UIT BIADEM EU TIJDSCHRIFTEN DE BERLIJNSCHE LUCHTVAART- TENTOONSTELLING. ENGELANDS RECORDS WOENSDAG 5 OCTOBER 1932 IN DE LUCHT EN OP HET LAND. MINDER ZELF-RECLAME, MAAR NIET MINDER PRESTATIES. BOUWT UW EIGEN VLIEGTUIG De vliegende auto en de ideale weekend motorboot. NIEUWS OP DE „DELA". SERVICE' SLECHTE LECTUUR Uit de „N. Tilb. Ct." knippen wij het volgende hartige woordje Een leesbibliotheek, tenzij een die zich op zuiver katholieken grondslag plaats, vormt op zichzelf een gevaar voor een katholiek volk. Een leesbibliotheek, waarin boeken ver krijgbaar zijn met onzedelijke, onkatholieke, onsocialë strekking, is een gevaar toor een volk in het algemeen. Wanneer wij de zaak alleen van katholiek standpunt en in het belang van een katho lieke bevolking bezien, is het aldus gesteld, dat een bibliotheek, waarin absoluut veroor deelde en veroordeelenswaardige boeken voor komen slechts een klein aantal van het groot contingent verkeerde boeken is met name op den index vermeld ook zelf abso luut veroordeeld moeten worden en door de katholieken in het algemeen als gevaarlijk en verkeerd moet worden vermeden. In de door dr. de Brouwer bestreden 6n in welhaast alle openbare niet-katholieke bibliotheken komen boeken voor welke door het index-verbod direct en ook wel eens indi rect zijn getroffen. Nu zegt Canon 1398 van het Kerk. Wetboek 81, dat het boekenverbod uitwerkt, dat een boek zonder behoorlijk verlof niet mag wor den uitgegeven nóch gelezen, nóch bewaard, nóch verkocht, nóch In andere taal vertaald, nóch op eenige wijze mag worden medege deeld (uitgeleend enz.). Nu zal men het gemakkelijk inzien dat, alle ophitserij ten spijt, de beheerders van zulke bibliotheken in geen enkel opzicht de bevoeg de personen zijn om uit te maken of een der vele gevaarlijke boeken voor een bepaalden aanvrager gevaarlijk zijn of niet, en zeker niet om te onderzoeken of de aanvragers het noodige verlof hebben een door 'den index verboden boek te lezen, of dit, gesteld dat er eens zulk verlof was, mag worden bewaard in een gezin, of de aanvrager al dan niet oordeel genoeg heeft om te weten aan wie hij het kan uitleenen enz. enz. We zullen maar buiten alle gissing laten of zulk een bibliotheek tot eerste doel heeft geld te verdienen ook ten koste van de ver spreiding van verderfelijke lectuur, dan wel of zij een directe verspreiding los van winst bejag bedoelt. Maar het staat bij ons vast, en zal ook bij 'p alle katholieken vast staan, dat er nooit een aanslag kan worden gepleegd op het geloof en de zeden van ons Roomsche volk, zóó ver derfelijk en zóó gevaarlijk, als de propaganda van slechte lectuur. Naar onze overtuiging is alle socialistische propaganda van onzen tijd daarbij slechts kinderwerk. Een door communistische propa- ganda gevallen katholiek komt nog wel dik wijls terug, een door slechte lectuur vergif- i tigd katholiek nooit, of bijna nooit. I HET REGEERINGSBELEID Prof. A. C. Josephus Jitta schrijft o. m. in de „Groene" De eerste indruk, dien de burgerij uit de bladen omtrent het programma voor het vol gende jaar moet ontvangen, is, dat de regee ring niet weet, wat zij wil. Zoo heeft niemand minder dan de hoofd redacteur der N. R. Ct. in het avondblad van Dinsdag J.l. aan den volke als zijn meening uitgesproken, dat de regeering „al wat op de financiën betrekking heeft met den mante' der liefde voor de publieke belangstelling bedekt houdt" en dat wij bestuurd worden door een regeering, „die met de handen in het haar zit en niet weet, wat zij doen zal". Die voorstelling van zaken is volkomen onjuist. De man, die op dit voor een journalist moeilijke opgenblik, deze woorden uit zijn pen deed vloeien, wist dat enkele uren, nadat hij die woorden had neergeschreven en eenige uren vóór zij door de abonné's op zijn blad zouden worden gelezen, de Minister van Fi nanciën de millioenennota, waarin het pro gramma der regeering nauwkeurig is om schreven, in de Tweede Kamer aan den voor zitter zou overhandigen. Men kan van Minister de Geer zeggen, dat hij te diep ingrijpt of niet diep genoeg, maar de bewering, dat hij niet weet, wat hij wil, kan geen redelijk mensch voor zijn verant woording nemen. ONZE UNIVERSITEIT „Ons Noorden" schrijft: "Wij behoeven natuurlijk niet meer de rede nen op te geven, waarom het van zoo ont vettend groot nut is, dat er voor ons Katho lieke volksdeel een Katholieke Universiteit bestaan moet, een ieder, die eenigszins Katho liek denkt en voelt, is daar natuurlijk van overtuigd. Ook behoeven 7.3 niet meer de meerdan dwaze opwerping te weerleggen, welke zoo nu en dan nog wel geopperd wordt, n.l. mijn kinderen gaan toch niet naar de Universiteit, dus behoef ik haar ook niet te steunen; alsof de mensch een groote eenling was, die zich van alle andere menschen niets heeft -aan te trekken en iedere sociale gedachte hem vreemd behoort te zijn. Toch dreigt er een groot gevaar voor de thans voor de deur staande collecte ten bate van dit instituut. En dan bedoelen we niet zoozeer de onmogelijkheid, veroorzaakt door de slechte tijden in zoovele gezinnen, om te offeren. Wij kunnen ons zeer goed indenken, dat er thans katholieken zijn, die wel in heilige liefde voor hun geloofsovertuiging gaarne zouden geven, maar in deze tijden het volstrekt niet kunnen, omdat zij zelf niet be zitten. Het centrale bestuur van die St. Rad- boudstichting, welke deze collecte onder alle Katholieken jaarlijks organiseert, is hiervan overtuigd, en beschouwt dit niet als een ge vaar; wamt voor een gevaar, wat men te voren kent, kan men zich in acht nemen. Er bestaat echter een groot gevaar, en dit Is, dat de overigen zich in dezen al te veel collegiaal zullen toonen in den verkeerden zin van heit woord. Nu er zoo ontzettend veel over crisis en malaise wordt gesproken, en dit euvel ook werkelijk zoo schrikbarend aan wezig is, bestaat er een gTOOt gevaar, dat degenen, die niet of weinig onder de crisis te lijden hebben, zich onbewust hierachter zul len verschuilen, en minder zullen geven voor dit zoo ontzaglijk noodzakelijke doel. Wij meenen goed te doen, alverens de col lecte-tijd aanbreekt, hierop te wijzen, ja zelfs er aan toe te voegen, dat degenen, die nog kunnen geven, in dezen tijd juist een duren plicht hebben. Dat er crisis is, is niet de schuld van de Universiteit; dat zij den steun van Katholiek Nederland noodig heeft, is overduidelijk. Wanneer er nu een groote categorie van men schen niet kan geven, of niet zooveel kunnen offeren, dan is het plicht en we willen dit woord onderstrepen dat de overigen in dezen tijd dit daardoor ontstane tekort aanvullen, en dus meer geven. Overweegt dus bij U zelve, wat in dezen uw plicht is, en wanneer straks de Zelatricen bij U aankloppen, geeft dan zooveel dait de totaal opbrengst niet minder zij, dan in tijden van voorspoed. STAAT EN MAATSCHAPPIJ Uit een schrijven van prof. mr. de Vries aan de „Avondpost": Het is wel smartelijk voor mij, die uit liefde voor de zaak, méér dan eenig ander auteur in Nederland, gewerkt heb in en gepubliceerd heb over de geschiedenis der arbeidswetge ving van 18701901 in binnen- en buitenland, nu moet ervaren dat verondersteld wordt, dat ik terug zou willen tot de periode van vóór het baanbreken der sociale wetgeving. Ik heb juist gezegd dat ook de sociale wetge ving haar leeftijd heeft. Wij behoeven er dus niet bij te blijven staan. Eens komen wij wéér uit den greep dezer staatsbemoeiing. Wanneer 1 de maatschappij haar zorg heeft overwonnen! Dat is niet een donkere reactie, maar een 1 zucht naar behoud van de zelfstandige waarde van het maatschappelijk leven zelf. Het is mo gelijk, dat nu, op den dag van vandaag, vol doend-goede sociale toestanden zonder in grijpen van den staat niet bereikbaar zouden zijn. Het is wellicht dus een ver ideaal, dat t ik stelde, maar waarheen stuurt hij, die dit ANTI-REVOLUTIONAIREN EN CHRISTELIJK-HISTORISCHEN Aan het slot van de artikelen-reeks in de .Standaard", gewijd aan het anti-revolutionair program, schreef dr. Colijn: De vraag of eene vereeniging van de afzonderlijk georganiseerde protesitantsch Christelijke groepen, en met name van A.-R. en C.-H. tot de mogelijkheden kan worden gerekend, vordert allereerst een onderzoek naar den inhoud van haar beginselprograms En dan valt tusschen A.-R. en C.-H. geen zoodanig verschil te constateeren, dat een vereeniging tot één groote Protestantsch Christelijke groep daarop zou moeten afstui ten. Ook de verschillen die zich in de prak tijk van het staatsleven tusschen beide open baarden, zijn over het algemeen niet grooter dan, bij een gezond partijleven, in elke par tij toelaatbaar geacht mogen worden. Toch is er tenslotte wel een zoodanig ver schil, dat, voor een politiek te overziene toekomst, op mogelijkheid van vereeniging geen uitzicht schijnt te bestaan. Dat verschil is er vooral een van senti ment. De A.-R. partij is sterk interkerkelijk Waarschijnlijk behoort niet veel boven de helft harer kiezers tot de Gereformeerde Kerken, in elk geval niet meer dan 60 pet. De overigen, die op de partij hun stem uit brengen, behooren dan in overgroète meer derheid tot de Ned. Herv. Kerk, terwijl de partij ook in Luterschen en Doopsgezinden kring hare leden telt. De C.-H. Unie daarentegen is zoo niet uitsluitend, dan toch zeer overwegend Ne derlandsch Hervormd en daardoor niet naar haar program, doch wèl naar sentiment, méér kerkelijk gekleurd dan de Anti-revolu tionaire groep, die ook in haar afvaardiging naar Gemeenteraden, Staten-provinciaal en Staten-Generaal, geen eenzijdige samenstel ling heeft. Dat de kerkelijke gedeeldheid onder de Protestanten in ons land, en dat de bot sing der theologische richtingen ook groote schade heeft gedaan aan een ge zonde politieke volksontwikkeling, staat buiten kijf. Dat die jammerlijke gedeeld heid zal blijven* bestaan zoolang het kerke lijk vraagstuk in den boezem der Hervorm de Kerk niet door de KeTk zelf tot een bevredigende oplossing is gebracht, schijnt ons vrij zeker. En zoolang zal, zoo we goed zien, een vereeniging van Antirevolutional ren en Christelijk Historischen ook niet te wachten zijn. ideaal niet in het oog houdt. De „Nederlander" antwoordt hierop: Niet minder dan dr. Colijn dragen wij leed over het feit, dat de belijdende pro testanten niet politiek als een eenheid op treden. Eén fractie van 28 leden inplaats van 4 fracties met 13+11+3+1 leden -zou waarlijk voor de goederen, die hun allen en hun gezamenlijk dierbaar zijn, in ons volk iets kunnen beduiden Meer dan dat. Het gaat niet enkel om Invloed oefenen. Het gaat er mede, ja allereerst om, dat be lijders elkaar niet bestrijden en dus den Naam smaden, die hen vereenigen moest. Wij zullen dan ook zeker niets doen, dat de kloof verdiepen of verbreeden kan. Wij zullen o.a. de vraag niet opwerpen, wie „de schuld" heeft van de splitsing. En wij zullen in het algemeen zoeken wat ver- eenigt, niét wat verdeelt Met volledige instemming lezen wij, dat het onderscheid gezocht moet worden op het terrein van het sentiment daar komen wij op terug op dat van het kerkelijk sentiment vooral. Dus n i e t in de buurt van het conservatief of vooruitstrevend en diergelijke, wat vroe ger zoo vaak werd gezegd. Niet in som mige losse programpunten afgezien van die, waar het „Kerkelijk Sentiment" zich verraadt. Dit is reeds winst.'. Treedt echter de schrijver in hijzonder- heden, dan. moeten wij zeggen, dat op tweeërlei punt wij een ietwat anderen blik hebben. De C. H. Unie is niet minder interkerke lijk dan de A. R. partij. Naast Neder- lan-dsch Hervormden vindt men er Luther- schen, Gereformeerden, Gereformeerden in hersteld verband, Baptisten enz. enz. Wij vragen ons af, of percent en stempel van de leden der Gereformeerde Kerken in de A. R. partij wel heel veel minder is dan procent en stempel van de Hervormden in de C. H. Unie. De vermelding van „het kerkelijk vraag stuk" binnen de Hervormde Kerk verstaan wij in dit verband niet voixomen. Stel, dat door een reorganisatiebeweging in de Hervormde Kerk deze daadwerkelijk worden zou, wat zij naar haar kerk-orde is: een belijdende kerk zouden dan A.R. en C.H. één kunnen worden? Wij twijfelen om voor heit minst twee redenen. Dat uit de Gereformeerde Kerken sinds 1892 reeds weder twee belijdende kerken voortgekomen zijn, bewijst toch wel, dat men althans in Nederland zelfs met een belijdend karakter er nog niet is. Bovendien zou de onderstelling wezen, dat na bedoelde reorganisatie de Hervorm den, de Gereformeerden, de Gereformeerden H. V. en de Chr. Gereformeerden in één kerkelijk verband zouden gaan leven. Helaas daaraan gelooven wij niet. Met de wijze waarop dr. Colijn het ker kelijk vraagstuk binnen het erf der politieke partij-formatie stelt, kunnen wij dan ook niet geheel accooTd gaan. x Wij zeggen dit, Doch wij laten het bij een sobere aanduiding. Voor een uitwerking, die tot een zekere botsing van gevoelens zou kunnen leiden is het indien al ooit thans zeker niet de tijd. Wel herhalen wij met groote instemming de formule: dat het onderlinge verschil er vooral een is van „sentiment". Toen wij eenigen tijd terug reden hadden om over ditzelfde onderwerp te schrijven, hebben wij de aanduiding „mentaliteit" ge bruikt. Dit komt vrijwel overeen met wat de heer Colijn thans zegt. Inderdaad, ddar schuilt het. Nu hebben beide mentaliteit en sentiment dit eigenaardige, dat ieder weet wat de woorden bedoelen en dat niemand het om schrijven kan. In het onderhavige geval is dat minder dan ooit een bezwaar. Er zijn verschillen. Doch deze zijn geens zins van dien aard, dat zij de partijen tot eikaars tegenstanders behoeven te maken. En ze laten wel alle ruimte voor weder- zijdsch verstaan en voor een opstelling schouder aan schouder. GEBREK AAN AGITATIE-STOF De C. H. „Nederlander" neemt als volgt een loopje met de kunstmatige agitatie in den roo- den hoek: Toen S.D.A.P. en N.V.V. hun groote actie tegen Weiter op touw zetten, hebben wij opgemerkt, dit dit rijkelijk vroeg geschiedde. Men wist immers niet, wat de regeering doen zou. Dies schreeuwde men, voordat men werd geslagen. Dit is politiek niet beleidvol. Want dan blaast men te vroeg stoom af; dan is er geen voldoende stoom meer over tegen den tijd, dat het meenens wordt. Bovendien was de kans nog altijd open, dat de regeering niet zou doen datgene, waar tegen men stond te ageeren en te protestee ren. Hetgeen met zich brengen zou, dat men een lichtelijk zot figuur slaat. Dien" kant gaat het nu al aardig uit. Men neme maar den aanvankelijken indruk, dien millioenennota en begrootingen, maken. Hoe is de toestand? Wij weten, dat Ruys en de Geer de zet bazen zijn der bezitters, de zaakwaarnemers der kapitalisten en de vijanden der arbei ders. Op zichzelf is dit niet ongelukkig; want nu weten wij, tegen wie wij vechten moeten. Dit doen we dan ook. De positie zou echter wel aangenamer we zen, wanneer de heeren hun ware karakter ook in hun daden tot uiting brachten. Men zou dan kunnen agiteeren met feiten; hetgeen altoos veel beter gaat dan agiteeren met iets anders dan feiten. Doch wat doen nu de heeren, die voor de bezitters en tegen de arbeiders zijn? Uit een uitgeknepen defensie-begrooting knijpen ze nog negen millioen; belasting leg gen ze op met een progressie voor rijken tot 150 percent; een blijvende salaris-korting voe ren ze niet in; een generale verlaging van steun-normen komt niét tot stand; de sociale wetgeving wordt niet afgebroken. Onzes inziens is dit onbehoorlijk. Wat iemand is, dat moet hij ook durven wezen; Ruys en de Geer durven het niet. Bovendien moet men nu een massa tijd verliezen met het zoeken van nieuwe agitatie-stof. Die wordt wel gevonden, wees gerust. Maar ze ligt niet voor het grijpen; helaas ligt zelfs het tegendeel voor het grijpen. En het is ons niet duidelijk, waaraan -de rég'eerifig hêt vèTrn ontleent om derwijze en dermate de agitatie te bemoeilijken. Naar ons oordeel moest zoo iets eenvoudig verboden zijn. LOONSVERLAGING BIJ DE ARBEIDERSPERS De sociaal-democratische voorman, F. v. Wal, schrijft in het „Grafisch Weekblad": Er is niet veel dat in de laatste weken in de Nederlandsche pers en in de kringen der moderne arbeidersbeweging zooveel stof heeft opgejaagd als de loonsverlaging, welke aan de drukkerijen van „De Arbeiderspers" ten opzichte van de typografen is toegepast ge worden. Wat ook niet anders verwacht kon worden, want het geval is haast verbijsterend. Ver bijsterend vooral in deze periode, nu partij en vakbeweging overal de arbeiders in het geweer trachten te roepen, om zich met alle beschikbare middelen te verzetten tegen de vele bezuinigingsplannen thans reeds voor stellen geworden van de regeering en waarbij de voorgenomen loonsverlaging voor het overheidspersoneel een der grootste aan- valsvlakken vormt. Uit zuiver tactische over wegingen had men zich al moeten onthouden van het toepassen dezer loonsverlaging aan een zaak, welke eigendom is van de moderne arbeidersbeweging en voor welker totstand koming de vakorganisaties tot aan den laatsten cent het standkapitaal leverden. Het formeele recht tot het toepassen dezer toonsverlaging wil ik niet betwisten. Met het collectieve contract in de hand kunnen de typografen zich er niet tegen verzetten. Maar moreel is verzet ertegen alleszins gewettigd. Terecht werd dan ook op het jongste congres van de sociaal-democratische arbeiderspartij door verschillende afgevaardigden, tegen de loonsverlaging protest aangeteekend. Dat de partijleiding trachtte hen met een kluitje in 't riet te sturen, was niet fraai, doch valt te verklaren. Ditmaal lieten echter de opponen ten, die te zeer van hun goed recht overtuigd waren en schade voor de partij en haar actie duchtten, zich niet zoo gemakkelijk uit het veld slaan. Maar de meerderheid der goege meente liet zich door de uiteenzetting der con gresleiding overtuigen en stemde tegen de ge stelde motie, waarin werd uitgesproken, dat de toegepaste loonsverlaging ongedaan ge maakt diende te worden. En dit ondanks het feit, dat de motiveering van de houding der directie van „De Arbei derspers", vooral in verband met de voorge nomen actie tegen toepassing van loonsverla ging op het overheidspersoneel, uiterst zwak was. Ik wil geen groote woorden gebruiken, maar anders zou ik van misleidend durven te spreken. Overzicht van een der zalen in de Tentoonstellingshallen aan den Kaiserdamm te Berlijn, waar de luchtvaart-show gehouden wordt. (Van onzen correspondent) BERLIJN, 1 October 1932. MINDER DAN EEN MINIMUM" De „Volk"-redacteur Matthijsen heeft Rus sische fabriekscantines bezocht en schrijft in „Het Volk" van 28 September wie zich voor 35 kopeken bij de „Pro letarische Overwinning" moet voeden, krijgt een allesbehalve overdadig kindermaaltje. Wie hieruit nu de voor de hand liggende conclusie trekt, dat de Russische fabrieken door ontvleeschde skeletten bevolkt worden, vergist zich. Ondervoed wordt, naar mijn indruk, de jonge arbeider, vooral, wanneer hij, zooals met duizenden het geval is, alleen staat in de groote stad. Zestien-, zeventien jarigen zien er over het algemeen te schraal uit. Dat is met de volwassenen niet het geval. Zij kunnen tenzij zij zwaar werk doen met minder toe dan de jeugd en krijgen meer. Over het alge meen te weinig naar de eischen, die Holland- sche magen stellen. Maar in Rusland heb ik sterk het gevoel gekregen, dat men liet met minder stellen kan dan wat wij een minimum achten (curs. „Msb."). Alleen het pleizierige gevoel van verzadiging zal de Russische ar beider bij het normale rantsoen moeten missen. Dat wordt eerst a raison van 4 roebel bereikt, wat slechts een kleine minderheid zich kan veroorloven/' Vier jaar zijn reeds weer vervlogen, sedert "Berlijn zijn „Ila", zijn Internationale Lucht- vaarttëntoo-nsteUing liet zien. Het was dus hoog tijd, dat men op dit populaire gebied weer eens terug kwam en daarom heeft men nu de Dela", de Duitsche Luchtvaarttentoonstelling, georganiseerd. Deze is hedenmiddag officieel geopend en op grond van hetgeen wij ér reeds van te zien kregen, kan men gerust aannemen, -dat deze onderneming een zeer goede pers hebben en derhalve slagen zal. De Dela staat op twee wijzen in het teeken der tijden, die wij momenteel beleven. Eerstens is zij niet internationaal en twe-edens heeft zij het accent op de goedkoopheid gelegd, hetgeen in de vliegerij noodzakelijkerwijze op de sport- machine uitloopt. Versaille-s heeft de Duitsche vliegkunst vele kluisters aangelegd. Hiervan werden er verschillende reeds geslaakt, maar de spo-rtvliegerij is ,in vergelijking met andere landen, toch nog aanzienlijk gehandicapt, bijv door het verbod aan rijk en staten deze bran ch© met subsidies of op andere manieren te steunen. Desniettemin heeft het jonge Dultsch- land iriéh met groote vlijt op de-ze vertak-kin,t van de luchtscheepvaart toegelegd en de De'ia is nu ddar om een, nieuwen stoot in deze rich ting te geven. De jeugd moet de lucht in, is de leus, en daarmee kan men op de scholen reeds een aanvang maken. De Dela geeft daarvan een bewijs, en wel door de resultaten aan den muur te hangen van een wedstrijd, Welke onder de kinderen was uitgeschreven, met het doel de plaats uit te vorscheo, die het vliegen in hun fantasie inneemt. Om hun wat leiding te geven, had men hen uitgenoodigd hun gedachten over drie sprookjes te laten gaan, waarin van vlie gen gewaagd wordt en deze dan tot onderwerp voor een tee-kening te kiezen. Er kwamen zoo veel aanbiedingen in, dat slechts een derde op gehangen kon worden, en nog zijn er zooveel, dat men uren noodig heeft ze stuk voor stuk met aandacht te bekijken. Maar reeds een eer ste oogopslag geeft de zekerheid, dat zulk een studie de moeite waard is, want er hangen daar aan de muren inderdaad vele schilder stukken, die niet alleen een blik in de kinder fantasie toe laten, maar die ook goeden moed geven op het stuk van dp beeldende vaardig heid van Duitsohland's hoop. Heeft in deze afdeeling de fantasie 'n vrijen loop gekregen, dan speelt zakelijke nuchter heid in een aanverwante afdeeling de hoofdrol en wel in die, waar men kinderen vliegtuigen uit hout en ijzerdraad ineen laat knutselen. Vandaar is het nog maar één stap en het werkelijk serieuse knutselen begint. Er is n.l- een firma in Duitsehland, die op groote schaal de, laten we maar zeggen, edele deelen van werkelijke vliegmachines in den handel wil brengen, de motoren en de schroeven met nog een paar onderdeelen, waar het hijzonder op aankomt. De rest van het vlifgtuig moeten be langstellenden dan zelf maar bij elkaar knut selen. Zwirko, d-e Pool, die de laatste rond vlucht door Europa won, maar een paar da gen later zoo ongelukkig aan zijn eind kwam, vloog, gelijk misschien bekend, in een toestel dat hij geheel zelf had samengesteld. Deze weg moet het uit en de kans, dat dit geschiede® zal, is groot. Want met -behulp van het z.g. „Baukaste-nfliegzeug", kan men nu voor 120-0 gulden zich in het bezit van een eigen vlieg machine stellen, en het ding nog op stotteren betalen op den koop toe. Nog goedkooper na tuurlijk zijn de motorloOze machines, en aan deze is dan ook een passende ruimte afgestaan welke wel veel bekends samenvat, maar niets nieuws biedt. Natuurlijk is er op de Dela ook een histori sche afdeeling, en deze fungeert prachtig als aanvuring op de gemoederen van die enkelen die ietwat twijfelachtig over den verderen voortgiang van de vliegerij staan. Nog maar 23 jaar is het geleden, dat d# gebroeders Wright hun eerste luchtsprongetjes maakten en daar mede voor de m-ensohheid een nieuw verschiet openden. De Dela is er in geslaagd hun toestel te exposeeren en zij, die het nog nimmer vorep gezien hebben, staan verbaasd over ontwikkeling van dit transportmiddel, wa"n„n®° zij Wright's klungeldingetje na'ast de-n 1-" torigen reus denken, die in den loop van 10 zomer de wereld meer verraste dan _0Ve' biel, maar uit het dak steken de drie wieken van een molen, horizontaal liggend, en chauffeur hoeft maar op een knopje te druk ken en meteen gaat de heele wagen met in houd en al de lucht in. Wordt de weg wat slecht, of wit men een bocht afsnijden, niets eenvoudiger dan dat naaste toekomst. Met den vliegenden auto kan men nagenoeg al les doen wat men wil. En heelemaal alles kan men met een pen dant, de vliegende motorboot, maken. Men weet bij voorbaat natuurlijk al wat hier be doeld wordt. Een boot, die tegelijk ook als auto en als vliegmachine kan optreden. Maar dat is niet alles. Het ding wordt namelijk spe ciaal aanbevolen voor het maken van inter continentale weekends. Zaterdags, na kantoor- sluitehj even gauw naar Valparaiso of zoo iets en dan 's Maandags om- neigeii uur weer terug. De zakelijke firma's, die zich met het bou wen van vliegtuigen bezig houden, hebben zich natuurlijk aan de dingen van den dag gehou den, maar zij geven daarbij tóch een voorproef je van d-e naaste toekomst, en wel van de heer schappij van het sportvliegtuig. Heerlijke mo dellen op dat gebied hebben zij tentoongesteld en men kan langs de Instrumenten niet henen loo-pen of men wordt door den lust bespron gen zich ook maar definitief tot de luchtsport te bekeeren. De dingetjes zien er zóó verlei delijk uit en zóó elegant en knus en eenvou dig, veel gracieuzer dan de mooiste limousine, die overigens met sport ook al even weinig te maken heeft als een locomotief. Do machthebbers dezer aarde hebben zich gedwongen gezien orde in het luchtverkeer aan te brengen en te onderhouden en hoe het daar mee geschapen staat, wordt op de ten toonstelling eveneens duidelijk te zien gegeven. Eveneens worden er aanwijzingen gegeven ter oplossing van "bet nijpende probleem der toe- ■kom-st, de organisatie van de landingsplaat sen.' Hoeveel "móélfé- kost hè-t al 'niet "in stad de noodige garages .en. parkeerplaatsen voor auto's te vinden. De Dela weet ook voor de op berging en de landing van ongetelde sport- vliegtuigen middelen aan de hand te doen en hoe fantastisch deze er vandaag ook uit mo gen zien, zoo weet men toch zeker, dat 't mor gen dien kant uit gaat. (Van onzen correspondent). LONDEN, 27 September 1932, „Er is niets waarin de Engelschman. meer behagen schept dan in het ontdekken van tee kenen, welke wijzen op een volkomen verwor ding en ondergang van zijn land", schrijft Norman Cöllins in de „News Chronicle", En nu Commodore Gar Wood's Miss Amerika, het snelheidsrecord van 119.81 mijlen p-er uur van Mr. Kayo Don's Miss Engeland. II geslagen heeft, is men opnieuw erop los gaan. jam- öieren". Mr. Collins beweert niet, dat records zeer veel 'bewijzen. Maar verliest Engeland een, dan doen de menschen alsof dit wonder wat té be. teekenen heeft. Het is in ieder geval de moeite waard te letten op een paar records die nog op Engelands naam staan. Luitenant Stainforth's snelheid van 407.5 mijl par uur is de grootste, waarmee ooit ge vlogen ls. En toen luitenant Boothman bet vori„e jaar de Schneider Troplieé voor Enge land 'behield, vestigde hij voor deze moeilijke en hoekige baan ©en nieuw record van 342.9 mijl per uur. Kapt. Uwins heeft In een open vliegmachine een hoogte van 43.976 voet bereikt, hetgeen 800 voet hooger is dan die, waartoe de houder van 't vorige record, 'n Duitsoher, het bracht, en slechts twee mijlen lager dan prof. PicGard bereikte in het hermetisch gesloten schip vgn zijn ballon. Door Mollison's vlucht van 10.000 mijlen van Australië naar Engeland in 8 dagen en 22 uren, is -het record, door een ander Engelschman, mr. C. W. A. Scott, gevestigd met 2 'dagen en 1 uur geslagen. Vreemd genoeg weigert de Engelschman altijd de leidende rol van zijn eigen land op het ge-bied van aviatiek te erkennen. Spreekt htf van den vooruitgang in het vliegen dan wijst hij op de Duitsche Do X vliegbo-ot met haar machines van 6000 P. K. en haar maximum snelheid van 112 mijlen per uur. Hij vergeet de Short-vliegbo-o-t te Rochester (door ons eeni ge maanden geleden ter sprake gebracht) met haar machines van 7000 P. K. en een maximum snelheid van 120 mijlen per uur. De 24-ton Lufthansa Junker G 38 met haar twee verdiepingen en afzonderlijke rookkamer, is grooter dan eenig Britseh han-de'lsvllegtulg, en 'baarde groot opzien toen het 's-nachts te Oroydon buiten moest blijven, omdat geen loods groot genoeg was om haar te herbergen. Maar zij vervoert 30 passagiers en dit is 8 minder dan de Han-nibal van de Imperial Airways. de, om het maar precies te zeggen- Maai' zoo die laatste reus al veel teleurstelling00 de, dan was hij toch een vingerw' ongehoorde mogelijkheden, die zeker m dan 23 jaar nog bereikt zullen woi en. Lilienthal ont-breekt -natuurlijk o-o'v me a s- mede ook niet de vogels en de vallende zaad jes, welke allemaal als peeten aan de wie-g van de eerste vliegmachine stonden. Maar naast dit grijze verleden van vut en twintig jaren ouderdom, heeft men ook plaats voor 'n toekomst gereserveerd, die voorloopig no-g Iet wat utopistisch aandoet. Want .daar is bijv. de vliegende automobiel. Het ding staat er in ie venden lijve en niet alleenlijk op papier. Het ziet er in hoofdzaak uit als een echte automio- Met prijzen is toch niet alles te bereiken „Wat ook val', trouw staat pal" heet he-t in ons land, terwijl er in Duitsehland gebeuren moge, wat maar gebeuren wil, op reis gaat d-e zoon des lands toch. En ongelijk heeft hij daar bij niet want de reisherinneringen vormen een kapitaal, dat aan ge-en inflatie - onderhevig is en dat onder geen koersdalingen lijdt. Men weet, wat men er. aan heeft en men heeft er gewoonlijk veel aan. De lieden nu, die van het tourisme in Duitsehland zelf leven, stellen alles in het werk om hun landgenoote-n binnen de grenzen te houden en hen er toe te brengen hun g®1 c-p eigen b-odem te verteren. Het b-este midd daartoe is d-e prijzen omlaag, te schroeven op dat gebied zijn er werkelijke wonderc^,^ de-ren_ wrocht. Wanneer men de prospect! even De „verovering" Oceaan. van den welke van de hotels en andere S€,nell®1jii aan wagen die Duitsehland op den ooge" n ]laagt te bieden heeft, dan ka-n men zijn aJczUiIen niet gelooven. Trouwens, op deJ^aps-relzen van de stad staan eiken dag ge+aMikoop, dat geadverteerd, zoo ondenkbaar y<>elt ^.iebe men het onwillekeurig op zijn len terwij-l mén voorbij wandelt en un maag voelt jeuken tegelijkertijd aJlog Maar met prijzen ifl baan ook. De rkv. ken en dat vindt de RÜ«S w «Jks baan is natuurlijk zeer interess-eerd en zij "a L. dieP iu het toerisme ge- jktcert dat op alle manie- te-eds iets nieuws ren aan. Zij vindt uit om do menschen er maar toe^e bewegen van haar diensten gebruik te 00 heeft nu pas weer een meteorologische organisatie Voor haa7 clientele op pooten gezet - 'n beetje anders dan onze regenverzekering. Het gaat hier voorloop!? nog om een proef, die in do cm"cving van Karlsruhe genomen wordt. Eiken ochtend om aeS uur moe-ten alle stationchefs van dat gebied een telegram naar Karlsruhe sturen met mededeelingén over temperatuur, over wind. bewolking, etc. Karlsruhe verbreidt die berichten dan over de andere stations en aldus kan iemand, vóór hij een kaartje neemt, n-og eens even onderzoeken wat de stationschef van het oord, waar hij de-n dag denkt te slijten, over Jhftj?.®®!-'. ul daar denkt» Do Amerikanen noemen zoo iéts kort en krachtig „service", een begrip, dat eigenlijk door dó automobielen in de wereld ls gebracht. Do Duitschers noemen het „Dienst am Kun-de." Hoe staat he-t nu echter met den „Dienst a-m Kunde" op de Amerlkaansche spoorwegen? Dr ls een Iersch schrijver, die de pen altijd in hot Fransch hanteert en dat zeer goed doet op den koop toe. 'In een lezenswaardig boek, dat hij aan Amerika wijdde, liet hij zich de Zucht ontsnappen: ik hoop niet te sterven vóór ik een Amerikaan sc-hen spoorwe-gconductéur ver moord zal hebben. Ieder, die in Amerika gereisd heeft zal die zucht volmondig bea-men, zelfs wanneer hii innerlijk zoodanig samengesteld Is, dat hij tegen een muskiet, die hem steekt liever kst. ksbt! ro-ent. dan het dier plat te slaan. Want die Afnerlknanische spoorwegconducteurs! He mel!. Misschien zitn zij nu beter geworden -Hl kot niveau al Tioroikt he-Khen van den sta flop chef der stad Mucke in het land schap Opper Hessep. waar wij Zondagochtend een ahneedote van vertelden? Dat Engelschi© prestatie» van <%4>xx. alienee^*. sten rang in het buitenland vaak veel minder' bekend zijn dan die van sommige andere volk-en, Is vooral hieraan toe. te schrijven, dat de En-gelschen geen propaganda -maken vóór-, en geen reclame nadat zij een feit volbracht hebben. Maar zelfs In Engeland worden vaak buitenlandsche verrichtingen veel hooger aan geslagen dan Britsche. Norman Collins heeft gewezen op de reputatie vain d0 Do X, en op de bijn-a-onibekendheid van de superieure Short. Vliegboot. Ook dit is vooral het gevolg van de overweldigende reclame die voor en door do Duitsche boot geina+H is, terwijl Engeland alls reclame versmaadt om de eenvo-udige roden, dat het de waarde ervan niet inziet. Zelfs Engelands bete-ekenis voor de „verove ring'' van den 0ceaan- of eigen-lijk van de lucht boven de-n Oceaan, wordt veelal onderschat. Het is waar, dat een Duitsch luchtschip, de Graf Z®Ppelm' (l0 luchtmail naar Zuid-Ameri- ka voert, en dat bijna twee jaren geleden de hoop der Britscll'e luchtschipbouwer» met de R 100 te Be-auvais vernietigd werd. Maar he;t eer ste luchtschip dat den Oceaan o-verstak, Was gri-ts-ch. H-at was d-e R 34, en deze .volbracht het feit in 1919 onder omstandIg-heden-zoo moeilijk e-n gevaarlijk, als thans, dank zij de betere kennis van de lucht, niet meer mogelijk zijn. En de eerste vliegmachine, welke dienselfden Oceaan overstak, was Britsch, en'door twee Dngelschen bemand, wijlen sir Jo-hn Alcock en sir Arthur Whit-ten Brown. Het zou acht jare-n duren alvorens opnieuw iemand en dit was kolonel Lindbergh over den Oceaan zou vliegen. Het eerste Duitsche luchtschip stak vijf jaren na de R 34 den Oceaan over. Een zee-r groot de-el der continentale pers dee-d het toen in 1924 vo-orkomen dat de Zeppelin het eer ste luchtschip was, -dat het feit volbracht. Het was de 1. R. 3, -door Duitsehland voor Amerika gebouwd. De Londen sche pers was er zeer ver stoord over, dat van Duitsehland uit deze vlucht als de eerste van haar soort voorgesteld werd, ©n in een artikel van 16 October 1924 verklaarde de „Daily T-elegra-ph hierin aanlei ding te vinden zich eiken waardeerenden com mentaar op de prestaties der Z. R. 3 te ont houden. Terwijl aldus veel grootere Enge-lsche pres taties bedriegelijk doodgezwegen worden, opdat belangrijke, maar vaak kleinere prestaties van een ander land grooter zullen lijken, geven de Engelsehe pers en openbare meening aan bui tenlanders de volle eer voor wat zij volbreng®®. Maar dit heeft tengevolge, dat zeL's hi" juiste voorstellingen ontstaan omtren f. de-nde rol, die Engeland op zoo menig „ebied g|p De grootste stoomschepen van 0n^e'v +icl> die in vijf dagen naar New Vork oversteken, pres toeren weinig in vergelü,cing 'at Colum bus gedaan heeft En 23 V n 'U(,.htscbio, dat de-n Oceaan oversteekt, ooit 111 prestatie de R 34 bijeenkomen, en transatlantisch vlieger zal ooit den voorrang kun,n9n .opeisjOhen boven Alcock en Bi°nu- De snelste spoorwegen. Onze spoo-rwegen", schrijft Collins, „mogen o-eëxploiteerd worden met ee-11 verlies, dat de woede opwekt der aandeelhouders op elke al- gemeene vergadering, „maar zij zijn de veilig ste en de snelste spoorwegen ter wefela." Of zij de veiligste zijn, weet ik niet, maar in ieder geval worden zij iu dit opzk-.ht door de spoorwegen van weinig andere landen ge ëvenaard. Dat in Engeland de snelste treinen loo-pe-n, is daarentegen 'n onaanvechtbare waar heid, en er gaat bijna geen jaar voorbij, zonder dat de Engelsehe spoorwegen hun eigen records I verbeteren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 2