allerheiligen öruKKtn 1 DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN STADSNIEUWS OPRUIMING VAN AL ONZE ARTIKELEN HOOGSTRAAT 39-99 GEBR. BEAUSAR DE H. LIDUINA VAN SCHIEDAM. 55ste JAARGANG MAANDAG 31 OCTOBER 1932 No. 16477 MM 1 BUREAU KOEMARKT 4, SCHIEDAM TELEFOON INTERCOMM. No. 68085 HET STEDELIJK MUZIEKKORPS Feestconcert in den „Bond" ENKELE DAGEN NOG - SPOTPRIJZEN de rotterdamsche dijk ROTTERDAMSCH PHILHARMONISCH ORKEST. EEN BLIK OP HARE BETEEKENIS. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. I NOTEERING MOUTWIJN EN SPIRITUS p, ABONNEMENTSPRIJS van da NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT bedraagt, tranco bt) vooruitbetaling: Per drie maanden S.25; per maand L10, per week 25 cent. Bt) bezorging franco per post bedraagt de abonnementsprijs per drie maanden ƒ3.75, vooruitbetaling. LOSSE EXEMPLAREN zijn steeds aan ons bureau Koemarkt 4 verkrijgbaar ft 6 cent oer stuk. POSTCHEQUE- en GIRODIENST No. 81440. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt. Voor 1—6 regels 1.65 elke regel meer 25 ct. EU contract aanzienlijke reductie. Geen prijs verhooging voor den Zaterdagavond. Reclames tusschen den tekst dubbel adv.tariet. Liefdadigheidsadv. half tarief. Voor Liefdadig- heidsadv. worden geen contraeten afgesloten. Kabouter-advertenties: 6 regels 0.60; 10 regels ƒ1.—. 15 regels ƒ1.60, b!3 vooruit betaling. Porto voor opzending van brieven gelieve men bij te voegen. r O allen verzekering ƒ500.- bij overlijden door een ongeval; 500.- bij verlies van beide handen, voeten of oogen; ƒ250.- bij verlies van één hand, één voet of één oog; 150.- bij verlies van een duim; 75— bij verlies van ratis- ngev verlies van twee yo ledematen alle vingers van een hand; 25.- bij verlies van eiken anderen vinger. - De Verzekering loopt op de voorwaarden als eenmaal per maand in dit blad worden afgedru t. een wijsvingerJ J De Nieuwe Schiedamsche Courant zal morgen 1 November, den feestdag van Allerheiligen, verschijnen waartoe Zijne _w £XCCllentie de Bisschop van Haarlem dispensatie heeft verleend. P DE DIRECTIE Gelukwenschen en bloemen Ter gel es eenheid van zijn zilveren bestaans- fe«st heeft het Stedelijk Muziekkorps Zaterdag avond een feestcancert gegeven. Een gToot aantal belangstellenden was naar den R. K. Volksbond getogen. Op de eerste rij hadden o.a. plaatsgenomen de heer H. Stulemeijer burge meester van Schiedam en voorzitter 'van de Commissie voor bat Stedelijk Muziekkorps; de heeren B. A. J. Wittkampf en ir. C. Houtman, leden der commissie, en wethouder J. Dimke- lajr. Nadat het korps de jubileummarsch van Eurgdorffer geblazen had, werd er gelegenheid tot compllmemleeren gegeven. Het eerst be steeg de heer Stulemeijer het podium. Hij wenschite het jubileerende corps van harte ge luk. Bewondering koesterde hij voor de leden, daar zij een waardig feest organiseerden on- daznka die tijdsomstandigheden. ALs goede mu Bici zijt gij dus optimisten en menechen, ie van doorzetten wetein! Eigenlijk had le mijn plaats de heer v. Waas moeten st^n, die 25 jaar in de commissie zitting heeft, doch on gesteldheid verhinderde hem. Veel is te da,nken aan de tact en het beleid van den directeur, doch aan den beer v. Waas is het korps even eens veel verschuldigd. Hij wist conflicten te vermijden. Daarom hebben we sinds 1920 maar één conflict gehad. II hebt heel veel gedaan, zoo ging die burger vader voort, om muzikaal Schiedam op thooger peil te brengen. Vandaar die groote toeloop en algemeene waardeering, waarin het korps zich mag verheugen. Gij beoefent de kunst niet om de kumst, maar stelt haar dikwerf in dienst der liefdadigheid en wel in samenwerking met bot verdienstelijke tooneelgezelschap „Utile Dulci". Spr. hoopte, dalt het korps steeds die offervaar digheid moge blijven betioonen en zich in alle opzichten handhaven als een schoone parel aan do. kroon der sitad Schiedam. Nadat de burgemeester namens de commissie een bloemenmand had aangeboden, huldigde hij de vijf zilveren jubilarissen, namelijk de hee- ren Th. Bokhorst, P. Duk, J. Muis Sr., C. Krom menhoek en A. de Lange. Allen vijf werd een herinneringsmedailie op de borst gespe op deze penning staat een afbeelding van oancta Caecilia met de lier en aan de achterzijde et inschrift „Stedelijk Muziekkorps, Schiedam, 1907—1932". De heer H. H. van Vleuten, directeur van het korps, betuigde zijn dankbaarheid voor de blij ken van waardeering en den ondervonden steun, zoowel van de zijde der oommissie als van die van den Raad. Hij beloofde, dat be' korps steeds zijn uiterste best zal doen. Hierop bood die heer J. Krabbendam „namens een groot aantal ingezetenen" een tuescheo bloemen opgesteld beeld van Beethoven aan. Voort» werd een gelukwensch geuit en een bloemstuk geoffeerd door mir. Visser al» voor zitter van Utile Dulci. Deze memoreerde de voortdurende vruchtbare samenwerking tus schen zijn en de jubileerende vereeniging Da serenade, welke het korps het vorig jaar aan (j. D. bracht, was spr. nog niet vergeten Daarna voerde de voorzitter der vereen Ieins van leden van het Stedelijk Mutóekkoros w woord- Hij zei o.a dat de verhouding tZm,™ den directeur en de leden opperbest ls vereerde den leider met een ets van hèt huis. Ook de jubilarissen kregen een 'Btff geschenke, op den oudsten na, die een kto sigaren ontving. Een gelukwensch van de dochter van vorigen directeur, den heer C. K. L. Bmt" dorffer, werd door haar echtgenoot, den h Kreulen, overgebracht Een bloemstuk ze-Me de felicitatie. Daarna boden bloemen en gelukwensollen aan: de toeeren Staatmams namens O.B.K., a. v Seben namens het Gemengd Koor, a. Vrau. deunt voor de muziek vereeniging Gusto, y Pelt als vertegenwoordiger van „Harpe Davids- en een tweetal bestuursleden van het muziek- gezelschap Juliana" te Hillegersberg. De heer van Vleuten sprak hierop een saitnien. vattend dankwoord. Erkentelijk was hij ook jegieiBS de leden zelf. Gedurende 18 jaar mocht hij dlit. corps els directeur leiden, na eenige jaren onderdirecteur geweest te zijn. Spr. jaa nog een telegram voor van den heer Honnerla.ge Grete te Breda, oud-burgemeester en oud-voor- zibter der commissie. Daaina ging toet. corus voort met de afwer. king van het programma. Dit vermeldde nog: Ouverture Hans Sachs van A. Lontzing: Ge- echlctoten aus dem Wiener Wald van Johan Strauss; Harmonie van C. K. L. Buigdoiffer; Concertino van F. L. Hermann (dit werd door de clarinettisten P. Russeler en J. Senten uit gevoerd) on een Feestmarech van H. H. van Vleuten. De verschillende nummers werden, zooals te verwachten viel, met veel succes ver tolkt. Na d® pauze maakte de muze Euterpe voor hare zuster Thalia plaats: de toonkunst werd door de vroolijke tooneelkunst vervangen. Uti e Dulci kwam met de één-acters „De Hoteldief vara Jan van Lumey en „Pak Idylle" van Chari- varius". Het strijkje van den heer P- Maas Geestieranus werkte mee. ORGELBESPELING Op Donderdag 3 November a.s. des avonds te 8 uur geeft de orgelist der Julianakerk de heer W. A. Houtman een orgelbespeling in d:it ge bouw, aan de Burg. KnapperUaam (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). DE ARME GORZEN Van verschillende Schiedammers heb ik mo- Ren hoorpn Hat hét artikeltje, door mij ge- schreven, bij het aanvaarden van mijn pasto raat in de H Hartkerk, bijzonder op prijs is gesteld: „nu w'ist men tenminste wie die nieuwe pastoor in de Gorzen was Dat complimentje heb ik heel tevreden, in myn zak gestoken Of 1K' neel mijn zak gestoken heb? B.v versnc0h1llmder kleine of grootere bijdragen voor m^in arme kerk die daarna zijn ingekomen? Ja, te»u het wel- Willen verzwijgen, maar de ver- zou net wei he(. hart; Ik wild da. het wafr was". Weet u wat ik voor mijn kerk Z°Ikebégrüp het heel goed, daar is geen onwil in het spel, de tijden zijn nu. eenmaal slecht, dè zaken loopen slecht en bij velen kan er van geven, ook zelfs voor een arme kerk. geen sprake meer zijn. Toch geloof ik vast, dat er anderen zullen zijn, die bij het lezen van deze regels zullen zeggen: „Och, dat is waar ook, ik was van plan dien Pastoor wat voor zijn kerk te sturen, maar 't is mij geheel en al door 't hoofd gegaan". Of ik dat erg vind? Weineen, volstrekt niet, nicicir ik zou zeggen, om het weer niet te ver- geten, doe het dan spoedig, doe het nu. Mijn adres is bekend: Lekstraat 55, gironummer 144299. Misschien mag ik de jeugd van Schiedam wel vragen, mij eens te helpen. Vader heeft het natuurlijk druk met allerlei zaken, maar her inner n hem nu nog eens aan die arme kerk van pastoor Vis en wat nog edeler is zon der van uw eigen zakcenten iets af voor de, lasten van het arme Godshuis in de Gorzen te helpen verlichten. Doen jullie het? God zal er U voor zegenen. Intusschen ik moeteerlijk blijven het zou kunnen zijn, dat iemand iets extra aan een mijner zelatrices gegeven heeft; daar ben ik dan erg dankbaar voor. Nog iets anders. Er wordt zooveel gesproken en zelfs geschreven over de schilderingen in de Gorzenkerk. Heeft u dat artikeltje gelezen in de N. Sch. Courant met de zeer waardeerende aanhalingen uit het Rotterd. Nieuwsblad? Inte ressant, niet? Laat ik echter een scheef oordeel even recht zetten. Men zou kunnen denken: Waarom zich de weelde van schildering geper mitteerd, als er nog zooveel financieele lasten op de kerk drukken. Welnu, die schildering is een cadeau geweest van den vorigen pastoor bil gelegenheid van zijn 25-jarig priesterfeest. Maar luist, omdat ik vermoed, dat nu bij zeer vele menschen belangstelling is gewekt voor die schildering, waarvan zij misschien wel iets ge hoord, maar nog nooit iets gezien hebben, mag ik l wel in herinnering brengen, dat op den aag te allen tijde de kerk geopend is, zoodat u dus gelegenheid geboden wordt om van die schildering kennis te nemen. U is van harte welkom. En vergeet vooral niet het eerste gedeelte van dit artikeltje. TH. A. VIS, Pastoor. DE LICHTSTOET DER GR AALMEISJES Voordat de lichitshoeit hedenavond door de stad zal trekken, wonen de Graalmielsjes te half 8 een Lof bij in <)e Frankelandsche kerk. De weleerw. heer A. Raaffels zal dian een predi katie houden. Het eindpunt is de Havenkerk. waar de leden ongeveer te half 10 zullen bijeenkomen om ge zamenlijk eenige stukken uit het Pinksterspel en het Kruiskoor te reciteeren. Met ingang van vanmorgen is het vorkeer, dat uit Rotterdam komt, over 't nieuwe straat gedeelte van den Rotterdamschedijk ter Noor den van de trambaan geleid, zoodat de passage van het Roods Hek tot het Ko-emarktplein voor dit verkeer belangrijk gemakkelijker is gewor den. DE BAZAR VAN O. B. K- Zaterdagmiddag om vijf uur heeft de voor zitter van het Harmoniegezelschap „Oefening baart Kunst" in gebouw Musis Saorum den bazar geopend, welke daar tot en met van avond gehouden wordt ter stij ving van het 1 ns trujiu enten fonds. De iheer Straatman/s heette de vele genoo- digden hartelijk welkom, dankte de medewer. benden voor het tot stand brengen van den 'ba-zar, in het bijzonder magazijn Rosa voor '8 bioeme-nversiering en magazijn het Licht- Punt voor de verlichting, terwijl ook den heer ^lendijk dank werd gebracht, daar hij zorg- voor een SpWia]6 verrassing. ef. bezoek was reeds den eersten avond ij zonder groot. De muziek van een Ibamd, samengesteld d-cor leden van O. B. K., ver- i°°.go nog prettige stemming. BURGERLIJKE STAND Aangiften van 28—29 October. urG^fHREN: ^°bannes Wilhelm, zoon van J. W. Muller en J. t. van Vliet, Fabristraat 37. Johannes Matthijs, zoon van M. Stam en J. C. Jochems, Snelliussingel 30. Een als le- venloos aangegeven kind van R. Scheper en C. van Dommele, Mariastraat 123. BELEEDIGING VAN POLITIE COMMISSARIS C. F. te Schiedam, die op een communistische vergadering te Eindhoven den commissaris van politie H. Sirks te Rotterdam beleedigd had, werd door de Bossche rechtbank overeenkomstig den elsch veroordeeld tot 1 maand gevangenis straf. SCHEEPVAART SCHIEDAM, 29 Oct. Vertrokken: Eng. Ss. Penverme, met graan naar Rotterdam; Deensch m.b. Trianon, met stukgoed naar Tsingtao via Hamburg; Braziiliaansch s.s. Almirante Alexan drine, met stukgoed naar Hamburg; Fransch s.s. Yang Tse, met stukgoed naar Haiphong vj3 Londen. SCHIEDAM, 30 Oct. Aangekomen: Finsch s.s. Hollaing, van Calais om kolen te bunkeren; Eng. s.s. City of Khartoum, met stukgoed an Pernis in de Wilhelminahaven. SCHIEDAM, 31 Oct. Aangekomen: Eng. s,s_ Lahore met stukgoed van Calcutta via Ant werpen in de Wilhelminahaven. Coba Reineke speelt Debussy en Saint Saens. De programmasamenstelling was ditmaal wel zoo „model", dat er weinig of niets 0p aan te merken valt; Roussel, Debussy, Saint- Saens en Ravel ïijn figuren, die werkelijk wei in combinatie kunnen gebracht worden, daar ieder voor zich den „esprit gaulois" op zoo'n bijzonder interessante wijze heeft weten aan te voelen en weer aan anderen kenbaar doen worden. Voorts bracht dit 2e concert van het seizoen al weer twee le uitvoeringen voor Rotterdam, n.l. Roussel's eendeelig symphonietje „Pour une fête de Printemps" en Debussy's „fanta sie" voor piano en orkest. De programsarnen- steller maakte zich niet aan zelfoverschatting schuldig, waar hij schreef, dat het R.Pb.O. een factor van beteekenis wil zijn in het Rotterdamsche muziekleven. Wij willen wel positief verklaren, dat dit door Flipse steeds hooger opgevoerde ensemble thans reeds een factor van beteekenis is in 't Maasstadleven. Alles is nog niet volmaakt, alles is zelfs ook nog niet goed, (wat de techniek betreft) maar er zijn in dit orkest eigenschappen aan te wijzen waarmee bij ernstige studie en knappe leiding prestaties kunnen geleverd worden, waarop menig apparaat jaloersch zou kunnen zijn. De uitvoering bijv. van Roussel's onbekende werk getuigde van veel gevoel voor ■melodieuze fijnheid, harmonischen durf. pak kende rhythmen en actieve tempi Menige passage was doorzichtig teer en het geheel stond ontegenzeggelijk op voornaam peil. Debussy's fantasie kwam er minder geluk kig af: nogal eens wat rommelig en hard soms, zeker ten opzichte van de solo-pianiste. Coba Reineke, die slechts weinig gelegenheid kreeg, om uit te komen. Haar toon ls niet groot, haar toucher wel goed, maar er zit blijkbaar niets meer onder, men hoort geen voldoende „fond". Bijzondere verdiensten hebben \rij in dit werk niet kunnen ontdek ken: t is nogal eens inspiratieloos, er komen gedeelten in, waarvan de „portée" niet duide lijk doordringt, maar het beste kwam 't werk tot zijn recht, als de piano geen taak had. De vlooien braken haar toon 'n enkele maal te spoedig af en eenige inzetten van het lichte „blaas" waren te hoorbaar. Beter kwam de pianiste tot haar recht in Salnt-Saens 4e concert voor piano en orkest, waarin haar klanken helderder werden en haar fraseering duidelijker. Het orkest was in dit werk blijkbaar ook op meer bekend ter rein: het geheel deed bewuster, meer gedurfd aan. Dan nog .„rhythmerhythme...- tot het een obcessie wordt".; d.w.z. Ravel's Bolero sloot den middag. Prachtwerk De bisschopsgraven te Roermond worden voor Allerzielen in orde gemaakt. Bij het naderend vijfde eeuwfeest van haar zaligen dood. Ij In de „Nederl. Katholieke stemmen" (firma Waanders Zwolle) publiceert de Z. E. P. J. L. Jansen C.ss.R. een belangrijk artikel over de -i. Liduina van Schiedam, wier vijfde eeuwfeest het volgend jaar April met luisterrij ke plechtigheid zal gevierd worden. Dit artikel zal aan alle Bisschoppen der kerk worden toegezonden, om al dus de devotie tot de H. Liduina over de geheele wereld te verspreiden en een actie te ontplooien om ue H. Li duina op haar eeuwfeest tot Patrones van alle lijdenden te doen uitroepen. Wij bevelen de lezing en overweging van dit artikel ten warmste aan. Het was voor Gods Kerk een droevige tijd, toen Liduina ter wereld kwam. Het heillooze Westersche Schisma, een van Gods vreese- lijkste strafgerichten over de zonden der Christenen richtte groot verwoestingen aan. De kerkelijke tucht, de kerkelijke geest leden ontzettend; de glans en de kracht van het pau- selijK gezag werd verduisterd en verzwakt; hoe diep het verval van den Clerus was, kan men lezen in de Dialogen der H. Catharina van Siëna. Zij was eene dier zielen, door Christus in dien vreeselijken tijd opgewekt, om slachtoffers te worden tot boete voor de zonden, tot eerherstel jegens God, tot redding van zoovelen, die dreigden ten gronde te gaan. In hetzelfde jaar waarin Catharina stierf, 1380, na haar leven in bijna voortdurend con tact met het pauselijk hof te hebben doorge bracht, kwam in het verre Nederland het kind ter wereld, dat de taak van Catharina van Siëna zou voortzetten, de taak van boete, eer herstel en zielenredding; zonder ooit hare ge boortestad te verlatenwerkend enkel door een mateloos lijden van acht-en-dertig jaren, door haar gebed en zelfopoffering, en door hare hulpvaardige goedheid jegens allen die in nood van ziel of lichaam waren; steeds aan haar ziekbed gekluisterd, in haar armelijke woning opgesloten; en toch eene vermaard heid genietend, waarvan men reeds in haar leven eenigszins zeggen kon: „in omnem ter- ram exivit sonus ejus''; eene vermaardheid die na haren dood in breede verhouding zoo is toegenomen, dat men thans zeggen kan: „in fines orbis terrae verba ejus", haar woor-( den, haar daden, haar voorbeeld, hare hulp, hare verheerlijking. Weldra zal het 500 jaren geleden zijn, dat deze martelares haar oogen sloot. Terwijl de woorden der pauselijke Ency: cliek: Miserentissimus Redemptor van 8 Mei 1928, waarin met zooveel nadruk op boete en eerherstel wordt aangedrongen, nog met volle kracht in onze ooren klinken; woorden, die nooit kunnen uitsterven, wijl de adem des hei ligen Geestes ze draagt, rijst bij dit vijf eeuwen omspannend Jubilé de groote figuur van Liduina in drievoudigen glans voor ons aller oogen; in den glans harer heiligheid, als het levende beeld van Jesus den Gekruiste, met Hem confixa cruci, gelijk het Jubilé-schrift haar teekent; in den glans der glorie, die God haar in haar apostolaat op aarde schonk en thans voltooit in perpetuas aeternitates; in den glans tevens van providentieele belicha ming der pauselijke encycliek; en dit laatste met des te meer kracht, naarmate in den loop dezer vijfhonderd jaren, tegen alle mensche- lijke berekening in, haar naam, in hetgeen zij voor Jesut en de zielen leed altijd meer en meer het merk draagt van Jesus' woord tot Maria Magdalena: „Amen dico vobis: „ubi- cumque praedicatum fuerit Evangelium istud in toto mundo, et quod fecit haec, narrabitur in memoriani ejus". (Marc. 14.9.) Daardoor is zij feitelijk geworden de Aposto- ta per eminentiam van hetgeen Z. H. de Paus in zijne Encycliek heeft verkondigd. En nu wij haar jubilé gaan vieren, zullen wij, Katholie ken, zorgen, nu de ontelbare verkeersmid delen eene mondiale verbreiding zoo gemakke lijk maken, dat met het machtige woord der Encycliek, ook het verheerlijkte beeld van de ze liefde- er lijdensapostel in de geheele hei lige Roomsch Katholieke Kerk op eminente wijze werkelijk zij reeds op aarde, wat Christus van eiken uitverkorene zegt: „Tune justi fulgebunt sicut sol in Regno Patris eorum" (Matth. 13, 43)ja, in Gods Rijk op aarde, in de heilige Roomsch-Katholieke Kerk, zal Liduina's beeld hoe langer zoo meer zijn Selijk de in glorie steeds rijzende zon, naar het triomfeerende woord der groote prophetes der oude tijden Debbora: „Qui autem diligunt Te, Quasi sol in ortu suo splendet, ita rutilent" Jud. 5, 31)maar eene zon, die niet haar eigen glans ten toon spreidt, doch waaruit het beeld van Jesus Crucifixus, het beeld van zijn boorboorde Hart, welks gapende wonde om boete, eerherstel en troostende liefde vraagt, ons tegenstraalt; het beeld van Jesus Crucifixus, naar het woord van Zacharias: ..aspicient ad me, quem confixerunt" (Zach. 12, 10), met wien Liduina acht-en-dertig jaren lang confixa cruci was; in zulk een mate, of liever in zulk een volheid als na de Moeder van Smarten maar zéér zelden aan een hei lige is gegeven; zoodat Benedictus XIV niet aarzelde met volle instemming het getuigenis na te schrijven, wat drie honderd jaar geleden Cornells a Lapide in zijn commentaar op Lu cas (c. 16) voor alle landen der heele wereld en voor alle toekomstige eeuwen over Liduina gaf„Voluit Deus Lazarum, Job, Tobiam, Li- duinam omnibus soeculis stauere aeprotis et afflictis in speculum et exemplar patientiae". (De Serv. Dei beat. lib. Ill c. 30, n. 7). Daar wordt dan Liduina's naam in één adem genoemd met die dier grootsche lijdens- gestalten der Oude en Nieuwe Openbaring; ge stalten, door den H. Geest als toonbeelden voor alle Christenen geijlct; voor allen die zich op de gelijkvormigheid met Jsus, en dien Ge kruist! moeten toeleggen; en wie moet dat niet? Toonbeelden, die ons het beeld van Je sus Crucifixus meer nabij brengen; in hunne meer gewoon-menschelijke vormen ons de na volging van dat beeld meer bereikbaar voor- stellen, alsof uit elk dier toonbeelden het woord van Paulus klinkt: „Imitatores mei estote"dan zult ge van zelf navolgers van den Gekruiste zijn: „sicut et ego Christi" (1 Coh 11, 1); en anders dan Crucifixus kende Paulus Christus niet. Zulk een toonbeeld, een dier eerbiedwaar digste, meest indrukwekkende, tot allen luide sprekende, was dan ook de nederige Maagd Liduina. En nu bij haar vijfde eeuwfeest de werking der pauselijke encycliek over de waarde van lijden en bidden tot eerherstel voor de ge kwetste eer van God, voor de verguizing zijner gekruiste liefde, voor de redding der zielen, waar Zijn Hart naar smacht, nog in volle kracht is, komt de viering van haar liefde-, lijdens- en gebedsleven die werking van des Pausen woord versterken en bestendigen. In haar beeld, met zulk een rijkdom van trekken en lijnen geteekend, straalt ons de geheele leer der encycliek als met goddelijke letteren ge schreven, in de oogen en het hart; de prak tische toepassing dier leer zien we in de rijke schakeering van alles wat in acht-en-dertig ja ren de Schiedamsche maagd uit liefde voor den gekruiste, tot heil van haar medemenschen heeft doorstaan. „Sicut sol in ortu suo splendet ita rutilentIs die schittering van Li duina niet reeds in haar leven, verborgen in angulo terrae, begonnen? Is zij niet in grootsche verhoudingen toegenomen onmiddellijk na haar dood? Kwam men niet toen reeds uit België, Frankrijk, Duitschland, Engeland naar haar armelijke woning? Was haar naam en faam niet heinde en verre met groote eere bekend tot zelfs in de Kronieken van dien tijd, nog tijdens haar leven? Men leze de biographieën der Heilige, vooral de laatste door P. Meuffels C. M. (N. K. St. 1926, p. 378; 2929, p. 32)2) Zegt het overgroote aantal harer biographieën in allerlei talen, de vermelding en bespreking van haar lijden en werken in boeken en tijdschriften van allerlei soort niet overluid, hoe zeer in haar het woord, dat wij reeds aanhaalden; „in omnem terram, in fines orbis terrae" verwezen lijkt werd in de eeuwen, die na haren dood ver liepen en waarin, menschelijker wijze gespro ken, de herinnering aan het Schiedamsche meisje had te niet moeten gaan? Zorgde Gad niet dat mannen van grooten naam in werken, die voor de geheele Kerk waren bestemd, en ook over de geheele aarde verspreid, haar na gedachtenis vierden, maar ook zetelkens op nieuw voorstelden als toonbeeld voor al de ge slachten die elkaar van eeuw tot eeuw en tot nu zijn opgevolgd? Wij noemen hier enkel de namen der Bollandisten, die in hun Acta Sancto rum van April torn. II, uitgegeven in 1675, aan de bespreking van Liduina's leven, die toen nog enkel door den mond der geloovigen heilig genoemd werd, niet minder dan honderd-en-één bladzijden groot-in-folio aan de nagedachtenis en de vereering der nederige maagd hebben gewijdwij noemen hier ook wederom den naam van Cornelius a Lapide; meer nog dien van Paus Benedictus XIV en dien van den H. Alfon- sus M. de Liguori, die evenmin als Cornelius h Lapide, niet aarzelde haar in den geijkten zin, heilig te noemen, een titel, dien S. Alfonsus in zijn overal verspreide werken, tot tienmalen aan Liduina zeer nadrukkelijk toekent. Des te meer is dit opmerkelijk, als men in aanmerking neemt, dat in de 17e eeuw Zuid Italië zich nog zeer stark van het buitenland hield afgesloten; en terecht hechtte men, toen het proces van Li duina te Rome werd gevoerd, aan het getuigenis van den Kerkleeraar groot gewicht. Als een getuigenis van veel nieuweren datum en tevens van hoog gezag om dengene, die het getuigenis neerschreef, verdient hier bijzondere vermelding, wat dr. Franz Kaulen in een uit voerig artikel der tweede uitgave van het als klassiek erkende Kirchenlexikon v. Wetzer u. W^elte (Herder 1891 Bd. 7. S. 1974) schreef: „Liduina, die Heilige, ist in der Kirche des Reuen Testamentes ein ebenso classisches Bei- spiel heldenmütiger Geduld und Ergebung ge worden, wie Job im Alten Testamente" 3) Door die onafzienbare reeks van getuigenis sen, loopend van haar laatste levensjaren (iq de Munstersche Kroniek van Ficker) 4) al de volgende vijf eeuwen door, is Liduina „de heilige lijderes, het toonbeeld van geduld en opofferende liefde, voor God en den naaste" geweest en gebleven; maar in steeds stijgende verhouding in onzen tijd, waarin alle bijzonder heden van haar lijden in ziel en lichaam meer in het volle licht zijn geplaatst meer van nabij beschouwd en ontleed zijn; en in ons vader land bijzonder door de goedkeuring van hare vereering door Z. H. Leo XIII den 14 Maart 1890. Wel mocht reeds het ziekenapostolaat (N. K. St. 1931 p. 131) Liduina tot beschermster en toonbeeld kiezen en daardoor heeft de her innering aan haar met de uitbreiding van dat apostolaat in verschillende landen nog grooter omvang gekregen 5). Maar vooral is zij bijzonder een heilige van onzen tijd voor de geheele wereld geworden, door het dieper indringen der geloovigen in de groote beteekenis van het lijden, gelijk ook in het Ziekenapostolaat geschiedt. Die groote beteekenis bestaat in het feit., waarvan de grond ligt in de Communio Sanctorum, „de ge- meenschap der heiligen" welke uit de mystieke eenheid van allen met Christus volgt en waarbij Gods bedoeling is, dat door het lijden van den eene, voor de zonde van den andere worde ge boet; en voor de oneer welke de zonde van den eene God aandoet, vergoeding en eerher stel door den andere worde gegeven. Is dit feit doorloopend in de geschiedenis van het Verlos singswerk, telkens, bij groote geestelijke nooden der menschheid, in tijden, waarin de ongerechtigheid haar triomphen vierde, heeft God bijzondere zielen opgewekt, om op groote schaal die bedoeling Gods te vervullen, door een groote deelgenootschap aan hetgeen de God- mensch tot voldoening voor de zonde en het herstel van Gods eer heeft gedaan. Ook hierin, wil God het woord des H. Geestes door Paulus uitgesproken: „Dei sumus adjutores" (1. Cor. 3, 9) op grootsche wijze verwezenlijkt zien; Hij wil In dit opzicht de glorie der Verlossing, welke aan Jesus toekomt, met zijne trouwe dienaren en dienareseen, die heilige uitverko renen, dcelen. Reeds wezen wij erop, dat er IJl 'ut Verwacht wordt: Meest matige, later afne mende wind uit Westelijke richtingen, aanvan kelijk gedeeltelijk bewolkt, later weer toene mende bewolking, weinig of geen regen, aan vankelijk iets kouder. Lichten op van 's avonds 5.01 tot 's morgens 6.27. A fry 1 Nov.: Tivoli Schouwburg, lm weissen Rössl (Rott. Operette Gezelschap v. Aerschot en Bos kamp) 8.15 uur (voor volwassenen) Groote Schouwburg, Voor zonsondergang (Rott. Hof- stadtooneel) 8.15 uur (voor volwassenen). 3 Nov.: Mathenesserkerk. Orgelconcert Jac. de Graaf en Jac. Caro 8 uur. Kerk Bree- plein, Chr. Oratoriumvereen. „Rotterdam-Zuid" („Die Jahreszeiten") 8 uur. 5 Nov.: Nutszaal. Het Rotterdamsch Trio, (le volksconcert) 8 uur. Groote Schouwburg Manon (Italiaansche Opera) 8 uur (voor vol wassenen) Bioscopen: goedgekeurde programma's tot en met Donderdag 3 November in: Studio 32 A nous la liberté (voor volwassenen); Olympia, Hoe Slim Summerville vader werd (voor vol wassenen); Royal, Wie geeft mij een baantje? (voor volw.); Corso, Madchen in Uniform (voor volwassenen); Colosseum, Madchen zum Hei raten (voor volwassenen); Oostertheater, Hans de Overwinnaar (voor volwassenen). SCHIEDAM, 31 October. Officieele noteering van de commissie uit de Kamer van Koophan del. Moutwijn Moutwijn per H.L. ad 46 pet. 8.50. Spoeling Spoeling 0.80 a 0.90. weinig heiligen in die deelname aan Jesus boete- en herstellingslijden zoo hoog staan als de heilige Liduina 6); allereerst voor den tijd waarin zij leefde, maar als voorbeeld en vooi- spreekster en bevorderaarster in die richting ook evengoed voor onze dagen; en nu die vie ring van haar vijfde eeuwfeest in zoo krachti- gen toon van zelf zich aansluit bij s Pausen Endycliek over boete en eerherstel, mogen wij daarin geen wenk zien van Gods Voorzie nigheid, dat het „propter quod et Deus exal- tavit Ilium", Illum, wiens in- en uitwendig evenbeeld zij ook in dit opzicht in de ruimste mate was, ook op haar zal worden toegepast, door Hem die gesproken heeft: „Quicumque glorificaverit me, gloricabo eum? (1- Reg- 30). Zal, niet enkel door haar voojbeeld en door haar machtig gebed bij God, met onze smeekingen vereenigd, maar bijzonder dooi hare grootere verheerlijking, waarin God om hare volmaakte gelijkvormigheid „imagini Fün sui" een onmetelijk behagen schept, ook r e vruchtbaarheid der pauselijke Eucycliek niet in hoogere mate stijgen en bevestigd worden Zal daardoor Jesus Crucifixus, gekruisigd voor al geestelijkerwijze in zijn Goddelijk Hart, de volheid van boetende, eerherstellende en smee- kende liefde, welke Hem toekomt en welke zijn Plaatsbekleeder zoo dringend vraagt, niet vee spoediger verkrijgen? Stijge dan in deze maanden van voorberei ding tot Liduina's vijfde eeuwfeest in geheel het vaderland met aandrang ons gebed ten hemel, waar Liduina in glorie en vreugde troont. Zij troont daar met Hem allerinnigst vereenigd, wier evenbeeld zij op aarde wiens lijdende liefde zij op aarde verheerlijkt heeft door haar liefde, lijden en gebed. Zij is daar met Hem vereenigd, die er prijs op stelt de glorie waarmede Hij haar reeds op aarde, en verre buiten de enge grenzen van haar ge boortegrond, omgaf, nog in de ruimste mate en steeds meer te doen toenemen over de geheele wereld, waar in alle landen haar naam ge noemd wordt; haar glorie, d.i.: de macht van haar liefde-, lijdens- en gebedsapostolaat; mits wij Hem daarom bidden. Dan zal dit rijfde eeuwfeest worden wat het zijn moet: een grootsche, de wereld omspannende verheerlij king van Liduina, de „Sponsa Sanguinum Ejus". J. L. JANSEN, C.ss.R. 1) Gaarne verwijzen wij hier ook naar het tijdschr.: „Sancta Liduina". Gewijd aan de voorbereiding tot het 5de eeuwfeest. UI tg. S. Liduina-Comité, Administr. Nassaulaan 53, Schiedam. Het eerste no. verscheen met een „Ter Inleiding", van Z. H. E. Mgr. Aengenent, bissch. v. Haarlem. 2) Wij bevelen deze biographie dringend aan. Verkrijgbaar bij Mosmans, 's Bosch. 3) Dit getuigenis van den Scripturist Dr. Kaulen, op zich reeds veelzeggend, stijgt nog in waarde, als men denkt aan de woorden waar mede in andere -boeken der H. Schrift, buitent Boek Job om, de groote beteekenis var. den H. Lijder als voorbeeld en voorspreker wordt ge schetst en als een de geschiedenis der Kerk van de beide Testamenten beheerschende figuur wordt voorgesteld Tob. 2; 12, 15. Ezech. 14, 14; en bijz. Jacob. 5, U. 4) Vgl. Meuffels blz. 150. 5) In Noord-Amerika bestaat een Zieken- vereeniging van 8000 leden, die de H. Liduina tot patrones heeft. 6) Liduina zeide eens tot Jesus: „Heer, wreek op mij de beleedigingen, die worden aangedaan, en zend mij nieuwe smarten". (S. Liduina. 15 Febr. blz. 70).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 1