DE UITVOERING DER KINDERWETTEN DONDERDAG 13 OCTOBER 1932 EEN ONDERHOUD MET MR. TREUS- SART RIDDER VAN RAPPARD. ALS MEVROUWTJE PAS IN INDIE IS. Dan eet manlief dikke slang in plaats van paling. Hevig avontuur in Bandjermasin. JEUGDIGE AUTO-BANDIET. UITVOER VAN LANDBOUW PRODUCTEN, EEN INTERVIEW IN DE HERFSTZON. BEZOEK AAN WALDEN. WAARTOE DIENEN PANTSER AUTO'S? Een affairete Utrecht. Het Jong Tooneel en de toekomst. 3. v. V. De meneer van Defensie. ERNSTIG ONGELUK ONDER CAPELLE. UIT BODEGRAVEN HET „WINKELCENTRUM" yAN DE WERELD. ARISTIDE SARTORIO UIT BERKEL EN RODENRIJS UIT SCHOONHOVEN UIT VLAARDINGEN De opheffing der inspectie wordt algemeen in gezaghebbende kringen betreurd. Wanneer men spreekt van de Kinderwetten, dan verstaat men daaronder het stel wetsont werpen, dat, ingediend in 1898, in 1901 tot wet werd verheven en in 1905 onder de benaming van Kinderwetten intrede heeft gedaan. Die wetten brachten ons den steun van het recht tegenover alles wat als gehavend kind tot ons komt. (Openingsrede door mr. van Rappard van het Congres T .en O.-wezen, 's-Gravenhage, 31 Juli en 1 Augustus 1929). Die wetten brachten, zooals ook prof. mr. J. A. van Hamel het in zijn „Handleiding bij de Practijk der Kinderwetten" zoo juist uitdrukt, niet slechts macht tegenover kinderen en ouders, maar zij openden bovendien de moge lijkheid van geldelijken bijstand uit de lands kas. Een ieder, die eenigszins met de practijk dier wetten bekend is, zal moeten toegeven, dat zij in de 27 jaar, welke sindsdien zijn verloopen, veel goeds hebben uitgewerkt. Toen we dezer dagen vernamen, dat de Mi nister van Justitie had besloten de Inspectie van het Rijks-, Tucht- en Opvoedingswezen, wel ke met het toezicht op de uitvoering der Kinderwetten belast is, op te heffen, be sloten we bij au te- genwóordigen Inspec teur, mr. Treussart Ridder van Rappard, vóór dat deze zal heengaan, nog eens aan te kloppen en hem N te vragen ons iets over zijn ervaringen als In specteur te vertellen. Mr. van Rappard is iemand, die zich, zoo als in ingewijde krin gen bekend is, met hart en ziel voor de verwaarloosde jeugd Mr. Treussart rid- *ler van Rappard. geeft en aan wien de Vereenigingen, inclusief de opvoedingshuizen de katholieke niet op de laatste plaats zeer veel te danken hebben. We vonden hem terstond bereid eens met ons te praten en zóó troffen we hem op een goeden morgen, toen hij zich een oogenblik had vrij gemaakt, in zijn Haagsche woning in de Cele- besstraat. Op zijn studeerkamer hadden wij 'n aangenaam onderhoud en wij behoefden hem, die zóózeer opgaat in zijn werk, nauwelijks ons verzoek nader toe te lichten. Ik ben, zeide hij, in een prachtigen tijd bij de Inspectie gekomen. Destijds was ik advocaat te Hilversum, waar ik al een en ander voor de Kinderbescherming deed, onder meer in de af- deeling Rechtsbijstand van „Pro Juventute", te Amsterdam. Nu wijlen mr. Basquin wees mij toen eens op de voorgenomen uitbreiding der In spectie van het Rijks-, Tucht- en Opvoedings wezen en zóó volgde ik hem toen betrekkelijk spoedig op, na eerst als adjunct-inspecteur ge diend te hebben, als Inspecteur. Hij heeft mij toen gezegd: We staan voor een ontwaken op het gebied der Kinderbescherming en als In specteur moet ge zorgen vertrouwen en vriend schap te winnen van hen, die zich aaft de zorg voor het verwaarloosde kind wijden. In samen werking met hen, is er veel moois en goeds tot stand te brengen. Welnu, dat was ook mijne leuze, en ik heb ondervonden, dat zulks de éénige goede weg was. Het is zoo'n mooi en dankbaar werk, wanneer je als Inspecteur de leiders van particuliere In stellingen, die goed willen, maar vaak den weg niet weten in den doolhof van wet en formali teit, kunt helpen. Want ik beschouw mijn taak als Inspecteur niet slechts als die van een amb tenaar, die toezicht heeft te houden en aan den Minister heeft te rapporteeren. Een Inspecteur kan door overleg, door voorlichtingen en advies, véél opbouwend werk doen. De kinderwetgeving geeft hem daartoe de gelegenheid, want deze wet baseert zich op het voortreffelijk beginsel van harmonieuze samenwerking tusschen over heid en particulier! Een Inspecteur, die het instituut der Kinder bescherming op hooger plan wil brengen en de menschen wil helpen, als zijn hulp gevraagd wordt, heeft een uitermate moeilijke en delicate taak. Hij zal fouten maken, hij zal ook critiek hebben te verdragen, ik heb dat alles onder vonden, maar ik heb ook de aangename erva ring opgedaan, dat werkers en pioniers op het gebied der kinderbescherming mij een blijvende vriendschap hebben geschonken. Ik kan in dit verband namen noemen van mannen en vrou wen van verschillende richting, van christelij- ken, van neutralen, van israëlietischen en niet 't minst ook van katholieken huize. De katholieke kinderbescherming. Maar met dit al wilden wij gaarne nog eens wat meer weten over de katholieke kinderbe scherming en vroegen wij den heer Van Rap pard zijn indrukken daaromtrent. Ook de katholieken, aldus zijn antwoord, heb ben de Kinderbescherming al vroeg ter hand genomen, maar hun opvoedingsmethode was aanvankelijk meer een bewaar- dan een pae- dagogisch systeem te achten. Toen in 1905 de Kinderwetten in werking traden waren reeds verschillende vereenigingen en instellingen op het gebied der kinderbescher ming werkzaam. Dat die toen de door de Over heid aangeboden hand, om de Kinderbescher ming te steunen, gretig hebben aangevat, was alleszins begrijpelijk. De Huizen, die 't oude re giem volgden, werden door de Overheid goed gekeurd. Dat was in dien tijd begrijpelijk om dat de wetten om uitvoering vroegen. Maar het oude systeem van hoofdzakelijk „bewaren" paste niet meer in lateren tijd en geleidelijk aan werden nieuwe opvoedingsmethoden voor de verwaarloosde en misdadige jeugd ingevoerd. Ik heb als adj. Inspecteur nog den tijd ge kend, dat de katholieke overheid niet te bewe gen bleek om diqfeociale en andere verbeterin gen aan te brengen, die noodzakelijk werden geoordeeld. Totdat zij blijkbaar het oogenblik gekomen achtte om in te grijpen en haar sociale en intellectueele pioniers ik denk hier bij voorbeeld aan mannen als dr. Poels naar vo ren heeft geschoven en gezegd heeft, dat de verbetering komen moest.«En van toen af is het ook goed gegaan; in plaats van instellingen van bewaring kreeg men hoogstaande paedagogische instituten, waarop ten volle van toepassing zijn de schoone woorden, welke wijlen mijn oudere vriend dr. De Visser heeft geschreven ten aan zien van de op de Kinderwetten gebaseerde Kinderbescherming: „Tegenover den greep van den duivel met slangen in het haar staat nu ge lukkig de greep van den engel met rozen in de lokken. Zoo zie ik het werk der kinderbescher mers tegenover dat der kinderbedervers". En is het nu beslist zeker, vroegen wij, dat u uw mooie taak van Inspecteur zult gaan neer leggen? Ja. Ik heb geen reden om dat geheim te houden. De Minister heeft mij doen weten, dat hij als gevolg van de omstandigheid, dat de Regeering zich vereenigd heeft met de bezuini gingsvoorstellen in het rapport-Weiter, voorne mens is de Inspectie van het Rijks- Tucht- en Opvoedingswezen op te heffen en alsdan den Inspecteerenden arbeid op te dragen aan bu- jeau-ambtenaren. t Wij hebben echter in 't rapport-Weltgr over opheffing der Inspectie niets gelezen, maar het is mogelijk, dat we het over het hoofd hebben gezien. Kunt u ons dat toelichten? Eerlijk gezegd heb ik het er ook niet in kunnen vinden. En op de Begrooting van Jus titie voor 1933 staat zelfs de salarispost voor twee Inspecteurs nog uitgetrokken, maar het eindcijfer der begrooting is ten slotte lager dan het totaal der posten, zoodat in dat eindcijfer waarschijnlijk ook de opheffing der Inspectie is verwerkt. Maar met dat al, is de zaak toch niet erg duidelijk en overzichtelijk! Wat is uw meening over de opheffing der Inspectie? Dat zal ik u zeggen. Maar versta mij goed; ik wil geen woord spreken over den Inspecteur, die heengaat, enkel en alleen over de Inspectie als zoodanig. Als er op de uitvoering der Kinderwetten be zuinigd moet worden, dan moet men m.i. an ders koersen dan tot nu toe! Versoberd kan er worden door reorganisatie, waarbij meer in elkaar wordt geschoven en een meer practische en voordeelige exploitatie wordt bereikt. Het gaat m.i. niet aan in dezen tijd de Instellingen zich te laten uitbreiden, zoodra maar aan de formeele eischen van wet, maatregel of circu laire is voldaan. We zouden ook zeker er voor moeten waken, dat we wat de Opvoedings-Hui- zen betreft, vooral niet allerlei doublures krij gen. En ongetwijfeld vóór alles moeten wij zorg dragen, dat de kinderen worden ondergebracht in die gestichten, waar ze practisch eii paeda- gogisch thuis behooren. Om dit alles te bereiken is de Inspectie mijns inziens onmisbaar. Doordat uit den aard de Rechters, Voogdij raden enz. niet alle Opvoedingshuizen naar aard en strekking kunnen kennen, krijgen deze te weinig het materiaal toegewezen, waarop ze speciaal zijn ingezet. Ten zeerste juich ik daarom toe, wat er in dit opzicht in een kleine gemeenschap als de Jood- sche is kunnen geschieden. Men heeft daar na melijk een Federatie gevormd van Israëlietische Instellingen in Nederland, die zich aan de Kin derbescherming wijden, om een schakel te vor men tussehen die Instellingen en de Overheids organen. Over die schakel nu zullen alle Jood- sche beschermelingen komen in de Opvoedings huizen, waar zij thuis hooren. Zeker, ik wil u niet ontkennen, dat het vooral aan de leiding en het advies der Inspectie te danken is ge weest, dat deze onderlinge samenwerking tot stand is gekomen. Men schijnt nu voornemens te zijn om louter inspectiewerk op te dragen aan bureau-ambte naren. Men loopt dan gevaar, dat dit werk ontaardt in 't doen van een boodschap, doch de leiding en de continuïteit in dit werk gaat ab soluut verloren. Ik kan u positief verklaren, dat opheffing van de Inspectie algemeen in gezaghebbende krin gen ten zeerste wordt betreurd en als gezegd zelfs onverantwoordelijk werd genoemd, aldus eindigde mr. Van Rappard het interessante on derhoud, dat we over de Kinderbescherming met hem mochten hebben. De volgende niet onvermakelijke geschiedenis heeft zich te Bandjermasin afgespeeld. Een echtpaar was na ommekomst van Euro- peesch verlof te Bandjermasin geplaatst. Het vrouwtje, dat nog niet lang in Indië was, ver stond nog niet veel van de Maleische taal. Op een morgen manlief was als gewoon lijk, na een teeder afscheid van zijn vrouwtje, naar kantoor gegaan komt er vertelt de Ind. Crt., een Inlander het erf op; de man heeft een mand bij zich. „Apa?" vraagt de vrouw des huizes, die zich reeds van een paar woordjes Maleisch weet te bedienen. De koopman ant woordt en uit zijn Maleisch verstaat mevrouw tje slechts de woorden „paling' baik". Meteen haalt de man twee dikke, kronkelende bina- tangs uit zijn mand. „O, fijn, dat is natuurlijk paling", denkt de dame, trotsch op haar kennis, „paling" is pa ling en „baik" is goed, dus: goede paling. Daar houdt mijn man zooveel van". Als beiden het eens geworden zijn over den prijs, verlaat de Inlander het erf, één „paling" achterlatende. Vol-ijverig zet mevrouw zich nu aan den ar beid om de lekkernij volgens de regelen der kunst klaar te maken. Het arme beest wordt, zooals dat met dergelijke diêren, helaas! schiint te moeten gebeuren, met zijn kop aan een touw gebonden, om levend gevild te worden. Kokkie bedankt echter stichtelijk voor dit werkje bij gevolg wordt een koelie aangeroepen, die zich bereid verklaart, deze taak voor een milde ver goeding te entameeren. Als de „paling" goed en wel gestroopt is, wordt-ie in mooten gesneden en lekker In bo ter gebraden. De tractatie voor manlief is klaar! Om één uur komt de stoere werker thuis; op het vernemen van de hem te wachten staan de lekkernij begint hij reeds te watertanden; kort en goed, man en vrouw bewijzen den „pa ling" e^r en er blijft geen stukje vleesch van over! Alleen vonden beiden den paling vreeselijk vet en „ze hadden in een paling nog nooit zóó vele graten gezien". „En «wt je, wat ook zoo gek is", zegt vrouw lief na afloop van het copieus palingdiner, „de kop van een Indischen paling is anders dan die van een paling in Holland." Haar man wil zich hiervan overtuigen en als bewijs wordt de kop, het eenige niet opgegeten deel van den „paling", naar de etenstafel gebracht. Bij het zien van dit lichaamsdeel kan de man zijn oogen niet gelooven! Hij wordt onpasselijk en rent naar achter, uitroepende. „Vrouw, dat is geen 'Indische paling geweest; je hebt me een dikke slang laten eten!" Door haar onvoldoende kennis van het Ma leisch had het arme vrouwtje de woorden van den Inlandschen koopman: „oelar jang baik", verstaan als „paling baik" goede paling!" Stop chauffeur, ik ben rechercheur. Een taxi-chauffeur uit Cheribon reed met bestemming Tegal een goedgekleed Inlandsch jongmensch. Even voorbij Tandjong aldus lezen wij in de „Loc." werd de chauffeur opgeschi'ikt door een dreigend „stop" van zijn passagier; de chauffeur keek om en zag een revolver on der zijn neus. Bevreesd zijnde dat het jong mensch zou schieten, stopte de bestuurder zijn wagen. Hij werd hierop door den jongen man, die zich nu uitgaf voor een rechercheur, vast gebonden, terwijl hij verder te hooren kreeg, dat hij gearresteerd was voor een door hem te Djatibarang bedreven misdrijf. Vervolgens werd de chauffeur op de achterbank gezet. De jonge ling nam toen plaats achter het stuur en reed met een vaart naar Tegal. Nabij Klampok gelukte het den chauffeur, zich uit den auto te werken. Hij begaf zich on middellijk naar de veldpolitie te Brebes, die hij met het gebeurde in kennis stelde. Maatre gelen werden toen getroffen om den dader te vangen. On den Poengkoeranweg te Tegal werd de jongen wegens een motordefect gedwongen te stoppen. Terwijl hij bezig was met het nakijken van de auto, hij had inmiddels het nummer veranderd werd hij door den wedono kota van Tegal gearresteerd. Bij het verhoor verklaarde hij, dat hij deze daad verricht had uit zucht naar avoïvturèn. Verder is gebleken dat de jeugdige avonturier, die uit het ouderlijk huis wist te ontvluchten, een zoon is van een gegoede Javaansche fami lie te Semarang. Overzicht over de eerste drie kwartalen van 1932. Aan de maandstatistiek van den in-, uit- en doorvoer, uitgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn de volgende gegevens ontleend, betreffende den uitvoer van Neder- landsche landbouwproducten over de maand September en het tijdvak Januari-September van dit jaar. Het aantal uitgevoerde paarden bedroeg in Jan. September 2.457 stuks ter waarde van 698.000 (Jan.Sept. 1931: 4.913 stuks ter waar de van ruim 1% millioen gulden). In September werd geen slachtvee geëxpor teerd. In Januari—September verlieten slechts 1.G69 stuks ons land (Jan.Sept. 1931: 4.788 stuks). Van fokvee was de uitvoer van stieren en stierkalveren deze maand gering. In Jan.Sept. bedroeg deze 652 stuks (Jan.Sept.1931: 559 stuks. Vooral Frankrijk (426) was in dit tijdvak een goede afnemer. Van melk- en kalfkoeien nam de uitvoer in de afgeloopen maand (383) iets toe. In Jan. Sept. was de expert echter belangrijk geringer (Jan;Sept. 1932: 2.478 stuks ter waarde van 462.000 Jan—Sept. 1931: 5.617 stuks ter waarde van ruim lhi millioen gulden), hoofdzakelijk door geringeren export naar België. De uitvoer van jong vee bleef in de afgeloo pen 9 maanden ongeveer gelijk aan die in het zelfde tijdvak van 1931 (Jan.Sept. 6.580, Jan. Sept. 1931: 6.431 stuks). Varkens vonden in de afgeloopen 9 maanden een ruim afzetgebied in België. Totaal verlieten in Jan.—Sept. 27.896 stuks ter waarde van 738.000 ons land (Jan.—Sept. 1931: 11.750 stuks ter waarde van 504.000). Van schapen gingen in Jan.—Sept. 4.726 stuks naar Frankrijk van totaal 7.475 stuks (Jan. Sept. 1931 2.617 stuks). Pluimvee (839.460) werd in de afgeloopen maand in ongeveer gelijke hoeveelheden geëx porteerd. In Jan.Sept. bedroeg de export 3.736.966 stuks ter waarde van ruim 2% millioen gulden (Jan.—Sept. 1931: 4649.527 stuks ter waarde van bijna 2% millioen gulden). Vooral Frankrijk betrok een minder groot aantal stuks. Van geslacht pluimvee werd in Jan.Sept. 2.184 ton ter waarde van ruim 1% millioen gulden geëxporteerd (Jan.September 1931 2.591 ton ter waarde van bijna 3 millioen gulden). De export van versch vleesch was in Jan. Sept. belangrijk geringer dan in het overeen komstige tijdvak van het vorige jaar. Van var- kensvleesch verlieten totaal 14.363 ton ter waarde van bijna 5 millioen gulden ons land (Jan.Sept. 1931 25.420 ton ter waarde van ruim 13% millioen gulden). Frankrijk betrok ruim 10.000 ton minder dan het vorige jaar. Van rundvleesch verliet 2.330 ton ter waarde van ruim 1 millioen gulden ons land (Jan.Sept. 1931 6.119 ton ter waarde van bijna 4% millioen gulden). Van schapenvleesch bedroeg de export in Jan.Sept. 2.348 ton ter waarde van ruim 2% millioen gulden). 'In de afgeloopen maand nam de export van bacon naar Engeland (5.740) iets toe. In Jan. Sept. bedroeg de totale export 29.818 ton ter waarde van ruim 11% milioen gulden (Jan.— Sept. 1931 43.605 ton ter waarde van ruim 27% millioen gulden). Gezouten varkensvleesch en spek daarente gen vond in Jan.Sept. een goed afzetgebied in het buitenland, speciaal in Duitschland en Italië. Totaal verlieten in Jan.Sept. 21.217 tón ter waarde van ruim 6% millioen gulden ons land (Jan.September 1931 10.890 ter waarde van bijna 5 millioen gulden). De boterexport bleef in de afgeloopen maand ongeveer gelijk aan die der vorige (Sept. 1.587 ton; Aug. 1.436 ton). Duitschland en het Saar- gebied betrokken meer, België en Engeland daarentegen iets minder. In Jan./Sept. verlieten 12.551 ton boter ter waarde van bijna 12 millioen gulden (Jan./Sept. 1931 26.663 ton ter waarde van bijna 34 millioen gulden) ons land. Öuitsch- land betrok in bovengenoemd tijdvak slechts 6.337 ton (Jan./Sept. '31 15.210 ton) en ook België, Groot Brittannië en Frankrijk betrokken geringere hoeveelheden. Slechts Gouda- en Edammerkaas 20 plus wer den in September in een iets geringere hoeveel heid uitgevoerd dan de maand tevoren. De ove rige soorten ontmoetten een grootere belangstel ling in de verschillende afzetgebieden. Totaal werd. in September 8.103 ton kaas ter waarde van ruim 3% millioen gulden geëxporteerd (Aug. 7.325). In Jan./Sept. bedroeg de uitvoer van kaas 58.764 ton ter waarde van ruim 26 K millioen gulden (Jan./Sept. 1931: 65.535 ton, ter waarde van bijna 41 millioen gulden). Van versche melk werd in de afgeloopen 9 maanden 690 ton uitgevoerd (Jan./Sept. '31 95 ton). Gecondenseerde gesuikerclo en ongesuiker de volle melk werd minder geëxporteerd n.l. resp. 19.948 ton ter waarde van ruim 5 millioen gulden (Jan./Sept. '31 23.302 ton ter waarde van bijna 7% millioen gulden) en 13.301 ton ter waarde van ruim 3 millioen gulden (Jan./Sept. '31 17.632 ton ter waarde van ruim 5% millioen gulden). Van gecondenseerde gesuikerde onder- melk verliet 104.881 ton ter waarde- van bijna 14 millioen gulden ons land (Jan./Sept. 101.618 ton ter waarde van ruim 18% millioen gulden). De uitvoer van gesteriliseerde melk en room was gering. Eieren werden in de afgeloopen maand min der naar Duitschland uitgevoerd. De totale export bedroeg in Sept. 4558 ton (Aug. 6558 ton). In Jan./Sept. werden 67.763 ton ter waarde van bijna 27 millioen gulden uitgevoerd (Jan./Sept. 1931 68.335 ton ter waarde van bijna 40 mil lioen gulden). Duitschland betrok hiervan 56.079 ton en Engeland 9809 ton. Van koelhuis eieren en kalkeieren verlieten resp. in Jan./Sept. 822 ton (Jan./Sept. '31 613 ton) en 397 ton (Jan./Sept. '31 606 ton) ons land. Uien en sjalotten verlieten in de afgeloopen maand in een hoeveelheid van 11.354 ton ons land (Aug. 5288 ton). Totaal verlieten in Jan./ Sept. 66.920 ton ter waarde van ruim 5 mil lioen gulden ons land (Jan./Sept. '31 73.269 ton ter waarde van bijna 3% millioen gld.) Kleiaardappelen werden in Jan./Sept. in een hoeveelheid van 121.629 ton ter waarde van ruim 4 millioen gld. geëxporteerd (Jan./Sept. '31 114.587 ton ter waarde van ruim 6 millioen gld.) Veenaardappelen werden in genoemd tijdvak in een hoeveelheid van 95.431 ton ter waarde van 3% millioen gulden uitgevoerd (Jan./Sept. '31 50.479 ton ter waarde van 2 millioen gulden). Van zandaardappelen werden in Jan./Sept. 110.646 ton ter waarde van ruim -3% millioen gulden uitgevoerd (Jan./Sept. 1931 93.113 ton ter waarde van bijna 3% millioen gulden). Poot- aardappelen verlieten in een hoeveelheid van 23.430 ton ter waarde van bijna 1% millioen gul den ons land (Jan./Sept. '31 34.589 ton ter waarde van ruim 2 millioen gulden). De uit voer van stroo nam enorm toe (Jan./Sept. 70.388 ton). Aardappelmeel werd in Jan./Sept. in een hoe veelheid van 47.211 ton ter waarde van ruim 4 millioen gulden uitgevoerd (Jan./Sept. 1931 61.176 ton ter waarde van ruim 5% millioen gulden). Van stroocarton bedroeg de uitvoer in de afgeloopen 9 maanden 120.623 ton ter waarde van ruim 8 millioen gulden (Jan./Sept. 1931 153.966 ton ter waarde van 11% millioen gul den). Witte suiker verliet in een hoeveelheid van 24.200 ton ter waarde van ruim 2 millioen gul den ons land (Jan./Sept. '31 22.498 ton ter waar de van eveneens ruim 2 millioen gulden). EDWARD STEIJAERT. t Te Brussel is op. ruim 60-jarigèn leeftijd over leden, de Vlaamsche glasschilder Edward Steij - aert, van wien verschillende ramen in kerken in België geplaatst zijn. DE KERK ALS BIOSCOOPTHEATER. LONDEN, 11 October. (RIO.) Door invloed rijke leden der High Chürch worden voorberei dingen getroffen tot dé fabricatie van godsdien stige klankfilms, die ln de kerken zullen.worden vertoond. De eerste film in dit genre zal dé ervaringen vertoonen van een Schotsche vrouwelijke mis sionaris. Over de groene weilanden, waartusschen ons treintje voortstoomt, ligt de herfstzon te gloeien als goud. De tinten van het wijde landschap zijn nu zoo warm; het groen schijnt dieper en in de verte is een teer blauw waas over de dingen. En als wij even later buiten Bussum wande len met Ad Sassen, den leider van het Jong Tooneel, dat dezen zomer zulke verrassende openluchtvoorstellingen op Walden gebracht heeft, als wij even later buiten Bussum wan delen, maakt de zon van die wondere plakken licht op het grauwe asphalt en kleuren de af gevallen bladeren zich vlammend bruin langs den weg. De dag is nog warm; wij wandelen wat loom onder de hooge boomen en doen de dorre bla den ritselen onder onze voeten; de woorden gaan wat traag heen en weer, alsof wij lang en ernstig moeten denken over de woorden van dit gesprek. Zoo vertelt onze metgezel van zijn werk met het Jong Tooneel. „Toen lk in 1925 in Bussum kwam wonen, maakte ik door kapelaan Nieuwenhuis kennis met de jeugdbeweging en vooral met „De Jonge Werkman". Te zamen met mijn vriend Arnold Pijpers, die mij nu nog steeds bijstaat met het vervaardigen van decors etc. ben ik me toen gaan interesseeren voor de cultureele ontwik keling der jongens. Wij meenden voor een heel belangrijk deel ons doel te kunnen bereiken door het opwekken van de belangstelling voor het tooneel en voor het tooneelspelen en zoo hebben wij indertijd als eerste opvoering „De goede reis of de doode te paard" gegeven van Gheon. Door verschillende omstandigheden zijn later de banden met „De Jonge Werkman" ver broken en ik ben toen met een vrij willekeu- rigen troep gaan spelen. Daar zijn nog wel enkele leden van de K. J. W. bij, maar verder zit er bijvoorbeeld een student bij en nog an deren. Wij hebben toen een stuk van Walden ge huurd, waar wij zelf een openluchttheater zijn gaan bouwen. Het was een heel karwei en we zijn een heelen tijd bezig geweest met zand scheppen en kruien, voordat ons theater gereed was. Toen hebben wij daar „Don Quichotte op de bruiloft van Kamaeho" van Langendijk en „Van de dood die bijna stierf" van Mich de Ghelderode gegeven en dat ging nog al aardig". Enkele meters voor ons uit holt een eek- hoornje dwars den weg over en zijn lange rood bruine pluimstaart stond een oogenblik sierlijk langs zijn rug omhoog, als het beestje even om zich heen kijkt op zij van den weg. Er was schrik in het kleine spitse bekje. „Ja, nu hebben we wel het plan om van de zen winter ook te blijven spelen, maar daar moeten wij eerst een geschikte zaal voor heb ben en die is niet zoo gemakkelijk te krijgen in Bussum. Wij wilden bijvoorbeeld een geheel nieuwe bewerking van „Maryke van Nim- wegen" gaan spelen, waarvoor Gabriel Smit een tekst zou schrijven, die wel steunt op de grondtekst, maar die toch een volkomen zelf standige creatie zal worden. Een moderne ver sie, als je wilt. Samen zullen we dan de too- neelschikking maken. Verder hoop ik van den winter een klucht van Mich, de Swaen, „De verheerlyckte schoenlappers of de gecroonde leersse" te spelen. Het is een verhaal van Ka- rel V, die op Vastenavond aan een maaltijd van het schoenlappersgilde deelneemt. Het eigenaardige van deze laat-17e eeuwsche klucht is, dat het in de literatuur zoo ongeveer be schouwd kan worden, als een afscheid van Fransch-Vlaanderen aan Dietschland. Mich, de Swaen woonde in Duinkerken en was ook hier in Holland heel goed bekend. Zoo was hij bij voorbeeld goed bevriend met Vondel en Hooit. Verder zijn er voor dezen winter nog wel wat andere plannen. Waarschijnlijk zullen wij dezen winter ook proeven gaan nemen met de Hinfilm. In verband met eventueel door Jan Hin te maken speelfilms of half-speelfilms zul len we eens zien, of er bij het Jong Tooneel ook geschikte krachten voor de film zitten. En dan komen we waarschijnlijk nog voor de K.R.O. met „De klucht van Meester Patelin" in een bewerking van den Middeleeuwschen tekst van Const. Lindemans. En als het dan weer zomer is Intermezzo. Wij zijn op Walden aangeko men en kijken naar het openlucht-theater, dat door deze menschen hier zelf is gebouwd. Hooge boomen en dichte groene struiken vormen een ideale achterwand van de speelruimte en de groene struiken vormen een ideale achterwand van de speelruimte en de „zaal" loopt langzaam op als een amphitheater. Overigens, wij praten en schrijven zoo vaak en zoo veel. over vernieuwing van het tooneel en over opbouw van onder op. En heel even realiseeren wij ons hier, dat deze acteurs de kwestie van opbouw van het tooneel wel op de meest letterlijke en drastische wijze hebben opgelost. Zij hebben een schep gepakt en een kruiwagen en zijn gaan bouwen. En deze men taliteit, deze eenvoud en deemoed is misschien wel het meest hoopvolle voor den bloei ,van hun kunst. Wij gelooven met heel wat meer ver trouwen in deze scheppen en kruiwagens, dan in een Vereeniging Tot Behoud Van Het Too neel. Een smal kronkelend paadje, dat van de speel ruimte het bosch in gaat, brengt ons tot voor een hekje waarachter op enkele meters afstand een klein, groenhouten hutje onder het door de boomen heenvallend zonlicht staat. En over het hekje heen hebben we even heel stil staan kijken naar dit kleine huisje, waar Frederik van Eeden eens gewerkt heeft en waar hij eenige van zijn liefste idealen verloor. Voor de kleine ramen hangen stil de witte gor dijntjes naar beneden, het miniatuurvijvertje, waarin fijne varens groeien, is droog en de wind ruischt door de boomen. In deze stilte vluchtte een goed mensch met zijn rustelooze ziel en vanzelf bidt je hier; Heer geef hem de eeuwige rust. „En als het weer zomer Is, gaan we natuur lijk door met openluchtspelen. Ik ben al in be spreking met Paul de Mont over een opvoering van Reinard, dat uitstekend geschikt is voor een openluchtopvoering. En als het mogelijk is, zou ik ook graag iets van Brederoo willen ge ven. „De klucht van de koe" bijvoorbeeld". Wij wandelen terug naar huis. Hoog in de lucht is het geronk van een vliegmachine. Een militaire jager duikelt over den kop, zwenkt en draait en op de vleugels glinstert het licht van de herfstzon. „Kijk zie je, het is voor alles mijn bedoeling om volkstooneel te geven en bij de keuze der Spelers doe ik dan ook altijd mijn best de rol aan te passen aan de natuurlijke kwaliteit en der acteurs. Daarom zoek ik vooral stukken met veel spelmogelijkheden en beschouw de tekst als secundair. Overigens geloof ik niet, dat het voorloopig mogelijk zal zijn aan den troep een meer vasten vorm te geven. Het Vlaamsche Volkstooneel verkeert wat dat betreft in een geheel andere positie. Zij steunen op een natio naal ideaal en dat missen wij hier volkomen. Daar bij komt nog, dat het verschrikkelijk moeilijk Vï de belangstelling gaande te maken. Je voelt bu alles, een gemis aan traditie en vooral aan tooneeltraditie. Je hebt nooit een gemeenschap achter je. En de belangstelling van Katholle e ziide was heelemaal bedroevend. De meeste Be langstelling kwam van niet-Katholieken De zon is aan het ondergaan en 81°®" na den bovenkant der boomen. Een zachte roode gloed kleurt den haast zilveren hemel. „Wij zijn natuurliik ook heel beperkt in de keuze der stukken. Wat hebben we eigenlijk jn Holland? En de vertalingen van Gheon bijvoor beeld, ja, ik geloof toch niet dat wn daar mede op den goeden weg zijn. Zijn quasi-Middeleeuw- sche spelen staan per slot van rekening toch te ver van ons volk af. Het is met iets van de menschen zelf en daarom geloof ik werkelijk meer in Langendijk en Brederoo. Maar ik hoop toch ook nog wel nieuw wérk te gaan spelen. Jan Derks uit Utrecht heeft juist een spel af gemaakt. dat „De Heilige zonder wrok" heet en dat ik dezer dagen toegestuurd zou krijgen. Daar verwacht ik nog wel iets van. Maar het. meeste behoefte hebben' wij toch aan belang stelling en medeleven". Onze Utrechtsche redacteur schrijft: Wie ooit in Duitschland een gezelschap Schu- po's per auto heeft zien vervoeren (de mannen plegen in de houding met de karabijn tusschen de knieën naast elkaar te zitten) kan zich voor stellen, dat de Utrechtsche politie meer dan verlangend was om ook aldus naar de Neude vervoerd te worden, als er eenige Hitiortjes net zoo lang krijgshaftig hebben loopen doen, tot er een vechtpartij op volgt. En het moet ons van het hart, dat het ook voor de burgerij een schoonen aanblik moet opleveren, als de mannen der wet aldus ijlings door de stad worden gereden. Om deze en andere redenen werd er dus een auto aangeschaft en waarschijnlijk zou de politie hier mede gelukkig en de bevolking tevreden zijn geweest, wanneer er niet een dwarskijker was gekomen met de ietwat sensationeele onthulling, dat de auto eer. paauw-'auto was. Men heeft reeds begrepen, dat dit het moment was, waarop de vox popuii zich niet het ge val ging bemoeien. Aha! zei men, Aha, waartoe een pantserauto? En de echo hiervan klonk zelfs ;n het stadhuis, zij het dan overdrachtelijk en op papier. Hebben Burgemeester en Wathouders ken nis genomen van het bericht aldus vangt een serie vragen aan B. en W. aan. Inmiddels had de politie ook zelf reeds iets van het geval laten hooren, waarui. bleek, dat het niet zoo erg was. Het was toch immers alleen maar een beetje versterkte auto en iiet was slechts alleen maar om dronken mannen naar het gevang te rijden en zoo. En zonder zich verder af te vragen, wat de politie onder „en zoo" verstaat, zou de burgerij ten laatste toch nog tevreden zijn geweest, wanneer dezelf de dwarskijker, dien wij juist reeds noemden, niet met verdere onthullingen was komen aan dragen. Deze dwarskijker had zich namelijk op een goeden dag aan het politiebureau vervoegd met de mededeeling dat hij in Wassenaar woonde, hetgeen niet waar was, dat hij van het departe ment van Defensie kwam, hetgeen nog minder waar was en tenslotte, dat hij de pantserauto wel graag eens van boven tot onder wilde zien. Het verheugt mij er bij te kunnen melden, dat dit laatste tenminste wel waar was. De betrokken politieman vond, dat de meneer uit Wassenaar er nog al defensief uitzag en ge loofde hem dus op zijn gezicht, waarna beiden de auto gingen bezichtigen en betasten. Den dag daarna vermeldde een krant, dat pantserauto inderdaad een pantserauto is met stalen platen en ijzeren rolluiken, zoodat de vox populi, zelfs met nog meer recht dan weleer „Aha" kon zeg gen. Wij hebben dus een pantserauto en al weet niemand, wat de politie er mee uit wil voeren, het blijft toch een schoon bezit voor de stad. Iets anders is, dat de manier waarop het uit kwam, zoowel als de manier, waarop men het verborgen trachtte te houden, weinig te loven valt. Het is trouwens een toestand, waartegen reeds eerder van bevoegde zijde gewaarschuwd werd. Aan den eenen kant speelt men kiekeboe en als reactie daarop wordt aan een andere zijde .met minder oirbare middelen naar berich ten gezocht. En de samenwerking, waarom zoo dringend verzocht is, ligt al jaren op sterven. Chauffeur met zyn wagen te water geraakt en verdronken. In den afgeloopen macht kreeg de politie van het bureau aan de Hoflaan te Rotterdam de mededeeling, dat op den 's-Gravenweg een auto te water was geraakt. De politie waar schuwde den G. G. D. en gezamenlijk ging men op onderzoek. Onder de gemeente" Ca- pelle a. d. IJssel vond men den wagen in de sloot langs den weg liggen. In den wagen bevond zich het lijk van den chauffeur, den 2O-jarigen J. Loutes uit Hil- legersberg. De ongelukkige hleek door verdrinking om het leven te zijn gekomen. Omtrent de toedracht van het ongeluk tast men in het duister. Het lijk is naar Capelle a. d. IJssel gebracht. DE RELLETJES TE BOSKOOP. Naar wij vernemen zal op Donderdag 20 Oc tober a.s. des middags te 2 uur de Haagsche Rechtbank behandelen de zaak tegen de beide communisten B. en Sch., die indertijd tijdens de relletjes te Boskoop werden gearresteerd en die respectievelijk wegens openlijke geweldpleging en opruiing zullen terechtstaan. Als verdediger treedt op mr, van 't Hoff Stolk te Amsterdam. Van onzen correspondent) Londen, 11 October 1932. De Morning Post" constateert dat de ontwik keling der zaken in Ragemtstreet, wijst op her leving van den handel. Toen deze straat in 1927 geheel verbouwd was. duurde het niet lang of bijna alle win kels, voor zoover zij niet reeds het eigendom waren van de groote firma's, die steeds in deze straat gevestigd zijn geweest, waren verhuurd. Regentstreet, zeide men, was de barometer van de nationale welvaart, En toen de economische depressie zich ook hier deed gevoelen, hield de vraag naar winkels in Regentstreet, waar de huren, natuurlijk zeer hoog zijn, op. E;r kwamen zelfs eenige winkels leeg te staan. In den loop van dit jaar evenwel zijn opnieuw acht magazijnen in Regentstreet verhuurd en dlit is niet alleen hieraan te danken dat de huren, evenals trouwens ln alle winkelstrate®- verlaagd zijn. Het vertrouwen der winkeliers in de onmiddellijk toekomst is sinds het ^e' gin van 1932 versterkt en zij meenen th®n3 Z011" der gevaar zaken te kunnen vestigen in Lon- den's voornaamste winkelstraat. Magazijnhouders verkeeren missdr'en in een betere positie de koopkracht van het Publiek te beoordeelen, dan eenige andere klasse van handelaren, en dat aan de stag"nflt'0 'n Regent street een einde gekomen is> mag zeker be moedigend heeten. Deze straat evenwel weerspiegelt slechts één kant van het Londensche leven> en van meer belang nog ls de vraag. boe c^6 magazijnen in Oost-Londen, in Camden town en in de voor steden varen. Er is in Lpnden tot de vorige maand toe veel geld verdiend, zoowel aan de Londensche als aan de New Yorksche beurs, en Regentstreet ondervindt hiervan de voordeden. Maar de verbeter!nS iu den handel is uiterst gering geweest; de werkloosheid is n/iet afge nomen, en de koopkracht van bet groote pu bliek, dat zij» lnlt00Pen niet in Regentstreet pleegt te do®"' kau dus niet merkbaar erop vooruitgegaan zijn. „Vangt de trek Baar Regentstreet, de eerste straat ter wereld, weder aan?" vraagt de Mor ning Poet' en zij antwoordt bevestigend. Maar of dit reeds als een doorslaand bewijs van com- jnercieele wederopleving mag gelden, moet be twijfeld worden. Afgezien hiervan is bet onzin Regentstreet de „eerste straat ter wereld" te noemen, of erger nog, het „winkelcentrum der wereld" gelijk de „Morning Post" aan liet slot van haar beschou wingen doet. Het is jammer, dat zelfs het best geschreven blad van Engeland het superlatief- bargoensch der moderne journalistiek niet ver smaadt. Hoe kan eenige straat ooit ,,het win kelcentrum der wereld" zijn? Koopen de huis vrouwen van Peking haar geconfijte slakken, d'ie van Napels haar spaghetti en die van Rikjavik haar schapenvleesch in Regentstreet? Zelfs heel weinig Londensche huisvrouwen doen dit! Men meldt ons uit Rome; Op zijn dichterlijke bezitting, de Horti Gala- teae aan de Via Appia Antica is de Italiaansche schilder Aristide Sartorio overleden, nadat de Paus hem nog den Apostolischen Zegen schonk. Sartorio heeft een belangrijk oeuvre op zijn naam staan en was ook als leeraar aan het Insti tuut voor Schoone Kunsten te Rome werkzaam. 56 jaar oud heeft hij nog, dienst genomen toen Italië ten oorlog trok. Hij raakte, in Oostenrijk- sche krijgsgevangenschap, waaruit hij door be middeling van Paus Benedictus XV werd ver lost. HANZEVERGADERING. Dinsdag 11 Oct. had in Hotel van Rossum de ledenvergadering plaats van de Hanze,, de R. K. Middenstandvereenfging, alhier De heer A. Aengenent bracht verslag uit over de viering van het zilveren Bondsfeest te Haarlem. Als afgevaardigden voor de Cen.tr. Raadsvergadering werden gekozen de heeren P. v. Niek^rk en R. Kelfkens. Het houden van een Neder 1 andsch-Fabri- kaat-week werd breedvoerig besproken. Be sloten werd in combinatie met de Vereeniging van Handeldrijvenden, zulk een week te or- ganiseeren van 22 tot 28 Oct. De wensoh wérd uitgesproken, dat alsnog vele winkeliers zich voor dit doel zullen opgeven, om (leze wée!l zoo schitterend mogelijk te doen slagen. BURGERLIJKE STAND. GEBOREN; Cornelia Anna, d. van A. P. Koot en M. L. van der Maarel. Catharina Adrlana, d. vain B. Graafland en F. M. Lan- geliaar. Hendrika Petronella, d. van J. Schenk en M. J. Hulst. ZICH BEDACHT. Eenige dagen geleden vermiste tnej. C. aan den Korten Dijk een doosje waarin een gom den keiting en nog eenige voorwerpen van waarde. De politie die ijverig aan het zoeken is geweest kwam reeds spoedig tot de ont dekking dat het net om d«n dief spoedig kón worden dichtgehaald. Deze heeft dit blijkbaar -zelf ook bemerkt, want toen mej. C. Maan dagavond thuis kwam, vond deze het doosje met de vermiste voorwerpen ln de gang van haar woning. MELKPRIJS VERHOOGD. De melkaWers hebben met ingang van Dins dag don melkprijs met één cent per liter ver hoogd, a1, vah 8 tot 9 cent. pERTIGSTE JAARVERGADERING VAN ,,SCHOONHOVENSCHE SPORTCLUB". Maandagavond werd in de groote zaal van Hotel a la Station de 30e jaarlij ksche algë- meene vergadering gehouden. Door de slechte ■tijdeamjsitandigheden werden hieraan geen feestelijkheden verbonden. Na het voorlezen van notulen en het ulfbren- gen van Ihet jaarverslag van secretaris .-en penningmeester, memoreerde de voorzitter het ontstaan van de vereeniging, waarvan nog veel oprichters in Schoonhoven woonachtig zijn. De beer A. N. Oskam maakte van deze gelegenheid gebruik om bij zijn gelukwep- schen, do vereeniging een nieuwe voetbal aan te bieden. AANBESTEDING ZWEMBAD. B. en W. hebben Dinsdag aanbesteed hei; afbreken, vervoeren en opbergen ln de brand weerkazerne en het in het voorjaar weer op stellen van bet zwembad. Er werd als volgt ingeschreven: J. L. Stdmp 399, J. Klip 252, G. de Lange ƒ335, A. V. Mameren ƒ310, £1. II. Kuilenburg 256, J. C. Peltenburg 650, G. Plomp 197. Aan de laag ste inschrijver is het werk gegund, WINKELWEEK. Ter gelegenheid van de winkelweek mogen van Maandag 17 tot en met Zaterdag 22 Oc tober de winkels tot des avonds 10 uur ge-, opend blijven. MARKTBERICHTEN. Botermarkt. Aanvoer 25 leg. PrUs Goeboter 85 ot., welbeter 80 ct. per pond- Eierveiling. Aanvoer 8362 stuks. Klpeierein ƒ5.105S0;, eendeneieren 4.25 per 10" stuks. EIEREVEILING VLAARDINGER-AMBACHT Aanvoer:. 280S kipeieren. Prijs 4.706, 749 eendeneiren 2,102,50, 444 henneneieren 3.20—4.40 pr 100 stuks. BINNENGEKOMEN SCHEPEN. In de Vulcaanbaven is binnengekomen het stoomschip „Lord Londonderry" om 3600 ton kunstmest te laden, VISSCHERIJ. Van de haringvisscherlj kwamen hier bin nen; VL. 39, D. Poot met 41 last, en VL, 216, P. v.d Zwan Mz. met 41 last haring. -. VLAARDINGSCHE MUSEUM. Hiet Vlaairdingsch Museum aan de Lijn. straat Is Voor ombepaalden tijd gesloten. v

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 2