BEZADIGDHEID ZZ"Ï op WOENSDAG 5 OCTOBER 1932 9? ALLEEN VOOR INWENDIG GEBRUIK? SCHEEPVAARTONDERNEMING VAN WERKLOOZE-ZEE- OFFICIEREN Een wonderbaarlijke redding. „ROOMSCHE BEVOORRECHTING" Insinuaties zonder grond. BEDRijfs. of CREDIETSTEUN AAN middenstanders. /~v GEVAREN VAN HET IJSVERMAAK. 60.000.— VERDUISTERD. DE STEEKPARTIJ OP DEN HOFWEG TE 'S HAGE I WERKWILLIGE IN DEN DOOD GEJAAGD. Naspel van het stakingsdrama te Born. COLPORTEURS VOOR DE RECHT BANK. Botsing tusschen fascistische en communistische colporteurs NASPEL VOOR DE RECHTBANK, i Terwijl nog niet zoo lang geleden de roode leiding zich ondanks velerlei aandrang ener giek verzetten bleef tegen het gebruik van den publieken weg voor protest-betoogingeu e.d., schijnt nu onder het knallen van de zweep der O.S.P. de eene straat-demonstra tie na de andere als het summum van ver standige taktiek te gelden En men behoeft de diverse uitgaven der Arbeiderspers slechts ter hand te nemen om te ervaren dat het „van dik hout zaagt men planken het oude parool der roode propagan a, weer stevig opgeld doet als het ei om Daa de huidige regeerders in gebreke te s e en en van de crisis-ontevredenheid Pal 'J e trekken om de breede schare dei xo ge .n gen tegen hen op te hitsen.. Eén orgaan maakt intusschen \aav een uitzondering op dien regel. Merkwaardig genoeg juist dat, waarin men het felst stel ling nemen tegen de „reactionaire" poli tiek verwachten zou. Wij bedoelen het „dis cussie-orgaan", destijds opgericht ter tege moetkoming aan de verlangens van de zgn. ,Fakkel-groep"> die inmiddels haar eigen weg is gegaan, zoodat „De Sociaal-demo craat" goed beschouwd haar voornaamsten bestaansgrond heeft verloren en, vergissen wij ons niet, dan ook wel weer spoedig van het tooneel zal verdwijnen. Iets meer dan een nutteloos aanhangsel van de roode dagbladpers is het orgaan niet; alleen biedt 'het gelegenheid, de roode broe ders meer „en familie" gade te slaan en een huiselijker toon te beluisteijen dan de eisch van vóór-alles-reclame voor het dagblad artikel gedoogt. Zoo babbelt in het nummer der vorige week de hoofdredacteur, de Amsterdamsche wethouder Boekman, wat na over het jong ste congres en hij doet dat, om te beginnen, onder het vet gedrukte motto: „Men bewijst de massa geen dienst noch onze beweging, wanneer men haar de gegeven mogelijk heden grooter voorstelt dan zij zijn". Een bezadigd woord, maar dat helaas door de redactie van „Het Volk" c.a. wel heel slecht begrepen wordt, gezien de mate looze critiek, welke zij zich veroorlooft oo op alles wat in dezen tijd van onafwijsbare versobering wordt ondernomen ten einde een honderd-millioen^tekort in s lands schatkist weg te werken. Het spreekt van zelf, dat een dergelijke bezuiniging door voeren zonder dat aan allen kant diverse belangen in het nauw raken tot de pure onmogelijkheden behoort, al kan natuurlijk hier en daar het mes te diep gaan en pro test gerechtvaardigd zijn. Op het roode congres zijn de socialisti sche leiders, die nog maar altijd persoon lijk profijt blijven trekken van de gewraak te cumulatie, danig aan den tand gevoeld De hoofdredacteur van de „Sociaal-demo craat" gispt de ontstemming, welke tot uiting kwam, als „een feest der kleinbur gerlijkheid". Vol mildheid oordeelend blijk baar over de delinquenten, waaronder één nu al 25 jaar misbruik maakt van een in zich stellig toe te juichen regeling, laak', hij het, dat de discussie meer ging over cumulatie van inkomens dan over cumu latie van functies, wat toch hoofdzaak van het debat behoorde te zijn. En met deze c.i. volkomen misplaatste handigheid gooi. bij de zaak dan over een geheel anderen boeg en gaat degenen, die terecht aanmer king maken op de inhaligheid van enkele hunner partijgenooten, te lijf met het ver wijt, dat ze een element van afgunst en nijd brengen in de onderlinge verhoudin gen. „Afgunst en nijd zijn geen gevoelens, welke een arbeider doen groeien tot een goed socialist en niet °P die gevoelens is het socialistisch beginsel gebouwd' Een wel vreemd geluid moet hier diénst doen om de gemoederen te bezweren in een partij, wier grootste gangmaakster alti d 001 hurna istiek ,de C°llega's va" roode journalistiek wel wat op te steken Nog „bezadigder" intusschen wordt de toon van den beer Boekman, ais hij de salarisverlaging voorde werknemers bij het roode courantenbedri] moet goed Voor een partij, die alsmaar den mond vol heeft van het ongemotiveerde en Ongeoor. loofde van elke versobering m deze rich ting, een stout bestaan, haar eigen loontrek benden de duimschroeven aan te zetten. Volgens den hoofdredacteur van „r^ Sq ciaal-democraat" echter behoeft deze tegen spraak tusschen woorden en werken beele- maal geen verwondering te wekken en kun nen alleen ergdenkende „demagogen" daar aan aanstoot nemen. Hoor maar, wat de congres-oppositie te.- overweging krijgt voorgelegd: Wat bij de discussie trof, was het feit, dat een enkele afgevaardigde zich op het stand punt stelde, dat een bedrijf onzer beweging onder geen omstandigheid loonsverlagng mag invoeren ook niet wanneer soortgelijke bedrijven welke zich in kapitalistische han den bevinden, bet doen. Dit standpunt is in alle opzichten fout. In de eerste plaats omdat b' een hoog loon de volkswelvaar waar- dert dan een laag loon, geen dogn mee de vakbeweging in bed rij en loonsverlaging op economische gronden te keeren valt, kan volstaan. De practij vakbeweging van de laatste maanden hee trouwens aangetoond, dat de realiteit nog altijd sterker is dan het krachtigste woord. In de tweede plaats omdat handhaving van een booger loonpeil in onze bedrijven dan ln andere bedrijven voor gelijke werk- zaamheden, de bedrijven onzer beweging in een nadeelige positie brengt door haar con- currentiemogelijkheid te verkleinen. Hierbij is natuurlijk als vanzelfsprekend aangeno- I men, dat de collectieve contracten zoo loyaal waar het kan, zoo royaal mogelijk door Worden uitgevoerd. ivii leveu nog i$ am kapitalistische maat schappij, die het ons onmogelijk maakt om eenig bedrijf naar zuiver socialistische re gelen te besturen. Wij kunnen er naar stre ven, doch het volledig bereiken is uitge sloten. De geschiedenis van niet weinig coöpera ties zij ons een waarschuwend voorbeeld, wat de gevolgen zijn van de opvatting dat een instelling der beweging onder alle om standigheden belangrijk betere arbeidsvoor, waarden moet invoeren en handhaven dan kapitalistische ondernemingen, werkende op hetzelfde terrein. Reëel inzicht in de mogelijkheden van socialistische loonpolitiek is hier de beste gids. Lijkt het niet, of hier de meest reactio naire „kapitalist" aan het woord is, nu het er om gaat de eigen „zonden goed te praten? Ja, er is nog altijd eenig verschil tusschen de mooie theorie en de onwillige praktijk. Laat ons hopen, dat ook dit lesje, door wet^ houder Boekman uitgedeeld, doordringt tot de redactiebureaux der roode dagbladpers, waar men er ruimschoots zijn voordeel me de doen kan. Tenzij bezadigdheid in het roode milieu geldt als een artikel, dat niet voor export bestemd is. Scheepvaartinspectie en het schip onder Panameesche vlag. In het begin van dit jaar, is bij de mare chaussee te Breda aangifte gedaan, dat een R. K. priester zich zou hebben schuldig ge maakt aan een zedenmisdrijf. De marechaus see heeft toen deswege proces-verbaal op gemaakt en de zaak is gerechtelijk vervolgd, doch tenslotte niet doorgezet door de recht bank. Het Tweede Kamerlid Peereboom heeft nu onlangs aan den Minister van Justitie ge vraagd wat de ware reden is, waarom die vervolging geep voortgang vond en of de Minister bereid was om „ingeval het blij ken mocht, dat dit afzien van de vervolging van dezen Roomschen priester in onmisken baar verband staat met de overwegend Roomsclie samenstelling van de Bredasche rechtbank, zoodanige maatregelen te tref fen, waardoor gevallen van bevoorrechting van andere en bijzonderlijk van dergelijks Roomsche priesters niet meer kunnen voor- komen". In dat geval verzocht hij den Minister ,,de betrokken rechtbank niet alleen het ware karakter dezer handelwijze, maar evenzeer ook het beslist ontoelaatbare daar van onder het oog te brengen". Men ziet het, insinuaties ontbreken niet. De Minister heeft de zaak onderzocht en thans geantwoord, dat de betrokken geesta lijke na het justitieel vooronderzoek ter open bare terechtzitting is gedagvaard. Naar aan leiding van een tegen deze dagvaarding ingediend bezwaarschrift, heeft de recht bank den priester buiten vervolging gesteld op grond, dat naar haar oordeel toen reeds vast stond, dat het overtuigend bewijs van het ten laste gelegde niet zou kunnen wor den geleverd. De Officier van Justitie heeft tegen deze beschikking hooger beroep aan geteekend. Het gerechtshof te 's Hertogen bosch heeft echter, conform de conclusie van den advocaat-generaal, de beschikking der rechtbank bevestigd op grond, dat het Hof in het aanwezige bewijsmateriaal on voldoende aanwijzing van schuld aanwezig achtte om de tegen den verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde feit ingestelde strafvervolging voort te zetten. Aldus de Minister. Wat betreft de in de vragen neergelegde insinuaties merkt minister Donner nog op, dat hij meent goed te doen „nu, zij ie u onderstellenden vorm, in de vragen een zoo ernstige, het wezen der rechtei lijke mac i aantastende beschuldiging wordt uitgespio ken, mede te deelen, dat de kennisneming van het dossier dezer zaak hem geen aan wijzing heeft opgeleverd, dat bij de genomen beschikkingen niet met de in dezen uiter aard volstrekt vereischte objectiviteit is ge handeld". Hieruit blijkt, dat de minister de zaak ernstig genoeg heeft bevonden om haar per soonlijk uit te pluizen en dat hem daaibij de absolute objectiviteit van rechtbank, zoo wel als van gerechtshof is gebleken. Daar mede kan de heer Peereboom het doen. Tot zijn nog grootere geruststelling kun nen we hier nog bij vermelden, dat in het Bossche Hof zitting had de protestantsche raadsheer mr. van Veen, terwijl de eisch tot niet ontvankelijk verklaring van het be- r°ep, door den Bredaschen Officier inge steld, werd gedaan door den protestantschen advocaat-generaal bij het Hof, mr. Couvée. ^an „Roomsche bevoorrechting" zal hij dei toch wel niet durven spreken. Evenmin a s dij daarvan den streng-Protestantschen minister zal verdenken. t Lcn beroep op de Kamers van Koophandel. schrijven3 fiézonLCrisisc0mité deeft een rond- mers van KooDha^^n de voorzitters der Ka- dietsteun aan klf>?„ Inzake bedrijfs- of cre- schrijven wijst eron Ütandigen- Het rond" handel voor Amster'd*™ u ,Kamer van Koop" maximum van 25 ooo\ ien heeft tot een bijdragen in door het cr°°r ?Ut te zujlen 1931 aan handeldrijvend^^wiscormté Amst.erdam „-(-anders en en mdustrieele mid- S steun kleine neringdoenden te verlee- Vita'sel" achten11 imu een zeer verheugend verschijnsel acnten, indien alle Kamers van Koophandel in Nederland dit voorbeeld volgden Ingeval andere Kame yk ^den. men, verzoekf*trV,ven met bet Ns C. C. ui verbinding te stellen, Onderhoud met den hoofdinspecteur voor de scheepvaart. Naar aanleiding van wat gemeld is omtrent de oprichting van de Atlantische Vrachtvaart maatschappij, die het Engelsche stoomschip „Middleham Castle" heeft aangekocht, dat on der den naam „Delia" in de vaart gebracht wordt en onder Panameesche vlag zal varen, heeft een verslaggever van het Nederlandsch Correspondentiebureau voor Dagbladen een on derhoud gehad met den hoofdinspecteur voor de scheepvaart, den heer C. Fock. Deze merkte op, dat het wel mogelijk is, wat gezegd wordt, nl. dat de ketelinstallaties modern zijn, maar dat het schip zelf, naar hij had ver nomen, ongeveer twee-en-twintig jaar oud is. Het onderzoek van de ketels ressorteert niet onder de scheepvaartinspectie maar onder den dienst van het stoomwezen, welke de Stoomwet uitvoert. De scheepvaartinspectie kijkt het schip zelf en zijn reddingsmiddelen na en wijdt aandacht aan de algemeene zeewaardigheid. De scheepvaartinspectie gaat intusschen af op Lloyd's certificaat, dat het desbetreffende schip in Mei gekregen heeft. De inspectie doet zulks met betrekking tot de certificaten van de bij Koninklijk Besluit erkende classificatiebureaux in het algemeen. Wel neemt de scheepvaartin spectie steekproeven ten aanzien van de schepen, welke van zoodanige certificaten voorzien zijn. Controleerde zij al deze schepen, zij zou moe ten beschikken over een veelvoud van Iwt aan tal ambtenaren, dat thans bij haar in cPenst is. Controle van al deze schepen is trouwens niet noodig. Met het geheele onderzoek van een schip door de scheepvaartinspectie is een bedrag gemoeid, nat waarlijk niet groot genoemd kan worden. De „Delia" meet volgens de courantenberichten 7.350 ton. Voor een onderzoek van een schip van 7.500 ton door de scheepvaartinspectie wordt 675 gerekend. Daarbij is het ketelonder- zoek niet inbegrepen, maar de kosten daarvan kunnen het bedrag waarlijk niet buitengewoon veel doen stijgen. De bedragen, welke de scheepvaartinspectie voor een onderzoek rekent, zijn iets hooger dan die van de classificatiebureaux, omdat de scheepvaartinspectie niet tegen deze bureaux mag concurreeren. Een Nederlandsch classificatiebureaux en een Fransch bureau hebben in Nederland een ver tegenwoordiger, die samenwerkt met een Neder landsch comité van reeders. De hoofdinspecteur Fock, na den verslagge_ ver bovenstaande mededeelingen gedaan te heb ben, merkte op, dat het uit den aard der zaak zeer moet worden gewaardeerd, wanneer Neder - landsche werklooze scheepsofficieren een Neder landsch schip onder Nederlandsche vlag gaan exploiteeren, hetgeen een bewijs is van energie en ondernemingsgeest. Maar, liet de heer Fock erop volgen, dat men onder Panameesche vlag gaat varen, valt mij tegen. Zoo doet men den Nederlandschen scheepvaartmaatschappijen en den Nederlandschen collega's een deloyale con currentie aan. Nog slechts korten tijd geleden hebben scheepsofficieren gestaakt bij een reeder die zijn schepen onder Engelsche vlag bracht om Engelsche loonen te kunnen betalen, welke als gevolg van den val van het Pond lager zjjn dan de Nederlandsche. De scheepsofficieren keurden dit af als deloyale concurrentie. Thans zijn er scheepsofficieren, die zelve een oneer lijke concurrentie voeren gaan. Men zegt, dat de redenen, waarom men niet onder Nederlandsche vlag gaat varen, niet in de eerste plaats in het loonpeil gezocht moet worden. Maar welke zijn de voornaamste redenen dan wel In de kosten van een eventueel onder zoek door het stoomwezen kunnen die redenen stellig niet gezocht worden. Maar de Pana meesche gages zijn waarschijnlijk veel la°er dan de Nederlandsche. De hoofdinspecteur Fock verklaarde nog op een desbetreffende vraag van den verslaggever, dat, als het schip onder Panameesche vlag vaart, de zeevaardigheid van het schip en de veilig heid der bemanning ter beoordeeling staan van de autoriteiten van Panama. Intusschen is de hoofdinspecteur van de scheepvaart in Neder land bevoegd om buitenlandsche schepen die klaarblijkelijk onzeewaardig zijn, te verbieden, zee te kiezen, wanneer de veiligheid van de be manning niet gewaarborgd is. Het schip waar van hier sprake is. is in het bezit van Lloyd's certificaat, maar dit. sluit de mogelijkheid van een onderzoek door de scheepvaartinspectie, als het schip hier mocht komen te liggen, niet uit. Overigens kijkt Lloyd's niet de reddingsmidde len, zwemvesten, sloepen, vlotten, enz. na. Dit doet de scheepvaartinspectie. Heeft een schip vij -en-twintig man aan boord, maar slechts een sloep voor veertien man, dan schrijft de ^heepvaartinspectie voor, dat een tweede sloep e" m edegenomen. Ook kan de scheep vaartinspectie voor Nederlandsche schepen voor- geven aangaande de grootte der be manning, welke verband houdt met de grootte van het schip en de lengte van de reis. Waarschijnlijk zijn onder Panameesche vlag deze eischen lager. Ten slotte vestigde de hoofdinspecteur Fock er de aandacht op, dat per 1 Januari 1933 het internationaal verdrag betreffende de uitwatering van schepen van kracht wordt, tegelijk met het inwerking treden van de gewijzigde schepenwet. Door laatgenoemde wijziging heeft de scheep vaartinspectie meer bevoegdheden gekregen ten opzichte van de uitwatering van vreemde sche pen, welke ter zake gecontroleerd en, als zij niet zeewaardig blijken, aangehouden zullen kunnen worden. Het ketel-onderzoek Van bevoegde zijde vernemen we, dat het ketelonderzoek door dien dienst van het stoom wezen gratis geschiedt. Hollandsche schepen moeten hun ketels laten onderzoeken door den dienst van het stoomwezen en krijgen, als de ketels voldoen, een acte van vergunning tot gebruik van de stoomketels. Voorts vindt een jaarlijksche inspectie door den dienst van het stoomwezen plaats, eveneens gratis. Gedurende eenige jaren heeft een retributie heffing bestaan, waardoor een zeker bedrag moest worden betaald voor het eerste onder zoek en ook voor het jaarlijksch toezicht. Met ingang van 1 Januari 1929 is deze retri butie-heffing afgeschaft. Een schip onder Panameesche vlag is niet ver plicht, zijn ketels door den Nederlandschen dienst voor het stoomwezen te laten onderzoe ken, als het aantoont, dat het voldoet aan de eischen betreffende stoomketels, in Panama ge steld. Het oprichten van „IJswachten". De Ned. Bond tot het redden van drenkelin gen doet een beroep op het Nederlandsch volk om in die plaatsen, waar een reddingsbrigade voor drenkelingen, geen reden van bestaan heeft, door het ontbreken van rivieren of vaar ten, maar waar toch, in ijstijd, gereden wordt op tochten, leemputten en afgravingen vrijwil lige „IJswachten" te vormen. Het doel dier ijswachten zal dan zijn toezicht te houden op die plaatsen waar veel gereden wordt, om bij een ijsongeval direct helpend op te treden. Gemeentebesturen, personen, ijsvereenigin- gen, of welke maatschappelijke vereeniging ook in den lande, die een voorlichtingsavond of na dere inlichtingen wenschen, kunnen zich wen den tot het secretariaat van den Bond, mejuf frouw A. Claus, Ceintuurbaan 362, Amsterdam Zuid of tot den heer A. J. Meyerink, hoofdcon sul voor de propaganda in Nederland, Haarlem, Cruquiusstraat 10, 265. Jaa.p valt. Max Jieeft den commandant gewaarschuwd. Met bewonderenswaardige te genwoordigheid van geest geeft deze het bevel „Dalen!" Met duizelingwekkende snelheid sneller nog dan Jaap schiet de vliegmachine omlaag door liet luchtruim. 266. De commandant opent het luik. „Span een zei'1!" roept hij. „Voorzichtig! Wij' zijn lager dan de aap. Nu omhoog! Zachtjes aan! Iets meer naar links, anders valt Jaap er naast! Ho!Het zijn oogenblikken van ont zettende spanning. Een apeleven hangt geheel af van het beleid van één enkel man. 267. „Hij' is twee meter hoven ons!'' roept dé commandant. „Dalen! maar zoo dat wij iets langzamer omlaag gaam dan Jaap. Ja, ja, dat gaat goed. Op die manier komt Jaap zacht neer! Houd goeden moed, Jaap, redding ia nabij!" „Dank u, mijnheer de Commandant'', zegt Jaap, al vallend, diep ontroerd door zoo veel hulpvaardigheid. De diefstal bij de Nederlandsche Landbouwbank. Verdachten in hooger beroep. Gisteren stonden in hooger beroep voor 't ge rechtshof te Amsterdam terecht de kantoorbe diende Th. J. M. K. en de kellner J. J. M. de H., benevens Ph. A. H. De eerste verdachte was door de Amsterdam sche rechtbank veroordeeld tot twee jaar ge vangenisstraf wegens diefstal en verduistering van 60.000 ten nadeele van de Nederlandsche Landbouwbank te Amsterdam. Zijn medeplich tige, De H., was veroordeeld tot een gevangenis straf van één jaar, wegens heling, terwijl de der de verdachte, die terecht had gestaan wegens het verbergen van gestolen goed, door de recht bank was vrijgesproken. Het eerst werd behandeld de zaak tegen de verdachte K. Op vraag van den president, mr. H. Jolles, waarom hij in hooger beroep is geko men, antwoordt deze verdachtedaar ik van oordeel ben dat de verduistering van de koop mansboeken mij te zwaar is aangerekend. Verder vraagt de president of verdachte de archiefkast en aandere zware voorwerpen, waar in het kaartsysteem en andere stukken uit het archief werden bewaard, alleen naar buiten heeft gedragen. Deed De H. daar niet aan mee. Verdachte Ik deed het heelemaal alleen. PresidentDat is wel zonderling. Verdachte, die het ten laste gelegde overigens volkomen erkent, beweert voorts nog, dat zijn verloofde niets van zijn onderneming afwist. Hij had haar verteld, dat hij naar Keulen ging om werk te zoeken. PresidentEn geloofde zij dat zoo maar Zij wist toch, dat U geen talen kende Verdachte haalt de schouders op. Daarna wordt gehoord inspecteur M. O. F. v. d Heul die de zaak heeft onderzocht en de beide vluchtelingen tot in het Zuiden van Frankrijk heeft achtervolgd. Inspecteur v. d. Heul ver telt nog iets over de opspring van het archief van de Ned. Landbouwbank. Het werd gevonden ten huize van een andere vriendin van K. XJit een brief, dien de president voorleest, welken brief K. geschreven had aan de directie van de Ned. Landbouwbank, blijkt dat K. het archief had verduisterd om zich te wreken op de ..directie, die hem na een 12-jarigen dienst had omslagen, maar ook, dat hij van dit archief wilde gebruik maken, om het terug te geven op voorwaarde, dat hij straffeloos in het bezit van de gestolen ƒ60.000 kon blijven. De procureur-generaal, Mr. Harinxma thoe Sloten meent, dat verdachte door de rechtbank terecht is veroordeeld wegens diefstal en ver duistering en vraagt bevestiging van het vonnis. De verdediger, Mr. Frankenhuis stelde de vraag hoe deze verduisteringen ontstaan zijn. Ze zijn ontstaan, doordat de bank aanvankelijk haar per soneel toestond te speculeeren. Later is dit wel verboden, maar toen zat verdachte al in de knoei. Hij heeft dan ook aanvankelijk niet het alleen de gaten mee stoppen. De verleiding werd Plan gehad, het geld te houden, doch wilde er des te grooter, omdat het controle-systeem aan de bank niet al te best in orde was. Het is niet aan te nemen, dat verdachte, die werkelijk geen slechte inborst heeft, uit zichzelf tot deze mis daad gekomen zou zijn. Uit alles blijkt, dat hij onder den invloed is geraakt van zijn vriend Van W., die een vijand van de bank was. Hij was een ontslagen bankbeambte. Pleiter, die de daad niet goed wil praten, wijst op het gunstige reclasseeringsrapport, het gunstige milieu, waar uit verdachte voortkomt en vraagt vermindering van straf en aftrek van preventief. De president bepaalde de uitspraak op heden over veertien dagen. De tweede zaak. Daarna neemt De H. plaats in de beklaagden bank. De H. deelt mede, dat hij in hooger be roep is gegaan, omdat hij in aanmerking wenscht te komen voor een voorwaardelijke veroordee bug. President: U bent op den bewusten dag met een auto voor de bank gekomen en hebt K. toen zien sjouwen met een zware ijzeren archiefkist, die hij in den auto wilde zetten. Hebt U hem t°en niet geholpen Verdachte Neen, ik ben in den auto blijven zitten. PresidentIT zegt het. In de Biesboschstraat hebt U wel meegeholpen om den boel weer uit den auto te dragen. Verdachte Ja, ik heb een koffer naar boven gebracht. PresidentToen U die stukken met den auto weggebracht hadt, hadt U toen al plan om met K. naar Amerika te gaan Verdachte. Jawel, edelachtbare. PresidentMaar U houdt vol, dat U toen nog biet wist van den diefstal van 60.000. Waar dacht U dan dat het geld vandaan kwam voor die reis VerdachteIk heb pas in Keulen gehoord, dat K. het geld gestolen had. PresidentIk geloof dat U er veel meer van wist. Daarna wordt K. als getuige gehoord. Hij ver telt op een desbetreffende vraag, dat De H. de heele reis tot Keulen toe niets over het geld heeft gevraagd. PresidentU krijgt uw ontslag, U haalt het archief weg en gaat met hem naar Amerika en De H. gelooft maar, dat alles zonder geld kon gebeuren. Ik vind het heel aardig dat U hem spaart, maar ik heb er toch mijn eigen gedachte over. De caféhouder van W. vertelt, dat hij aan K. 200 ter leen heeft gevraagd, toen hij vernam dat K. en De H. naar Amerika zouden gaan. PresidentU wist dus, dat De K. het geld had gestolen. Wie heeft U dat verteld? Getuige De H. Verder vertelt getuige, dat hij den volgenden dag de zaak uit eigen beweging bij de directie van de Nederlandsche Landbouwbank is gaan aangeven. Hij had er spijt van. President tot verdachte Nu hoort U het. U wist dat K. den diefstal had gepleegd. Inspec teur verklaart, dat verdachte De H. hem te Mar seille had gezegd, dat hij te Amsterdam wist, dat K. gestolen had. Als getuige k décharge wordt dan gehoord de moeder van De H. VerdedigerMevrouw De H.„ zou U misschien willen zeggen, hoe hij vroeger thuis is geweest. Getuige Een reuze goede jongen. De procureur-generaal, mr. baron van Harinx ma thoe Slooten kan niet gelooven, dat ver dachte tijdens den diefstal van de archiefstuk ken uit de bank niet geweten heeft van den diefstal van ƒ60.000. Spr. requireert, dat ver dachte zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal «e «Wing. Hij meent, dat de straf zal moeten worden verhoogd en vraagt een gevangenisstraf van één jaar en zes maanden. De verdediger, mr. Frankenhuis bepleit een voorwaardelijke straf. Na ré- en dupliek wordt de uitspraak be paald op heden over veertien dagen. Derde zaak. Ten slotte staat de derde verdachte, de kan- toorlooper T. A. H. terecht. PresidentU hebt van K. 5000 ontvangen, om ze aan zijn vriendin, mej. B., te geven. U mocht er zelf ook wat van houden. Deedt U dat? Verdachte: Neen, ik voelde, dat het niet in den haak was. PresidentMaar U hebt het geld wel eenige dagen bij U verborgen gehouden. Verdachte Ik kon het niet eerder afdragen. PresidentU hebt brieven van K. verbrand. U knoeide dus mee met de daders. Verdachte K., thans als getuige gehoord, be vestigt, dat hij brieven aan K. ter hand heeft gesteld. De directeur van de Nederlandsche Landbouw bank verklaart, dat verdachte eenige dagen na Kerstmis hem de 5000 is komen brengen. De procureur-generaal, mr. van Harinxma thoe Sloten acht het bewezen, dat verdachte het ge stolen geld opzettelijk heeft verborgen met het doel om het aan de nasporingen van politie en justitie te onttrekken. Verder heeft hij op vele manieren de politie tegengewerkt. Spr. vroeg veroordeeling tot drie maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. van Haersholte, beschrijft verdachte als een rustigen, kalmen man, die te genstribbelend in de zaak is betrokken door K., die een grooten invloed op hem uitoefende. Plei ter betwijfelt of hier van verborgen houden sprake is en ontkent dat verdachte het oogmerk had het geld aan de eigenaren te onttrekken. Hij wist toen niet, dat het van diefstal afkomstig was. Later hoorde hij dit, raakte in angst en in zijn verwarring koos hij den verkeerden kant, hij verborg het geld in het kolenhok. Pleiter vraagt clementie voor zijn cliënt. Het preventief heeft hem reeds zwaar gestraft. De uitspraak zal op 18 October gedaan worden. •Voor de Rechtbank te Maastricht stonden Maandag terecht de grondwerkers J. H. V. en L. S., beiden uit Roosteren, en de stoker J. H. v R uit Stevensweert. Door het O.M. werd hun ten laste gelegd openlijke geweldpleging en mishandeling den dood als gevolg hebbend. Onder geweldige belangstelling van het pu bliek, dat uit de omstreken van Born naar Maastricht was gekomen om de behandeling van dit stakingsdrama bij te wonen, werd door tal van getuigenverklaringen opnieuw deze afschu welijke gebeurtenis belicht. De Belgische arbeider P. J. H. P-, 18 jaren oud, had te Born tijdens de staking werk ge vonden aan het Julianakanaal en keerde in den namiddag van Woensdag 29 Juni per rijwiel naar Maeseyck terug. Postende stakers waren hem echter gevolgd en toen de hem begeleiden de marechaussee's weg waren, werd de Belg op ergerlijke wijze door een troep stakers mishan deld en tegen den grond geslagen. De rennets van den jongeman werd vernield. Het slacht offer, dat eenigen tijd buiten kennis was ge weest, kwam weer bij en poogde te ontsnappen, doch opnieuw ging de troep hem te lijf. De jongeman liep opgejaagd door zijn achtervol gers in de richting der Maas en geen uitweg meer wetend sprong hij in de rivier, om zwem mend den overkant te bereiken. Toen hij bijna den veiligen oever bereikt had, verdween de zwemmer in de diepte en werd nadien als lijk opgehaald. Verdachten L. S. en J. H. v. R. had den den Belg, toen deze zwemmend poogde te ontkomen, nog met keien in 't water nagegooid. Verdachte J. H. V. sloeg met een stok. Uit de verklaring van den getuige deskundige dr. Levy bleek, dat op het lijk geen sporen van geweld gevonden werden en bij lijksectie hart verlamming als doodoorzaak werd vastgesteld. Verdachten S. en v. R. gaven toe met steenen geworpen tebben, terwijl verdachte V. verklaar de niet geslagen te hebben. Wel was hij bij de achtervolgers. Afschuwelijk, beestachtig noemde het O. M. deze gebeurtenis, 'n Massa stakers dreef 'n weer- loozen arbeider de Maas in, verdachten wierpen den jongenman, die met den dood streed, nog met steenen, zij zagen hem voor hun oogen ver drinken en gingen toen kalm naar huis alsof niets gebeurd was. Spr. is met schaamte vervuld ten opzichte van België en wijdt aan de familie van den op zoo tragische wijze om het leven gekomen arbeider deelnemende woorden. De getuigen-verklaringen nagaande merkt spr. op, dat deze meer weten dan zij willen loslaten. Toch acht het O.M. de openlijke geweldpleging ten opzichte van verdachte J. v. V. bewezen, ter wijl vaststaat dat de beide andere verdachten het opzet hadden met de steenworpen in de Maas naar den vluchteling dezen te dooden. De eisch luidt ten opzichte van J. H. V. 2 jaren gevangenisstraf en ten opzichte van de beide andere verdachten ieder vier jaren ge vangenisstraf. De verdedigers van verdachten mr. F. Tripels en mr. Vencken trachten de bewijslevering te bestrijden en vragen vrijspraak. De rechtbank bepaalde het vonnis op 17 Oc tober a.s. Bevestiging van de vonnissen geëischt. Voor de Haagsche rechtbank stonden een col- portrice en haar assistent terecht. Door den kantonrechter waren zij wegens ordeverstoring veroordeeld tot 10. boete. De Officier van Justitie gispte het gedrag van de colporteurs, die niet alleen Katholieken, maar ook andersdenkenden ergerden door hun optre den. Spr. eischte bevestiging van het vonnis. De verdediger mr. Lissauer pleite vrijspraak. De tweede zaak betrof alleen de colportrice; zij had zich wegens ordeverstoring te verant woorden. De Officier eischte op formeele gronden ver nietiging van het vonnis van den kantonrechter en opnieuw rechtdoende verdachte's veroordee ling tot 25.— boete, subs. 5 dagen hechtenis. Ook in deze zaak pleitte mr. Lissauer vrij spraak. Vonnis 18 October, In den avond van 9 Augustus heeft op dcai Hofweg te 'sHage voor 't hotel de Twee Steden een botsing plaats gehad tusschen eenige fascis- tische en communistische colporteurs, waaraan de politie te pas moest komen. Toen men het terrein van den slag ontruimd had bleek dat twee mannen n.l. de 24 jarige broodbezorger W. G. en de 26-jarige J. M., smid van beroep, door messteken in den rug waren gewond, en hun overbrenging naar het ziekenhuis noodzak ^Eenigen tijd later werd als de vermoedelijk* dader gearresteerd de 27-jarige loopjongen J, de J, die Dinsdag, verdacht van poging tot zware mishandeling, voor de Haagsche rechte bank terecht stond. n. Als eerste getuige werd gehoord de deskun dige Dr. Scholtens, die in zijn rapport tot aé conclusie was gekomen, dat de J. aan een zoo danig gebrek van ontwikkeling van zijn geeste- We vermogens leed, dat hem het misdrijf waarvoor hij terecht stond met kan worden toegekend. Een bepaalde maatrege ö_r.^«Tri j te van de J. werd in het rapport niet genoemd. Dr. C. A. Schoemaker arts in het Gemeente- Ziekenhuis, die de beide gewonde mannen heeft behandeld, verklaarde dat hij bij G. een steek wond in den rug heeft waargenomen, welke veel bloedverlies veroorzaakte doch verder met levensgevaarlijk was. Bij M. werden 2 vrijl op pervlakkige wonden geconstateerd, een bij de lies, de andere onder den schouder. Ook deze verwondingen leverden naar het ooi van den deskundige geen direct levensgevaa p, De getuige G., die den eed niet wilde a_'eS"" gen, zeide dat hij bij het ruiterstandbeeld op het Buitenhof staande, een snorauto waarin zica eenige fascisten bevonden hoorde aankomen. Even later voelde hij een stomp en nog een weinig later bemerkte hij dat hij gewond was en bloedde. Pres. mr. de Joncheere. Herkent u in dezen verdachte den persoon die gestoken heeft. Getuige: daar wensch ik mij niet over uit a laten. De president wijst er getuige op, dat hij ver plicht is, na het onderteekenen van zijn verkla ring, de waarheid te zeggen, waarop getuige zeide dat hij in de J. den persoon herkende. De getuige M. herkende ook in verdachte den man die hem tweemaal gestoken heeft. Daarna wordt de moeder van verdachte ge hoord, die op verzoek van den verdediger mr. Nathans verklaarde, dat zij voldoende overwicht over haar zoon heeft, om hem in het vervolg voor dergelijke gevaarlijke uitvallen te vrijwa- ren. Verdachte zeide tot de fascistische partij behooren. Hij had gezien dat communisten, fas cisten hadden aangevallen, en toen hij een paaïi mannen zag wegloopen heeft hij die met ei.a geopend mes nageloopen. De president wees hem op de ernstige ge\ ol- gen, die zijn daad had kunnen hebben. Het O.M., requireerde tot ontslag van rechts vervolging en plaatsing van de J. in een krank zinnigen gesticht voor den tijd van een jaar. Mr. Nathans, voor verdachte pleitend, meen de dat de fascistische partij had moeten zien da* de J. geen geschikt lid zou zijn. Pleiter meende, dat waar de jongen overdag werkt, hij s avonds wel onder toezicht van zijn moeder kan blijven. De ondergane preventieve hechtenis heeft naafl pleiters meening voldoende indruk op hem ge maakt. Pleiter verzocht teruggave van den jon gen aan de moeder, met voorwaardelijke ter beschikkingstelling aan de regeering en ontslag uit de voorloopige hechtenis. Nadat dit verzoek geweigerd was, werd de uitspraak bepaald op 18 October a.s. DE TREINBOTSING BIJ STOLWIJK. Het verkeer weer normaal. Omtrent het spoorwegongeluk, dat gisteren nabij Stolwijk op de wisselplaats Beiersche weg van de lijn Gouda-Schoonhoven heeft plaata gehad, vernemen wij nog het volgende: De oorzaak moet worden geweten aan het feit dat de machinist van den Sghoonhoven- schén trein er niet aan gedacht heeft, dat op hetzelfde oogenblik, waarop hij den wissel over- eine een trein uit Gouda moest passeeren. Deze trein toch die om 8.59 uur was vertrokken, waa met de invoering van de nieuwe dienstregeling on 2 October, nieuw ingelegd. Voordien reed de trein, die om 8.36 uur uit Schoonhoven vertrok op deze plaats gewoon door. Hij liet dus, gewoon optrekken, terwijl hij den hem tegemoetkomenden trein niet be merkte. Juist op het oogenblik, dat de locomotief van den trein uit Gouda het andere spoor opreed botsten de treinen tegen elkander. De locomotief van den Schoonhovenschen trein werd uit de rails gelicht en kwam op haar kant terzijde van de spoorbaan terecht, en ver nielde een wagen van den anderen trein gedeel telijk. Het balcon werd verbrijzeld en alle rui ten vlogen aan stukken. De passagiers van beide treinen, werden dooï elkander geschud, waarbij een tweetal hunnen schrammen opliep. De beide machinisten waren juist bijtijds vagi hun machines gesprongen, waardoor zij ziel* het leven redden. Terstond na de botsing werd van Gouda uit een materiaal trein met personeel naar da plaats van de botsing gezonden. Met behulp van een bok zijn de locomotieven wederom op da rails geplaatst. Later zijn ze met den verniel den wagon naar Gouda gesleept. Om half vier gisterenmiddag was het verkeefl op de lijn weder normaal. PRAUW OMGESLAGEN. Acht dooden. MEDAN, 4 October. (ANETA^ Op de Batang Serangan is een prauw omge slagen. Acht inzittenden werden door den stroon* meegesleurd, vier lijken zijn gevonden.u

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5