BEZADIGDHEID
ZZ"Ï op
WOENSDAG 5 OCTOBER 1932
9?
ALLEEN VOOR INWENDIG GEBRUIK?
SCHEEPVAARTONDERNEMING
VAN WERKLOOZE-ZEE-
OFFICIEREN
Een wonderbaarlijke redding.
„ROOMSCHE BEVOORRECHTING"
Insinuaties zonder grond.
BEDRijfs. of CREDIETSTEUN AAN
middenstanders.
/~v
GEVAREN VAN HET IJSVERMAAK.
60.000.— VERDUISTERD.
DE STEEKPARTIJ OP DEN
HOFWEG TE 'S HAGE
I
WERKWILLIGE IN DEN DOOD
GEJAAGD.
Naspel van het stakingsdrama
te Born.
COLPORTEURS VOOR DE RECHT
BANK.
Botsing tusschen fascistische en
communistische colporteurs
NASPEL VOOR DE RECHTBANK, i
Terwijl nog niet zoo lang geleden de roode
leiding zich ondanks velerlei aandrang ener
giek verzetten bleef tegen het gebruik van
den publieken weg voor protest-betoogingeu
e.d., schijnt nu onder het knallen van de
zweep der O.S.P. de eene straat-demonstra
tie na de andere als het summum van ver
standige taktiek te gelden En men behoeft
de diverse uitgaven der Arbeiderspers
slechts ter hand te nemen om te ervaren
dat het „van dik hout zaagt men planken
het oude parool der roode propagan a,
weer stevig opgeld doet als het ei om Daa
de huidige regeerders in gebreke te s e en
en van de crisis-ontevredenheid Pal 'J e
trekken om de breede schare dei xo ge .n
gen tegen hen op te hitsen..
Eén orgaan maakt intusschen \aav een
uitzondering op dien regel. Merkwaardig
genoeg juist dat, waarin men het felst stel
ling nemen tegen de „reactionaire" poli
tiek verwachten zou. Wij bedoelen het „dis
cussie-orgaan", destijds opgericht ter tege
moetkoming aan de verlangens van de zgn.
,Fakkel-groep"> die inmiddels haar eigen
weg is gegaan, zoodat „De Sociaal-demo
craat" goed beschouwd haar voornaamsten
bestaansgrond heeft verloren en, vergissen
wij ons niet, dan ook wel weer spoedig van
het tooneel zal verdwijnen.
Iets meer dan een nutteloos aanhangsel
van de roode dagbladpers is het orgaan niet;
alleen biedt 'het gelegenheid, de roode broe
ders meer „en familie" gade te slaan en een
huiselijker toon te beluisteijen dan de eisch
van vóór-alles-reclame voor het dagblad
artikel gedoogt.
Zoo babbelt in het nummer der vorige
week de hoofdredacteur, de Amsterdamsche
wethouder Boekman, wat na over het jong
ste congres en hij doet dat, om te beginnen,
onder het vet gedrukte motto: „Men bewijst
de massa geen dienst noch onze beweging,
wanneer men haar de gegeven mogelijk
heden grooter voorstelt dan zij zijn".
Een bezadigd woord, maar dat helaas
door de redactie van „Het Volk" c.a. wel
heel slecht begrepen wordt, gezien de mate
looze critiek, welke zij zich veroorlooft oo
op alles wat in dezen tijd van onafwijsbare
versobering wordt ondernomen ten einde
een honderd-millioen^tekort in s lands
schatkist weg te werken. Het spreekt van
zelf, dat een dergelijke bezuiniging door
voeren zonder dat aan allen kant diverse
belangen in het nauw raken tot de pure
onmogelijkheden behoort, al kan natuurlijk
hier en daar het mes te diep gaan en pro
test gerechtvaardigd zijn.
Op het roode congres zijn de socialisti
sche leiders, die nog maar altijd persoon
lijk profijt blijven trekken van de gewraak
te cumulatie, danig aan den tand gevoeld
De hoofdredacteur van de „Sociaal-demo
craat" gispt de ontstemming, welke tot
uiting kwam, als „een feest der kleinbur
gerlijkheid". Vol mildheid oordeelend blijk
baar over de delinquenten, waaronder één
nu al 25 jaar misbruik maakt van een
in zich stellig toe te juichen regeling, laak',
hij het, dat de discussie meer ging over
cumulatie van inkomens dan over cumu
latie van functies, wat toch hoofdzaak van
het debat behoorde te zijn. En met deze
c.i. volkomen misplaatste handigheid gooi.
bij de zaak dan over een geheel anderen
boeg en gaat degenen, die terecht aanmer
king maken op de inhaligheid van enkele
hunner partijgenooten, te lijf met het ver
wijt, dat ze een element van afgunst en
nijd brengen in de onderlinge verhoudin
gen. „Afgunst en nijd zijn geen gevoelens,
welke een arbeider doen groeien tot een
goed socialist en niet
°P die gevoelens
is het socialistisch beginsel gebouwd'
Een wel vreemd geluid moet hier diénst
doen om de gemoederen te bezweren in een
partij, wier grootste gangmaakster alti d
001 hurna istiek ,de C°llega's va"
roode journalistiek wel wat op te steken
Nog „bezadigder" intusschen wordt de
toon van den beer Boekman, ais hij de
salarisverlaging voorde werknemers bij het
roode courantenbedri] moet goed
Voor een partij, die alsmaar den mond vol
heeft van het ongemotiveerde en Ongeoor.
loofde van elke versobering m deze rich
ting, een stout bestaan, haar eigen loontrek
benden de duimschroeven aan te zetten.
Volgens den hoofdredacteur van „r^ Sq
ciaal-democraat" echter behoeft deze tegen
spraak tusschen woorden en werken beele-
maal geen verwondering te wekken en kun
nen alleen ergdenkende „demagogen" daar
aan aanstoot nemen.
Hoor maar, wat de congres-oppositie te.-
overweging krijgt voorgelegd:
Wat bij de discussie trof, was het feit, dat
een enkele afgevaardigde zich op het stand
punt stelde, dat een bedrijf onzer beweging
onder geen omstandigheid loonsverlagng
mag invoeren ook niet wanneer soortgelijke
bedrijven welke zich in kapitalistische han
den bevinden, bet doen. Dit standpunt is
in alle opzichten fout.
In de eerste plaats omdat b'
een hoog loon de volkswelvaar waar-
dert dan een laag loon, geen dogn
mee de vakbeweging in bed rij en
loonsverlaging op economische gronden
te keeren valt, kan volstaan. De practij
vakbeweging van de laatste maanden hee
trouwens aangetoond, dat de realiteit nog
altijd sterker is dan het krachtigste woord.
In de tweede plaats omdat handhaving
van een booger loonpeil in onze bedrijven
dan ln andere bedrijven voor gelijke werk-
zaamheden, de bedrijven onzer beweging in
een nadeelige positie brengt door haar con-
currentiemogelijkheid te verkleinen. Hierbij
is natuurlijk als vanzelfsprekend aangeno-
I men, dat de collectieve contracten zoo loyaal
waar het kan, zoo royaal mogelijk door
Worden uitgevoerd.
ivii leveu nog i$ am kapitalistische maat
schappij, die het ons onmogelijk maakt om
eenig bedrijf naar zuiver socialistische re
gelen te besturen. Wij kunnen er naar stre
ven, doch het volledig bereiken is uitge
sloten.
De geschiedenis van niet weinig coöpera
ties zij ons een waarschuwend voorbeeld,
wat de gevolgen zijn van de opvatting dat
een instelling der beweging onder alle om
standigheden belangrijk betere arbeidsvoor,
waarden moet invoeren en handhaven dan
kapitalistische ondernemingen, werkende op
hetzelfde terrein.
Reëel inzicht in de mogelijkheden van
socialistische loonpolitiek is hier de beste
gids.
Lijkt het niet, of hier de meest reactio
naire „kapitalist" aan het woord is, nu
het er om gaat de eigen „zonden goed te
praten? Ja, er is nog altijd eenig verschil
tusschen de mooie theorie en de onwillige
praktijk.
Laat ons hopen, dat ook dit lesje, door wet^
houder Boekman uitgedeeld, doordringt tot
de redactiebureaux der roode dagbladpers,
waar men er ruimschoots zijn voordeel me
de doen kan.
Tenzij bezadigdheid in het roode milieu
geldt als een artikel, dat niet voor export
bestemd is.
Scheepvaartinspectie en het schip
onder Panameesche vlag.
In het begin van dit jaar, is bij de mare
chaussee te Breda aangifte gedaan, dat een
R. K. priester zich zou hebben schuldig ge
maakt aan een zedenmisdrijf. De marechaus
see heeft toen deswege proces-verbaal op
gemaakt en de zaak is gerechtelijk vervolgd,
doch tenslotte niet doorgezet door de recht
bank.
Het Tweede Kamerlid Peereboom heeft nu
onlangs aan den Minister van Justitie ge
vraagd wat de ware reden is, waarom die
vervolging geep voortgang vond en of de
Minister bereid was om „ingeval het blij
ken mocht, dat dit afzien van de vervolging
van dezen Roomschen priester in onmisken
baar verband staat met de overwegend
Roomsclie samenstelling van de Bredasche
rechtbank, zoodanige maatregelen te tref
fen, waardoor gevallen van bevoorrechting
van andere en bijzonderlijk van dergelijks
Roomsche priesters niet meer kunnen voor-
komen".
In dat geval verzocht hij den Minister
,,de betrokken rechtbank niet alleen
het ware karakter dezer handelwijze, maar
evenzeer ook het beslist ontoelaatbare daar
van onder het oog te brengen".
Men ziet het, insinuaties ontbreken niet.
De Minister heeft de zaak onderzocht en
thans geantwoord, dat de betrokken geesta
lijke na het justitieel vooronderzoek ter open
bare terechtzitting is gedagvaard. Naar aan
leiding van een tegen deze dagvaarding
ingediend bezwaarschrift, heeft de recht
bank den priester buiten vervolging gesteld
op grond, dat naar haar oordeel toen reeds
vast stond, dat het overtuigend bewijs van
het ten laste gelegde niet zou kunnen wor
den geleverd. De Officier van Justitie heeft
tegen deze beschikking hooger beroep aan
geteekend. Het gerechtshof te 's Hertogen
bosch heeft echter, conform de conclusie
van den advocaat-generaal, de beschikking
der rechtbank bevestigd op grond, dat het
Hof in het aanwezige bewijsmateriaal on
voldoende aanwijzing van schuld aanwezig
achtte om de tegen den verdachte ter zake
van het hem ten laste gelegde feit ingestelde
strafvervolging voort te zetten.
Aldus de Minister.
Wat betreft de in de vragen neergelegde
insinuaties merkt minister Donner nog op,
dat hij meent goed te doen „nu, zij ie u
onderstellenden vorm, in de vragen een zoo
ernstige, het wezen der rechtei lijke mac i
aantastende beschuldiging wordt uitgespio
ken, mede te deelen, dat de kennisneming
van het dossier dezer zaak hem geen aan
wijzing heeft opgeleverd, dat bij de genomen
beschikkingen niet met de in dezen uiter
aard volstrekt vereischte objectiviteit is ge
handeld".
Hieruit blijkt, dat de minister de zaak
ernstig genoeg heeft bevonden om haar per
soonlijk uit te pluizen en dat hem daaibij
de absolute objectiviteit van rechtbank, zoo
wel als van gerechtshof is gebleken. Daar
mede kan de heer Peereboom het doen.
Tot zijn nog grootere geruststelling kun
nen we hier nog bij vermelden, dat in het
Bossche Hof zitting had de protestantsche
raadsheer mr. van Veen, terwijl de eisch
tot niet ontvankelijk verklaring van het be-
r°ep, door den Bredaschen Officier inge
steld, werd gedaan door den protestantschen
advocaat-generaal bij het Hof, mr. Couvée.
^an „Roomsche bevoorrechting" zal hij
dei toch wel niet durven spreken. Evenmin
a s dij daarvan den streng-Protestantschen
minister zal verdenken.
t
Lcn beroep op de Kamers van
Koophandel.
schrijven3 fiézonLCrisisc0mité deeft een rond-
mers van KooDha^^n de voorzitters der Ka-
dietsteun aan klf>?„ Inzake bedrijfs- of cre-
schrijven wijst eron Ütandigen- Het rond"
handel voor Amster'd*™ u ,Kamer van Koop"
maximum van 25 ooo\ ien heeft tot een
bijdragen in door het cr°°r ?Ut te zujlen
1931 aan handeldrijvend^^wiscormté Amst.erdam
„-(-anders en en mdustrieele mid-
S steun kleine neringdoenden te verlee-
Vita'sel" achten11 imu een zeer verheugend
verschijnsel acnten, indien alle Kamers van
Koophandel in Nederland dit voorbeeld volgden
Ingeval andere Kame yk ^den.
men, verzoekf*trV,ven met bet
Ns C. C. ui verbinding te stellen,
Onderhoud met den hoofdinspecteur voor
de scheepvaart.
Naar aanleiding van wat gemeld is omtrent
de oprichting van de Atlantische Vrachtvaart
maatschappij, die het Engelsche stoomschip
„Middleham Castle" heeft aangekocht, dat on
der den naam „Delia" in de vaart gebracht
wordt en onder Panameesche vlag zal varen,
heeft een verslaggever van het Nederlandsch
Correspondentiebureau voor Dagbladen een on
derhoud gehad met den hoofdinspecteur voor de
scheepvaart, den heer C. Fock.
Deze merkte op, dat het wel mogelijk is, wat
gezegd wordt, nl. dat de ketelinstallaties modern
zijn, maar dat het schip zelf, naar hij had ver
nomen, ongeveer twee-en-twintig jaar oud is.
Het onderzoek van de ketels ressorteert niet
onder de scheepvaartinspectie maar onder den
dienst van het stoomwezen, welke de Stoomwet
uitvoert.
De scheepvaartinspectie kijkt het schip zelf
en zijn reddingsmiddelen na en wijdt aandacht
aan de algemeene zeewaardigheid.
De scheepvaartinspectie gaat intusschen af op
Lloyd's certificaat, dat het desbetreffende schip
in Mei gekregen heeft. De inspectie doet zulks
met betrekking tot de certificaten van de bij
Koninklijk Besluit erkende classificatiebureaux
in het algemeen. Wel neemt de scheepvaartin
spectie steekproeven ten aanzien van de schepen,
welke van zoodanige certificaten voorzien zijn.
Controleerde zij al deze schepen, zij zou moe
ten beschikken over een veelvoud van Iwt aan
tal ambtenaren, dat thans bij haar in cPenst is.
Controle van al deze schepen is trouwens niet
noodig.
Met het geheele onderzoek van een schip door
de scheepvaartinspectie is een bedrag gemoeid,
nat waarlijk niet groot genoemd kan worden.
De „Delia" meet volgens de courantenberichten
7.350 ton. Voor een onderzoek van een schip
van 7.500 ton door de scheepvaartinspectie
wordt 675 gerekend. Daarbij is het ketelonder-
zoek niet inbegrepen, maar de kosten daarvan
kunnen het bedrag waarlijk niet buitengewoon
veel doen stijgen.
De bedragen, welke de scheepvaartinspectie
voor een onderzoek rekent, zijn iets hooger dan
die van de classificatiebureaux, omdat de
scheepvaartinspectie niet tegen deze bureaux
mag concurreeren.
Een Nederlandsch classificatiebureaux en een
Fransch bureau hebben in Nederland een ver
tegenwoordiger, die samenwerkt met een Neder
landsch comité van reeders.
De hoofdinspecteur Fock, na den verslagge_
ver bovenstaande mededeelingen gedaan te heb
ben, merkte op, dat het uit den aard der zaak
zeer moet worden gewaardeerd, wanneer Neder -
landsche werklooze scheepsofficieren een Neder
landsch schip onder Nederlandsche vlag gaan
exploiteeren, hetgeen een bewijs is van energie
en ondernemingsgeest. Maar, liet de heer Fock
erop volgen, dat men onder Panameesche vlag
gaat varen, valt mij tegen. Zoo doet men den
Nederlandschen scheepvaartmaatschappijen en
den Nederlandschen collega's een deloyale con
currentie aan. Nog slechts korten tijd geleden
hebben scheepsofficieren gestaakt bij een reeder
die zijn schepen onder Engelsche vlag bracht
om Engelsche loonen te kunnen betalen, welke
als gevolg van den val van het Pond lager zjjn
dan de Nederlandsche. De scheepsofficieren
keurden dit af als deloyale concurrentie. Thans
zijn er scheepsofficieren, die zelve een oneer
lijke concurrentie voeren gaan. Men zegt, dat de
redenen, waarom men niet onder Nederlandsche
vlag gaat varen, niet in de eerste plaats in het
loonpeil gezocht moet worden.
Maar welke zijn de voornaamste redenen dan
wel In de kosten van een eventueel onder
zoek door het stoomwezen kunnen die redenen
stellig niet gezocht worden. Maar de Pana
meesche gages zijn waarschijnlijk veel la°er
dan de Nederlandsche.
De hoofdinspecteur Fock verklaarde nog op
een desbetreffende vraag van den verslaggever,
dat, als het schip onder Panameesche vlag vaart,
de zeevaardigheid van het schip en de veilig
heid der bemanning ter beoordeeling staan van
de autoriteiten van Panama. Intusschen is de
hoofdinspecteur van de scheepvaart in Neder
land bevoegd om buitenlandsche schepen die
klaarblijkelijk onzeewaardig zijn, te verbieden,
zee te kiezen, wanneer de veiligheid van de be
manning niet gewaarborgd is. Het schip waar
van hier sprake is. is in het bezit van Lloyd's
certificaat, maar dit. sluit de mogelijkheid van
een onderzoek door de scheepvaartinspectie, als
het schip hier mocht komen te liggen, niet uit.
Overigens kijkt Lloyd's niet de reddingsmidde
len, zwemvesten, sloepen, vlotten, enz. na. Dit
doet de scheepvaartinspectie. Heeft een schip
vij -en-twintig man aan boord, maar slechts
een sloep voor veertien man, dan schrijft de
^heepvaartinspectie voor, dat een tweede sloep
e" m edegenomen. Ook kan de scheep
vaartinspectie voor Nederlandsche schepen voor-
geven aangaande de grootte der be
manning, welke verband houdt met de grootte
van het schip en de lengte van de reis.
Waarschijnlijk zijn onder Panameesche vlag
deze eischen lager.
Ten slotte vestigde de hoofdinspecteur Fock
er de aandacht op, dat per 1 Januari 1933 het
internationaal verdrag betreffende de uitwatering
van schepen van kracht wordt, tegelijk met het
inwerking treden van de gewijzigde schepenwet.
Door laatgenoemde wijziging heeft de scheep
vaartinspectie meer bevoegdheden gekregen ten
opzichte van de uitwatering van vreemde sche
pen, welke ter zake gecontroleerd en, als zij niet
zeewaardig blijken, aangehouden zullen kunnen
worden.
Het ketel-onderzoek
Van bevoegde zijde vernemen we, dat het
ketelonderzoek door dien dienst van het stoom
wezen gratis geschiedt. Hollandsche schepen
moeten hun ketels laten onderzoeken door den
dienst van het stoomwezen en krijgen, als de
ketels voldoen, een acte van vergunning tot
gebruik van de stoomketels. Voorts vindt een
jaarlijksche inspectie door den dienst van het
stoomwezen plaats, eveneens gratis.
Gedurende eenige jaren heeft een retributie
heffing bestaan, waardoor een zeker bedrag
moest worden betaald voor het eerste onder
zoek en ook voor het jaarlijksch toezicht.
Met ingang van 1 Januari 1929 is deze retri
butie-heffing afgeschaft.
Een schip onder Panameesche vlag is niet ver
plicht, zijn ketels door den Nederlandschen
dienst voor het stoomwezen te laten onderzoe
ken, als het aantoont, dat het voldoet aan de
eischen betreffende stoomketels, in Panama ge
steld.
Het oprichten van „IJswachten".
De Ned. Bond tot het redden van drenkelin
gen doet een beroep op het Nederlandsch volk
om in die plaatsen, waar een reddingsbrigade
voor drenkelingen, geen reden van bestaan
heeft, door het ontbreken van rivieren of vaar
ten, maar waar toch, in ijstijd, gereden wordt
op tochten, leemputten en afgravingen vrijwil
lige „IJswachten" te vormen.
Het doel dier ijswachten zal dan zijn toezicht
te houden op die plaatsen waar veel gereden
wordt, om bij een ijsongeval direct helpend op
te treden.
Gemeentebesturen, personen, ijsvereenigin-
gen, of welke maatschappelijke vereeniging ook
in den lande, die een voorlichtingsavond of na
dere inlichtingen wenschen, kunnen zich wen
den tot het secretariaat van den Bond, mejuf
frouw A. Claus, Ceintuurbaan 362, Amsterdam
Zuid of tot den heer A. J. Meyerink, hoofdcon
sul voor de propaganda in Nederland, Haarlem,
Cruquiusstraat 10,
265. Jaa.p valt. Max Jieeft den commandant
gewaarschuwd. Met bewonderenswaardige te
genwoordigheid van geest geeft deze het bevel
„Dalen!" Met duizelingwekkende snelheid
sneller nog dan Jaap schiet de vliegmachine
omlaag door liet luchtruim.
266. De commandant opent het luik. „Span
een zei'1!" roept hij. „Voorzichtig! Wij' zijn
lager dan de aap. Nu omhoog! Zachtjes aan!
Iets meer naar links, anders valt Jaap er
naast! Ho!Het zijn oogenblikken van ont
zettende spanning. Een apeleven hangt geheel
af van het beleid van één enkel man.
267. „Hij' is twee meter hoven ons!'' roept dé
commandant. „Dalen! maar zoo dat wij iets
langzamer omlaag gaam dan Jaap. Ja, ja, dat
gaat goed. Op die manier komt Jaap zacht
neer! Houd goeden moed, Jaap, redding ia
nabij!" „Dank u, mijnheer de Commandant'',
zegt Jaap, al vallend, diep ontroerd door zoo
veel hulpvaardigheid.
De diefstal bij de Nederlandsche
Landbouwbank.
Verdachten in hooger beroep.
Gisteren stonden in hooger beroep voor 't ge
rechtshof te Amsterdam terecht de kantoorbe
diende Th. J. M. K. en de kellner J. J. M. de H.,
benevens Ph. A. H.
De eerste verdachte was door de Amsterdam
sche rechtbank veroordeeld tot twee jaar ge
vangenisstraf wegens diefstal en verduistering
van 60.000 ten nadeele van de Nederlandsche
Landbouwbank te Amsterdam. Zijn medeplich
tige, De H., was veroordeeld tot een gevangenis
straf van één jaar, wegens heling, terwijl de der
de verdachte, die terecht had gestaan wegens
het verbergen van gestolen goed, door de recht
bank was vrijgesproken.
Het eerst werd behandeld de zaak tegen de
verdachte K. Op vraag van den president, mr.
H. Jolles, waarom hij in hooger beroep is geko
men, antwoordt deze verdachtedaar ik van
oordeel ben dat de verduistering van de koop
mansboeken mij te zwaar is aangerekend.
Verder vraagt de president of verdachte de
archiefkast en aandere zware voorwerpen, waar
in het kaartsysteem en andere stukken uit het
archief werden bewaard, alleen naar buiten heeft
gedragen. Deed De H. daar niet aan mee.
Verdachte Ik deed het heelemaal alleen.
PresidentDat is wel zonderling.
Verdachte, die het ten laste gelegde overigens
volkomen erkent, beweert voorts nog, dat zijn
verloofde niets van zijn onderneming afwist. Hij
had haar verteld, dat hij naar Keulen ging om
werk te zoeken.
PresidentEn geloofde zij dat zoo maar Zij
wist toch, dat U geen talen kende
Verdachte haalt de schouders op.
Daarna wordt gehoord inspecteur M. O. F. v.
d Heul die de zaak heeft onderzocht en de beide
vluchtelingen tot in het Zuiden van Frankrijk
heeft achtervolgd. Inspecteur v. d. Heul ver
telt nog iets over de opspring van het archief
van de Ned. Landbouwbank. Het werd gevonden
ten huize van een andere vriendin van K.
XJit een brief, dien de president voorleest,
welken brief K. geschreven had aan de directie
van de Ned. Landbouwbank, blijkt dat K. het
archief had verduisterd om zich te wreken op de
..directie, die hem na een 12-jarigen dienst had
omslagen, maar ook, dat hij van dit archief
wilde gebruik maken, om het terug te geven
op voorwaarde, dat hij straffeloos in het bezit
van de gestolen ƒ60.000 kon blijven.
De procureur-generaal, Mr. Harinxma thoe
Sloten meent, dat verdachte door de rechtbank
terecht is veroordeeld wegens diefstal en ver
duistering en vraagt bevestiging van het vonnis.
De verdediger, Mr. Frankenhuis stelde de vraag
hoe deze verduisteringen ontstaan zijn. Ze zijn
ontstaan, doordat de bank aanvankelijk haar per
soneel toestond te speculeeren. Later is dit wel
verboden, maar toen zat verdachte al in de
knoei. Hij heeft dan ook aanvankelijk niet het
alleen de gaten mee stoppen. De verleiding werd
Plan gehad, het geld te houden, doch wilde er
des te grooter, omdat het controle-systeem aan
de bank niet al te best in orde was. Het is niet
aan te nemen, dat verdachte, die werkelijk geen
slechte inborst heeft, uit zichzelf tot deze mis
daad gekomen zou zijn. Uit alles blijkt, dat hij
onder den invloed is geraakt van zijn vriend
Van W., die een vijand van de bank was. Hij
was een ontslagen bankbeambte. Pleiter, die de
daad niet goed wil praten, wijst op het gunstige
reclasseeringsrapport, het gunstige milieu, waar
uit verdachte voortkomt en vraagt vermindering
van straf en aftrek van preventief.
De president bepaalde de uitspraak op heden
over veertien dagen.
De tweede zaak.
Daarna neemt De H. plaats in de beklaagden
bank. De H. deelt mede, dat hij in hooger be
roep is gegaan, omdat hij in aanmerking wenscht
te komen voor een voorwaardelijke veroordee
bug.
President: U bent op den bewusten dag met
een auto voor de bank gekomen en hebt K. toen
zien sjouwen met een zware ijzeren archiefkist,
die hij in den auto wilde zetten. Hebt U hem
t°en niet geholpen
Verdachte Neen, ik ben in den auto blijven
zitten.
PresidentIT zegt het. In de Biesboschstraat
hebt U wel meegeholpen om den boel weer uit
den auto te dragen.
Verdachte Ja, ik heb een koffer naar boven
gebracht.
PresidentToen U die stukken met den auto
weggebracht hadt, hadt U toen al plan om met
K. naar Amerika te gaan
Verdachte. Jawel, edelachtbare.
PresidentMaar U houdt vol, dat U toen nog
biet wist van den diefstal van 60.000. Waar
dacht U dan dat het geld vandaan kwam voor
die reis
VerdachteIk heb pas in Keulen gehoord, dat
K. het geld gestolen had.
PresidentIk geloof dat U er veel meer van
wist.
Daarna wordt K. als getuige gehoord. Hij ver
telt op een desbetreffende vraag, dat De H. de
heele reis tot Keulen toe niets over het geld
heeft gevraagd.
PresidentU krijgt uw ontslag, U haalt het
archief weg en gaat met hem naar Amerika en
De H. gelooft maar, dat alles zonder geld kon
gebeuren. Ik vind het heel aardig dat U hem
spaart, maar ik heb er toch mijn eigen gedachte
over.
De caféhouder van W. vertelt, dat hij aan K.
200 ter leen heeft gevraagd, toen hij vernam
dat K. en De H. naar Amerika zouden gaan.
PresidentU wist dus, dat De K. het geld had
gestolen. Wie heeft U dat verteld?
Getuige De H.
Verder vertelt getuige, dat hij den volgenden
dag de zaak uit eigen beweging bij de directie
van de Nederlandsche Landbouwbank is gaan
aangeven. Hij had er spijt van.
President tot verdachte Nu hoort U het. U
wist dat K. den diefstal had gepleegd. Inspec
teur verklaart, dat verdachte De H. hem te Mar
seille had gezegd, dat hij te Amsterdam wist,
dat K. gestolen had.
Als getuige k décharge wordt dan gehoord de
moeder van De H.
VerdedigerMevrouw De H.„ zou U misschien
willen zeggen, hoe hij vroeger thuis is geweest.
Getuige Een reuze goede jongen.
De procureur-generaal, mr. baron van Harinx
ma thoe Slooten kan niet gelooven, dat ver
dachte tijdens den diefstal van de archiefstuk
ken uit de bank niet geweten heeft van den
diefstal van ƒ60.000. Spr. requireert, dat ver
dachte zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal
«e «Wing. Hij meent, dat de straf zal moeten
worden verhoogd en vraagt een gevangenisstraf
van één jaar en zes maanden.
De verdediger, mr. Frankenhuis bepleit een
voorwaardelijke straf.
Na ré- en dupliek wordt de uitspraak be
paald op heden over veertien dagen.
Derde zaak.
Ten slotte staat de derde verdachte, de kan-
toorlooper T. A. H. terecht.
PresidentU hebt van K. 5000 ontvangen,
om ze aan zijn vriendin, mej. B., te geven. U
mocht er zelf ook wat van houden. Deedt U dat?
Verdachte: Neen, ik voelde, dat het niet in den
haak was.
PresidentMaar U hebt het geld wel eenige
dagen bij U verborgen gehouden.
Verdachte Ik kon het niet eerder afdragen.
PresidentU hebt brieven van K. verbrand.
U knoeide dus mee met de daders.
Verdachte K., thans als getuige gehoord, be
vestigt, dat hij brieven aan K. ter hand heeft
gesteld.
De directeur van de Nederlandsche Landbouw
bank verklaart, dat verdachte eenige dagen na
Kerstmis hem de 5000 is komen brengen.
De procureur-generaal, mr. van Harinxma thoe
Sloten acht het bewezen, dat verdachte het ge
stolen geld opzettelijk heeft verborgen met het
doel om het aan de nasporingen van politie en
justitie te onttrekken. Verder heeft hij op vele
manieren de politie tegengewerkt. Spr. vroeg
veroordeeling tot drie maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. van Haersholte, beschrijft
verdachte als een rustigen, kalmen man, die te
genstribbelend in de zaak is betrokken door K.,
die een grooten invloed op hem uitoefende. Plei
ter betwijfelt of hier van verborgen houden
sprake is en ontkent dat verdachte het oogmerk
had het geld aan de eigenaren te onttrekken.
Hij wist toen niet, dat het van diefstal afkomstig
was. Later hoorde hij dit, raakte in angst en
in zijn verwarring koos hij den verkeerden kant,
hij verborg het geld in het kolenhok. Pleiter
vraagt clementie voor zijn cliënt. Het preventief
heeft hem reeds zwaar gestraft.
De uitspraak zal op 18 October gedaan worden.
•Voor de Rechtbank te Maastricht stonden
Maandag terecht de grondwerkers J. H. V. en
L. S., beiden uit Roosteren, en de stoker J. H.
v R uit Stevensweert. Door het O.M. werd
hun ten laste gelegd openlijke geweldpleging
en mishandeling den dood als gevolg hebbend.
Onder geweldige belangstelling van het pu
bliek, dat uit de omstreken van Born naar
Maastricht was gekomen om de behandeling van
dit stakingsdrama bij te wonen, werd door tal
van getuigenverklaringen opnieuw deze afschu
welijke gebeurtenis belicht.
De Belgische arbeider P. J. H. P-, 18 jaren
oud, had te Born tijdens de staking werk ge
vonden aan het Julianakanaal en keerde in den
namiddag van Woensdag 29 Juni per rijwiel
naar Maeseyck terug. Postende stakers waren
hem echter gevolgd en toen de hem begeleiden
de marechaussee's weg waren, werd de Belg op
ergerlijke wijze door een troep stakers mishan
deld en tegen den grond geslagen. De rennets
van den jongeman werd vernield. Het slacht
offer, dat eenigen tijd buiten kennis was ge
weest, kwam weer bij en poogde te ontsnappen,
doch opnieuw ging de troep hem te lijf. De
jongeman liep opgejaagd door zijn achtervol
gers in de richting der Maas en geen uitweg
meer wetend sprong hij in de rivier, om zwem
mend den overkant te bereiken. Toen hij bijna
den veiligen oever bereikt had, verdween de
zwemmer in de diepte en werd nadien als lijk
opgehaald. Verdachten L. S. en J. H. v. R. had
den den Belg, toen deze zwemmend poogde te
ontkomen, nog met keien in 't water nagegooid.
Verdachte J. H. V. sloeg met een stok.
Uit de verklaring van den getuige deskundige
dr. Levy bleek, dat op het lijk geen sporen van
geweld gevonden werden en bij lijksectie hart
verlamming als doodoorzaak werd vastgesteld.
Verdachten S. en v. R. gaven toe met steenen
geworpen tebben, terwijl verdachte V. verklaar
de niet geslagen te hebben. Wel was hij bij de
achtervolgers.
Afschuwelijk, beestachtig noemde het O. M.
deze gebeurtenis, 'n Massa stakers dreef 'n weer-
loozen arbeider de Maas in, verdachten wierpen
den jongenman, die met den dood streed, nog
met steenen, zij zagen hem voor hun oogen ver
drinken en gingen toen kalm naar huis alsof
niets gebeurd was. Spr. is met schaamte vervuld
ten opzichte van België en wijdt aan de familie
van den op zoo tragische wijze om het leven
gekomen arbeider deelnemende woorden.
De getuigen-verklaringen nagaande merkt spr.
op, dat deze meer weten dan zij willen loslaten.
Toch acht het O.M. de openlijke geweldpleging
ten opzichte van verdachte J. v. V. bewezen, ter
wijl vaststaat dat de beide andere verdachten
het opzet hadden met de steenworpen in de
Maas naar den vluchteling dezen te dooden.
De eisch luidt ten opzichte van J. H. V. 2
jaren gevangenisstraf en ten opzichte van de
beide andere verdachten ieder vier jaren ge
vangenisstraf.
De verdedigers van verdachten mr. F. Tripels
en mr. Vencken trachten de bewijslevering te
bestrijden en vragen vrijspraak.
De rechtbank bepaalde het vonnis op 17 Oc
tober a.s.
Bevestiging van de vonnissen geëischt.
Voor de Haagsche rechtbank stonden een col-
portrice en haar assistent terecht. Door den
kantonrechter waren zij wegens ordeverstoring
veroordeeld tot 10. boete.
De Officier van Justitie gispte het gedrag van
de colporteurs, die niet alleen Katholieken, maar
ook andersdenkenden ergerden door hun optre
den. Spr. eischte bevestiging van het vonnis.
De verdediger mr. Lissauer pleite vrijspraak.
De tweede zaak betrof alleen de colportrice;
zij had zich wegens ordeverstoring te verant
woorden.
De Officier eischte op formeele gronden ver
nietiging van het vonnis van den kantonrechter
en opnieuw rechtdoende verdachte's veroordee
ling tot 25.— boete, subs. 5 dagen hechtenis.
Ook in deze zaak pleitte mr. Lissauer vrij
spraak.
Vonnis 18 October,
In den avond van 9 Augustus heeft op dcai
Hofweg te 'sHage voor 't hotel de Twee Steden
een botsing plaats gehad tusschen eenige fascis-
tische en communistische colporteurs, waaraan
de politie te pas moest komen. Toen men het
terrein van den slag ontruimd had bleek dat
twee mannen n.l. de 24 jarige broodbezorger
W. G. en de 26-jarige J. M., smid van beroep,
door messteken in den rug waren gewond, en
hun overbrenging naar het ziekenhuis noodzak
^Eenigen tijd later werd als de vermoedelijk*
dader gearresteerd de 27-jarige loopjongen J,
de J, die Dinsdag, verdacht van poging tot
zware mishandeling, voor de Haagsche rechte
bank terecht stond. n.
Als eerste getuige werd gehoord de deskun
dige Dr. Scholtens, die in zijn rapport tot aé
conclusie was gekomen, dat de J. aan een zoo
danig gebrek van ontwikkeling van zijn geeste-
We vermogens leed, dat hem het misdrijf
waarvoor hij terecht stond met kan worden
toegekend. Een bepaalde maatrege ö_r.^«Tri j
te van de J. werd in het rapport niet genoemd.
Dr. C. A. Schoemaker arts in het Gemeente-
Ziekenhuis, die de beide gewonde mannen heeft
behandeld, verklaarde dat hij bij G. een steek
wond in den rug heeft waargenomen, welke
veel bloedverlies veroorzaakte doch verder met
levensgevaarlijk was. Bij M. werden 2 vrijl op
pervlakkige wonden geconstateerd, een
bij de lies, de andere onder den schouder. Ook
deze verwondingen leverden naar het ooi
van den deskundige geen direct levensgevaa p,
De getuige G., die den eed niet wilde a_'eS""
gen, zeide dat hij bij het ruiterstandbeeld op
het Buitenhof staande, een snorauto waarin zica
eenige fascisten bevonden hoorde aankomen.
Even later voelde hij een stomp en nog een
weinig later bemerkte hij dat hij gewond was
en bloedde.
Pres. mr. de Joncheere. Herkent u in dezen
verdachte den persoon die gestoken heeft.
Getuige: daar wensch ik mij niet over uit a
laten.
De president wijst er getuige op, dat hij ver
plicht is, na het onderteekenen van zijn verkla
ring, de waarheid te zeggen, waarop getuige
zeide dat hij in de J. den persoon herkende.
De getuige M. herkende ook in verdachte
den man die hem tweemaal gestoken heeft.
Daarna wordt de moeder van verdachte ge
hoord, die op verzoek van den verdediger mr.
Nathans verklaarde, dat zij voldoende overwicht
over haar zoon heeft, om hem in het vervolg
voor dergelijke gevaarlijke uitvallen te vrijwa-
ren.
Verdachte zeide tot de fascistische partij
behooren. Hij had gezien dat communisten, fas
cisten hadden aangevallen, en toen hij een paaïi
mannen zag wegloopen heeft hij die met ei.a
geopend mes nageloopen.
De president wees hem op de ernstige ge\ ol-
gen, die zijn daad had kunnen hebben.
Het O.M., requireerde tot ontslag van rechts
vervolging en plaatsing van de J. in een krank
zinnigen gesticht voor den tijd van een jaar.
Mr. Nathans, voor verdachte pleitend, meen
de dat de fascistische partij had moeten zien da*
de J. geen geschikt lid zou zijn. Pleiter meende,
dat waar de jongen overdag werkt, hij s avonds
wel onder toezicht van zijn moeder kan blijven.
De ondergane preventieve hechtenis heeft naafl
pleiters meening voldoende indruk op hem ge
maakt. Pleiter verzocht teruggave van den jon
gen aan de moeder, met voorwaardelijke ter
beschikkingstelling aan de regeering en ontslag
uit de voorloopige hechtenis. Nadat dit verzoek
geweigerd was, werd de uitspraak bepaald op
18 October a.s.
DE TREINBOTSING BIJ STOLWIJK.
Het verkeer weer normaal.
Omtrent het spoorwegongeluk, dat gisteren
nabij Stolwijk op de wisselplaats Beiersche weg
van de lijn Gouda-Schoonhoven heeft plaata
gehad, vernemen wij nog het volgende:
De oorzaak moet worden geweten aan het
feit dat de machinist van den Sghoonhoven-
schén trein er niet aan gedacht heeft, dat op
hetzelfde oogenblik, waarop hij den wissel over-
eine een trein uit Gouda moest passeeren. Deze
trein toch die om 8.59 uur was vertrokken, waa
met de invoering van de nieuwe dienstregeling
on 2 October, nieuw ingelegd.
Voordien reed de trein, die om 8.36 uur uit
Schoonhoven vertrok op deze plaats gewoon
door. Hij liet dus, gewoon optrekken, terwijl hij
den hem tegemoetkomenden trein niet be
merkte.
Juist op het oogenblik, dat de locomotief van
den trein uit Gouda het andere spoor opreed
botsten de treinen tegen elkander.
De locomotief van den Schoonhovenschen
trein werd uit de rails gelicht en kwam op haar
kant terzijde van de spoorbaan terecht, en ver
nielde een wagen van den anderen trein gedeel
telijk. Het balcon werd verbrijzeld en alle rui
ten vlogen aan stukken.
De passagiers van beide treinen, werden dooï
elkander geschud, waarbij een tweetal hunnen
schrammen opliep.
De beide machinisten waren juist bijtijds vagi
hun machines gesprongen, waardoor zij ziel*
het leven redden.
Terstond na de botsing werd van Gouda uit
een materiaal trein met personeel naar da
plaats van de botsing gezonden. Met behulp van
een bok zijn de locomotieven wederom op da
rails geplaatst. Later zijn ze met den verniel
den wagon naar Gouda gesleept.
Om half vier gisterenmiddag was het verkeefl
op de lijn weder normaal.
PRAUW OMGESLAGEN.
Acht dooden.
MEDAN, 4 October. (ANETA^
Op de Batang Serangan is een prauw omge
slagen. Acht inzittenden werden door den stroon*
meegesleurd, vier lijken zijn gevonden.u