DE UITVOERING DER KINDERWETTEN
DONDERDAG 13 OCTOBER 1932
EEN ONDERHOUD MET MR. TREUS-
SART RIDDER VAN RAPPARD.
ALS MEVROUWTJE PAS IN
INDIE IS.
Dan eet manlief dikke slang in
plaats van paling.
Hevig avontuur in Bandjermasin.
JEUGDIGE AUTO-BANDIET.
UITVOER VAN LANDBOUW
PRODUCTEN,
EEN INTERVIEW IN DE
HERFSTZON.
BEZOEK AAN WALDEN.
WAARTOE DIENEN PANTSER
AUTO'S?
Een affairete Utrecht.
Het Jong Tooneel en de toekomst.
3. v. V.
De meneer van Defensie.
ERNSTIG ONGELUK ONDER
CAPELLE.
UIT BODEGRAVEN
HET „WINKELCENTRUM"
yAN DE WERELD.
ARISTIDE SARTORIO
UIT BERKEL EN RODENRIJS
UIT SCHOONHOVEN
UIT VLAARDINGEN
De opheffing der inspectie wordt
algemeen in gezaghebbende
kringen betreurd.
Wanneer men spreekt van de Kinderwetten,
dan verstaat men daaronder het stel wetsont
werpen, dat, ingediend in 1898, in 1901 tot wet
werd verheven en in 1905 onder de benaming
van Kinderwetten intrede heeft gedaan. Die
wetten brachten ons den steun van het recht
tegenover alles wat als gehavend kind tot ons
komt. (Openingsrede door mr. van Rappard van
het Congres T .en O.-wezen, 's-Gravenhage, 31
Juli en 1 Augustus 1929).
Die wetten brachten, zooals ook prof. mr. J.
A. van Hamel het in zijn „Handleiding bij de
Practijk der Kinderwetten" zoo juist uitdrukt,
niet slechts macht tegenover kinderen en
ouders, maar zij openden bovendien de moge
lijkheid van geldelijken bijstand uit de lands
kas.
Een ieder, die eenigszins met de practijk dier
wetten bekend is, zal moeten toegeven, dat zij
in de 27 jaar, welke sindsdien zijn verloopen,
veel goeds hebben uitgewerkt.
Toen we dezer dagen vernamen, dat de Mi
nister van Justitie had besloten de Inspectie van
het Rijks-, Tucht- en
Opvoedingswezen, wel
ke met het toezicht
op de uitvoering der
Kinderwetten belast
is, op te heffen, be
sloten we bij au te-
genwóordigen Inspec
teur, mr. Treussart
Ridder van Rappard,
vóór dat deze zal
heengaan, nog eens
aan te kloppen en hem
N te vragen ons iets over
zijn ervaringen als In
specteur te vertellen.
Mr. van Rappard is
iemand, die zich, zoo
als in ingewijde krin
gen bekend is, met
hart en ziel voor de
verwaarloosde jeugd
Mr. Treussart rid-
*ler van Rappard.
geeft en aan wien de Vereenigingen, inclusief de
opvoedingshuizen de katholieke niet op de
laatste plaats zeer veel te danken hebben.
We vonden hem terstond bereid eens met ons
te praten en zóó troffen we hem op een goeden
morgen, toen hij zich een oogenblik had vrij
gemaakt, in zijn Haagsche woning in de Cele-
besstraat. Op zijn studeerkamer hadden wij 'n
aangenaam onderhoud en wij behoefden hem,
die zóózeer opgaat in zijn werk, nauwelijks ons
verzoek nader toe te lichten.
Ik ben, zeide hij, in een prachtigen tijd bij
de Inspectie gekomen. Destijds was ik advocaat
te Hilversum, waar ik al een en ander voor de
Kinderbescherming deed, onder meer in de af-
deeling Rechtsbijstand van „Pro Juventute", te
Amsterdam. Nu wijlen mr. Basquin wees mij
toen eens op de voorgenomen uitbreiding der In
spectie van het Rijks-, Tucht- en Opvoedings
wezen en zóó volgde ik hem toen betrekkelijk
spoedig op, na eerst als adjunct-inspecteur ge
diend te hebben, als Inspecteur. Hij heeft mij
toen gezegd: We staan voor een ontwaken op
het gebied der Kinderbescherming en als In
specteur moet ge zorgen vertrouwen en vriend
schap te winnen van hen, die zich aaft de zorg
voor het verwaarloosde kind wijden. In samen
werking met hen, is er veel moois en goeds tot
stand te brengen.
Welnu, dat was ook mijne leuze, en ik heb
ondervonden, dat zulks de éénige goede weg
was.
Het is zoo'n mooi en dankbaar werk, wanneer
je als Inspecteur de leiders van particuliere In
stellingen, die goed willen, maar vaak den weg
niet weten in den doolhof van wet en formali
teit, kunt helpen. Want ik beschouw mijn taak
als Inspecteur niet slechts als die van een amb
tenaar, die toezicht heeft te houden en aan den
Minister heeft te rapporteeren. Een Inspecteur
kan door overleg, door voorlichtingen en advies,
véél opbouwend werk doen. De kinderwetgeving
geeft hem daartoe de gelegenheid, want deze
wet baseert zich op het voortreffelijk beginsel
van harmonieuze samenwerking tusschen over
heid en particulier!
Een Inspecteur, die het instituut der Kinder
bescherming op hooger plan wil brengen en de
menschen wil helpen, als zijn hulp gevraagd
wordt, heeft een uitermate moeilijke en delicate
taak. Hij zal fouten maken, hij zal ook critiek
hebben te verdragen, ik heb dat alles onder
vonden, maar ik heb ook de aangename erva
ring opgedaan, dat werkers en pioniers op het
gebied der kinderbescherming mij een blijvende
vriendschap hebben geschonken. Ik kan in dit
verband namen noemen van mannen en vrou
wen van verschillende richting, van christelij-
ken, van neutralen, van israëlietischen en niet 't
minst ook van katholieken huize.
De katholieke kinderbescherming.
Maar met dit al wilden wij gaarne nog eens
wat meer weten over de katholieke kinderbe
scherming en vroegen wij den heer Van Rap
pard zijn indrukken daaromtrent.
Ook de katholieken, aldus zijn antwoord, heb
ben de Kinderbescherming al vroeg ter hand
genomen, maar hun opvoedingsmethode was
aanvankelijk meer een bewaar- dan een pae-
dagogisch systeem te achten.
Toen in 1905 de Kinderwetten in werking
traden waren reeds verschillende vereenigingen
en instellingen op het gebied der kinderbescher
ming werkzaam. Dat die toen de door de Over
heid aangeboden hand, om de Kinderbescher
ming te steunen, gretig hebben aangevat, was
alleszins begrijpelijk. De Huizen, die 't oude re
giem volgden, werden door de Overheid goed
gekeurd. Dat was in dien tijd begrijpelijk om
dat de wetten om uitvoering vroegen. Maar het
oude systeem van hoofdzakelijk „bewaren"
paste niet meer in lateren tijd en geleidelijk aan
werden nieuwe opvoedingsmethoden voor de
verwaarloosde en misdadige jeugd ingevoerd.
Ik heb als adj. Inspecteur nog den tijd ge
kend, dat de katholieke overheid niet te bewe
gen bleek om diqfeociale en andere verbeterin
gen aan te brengen, die noodzakelijk werden
geoordeeld. Totdat zij blijkbaar het oogenblik
gekomen achtte om in te grijpen en haar sociale
en intellectueele pioniers ik denk hier bij
voorbeeld aan mannen als dr. Poels naar vo
ren heeft geschoven en gezegd heeft, dat de
verbetering komen moest.«En van toen af is het
ook goed gegaan; in plaats van instellingen van
bewaring kreeg men hoogstaande paedagogische
instituten, waarop ten volle van toepassing zijn
de schoone woorden, welke wijlen mijn oudere
vriend dr. De Visser heeft geschreven ten aan
zien van de op de Kinderwetten gebaseerde
Kinderbescherming: „Tegenover den greep van
den duivel met slangen in het haar staat nu ge
lukkig de greep van den engel met rozen in de
lokken. Zoo zie ik het werk der kinderbescher
mers tegenover dat der kinderbedervers".
En is het nu beslist zeker, vroegen wij, dat
u uw mooie taak van Inspecteur zult gaan neer
leggen?
Ja. Ik heb geen reden om dat geheim te
houden. De Minister heeft mij doen weten, dat
hij als gevolg van de omstandigheid, dat de
Regeering zich vereenigd heeft met de bezuini
gingsvoorstellen in het rapport-Weiter, voorne
mens is de Inspectie van het Rijks- Tucht- en
Opvoedingswezen op te heffen en alsdan den
Inspecteerenden arbeid op te dragen aan bu-
jeau-ambtenaren. t
Wij hebben echter in 't rapport-Weltgr over
opheffing der Inspectie niets gelezen, maar het
is mogelijk, dat we het over het hoofd hebben
gezien. Kunt u ons dat toelichten?
Eerlijk gezegd heb ik het er ook niet in
kunnen vinden. En op de Begrooting van Jus
titie voor 1933 staat zelfs de salarispost voor
twee Inspecteurs nog uitgetrokken, maar het
eindcijfer der begrooting is ten slotte lager dan
het totaal der posten, zoodat in dat eindcijfer
waarschijnlijk ook de opheffing der Inspectie is
verwerkt. Maar met dat al, is de zaak toch niet
erg duidelijk en overzichtelijk!
Wat is uw meening over de opheffing der
Inspectie?
Dat zal ik u zeggen. Maar versta mij goed;
ik wil geen woord spreken over den Inspecteur,
die heengaat, enkel en alleen over de Inspectie
als zoodanig.
Als er op de uitvoering der Kinderwetten be
zuinigd moet worden, dan moet men m.i. an
ders koersen dan tot nu toe! Versoberd kan er
worden door reorganisatie, waarbij meer in
elkaar wordt geschoven en een meer practische
en voordeelige exploitatie wordt bereikt. Het
gaat m.i. niet aan in dezen tijd de Instellingen
zich te laten uitbreiden, zoodra maar aan de
formeele eischen van wet, maatregel of circu
laire is voldaan. We zouden ook zeker er voor
moeten waken, dat we wat de Opvoedings-Hui-
zen betreft, vooral niet allerlei doublures krij
gen. En ongetwijfeld vóór alles moeten wij zorg
dragen, dat de kinderen worden ondergebracht
in die gestichten, waar ze practisch eii paeda-
gogisch thuis behooren.
Om dit alles te bereiken is de Inspectie mijns
inziens onmisbaar.
Doordat uit den aard de Rechters, Voogdij
raden enz. niet alle Opvoedingshuizen naar
aard en strekking kunnen kennen, krijgen deze
te weinig het materiaal toegewezen, waarop ze
speciaal zijn ingezet.
Ten zeerste juich ik daarom toe, wat er in dit
opzicht in een kleine gemeenschap als de Jood-
sche is kunnen geschieden. Men heeft daar na
melijk een Federatie gevormd van Israëlietische
Instellingen in Nederland, die zich aan de Kin
derbescherming wijden, om een schakel te vor
men tussehen die Instellingen en de Overheids
organen. Over die schakel nu zullen alle Jood-
sche beschermelingen komen in de Opvoedings
huizen, waar zij thuis hooren. Zeker, ik wil u
niet ontkennen, dat het vooral aan de leiding
en het advies der Inspectie te danken is ge
weest, dat deze onderlinge samenwerking tot
stand is gekomen.
Men schijnt nu voornemens te zijn om louter
inspectiewerk op te dragen aan bureau-ambte
naren. Men loopt dan gevaar, dat dit werk
ontaardt in 't doen van een boodschap, doch de
leiding en de continuïteit in dit werk gaat ab
soluut verloren.
Ik kan u positief verklaren, dat opheffing van
de Inspectie algemeen in gezaghebbende krin
gen ten zeerste wordt betreurd en als gezegd
zelfs onverantwoordelijk werd genoemd, aldus
eindigde mr. Van Rappard het interessante on
derhoud, dat we over de Kinderbescherming
met hem mochten hebben.
De volgende niet onvermakelijke geschiedenis
heeft zich te Bandjermasin afgespeeld.
Een echtpaar was na ommekomst van Euro-
peesch verlof te Bandjermasin geplaatst. Het
vrouwtje, dat nog niet lang in Indië was, ver
stond nog niet veel van de Maleische taal.
Op een morgen manlief was als gewoon
lijk, na een teeder afscheid van zijn vrouwtje,
naar kantoor gegaan komt er vertelt de Ind.
Crt., een Inlander het erf op; de man heeft een
mand bij zich. „Apa?" vraagt de vrouw des
huizes, die zich reeds van een paar woordjes
Maleisch weet te bedienen. De koopman ant
woordt en uit zijn Maleisch verstaat mevrouw
tje slechts de woorden „paling' baik". Meteen
haalt de man twee dikke, kronkelende bina-
tangs uit zijn mand.
„O, fijn, dat is natuurlijk paling", denkt de
dame, trotsch op haar kennis, „paling" is pa
ling en „baik" is goed, dus: goede paling. Daar
houdt mijn man zooveel van". Als beiden het
eens geworden zijn over den prijs, verlaat de
Inlander het erf, één „paling" achterlatende.
Vol-ijverig zet mevrouw zich nu aan den ar
beid om de lekkernij volgens de regelen der
kunst klaar te maken. Het arme beest wordt,
zooals dat met dergelijke diêren, helaas! schiint
te moeten gebeuren, met zijn kop aan een touw
gebonden, om levend gevild te worden. Kokkie
bedankt echter stichtelijk voor dit werkje bij
gevolg wordt een koelie aangeroepen, die zich
bereid verklaart, deze taak voor een milde ver
goeding te entameeren.
Als de „paling" goed en wel gestroopt is,
wordt-ie in mooten gesneden en lekker In bo
ter gebraden. De tractatie voor manlief is klaar!
Om één uur komt de stoere werker thuis;
op het vernemen van de hem te wachten staan
de lekkernij begint hij reeds te watertanden;
kort en goed, man en vrouw bewijzen den „pa
ling" e^r en er blijft geen stukje vleesch
van over! Alleen vonden beiden den paling
vreeselijk vet en „ze hadden in een paling nog
nooit zóó vele graten gezien".
„En «wt je, wat ook zoo gek is", zegt vrouw
lief na afloop van het copieus palingdiner, „de
kop van een Indischen paling is anders dan die
van een paling in Holland." Haar man wil zich
hiervan overtuigen en als bewijs wordt de kop,
het eenige niet opgegeten deel van den „paling",
naar de etenstafel gebracht.
Bij het zien van dit lichaamsdeel kan de man
zijn oogen niet gelooven! Hij wordt onpasselijk
en rent naar achter, uitroepende. „Vrouw, dat
is geen 'Indische paling geweest; je hebt me een
dikke slang laten eten!"
Door haar onvoldoende kennis van het Ma
leisch had het arme vrouwtje de woorden van
den Inlandschen koopman: „oelar jang baik",
verstaan als „paling baik" goede paling!"
Stop chauffeur, ik ben rechercheur.
Een taxi-chauffeur uit Cheribon reed met
bestemming Tegal een goedgekleed Inlandsch
jongmensch.
Even voorbij Tandjong aldus lezen wij in
de „Loc." werd de chauffeur opgeschi'ikt
door een dreigend „stop" van zijn passagier;
de chauffeur keek om en zag een revolver on
der zijn neus. Bevreesd zijnde dat het jong
mensch zou schieten, stopte de bestuurder zijn
wagen. Hij werd hierop door den jongen man,
die zich nu uitgaf voor een rechercheur, vast
gebonden, terwijl hij verder te hooren kreeg,
dat hij gearresteerd was voor een door hem te
Djatibarang bedreven misdrijf. Vervolgens werd
de chauffeur op de achterbank gezet. De jonge
ling nam toen plaats achter het stuur en reed
met een vaart naar Tegal.
Nabij Klampok gelukte het den chauffeur,
zich uit den auto te werken. Hij begaf zich on
middellijk naar de veldpolitie te Brebes, die
hij met het gebeurde in kennis stelde. Maatre
gelen werden toen getroffen om den dader te
vangen.
On den Poengkoeranweg te Tegal werd de
jongen wegens een motordefect gedwongen te
stoppen. Terwijl hij bezig was met het nakijken
van de auto, hij had inmiddels het nummer
veranderd werd hij door den wedono kota
van Tegal gearresteerd.
Bij het verhoor verklaarde hij, dat hij deze
daad verricht had uit zucht naar avoïvturèn.
Verder is gebleken dat de jeugdige avonturier,
die uit het ouderlijk huis wist te ontvluchten,
een zoon is van een gegoede Javaansche fami
lie te Semarang.
Overzicht over de eerste drie
kwartalen van 1932.
Aan de maandstatistiek van den in-, uit- en
doorvoer, uitgegeven door het Centraal Bureau
voor de Statistiek zijn de volgende gegevens
ontleend, betreffende den uitvoer van Neder-
landsche landbouwproducten over de maand
September en het tijdvak Januari-September
van dit jaar.
Het aantal uitgevoerde paarden bedroeg in
Jan. September 2.457 stuks ter waarde van
698.000 (Jan.Sept. 1931: 4.913 stuks ter waar
de van ruim 1% millioen gulden).
In September werd geen slachtvee geëxpor
teerd. In Januari—September verlieten slechts
1.G69 stuks ons land (Jan.Sept. 1931: 4.788
stuks).
Van fokvee was de uitvoer van stieren en
stierkalveren deze maand gering. In Jan.Sept.
bedroeg deze 652 stuks (Jan.Sept.1931: 559
stuks. Vooral Frankrijk (426) was in dit tijdvak
een goede afnemer.
Van melk- en kalfkoeien nam de uitvoer in
de afgeloopen maand (383) iets toe. In Jan.
Sept. was de expert echter belangrijk geringer
(Jan;Sept. 1932: 2.478 stuks ter waarde van
462.000 Jan—Sept. 1931: 5.617 stuks ter waarde
van ruim lhi millioen gulden), hoofdzakelijk
door geringeren export naar België.
De uitvoer van jong vee bleef in de afgeloo
pen 9 maanden ongeveer gelijk aan die in het
zelfde tijdvak van 1931 (Jan.Sept. 6.580, Jan.
Sept. 1931: 6.431 stuks).
Varkens vonden in de afgeloopen 9 maanden
een ruim afzetgebied in België. Totaal verlieten
in Jan.—Sept. 27.896 stuks ter waarde van
738.000 ons land (Jan.—Sept. 1931: 11.750 stuks
ter waarde van 504.000).
Van schapen gingen in Jan.—Sept. 4.726 stuks
naar Frankrijk van totaal 7.475 stuks (Jan.
Sept. 1931 2.617 stuks).
Pluimvee (839.460) werd in de afgeloopen
maand in ongeveer gelijke hoeveelheden geëx
porteerd. In Jan.Sept. bedroeg de export
3.736.966 stuks ter waarde van ruim 2% millioen
gulden (Jan.—Sept. 1931: 4649.527 stuks ter
waarde van bijna 2% millioen gulden). Vooral
Frankrijk betrok een minder groot aantal stuks.
Van geslacht pluimvee werd in Jan.Sept. 2.184
ton ter waarde van ruim 1% millioen gulden
geëxporteerd (Jan.September 1931 2.591 ton
ter waarde van bijna 3 millioen gulden).
De export van versch vleesch was in Jan.
Sept. belangrijk geringer dan in het overeen
komstige tijdvak van het vorige jaar. Van var-
kensvleesch verlieten totaal 14.363 ton ter
waarde van bijna 5 millioen gulden ons land
(Jan.Sept. 1931 25.420 ton ter waarde van
ruim 13% millioen gulden). Frankrijk betrok
ruim 10.000 ton minder dan het vorige jaar. Van
rundvleesch verliet 2.330 ton ter waarde van
ruim 1 millioen gulden ons land (Jan.Sept.
1931 6.119 ton ter waarde van bijna 4% millioen
gulden).
Van schapenvleesch bedroeg de export in
Jan.Sept. 2.348 ton ter waarde van ruim 2%
millioen gulden).
'In de afgeloopen maand nam de export van
bacon naar Engeland (5.740) iets toe. In Jan.
Sept. bedroeg de totale export 29.818 ton ter
waarde van ruim 11% milioen gulden (Jan.—
Sept. 1931 43.605 ton ter waarde van ruim 27%
millioen gulden).
Gezouten varkensvleesch en spek daarente
gen vond in Jan.Sept. een goed afzetgebied
in het buitenland, speciaal in Duitschland en
Italië. Totaal verlieten in Jan.Sept. 21.217 tón
ter waarde van ruim 6% millioen gulden ons
land (Jan.September 1931 10.890 ter waarde
van bijna 5 millioen gulden).
De boterexport bleef in de afgeloopen maand
ongeveer gelijk aan die der vorige (Sept. 1.587
ton; Aug. 1.436 ton). Duitschland en het Saar-
gebied betrokken meer, België en Engeland
daarentegen iets minder. In Jan./Sept. verlieten
12.551 ton boter ter waarde van bijna 12 millioen
gulden (Jan./Sept. 1931 26.663 ton ter waarde
van bijna 34 millioen gulden) ons land. Öuitsch-
land betrok in bovengenoemd tijdvak slechts
6.337 ton (Jan./Sept. '31 15.210 ton) en ook
België, Groot Brittannië en Frankrijk betrokken
geringere hoeveelheden.
Slechts Gouda- en Edammerkaas 20 plus wer
den in September in een iets geringere hoeveel
heid uitgevoerd dan de maand tevoren. De ove
rige soorten ontmoetten een grootere belangstel
ling in de verschillende afzetgebieden. Totaal
werd. in September 8.103 ton kaas ter waarde
van ruim 3% millioen gulden geëxporteerd
(Aug. 7.325). In Jan./Sept. bedroeg de uitvoer
van kaas 58.764 ton ter waarde van ruim 26 K
millioen gulden (Jan./Sept. 1931: 65.535 ton, ter
waarde van bijna 41 millioen gulden).
Van versche melk werd in de afgeloopen 9
maanden 690 ton uitgevoerd (Jan./Sept. '31 95
ton). Gecondenseerde gesuikerclo en ongesuiker
de volle melk werd minder geëxporteerd n.l.
resp. 19.948 ton ter waarde van ruim 5 millioen
gulden (Jan./Sept. '31 23.302 ton ter waarde van
bijna 7% millioen gulden) en 13.301 ton ter
waarde van ruim 3 millioen gulden (Jan./Sept.
'31 17.632 ton ter waarde van ruim 5% millioen
gulden). Van gecondenseerde gesuikerde onder-
melk verliet 104.881 ton ter waarde- van bijna
14 millioen gulden ons land (Jan./Sept. 101.618
ton ter waarde van ruim 18% millioen gulden).
De uitvoer van gesteriliseerde melk en room
was gering.
Eieren werden in de afgeloopen maand min
der naar Duitschland uitgevoerd. De totale
export bedroeg in Sept. 4558 ton (Aug. 6558 ton).
In Jan./Sept. werden 67.763 ton ter waarde van
bijna 27 millioen gulden uitgevoerd (Jan./Sept.
1931 68.335 ton ter waarde van bijna 40 mil
lioen gulden). Duitschland betrok hiervan
56.079 ton en Engeland 9809 ton. Van koelhuis
eieren en kalkeieren verlieten resp. in Jan./Sept.
822 ton (Jan./Sept. '31 613 ton) en 397 ton
(Jan./Sept. '31 606 ton) ons land.
Uien en sjalotten verlieten in de afgeloopen
maand in een hoeveelheid van 11.354 ton ons
land (Aug. 5288 ton). Totaal verlieten in Jan./
Sept. 66.920 ton ter waarde van ruim 5 mil
lioen gulden ons land (Jan./Sept. '31 73.269 ton
ter waarde van bijna 3% millioen gld.)
Kleiaardappelen werden in Jan./Sept. in een
hoeveelheid van 121.629 ton ter waarde van ruim
4 millioen gld. geëxporteerd (Jan./Sept. '31
114.587 ton ter waarde van ruim 6 millioen gld.)
Veenaardappelen werden in genoemd tijdvak
in een hoeveelheid van 95.431 ton ter waarde
van 3% millioen gulden uitgevoerd (Jan./Sept.
'31 50.479 ton ter waarde van 2 millioen gulden).
Van zandaardappelen werden in Jan./Sept.
110.646 ton ter waarde van ruim -3% millioen
gulden uitgevoerd (Jan./Sept. 1931 93.113 ton
ter waarde van bijna 3% millioen gulden). Poot-
aardappelen verlieten in een hoeveelheid van
23.430 ton ter waarde van bijna 1% millioen gul
den ons land (Jan./Sept. '31 34.589 ton ter
waarde van ruim 2 millioen gulden). De uit
voer van stroo nam enorm toe (Jan./Sept.
70.388 ton).
Aardappelmeel werd in Jan./Sept. in een hoe
veelheid van 47.211 ton ter waarde van ruim 4
millioen gulden uitgevoerd (Jan./Sept. 1931
61.176 ton ter waarde van ruim 5% millioen
gulden). Van stroocarton bedroeg de uitvoer in
de afgeloopen 9 maanden 120.623 ton ter waarde
van ruim 8 millioen gulden (Jan./Sept. 1931
153.966 ton ter waarde van 11% millioen gul
den).
Witte suiker verliet in een hoeveelheid van
24.200 ton ter waarde van ruim 2 millioen gul
den ons land (Jan./Sept. '31 22.498 ton ter waar
de van eveneens ruim 2 millioen gulden).
EDWARD STEIJAERT. t
Te Brussel is op. ruim 60-jarigèn leeftijd over
leden, de Vlaamsche glasschilder Edward Steij -
aert, van wien verschillende ramen in kerken in
België geplaatst zijn.
DE KERK ALS BIOSCOOPTHEATER.
LONDEN, 11 October. (RIO.) Door invloed
rijke leden der High Chürch worden voorberei
dingen getroffen tot dé fabricatie van godsdien
stige klankfilms, die ln de kerken zullen.worden
vertoond.
De eerste film in dit genre zal dé ervaringen
vertoonen van een Schotsche vrouwelijke mis
sionaris.
Over de groene weilanden, waartusschen ons
treintje voortstoomt, ligt de herfstzon te gloeien
als goud. De tinten van het wijde landschap
zijn nu zoo warm; het groen schijnt dieper en
in de verte is een teer blauw waas over de
dingen.
En als wij even later buiten Bussum wande
len met Ad Sassen, den leider van het Jong
Tooneel, dat dezen zomer zulke verrassende
openluchtvoorstellingen op Walden gebracht
heeft, als wij even later buiten Bussum wan
delen, maakt de zon van die wondere plakken
licht op het grauwe asphalt en kleuren de af
gevallen bladeren zich vlammend bruin langs
den weg.
De dag is nog warm; wij wandelen wat loom
onder de hooge boomen en doen de dorre bla
den ritselen onder onze voeten; de woorden
gaan wat traag heen en weer, alsof wij lang en
ernstig moeten denken over de woorden van
dit gesprek. Zoo vertelt onze metgezel van zijn
werk met het Jong Tooneel.
„Toen lk in 1925 in Bussum kwam wonen,
maakte ik door kapelaan Nieuwenhuis kennis
met de jeugdbeweging en vooral met „De Jonge
Werkman". Te zamen met mijn vriend Arnold
Pijpers, die mij nu nog steeds bijstaat met het
vervaardigen van decors etc. ben ik me toen
gaan interesseeren voor de cultureele ontwik
keling der jongens. Wij meenden voor een heel
belangrijk deel ons doel te kunnen bereiken
door het opwekken van de belangstelling voor
het tooneel en voor het tooneelspelen en zoo
hebben wij indertijd als eerste opvoering „De
goede reis of de doode te paard" gegeven van
Gheon. Door verschillende omstandigheden zijn
later de banden met „De Jonge Werkman" ver
broken en ik ben toen met een vrij willekeu-
rigen troep gaan spelen. Daar zijn nog wel
enkele leden van de K. J. W. bij, maar verder
zit er bijvoorbeeld een student bij en nog an
deren.
Wij hebben toen een stuk van Walden ge
huurd, waar wij zelf een openluchttheater zijn
gaan bouwen. Het was een heel karwei en we
zijn een heelen tijd bezig geweest met zand
scheppen en kruien, voordat ons theater gereed
was. Toen hebben wij daar „Don Quichotte op
de bruiloft van Kamaeho" van Langendijk en
„Van de dood die bijna stierf" van Mich de
Ghelderode gegeven en dat ging nog al aardig".
Enkele meters voor ons uit holt een eek-
hoornje dwars den weg over en zijn lange rood
bruine pluimstaart stond een oogenblik sierlijk
langs zijn rug omhoog, als het beestje even om
zich heen kijkt op zij van den weg. Er was
schrik in het kleine spitse bekje.
„Ja, nu hebben we wel het plan om van de
zen winter ook te blijven spelen, maar daar
moeten wij eerst een geschikte zaal voor heb
ben en die is niet zoo gemakkelijk te krijgen
in Bussum. Wij wilden bijvoorbeeld een geheel
nieuwe bewerking van „Maryke van Nim-
wegen" gaan spelen, waarvoor Gabriel Smit
een tekst zou schrijven, die wel steunt op de
grondtekst, maar die toch een volkomen zelf
standige creatie zal worden. Een moderne ver
sie, als je wilt. Samen zullen we dan de too-
neelschikking maken. Verder hoop ik van den
winter een klucht van Mich, de Swaen, „De
verheerlyckte schoenlappers of de gecroonde
leersse" te spelen. Het is een verhaal van Ka-
rel V, die op Vastenavond aan een maaltijd
van het schoenlappersgilde deelneemt. Het
eigenaardige van deze laat-17e eeuwsche klucht
is, dat het in de literatuur zoo ongeveer be
schouwd kan worden, als een afscheid van
Fransch-Vlaanderen aan Dietschland. Mich, de
Swaen woonde in Duinkerken en was ook hier
in Holland heel goed bekend. Zoo was hij bij
voorbeeld goed bevriend met Vondel en Hooit.
Verder zijn er voor dezen winter nog wel
wat andere plannen. Waarschijnlijk zullen wij
dezen winter ook proeven gaan nemen met de
Hinfilm. In verband met eventueel door Jan
Hin te maken speelfilms of half-speelfilms zul
len we eens zien, of er bij het Jong Tooneel
ook geschikte krachten voor de film zitten. En
dan komen we waarschijnlijk nog voor de
K.R.O. met „De klucht van Meester Patelin" in
een bewerking van den Middeleeuwschen tekst
van Const. Lindemans. En als het dan weer
zomer is
Intermezzo. Wij zijn op Walden aangeko
men en kijken naar het openlucht-theater, dat
door deze menschen hier zelf is gebouwd. Hooge
boomen en dichte groene struiken vormen een
ideale achterwand van de speelruimte en de
groene struiken vormen een ideale achterwand
van de speelruimte en de „zaal" loopt langzaam
op als een amphitheater.
Overigens, wij praten en schrijven zoo vaak
en zoo veel. over vernieuwing van het tooneel
en over opbouw van onder op. En heel even
realiseeren wij ons hier, dat deze acteurs de
kwestie van opbouw van het tooneel wel op de
meest letterlijke en drastische wijze hebben
opgelost. Zij hebben een schep gepakt en een
kruiwagen en zijn gaan bouwen. En deze men
taliteit, deze eenvoud en deemoed is misschien
wel het meest hoopvolle voor den bloei ,van hun
kunst. Wij gelooven met heel wat meer ver
trouwen in deze scheppen en kruiwagens, dan
in een Vereeniging Tot Behoud Van Het Too
neel.
Een smal kronkelend paadje, dat van de speel
ruimte het bosch in gaat, brengt ons tot voor
een hekje waarachter op enkele meters afstand
een klein, groenhouten hutje onder het door
de boomen heenvallend zonlicht staat.
En over het hekje heen hebben we even heel
stil staan kijken naar dit kleine huisje, waar
Frederik van Eeden eens gewerkt heeft en
waar hij eenige van zijn liefste idealen verloor.
Voor de kleine ramen hangen stil de witte gor
dijntjes naar beneden, het miniatuurvijvertje,
waarin fijne varens groeien, is droog en de
wind ruischt door de boomen. In deze stilte
vluchtte een goed mensch met zijn rustelooze
ziel en vanzelf bidt je hier; Heer geef hem de
eeuwige rust.
„En als het weer zomer Is, gaan we natuur
lijk door met openluchtspelen. Ik ben al in be
spreking met Paul de Mont over een opvoering
van Reinard, dat uitstekend geschikt is voor
een openluchtopvoering. En als het mogelijk is,
zou ik ook graag iets van Brederoo willen ge
ven. „De klucht van de koe" bijvoorbeeld".
Wij wandelen terug naar huis. Hoog in de
lucht is het geronk van een vliegmachine. Een
militaire jager duikelt over den kop, zwenkt en
draait en op de vleugels glinstert het licht van
de herfstzon.
„Kijk zie je, het is voor alles mijn bedoeling
om volkstooneel te geven en bij de keuze der
Spelers doe ik dan ook altijd mijn best de rol
aan te passen aan de natuurlijke kwaliteit en
der acteurs. Daarom zoek ik vooral stukken
met veel spelmogelijkheden en beschouw de
tekst als secundair. Overigens geloof ik niet,
dat het voorloopig mogelijk zal zijn aan den troep
een meer vasten vorm te geven. Het Vlaamsche
Volkstooneel verkeert wat dat betreft in een
geheel andere positie. Zij steunen op een natio
naal ideaal en dat missen wij hier volkomen. Daar
bij komt nog, dat het verschrikkelijk moeilijk Vï
de belangstelling gaande te maken. Je voelt bu
alles, een gemis aan traditie en vooral aan
tooneeltraditie. Je hebt nooit een gemeenschap
achter je. En de belangstelling van Katholle e
ziide was heelemaal bedroevend. De meeste Be
langstelling kwam van niet-Katholieken
De zon is aan het ondergaan en 81°®" na
den bovenkant der boomen. Een zachte roode
gloed kleurt den haast zilveren hemel.
„Wij zijn natuurliik ook heel beperkt in de
keuze der stukken. Wat hebben we eigenlijk jn
Holland? En de vertalingen van Gheon bijvoor
beeld, ja, ik geloof toch niet dat wn daar mede
op den goeden weg zijn. Zijn quasi-Middeleeuw-
sche spelen staan per slot van rekening toch
te ver van ons volk af. Het is met iets van de
menschen zelf en daarom geloof ik werkelijk
meer in Langendijk en Brederoo. Maar ik hoop
toch ook nog wel nieuw wérk te gaan spelen.
Jan Derks uit Utrecht heeft juist een spel af
gemaakt. dat „De Heilige zonder wrok" heet
en dat ik dezer dagen toegestuurd zou krijgen.
Daar verwacht ik nog wel iets van. Maar het.
meeste behoefte hebben' wij toch aan belang
stelling en medeleven".
Onze Utrechtsche redacteur schrijft:
Wie ooit in Duitschland een gezelschap Schu-
po's per auto heeft zien vervoeren (de mannen
plegen in de houding met de karabijn tusschen
de knieën naast elkaar te zitten) kan zich voor
stellen, dat de Utrechtsche politie meer dan
verlangend was om ook aldus naar de Neude
vervoerd te worden, als er eenige Hitiortjes net
zoo lang krijgshaftig hebben loopen doen, tot
er een vechtpartij op volgt. En het moet ons
van het hart, dat het ook voor de burgerij
een schoonen aanblik moet opleveren, als de
mannen der wet aldus ijlings door de stad
worden gereden.
Om deze en andere redenen werd er dus een auto
aangeschaft en waarschijnlijk zou de politie hier
mede gelukkig en de bevolking tevreden zijn
geweest, wanneer er niet een dwarskijker was
gekomen met de ietwat sensationeele onthulling,
dat de auto eer. paauw-'auto was.
Men heeft reeds begrepen, dat dit het moment
was, waarop de vox popuii zich niet het ge
val ging bemoeien.
Aha! zei men, Aha, waartoe een pantserauto?
En de echo hiervan klonk zelfs ;n het stadhuis,
zij het dan overdrachtelijk en op papier.
Hebben Burgemeester en Wathouders ken
nis genomen van het bericht
aldus vangt een serie vragen aan B. en W. aan.
Inmiddels had de politie ook zelf reeds iets
van het geval laten hooren, waarui. bleek, dat
het niet zoo erg was. Het was toch immers
alleen maar een beetje versterkte auto en iiet
was slechts alleen maar om dronken mannen
naar het gevang te rijden en zoo. En zonder
zich verder af te vragen, wat de politie onder
„en zoo" verstaat, zou de burgerij ten laatste
toch nog tevreden zijn geweest, wanneer dezelf
de dwarskijker, dien wij juist reeds noemden,
niet met verdere onthullingen was komen aan
dragen.
Deze dwarskijker had zich namelijk op een
goeden dag aan het politiebureau vervoegd met
de mededeeling dat hij in Wassenaar woonde,
hetgeen niet waar was, dat hij van het departe
ment van Defensie kwam, hetgeen nog minder
waar was en tenslotte, dat hij de pantserauto
wel graag eens van boven tot onder wilde zien.
Het verheugt mij er bij te kunnen melden, dat
dit laatste tenminste wel waar was.
De betrokken politieman vond, dat de meneer
uit Wassenaar er nog al defensief uitzag en ge
loofde hem dus op zijn gezicht, waarna beiden
de auto gingen bezichtigen en betasten. Den
dag daarna vermeldde een krant, dat pantserauto
inderdaad een pantserauto is met stalen platen
en ijzeren rolluiken, zoodat de vox populi, zelfs
met nog meer recht dan weleer „Aha" kon zeg
gen.
Wij hebben dus een pantserauto en al weet
niemand, wat de politie er mee uit wil voeren,
het blijft toch een schoon bezit voor de stad.
Iets anders is, dat de manier waarop het uit
kwam, zoowel als de manier, waarop men het
verborgen trachtte te houden, weinig te loven
valt. Het is trouwens een toestand, waartegen
reeds eerder van bevoegde zijde gewaarschuwd
werd. Aan den eenen kant speelt men kiekeboe
en als reactie daarop wordt aan een andere
zijde .met minder oirbare middelen naar berich
ten gezocht. En de samenwerking, waarom zoo
dringend verzocht is, ligt al jaren op sterven.
Chauffeur met zyn wagen te water
geraakt en verdronken.
In den afgeloopen macht kreeg de politie
van het bureau aan de Hoflaan te Rotterdam
de mededeeling, dat op den 's-Gravenweg een
auto te water was geraakt. De politie waar
schuwde den G. G. D. en gezamenlijk ging
men op onderzoek. Onder de gemeente" Ca-
pelle a. d. IJssel vond men den wagen in de
sloot langs den weg liggen.
In den wagen bevond zich het lijk van den
chauffeur, den 2O-jarigen J. Loutes uit Hil-
legersberg.
De ongelukkige hleek door verdrinking om
het leven te zijn gekomen.
Omtrent de toedracht van het ongeluk tast
men in het duister.
Het lijk is naar Capelle a. d. IJssel gebracht.
DE RELLETJES TE BOSKOOP.
Naar wij vernemen zal op Donderdag 20 Oc
tober a.s. des middags te 2 uur de Haagsche
Rechtbank behandelen de zaak tegen de beide
communisten B. en Sch., die indertijd tijdens de
relletjes te Boskoop werden gearresteerd en die
respectievelijk wegens openlijke geweldpleging
en opruiing zullen terechtstaan. Als verdediger
treedt op mr, van 't Hoff Stolk te Amsterdam.
Van onzen correspondent)
Londen, 11 October 1932.
De Morning Post" constateert dat de ontwik
keling der zaken in Ragemtstreet, wijst op her
leving van den handel.
Toen deze straat in 1927 geheel verbouwd
was. duurde het niet lang of bijna alle win
kels, voor zoover zij niet reeds het eigendom
waren van de groote firma's, die steeds in deze
straat gevestigd zijn geweest, waren verhuurd.
Regentstreet, zeide men, was de barometer van
de nationale welvaart, En toen de economische
depressie zich ook hier deed gevoelen, hield
de vraag naar winkels in Regentstreet, waar de
huren, natuurlijk zeer hoog zijn, op. E;r kwamen
zelfs eenige winkels leeg te staan.
In den loop van dit jaar evenwel zijn opnieuw
acht magazijnen in Regentstreet verhuurd en
dlit is niet alleen hieraan te danken dat de
huren, evenals trouwens ln alle winkelstrate®-
verlaagd zijn. Het vertrouwen der winkeliers
in de onmiddellijk toekomst is sinds het ^e'
gin van 1932 versterkt en zij meenen th®n3 Z011"
der gevaar zaken te kunnen vestigen in Lon-
den's voornaamste winkelstraat.
Magazijnhouders verkeeren missdr'en in een
betere positie de koopkracht van het Publiek
te beoordeelen, dan eenige andere klasse van
handelaren, en dat aan de stag"nflt'0 'n Regent
street een einde gekomen is> mag zeker be
moedigend heeten.
Deze straat evenwel weerspiegelt slechts één
kant van het Londensche leven> en van meer
belang nog ls de vraag. boe c^6 magazijnen in
Oost-Londen, in Camden town en in de voor
steden varen. Er is in Lpnden tot de vorige
maand toe veel geld verdiend, zoowel aan de
Londensche als aan de New Yorksche beurs, en
Regentstreet ondervindt hiervan de voordeden.
Maar de verbeter!nS iu den handel is uiterst
gering geweest; de werkloosheid is n/iet afge
nomen, en de koopkracht van bet groote pu
bliek, dat zij» lnlt00Pen niet in Regentstreet
pleegt te do®"' kau dus niet merkbaar erop
vooruitgegaan zijn.
„Vangt de trek Baar Regentstreet, de eerste
straat ter wereld, weder aan?" vraagt de Mor
ning Poet' en zij antwoordt bevestigend. Maar
of dit reeds als een doorslaand bewijs van com-
jnercieele wederopleving mag gelden, moet be
twijfeld worden.
Afgezien hiervan is bet onzin Regentstreet de
„eerste straat ter wereld" te noemen, of erger
nog, het „winkelcentrum der wereld" gelijk de
„Morning Post" aan liet slot van haar beschou
wingen doet. Het is jammer, dat zelfs het best
geschreven blad van Engeland het superlatief-
bargoensch der moderne journalistiek niet ver
smaadt. Hoe kan eenige straat ooit ,,het win
kelcentrum der wereld" zijn? Koopen de huis
vrouwen van Peking haar geconfijte slakken,
d'ie van Napels haar spaghetti en die van
Rikjavik haar schapenvleesch in Regentstreet?
Zelfs heel weinig Londensche huisvrouwen doen
dit!
Men meldt ons uit Rome;
Op zijn dichterlijke bezitting, de Horti Gala-
teae aan de Via Appia Antica is de Italiaansche
schilder Aristide Sartorio overleden, nadat de
Paus hem nog den Apostolischen Zegen schonk.
Sartorio heeft een belangrijk oeuvre op zijn
naam staan en was ook als leeraar aan het Insti
tuut voor Schoone Kunsten te Rome werkzaam.
56 jaar oud heeft hij nog, dienst genomen toen
Italië ten oorlog trok. Hij raakte, in Oostenrijk-
sche krijgsgevangenschap, waaruit hij door be
middeling van Paus Benedictus XV werd ver
lost.
HANZEVERGADERING.
Dinsdag 11 Oct. had in Hotel van Rossum
de ledenvergadering plaats van de Hanze,, de
R. K. Middenstandvereenfging, alhier
De heer A. Aengenent bracht verslag uit
over de viering van het zilveren Bondsfeest
te Haarlem. Als afgevaardigden voor de
Cen.tr. Raadsvergadering werden gekozen de
heeren P. v. Niek^rk en R. Kelfkens.
Het houden van een Neder 1 andsch-Fabri-
kaat-week werd breedvoerig besproken. Be
sloten werd in combinatie met de Vereeniging
van Handeldrijvenden, zulk een week te or-
ganiseeren van 22 tot 28 Oct. De wensoh wérd
uitgesproken, dat alsnog vele winkeliers zich
voor dit doel zullen opgeven, om (leze wée!l
zoo schitterend mogelijk te doen slagen.
BURGERLIJKE STAND.
GEBOREN; Cornelia Anna, d. van A. P.
Koot en M. L. van der Maarel. Catharina
Adrlana, d. vain B. Graafland en F. M. Lan-
geliaar. Hendrika Petronella, d. van J.
Schenk en M. J. Hulst.
ZICH BEDACHT.
Eenige dagen geleden vermiste tnej. C. aan
den Korten Dijk een doosje waarin een gom
den keiting en nog eenige voorwerpen van
waarde. De politie die ijverig aan het zoeken
is geweest kwam reeds spoedig tot de ont
dekking dat het net om d«n dief spoedig kón
worden dichtgehaald. Deze heeft dit blijkbaar
-zelf ook bemerkt, want toen mej. C. Maan
dagavond thuis kwam, vond deze het doosje
met de vermiste voorwerpen ln de gang van
haar woning.
MELKPRIJS VERHOOGD.
De melkaWers hebben met ingang van Dins
dag don melkprijs met één cent per liter ver
hoogd, a1, vah 8 tot 9 cent.
pERTIGSTE JAARVERGADERING VAN
,,SCHOONHOVENSCHE SPORTCLUB".
Maandagavond werd in de groote zaal van
Hotel a la Station de 30e jaarlij ksche algë-
meene vergadering gehouden. Door de slechte
■tijdeamjsitandigheden werden hieraan geen
feestelijkheden verbonden.
Na het voorlezen van notulen en het ulfbren-
gen van Ihet jaarverslag van secretaris .-en
penningmeester, memoreerde de voorzitter
het ontstaan van de vereeniging, waarvan nog
veel oprichters in Schoonhoven woonachtig
zijn. De beer A. N. Oskam maakte van deze
gelegenheid gebruik om bij zijn gelukwep-
schen, do vereeniging een nieuwe voetbal aan
te bieden.
AANBESTEDING ZWEMBAD.
B. en W. hebben Dinsdag aanbesteed hei;
afbreken, vervoeren en opbergen ln de brand
weerkazerne en het in het voorjaar weer op
stellen van bet zwembad.
Er werd als volgt ingeschreven: J. L. Stdmp
399, J. Klip 252, G. de Lange ƒ335, A. V.
Mameren ƒ310, £1. II. Kuilenburg 256, J. C.
Peltenburg 650, G. Plomp 197. Aan de laag
ste inschrijver is het werk gegund,
WINKELWEEK.
Ter gelegenheid van de winkelweek mogen
van Maandag 17 tot en met Zaterdag 22 Oc
tober de winkels tot des avonds 10 uur ge-,
opend blijven.
MARKTBERICHTEN.
Botermarkt. Aanvoer 25 leg. PrUs Goeboter
85 ot., welbeter 80 ct. per pond- Eierveiling.
Aanvoer 8362 stuks. Klpeierein ƒ5.105S0;,
eendeneieren 4.25 per 10" stuks.
EIEREVEILING VLAARDINGER-AMBACHT
Aanvoer:. 280S kipeieren. Prijs 4.706, 749
eendeneiren 2,102,50, 444 henneneieren
3.20—4.40 pr 100 stuks.
BINNENGEKOMEN SCHEPEN.
In de Vulcaanbaven is binnengekomen het
stoomschip „Lord Londonderry" om 3600 ton
kunstmest te laden,
VISSCHERIJ.
Van de haringvisscherlj kwamen hier bin
nen; VL. 39, D. Poot met 41 last, en VL,
216, P. v.d Zwan Mz. met 41 last haring. -.
VLAARDINGSCHE MUSEUM.
Hiet Vlaairdingsch Museum aan de Lijn.
straat Is Voor ombepaalden tijd gesloten.
v