Hügei; 12.00—2.00 AVRO-kamerorkest. O.a Schwedische suite, Wesslander; 2.15 gramofoon platen; pl.m. 2.30 'kamermuziek door het AVRO- kwartet; 3.00 gramofoonplaten; 4.00 ziekenuur; 5.00 kinderkoor; 5.30 Kovacs Lajos en zjjn or kest. Refreinzang: Bob Schol te; 6.30 sport- praatje H. Hollander; 7.008. GO Kovacs Lajos en zjjn orkest met medew. v. May en June (zang en piano); 8.00 gramofoonplaten; 8.15 uit het Concertgebouw te Amsterdam. AVRO-comcert door het Concertgebouworkest o. 1. v. Emmerich Kalman. Werken van Kalman met medew. v. Vera Schwarz (sopraan) en Hans Fidesser (tenor). O.a. Fa-thingsisfee", „Zdgeunerpri- mas", „Zirkusprinzessin" en „Grafi-n Maritza". In de pauze gramofoonplaten; 10.30 Vaz Dias; 10.4512.00 gramofoonplaten. Daventry (1554 M., 193 K.H.) 10.50 tijdsein en berichten; 11.05 lezing; 12.20 orgelspel E. O'Henry; 1.20 Shepherd's Bush Paviljoenorkest. O.a. Ldebestraume, Liszt; 2.202.50 J. Snowden (piano); 4.05 B.B.C.-dansorkest o. 1. v. H. Hall; 4.f»0 Schcttsoh Studio-orkest. O.a. baJtet „La source, Delibes; 5.35 kinderuur; 6.20 berichten; 650 gramofoonplaten; 7.10, 7.40 en 7.50 lezingen; 8.20 Promenade-concert (Haydn en Mozart) uit de Queen's Hall. B.B.C.-orkest en solisten o. 1. v. Sih Henry Wood. O.a. Symphonie 83 in g kl. t., Haydn en uit „Figaros Hochzeit", Mozart; 10.C0 berichten en lezing; 10.35 ,,The fall of the House of Usher" van P. Creswell en B. Burnham; 11.10—12.00 dansmuzkfc door het B H.C.-dansorkest o. 1. v. Heniry Hall. Parijs („Radio-Paris" 1724 M. 174 K.H.) 8.05, 12.50 en 7.35 gramofoonplaten; 8.20 Historisch hoorspel „Le Procés de Louis XVI"10.20 gra mofoonplaten. O.a. Tod und Verklarung R. Strauss. Kalundborg (1153 M., 260 K.H.) 12.202.20 concert uit rest. „Wivex"; 3.205.20 Radio harmonie-orkest en solisten; 8.30 Radio-Sympho- nieorkest o. 1. v. Prof. N. Malko met medew. v. Tossy Spiwakowsky (viool). O.a. 3de satz' uit de Pathetische Symphonie, Tschaikowsky en Vioolconcert D gr. t. op. 35, dito; lO.oO12.50 dansmuziek uit rest. „Wivex". - r g (473 M., 634 K.H.) 7.25—8.20 concert uit Frankfurt; 12.20 gramofoonplaten; 1.202.50 concert. O.a. Melodie, Rachmaninoff; 5.206.35 concert. O.a. Rikschafahrt, Niemann; n bate der werkloozen; 8.30 Werag-kleinorkest O. 1. v. Eysoldt. O.a. fragm. Undine", Lortzing en „De Profeet", Meyer- fceer; 10.4012.20 concert o. 1. v. Wolf. Rome (441 M„ 680 K.H.) 5.50—6.35 vocaal en Instrumentaal concert; 9.05 concert en radio- tooneel O.a. uit Louise", Charpentier en „Les deux Pierrots'', comedie van E. Rostand. Brussel (508 M„ 590 K.H.) 12.20 gramo foonplaten; 5.20 Massenetconcert o. 1. v. A. Meu- lemans; 650 gramofoonplaten; 8.20 concert met medew.' v. Rubeau (tenor). O.a. uit „Dédé", Christiné en ouv. „Dichter und Bauer", Suppé; 10.3011.20 gramofoonplaten. (338,2 M„ 887 KH.) 12.20 gramofoonplaten 5.20 concert. Ó.a. ouv. Troubadour; 6.40 Blinden- concert; 6.50 gramofoonplaten; 7.25 dito; 8.20 utzen-ding uit Mecbelen (Katholieke Radiodag); 10.30 gramofoonplaten. Zeesen (1635 M„ 183,5 K.H.) 6.35-8.20 con cert; 12.20 en 2.20 gramofoonplaten; 4.50—5.50 concert. O.a. suite „Deutsches Rokoko", Gün- ther; 8.20 „Othello" of „De moor van Venetië", van William ShaJocspeare9.50 ccr*~«'t. O.a. fantasie, Debussy10.3o12.20 dansmuziek uit Weenen. Rotterdam (Gem. radio-distr.) Program ma 3: 10.05 Langenberg; 12.20 Brussel (Fransch); 2.20 Königswusterhausen; 3.50 Kalundborg; 4.50 Königswusterhausen5.50 Brussel (Vlaamsch) y.20 Parijs; 8.20 Brussel (Fransch). Programma 4: 10.35 Daventry; 11.05 Daventry; 12.20 Parijs; 12.50 Daventry; 2.50 Londen R. 3.20 Daventry; 5.35 Brussel (Fransch); 6.50 Da ventry; 10.00 Londen R-11.10 Daventry. De heer J. J. C. Ament, wiens overlijden gisteren nog gemeld wend, werd 21 Mei 1864 te Strampr-oy geboren. Na te Rolduc de middel bare school te hebben gevolgd, wijdde hij zich aanvankelijk aan 't der school te Tun- gelroy ving hij aan onderwijs. Als hoofd deel te nemen aan de agrarische bewe ging, welke destijds in Limburg in haar beginstadium ver - keerde. Op zijn initia tief werd in Lim burg de eerste cen trifuge in werking gesteld, waardoor de veehouders in staat werden gesteld coöpe ratief te piroduceie- ren en te verkoopen. Weldra verreeen J. Ament. Naar een Wolff-telegram uit Laudau meldt, Is de bekende schilder, prof. Max Slevogt, gis terenmiddag op zijn landgoed „Neucastel" aan een ernstigen aanval van hartzwakte overleden. Zijn laatste werk was een schilderij van de [rredeskerk te Ludwigshafen. overal handkraohtfabriekjes, welke korten tijd later door stoomzuivelfabrieken vervangen wer den, welke voor den Limhurgschen landbouwer van zoo groot economisch belang zijn geweest. Bovendien streed de heer Ament voor den goeden naam onzer boter en tegen de knoeie rijen in den boterhandel, welke strijd werd be kroond met de totstandkoming eenier goede wetgeving op dit gebied en de invoering van het botermerk, waardoor het vertrouwen in de Nederlandsche boter op de wereldmarkt werd bevestigd. Met Jan Truijen wijdde de heer Ament zich ook aan de organisatie van de veehouders in den Zui-d-Nederlan-dsohen Zuivelbond, waarvan bij bij zijn overlijden de voorzitter was. In 1905 werd hij benoemd tot rijiksizuivel- consulent. Als-toen vestigde hij zich te Roer mond en nam daar een werkzaam aandeel in de standsorganisatie der landbouwers in den Limlburgschen land- en tuinbouwbond en diens verschillende instellingen. In 1914 werd hij benoemd tot lid van het provinciaal bemidde- lingsoomité, in 1915 tot lid van de commissie tot voorlichting inzake belastingen, in 1918 tot lid der commissie voor veevoedering, in 1919 tot lid der commissie voor vee-uitvoer en van de commissie voor veeverzekering en vervol gens tot voorzitter der commissie voor ver betering van zaad- en pootgoed. Verder zetelde hij in het bestuur der vereeniging voor land bouwonderwijs, van den bond van pluimvee houders, van den Limburgschen land- en tuin bouwbond en in de vereeniging „Eigen Erf". Naast dit alles had de heer Ament nog zitting als voorzitter in verschillende com missies. In 1920 volgde zijn benoeming tot directeur van den Limburgschen land- en tuinbouwbond en sinds 1922 was hij lid van de Tweede Kamer, waar hij thans den. kwaliteits zetel voor landbouwzaken van de R. K. Staats partij bezette. H. M. de Koningin begiftigde den heer Ament met het ridderkruis van den Neder- landschen Leeuw en het officierskruis -der Oranje Nassau-orde. Wegens zijn verdiensten voor de exposities van Luik en Antwerpen, waar de Neclerlandsche zuivel-industrie een goed figuur maakte, werd hij benoemd tot com mandeur in de Leopoldsorde. Veel heeft de nu overledene voor de boeren gewerkt en gedurende langen tijd. Begonnen in den economisch slechten tijd voor den land bouw, heeft hij den landbouwersstand in wel vaart zien toenemen /en daarin heeft hij met andere boerenleiders een aanzienlijk aandeel gehad. Vooral aan de zuivel-organisatie en de mo derne zuivel-industrie zal de naam Ament steeds verbonden blijven. Opvolger als Kamerlid Zijn opvolger als landbouwdeskundige in de Kamer is de h-eer H. H. Trienekens te Venlo. Op Zondag 2 October zal P. Henricus Kop- pendraayer 0. Carm. in het klooster te Zen deren zijn gouden kloosterfeest vieren. John Bramwell keek nauwkeurig naar de bewegingen van zijn oom terwijl hij langzaam langs het smalle pad naar beneden ging. Dui zend voet beneden hen was de zee en honderd voet boven hen was de veilige top van de klip, vanwaar zij juist kwamen. John drukte zich dichter tegen den rotsachtigen wand, zoo ver mogelijk van den afgrond. Voortdurend hield hij zijn oogen gevestigd op het jachtvest van zijn oom en hij begon den afstand tussohen hen te verminderen. Hij wist, dat Mason, de secretaris van zijn oom, gehoord had, dat de oude man voorstelde het 'pad langs de klip te nemen, daar dit de kortste weg was. Natuurlijk zou Mason zich dit herinneren; het was zijn oom, die er over ge sproken had en niet hij. Even keek John links, naar de ledige ruim te naast hem. Hij zag een glanzende zee, vaag gerimpeld, zoo ver beneden hem, dat die rim pels deden denken aan de golfjes van een stil len vijver, toch wist hij, dat het machtige baren waren. Hij zag een bootje, een klein, nietig ding als kinderspeelgoed, -bijna bewe gingloos op het water drijvend, maar hij wist, dat het een groote stoomboot was, die langs de kust voer. Rondom en onder hem waren zeemeeuwen, die heen en weer vlogen met leelijk gekrijsch. Er kwam een vochtige, zilte nevel van heneden en meteen hoorde hij het geweld van de branding tegen den voet van de klip, duizend voet onder hem Het pad was oneffen, het was een overhan gende rand van zacht gesteente, waar jaren geleden de dorpelingen treden hadden uitge stoken om gemakkelijker naar hoven te ko men. Het werd echter zoo weinig gebruikt, dat in de reten en scheuren zich aarde had ver. zameld en er kleine rotsplanten gegroeid wa ren, wier wortels de spleten wijder hadden ge maakt. De oude man, nu vijftien voet van John ver wijderd, was blijven staan om eenige groote stukken leisteen te bekijken, die van de wanden gevallen waren. Hij nam er een op en wierp die over den rand, waar het verdween in de ruimte beneden. John moest zich met de handen vastklem men aan een uitstekende punt naast hem want het leek, alsof zijn lichaam onweerstaan baar naar den afgrond getrokken werd. Zijn oom veegde zijn handen af en ging verder, een groote gestalte, zeker van zijn schreden. Op dat oogenblik zag John in den geest weer de scene in de groote hal van het huis van zijn oom, op den top van de klip. Hij hoorde de harde woor den: „Geen cent meer" woorden, die hem gekwetst hadden die verbittering hadden gewekt tegen den eenigen bloedverwant, dien hij bezat. Hij was uit de stad gekomen, om een klein voorschot te vragen op hetgeen hem eens zou toebehooren. Zou toebehoore-n? Hij herin nerde zich het gevoel van wrevel, toen hij keek naar de breede gestalte van den ouden man, staande aan de zwarte tafel in de eetzaal, ge zond, sterk, doorvoed, met nog vele jaren in het vooruitzicht al was hij reeds zestig. Toen zei zijn oom ten slotte: „Dat is alles, wat ik je te zeggen heb, John." Hij keerde zich naar den haard en met den rug naar zijn neef, voegde hij er aan toe: „Ik zal je naar het station brengen langs den kortsten weg over de klip". John's hand omklemde nog steeds een uitste kende punt ia den wand naast hem. Hij wist, dat op het oogenblik, dat zij-n oom die woorden had gesproken, er een boos plan in hem was opgekomen. Hij ademde diep, liet zijn hand van den wand los en ging zijn oom achterna. Bij een krom ming van den weg zag John den ouden man weer stilhouden en naar boven wijzen in de lucht, waar duizenden zeemeeuwen rond flad derden. Hij hoorde hem boven het lawaai, dat de Vogels maakten, uitschreeuwen: „Wat scheelt die vogels?" Er was onrust in de stem van den sterken man en John begreep, dat er iets vreemds was in de beweging der meeuwen. Zij schenen op geschrikt uit hun nesten langs den rand der klip. Maar daar was geen pad, geen mensche- lijke voet kon daar langs neerdalen. John wreef zijn vochtige handen droog aan zijn broek. Hij ging een paar passen dichter naar den ouden man en tegelijk voelde hij een verdooving over zich komen, een trilling in de spieren van zijn knieën. Scherp als op een foto zag hij de voeten van zijn oom stevig ge plant op den grond, nu kon hij bijna met zijn handen het jachtvest aanraken. Hij zonk op zijn knieën, het leek hem, alsof de wand hem voorwaarts drukte naar den rand waar het ledige begon. Maar op dat oogenblik voelde hij onder zijn linkerhand de scherpe kanten van een spleet. Die ging parallel met den wand, drie voeten ver. Hij voelde die scheur breeder worden en hoorde tegelijk het krijschen van de verschrikte meeuwen. Toen wist hij, wat die vogels al geweten hadden: dat een groot ge deelte van het pad aan het losscheuren en af schuiven was. Hij zag zijn oom op den uitersten rand staan naar het gedoe der meeuwen te kijken. Ver be neden hen was de zee en daarop 'n vlekje, de stoomboot van de kust. Hij hoefde nu alleen maar terug te stappen op het vaste gedeelte van bet pad en wachten, wat er verder zou ge beuren. Maar tegelijk greep het ontzettende van het oogenblik hem aan en veranderde zijn gedach ten. Wat hij daar zag staan op den rand van de afbrokkelende rots was niet zijn oom maar een mensch, een hulpeloos man, die aan stonds naar beneden zou storten. Hij greep den man om het lichaam, ging een paar stappen achteruit, terwijl zijn zenuwen trillend zich spanden. Dan hoorde hij een groot lawaai, een stuk van het pad liet tegelijk met den wand los en stortte naar beneden. Hij dwong zijn oogen niet naar zijn voeten te kij ken, naar de plaats waar het pad geweest was. Hij wist, dat als hij het deed, hij duizelig zou worden en mee naar beneden zou worden ge sleurd. Naast hem stond zijn oom, dicht tegen den wand. Kalm keek de oude man naar beneden terwijl uit de diepte het lawaai opklonk van duizenden tonnen steenen en aarde, die in de zee vielen. Op het perron van het station stond de oude man en drukte warm de hand van zijn neef, ter wijl hij zei: „Goeden dag, John, mijn jongen tot ziens". En toen deze wilde instappen greep hij hem bij zijn mouw en zei; „Eer je ver trekt, John, moet ik je iets bekennen en je zult het nu wel begrijpen". John keek hem aan en voelde zich gelukkig. Hij dacht: „Ik had hem kunnen laten sterven en ik heb hem gered. Was het een instinct of een genade Gods?" Zijn oom ging voort: „Toen ik vernam, dat je mij wilde komen bezoeken heb ik mijn testa ment veranderd. Twee dagen geleden beb ik je geschrapt uit den laatsten wil van den laat- sten Bramwell. Als het niet geweest was door die snelle daad van je, dan was ik er nu ge weest. Daarmee heb je mij en je zelf een grooten dienst bewezen'' K. MISSIONARISSEN VAN HET H. HART Benoemingen door het Generaal- Kapittel. Men meldt ons uit Rome: Op het generaal kapittel der Missionarissen van het H. Hart werden gekozen: tot generaal- overste de H. E. Pater Christian Janssen, pro. vinciaal van de Duitsche Provincie-, tot as-sis tenten van den Generaal de H. E. Paters Joh. Zandvliet, provinciaal der Nederlandsche pro vincie, Jos. Dépigny van de Fransche, Mozes Di Luzio van de Italiaansche en Harold Brldg- wood van de Australiaansche provincie. Tot procurator-generaal werd benoemd de H. E. Pater Aemilius Costanzi te Rome. PROFESSIEFEESTEN BIJ DE KRUISHEEREN. Op 29 September hopen drie paters Kruishee ren hun 40-jarige professief-eest te vieren. Het zijn de zeereerw. paters Badoux (uit Den Haag) te Uden Adr. Schepens (uit Uden) te Diest en H. Lamers (uit Heesch) te Maaseijek. De Amstelbrug bij de Ceintuurbaan te Amsterdam wordt verzwaard. X (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). 'T HOTEL-, CAFé-RESTAURANTBEDRIJF Is de Vreemdeling, is Vrouwenarbeid een factor in de loonpolitiek? Het zomerseizoen is voorbijvelen van over onze grenzen hebben weer een boterham ver diend, en zullen ongetwijfeld trachten werk te vinden, ook in ons landje, voor den komenden winter, gezien de nog slechtere toeetamd in dit bedrijf in verschillende landen. Het grootste percentage buitenlanders krij gen wij wel uit Duitschland en dit is geen won der, wanneer men ziet, dat einde Juli (dus boog seizoen) neig rond 83000 werknemers op die Duitsche arbeidsbeurzen stonden imgeschre ven, waaronder 40000 vrouwen, terwijl de laatst© bedTijfsitelling 147.661 mannelijke en 177.267 vrouwelijke arbeidskrachten telde, zoo dat dus resp. 29.1 en 22.6 procent der werk nemers voor dit bedrijf in het Duitsch hoog seizoen werkloos was. Dit behoeft geen commentaar. De Duitsche werknemers, welke hier zijn, zullen zeker trachten hier te blijven. Nu hebben wij verleden week kunnen lozen de berichten en tegenberichten over een Wets ontwerp en voorontwerp tot wering van vreem de arbeidskracht-en, en.... wij waren verheugd, maar toch ook angstig, omdat hier zoo makke lijk een achterdeurtje te vinden is. Eerstens zou men kunnen zeggen: Het H G R. bedrijf valt buiten dezo "Wet Tweedene zou men, gezien het feit, dat in ons land aldoor gezegd wo-rdlt: er ie een tekort aan vrouwelijke krachten, deze buiten de Wet kunnen stellen. Wij meen-en dat het moodig is, tegen beiden stellingen te moeten waarschuwen, om te voor komen, dat nog meer landgenooten dan thans reeds het geval is, aan pauperisme worden blootgesteld en to-t last van 'e Rijks-schatkist. Omtrent hef laatste mag ik iets invoegen „tusschen haakjes". (D-e Patroons In dit be drijf hebben een verzoek aan den Minister gezonden, om kwijtschelding van belasting. Het zal goed zijn tegenover gestelden e-isch te stel len: eerst al het Nederlandisch personeel aan den arbeid). Behalve dit punt zijn wij het volkomen eens diat het slecht, geweldig slecht in het bedrijf is, zóó slecht, dat wij op diit moment niet één vreemdeling noodig hebben, omdat wij be schikken over een Rijkscentrale Arbeidsbeurs, die ons de zoogenaamde achterban, de werk loozen uit de verste en kleinste plaatsen kan bezorgen (het is toch niet waar, dat dit instituut opgedoekt wordit) ook vrouwelijke krachten, voor vrouwelijken arbeid. Men zal dus het H. C. R.-bedrijf bij de wet moet.en betrekken, óók het vrouwelijk perso neel want.reeds vroeger mochten wij wijzen op een hotel, waar vrouwelijk personeel in een bediening gezet werd en hef mannelijk ontslagen; thans wordit mij weer een ander be kend Hotel gesignaleerd, waar men vrouwelijk personeel als kellnerinnen aan zal stellen en oe kellners ontsagen heeft. Ktjh. fat zijn feiten waarvoor men op dit moment de oogen nie' moet sluiten, want in oe» land zijn geen heel weinig kellnerinnen, zoodat dit bijna a tijd vreemdelingen zijn. Conclusie liigt voor dó hand; ook het vrouwelijk buitenlandsch perso neel moet geweerd. Nu heeft mem meermalen aangevoerd: hei HolLandsch personeel eischt te veeL "Vandiaar de aanhef, en hier de conclusie van wat wij er van weten n.l. een Hollandsch» kellmer heeft als loonniets (goede uitzon deringen daargelaten). De vreemdeling kellnef ....idem. Voor de kellnerinnen geldt precies betzelfde. Een kamermeisje krijgt circa 15 per maand; nationaliteit maakt hier ook geen verschil. Kortom: buffet-, keuken- en huispersoneel heb ben loonen, diie zoodanig gesteld zijn, dat de vreemdeling hier niets meer aan drukken kan, alléén.... onze measchen komen op de straat en daarom hopen en wenechen wij WERING VAN VREEMDELINGEN, TOT DE TOE STANDEN BETER ZIJN. Het Bestuur van dsn Ned. R, K. Bond van Hotel-, Café en Restau rantgeëmployeerden St. An toni us. DE LOONSVERLAGING in HET BOUWBEDRIJF Averechtsche uitkomst Ook de steenhouwers, die gerekend worden tot de bouwvakarbeiders te beboeren, zullen hun deel bij te dragen hebben, om het bouwen van woningen mogelijk te miaken, volgens de inzichten der Regeering. Het is frappant, dat ook voor deze categorie een loonsverlaging gemotiveerd wordt, om op die manier het houwen te bevorderen en de werkgelegenheid te verruimen. Immers, de loonstandaard is voor deze vak groep niet de oorzaak van hun werkloosheid, maar veeleer de onbelemmerde invoer van be werkte natuursteen. Vooral vanuit België wordt de eigenaardige tactiek gevolgd, om (doordat men daar in het bezit van natuursteengroeven en goedkoopera krachten is) ons uit te buiten en de bewerkte steen tegen bijna dénzelfden prijs te leveren als de onbewerkte. Het spreekt vanzelf, diat een loonsverlaging van 15 procent, niet steekhoudend is, omdat die verlaging gee-n invloed kan uitoefenen op dén o«belemmerden invoer van bewerkte steen. Want oe steenhouwers doen niets anders meel' dan de bewerkte steen stellen. Zoodoende wor den geen vaklui meer opgeleid, en straks zal het buitenland bet monopolie hebben van 't be werken en stellen van de natuursteen in ons land. Het eenige, wat de regeerlng lean doen, is een maat vast te stellen, waarboven slechts de natuursteen bewerkt en onbelemmerd in®6" voerd mag worden. Dan kan ongetwijfeld de kwijnende groep van steenhouwers in stand blijven en zal do prikkel eveneens blijven be- staan, om in vakbekwaamheid de buitenland sch© maesawerkers te blijven overtreffen. Dit is slechts een kernsamenvatting van een veel meer-omvattend proces, maar toch zal boven genoemde maatregel ons in staat stellen, het hoofd te bieden aan de crisis en concurrentie- vaardiig eruit te voorschijn te roepen. Moge dit vraagstuk de aandacht hebben, die het ten volle verdient! J. SCHEFFERS. BERKEL EN RODENRIJS, 20 September. CoC groenten- en bloemenveiling Ve^emglng BerlKl tn Rrvripnriis G A.rozendr. edith holen J 0.9ö ner 100 gladiolen 4—6 ct., plumoses 11 18 ct-, zinnia's' 211 ct., asters 2—6 ct. per bos, cacteeen 4__8 ct. per pot. ROTTERDAM, 20 September. (Veilingsvereen. Vrije aardbeienveiling Charlois"). Snub0°ncn. 15—18, stokprinsessen 7-12, uien gele savoye kooi 3-20-3.80, sp maz'e 8-16. triumph de vienne 24 31 per 100 kg., andy f 0 90—1 80 sla 1' 0.80—1.60, bloemkool le soort f 8 40—11 2e soort 4.40—5.80, groene savoye kool f 6—6 20ner 100 stuks, kroten 1.10—1.60, prei f 1_2 60 peen 2.90-5.60, seldery 0.80—1, radijs f iinXl20 Per 100 bos, tomaten 1.702.30 per •100 pond, meloenen 11—17 ct. per stuk. ROTTERDAM, 20 September. De prijzen heden besteed aan de Coöp. Tuinbouwveiling Rotterdam en omstreken, G.A. waren als volgt: Holl. platgl. komkommers le soort f 1.603.20, 2e soort 0.70 1.70, 3e soort 0.50—1.50, sla 0.80—2.90, andijvie 0.501.40 per 100 stuks, spinazie 510 ct., poste lein 710 ct., kassnjjboonen 3242 ct., stokprin- sessen 917 ct. per kg., pronkboonen 2—5.70, Duitsche prinsessen 7.9016.20 per 100 kg., peen. 3.40—7.20 per 100 bos. Naar het Ertgelsch van WILLIAM GARRETT 21.) Ik ging de anderen voor naar mijn studeer kamer, wiaar wij gingen zitten en een sigaret opstaken. Het gaat over den man, dien wij zoeken, verklaarde Brook. Zonder twijfel hebt ge het signalement in de ochtendbladen gelezen. Wij hebben al verschillende rapporten ontvangen, dat hij hier en daar is gezien. Er schijnt een man in het bruin gekleed in den omtrek van de dokken van Huil gezien te zijn. Een an tler rapport vermeldt zijn aanwezigheid in Edinburg. De rapporten zijn allemaal nog al vaag, maar waar hij nu ook mag zijn, ik ben er toch zeker van, dat hij in den ochtend na den moord op Farrell in Reading den trein naar Londen genomen heeft. Het is heel waarschijnlijk, gaf Drew toe, maar waaroni ben je er zoo zeker van? Omdat we de nummerplaten, welke op den Sunbeam-auto behooren, in een bruin pa pier verpakt gevonden hebben in de wacht kamer van het Euston station. Dan weet ge dus ook, wie de eigenaar van den auto is? riep ik uit. Ja. Brook haalde een papier uit zijn zak en keek het in. Zijn naam is Fane Gerald Fane, en hij woont op een adres in Knights- bridge. Groote Hemel! riep ik overeind sprin gend uit. Monica's broer. Wat, kent gij dien heer, sir Richard? jrroeg Brook verrast. Met een paar woorden verklaarde ik onze bekendheid met Monica Fane, terwijl ik ver telde van ons bezoek aan de flat den vorigen dag gebracht. Dat is vreeselijk vervelend of liever vreeselijk ernstig, inspecteur, zei ik. Geen wonder dat het meisje zoo zenuwachtig werd onder de informaties naar haar broeder. Zij moest geweten hebben, dat de auto, die bij Beading gevonden was, van hem was. Zij moet ook iets verborgen gehouden hebben, waarvan zij de ontdekking vreesde. Drew wierp zijn sigaret weg, haalde een lange sigaar uit zijn vestzak te voorschijn en begon heftig te dampen. Ik moet iets te rooken hebben, zei hij. Ik heb dit verwacht en hét past allemaal pre cies. Gerald Fane is de verbindende schakel tusschen Ricardo en Farrell. Ricardo? Brook verborg zijn verbazing niet. Wat heeft die met dien Fane te maken? Een heele boel, of ik moest een luchtle dige ruimte in mijn hoofd hebben inplaats van hersens, antwoordde Drew. Kijk eens hier, inspecteur, ik geloof, dat ik het maar het beste kan vertellen. U behandelt deze zaak met het doel den moordenaar van Farrell te pakken te krijgen. Ik daarentegen met het doel die papieren te ontdekken. Hoe staan wij tegenover elkaar. Het is gebleken, dat deze Gerald Fane, dien gij er van verdenkt den moord bedreven te hebben, de man was die Farrell bij Ricardo introduceerde. Tegelijker tijd weet ik, dat de papieren, die ik zoek, in het bezit zijn gekomen van Ricardo. Wat! Hebt ge ze gevonden? Drew gaf een kort verslag van ons gesprek met Ricardo. Die ouwe schooier is op de een of ande re manier in deze zaak gemengd en wij moe ten uitzoeken hoe, besloot hij. Het kan zijn, ilat Farrell hem de papieren gezonden heeft op de wijze zooals hij voorgeeft, maar hij moet er dan op gerekend hebben, dat Ricardo ze zou uitspelen en te gelde maken en dat is het wat Ricardo probeert te doen. Wel, dat is ten slotte Uw zaak, zei de inspecteur. Ik heb met die papleren niets te maken, noch met de redenen, waarom Farrell dien dr. Ricardo als executeur gekozen kan hebben. Mijn werk is deD moordenaar te vin den en de eerste stap in die richting is het vinden van deze Fane. Misschien heeft hij den auto wel niet naar Old Farm gereden, zei ik zonder het zelf te gelooven. Iemand kan den auto geleend of gestolen hebben om hem daarvoor te gebrui ken. Dat zullen we gauw genoeg ontdekt heb ben. Na hetgeen U mij echter verteld hebt over zijn weg blijven op Zondag, lijkt het mij tamelijk onwaarschijnlijk. Dat wijst er weer op, dat de man zich schuil houdt of mogelijk het land reeds heeft verlaten. Die verwensch- te vertraging heeft den man enkele dagen voor sprong gegeven en dat maakt onze taak veel moeilijker. Ik heb echter een bevel tot huis zoeking laten opmaken en ben van plan zijn flat in Knightsbridge eens aan een grondig onderzoek te gaan onderwerpen. Ik zou graag zien, dat jullie meeging. Het feit, dat U Fa ne's zuster kent, maakt de zaak veel gemakke lijker. Yoor U zeker, merkte ik een beetje bit ter op. Terwijl wij in een taxi door de regenachti ge straten reden, voelde ik mij bestormd door de somberste voorgevoelens. Tot nu toe hadden de geheimzinnigheden verbonden aan het drama van Old Farm, het prikkelende ge voel van een avontuurtje om mijn ledige da gen te vullen, mij volslagen beziggehouden H^t gevoelen van louter toeschouwer was meer en meer op den achtergrond geraakt en lang zamerhand had ik mij tot het uiterste ver diept in de oplossing van het raadsel, of het mijzelf ten sterkste aanging. Nu begon ik ech- ter duidelijk te beseffen, dat het zich mengen in een andermans zaken, met welke goede en behulpzame motieven dat ook gebeurt, bijna altijd moeilijkheden van de een of andere soort medebrengt. Ik voelde mij geneigd Fred die Langdale en zijn harts-aangelegenheden te verwenschen. Zelfs begon ik het Drew kwa lijk te nemen, dat hij mij in deze zaak ge sleept had, waarvan ik het eind niet kon zien. En tenslotte had ik zoo'n idee, dat die be roemde dr. Ricardo om de een of andere on bekende reden een net over ons uitspreidde, waaraan wij niet konden ontkomen. Met een ruk maakte ik mezelf echter los van al die sombere bespiegelingen en tegelijkertijd zag ik de zaken weer in een vroolijker licht. Drew had mij tenslotte aangeraden mij uit deze zaak terug te trekken, iets wat ik per tinent geweigerd had. En Freddie Langdale had mijn hulp ingeroepen, welke ik hem ook beloofd had. De zaken zouden voor hem en het meisje moeilijk genoeg worden. Ik was er inwendig van overtuigd, dat, wat haar broe der ook zou blijken te zijn, zij volkomen all right was. Ik kreeg een vluchtig visioen van haar bekommerde, verschrikte, bleeke gelaat, zooals ik dat Zondag even gezien had en be sloot dat, indien mijn tegenwoordigheid er misschien toe zou kunnen bijdragen dat zij met meer toegevendheid en consideratie door de politie behandeld zou worden, zij op mij kon rekenen. De oude Maggie opende de deur en ver telde, dat haar jonge meesteres uit was. Toen Brook verklaarde, wie hij was en het doel van zijn komst uiteenzette, maakte zij geen bezwa ren tegen ons binnenkomen. Zij opende haar mond, als om iets te zeggen, doch met een ruk sloten haar kaken weer op elkaar. Wanneer heb je mr. Gerald Fane het laatst gezien? vroeg Brook haar, terwijl wü in de kleine hall stonden. Dinsdag geloof ik, antwoordde zij. Brook keek ons veelbeteekenend aan. Hoe laat? In den vooravond ongeveer. Is hij sedert dien niet meer hier ge- geweest? Niet dat ik weet. Maggie's gelaat werd grimmiger. U kunt het best zoo gauw moge lijk met dat onderzoek beginnen. Miss Moni ca kan ieder oogenblik thuis komen en ik zou haar niet graag van streek zien gemaakt door de aanwezigheid van de politie in huis. Zij keek Drew en mij vijandig aan. Of van politie, als vrienden vermomd, voegde zij er hatelijk bij. Dat daar is de kamer van mr. Gerald. In dien U mij niet kwalijk neemt, ga ik aan mijn werk. Zij wees op een deur die op de gang'uit kwam, waarna zij naar de keuken ging waar wij haar even later hartstochtelijk het vuur hoorden oppoken. Wij begaven ons naar Gerald Fane's slaap kamer en keken nieuwsgierig in het rond. Om de een of andere reden voelde ik mij een beetje schuldig. Het kwam mij niet behoor, lijk voor in de afwezigheid van de bewoners een huis te doorzoeken, zelfs al was een van hen naar alle waarschijnlijkheid een brutale moordenaar. De kamer was smaakvol en kostbaar gemeu beld in glanzend mahonie. Het meest trok de aandacht een groote antieke huik-kast vol laden. In een van de hoeken was een groote hangkast en Brook begaf zich terstond daar heen. Op haken en knaapjes hing er een groo te sorteering kleeren en bovenop zagen W1J terstond een zware, bruine overjas. Met. een uitroep van verrassing haalde de inspecteur die te voorschijn. Deze beantwoordt aan de beschrijving van de jas, welke Farrell's bezoeker gedragen moet hebben, zei hij. Het gaat er op lijken, alsof die oude vrouw gelogen heeft. Gerald Fane moet toch thuisgekomen zijn. Bruine overjassen ziet men overal, merk te ik zwakjes op. Hij gaf geen antwoord, maar begon ook de overige kleedingstukken te onderzoeken. Met een uitroep van triomf haalde hij al spoedig een bruin costuum te voorschijn, dat opge rold achter in de kast lag. Een onderzoek wees uit, dat een van de knoopen van het vest ontbrak. De inspecteur haalde uit zijn vestzak een bruinen knoop te voorschijn en hield dien op de plaats van de ontbrekende. Dit is de knoop, dien ik in Farrell's mu ziekkamer opraapte zei hij. U ziet dat die pre cies bij de andere knoopen paaL Dat laat geen twijfel over, dat het Gerald Fane was e rell op den avond van den moord bezOC 1 11 gelukkigerwijze beteekent het -tevens> a uj er in geslaagd is nog naar huis te omen om van kleeren te verwisselen. Ik moet P™oeeren uit te vinden wat hij nu aan heeft Dat moet gemakkelijk ëenoeS zijn, in dien zijn zuster of de dienstbode ons wil hel pen, merkte Drew op, maar geen van beiden zal daar wei veel voor voelen- Dat zullen zij wel -moeten, kondigde Brook vroolijk aan. Hij gedroeg zich als een hond die het spoor gevonden heeft, met zün neU3 er hoven op, en met groeiend onbehagen sloeg ik de zakelijke manier gade waarop hij de geheele kamer het onderste boven- keerde. De toilettafel be vatte niets en daarom begon hij aan de groote ladenkast. Deze bevatte dassen, zakdoeken, boorden, sokken, on-derkleeding enz. en uit de onderste lade llaalde hij een paar bruine schoenen te Vo«rschijn, die in een zijden shawl ger-old waren, alsmede een gekreukten brief, die verborgen lag onder een stapeltje pyama'3- De s°hoenen waren bedekt met opge droogde modder. Ik vermoed, dat deze in onze befaamde voetsporen zaj pasgen_ zej hij terwijl hij den schoen onderzoekend omhoog hield. En hier hebben wij de ghawl die hij droeg. Blijkbaar beeft Fane in alle haast van kleeren verwis seld. Het lijkt er bijna op, alsof hij dit ge daan heeft, zonder dat de vrouwen het ge- merkt hebben. Die ouwe tartaar in de keuken 2(111 nooit goedgevonden hebben, dat die schoe- nen ongepoetst in de kast werden gezet. La ten wij nu den brief eens bekijken. Terwijl hij het papier gladstreek, herkende /k tot mijn verrassing het n-u reeds bekend geworden handschrift. Langzaam las hij den brief voor. Beste Gerald. Ik heb evenveel spijt over de reden van ons ongenoegen als jij. Mijn bedoeling was je te genezen van de gewoonte verdoovende midde len te gebruiken, waaraan je spoedig genoeg ten gronde gegaan zou zijn. Ik stel het op prijs, dat je h-et mij zoo kwalijk neemt dat ik geweigerd had je datgene te geven, waarvan ik zelf zoo vaak gebruik maak, maar je moet niet vergeten, dat ik veel sterker ben dan jij en dat ik er niet zoo spoedig aan verslaafd zal raken ais bij jou het geval is geweest. Waar ik mij echter tot op zekere hoogte daar voor verantwoordelijk gevoel, zal het mij aan. genaam zijn je er nog wat van te geven, op zekere voorwaarden. Indien je Dinsdagavond met den auto naar Tanner's Green wilt ko men zul je mij thuis vinden en kunnen wij de zaak bespreken. Je weet het beste, wat dit voor jou beteekent. Ik verwacht je omstreeks acht uur. Je toegenegen, LOUIS FARRELL. Brook zweeg en er heerschte even doodsche stilte, terwijl hij den brief opvouwde en in zijn zak stak. Zonder twijfel had-den v ij allen dezelfde gedachte. Alleen bekeken w ij bet van verschillend standpunt. Deze brief leverde het schier overtuigende bewijs, niet alleen van Gerald's Fane bezoek aan Farrell maar ook van een verhouding tusschen die twee man nen, waaruit het motief van den -moord opge maakt zou kunnen worden, Verdoovende mid delen! Herinneringen aan de Arnlngton-zaak en aan de vreeselijke beteekenis van het woord flitsen door mijn brein. Ik moet zeggen, dat ik in deze zaak geen moment aan verdoovende middelen gedacht lieb, zei Brook ten slotte, dat brengt een nieuw element naar voren. Dat moet je niet zeggen, zei Drew. Her inner je je niet, dat dr. Clarke opme-rlc'e' Farrell's arm duidelijke sporen vertoonde vad herhaalde onderhuidsche injecties- Neen, h-e-t brengt geen nieuw element naar voren, maar het geeft aan een oud element nieuwe be teekenis. Dat komt op hetzelfde neer, verklaarde Brook. Wij hebben nu zoowat genoeg bewijzen tegen dien Fane om hem te doen hangen. In dien ik n-u nog de hand kon leggen op een foto van hem, zou mijn onderzoek hier volledig ge weest zijn. Er zal er wel ergens een zijn. Er ja er ook een, vertelde Drew hem, ter wijl hij het portret in de zitkamer beschreef. Wat mU betreft, zou ik dit maar al te gaar ne tegenover den inspecteur verzwegen heb ben. Bij ieder nieuw feit, dat het net om Mo nica's broeder nauwer toehiaalde, voelde ik het verlangen om hem te helpen zwakker worden. Waarom ik een soort sympathie ge voelde voor een man, dien ik nooit gezien had en van wien ik niets goeds wist, zou ik niet hebben kunnen verklaren, tenzij bet was dat zijn fascineerend zusje en mijn zorgen voor Langdale's welzijn mij in zijn voordeel beinfluenceer-den. D-rew scheen deze scrupules echter niet te voelen, want nadat hij den inspecteur ge holpen had de resultaten van zijn onderzoek te verzamelen, ging hij hem voor naar de zit kamer waar bij het portret van Gerald Fane van den schoorsteen afnam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 12