DE „BEKENDSTEN" ONDER ONS. OYER DEN VROUWEN- BOND. SMAKELIJK ETEN. MODEPRAATJE. DE ZONNIGE KANT. HANDWERKRUBRIEK ZATERDAG 22 OCTOBER 1932 utrecht. E. SCHWEIGMAN-SPAAPEN. KUNT U MIJ OOK ZEGGEN BONTMANTELS. i W' MODE. OVER CHRISTINE DOORMAN. 4jc Met zeer groote verbazing lazen 'de leden van de afdeeling Utrecht en waarschijnlijk van vele andere afdeelingen van het diocees Utrecht het artikel van pater Damasus in de „Maas bode" van Woensdag 28 September jj. Dat hierop zoo laat gereageerd wordt Och, we dachten dat pater Damasus zelf z'n ver gissing zou bemerken Daar echter het voor- ibvsld van pater Damasus navolging vindit, blijkt het van het grootste belang te zijn, een en anderover bestaande toestanden mede te deelen. Het verwondert ons namelijk ten zeerste, dat pater Damasus een opmerking maakt over de zgn. „nieuwe richting" in den Vrouwenbond, welke van weinig waardeering getuigt. En dat, terwijl pater Damasus met z'n „aansporing" „het open stooten van een perspectief", het- izelfde richtsnoer aangeeft, die reeds 31 Mei 1932 op de Diocesane Algiemeene Bestuufs- vergadering van het Aartsbisdom in Zwolle als de „nieuwe richting' werd gepubliceerd. Mej. M. Fischer, Oblate O. S. B-, hield een inleiding, welke volledig Is overgenomen in de „Katholieke Vrouw", en waarin de punten ter reorganiseering uitvoerig werden behan deld. Deze nieuwe richting werd ook op de jaar vergadering van 5 Juli van het Algemeen Be stuur der Federatie van R. K. Vrouwenbonden aangegeven. De voorzitster mevrouw F. Steen- bergbeEngerlngh, sprak aldus in haar openingsrede„De Vrouwenbonden zullen plaatselijk op een nieuwe basis moeten worden gereorganiseerd om zoo mogelijk de In de nieuwe jeugdbeweging gevormde meisjes op te vangen" (zie verslag in Kath. Vrouw van 16 Juli 1932). Dus reeds is de aandacht gevestigd op de jeugdbeweging, haar zelfwerkzaamheid en medeverantwoordelijkheid voor de Katholieke actie (het leekenapostolaat) en de noodzakelijk heid van groepsvorming Het geheele nieuwe fcysteem is den vorigen winter In de afd. Utrecht toegepast. Aan de hand van deze bestaande toestanden 4s de lezing van mej. Fischer opgezet. Het Katholieke reveil voor den Vrouwenbond is er reeds. Wie dus meer wil weten van die beweging, zij leze de brochure „Nieuwe Rich tingen in den R. K. Vrouwenbond", door M. Fischer Obl. O. S. B. Een volgenden keer hoop ik U hieruit iets mede te deelen. Een onzer lezeressen vraagt, hoe het komt, dat nieuwe goede zijden kousen zoo gauw Tfa'dtfers vertoonen. Waarschijnlijk heeft deze abonnee de nieuwe kousen niet 24 uur in kou'd water gezet. Uit ondervinding weten wij, dat zulks enorm be spaart. Niet strijken, maar met de handen glad Tekken, opvouwen en onder een klein persje leggen. De kousen niet langer dan drie vier dagen aanhouden, in koud water zetten, op een niet a! te warme plaats drogen, aldus gaan 'de zijden weefsels maanden mede. Mej. V. te L. heeft op haar licht rose satijnen dansschoentjes vlekken gekregen, zwarte strepen, waarschijnlijk afkomstig van de niet goed uitgepoetste lakschoenen van een der heeren. Heelemaal niet hopeloos. Neemt U wat korsten oud brood en bewerk daarmede de schoentjes. U zult eens zien hoe dat opknapt. Dan neemt U 'n weinigje rose poe'der op 'n flanellen lapje en wrijft daar de eenigszïns doffe plekken mede in, 't ziet er weer keurig uit en 't avondlicht doet de rest. Mevr. J. v. A. te H. Voor het verzorgen van baby's haar is een goede geregelde verzorging de eerste vereischte. Opletten of er zich geen huidschilfers vormen, veroorzaakt door restjes zeep, stof en huidsmeer. Heeft men hier last van, hetgeen de haargroei belemmert, dan 'des avonds het hoofdje insmeren met sla-olie, liefst gezuiverde olijfolie, en den volgenden morgen met lauw zeepwater afwassen. Knip niet al te spoedig aan baby's haar, zoolang het niet piekt of ziekelijk lang staat. De eerste haartjes, z.g. nesthaartjes, vallen meestal uit en de eene baby is nu eenmaal met weelderiger haargroei begiftigd dan de an'dere. Voor afstaande oortjes bestaan leuke van lint gevlochten verbandjes, welke U in maga zijnen van babykleeding kunt bekomen. Verder is opletten de boodschap. Als U de baby neerlegt, goed het oortje onder het bol letje plat te leggen. Aardappelschillen. Een door haar dienstbode verlaten huisvrouw klaagt over 't verschrikke lijke van 't aardappelschillen. Wel er zijn vele middelen om geen leelijke handen te krijgen. Doe een paar gummi vingers aan, of schoone garen handschoenen, die U telkens uitwascht. Neem vooral een roestvrij - mes, en spoel de aardappelen vóór het schillen terdege af. Er zijn ook kleine handige machientjes te ■bekomen, 'die de aardappels stuk voor stuk voor U schillen, ook anderen die kilo's tegelijk behandelen. Het pitten blijft daar is nog niets op gevonden helaas 1 HUISMOEDER. Recepten op verzoek. Druivengelei: Wasch de druiven, en pluk ze van den steel. Doe ze in een pan, maak ze wat fijn met een houten lepel of stamper. Breng ze #an den kook zonder water en laat ze ongeveer 20 minuten doorkoken totdat de velletjes zacht zijn geworden. Roer de massa door een paardeharen zeef, waardoor de pitjes achterblijven. Meet het sap en voeg per liter 1 kg. suiker toe. Laat het indampen onder af en toe afschuimen. Voeg zoonoodig wat citroen sap toe en doe het gelei in de goed schoonge maakte potjes. Sluit ze af met paraffine. Knapkoek: 1 kg. bloem, 1 pond boter, 1 pond suiker, 3 heele eieren, 1 pakje bakpoeder desverkiezend sap of schil van 1 citroen of 2 pakjes vanilleschil. Bereiding: Roer de boter schuimig met de suiker, voeg één voor één de eieren erbij en de gezeefde bloem. Kneed het deeg verder met de hand. Rol het dun uit en leg het op een in gevet hakblik. Bestrijk het met eigeel en be strooi met suiker. Bak de koek vlug lichtbruin in een tamelijk warmen oven. Snijd de koek nog warm in ruiten. Laat ze af koelen en neem ze dan van het bakblik. Op verzoek van mevr. B. te ff. volgt hier onder het recept van een zalmschoteltje. De aller eenvoudigste manierw om een zalm- schoteltje te maken is wel door de inhoud van een blikje zalm met mayonnaise te ver mengen, dit midden op een schotel te plaat sen en te garneeren met een rand van sla, plak jes hardgekookt ei, kappertjes enz. Wat bewerkelijker wordt het wanneer bij de garneering gebruikt wordt gemaakt van aspic. Aspic wordt gemaakt door, 1 1. vischbouillon of 1 I. water met 4 bouillonblokjes, met wat versche en gedroogde krulden (laurierbladen, peterselie, stukje ui en wortel enz.), 50 of 55 gr. witte gelatine (die even in koud water heeft geweekt), 2e h 3 even losgeklopte eiwitten en de afgewasschen eierschalen aan de kook te brengen. Vlak voor het kookt wordt nog 1 d.L. azijn toegevoegd. Laat dit mengsel ongeveer 10 minuten koken tot het helder is en zeef het dan door een dichten doek van flanel. Deze aspic kan op verschillende manieren gebruikt worden. Men kan ze stijf laten wor den, er dan kris kras met 2 messen door snij den, zoodat kristalletjes ontstaan, waarmee voorgaand schoteltje gegarneerd kan worden (of wel met be'hnlp van een spuitzakje of een voudig met een lepel.) De aspic kan ook in een dun laagje op een schaal uitgegoten worden en na koud worden, uitgestoken worden met wormpjes of met een mes in figuurtjes gesneden. Voor zalm in aspic, laat men een dun laagje aspic in een vorm of rijstrand (die eerst met koud water Is omgespoeld) stijf worden. Hier op wordt ter garneering blaadjes peterselie, hardgekookt ei, enz. gelegd en weer bedekt met een laagje aspic. Wanneer dit laagje op gestijfd is, worde hierop de stukken zalm ge legd en verder de vorm bijgevuld met aspic. Garneer de schotel na het storten met sla en mayonnaise. Een andere vorm voor zalm in aspic is de volgende: kook een moot zalm op de gewone wijze, ontdoe ze van het vel en laat ze koud worden. Vermeng dan wat mayonnaise met twee lepels gesmolten aspic. Bedek er de zalm mee, als het bijna stijf is; garneer verder met een randje gehakte aspic en sla met mayon naise. M. M. Correspondentie. Mevr. K. v. H. te D. is nooit gelukkig met het bakken van visch, deze blijft steeds aan de pan hangen. Dit kan hieraan liggen, dat u uw pan schoon maakt met soda of scherpe zeep zoodat deze geheel ontvet is; in dit ge val laat u wat olie flink in de pan heet worden en verdampen, voordat u met het bakken be gint. Verder moet er aan gedacht worden dat visch steeds in ruim olie (die na gebruik be waard kan blijven) of boter gebakken moet worden. Haalt u de visch ook altijd door bloem en fijner visch door ei en paneermeel Mevr. H. ff. te ff. wilde graag weten hoe er met een hooikist gekookt moet worden. Bij het gebruik van een hooikist moeten de volgende regels in acht genomen worden. 1. Gebruik pannen die precies in de hooi kist passen of vul de overgebleven ruimte met hooi of proppen papier op. Zorg ook, dat de pan geheel gevuld is. 2. Kook de spijzen eerst l/5de van de kook tijd vóór en laat ze 3 X deze tijd in de kist staan. Dus bijv. droge rijst die in een half uur gaar is, moet eerst 6 minuten voorgekookt worden en dan 1% uur In de hooikist staan. Er is niets op tegen om de gerechten langer er in te laten staan, als ze maar niet zoo lang blijven staan dat ze lauwwarm worden en daardoor gemakkelijk zouden bederven (bouil lon bijv.) 3. Zet de pan vlug in de kist, zoodat zoo min mogelijk warmte verloren gaat. Sluit de kist goed en maak ze niet open tijdens de be reiding. 4. Reken wat minder water op de spijzen, daar er minder verdamping plaats heeft: dus bijv. 2 y2 kopje water op 1 kopje rijst inplaats van 3. 5. Laat de kist na gebruik goed uitluchten, daar zich gemakkelijk bacteriën in hooi ont wikkelen en de spijzen daardoor gauw zouden kunnen bederven. PARIJS, IS October 1932. De jongste creaties op modegebied hebben dit kenmerkende, dat zij een streven openbaren om alle opgesmukte détails ter zijde te laten en de sobere lijnen, in sommige gevallen zelfs het genre-tailleur, te laten 6preken. Ook bij de meer elegante modellen komt dit duidelijk tot uiting. 0 Volants, basques, panneaux, in één woord alles wat de silhouette gecompliceerd maakt en de zuivere lijn in gevaar dreigt te brengen, wordt op het oogenblik tenminste verlaten. En men streeft naar practi- sche combinaties, voor al zulke, die aan eenzelf de robe meerdere aspec ten geeft. Uitgaande van deze ge dachte, zijn op 't moment kanten niou'wèn, 'dïe deël uitmaken van een los6e guimpe, welke men bij een eenvoudige robe draagt, heel gewild. Ze geven aan zulk een robe dadelijk dan ook een veel meer gekleed aspect. Hiernaast geven wij 'n voorbeeld van zulk een robe, uitgevoerd in zwart velours-anglals. Deze ve lours, die een aardig ef fect maakt, sterk is en tegelijk niet al te duur, leent zich, uitstekend voor den namiddag. Een enkele plooi gar neert den bijna rechten rok, die op een stuk is gezet, dat de heupen nauw omsluit. De mouw openingen zijn, in overeenstemming met den mode-eiseh van het seizoen zoowel voor robes als mantels, heel wijd. Een zwartkanten guimpe voltooit deze creatie, de mouwen ervan zijn van boven vrij ruim, van onderen nauwer. De aardige gedra peerde halssluiting loopt uit in twee daspan den. Men kan voor dit model ook witte, of getinte kant kiezen. De combinaties van wit en zwart blijven vooral voor de meer elegante Tobes erg gewild. Daar ligt het op m'n schrijftafel en precies aan den zonnigen kant, het kleine, fijne van levensblijheid overstroomend boekje. Daar is het neergedwarreld, niet als een „feuille morte", maar als een gou'den herfst blad, een boekje, getuigend van de goddelijke liefde, de vonk die leven en blijheid schept. 't Had niet beter kunnen komen. Wij zullen er 't zwijgen toe doen, maar allen hebben wij gezucht over den wel straffen, onbarmhartigen herfst, die zoo plotseling over ons is neer gedaald. We hadden nog zoo gehoopt, gerekend op 'n mooi St. Michielszonnetje, 'n nazomer Wolkbreuken in zakformaat, kletterbuien, m'iniatcur-orkanen, het afscheid is wèl cru en meedoogenloos dit keer. En op zoo'n somberen morgen, dat je onwillig den blik van buiten afwendt, en dat alles je troostelóos-somber en zwaar op de hand stemt, komt daar ineens als 'n lichtstraal tusschen de zwarte wolken dit boekje je verrassen. Je bladert er in, onmiddellijk ben je er in. Je leest, leest, denkt„dat ontbrak me pre cies", en dankbaar gestemd zou je datzelfde boekje wel iedereen in je omgeving op z'n twaalfuurtje willen geven, bij z'n thee des avonds „De zonnige kant" door dr. Jac. de Vreese S, J„ tweede 'druk (4e—9e duizendtal) is 'n juweeltje, dat in geen boekenkast ontbreken mag, een remedie tegen het spleen, de ont moediging, de desillusie. De eerwaarde schrij ver is hier de heraut van de waarachtige Roomsche blijdschap, iedereen voerend naar den zonnigen kant, 'den kant van Gods liefde, .„Tob nooit", staak hoven een der hoofd stukken. Wat is tobben Tobben is als de vlieger van een jongen, die niet opgaat, omdat de staart te zwaar is. Tobben dat i3 een schip, dat onder zeil gaat, terwijl zijn grootste anker langs den grond sleept. Tobben is het eindeloos wikken en wegen met gewicht en tegenwichtterwijl het even wicht nooit wordt verkregen. Tobben: dat is denken en prakkizeeren over dingen, waaraan je met al je denken en prakke- zeeren tóch geen zier verandert. Tobben dat is duizend kleine gaven en gun sten van God vragen inplaats van de eene groote genade van een onmetelijk en grenzen- loos vertrouwen. Tob nooit staat er verder. Dat schrijven de vogels in de lucht, de visch in het water, dat kraait de haan, dat ademen de leliën des velds, dat zeggen zon en maan, die altijd weer de wolken overwinnen. Tob nooit, nolite solliciti esse", dat heeft Christus zelve gezegd „wilt niet bekommerd zijn". Maakt U deze spreuk eigen, ge zult eens zden, hoe ge groeit in betrouwen en vertrouwen op den steun van God. Vergeten wij het nooit„er wordt voor ons gezorgd". Hoe 'dikwijls blijkt dit niet in ver schillende noodtoestanden en angsten. Onverwacht^ onverhoopt komt redding en moeten wij getuigendat moet Gods Voor zienigheid zijn Waarom dus tobben Ziehier, geachte lezeressen, enkele gulden nerven uit het gouden blad Aan den Zonnigen kant. En er is nog zoo veel Moeder alleen Be rouw is liefdeDe Ivoren toren, zinnebeeld van het reine, blijde, jonge meisjeWinter troost, enz. enz. De lessen gaan regelrecht tot, het hart, het zijn gulden regelen, die wij allen zoo hard tnoodig hebben. Zulk een geschrift is een Gods geschenk, een artsenij naar lichaam en ziel. Besluiten wij Het leed, dat is, drukt niet zoo zwaar Als vrees voor allerlei gevaar, Doch komt het een in huis, dan ligt Gods hulp reeds klaar en geeft Hij kracht naar Kruis. HELLENEN. Correspondentie. Mevr. ff. te ff.: Dank voor uw vriendelijk briefje. Ik kan me begrijpen, dat zóó het brei werk niet aan uw verwachting voldoet. Dat komt omdat u veel te dunne breinaalden ge nomen hebt. Neemt u eens heele dikke naal den, dan zal het patroon wel naar uw zin zijn. Mevr. B. te R. vraagt den naam van 'n goedn brei- en haakpatroonboek voor baby en kin- derkleeding. Het beste kan ik u aanraden de boekjes van Beyer, te krijgen in handwerkwinkels, boek handels en aan de meeste kiosken. Voor iedere vrouw beteekent een bontmantel een kostbaar bezitBont kleedt uitstekend en het geeft „cachet". Voorheen tvaren de bontmantels wat plomp; daardoor werd de figuur min of meer ongunstig beïnvloed. Thans echter is de techniek veel verder en de moderne pe]s is dan ook even licht als een gewone stofmanteldie het sil houet uitstekend uit laat komen. Bovendien maken de talrijke bontsoorten zooveel afwisse ling mogelijk, dat met elks smaak en figuur kan worden rekening gehouden. De jongste mode staat geheel en al in het teeken van zwarte Persianer mantels". Ze bieden het voordeel, niet alleen op alle uren van den dag gedragen te kunnen worden, maar ook den avondmantel te vervangen. In den snit valt een zeer markante ommekeer te constatcercn, ivant terwijl men vroeger met pompeuse, groote kragen dweepte, bepaalt men zich thans tot kleine, op een gelijkende partij en en verbreedt men den schouder met een bolvormig aangezette, den onderarm echter strak omsluitende, gracleuse mouic. Ons eerste voorbeeld geeft een idee van dezen nieuwen vorm van zwarte Persianermantels. De mode-in-bruin heeft den terugkeer van Nutria mantels, bewerkt (4). Ook de mouw partijen hiervan zijn doorgaans interessant. Onder een Nutria-mantel staat, naar de erva ring geleerd heeft, sportkleeding in een leven dige tint zeer mooi; vooral tomatenrood, fles- schengroen en donker oker zijn schakeeringen die uitstekend combineeren. Heel voornaam zijn dè bijna geheel rechte, slechts flauw getailleerds mantels van Siberisch eekhoorn bont. Men ziet ook nog hooge, staande door middel van een gesp sluitende kragen. Ook de mantel van veulen is niet uit het mode beeld verdwenen. Alleen verwerkt men niet meer stijve huiden, doch uitsluitend de buig zaamste soortendie zich naar de gestalte voe gen. Een garneering met langharigbont geeft zulk een mantel een nog grooter aantrekkelijkheid. Fig. 6 verbeeldt zoo'n rechten mantel. Hi) heeft smalle revers, 'n breede langharige bont- garneering op de mouwen en een hoogen staan- den kraag. Het feit, dat de nieuwe mode zich ook door de phantasie laat leiden, bevordert natuurlijk de toepassing van opvallend decoratief bont, zooals tijger en luipaard. Het betreft voorname lijk driekwarts mantel voor sportieve doel einden, weekends, uitstapjes, hoofdzakelijk ech ter voor de ochtendwandeling in de stad. Zoo'n paletot is uiteraard niet gecompliceerd van vorm, maar hij wordt door een mooie das-, sen-, lossen of vossenkraag verfraaid. In plaats van een sluiting door knoopen, etc., gebruikt men een breeden ceintuur van zeem leer afbl2). Behalve de vele mantels brengt het nieuwe seizoen ook een groote hoeveelheid jassen, die door haar lichte gracieuse makelij en caprir deusen snit opvallen. Voor dit genre leenen zich alle soorten bont, althans voorzoover ze gemakkelijk te verwer ken zijn. Een eenvoudig jasje met staanden, niet te bree den kraag, origineele poeffen en nauwe mou wen voldoet zeer goed en staat bij een op de zelfde kleur af gestemden rok „schattig",, bij voorbeeld grijs bij zwart of groen, beige bij rood, bruin of wijnrood, maar zwart bont bijna uitsluiten<d bij zwarte Tcleederen. Mevr. G. te D. vraagt, hoe zij een koord met pompoentjes voor een babyjurk moet maken. Voor het koord wordt de wol in elkaar ge draaid. Dit doet men op de volgende manier: men gaat eerst na hoe lang het koord moet zijn; en neemt dan 2yz keer die lengte aan 'draden wol, ongeveer 3 k 4 draden. Het begin van deze draden maakt u ergens vast, aan het andere einde draait men nu de draden stijf om elkaar; in het midden van het koord hangt men vervolgens een zwaar voorwerp b.v. een sleutel. Dan neemt men beide einden in één hand en het koord draait zich vanzelf in eI" kaar. De pompoentjes maakt men als volgt: men maakt twee ronde kartonnen schuifjes n,<!' e®n gat in het midden; legt ze op elkaar en h'laR er d© wol omTieen zooals fig. i aangeeft' daar na knipt men de wol tusschen d0 kartonnen schijfjes door (fig. 2). Vervolgens neemt men. een lange draad, waarmee men, de draadjes wol tusschen de kartonnetjes stijf vast bindt en ze aan het koord bevestigt, zie fig. 3. De kartonnen schijfjes worden er nu afgetrokken of, als dit moeilijk gaat, doorgescheurd. TANTE TOET. In het bijvoegsel van het Algemeen Handels blad van Zaterdag 15 October, uit Annelen (haar ergernis over sommige rug-decollgté's als volgt Het rug-decolleté is niiet zelden van een verregaande schaamteloosheid. Wij durven dat woord hier gerust te gebruiken, want het is niet alleen bij het onfatsoenlijke, het is ook /bij het onsmakelijke af, dikwijls. Wij zagen op een avondfeestje een jongedame, wier rug totaal onbedekt was. Zij danste, en toen zij met haar partner terugkwam aan het tafeltje en plaats nam, haalde zij uit een tasch een 'grooten, zijden doek te voorschijn en een der aanzittenden dames vroeg zij, haar eens goed droog te wrijven, want.... haar rug transpi reerde altijd zoo geweldig, vooral op heuphoogte, CRONICA. En haar groote vriendin Selma Lagerlöf. Behalve de herinnering aan tallooze kinder boeken toovert de naam Christine Doorman ons bet beeld van de groote Zweedsohe schrijfster voor oogen. Want sinds vijftien jaar groote vriendinnen, stelt zij het zich tot taak om ons het leven en werken van de geniale Zweedsche nader te brengen. Ten eerste door de vele lezingen met lichtbeelden, die ze geregeld voor letterkun dige en andere genootschappen houdt en mis- echien nog meer door haar geschriften. Vier jaar geleden publiceerde ze ter eere van Lagerlöf's zeventigsten verjaardag van lijvig# blografie, die door de Zweedsohe regeering met een koninklijke onderscheiding werd be kroond. Om Lagerlöf's boeken naar waarde te kunnen genieten, moet men de sagen- en sprookjes - sfeer, waarin de Noor delijke volken leven, tenminste eenigszins aanvoelen. En dat is moeilijk voor den nuch- teren, reëelen Hollan der. Want een zeker ge voel voor mystiek, ge paard aan eenige kennis van de sagen en legen den uit het hooge Noorden, zijn eerste voor- Waarden om de schoonheid der literatuur uit de Scandinavische landen te kunnen aanvoelen en beleven Daar Christine Doorman deze vereischtem in hooge mate bezit, is het niet te verdonderen, dat zij reeds lang vóór zij Selma Lagerlöf kende, een vurige vereerster van haar werken was Toen zij ©ens °P e©n van haar vele reizen in Kopenhagen logeerde, kon ze de verleiding niet weerstaan om contact te zoeken met de groote Zweedsche. Hoewel hard twijfelend aan een gunstig antwoord, verzocht ze om een bezoek te mogen brengen aan „Mirbacka", de groote landhoeve, waar Selma Lagerlöf sinds haar prilste jeugd gewoond heeft. Per keerende post kwaim het volgende antwoord: „Klop maar aan en de deur wordt wijd geopend Wat maar zoo héél weinigen mag gelukken, kreeg deze eenvoudige, beseheiden vrouw ge daan met één enkel briefje Dat echter zoo spontaan en natuurlijk gesteld was, dat Selma er direct de „zusterziel" uit proefde „Onze vriendschap groeide snel In die dagen leed Selma onder het verlies van haar beste vriendin En, daar ik een paar jaar daarvoor hetzelfde leed ondervonden had, wist ik hoe haar het beste te troosten. De sterkste band tussolien ons is echter onze ge meenschappelijke liefde voor het onverganke lijke; ons niet te dood en idealisme en ons bei der gevoeligheid voor het mystieke" Ondertussohen was Ik al aan mijn tweede kopje thee, bad met ware verachting voor alles wat „des slanken lijns" Is een heel schaaltje biscuits opgeknabbeld en nög wist ik niets persoonlijks van onze bekende schrijfster Wat haar overigens juist typeertSteeds vol lof over de prestaties van anderen, zwijgt ze over eigen verdiensten De volgende bijzonderheden heb i'k dan ook maar met stukjes en brokjes losgekregen. Hoe Christine Doorman zoo gevoelig is voor de sfeer van het hooge Noorden „In Utrecht woonden we naast 'n Deen- sche dame, die zeer bevriend was met een familie Melchior te Kopenhagen Daar Ander sen daar jarenlang als huisvriend verkeerd had, wisten zij allerlei intimiteiten en wetenswaar digheden van den grooten dichter Wat me later uitstekend te pas zou komen voor mijn lezingen over AndersenNg een. van die voordrachten kreeg ik van een der directeuren van de BoLlandia-drukkerij opdracht voor het schrijven van: „Uren met Andersen". Het succes van dit hoeik moet -voor een groot deel geschoven worden op rekening van mejuffrouw Melchior, die me zulke waardevolle inlichtin gen gaf Het prijkt nu in het Andersen- M use urn te Odensae Verder heb ik héél veel geleerd van prof. Frantzen, die in dien tijd te Utrecht Duitscb doceerde Hij was een-groot liefhebber van het uiteenrafelen van sprookjes en sagen en bracht me een heel eind verder bij mijn studie der „Volks-sprookjes Ondanks mezelf ben ik er rnijn specialiteit van gaan maken Terwijl i:k nog de colleges van prof. Frantzen over dit onderwerp volgde, kwam er een uitnood'iging van het „Utrechtsehe Genootschap voor Kun sten en Wetenschappen" om op de jaarvergade ring te spreken over „Volks-sprookjes" Ik schrok ervan Voelde me nog veel te veel leek op dat gebied Maar mijn mentor zei: „Als je wachten wilt tot je er voor je eigen gevoel ■genoeg van weet, dan ben ik bang, dat je nooit aan de beurt komt Hij beloofde me om de lezing eerst met me door te nemen, wat achter af eigenlijk niet eens noodig bleek !s Onwillekeurig zat ik t^kijken naar een stapel kleurig gebonden boeken Bovenop lag er een met een titel in vreemden taal. Dat is mijn „Vleugelken", dat voor het genootschap van Onderwijzers in bet Zweedsoh vertaald is. Die vereeniging heeft 'n eigen uit geverij en heeft zoodoende la handen welke sprookjes ze willen verspreiden Al bladerende in een paar geestes-kinderen, vertelt de schrijfster: Ik heb altijd mijn best gedaan om iets van het eeuwige In mijn boeken te brengen. Natuurlijk zoo ongemerkt, want anders vindt het kind het vervelend. Ik voel dat als het be$te, wat je een kind kunt meegeven voor het later leven Al het andere vervaagt en verdwijnt, maar ik koester xie illusie, dat er wel altijd wat van het edele en mooie, dat ik tracht uit te 'beelden, zal blijven hangen Al mag de braafheid er niet dik opl-iggen, zoo eisoh Ik toch van een goed kinderboek, dat het kind er toeter op wordt! Een kind volgt zijn holden in alles na! Nu laten die dan ten minste goed en mensohlievend zijn en in staat om een of fer te brengen! Iedereen, die Christina Doorman kent, wordt getroffen door haar „blijheid"! Eigenschap, waarin de meer zwaarmoedige Selma Lager löf zich zoo graag koestert! Hoewel ook Sel ma soms heel vroolijk kan zijn! Vooral als ze de kinderen va.n haar pachters om zich heen heeft Onder de tallooze portretten aan de wan den, op tafel en bureau, zag ik ook dat van Wanda Landowska, de unieke claviolmlbebbe- speelster! Hiier logeert ze op „Jasna Poljana", het buiten van Tolstoï! De groote schrijver kende geen grooter genot dan op twee vleugels e rnusioeeren met zijn Poolsohe vriendin. W ij zijn al jaren bevriend met elkaar en zij zond mij deze foto indertijd uit Rusland. Anne vrouw! De dood van haar man heeft haar geknauwd" Verder een foto, waarop Selma Lagerllöf troont temidden van een groep gerokte hee ren! ,Een deputatie, die haar n van haarvele onderscheidingen, kwam aanbieden. Vorig jaar dineerden de kroonprins en kroonprinses van Zweden met gevolg op Mdrbacka. Als bezoek niet zooveel mogelijk gecoupeerd werd, zou het huis altijd vol gasten zijn! En dat zou niet gaan, al was het alleen Biaai' Selma rustig aan het werk te laten! In tegenstelling met zo°^feI abderen, die telkens weer teleurgesteld z'in' al& ze -hun ge dachten op papier vastge'egd sien, is Selma soms tot tranen toe bewogen om de schoon heid ervan! Al &chrÜv'e,n,d9 neemt bij haar de gedachte steeds schooner vortn aan en met recht kun je hier ePreken van een „gevleugel de pen"! Het beheer van het Uitgestrekte landgoed eisebt ook he®1 wat MrSe.n! Want hoewel er Uitmuntend personeel iSi staat Seima Lagerlöf erop om z®11 de ^Per-leiding in handen te honden. Een war® ramp onkiexche indrin gers, die ondanks groote 'borden en zware ket tingen, tocl1 op de terreinen wagen. Liefst mot foto-toestellen! Het grappige hiervan is, dat z® in 'VUtl zenuwachtigen haast, om toch maar vooral te kieken, soms de verkeerde te pakken nemen. Mijn portret als „Selma La gerlöf', prijkt dan ook In menig Amerikaansch tijdschrift! Bijna ieder jaar logeer ik In Zweden! Meest al in September. Het mooist Is het land ech ter in den winter. Als de begroeide bergen be sneeuwd zijn en de Noorderzon de blanke sneeuw zóó kwistig met een rijkdom van kleuren overgiet, dat men zich in „bollen land" waant" Over de verfilming vam Gösta BerMng is Selma Lagerlöf allesbehalve te spreken. Ze is Zóó geschrokken van de film, waar ondanks haar verbod toch een goede portie sensatie in geslopen is dat zij haar vriendin smeekte er niet heen te gaan. Alleen over de film van „De Voerman" ls ze zelf tevreden. Wederzij dsehe vrienden trekken altijd! Bed den hebben we het P. E. N.-Congres meege maakt e# dierbare herinneringen werden op gehaald. Waarom echter Selma Lagerlöf niet aanwezig was? „Hoewel de zwakte, die haar Jeugd kenmerkte, op later leeftijd gelukkig gewe ken is, zouden de veekelen!®-* 5* soo'a lange reis toch te groot geweest zijn v°°r vier en zeventig-jarige. Haar eenige ui .s ap.,e is één maal per jaar naar Stockholm, voor de bijeenkomst voor het toekennen van den Nobelprijs voor letterkunde. En te/vens voor de algemeens vergadering van de 18 leden van de Zweedsche academie, waarvan zij de eenige vrouw i»! Onlangs, nog geen maand geleden, werd haar voor de derde maal een eere-d-octoraat aangeboden. Ditmaal door de universiteit te Kiel, door de theologische faculteit. Op grond van de wijze, waarop ze het religieus© leven weet uit te 'beelden en daardoor dsn zin voor het Eeuwige heeft gewekt en versterkt. De universiteiten van Uppsala en Greifswald benoemden haar reed® eerder tot doctor ho noris causa in de faculteit der letteren." Een par souvenirs uit verre landen bra€n" ons op het ohapitre „reizen". En we KWanieri er niet over uitgepraat. Mooiste lb®«nnering van een reis door de Pyreneeën s voor de niet-katholieke schrijfster haar bedoek aau Lourdes. Ze raakte daar diep onder den in druk en doorleeft als het ware de groote ge beurtenissen, die zich hier dagelijks afspelen. Hoe innig godsdienst? ueze zoo opgewekte en moederlijk hartelijke vrouw dan ook voelt, bewijzen wel de volgende woorden, waarmee ze ons gesprek over hedendaagsche auteurs besloot: jt Liefst lees ik de levens'geschledeniissen óer Heiligen, van hen, die de Christelijke leer werkelijk in het leven in praktijk gebracht hebben. Voor ons allen gaat het toch maar om de vergeestelijking, het zich zooveel mo gelijk uitwerken uit de stof. Dat is voor mij de eenige ware beteakenis van het leven!" En deze bekentenis verklaart de beeltenis sen van Maria, Margaretha Sinclair, Franci» cus en anderen op haar bureau en de vele i« ligieuze boeken in haar kast! C. V. Den Haag, 21 October 1932. Chr. Doorman

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6