L
I
ALEXANDRA FEODOROWNA.
DE DOODENAKKER.
MODEPRAATJE.
HANDWERKRUBRIEK.
ZATERDAG 29 OCTOBER 1932
GROEPSVORMING IN DEN
VROUWENBOND.
KUNT U MIJ OOK ZEGGEN.
EEN GOEDE GEDACHTE VOOR
ELKEN DAG.
KINDER KLEEDING.
9. De weegschaal.
Wij vragen U ons één nieuwen
abonné te willen aanbrengen.
Meer dan eenige andere natie viert het Fran-
sche volk naar het uiterlijk zijn dooden.
Nergens ter wereld, uitgezonderd in Italië,
het land der doorschijnende carara's en andere
marmersoorten vindt men zulke imposante gra
ven en mausoleums zulk een cultus van bloe
men in natura, majolica en glas.
Nergens ter wereld spreken de bronzen monu
menten zóó van den eeredienst der graven.
Kom dezer dagen eens in de buurt van Père
Lachaise, het Parijsche kerkhof welk een fees
telijke weelde van chrysanten, asters, immor
tellen en die simpele toch zoo welsprekende
violen.
Het tuiltje van 1 of 2 sous, dat het arm
moedertje brengt op het graf van haar man,
haar zoon, die eens vielen voor God en vader
land; ieder z'n tuil, z'n kaarsje. Duizenden
vlammetjes fonkelen op de graven, 't mystieke
zinnebeeld der levende zielen.
Ook hier in ons land de bloemen, de weenen-
de gestalten, de kleine "kinderen wreed in hun
naïeve vragen naar vader, moedere zusjes of
broertjes.
Een kerkhof in deze dagen is als 'n open
boek, het boek van leed en smart, vaak van
berouw, maar ook van berusting.
Voelt ge u dor, droog van binnen, is uw
hart onder zorgen of 't cynisme der wereld
verstard en verkild, voelt ge U zoo leeg en
kwelt u de schoone schijn, het masker der
wereld, de onbetrouwbaarheid der menschen,
een diep ontroostbaar leed, ga dan naar den
hof der dooden, zoek uw geliefden, denk U in,
hoe zij waren, wat zij U geraden, hoe zij U
geholpen zouden hebben, en ge voelt U ver
teederen. De ijskorst smelt, ge wordt week en
als zachte balsem leggen vrede en rust zich op
uw gewonde ziel. De stilte, de rust van dien
hof is niet beangstigend, noch huiveringwek
kend.
Speelt de zon niet even glanzend over het
mos der graven daarginds in de parken tus-
schen het oud geboomte? Kaatsen de laatste
geraniums niet even hel deh feilen gloed van
den serenen najaarsocbfend, als in uw tuin?
Zingen de kleine vogeltjes hier niet even zoet
in de bescherming der oude sypressen en treur
wilgen, als daar waar dichte bosschen ,hen
huisvesten, als zij vluchten voor het rumoer
der steden?
..Wilt niet vreezen, zij die hier rusten, doen
U niets, slechts de levenden, zij zijn te vreezen,
zij, die 't vaak op uw geluk, uw voorspoed,
uw leven gemunt hebben.
Aarzel niet de rustplaats der overledenen te
bezoeken, de bloemen, die gij brengt, de hulde
aan hen, die gingen, zijn een voldoening voor
uw hart, het bewijs, dat gij niet vergeet, en
naast uw gebed ook uiterlijk, hun nagedach
tenis wilt eeren.
November, de maand der dooden. Vergeet
hen niet
HELLENEN.
Er was eens een landdag van de R. K.
Vrouwenbonden in 's Hertogenbosch, 't Is al
zoo lang geleden, dat ik den datum niet meer
weet. Ik herinner me alleen nog, dat deze
viel in het voorjaar 1931. In elk geval waren
alle afdeelingen van Nederland vertegenwoor
digd, dus, iedereen kan er van gehoord heb
ben!
Op deze bijeenkomst werd voor den eersten
keer de aandacht gevestigd op groepsvorming.
Waarom groepsvorming? Let U vooral goed
op: geen standengroepeering, maar groepsvor
ming!
Laten we dan eerst! nog eens nagaan, wat
het doel van den Vrouwenbond is.
Het doel van den Vrouwenbond is zijn leden
te brengen tot steeds beter vervullen van haar
taak in het gezin en maatschappij. Meer nog,
haar brengen tot het beoefenen van het leeken-
apostolaat. Aan het beoefenen van het leeken-
apostolaat dient een vorming vooraf te gaan.
Voordat dus aan de actie naar buiten wordt
gewerkt, moet de Vrouwenbond vorming
geven. Hiertoe moet de Vrouwenbond zich
aanpassen aan de sfeer, waar iedere vrouw
in denkt en leeft. Niet de stand maakt het
verschil, maar de levenswijze, de ontwikkeling,
de belangstelling vormen de persoonlijkheid
van de vrouw.
Zoo zijn er dus verschillende groepen in een
afdeeling te vormen. Men begint met eenige
verschillende soorten van programma's op te
maken. Een reeks van praatavonden voor moe
ders zal de eenvoudige huisvrouwen trekken.
>Be meer ontwikkelden zullen veel voelen
voor -een zwaar studieprogram. Een cursus
in handwerken kan een groep bijeenbrengen,
die veel voor haak- naai- en breiactie voelt
enz. enz. Een ieder kan zelf uit maken tot
welke groep zij behoort, zij kan zelf kiezen!!
U ziet de groepen zijn niet sterk omlijnd, zoo
dat dan ook veel voorkomt dat dezelfde persoon
bij verschillende groepen aangesloten is. Elke
groep kiest haar eigen leidster. Deze groeps
leidsters, die parochieassistenten (voor groo-
tere plaatsen) kunnen hebben, vormen met
elkaar een kernclul), het eigenlijk verband van
den vrouwenbond. Op de bijeenkomsten, die
geregeld plaats hebben, onder leiding van een
hoofdgroepsleidster, worden de belangen van
alle groepen behandeld.
Deze kernclub en eenige zeer goed verzorgde
ledenvergaderingen zullen dus het onderling
contact vormen tusschen de groepen.
Deze opzet van groepsvorming, leidsters,
kernclub, loopt parallel met de organisatie in
de jeugdbeweging. Immers de Vrouwenbond
moet de meisjes uit de Graal en de K. J. V.
in zijn midden opvangen. Dit kan alleen als
de Vrouwenbond zich aanpast aan de jeugd
beweging. De Vrouwenbond mag dan ook wel
terdege op de hoogte zijn van het doen en laten
in de jeugdbeweging. Op de diocesane vergade
ring in Zwolle werd dan ook voorgesteld om
een commissie samen te stellen, die zich toe
legt op de bestudeering van de hedendaagsche
stroomingen in de meisjes- en vrouwenbewe
ging.
Deze commissie wil vooral geen invloed uit
oefenen of zich bemoeien met de jeugdorgani
satie, maar hoopt te bereiken een wederzijdsche
appreciatie tusschen de meisjes- en vrouwen
organisaties.
Een en ander is terug te vinden in de IC V.
van 20 Aug. 1932, waarin volledig de lezing
van mej. M. Fischer, oblate van Schootenhof,
gepubliceerd is.
Utrecht.
E. SCHWEIGMAN
SPAAPEN.
De aardige robes van wollen stof, die op het
oogenblik zoo in trek zijn, vragen een aparte
garneering. Ze zijn over het algemeen heel
eenvoudig van model, het
ligt dus voor de hand, dat
de garneering het ook
moet zijn. Van den ande
ren kant kiest men voor
die robes in dit seizoen
gewoonlijk een gedekte
tint, zoodat het noodig is
ze een beetje op te vroo-
lijken. f
Alle metalen détails,
die sedert eenigen tijd
door de mode naar voren
zijn gebracht en een on
verwacht succes gehad
hebben, leenen zich bij
uitstek voor de garnee
ring van zulke een petite-
robe, zonder dat zij aan
het sobere model iets te
kort doen.
Naast metalen k'noo-
Pen, die op 't oogenblik
ook in vierkante model
len, a-jour-bewerkt, en in
afnemende grootte ge
bracht worden, komen
ceintuurs van leer, daim,
of stof in aanmerking,
die geheel met metaal be
werkt zijn, agraven en
crochets van metaal, die
nu eens de gekruiste lijn
van een robe-manteau aflijnen, of het einde
van een découpé aangeven.
Voor avondrobes maakt men ook gebruik
van sommige bijoux als directe garneering van
de robe, zoo bijv. een groot collier als versie
ring van een corsage.
Een aardige nouveauté is ook het gebruik
van koperen knoopen op creaties in gedekte
warme kleuren, speciaal koperachtige tinten.
Een enkel woord nog over het aardige mo
del hiernaast weergegeven. Men kan deze petite
robe laten uitvoeren van soepele wol of van
marocain-de-laine in gedekte tint. Ze is gegar-
neert met drie metalen knoopen, è-jour be
werkt. Op het corsage brengt een kleine fictie
van wit crêpe'iets levendigs tegen den hals; een
bedrukte stof kan overigens hetzelfde aardige
effect geven.
Verschillende inzendsters verzoeken
ons zelfs de initialen weg te laten, wij
zullen dan in den vervolge, dit voor
algemeenen stelregel houden. Ieder zal
dan toch het verwachte antwoord vin
den, waar wij de plaats der inwinning
vermelden.
De lezeres uit Tilburg in wier zijden over
gordijnen een verfvlek is gekomen, doet het
beste dit gordijn af te nemen en het nog eens
te probeeren met een gelijke hoeveelheid sal
miak en terpentijn vermengd en eenige drup
pels azijnether.
Voorzichtig met een watje rond de kringen
wrijven, zachtjes aan tot 't droog is.
Durft U dit niet aan, dan in een goede in
richting laten ontvlekken, daarvoor behoeft 't
geheele gordijn allicht niet gestoomd te wor
den.
Een abonné te Hillegersberg heeft in 'n wol
len tafelkleed perubalsem gekregen. Wij weten
dat dit de ellendigste vlek is die er bestaat.
Wij zouden U aanraden het geheele kleed in
een lauw lux of floxsopje te zetten.
U weel^ dat ook een aftreksel van houtzeep
wonderen kan doen, 6 h 8 uur voor het was-
schen moet U kokend water op de houtzeep
gieten, daarna af laten loopen door een ze^f
en er nog lauw water bij voegen.
Laat het kleed er 'n dag instaan, zoo het
van zeer goede kleurechte kwaliteit is. Moge
lijk helpt 't; radicaal is natuurlijk de stoom-
inrichting.
Uit Rijswijk bereikt ons de klacht over een
olievlek in vilt vloerbedekking, men heeft
reeds tetra gewreven en een lauw ijzer op grauw
papier gebrobeerd! Te veel opeens, probeert U
het nog eens als volgt.
Neem wat water, azijn en pijpaarde, kookt
't in een oud pannetje even door en smeer dit
papje niet te heet op de vlek.
Op laten drogen en onderwijl met een vel
papier of een lap bedekken,"na 24 uur kan
men de plek afborstelen, waarschijnlijk is de
vlek verdwenen, zoo niet, dan laten stoomen.
Uit Rotterdam bereikt ons een klacht over
een hard geworden gummimantel.
Soms helpt 't wel eens, den mantel op 1%
meter afstand ongeveer van de haard of ver
warming neer te leggen of b.v. in een apart
vertrekje onder de bestraling van een elec-
trisch kacheltje doch zeker op 150 c.m. af
stand.
Stil laten leggen tot de jas geheel soepel
is.
Dit is de eenigste proefondervindelijk bewe
zen goede methode.
HUISMOEDER
Zondag.
In dezelfde mate als ge wilt ontvangen moet
ge geven wilt gij een geheele ziel geef
dan een geheele ziel.
Maandag.
Het leven kan zoo stralend zijn als een
■diamant maar broos als een vensterruit.
Dinsdag.
Alle menschenwerk van waarde is 'de vrucht
van een geestdrift.
Woensdag.
Het hoogste ongeluk evenals het diepst
geluk kan het aanschijn der wereld ver
anderen.
Donderdag.
De verdienste van anderen niet te kunnen
bewonderen is een patent teeken van min
derwaardigheid.
Vrijdag.
Alle werkelijkheid kan liegen en toch
blijft het ideaal bestaanbaar.
Zaterdag.
Let wel toeval is niets anders dan het
ruwe materiaal onder de hand van den kun
stenaar de Voorzienigheid schenkt ons het
toeval wij moeten het omvormen tot een
doel.
..Voor eenige snoezige kinder
jurkjes voor 'n partijtje of
feestje tehuis geven we hierbij
een paar modellen. Allereerst
een combinatie van zwart ve
lours en bleekrose crêpe-de-
chine voor de jongste. Het
sombere velours van het lijfje
vormt met de zachte kleur
van de crêpe de chine een le
vendig. contrast, hetwelk
wordt verhoogd door de pélé
rine-idee, welke er in is ver
werkt. Het rokje is zeer een
voudig en heeft als garnee
ring slechts twee breede, diep
liggende plooien en een cein
tuur met stalen sluiting
Het tweede kind (staande)
draagt een eenvoudig maar
charmant kleedje van toma-
tenroode wollen crêpe. Het is
versierd met fijn geplisseerde
paneelen en met witte knoo
pen, eene ervan sluit het lich
te draperie-effect af. dat ont
staan is door de eigenaardige
uitvoering van de kraag.
Hummer drie, die op den
grond zittend zich vermaakt,
heeft een jurkje van amandel
groene crtpe-de-chine, waar
van het rokje is geplisseerd.
Het kleine eveneens geplis
seerde borststuk wordt ge
kruist door twee strooken, die
de uiteinden zijn van een em
placement, dat als de voorzetting van de korte,
bloesende mouwen is te beschouwen
De mantels (rechts) moeten comfortabel en
licht zijn, want zij mogen de drukke kinderen
in haar bewegingen niet belemmeren.
Voor de jongsten houdt men vast aan het
kleine manteltje, hoog van hals met een 'n
weinig opstaanden kraag en slechts 'n „snuif je"
bont ter verhooging van de aantrekkelijkheid.
Dons, peluche, laken of wollen velours, licht
van tint, zijn het meest geschikt; eenige op-
naaiseltjes en wat hermelijn of petit-gris maken
de garneering uit.
Naar de mate het kind groeit, kieze men een
coupe, die met het figuurtje overeenstemt.
Pélérine effecten, kraagjes, die in de vrou
welijke mode een rol spelen, zijn ook op de
kinderkleeding toe te passen. Bont wordt niet
versmaad.
De als 'n das geknoopte smalle kragen, be
schermen den hals; ze %Vn van een gracieuse
en lichte allure.
Als hoofdbedekking past bij de eenvoudige
overkleeding een bescheiden wollen fantasie
tje. 'n Hoedje, 'n mutsje of 'n baret. Maar Ml
elegante manteltjes gebruike men 'n hoedje van
effen stof, in sommige gevallen zelfs velours.
Wat het bont betreft speciaal noemen we
bever, tijger, hermelijn en petit-gris, en voor
het meer gewone genre kleeding stukken, astra
kan, grijs lamsvel of veulen.
Als men wil, kan men ook het hoedje met
een iceinigje van dit bont versieren. R.
Ik geloof, dat er maar weinig dingen zoo
fascineerend op de menschen werken, als wij,
weegschalen- Niet alleen babytjes worden weke
lijks gewogen, en angstige moeders lezen met
kloppend hart de grammetjes af, die hun schat-
jes zijn aangekomen, of, o schrik, afgevallen!
Ook ouderen, alle leeftijden, rangen, geslachten,
stammen en talen, hebben een onbegrijpelijke
voorliefde voor de weegschaal.
In Amsterdam staat er ergens een collega
van me, die het gewicht in kilo's afroept!
Een diepe bas zegt dan hijvoorbeeld Een en
zestig Kilo. Deze weegschaal mag zich echter
niet in de algemeene gunst verheugen, omdat
de meeste menschen er niets voor voelen hun
pondenrijkdom zoo luid aan den volke te hoo-
ren verkonden!
Dan beter een andere collega, die in een
van onze magazijnen veel opgang maakt, (in
de letterlijke en figuurlijke beteekenis des
woords!een weegschaal, die je gewicht aan
geeft, je lengte, je hartslag, en tevens laat
zien, hoeveel je eigelijk zou moeten wegen,
als je zóó oud bent, en zóó lang!
De mooiste tafereelen doen zich hierbij voor.
Mijn collega vertelde me eenige staaltjes. Ik
zal hem zelf aan het woord laten:
„Een heele kring van menschen verdringt
zich rondom mij. Het eerst springt een vrou
welijk wezen op me, zoo'n juffrouw van „cer
tain age". Vroolijk offert ze haar dubbeltje. Vol
spanning kijkt ze naar den wijzer, die draaien
gaat. Ze wordt gemeten. Ze wordt hekeken. En
dan klinkt de stem van den man, die het
toestel bedient: Uw leeftijd, juffrouw!
Dat de juffrouw bloost valt niet op in den
donkeren hoek.
Vijf en twintig, zegt ze.
Liegen is altijd zonde, hoont een stem
achter haar.
Geen hatelijkheden, decreteert het weeg
opperhoofd.
U is 25, zegt hij met een lachje, U bent
157 c.M. lang, U weegt dus 8 kilogram te wei
nig. En Uw hart klopt veel te snel!
Nou ik, brult een dikke matrone, 'k Staan
al minstens een uur te wachtel"
Uw, hart, begint de opperweger.
Ja, dat weet ik al tien jaar, me hart....
Pardon, juffrouw, kalm aan. Uw hart is
vrij normaal.
Asjemenou! 'k Heb een hartkwaal!
Uw leeftijd?
59.
U weegt 85 Kilo. Dat is in verhouding tot
Uw lengte veel te veel! Maar eens wat minder
snoepen, dame!
Man, cheg niet soon nonchens, 'lt chnoep
nooit! Hoe lang bin 'k eigelijk? Wacht effe,
dan doen 'k me schoene uit
Niet noodig, niet noodig. Voor Uw hakken
trek ik 3 c.M. af. Uw lengte is dus 160 c.M.
En wat woog 'k ook weer
82 Kilo, schoon aan den haak.
Waseggiemenou? Hoe weet je dat, fint?
Voor Uw kleeren trek ik drie kilo's af.
Wat een nonchens, bromt de dame weer,
terwijl zus Saar haar helpt afstappen. Die
fint raait er maar naar, hij weet er niks fên!
Had ik me dubbeltje beter kenne vertremme,
sijne we werachtig heelemaal komme loope
om een trém uit te spare.fuile afchette-
rij
Amsterdamsche dame en zus Saar af.
Een fatje treedt op.
Gewicht zonder kleeren 75 Kilo. Lengte
1 M. 80. Hart normaal.
Fatje treedt weer af. Een lachje trekt zijn
donzige bovenlip een tikje naar boven. Goddank
niet zwaarder geworden!
Mijnheer! Mijnheer! roept een jochie, je
weegt nog twee kilo's minder! Ze hebben ver
geten het gewicht van je snor af te trekken!
O, het bleue blozen van het fatje!
En de omstanders lachen.... lachen.
DE LAATSTE KEIZERIN VAN
RUSLAND.
ii
De begrijpelijke liefde tot haar eenigen zoon
^n de groeiende zorg om zijn lot en lijden dreef
de ongelukkige Keizerlijke moeder steeds meer
naar den in haar oogen heiligen en machtigen
wonderdoener.
Waar de medische wetenschap hulpeloos
stond, verwachtte zij alle redding van haar
geloof en blind vertrouwen in Raspoetin. En
zij zag niet, wilde niet zien, dat de stijgende
macht en invloed van den Siberischen moeijik
het keizerlijk Hof niet weinig begon te corn-
promitteeren.
De geslepen man voelde zelf, dat hij wijs
zou doen om een poos te verdwijnen, en in 1911
vertrok hij zoogenaamd ter bedevaart naar Je
rusalem. Onttrok hij zelf alzoo zijn persoon
voor een tijd aan den steeds omvangrijker wor
denden kring zijner tegenstanders, tegelijk
verhoogde hij daardoor zijn gezag in de oogen
van zijn vereerders en vereersters, met wie hij
onderwijl toch in innig contact bleef.
Maar Alexandra Feodorowna zelf leed ten
zeerste onder zijn afwezigheid. Zij toch zag in
hem niet alleen den redder van haar dierbaar
kiüd, maar ook den door God gezonden man,
die in de komende moeilijke uren de redder
zou kunnen worden van het Russische Rijk.
Verzekerd van zijn macht en invloed op de
keizerin keerde Raspoetin na negen maanden
afwezigheid naar Petersburg terug. En over
moediger dan ooit begon hij op te treden. Ieder,
die tegen hem positie dorst te kiezen, viel
openlijk bij het Hof in ongenade. De czarina
noch de czaar waren in hun blind vertrouwen
voor goeden en eerlijken raad ontvankelijk.
Toen men hem ernstig adviseerde den ge
vaarlijken monnik naar zijn geboortedorp te
rug te zenden, dreigde de man het keizerlijk
paar met de profetische woorden „Als gij mij
verlaat, zult gij uw zoon verliezen, en binnen
zes maanden ook uw kroon".
Kort daarop kwam de czarewitch op een
keer te vallen, en zijn verraderlijke kwaal
openbaarde zich weer in een ernstig bloedge
zwel. Van uur tot uur steeg de koorts, en de
ongelukkige ouders waren wanhopend. De ge-
neesheeren wisten geen beterschap te brengen.
Toen ontving de keizerin op een morgen een
telegram van Raspoetin met de suggereerende
woorden „God heeft uw tranen gezien, en mijn
gebed verhoord. Wees niet bedroefd. Uw zoon
zal leven"
Reeds den anderen dag begon de koorts af
te nemen, het gezwel te slinken, de czarewitch
was opnieuw gered.
Het gevolg was natuurlijk een nieuw en on
verwoestbaar vertrouwen in de wondermacht
van Raspoetin. Van dat oogenblik af gevoelde
de intrigant zich veiliger dan ooit, en begon
zich nu meer en meer te laten gelden in den
gang der staatszaken en politiek. Van zijn
kant ziet hij zich met den dag meer en meer
omringd door een aanhang, die van zijn macht
en invloed hoopt te profiteeren. Zelfs de mi
nisters kijken den man naar de oogen. Maar
de naaste verwanten van Nicolaas en Alexan
dra beginnen zich meer en meer van hen te
vervreemden.
De monnik wordt met den dag meer de
schaduw van de keizerin, die hij met een even
edenkelijke als machtige camerilla begint te
omringen.
Dan barst in 1914 de wereldoorlog uit. Mau
rice Paleologue, die in die dagen Fransch ge
zant te Petersburg was, getuigt, hoe Aiexan-
dra Feodorowna oprecht en vurig voor het be-
houd van den vrede geijverd heeft en bij czaar
Nicoloas al het mogelijke heeft beproefd om
de dreigende wereldramp af te wenden. Maar,
toen eenmaal de oorlog was verklaard, heeft zij
den zwakken czaar dapper ter bijde gestaan.
Gedurende heel den oorlog, ook onder de zwaar
ste tegenslagen, en zelfs toen de openbare
meening in Rusland de hoop om nog te over
winnen al had opgegeven, heeft Alexandra
Feodorowna altijd het hoofd en hart moedig
en fier hoog gehouden.
De oorlog wordt voor Rusland een noodlot.
In Augustus 1915 lijkt voor Rusland de oor
log al beslist, niet weinig ook door de econo
mische crisis en door de innerlijke ontredde
ring van het groote rijk, de dreigende revolu
tie doet zich al aanvoelen, het czarisme is
reeds in doodsgevaar.
Alexandra Feodorowna tracht steeds den
weifelenden, stuurloozen, zwakken Nicolaas te
bemoedigen. Deze vrouw, getuigt Maurice Pa
leologue, bezat de energie, deze essentieele
voorwaarde voor een autocratische macht, die
bij czaar Nicolaas absoluut gemist werd. Zij
geloofde onvoorwaardelijk in de onaantastbare
autocratische macht van het czarisme, als door
God gegeven, en 't was alweer Raspoetin, die
haar in deze opvatting sterkte en overtuigde.
De czaar mocht zich volgens Raspoetin niet
door zijn ministers laten leiden, hij moest zelf
handelen. Raspoetin durft het keizerlijk paar
dit ook zelf onder de oogen te brengen, terwijl
hij zijn woorden dramatisch de profetische
kracht weet hij te zetten; „Mijn leven is een
verschrikkelijke tamgeSe. Ik word als Chrl»-
tus vervolgd door de Pharizeeën. Mijn vijanden
hebben mijn ondergang gezworen. Dat Gods'
wil geschiede. Maar ik zeg u vooruit, als ik
sterf, zult gij ook uw zoon verliezen, en ook uw
kroon binnen zes maanden tijds"
En in hun overspannen angst en bijna hys
terische verblinding twijfelde het keizerlijk
paar niet langer, of het lot van Rusland en
het leven van hun kind waren slechts nog in
de handen van Raspoetin.
De staretz vond weldra een welkome gelegen
heid om het Russische volk zijn volstrekte al
macht te toonen. Czaar Nicolaas had steeds
van het begin van den oorlog af het opperbevel
over de Russische legers op zich willen nemen.
Zijn ministers hadden 't hem steeds ontraden,
omdat zij zijn prestige en gezag eventueel niet
aan een militair fiasco wilden wagen. Daarop
was aan grootvorst Nicolas Nicolaiewitch het
oppercommando opgedragen.
En, ondanks alle tegenslagen genoot groot
vorst Nicolaas hij de troepen zoowel als hij het
Russische volk een groote populariteit.
Raspoetin nu stond hij grootvorst Nicolas
allesbehalve in de gj'atie. Op zekeren dag had
Raspoetin hem geschreven, dat hij gaarne eens
naar het hoofdkwartier zou komen, want de
H. Maagd had hem in een verschijning een
opdracht voor den opperbevelhebber gegeven.
Grootvorst Nicolas antwoordde dat hij den
staretz wachtte, maar dat deze zich gewaar
schuwd moest houden, want de H. Maagd was
ook aan Nicolas zeiven verschenen, en had
hem opgedragen den gemeenen monnik te doen
ophangen.
Raspoetin begon nu zijn spel, speculeerend
op zijn alvermogenden invloed op den keizer
en de keizerin. Hjj wees hen niet alleen op
de strategische fouten van den grootvorst, en
op zijn weinige militaire talenten, maar hij be
schuldigde den grootvorst ook de ziel te vi)n
van een samenzwering tegen den czaar.
Deze gemeene en laffe beschuldiging miste
zijn doel niet op czaar Nicolas die toch nl op
alle punten wantrouwend was geworden en
overal verraad speurde. Toch aarzelde de czaar
om in dezen moeilijksten en meest kritie en
tijd van den oorlog het oppercommando van
zijn legers te verwisselen. Maar Raspoetin ver
saagde niet, en wist 't nu over een boeg te
gooien, waarbij hij te voren wist, dat hij den
czaar in zijn zwak zou tasten. En hij begon
met te beweren, dat grootvorst Nicolaas nooit
succes zou hebben, omdat God niet met hem
was. Hoe zou God de daden kunnen zegenen
van iemand, die zelfs een man Gods als Ras
poetin niet eerbiedigde. Natuurlijk stond de
keizerin aan de zijde van Raspoetin, en zoo
moest de zwakke czaar ten slotte toegeven.
„Misschien moet er een boeteoffer vallen om
Rusland te redden. Laat ik dan dit offer zijn!"
sprak de czaar bewogen.
Czaar Nicolaas vertrok begin September 1915
als hoofd der troepen naar het front. De kei
zerin bleef met haar kinderen op Tsarkoie-
Selo achter.
Maar voortaan berustte heel de regeerings-
macht in handen van Alexandra Feodorowna,
die zelve geheel geleid en beheerscht werd door
die zelve geheel geleid en beheerscht werd
door Raspoetin. Zij luisterde voortaan ai-
leen naar hem, die de ongelukkig*3
begoochelde met zijn profetieën, dat "D
zelf binnenkort als slachtoffer vov vallen voor
het heil van den czaar, de czarina en haar
kinderen en het heilig Rusland. Maar Rusland
zelf valt meer en meer aan de algemeene ont
reddering toe, Raspoetin zet ministers en re-
geeringspersonen af en stelt anderen aan uit
den kring zijner avontuurlijke vrienden. En
czaar Nicolaas, geinspiree 001 Alexandra,
durft zich niet te verzetten.
De zwakke Nicolaas ®ie nle in, dat hij be
zig is langzaam aan zijn e gen doodvonnis te
teekenen. Maar Raspoe in gaat steeds door
zijn overmoedig sP®' .ef.njvei1' en schrijft nu
zelfs voor wat aan he lont m0et gebeuren en
hoe czaar Nicolaas a s opperbevelhebber heeft
te handelen.
Alexandra peocorouna wordt meer en meer
het slachtoffer en de speelbal van een troep
laaghartige avon liners, die haar in haar
klimmende gee^ esoverspanning voorspiege
len, dat ziJ e °or de Voorzienigheid geroe
pen vrouw is om RuSjan(j te redden.
Onderwijl slonken de Russische legers met
den d?g aan net geweldige front, dat zich uit
strekte van itiga tot den Donau
en binnen
slands neerschten gebrek en ellendee moede-
l00S h.'11 0Ilrust begonnen zich allerwegen te
open aren en baanden een gemakkelijken weg
ruiar 6 rev0lutie. De eerbied en het ontzag
vooi et czarisme werden meer en meer on-
ermijnd, en de haat begon zich aldoor meer
roncentreeren op de persoon van Alexandra
1 eoaorowna. Maar zij zelf wilde niet zien en
grijpenjuist de stijgende haat van haar
V|janden beteekende voor haar, dat zij geroepen
Was een groote rol te spelen voor de redding
\an Rusland. En toch ondanks deze gehallu
cineerde overtuiging begint zij zich zwak te
gaan voelen, want ook Raspoetin wordt som
ber en terneergeslagen.
Hij heeft het voorgevoel, dat zijn fatale rol
weldra zal zijn uitgespeeld. Hij dreigt de cza
rina mét zijn hernieuwde dreigende voorspel
lingen, dat als hij den dood ten offer valt, zij
eveneens haar zoon en haar kroon zal verlie
zen.
Raspoetin had goed gezien, in de laatste da
gen van het onzalige jaar 1916 werd Raspoe
tin onder de meest geheimzinnige omstandig
heden vermoord. En bij zijn gewelddadigen
dood begon mede de doodsklok te luiden over
het Russische czarisme.
Ook de dagen van het ongelukkige keizers-
paar waren nu geteld.
P. HYACINTH HERMANS.
Trui voor een jongen van 10 jaar.
Mevrouw H. te R. vraagt het patroon van een
trui voor haar jongen van 10 jaar; welke ik
hieronder laat volgen.
Zij heeft hiervoor alleraardigste wol geno
men, namelijk door elkaar gewerkt bruin, beige
en witte wol, en vraagt nu met welke wol zij
de rand, manchetten en kraag van deze trui
zou garneeren. Ik zou U aanraden één van de
kleuren, die in de wol verwerkt zijn te nemen,
en wel liefst bruin of beige, daar wit zoo be
smettelijk is en zeker voor een jongen.
De trui begint aan den onderkant en het eer
ste stuk wordt in de rondte gebreid. Men zet
van de bruine wol 212 steken op en breidt nu
voor den rand 24 toeren van afwisselend 2 ste
ken rechts, 2 steken averechts. Dan gaat men
verder rechts. In da
69e toer breidt men
voor borstzakje, de 21a
tot en met de 40e steek
op een hulpnaald; ea
zet daarvoor in da
plaat» in de 7dé titel?
20 steken er tusschen.
In de volgende toet"
wordt het werk vboir
de armsgaten in twee»
en gedoeld. Me®
breidt eerst den voorkant, hiervoor neemt men
de eerste 106 steken en breidt nu heen en weer
afwisselend 1 toer rechts, 1toer averechts. Bij da
le en 2e toer worden voor de armsgaten aan
het begin 9 steken afgekant- Bij de 3e, 6e, 9e
en 12e toeT breidt ®en en 3e steek samen
en de op twee na en °P één na laatste steek
samen, zoodat men tenslotte nog 80 steken
heeft daarna worden nog 14 toeren gebreid.
In de volgende toer deelt men bet werk in twee-
en voor hef split' ^en breidt nu op de eerste
40 steken 19 boeren; daarna begint de halsuit
snijding. i),J eerstvolgende 6 averechtsche
toeren worden daarvoor steeds de eerste 2 sta-
leen afgokant; bovendien laat men voor het
scheef loopen van de schouders In de 4e, 5e en
ge averechtsche toer de laatste 4 steken onge-
breid, na nog een rechtsche toer laat men alia
steken zóólang op de naald en breidt de rechter
helft van het voorpand juist tegenovergesteld.
Hierna maakt nien eerst het zakje door op de
20 steken, die op de hulpnaald staan, in de
bruine wol 7 toeren: 2 steken rechts, 2 steken
uverechts te breien, waarna afgekant wordt.
Vervolgens wordt het zakje met onzichtbare ste
ken op de trui vast gehecht.
Nu begint men den rug af te maken met de
resteerende 106 steken; de armsgaten breidt
men hierbij net zoo als het voorpand en daarna
worden nog 30 toeren gebreid tot de schouder
hoogte. Voor de schouders laat men aan het
eind van de volgende 6 toeren 4 steken onge-
breid. Daarna neemt men de 24 resteerende
steken (t midden van den rug) op 'n hulpnaaid
en breidt de steken van de schouders van het
voor- en achterpand samen, terwijl men tegelij-
kertijd afkant.
De kraag breidt men met de bruine kleur,
hiervoor neemt men 20 steken van het voor
pand op, voegt hierbij de 24 resteerende ste
ken van den rug, die men door in iedere 2e
steek 2 steken te breien vermeerdert tot 36 ste
ken en daarna neemt men nog 20 steken van
de andere helft van het voorpand erbij. Op deze
76 steken breidt men 2 steken rechts, 2 steken
averechts; en zet bij de 6 volgende toeren bü
het begin en het einde van de toer 1 steek erbij
op. Dit herhaalt men om de 3 toeren tot men
in het geheel 18 toeren heeft, waarna afgekant
wordt.
De mouw begint men aan den b°'ve !ant en
zet hier voor 16 steken op breidt eze afwisse
lend 1 toer rechts, 1 toer averee 1 s. Eerst 20
toeren, waarbij aan het eind van elke toer 3
steken verkregen; deze worden 1111 ju (je rondte
stegen verkregen; deze worden nu in de rondte
verder gebreid.
Men breidt 112 toeren rechts, Waarbij men elke
7e toer aan het begin en einde van die toer 1
steek mindert. Aan de 44 overblijvende steken
breidt men de manchet met de bruine wol, nar
melijk 16 toeren afwisselend 2 steken rechts,
2 steken averechts, daarna kant men af en
naait de mouwen in de trui.
Vervolgens naait men in het split een rits
sluiting en de trui is klaar.
TANTE TOET.
Onder de menschelijke ondernemingen,
dit durf ik zonder overdrijving zeggen,
is er geen, die hooger en edeler kan
genoemd worden, dan de oprichting
van een Universiteit.
Kardinaal Newman In zijn lezing over
„ChristM^Mi en wateng" *- 'nypaittk on4e»zoelC%