UIT BIADEM EU
TIJDSCHRIFTEN
DE BERLIJNSCHE LUCHTVAART-
TENTOONSTELLING.
ENGELANDS RECORDS
WOENSDAG 5 OCTOBER 1932
IN DE LUCHT EN OP HET
LAND.
MINDER ZELF-RECLAME, MAAR
NIET MINDER PRESTATIES.
BOUWT UW EIGEN VLIEGTUIG
De vliegende auto en de ideale
weekend motorboot.
NIEUWS OP DE „DELA".
SERVICE'
SLECHTE LECTUUR
Uit de „N. Tilb. Ct." knippen wij het volgende
hartige woordje
Een leesbibliotheek, tenzij een die zich op
zuiver katholieken grondslag plaats, vormt
op zichzelf een gevaar voor een katholiek
volk.
Een leesbibliotheek, waarin boeken ver
krijgbaar zijn met onzedelijke, onkatholieke,
onsocialë strekking, is een gevaar toor een
volk in het algemeen.
Wanneer wij de zaak alleen van katholiek
standpunt en in het belang van een katho
lieke bevolking bezien, is het aldus gesteld,
dat een bibliotheek, waarin absoluut veroor
deelde en veroordeelenswaardige boeken voor
komen slechts een klein aantal van het
groot contingent verkeerde boeken is met
name op den index vermeld ook zelf abso
luut veroordeeld moeten worden en door de
katholieken in het algemeen als gevaarlijk
en verkeerd moet worden vermeden.
In de door dr. de Brouwer bestreden 6n
in welhaast alle openbare niet-katholieke
bibliotheken komen boeken voor welke door
het index-verbod direct en ook wel eens indi
rect zijn getroffen.
Nu zegt Canon 1398 van het Kerk. Wetboek
81, dat het boekenverbod uitwerkt, dat een
boek zonder behoorlijk verlof niet mag wor
den uitgegeven nóch gelezen, nóch bewaard,
nóch verkocht, nóch In andere taal vertaald,
nóch op eenige wijze mag worden medege
deeld (uitgeleend enz.).
Nu zal men het gemakkelijk inzien dat, alle
ophitserij ten spijt, de beheerders van zulke
bibliotheken in geen enkel opzicht de bevoeg
de personen zijn om uit te maken of een der
vele gevaarlijke boeken voor een bepaalden
aanvrager gevaarlijk zijn of niet, en zeker
niet om te onderzoeken of de aanvragers het
noodige verlof hebben een door 'den index
verboden boek te lezen, of dit, gesteld dat er
eens zulk verlof was, mag worden bewaard
in een gezin, of de aanvrager al dan niet
oordeel genoeg heeft om te weten aan wie hij
het kan uitleenen enz. enz.
We zullen maar buiten alle gissing laten
of zulk een bibliotheek tot eerste doel heeft
geld te verdienen ook ten koste van de ver
spreiding van verderfelijke lectuur, dan wel
of zij een directe verspreiding los van winst
bejag bedoelt.
Maar het staat bij ons vast, en zal ook bij
'p alle katholieken vast staan, dat er nooit een
aanslag kan worden gepleegd op het geloof
en de zeden van ons Roomsche volk, zóó ver
derfelijk en zóó gevaarlijk, als de propaganda
van slechte lectuur.
Naar onze overtuiging is alle socialistische
propaganda van onzen tijd daarbij slechts
kinderwerk. Een door communistische propa-
ganda gevallen katholiek komt nog wel dik
wijls terug, een door slechte lectuur vergif-
i tigd katholiek nooit, of bijna nooit.
I
HET REGEERINGSBELEID
Prof. A. C. Josephus Jitta schrijft o. m. in
de „Groene"
De eerste indruk, dien de burgerij uit de
bladen omtrent het programma voor het vol
gende jaar moet ontvangen, is, dat de regee
ring niet weet, wat zij wil.
Zoo heeft niemand minder dan de hoofd
redacteur der N. R. Ct. in het avondblad van
Dinsdag J.l. aan den volke als zijn meening
uitgesproken, dat de regeering „al wat op de
financiën betrekking heeft met den mante'
der liefde voor de publieke belangstelling
bedekt houdt" en dat wij bestuurd worden
door een regeering, „die met de handen in
het haar zit en niet weet, wat zij doen zal".
Die voorstelling van zaken is volkomen
onjuist. De man, die op dit voor een journalist
moeilijke opgenblik, deze woorden uit zijn
pen deed vloeien, wist dat enkele uren, nadat
hij die woorden had neergeschreven en eenige
uren vóór zij door de abonné's op zijn blad
zouden worden gelezen, de Minister van Fi
nanciën de millioenennota, waarin het pro
gramma der regeering nauwkeurig is om
schreven, in de Tweede Kamer aan den voor
zitter zou overhandigen.
Men kan van Minister de Geer zeggen, dat
hij te diep ingrijpt of niet diep genoeg, maar
de bewering, dat hij niet weet, wat hij wil,
kan geen redelijk mensch voor zijn verant
woording nemen.
ONZE UNIVERSITEIT
„Ons Noorden" schrijft:
"Wij behoeven natuurlijk niet meer de rede
nen op te geven, waarom het van zoo ont
vettend groot nut is, dat er voor ons Katho
lieke volksdeel een Katholieke Universiteit
bestaan moet, een ieder, die eenigszins Katho
liek denkt en voelt, is daar natuurlijk van
overtuigd.
Ook behoeven 7.3 niet meer de meerdan
dwaze opwerping te weerleggen, welke zoo
nu en dan nog wel geopperd wordt, n.l. mijn
kinderen gaan toch niet naar de Universiteit,
dus behoef ik haar ook niet te steunen; alsof
de mensch een groote eenling was, die zich
van alle andere menschen niets heeft -aan te
trekken en iedere sociale gedachte hem
vreemd behoort te zijn.
Toch dreigt er een groot gevaar voor de
thans voor de deur staande collecte ten bate
van dit instituut. En dan bedoelen we niet
zoozeer de onmogelijkheid, veroorzaakt door
de slechte tijden in zoovele gezinnen, om te
offeren. Wij kunnen ons zeer goed indenken,
dat er thans katholieken zijn, die wel in
heilige liefde voor hun geloofsovertuiging
gaarne zouden geven, maar in deze tijden het
volstrekt niet kunnen, omdat zij zelf niet be
zitten. Het centrale bestuur van die St. Rad-
boudstichting, welke deze collecte onder alle
Katholieken jaarlijks organiseert, is hiervan
overtuigd, en beschouwt dit niet als een ge
vaar; wamt voor een gevaar, wat men te
voren kent, kan men zich in acht nemen.
Er bestaat echter een groot gevaar, en dit
Is, dat de overigen zich in dezen al te veel
collegiaal zullen toonen in den verkeerden
zin van heit woord. Nu er zoo ontzettend veel
over crisis en malaise wordt gesproken, en
dit euvel ook werkelijk zoo schrikbarend aan
wezig is, bestaat er een gTOOt gevaar, dat
degenen, die niet of weinig onder de crisis te
lijden hebben, zich onbewust hierachter zul
len verschuilen, en minder zullen geven voor
dit zoo ontzaglijk noodzakelijke doel.
Wij meenen goed te doen, alverens de col
lecte-tijd aanbreekt, hierop te wijzen, ja zelfs
er aan toe te voegen, dat degenen, die nog
kunnen geven, in dezen tijd juist een duren
plicht hebben.
Dat er crisis is, is niet de schuld van de
Universiteit; dat zij den steun van Katholiek
Nederland noodig heeft, is overduidelijk.
Wanneer er nu een groote categorie van men
schen niet kan geven, of niet zooveel kunnen
offeren, dan is het plicht en we willen
dit woord onderstrepen dat de overigen
in dezen tijd dit daardoor ontstane tekort
aanvullen, en dus meer geven.
Overweegt dus bij U zelve, wat in dezen
uw plicht is, en wanneer straks de Zelatricen
bij U aankloppen, geeft dan zooveel dait de
totaal opbrengst niet minder zij, dan in tijden
van voorspoed.
STAAT EN MAATSCHAPPIJ
Uit een schrijven van prof. mr. de Vries
aan de „Avondpost":
Het is wel smartelijk voor mij, die uit liefde
voor de zaak, méér dan eenig ander auteur
in Nederland, gewerkt heb in en gepubliceerd
heb over de geschiedenis der arbeidswetge
ving van 18701901 in binnen- en buitenland,
nu moet ervaren dat verondersteld wordt,
dat ik terug zou willen tot de periode van
vóór het baanbreken der sociale wetgeving.
Ik heb juist gezegd dat ook de sociale wetge
ving haar leeftijd heeft. Wij behoeven er dus
niet bij te blijven staan. Eens komen wij wéér
uit den greep dezer staatsbemoeiing. Wanneer
1 de maatschappij haar zorg heeft overwonnen!
Dat is niet een donkere reactie, maar een
1 zucht naar behoud van de zelfstandige waarde
van het maatschappelijk leven zelf. Het is mo
gelijk, dat nu, op den dag van vandaag, vol
doend-goede sociale toestanden zonder in
grijpen van den staat niet bereikbaar zouden
zijn. Het is wellicht dus een ver ideaal, dat
t ik stelde, maar waarheen stuurt hij, die dit
ANTI-REVOLUTIONAIREN EN
CHRISTELIJK-HISTORISCHEN
Aan het slot van de artikelen-reeks in de
.Standaard", gewijd aan het anti-revolutionair
program, schreef dr. Colijn:
De vraag of eene vereeniging van de
afzonderlijk georganiseerde protesitantsch
Christelijke groepen, en met name van A.-R.
en C.-H. tot de mogelijkheden kan worden
gerekend, vordert allereerst een onderzoek
naar den inhoud van haar beginselprograms
En dan valt tusschen A.-R. en C.-H. geen
zoodanig verschil te constateeren, dat een
vereeniging tot één groote Protestantsch
Christelijke groep daarop zou moeten afstui
ten. Ook de verschillen die zich in de prak
tijk van het staatsleven tusschen beide open
baarden, zijn over het algemeen niet grooter
dan, bij een gezond partijleven, in elke par
tij toelaatbaar geacht mogen worden.
Toch is er tenslotte wel een zoodanig ver
schil, dat, voor een politiek te overziene
toekomst, op mogelijkheid van vereeniging
geen uitzicht schijnt te bestaan.
Dat verschil is er vooral een van senti
ment.
De A.-R. partij is sterk interkerkelijk
Waarschijnlijk behoort niet veel boven de
helft harer kiezers tot de Gereformeerde
Kerken, in elk geval niet meer dan 60 pet.
De overigen, die op de partij hun stem uit
brengen, behooren dan in overgroète meer
derheid tot de Ned. Herv. Kerk, terwijl de
partij ook in Luterschen en Doopsgezinden
kring hare leden telt.
De C.-H. Unie daarentegen is zoo niet
uitsluitend, dan toch zeer overwegend Ne
derlandsch Hervormd en daardoor niet naar
haar program, doch wèl naar sentiment,
méér kerkelijk gekleurd dan de Anti-revolu
tionaire groep, die ook in haar afvaardiging
naar Gemeenteraden, Staten-provinciaal en
Staten-Generaal, geen eenzijdige samenstel
ling heeft.
Dat de kerkelijke gedeeldheid onder de
Protestanten in ons land, en dat de bot
sing der theologische richtingen ook
groote schade heeft gedaan aan een ge
zonde politieke volksontwikkeling, staat
buiten kijf. Dat die jammerlijke gedeeld
heid zal blijven* bestaan zoolang het kerke
lijk vraagstuk in den boezem der Hervorm
de Kerk niet door de KeTk zelf tot een
bevredigende oplossing is gebracht, schijnt
ons vrij zeker. En zoolang zal, zoo we goed
zien, een vereeniging van Antirevolutional
ren en Christelijk Historischen ook niet te
wachten zijn.
ideaal niet in het oog houdt.
De „Nederlander" antwoordt hierop:
Niet minder dan dr. Colijn dragen wij
leed over het feit, dat de belijdende pro
testanten niet politiek als een eenheid op
treden. Eén fractie van 28 leden inplaats
van 4 fracties met 13+11+3+1 leden -zou
waarlijk voor de goederen, die hun allen en
hun gezamenlijk dierbaar zijn, in ons volk
iets kunnen beduiden
Meer dan dat.
Het gaat niet enkel om Invloed oefenen.
Het gaat er mede, ja allereerst om, dat be
lijders elkaar niet bestrijden en dus den
Naam smaden, die hen vereenigen moest.
Wij zullen dan ook zeker niets doen, dat
de kloof verdiepen of verbreeden kan. Wij
zullen o.a. de vraag niet opwerpen, wie „de
schuld" heeft van de splitsing. En wij
zullen in het algemeen zoeken wat ver-
eenigt, niét wat verdeelt
Met volledige instemming lezen wij, dat
het onderscheid gezocht moet worden op het
terrein van het sentiment daar komen
wij op terug op dat van het kerkelijk
sentiment vooral.
Dus n i e t in de buurt van het conservatief
of vooruitstrevend en diergelijke, wat vroe
ger zoo vaak werd gezegd. Niet in som
mige losse programpunten afgezien van
die, waar het „Kerkelijk Sentiment" zich
verraadt.
Dit is reeds winst.'.
Treedt echter de schrijver in hijzonder-
heden, dan. moeten wij zeggen, dat op
tweeërlei punt wij een ietwat anderen blik
hebben.
De C. H. Unie is niet minder interkerke
lijk dan de A. R. partij. Naast Neder-
lan-dsch Hervormden vindt men er Luther-
schen, Gereformeerden, Gereformeerden in
hersteld verband, Baptisten enz. enz. Wij
vragen ons af, of percent en stempel van
de leden der Gereformeerde Kerken in de
A. R. partij wel heel veel minder is dan
procent en stempel van de Hervormden in
de C. H. Unie.
De vermelding van „het kerkelijk vraag
stuk" binnen de Hervormde Kerk verstaan
wij in dit verband niet voixomen.
Stel, dat door een reorganisatiebeweging
in de Hervormde Kerk deze daadwerkelijk
worden zou, wat zij naar haar kerk-orde is:
een belijdende kerk zouden dan A.R. en
C.H. één kunnen worden?
Wij twijfelen om voor heit minst twee
redenen.
Dat uit de Gereformeerde Kerken sinds
1892 reeds weder twee belijdende kerken
voortgekomen zijn, bewijst toch wel, dat
men althans in Nederland zelfs met
een belijdend karakter er nog niet is.
Bovendien zou de onderstelling wezen,
dat na bedoelde reorganisatie de Hervorm
den, de Gereformeerden, de Gereformeerden
H. V. en de Chr. Gereformeerden in één
kerkelijk verband zouden gaan leven.
Helaas daaraan gelooven wij niet.
Met de wijze waarop dr. Colijn het ker
kelijk vraagstuk binnen het erf der politieke
partij-formatie stelt, kunnen wij dan ook
niet geheel accooTd gaan.
x Wij zeggen dit, Doch wij laten het bij een
sobere aanduiding. Voor een uitwerking, die
tot een zekere botsing van gevoelens zou
kunnen leiden is het indien al ooit
thans zeker niet de tijd.
Wel herhalen wij met groote instemming
de formule: dat het onderlinge verschil er
vooral een is van „sentiment".
Toen wij eenigen tijd terug reden hadden
om over ditzelfde onderwerp te schrijven,
hebben wij de aanduiding „mentaliteit" ge
bruikt.
Dit komt vrijwel overeen met wat de heer
Colijn thans zegt.
Inderdaad, ddar schuilt het.
Nu hebben beide mentaliteit en sentiment
dit eigenaardige, dat ieder weet wat de
woorden bedoelen en dat niemand het om
schrijven kan.
In het onderhavige geval is dat minder
dan ooit een bezwaar.
Er zijn verschillen. Doch deze zijn geens
zins van dien aard, dat zij de partijen tot
eikaars tegenstanders behoeven te maken.
En ze laten wel alle ruimte voor weder-
zijdsch verstaan en voor een opstelling
schouder aan schouder.
GEBREK AAN AGITATIE-STOF
De C. H. „Nederlander" neemt als volgt een
loopje met de kunstmatige agitatie in den roo-
den hoek:
Toen S.D.A.P. en N.V.V. hun groote actie
tegen Weiter op touw zetten, hebben wij
opgemerkt, dit dit rijkelijk vroeg geschiedde.
Men wist immers niet, wat de regeering
doen zou. Dies schreeuwde men, voordat men
werd geslagen.
Dit is politiek niet beleidvol. Want dan
blaast men te vroeg stoom af; dan is er geen
voldoende stoom meer over tegen den tijd,
dat het meenens wordt.
Bovendien was de kans nog altijd open,
dat de regeering niet zou doen datgene, waar
tegen men stond te ageeren en te protestee
ren. Hetgeen met zich brengen zou, dat men
een lichtelijk zot figuur slaat.
Dien" kant gaat het nu al aardig uit.
Men neme maar den aanvankelijken indruk,
dien millioenennota en begrootingen, maken.
Hoe is de toestand?
Wij weten, dat Ruys en de Geer de zet
bazen zijn der bezitters, de zaakwaarnemers
der kapitalisten en de vijanden der arbei
ders.
Op zichzelf is dit niet ongelukkig; want nu
weten wij, tegen wie wij vechten moeten. Dit
doen we dan ook.
De positie zou echter wel aangenamer we
zen, wanneer de heeren hun ware karakter
ook in hun daden tot uiting brachten. Men
zou dan kunnen agiteeren met feiten; hetgeen
altoos veel beter gaat dan agiteeren met iets
anders dan feiten.
Doch wat doen nu de heeren, die voor de
bezitters en tegen de arbeiders zijn?
Uit een uitgeknepen defensie-begrooting
knijpen ze nog negen millioen; belasting leg
gen ze op met een progressie voor rijken tot
150 percent; een blijvende salaris-korting voe
ren ze niet in; een generale verlaging van
steun-normen komt niét tot stand; de sociale
wetgeving wordt niet afgebroken.
Onzes inziens is dit onbehoorlijk. Wat
iemand is, dat moet hij ook durven wezen;
Ruys en de Geer durven het niet. Bovendien
moet men nu een massa tijd verliezen met het
zoeken van nieuwe agitatie-stof.
Die wordt wel gevonden, wees gerust. Maar
ze ligt niet voor het grijpen; helaas ligt zelfs
het tegendeel voor het grijpen. En het is ons
niet duidelijk, waaraan -de rég'eerifig hêt vèTrn
ontleent om derwijze en dermate de agitatie
te bemoeilijken.
Naar ons oordeel moest zoo iets eenvoudig
verboden zijn.
LOONSVERLAGING BIJ DE
ARBEIDERSPERS
De sociaal-democratische voorman, F. v.
Wal, schrijft in het „Grafisch Weekblad":
Er is niet veel dat in de laatste weken in
de Nederlandsche pers en in de kringen der
moderne arbeidersbeweging zooveel stof heeft
opgejaagd als de loonsverlaging, welke aan
de drukkerijen van „De Arbeiderspers" ten
opzichte van de typografen is toegepast ge
worden.
Wat ook niet anders verwacht kon worden,
want het geval is haast verbijsterend. Ver
bijsterend vooral in deze periode, nu partij
en vakbeweging overal de arbeiders in het
geweer trachten te roepen, om zich met alle
beschikbare middelen te verzetten tegen de
vele bezuinigingsplannen thans reeds voor
stellen geworden van de regeering en
waarbij de voorgenomen loonsverlaging voor
het overheidspersoneel een der grootste aan-
valsvlakken vormt. Uit zuiver tactische over
wegingen had men zich al moeten onthouden
van het toepassen dezer loonsverlaging aan
een zaak, welke eigendom is van de moderne
arbeidersbeweging en voor welker totstand
koming de vakorganisaties tot aan den laatsten
cent het standkapitaal leverden.
Het formeele recht tot het toepassen dezer
toonsverlaging wil ik niet betwisten. Met het
collectieve contract in de hand kunnen de
typografen zich er niet tegen verzetten. Maar
moreel is verzet ertegen alleszins gewettigd.
Terecht werd dan ook op het jongste congres
van de sociaal-democratische arbeiderspartij
door verschillende afgevaardigden, tegen de
loonsverlaging protest aangeteekend. Dat de
partijleiding trachtte hen met een kluitje in
't riet te sturen, was niet fraai, doch valt te
verklaren. Ditmaal lieten echter de opponen
ten, die te zeer van hun goed recht overtuigd
waren en schade voor de partij en haar actie
duchtten, zich niet zoo gemakkelijk uit het
veld slaan. Maar de meerderheid der goege
meente liet zich door de uiteenzetting der con
gresleiding overtuigen en stemde tegen de ge
stelde motie, waarin werd uitgesproken, dat
de toegepaste loonsverlaging ongedaan ge
maakt diende te worden.
En dit ondanks het feit, dat de motiveering
van de houding der directie van „De Arbei
derspers", vooral in verband met de voorge
nomen actie tegen toepassing van loonsverla
ging op het overheidspersoneel, uiterst zwak
was. Ik wil geen groote woorden gebruiken,
maar anders zou ik van misleidend durven te
spreken.
Overzicht van een der zalen in de Tentoonstellingshallen aan
den Kaiserdamm te
Berlijn, waar de luchtvaart-show gehouden wordt.
(Van onzen correspondent)
BERLIJN, 1 October 1932.
MINDER DAN EEN MINIMUM"
De „Volk"-redacteur Matthijsen heeft Rus
sische fabriekscantines bezocht en schrijft in „Het
Volk" van 28 September
wie zich voor 35 kopeken bij de „Pro
letarische Overwinning" moet voeden, krijgt
een allesbehalve overdadig kindermaaltje.
Wie hieruit nu de voor de hand liggende
conclusie trekt, dat de Russische fabrieken door
ontvleeschde skeletten bevolkt worden, vergist
zich. Ondervoed wordt, naar mijn indruk, de
jonge arbeider, vooral, wanneer hij, zooals
met duizenden het geval is, alleen staat in de
groote stad. Zestien-, zeventien jarigen zien er
over het algemeen te schraal uit. Dat is met
de volwassenen niet het geval. Zij kunnen
tenzij zij zwaar werk doen met minder toe
dan de jeugd en krijgen meer. Over het alge
meen te weinig naar de eischen, die Holland-
sche magen stellen. Maar in Rusland heb ik
sterk het gevoel gekregen, dat men liet met
minder stellen kan dan wat wij een minimum
achten (curs. „Msb."). Alleen het pleizierige
gevoel van verzadiging zal de Russische ar
beider bij het normale rantsoen moeten missen.
Dat wordt eerst a raison van 4 roebel bereikt,
wat slechts een kleine minderheid zich kan
veroorloven/'
Vier jaar zijn reeds weer vervlogen, sedert
"Berlijn zijn „Ila", zijn Internationale Lucht-
vaarttëntoo-nsteUing liet zien. Het was dus
hoog tijd, dat men op dit populaire gebied weer
eens terug kwam en daarom heeft men nu de
Dela", de Duitsche Luchtvaarttentoonstelling,
georganiseerd. Deze is hedenmiddag officieel
geopend en op grond van hetgeen wij ér reeds
van te zien kregen, kan men gerust aannemen,
-dat deze onderneming een zeer goede pers
hebben en derhalve slagen zal.
De Dela staat op twee wijzen in het teeken
der tijden, die wij momenteel beleven. Eerstens
is zij niet internationaal en twe-edens heeft zij
het accent op de goedkoopheid gelegd, hetgeen
in de vliegerij noodzakelijkerwijze op de sport-
machine uitloopt. Versaille-s heeft de Duitsche
vliegkunst vele kluisters aangelegd. Hiervan
werden er verschillende reeds geslaakt, maar
de spo-rtvliegerij is ,in vergelijking met andere
landen, toch nog aanzienlijk gehandicapt, bijv
door het verbod aan rijk en staten deze bran
ch© met subsidies of op andere manieren te
steunen. Desniettemin heeft het jonge Dultsch-
land iriéh met groote vlijt op de-ze vertak-kin,t
van de luchtscheepvaart toegelegd en de De'ia
is nu ddar om een, nieuwen stoot in deze rich
ting te geven. De jeugd moet de lucht in, is de
leus, en daarmee kan men op de scholen reeds
een aanvang maken.
De Dela geeft daarvan een bewijs, en wel
door de resultaten aan den muur te hangen
van een wedstrijd, Welke onder de kinderen
was uitgeschreven, met het doel de plaats uit
te vorscheo, die het vliegen in hun fantasie
inneemt. Om hun wat leiding te geven, had
men hen uitgenoodigd hun gedachten over
drie sprookjes te laten gaan, waarin van vlie
gen gewaagd wordt en deze dan tot onderwerp
voor een tee-kening te kiezen. Er kwamen zoo
veel aanbiedingen in, dat slechts een derde op
gehangen kon worden, en nog zijn er zooveel,
dat men uren noodig heeft ze stuk voor stuk
met aandacht te bekijken. Maar reeds een eer
ste oogopslag geeft de zekerheid, dat zulk een
studie de moeite waard is, want er hangen
daar aan de muren inderdaad vele schilder
stukken, die niet alleen een blik in de kinder
fantasie toe laten, maar die ook goeden moed
geven op het stuk van dp beeldende vaardig
heid van Duitsohland's hoop.
Heeft in deze afdeeling de fantasie 'n vrijen
loop gekregen, dan speelt zakelijke nuchter
heid in een aanverwante afdeeling de hoofdrol
en wel in die, waar men kinderen vliegtuigen
uit hout en ijzerdraad ineen laat knutselen.
Vandaar is het nog maar één stap en het
werkelijk serieuse knutselen begint. Er is n.l-
een firma in Duitsehland, die op groote schaal
de, laten we maar zeggen, edele deelen van
werkelijke vliegmachines in den handel wil
brengen, de motoren en de schroeven met nog
een paar onderdeelen, waar het hijzonder op
aankomt. De rest van het vlifgtuig moeten be
langstellenden dan zelf maar bij elkaar knut
selen. Zwirko, d-e Pool, die de laatste rond
vlucht door Europa won, maar een paar da
gen later zoo ongelukkig aan zijn eind kwam,
vloog, gelijk misschien bekend, in een toestel
dat hij geheel zelf had samengesteld. Deze weg
moet het uit en de kans, dat dit geschiede®
zal, is groot. Want met -behulp van het z.g.
„Baukaste-nfliegzeug", kan men nu voor 120-0
gulden zich in het bezit van een eigen vlieg
machine stellen, en het ding nog op stotteren
betalen op den koop toe. Nog goedkooper na
tuurlijk zijn de motorloOze machines, en aan
deze is dan ook een passende ruimte afgestaan
welke wel veel bekends samenvat, maar niets
nieuws biedt.
Natuurlijk is er op de Dela ook een histori
sche afdeeling, en deze fungeert prachtig als
aanvuring op de gemoederen van die enkelen
die ietwat twijfelachtig over den verderen
voortgiang van de vliegerij staan. Nog maar 23
jaar is het geleden, dat d# gebroeders Wright
hun eerste luchtsprongetjes maakten en daar
mede voor de m-ensohheid een nieuw verschiet
openden. De Dela is er in geslaagd hun toestel
te exposeeren en zij, die het nog nimmer
vorep gezien hebben, staan verbaasd over
ontwikkeling van dit transportmiddel, wa"n„n®°
zij Wright's klungeldingetje na'ast de-n 1-"
torigen reus denken, die in den loop van 10
zomer de wereld meer verraste dan _0Ve'
biel, maar uit het dak steken de drie wieken
van een molen, horizontaal liggend, en
chauffeur hoeft maar op een knopje te druk
ken en meteen gaat de heele wagen met in
houd en al de lucht in. Wordt de weg wat
slecht, of wit men een bocht afsnijden, niets
eenvoudiger dan dat naaste toekomst.
Met den vliegenden auto kan men nagenoeg al
les doen wat men wil.
En heelemaal alles kan men met een pen
dant, de vliegende motorboot, maken. Men
weet bij voorbaat natuurlijk al wat hier be
doeld wordt. Een boot, die tegelijk ook als
auto en als vliegmachine kan optreden. Maar
dat is niet alles. Het ding wordt namelijk spe
ciaal aanbevolen voor het maken van inter
continentale weekends. Zaterdags, na kantoor-
sluitehj even gauw naar Valparaiso of zoo iets
en dan 's Maandags om- neigeii uur weer terug.
De zakelijke firma's, die zich met het bou
wen van vliegtuigen bezig houden, hebben zich
natuurlijk aan de dingen van den dag gehou
den, maar zij geven daarbij tóch een voorproef
je van d-e naaste toekomst, en wel van de heer
schappij van het sportvliegtuig. Heerlijke mo
dellen op dat gebied hebben zij tentoongesteld
en men kan langs de Instrumenten niet henen
loo-pen of men wordt door den lust bespron
gen zich ook maar definitief tot de luchtsport
te bekeeren. De dingetjes zien er zóó verlei
delijk uit en zóó elegant en knus en eenvou
dig, veel gracieuzer dan de mooiste limousine,
die overigens met sport ook al even weinig te
maken heeft als een locomotief.
Do machthebbers dezer aarde hebben zich
gedwongen gezien orde in het luchtverkeer
aan te brengen en te onderhouden en hoe het
daar mee geschapen staat, wordt op de ten
toonstelling eveneens duidelijk te zien gegeven.
Eveneens worden er aanwijzingen gegeven ter
oplossing van "bet nijpende probleem der toe-
■kom-st, de organisatie van de landingsplaat
sen.' Hoeveel "móélfé- kost hè-t al 'niet "in stad
de noodige garages .en. parkeerplaatsen voor
auto's te vinden. De Dela weet ook voor de op
berging en de landing van ongetelde sport-
vliegtuigen middelen aan de hand te doen en
hoe fantastisch deze er vandaag ook uit mo
gen zien, zoo weet men toch zeker, dat 't mor
gen dien kant uit gaat.
(Van onzen correspondent).
LONDEN, 27 September 1932,
„Er is niets waarin de Engelschman. meer
behagen schept dan in het ontdekken van tee
kenen, welke wijzen op een volkomen verwor
ding en ondergang van zijn land", schrijft
Norman Cöllins in de „News Chronicle", En
nu Commodore Gar Wood's Miss Amerika, het
snelheidsrecord van 119.81 mijlen p-er uur van
Mr. Kayo Don's Miss Engeland. II geslagen
heeft, is men opnieuw erop los gaan. jam-
öieren".
Mr. Collins beweert niet, dat records zeer
veel 'bewijzen. Maar verliest Engeland een, dan
doen de menschen alsof dit wonder wat té be.
teekenen heeft. Het is in ieder geval de moeite
waard te letten op een paar records die nog op
Engelands naam staan.
Luitenant Stainforth's snelheid van 407.5
mijl par uur is de grootste, waarmee ooit ge
vlogen ls. En toen luitenant Boothman bet
vori„e jaar de Schneider Troplieé voor Enge
land 'behield, vestigde hij voor deze moeilijke
en hoekige baan ©en nieuw record van 342.9
mijl per uur.
Kapt. Uwins heeft In een open vliegmachine
een hoogte van 43.976 voet bereikt, hetgeen
800 voet hooger is dan die, waartoe de houder
van 't vorige record, 'n Duitsoher, het bracht, en
slechts twee mijlen lager dan prof. PicGard
bereikte in het hermetisch gesloten schip vgn
zijn ballon.
Door Mollison's vlucht van 10.000 mijlen van
Australië naar Engeland in 8 dagen en 22 uren,
is -het record, door een ander Engelschman,
mr. C. W. A. Scott, gevestigd met 2 'dagen en 1
uur geslagen.
Vreemd genoeg weigert de Engelschman altijd
de leidende rol van zijn eigen land op het
ge-bied van aviatiek te erkennen. Spreekt htf
van den vooruitgang in het vliegen dan wijst
hij op de Duitsche Do X vliegbo-ot met haar
machines van 6000 P. K. en haar maximum
snelheid van 112 mijlen per uur. Hij vergeet
de Short-vliegbo-o-t te Rochester (door ons eeni
ge maanden geleden ter sprake gebracht) met
haar machines van 7000 P. K. en een maximum
snelheid van 120 mijlen per uur.
De 24-ton Lufthansa Junker G 38 met haar
twee verdiepingen en afzonderlijke rookkamer,
is grooter dan eenig Britseh han-de'lsvllegtulg,
en 'baarde groot opzien toen het 's-nachts te
Oroydon buiten moest blijven, omdat geen loods
groot genoeg was om haar te herbergen. Maar
zij vervoert 30 passagiers en dit is 8 minder
dan de Han-nibal van de Imperial Airways.
de, om het maar precies te zeggen-
Maai' zoo
die laatste reus al veel teleurstelling00
de, dan was hij toch een vingerw'
ongehoorde mogelijkheden, die zeker m
dan 23 jaar nog bereikt zullen woi en.
Lilienthal ont-breekt -natuurlijk o-o'v me a s-
mede ook niet de vogels en de vallende zaad
jes, welke allemaal als peeten aan de wie-g
van de eerste vliegmachine stonden. Maar
naast dit grijze verleden van vut en twintig
jaren ouderdom, heeft men ook plaats voor 'n
toekomst gereserveerd, die voorloopig no-g Iet
wat utopistisch aandoet. Want .daar is bijv. de
vliegende automobiel. Het ding staat er in ie
venden lijve en niet alleenlijk op papier. Het
ziet er in hoofdzaak uit als een echte automio-
Met prijzen is toch niet alles
te bereiken
„Wat ook val', trouw staat pal" heet he-t in
ons land, terwijl er in Duitsehland gebeuren
moge, wat maar gebeuren wil, op reis gaat d-e
zoon des lands toch. En ongelijk heeft hij daar
bij niet want de reisherinneringen vormen
een kapitaal, dat aan ge-en inflatie - onderhevig
is en dat onder geen koersdalingen lijdt. Men
weet, wat men er. aan heeft en men heeft er
gewoonlijk veel aan.
De lieden nu, die van het tourisme in
Duitsehland zelf leven, stellen alles in het
werk om hun landgenoote-n binnen de grenzen
te houden en hen er toe te brengen hun g®1
c-p eigen b-odem te verteren. Het b-este midd
daartoe is d-e prijzen omlaag, te schroeven
op dat gebied zijn er werkelijke wonderc^,^
de-ren_
wrocht. Wanneer men de prospect! even
De „verovering"
Oceaan.
van
den
welke van de hotels en andere S€,nell®1jii aan
wagen die Duitsehland op den ooge" n ]laagt
te bieden heeft, dan ka-n men zijn aJczUiIen
niet gelooven. Trouwens, op deJ^aps-relzen
van de stad staan eiken dag ge+aMikoop, dat
geadverteerd, zoo ondenkbaar y<>elt ^.iebe
men het onwillekeurig op zijn
len terwij-l mén voorbij wandelt en un maag
voelt jeuken tegelijkertijd aJlog
Maar met prijzen ifl baan ook. De rkv.
ken en dat vindt de RÜ«S w «Jks
baan is natuurlijk zeer
interess-eerd en zij "a
L. dieP iu het toerisme ge-
jktcert dat op alle manie-
te-eds iets nieuws
ren aan. Zij vindt uit om
do menschen er maar toe^e bewegen van haar
diensten gebruik te 00 heeft
nu pas weer een meteorologische organisatie
Voor haa7 clientele op pooten gezet - 'n beetje
anders dan onze regenverzekering. Het gaat
hier voorloop!? nog om een proef, die in do
cm"cving van Karlsruhe genomen wordt. Eiken
ochtend om aeS uur moe-ten alle stationchefs
van dat gebied een telegram naar Karlsruhe
sturen met mededeelingén over temperatuur,
over wind. bewolking, etc. Karlsruhe verbreidt
die berichten dan over de andere stations en
aldus kan iemand, vóór hij een kaartje neemt,
n-og eens even onderzoeken wat de stationschef
van het oord, waar hij de-n dag denkt te slijten,
over Jhftj?.®®!-'. ul daar denkt»
Do Amerikanen noemen zoo iéts kort en
krachtig „service", een begrip, dat eigenlijk
door dó automobielen in de wereld ls gebracht.
Do Duitschers noemen het „Dienst am Kun-de."
Hoe staat he-t nu echter met den „Dienst a-m
Kunde" op de Amerlkaansche spoorwegen?
Dr ls een Iersch schrijver, die de pen altijd in
hot Fransch hanteert en dat zeer goed doet
op den koop toe. 'In een lezenswaardig boek, dat
hij aan Amerika wijdde, liet hij zich de Zucht
ontsnappen: ik hoop niet te sterven vóór ik
een Amerikaan sc-hen spoorwe-gconductéur ver
moord zal hebben.
Ieder, die in Amerika gereisd heeft zal die
zucht volmondig bea-men, zelfs wanneer hii
innerlijk zoodanig samengesteld Is, dat hij
tegen een muskiet, die hem steekt liever kst.
ksbt! ro-ent. dan het dier plat te slaan. Want
die Afnerlknanische spoorwegconducteurs! He
mel!. Misschien zitn zij nu beter geworden
-Hl kot niveau al Tioroikt he-Khen van
den sta flop chef der stad Mucke in het land
schap Opper Hessep. waar wij Zondagochtend
een ahneedote van vertelden?
Dat Engelschi© prestatie» van <%4>xx. alienee^*.
sten rang in het buitenland vaak veel minder'
bekend zijn dan die van sommige andere
volk-en, Is vooral hieraan toe. te schrijven, dat
de En-gelschen geen propaganda -maken vóór-,
en geen reclame nadat zij een feit volbracht
hebben. Maar zelfs In Engeland worden vaak
buitenlandsche verrichtingen veel hooger aan
geslagen dan Britsche. Norman Collins heeft
gewezen op de reputatie vain d0 Do X, en op
de bijn-a-onibekendheid van de superieure Short.
Vliegboot. Ook dit is vooral het gevolg van de
overweldigende reclame die voor en door do
Duitsche boot geina+H is, terwijl Engeland alls
reclame versmaadt om de eenvo-udige roden,
dat het de waarde ervan niet inziet.
Zelfs Engelands bete-ekenis voor de „verove
ring'' van den 0ceaan- of eigen-lijk van de lucht
boven de-n Oceaan, wordt veelal onderschat.
Het is waar, dat een Duitsch luchtschip, de
Graf Z®Ppelm' (l0 luchtmail naar Zuid-Ameri-
ka voert, en dat bijna twee jaren geleden de
hoop der Britscll'e luchtschipbouwer» met de R
100 te Be-auvais vernietigd werd. Maar he;t eer
ste luchtschip dat den Oceaan o-verstak, Was
gri-ts-ch. H-at was d-e R 34, en deze .volbracht
het feit in 1919 onder omstandIg-heden-zoo
moeilijk e-n gevaarlijk, als thans, dank zij de
betere kennis van de lucht, niet meer mogelijk
zijn.
En de eerste vliegmachine, welke dienselfden
Oceaan overstak, was Britsch, en'door twee
Dngelschen bemand, wijlen sir Jo-hn Alcock en
sir Arthur Whit-ten Brown. Het zou acht jare-n
duren alvorens opnieuw iemand en dit was
kolonel Lindbergh over den Oceaan zou
vliegen.
Het eerste Duitsche luchtschip stak vijf jaren
na de R 34 den Oceaan over. Een zee-r groot
de-el der continentale pers dee-d het toen
in 1924 vo-orkomen dat de Zeppelin het eer
ste luchtschip was, -dat het feit volbracht. Het
was de 1. R. 3, -door Duitsehland voor Amerika
gebouwd. De Londen sche pers was er zeer ver
stoord over, dat van Duitsehland uit deze
vlucht als de eerste van haar soort voorgesteld
werd, ©n in een artikel van 16 October 1924
verklaarde de „Daily T-elegra-ph hierin aanlei
ding te vinden zich eiken waardeerenden com
mentaar op de prestaties der Z. R. 3 te ont
houden.
Terwijl aldus veel grootere Enge-lsche pres
taties bedriegelijk doodgezwegen worden, opdat
belangrijke, maar vaak kleinere prestaties van
een ander land grooter zullen lijken, geven de
Engelsehe pers en openbare meening aan bui
tenlanders de volle eer voor wat zij volbreng®®.
Maar dit heeft tengevolge, dat zeL's hi"
juiste voorstellingen ontstaan omtren f.
de-nde rol, die Engeland op zoo menig „ebied
g|p
De grootste stoomschepen van 0n^e'v +icl> die
in vijf dagen naar New Vork oversteken, pres
toeren weinig in vergelü,cing 'at Colum
bus gedaan heeft En 23 V n 'U(,.htscbio,
dat de-n Oceaan oversteekt, ooit 111 prestatie de
R 34 bijeenkomen, en transatlantisch
vlieger zal ooit den voorrang kun,n9n .opeisjOhen
boven Alcock en Bi°nu-
De snelste spoorwegen.
Onze spoo-rwegen", schrijft Collins, „mogen
o-eëxploiteerd worden met ee-11 verlies, dat de
woede opwekt der aandeelhouders op elke al-
gemeene vergadering, „maar zij zijn de veilig
ste en de snelste spoorwegen ter wefela."
Of zij de veiligste zijn, weet ik niet, maar
in ieder geval worden zij iu dit opzk-.ht door
de spoorwegen van weinig andere landen ge
ëvenaard. Dat in Engeland de snelste treinen
loo-pe-n, is daarentegen 'n onaanvechtbare waar
heid, en er gaat bijna geen jaar voorbij, zonder
dat de Engelsehe spoorwegen hun eigen records
I verbeteren.