CblH Y l^ACIfw b ll^ii BOÈ^§||| MAANDAG 7 NOVEMBER 1932 NA DE KERMIS. DE BRAND OP DE DEMPO. Door rooken veroorzaakt? kippendiefstallen. Uitspraak Raad voor de Scheepvaart. KLEINE VLUCHTELING AANGEHOUDEN ONVOORZICHTIGE WIELRIJDER. PER AUTO UIT STROOPEN. MEISJE GESCHAAKT. SCHIP GEZONKEN. „MISDADEN". EEN RIJKE ARME. brandstichting. HET NIEUWE INTERNATIONAAL SPELREGLEMENT. Doodelijke vechtpartij te Zuilichem. In den nacht van 24 op 25 September 1932 na afloop der kermis te Brakel (Geld.) had op den dijk onder het naburige Zuilichem een vechtpartij plaats tusschen eenige kermisgan- gers, waarhij een hunner, A. v. H. zoodanig met 'n mes in de linkerliesstreek werd gesto ken, dat hij tengevolge van bloedverlies is overleden. Als verdacht, dezen dood veroorzaakt te hebben stond voor de Arrond. Recht bank te Tiel terecht G. J. Sch., 25 jaar, arbei der wonende te Zuilichem. Uit de verklaring van dr. Hulst uit'Leiden, die de sectie op het slachtoffer verrichtte, bleek, dat ware de steek een halven centimeter meer naar links of naar rechts aangekomen, dan zou de daardoor veroorzaakte wonde wei nig beteekenis hebben gehad. De wonde was ca. 1 centimeter diep. Do gemeente-veldwachter van Zuilichem, P. K. hield dien avond een oogje in het zeil, om dat hij gewaarschuwd was, dat er waarschijn lijk door de v. H.'s zou worden gevochten. Hij is daarom naar den vader van het slachtoffer gegaan om te zien, of die iets kwaads in den zin had, maar getuige heeft niets verdachts aan hem bemerkt. De vader vertelde aan ge tuige, dat hij op den dijk stond te wachten op zijn kinderen, die nog niet van de kermis thuis waren. Getuige is daarop weggegaan naar het dorp. Hier heeft hij gewacht, tot de zoons van dezen v. H. en verd. met zijn vriend gepasseerd waren, waarop hij zelf naar huis is terugge keerd. Hierbij passeerde hij even later het huis van de v. H.'s, waar hij den vader zag zitten bij het lijk van zijn zoon, die in een groote bloedplas op den dijk lag. Van schreeu wen- of vechten heeft getuige niets gehoord; het heele drama heeft zich in een oogwenk af gespeeld. De vader van het slachtoffer, J. v. H., te Zuilichem ontkent, op verd. en zijn vriend te hebben staan wachten. Hij wachtte op zijn kinderen, die naar de kermis waren. Op een gegeven oogenblik passeerden hem toen verd. en zijn vriend die nadat zij 50 M. voorbij gereden waren, getuige riepen om naar hen toe te komen. Getuige gaf daaraan gevolg waarop de vriend van verd. met een voorwerp in zijn hand op getuige aanviel en hem daarmede sloeg. Samen zijn zij toen vechtende den dijk afge rold. Even later werd getuige geroepen, om dat zijn zoon dood op den dijk lag. Hij zag toen verd. op de fiets wegrijden. Hij ontkent zelf geroepen te hebben, dat verd. afstappen moest. Verd. houdt vol, dat deze getuige riep, dat zij moesten afstappen; verd.'s kameraad wilde dat onmiddellijk doen, maar verd. raadde hem dit af. Deze deed het toch, waarop verd. ook maar is afgestapt, omdat hij bang was, dat er zou worden gevochten en hij dan zijn vriend wilde bijstaan. Toen hij zijn vriend inhaalde was die al aan het vechten met den vorigen getuige. Daarop viel het slachtoffer hem on verhoeds aan en stompte en sloeg hem. Verd. maakte zich hierover driftig en trok zijn mes, waarmede hij links en recht3 is gaan zwaaien. Hij weet niet, of hij het slachtoffer geraakt heeft; ook heeft hij hem niet zien vallen. W. A. v. V., arbeider te Zuilichem, houdt eveneens vol, dat de oude van H. heeft geroe pen, dat zij moesten afstappen. Deze is daar op op getuige aangevallen en heeft gedreigd hem te zullen doodslaan. Getuige heeft bij de daarop gevolgde vechtpartij verschillende bloe- dende verwondingen opgeloopen, terwijl de vader in het geheel niet bloedde. Hij ontkent een voorwerp in zijn hand gehad te hebben. Het O. M., waargenomen door mr. J. J. G. van Everdingen, acht het bewijs geleverd voor zware mishandeling, den dood tengevolge heb bende; een flinke straf is noodig, om het in deze streken veelvuldig voorkomende messen trekken uit te roeien. Bhsch 4 jaar gevangenis straf onder aftrek van de voorloopige hechte nis. Verd.'s verdediger mr. E. J. M. van Zin- nicq Bergmafln, 'g Bosch, pleitte clementie. ÉsM® Ondanks zijn minimum-kans is Norman Thomas, de socialistische presidents-can- didaat in Amerika, volop in actie. DE INBRAKEN TE MIJDRECHT. In aansluiting op ons bericht inzake de te Mijdrecht gepleegde drievoudige inbraak kan nog worden medegedeeld, dat de geldelijke buit niet heel groot is. Bij den manufacturier van Yperen vermist men ongeveer 25 gulden, de letterkastenfabri- kant Verwey mist ruim 5 gulden, terwijl in de fabriek van Den Hertog omstreeks 20 gulden wordt vermist. De dieven zijn vermoedelijk eerst in de fa briek van Den Hertog geweest, waar behalve het vernielen der brandkasten ook eenige stalen kasten totaal uit elkaar zijn gerukt en de inhoud over de kantoorlocaliteiten is ver spreid. Een bedrag van 200 gulden, dat in een trommel geborgen was, werd onaangeroerd gelaten. Uit de fabriek is een steekwagen- me degenomen. Bij den manufacturier heeft men vervolgens een raam opengeschoven en de niet al te zware brandkast naar het fabrieksgebouw vervoerd, waar men minder gevaar liep, ge stoord te worden, daar de fabriek van de straat af bijna niet te zien is. Bij den heer Verwey heeft men een klein stukje uit de ruit van de tuindeur gesneden en deze toen geopend. Slechts eenige papieren zijn hier uit een bureau verwijderd en over den vloer verspreid. De heer Verwey bemerkte de inbraak te zijnen huize eerst, toen hij bij zijn buurman de zaak in oogenschouw had genomen. Onmiddellijk is de recherche uit Utrecht met het geval op de hoogte gesteld en heeft men de zaak in samenwerking met rijks- en ge meente politie in onderzoek genomen. Vinger afdrukken zijn niet gevonden. Het is de rijks- en gemeentepolitie van Oss gelukt een heler van kippen, afkomstig van diefstal, te ontdekken. Bij huiszoeking vond men een 100-tal kippen, die door de eigenaars zijn herkend. De verdachte Th, is in de kazerne der mare chaussee opgesloten. De kippendieven zullen nu ook wel spoedig gepakt zijn. R- J. LOMAN t In den ouderdom van bijna 70 jaar is te 's Hage overleden de heer R. J. Loman, di recteur eener muziekschool en een zeer bekende persoonlijkheid in de schaakwereld. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake den brand aan boord van het motorschip „Dempo"' van den Rotterdamschen Lloyd, liggende te Tandjong Priok. De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van dezen brand zooals wel bijna steeds het ge val is, wanneer brand in een ruim is ontstaan niet is kunnen worden vastgesteld. In Indië zijn eenige reden van door brand aangetast passagiersgoed aan een chemisch onderzoek onderworpen. De Raad heeft, alvorens uit spraak te doen, het resultaat van dit onderzoek afgewacht. Het onderzoek heeft, volgens van de Directie van den Rotterdamschen Lloyd in gekomen bericht, geen enkel resultaat opge leverd. De Raad kan echter, hoewel geen enke le reden hebbende om aan de goede trouw en het plichtsbesef van het toezicht houdende personeel te twijfelen, niet uitsluiten, dat in derdaad deze brand door rooken is veroorzaakt Waar zulke enorme belangen op het spel staan thans waren de voorwaarden voor blussching zoo gunstig mogelijk, doch de brand had ook later, en terwijl het schip op zee was, ontdekt kunnen zijn wil het den Raad voorkomen, dat met alle middelen er naar moet worden gestreefd het rooken in het ruim on mogelijk te maken. Inlandsche koelies zouden bijv. alleen in het ruim kunnen worden toege laten, indien zij op ev. rookgerei gefouilleerd zijn. Wat de blussching betreft, Is het wel zeer te betreuren, dat de koolzuur-installatie niet geheel aan de verwachtingen heeft beant woord en tenslotte toch tot het laten volloo- pen van het ruim moest worden overgegaan De Raad heeft door de onderhavige misluk king van de koolzuur-blussching niet de over •tuiging bekomen, dat het onderhavige blus- schingsapparaat absoluut ondeugdelijk was. In de gegeven situatie kan de Raad het ech ter volkomen billijken, dat tot het toelaten van water in het ruim is overgegaan. Er is ver der alles gedaan wat mogelijk was om de scha de te beperken. Achter een auto gehangen. Zaterdagnamiddag had op de Bredaschebaan, nabij Zegge, onder Roosendaal een ernstig ongeval plaats. De wielrijder K. uit de Kals- donkschestraat te Roosendaal, was op weg naar Etten en liet zich „sleepen" door den in dezelfde richting rijdenden vrachtauto van de fa. Claassen, eveneens uit Roosendaal. Vermoe delijk heeft hij op een oogenblik het beheer over zijn stuur verloren, waardoor hij kwam te vallen. De chauffeur van den auto, onbekend met wat er achter hem gebeurde reed door, terwijl intusschen het slachtoffer bewusteloos op den weg bleef liggen. De.man had vermoe delijk een hersenschudding opgeloopen en bloedde hevig uit den mond. Per auto van de fa. Gebrs. Bischoff is hij toen overgebracht naar het ziekenhuis „Charitas", te Roozendaal daar dr. Brabers geneeskundige hulp ver leende. Ontsnapt uit het paedologisch instituut. Men meldt ons uit Amsterdam: Zaterdagmorgen vroeg passeerde een circa 12- jarige jongen de controle van het Centraal Station. De gedragingen van den knaap, die uiterst zenuwachtig deed, trokken de aandacht van den controleur, zoodat deze hem achterna wilde gaan. Nauwelijks zag het kind dit, of het zette het op een loopen. De controleur wist den jongen echter staande te .houden en op zijn vragen vertelde hij hortend en stootend dat hij met den nachttrein uit den Bosch was gekomen. Waar hij woonde, kon of wilde de jongen niet vertellen, wel vertelde hij onder een vloed van tranen dat hij ergens op een kostschool was. De controleur heeft den jongen naar het politieposthuis in het Centraal Station ge bracht. Met de kleeren die het ventje droeg kon niet worden vastgesteld waar het vandaan kwam. Men vermoedde aanvankelijk, dat het jongetje ontsnapt was uit een Brabantsch opvoedings gesticht. In verband daarmede stelde de politie zich in verbinding met de politie te 's Herto genbosch, doch deze wist niets van het jonge tje af. Inmiddels kwam in de zaak een verrassende wending, doordat de politie ervan in kennis wend gesteld, dat Zaterdagmorgen te ongev. half 8 uit het Paedologisch Instituut van prof. Wa terman alhier een jongetje was weggeloopen. Spoedig bleek dat de aan het bureau Warmoes straat vastgehouden knaap het vermiste kind was. Het is een zenuwpatiëntje, welks verwarde verhalen over de treinreis, kostschool en wat dies meer zij aan zijn ziekelijke fantasie moe ten worden toegeschreven. Naar men ons me dedeelde, is het kind wel eens meer wegge loopen. Nadat eenige dagen geleden door den burge meester van Schijndel opsporing en aanhou ding was verzocht van den 40-jarigen J„ die 'n 16-jarig meisje uit genoemde gemeente had geschaakt, werd deze personen Zaterdagmiddag door de politie te Bergen op Zoom aangehou den. J. Was nog in gezelschap van het meis je en was op weg naar het postkantoor om daar een brief, die hem onder poste-restante was gezonden, af te halen. KON. NED. HOOGOVENS STAAL FABRIEKEN. IJzerverschepingon. Zaterdag zijn de stoomschepen Mercurius (Zweedsch), en Pacific Mam (Japansch) met in de zeehaven van het hoogovenbedrijf te IJmui- den ingenomen volle ladingen piekijzer resp. naar Halmstad (Zweden) en Philadelphia (N.A.) vertrokken. De stoomschepen Brunla (Noorsch), Flandria (Zweedsch) en Achilles (Nederl.) vertrokken met gedeeltelijke ladingen ijzer van dit bedrijf resp. naar Oslo, Gothenburg en Genua. AAN DEN GROND GELOOPEN. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan: inzake het aan den grond loopen van het motorschip „Mary" op de Westkust van Bornholm. De Raad is van oordeel, dat dit ongeval is veroorzaakt door zeer zorgelooze navigatie. Een ernstige straf moet, naar 's Raads oor deel, aan den ^hipper worden opgelegd. Mits dien straft de Raad den betrokkene met één maand schorsing. Zaterdagavond is door onbekende oorzaak het 150 ton groote binnenschip „Greta" van schipper A. v. Steenderen in de Merwehaven gezonken. Het schip was geladen met 90 ton steenkolen, die verloren zijn gegaan. Persoon lijke ongelukken kwamen niet voor. STIJGENDE VISCHOMZET TE IJMUIDEN De vischomzet bedroeg ln de afgeloopen maand in den Rijksafslag te IJmuiden 220.000 gulden meer, dan in September j.l. Hoewel een belangrijke stijging van den omzet kan wor den geconstateerd, is de totaalomzet in de af geloopen tien maanden van dit jaar toch nog bijna 3 millioen gulden minder, dan in het zelfde tijdperk van het jaar tevoren. Op 31 December a.s. zal de achterstand al blijft de omzet in stijgende lijn, toch evengoed nog een groot verschil maken met 1931. Een goede vangst De rijkspolitie te Nieuw-Milligen, bij Gar deren, en een paar jachtopzieners uit die om geving hebben een goeden slag geslagen. Terwijl deze beambten 's nachts op surveil lance waren, hoorden zij in de richting van de Soerensche bosschen schoten vallen, waar uit te concludeeren viel, dat aldaar ongepaten teerde jagers bezig waren hun ongeoorloofd beroep uit te oefenen, meldt het „U.D.". Zij begaven zich met den grootsten spoed naar de terreinen, waar kon worden verwacht, dat het nachtelijke jachtgezelschap zich zou be vinden. En na eenig onderzoek ter plaatse, ontdekten zij alras in een zandweg, die op den rijksweg uitloopt, een luxe-auto, waarin een aantal fazanten en ander wild waren gebor gen, ten bewijze, dat hier geen Zondagsjagers, doch geroutineerde vaklui bezig waren ge weest. Aangezien de wagen zich buiten open bare wegen of voetpaden bevond, werd deze wildbuit in beslag genomen. Op dat moment was alleen de chauffeur bij den wagen, doch eenigen tijd later wilde ook een der wildstroo- pers zich naar den auto begeven. Deze werd aanstonds aangehouden en bij fouilleering werd een bedrag van niet minder dan 1800 op hem gevonden, van welk bedrag hq de herkomst niet kon of wilde opgeven. De ver dachte .werd naar Zwolle overgebracht. Den volgenden dag, toen de beambten een minitieus onderzoek ter plaatse instelden, vonden zij in de bosschen, onder bladeren ver borgen, nog een paar jachtgeweren, die onge twijfeld. door de wildstroopers, die, naar de aangehoudene verklaarde, uit Haarlem af komstig waren, daar waren verstopt. In het verslag van een rechtszaak in de soc.- dem. pers lezen wij: In Limburg worden vele misdaden gepleegd door menschen die fietsen zonder licht. (Kip pendiefstallen en smokkelarijen,.) Wij stellen de tusschen haakjes geplaatste verduidelijking op prijs en hopen, dat de cri minaliteit boven den Moerdijk niet erger is dan de „vele misdaden" in Limburg en politie en statistici er even actief werkzaam zijn. Voor de misdaden wel te verstaan! Honderden verstopte guldens gevonden. In Hon them overleed op hoogen leeftijd eèn man, die als arm bekend stond en door het Burg. Armbestuur en de publieke liefdadigheid werd onderhouden. Na de begrafenis werden honderden guldens in de woning gevonden verborgen op de onmogelijkste plaatsen. De politie nam reeds het geld in bewaring en de familie nam geld mee naar huis. Dieven heb ben ook nog de woning bezocht. Of zij iets ge vonden hebben is onbekend. De Rotterdamsche Rechtbank heeft den 44- jarigen constructie-bankwerker H. S. te Vlaar- dingen wegens het veroorzaken van brand door schuld veroordeeld tot drie maanden gevange nisstraf. Door de vrouw van verdachte waren ter terechtzitting van de Rechtbank verzwaren de verklaringen afgelegd, zoodat hij O. M. bij de Rechtbank veroordeeling van S. wegens opzettelijke brandstichting had geëischt. In hooger beroep, heeft de advocaat-generaal bij bet Haagsch Gerechtshof, mr. de Visser, Zaterdag de feiten gereleveerd, waaruit zou blij ken, dat verdachte in Februari 1932 in zijn woning aan de Kuiperstraat te Vlaardingen op den zolder brand heeft gesticht door aldaar een aantal brandende lucifers achteloos weg te werpen. Geconstateerd was, dat verdachte dien avond in staat van dronkenschap ver keerde, Voorts merkte de advocaat-generaal op, dat S. kort te voren zijn brandverzekering die 1500 bedroeg, tot 3000 had verhoogd. Spr. meende dat de opzettelijke brandstichting niet kon worden'bewezen en eischte bevestiging van het vonnis. Ter terechtzitting betoogde S. dat hij de ver zekering op aandrang van zijn vrouw verhoogd had. Deze laatste had bij de politie verklaard dat S., als hij dronken was, een „duivel" was. De verdediger was van meening, dat hier de mogelijkheid van een ongeluk aanwezig was en dat .van geen grove schuld kon worden gesproken. Venlachte's vrouw, die van hem wilde scheiden, is volgens pleiter geen onbe vooroordeeld getuige. Pleiter concludeerde tot vrijspraak. Arrest 16 November a.s. RESTAURATIE VAN MONUMENTEN IN ZUID HOLLAND Ged. Staten van Zuid Holland zetten in een schrijven aan Prov. Staten uiteen, dat het noodzakelijk is, ook op den post monumenten zorg niet onaanzienlijk te bezuinigen. In 1931 is dit 'bedrag reeds opgeloopen tot 119.000. In 1932 loopen eenige belangrijke subsidies af en kan de post met 60.000 verminderd worden. Dank zij de aanzienlijke sommen welke ook door de Provincie zijn ten koste gelegd aan eenige der allerbelangrijkste monumenten in dit ge west, constateeren Ged. Staten thans met vol doening, ,dat bedoelde objecten in uitstekenden staat verkeeren, terwijl, wanneer geen nieuwe restauratiewerken zouden worden ondernomen, over 1933 slechts 17.000 in totaal voor dit doel zou worden uitgegeven. Onder die omstan digheden doen Ged. Staten thans, zij het op beperkte schaal, eenige voorsteilen. Ter restauratie wordt voorgedragen de Ned. Herv. kerk te Naaldwijk. Het totale bedrag der kosten bedraagt 240.000. De minister zal een rijkssubsidie van 50 pCt. bevorderen. Voorge steld wordt, dat de provincie een subsidie aal geven van 20 pCt, dus 48.000, te verdeelea over de dienstjaren 1933—1938. Een zesde ge deelte n.l. 8000 wordt derhalve op de begroo ting van 1933 gebracht. Verder stellen Ged. Staten voor, aan de gemeente Schoonhoven een nader subsidie in de kosten van restauratie van den toren van de Ned. Herv. Kerk te Schoonhoven te verleenen van 25 pCt. van het bedrag, waarmede de kosten dier restauratie de raming van 300.000 te boven gaan en ten hoogste 50.000 en wel gedurende de jaren 1933—'36 hoogstens 2500 per jaar en voorts gelijkelijk te verdeelen over de jaren 1937'40 voor dit doel hoogstens 40.000. Voorts wordt nog Voorgesteld, voor de Groote kerk te Dordrecht een nader subsidie te verlee nen in de restauratiekosten ten bedrage van 20 pCt. van hetgeen de op 129.600 geraamde kosten van voltooiing dier restauratie een be drag van 42.000 te boven gaan en van hoog stens 17.600 gelijkelijk te verdeelen over de dienstjaren 1933 en 1934. Ten slotte wordt voorgesteld voor restauratie van den St. Janstoren te Schiedam een nader subsidie te verstrekken van 20 pCt. van het bedrag, waarmede de kosten dier restauratie de raming van 50.000 te boven gaan en ten hoogste 1000. GENEESKUNDIGE STRALEN- BEHANDELING. Iri de vergadering van 't alg. bestuur van den Bond tot bev. van genee.sk. stralenbehamdo- ling is besloten een adviesbureau op te richten ter voorlichting van het publiek, dat buiten medisch advies electrische of z.g. hoogfrequen- tie-huistoestelletjes in gebruik heeft. Deze adviezen worden vanwege den bond, te beginnen met 8 November a.s. te 's Graven- hage kosteloos gegeven, iederen Dinsdagavond 89 uur in het Instituut voor Electro-Radio- therapie, Bezuldenhout 37 door den medischen adviseur Van den Bond, dr. ut. nv. Heien. ERNSTIGE AANRIJDING. Men meldt ons uit Apeldoorn: Zaterdag had een aanrijding plaats op den Deventerweg, hoek Trekweg, tusschen een luxe-auto, bestuurd door den heer S. uit De venter en den jeugdigen wielrijder M. uit Apeldoorn. Het rijwiel werd totaal vernield en M. met een schedelfractuur en een gebroken sleutelbeen naar het Algemeen ziekenhuis overgebracht. Door samenwerking van de Portland Club (Engeland), de Whist Club of New York (Ame rika) en de Commission Frar.qaise du Bridge (Frankrijk) is een nieuw internationaal regle ment vastgesteld voor Contract Bridge. Eveneens geschiedde dit voor Auction Bridge er. Bridge Plafond. Het eerste werd 1 November j.l gepubliceerd en waar reeds op de jaarver gadering van den Nederlandschen Bridge Bond, juist een jaar geleden gehouden, besloten werd dit reglement onveranderd over te nemen en dus geldig te maken voor den N. B. B„ achten wij het van veel belang hier een artikel aan te wijden. Het spreekt van zelf, dat wij alleen de belangrijkste punten kunnen behandelen; voor hen, die alles in de puntjes willen weten, verwijzen wij naar het eerstdaags verschijnende reglement van den N. B. B. Voorop gesteld moet worden, dat deze regels niet zijn gemaakt om oneerlijke praktijken tegen te gaan, daarom zijn- daarop geen straffen ge steld. Spelers, die zich daaraan schuldig maken, moetep eenvoudig door weidenkenden worden uitgesloten. Het hooghouden van de eerlijkheid en sportiviteit in het spel is daarom geheel aan de spelers zelve overgelaten. In Hoofdstuk I worden de definities gegeven van bridge-termen, waarmede hoofdzakelijk bedoeld wordt door enkele standaard-uitdruk kingen de regels zoo kort doch duidelijk moge lijk te doen zijn. Ervaren bridgers kennen deze uitdrukkingen goed genoeg, beginnelingen zul len wei doen ze te memoreeren. Wij gaven ze reeds in ons artikel van 17 Januari. In Hoofdstuk II wordt gehandeld over de for matie van en het aanzitten aan tafels. Nadruk kelijk wordt gewezen op art. 3 (b) waarin be paald wordt, dat voorrang steeds genoteerd wordt door den speler, die de hoogste kaart trok. In onze vroegere regels kwam deze voor rang toe aan hem, die de laagste kaart trok In tegenstelling met vroeger, toen ingeval van trekken het Aas als laagste kaart gold, is thans ook ingeval van trekken, het Aas de hoogste kaart in de kleur. Gewezen wordt op art. 5, waarin bepaald wordt, dat bij intrede van een nieuwen speler aan een tafel (als men b.v. met 5 spelers aan zit) opnieuw voor samenspel en gift getrokken moet worden. Onze regel was anders en beter. In art. 4 en 6 wordt bepaald, dat zij, die de twee hoogere kaarten trokken, spelen tegen hen, die de twee lagere kaarten trokken. Hij, die de hoogste kaart trok, heeft de eerste gift, de keuze van zitplaatsen en de keuze der kaarten. Wij achten het te betreuren, dat hier niet onze be paling (teneinde verwarring te voorkomen geven wij onze regels niet weer) is opgenomen, niet tegenstaande wij er destijds speciaal de aandacht der Portland Ciub op vestigden, aangezien deze veel beter is en alle voorkeur uitsluit. In art. 9 (d) wordt gezegd, dat een speler niet in zijn kaarten moei z.en, alvorens uc yifi is J be-eindigd. Dit is een oude bepaling, maar er wordt zoo vaak tegen gezondigd, dat wij er hier nog eens de aandacht op vestigen. In Hoofdstuk IV wordt het bieden en de duur daarvan behandeld. Wij vestigen de aandacht op art. 16; Wanneer een bieding een vergissing is en zulks wordt door den speler getoond door deze practisch in één ademtocht te herstellen, wordt de bieding als hersteld beschouwd. Onder een vergissing wordt verstaan, een verkeerd spreken (slip of die tongue) en niet een intusschen veranderd inzicht. Wij hadden deze bepaling niet en zjj voldoet werkelijk in een behoefte, want vaak vergiste men zich en noemde men een kleur, die men niet bedoelde. Art. 17 geeft een regel, waarnaar juist door een onzer lezers werd gevraagd: Een speler mag herhaling van vorige biedingen vragen: a. ge durende het bieden, wanneer het zijn beurt van bieden is; b. nadat het bieden is afgeloopen, doch vóórdat de openings-uitkomst is gedaan. Men leze goed: gedurende 't bieden mag alleen om herhaling der biedingen gevraagd worden door hem, wiens beurt van bieden het is. In hetzelfde artikel staat in de tweede alinea, dat na de openings-uitkomst een speler alleen nog maar mag vragen welk het bod is en of, maar niet door wien, het gedubbeld of herdub- beld werd. Allicht zou men geneigd zij n te zeggen, dat men wel kan te weten komen wie dubbelde of herdubbelde, door de bieding geheel te dóen herhalen. Doch dan zou men oppervlakkig het artikel hebben gelezen, dan wel het niet be grepen. Gedurende het spel mag alleen gevraagd wor den hoe hoog het contract is en of het al dan niet gedubbeld of herdubbeld is, maar men rnag niet meer vragen de biedingen te herhalen. Het spelen. Hoofdstuk V behandelt het spelen. In art. 19 vinden wij de rechten van den Blinde Vaak wordt door den Blinde gezondigd en daarom is het beslist noodig hier even uitvoerig te zijn: a. De Blinde mag door woord noch daad eenig uitkomen of spelen suggereeren. b. De Blinde mag niet de aandacht vestigen op verzaken, voor de beurt spelen of kaart too- nen van een tegenstander. c. De Blinde mag den Leider (zijn maat) niet waarschuwen, dat hij op het punt staat uit de verkeerde hand uit te komen, uitgezonderd als antwoord op de vraag, uit welke hand uitgeko men moet worden. (Waar de andere spelers dit recht wel hebben, gelijk uit art. 3 van het Hoofd stuk over etikette, dat een bijvoegsel van het Reglement is, blijkt, achten wij dit niet juist, want de Leider heeft toch reeds een zwaarder taak dan de beide andere spelers). Teneinde- hier volledig den Blinde te behande len geven wij de strafbepalingen tegen onrecht matige daden van den Blinde hier tevens (Hoofdstuk Vil art. 51): Wanneer de Blinde op eenige wijze den Leider mededeelt uit welke hand hij uit moet komen, óf hem waarschuwt, dat hij uit de verkeerde hand wil uitkomen, mag de tegenstander aan zijn lirker^tjde de hand kiezen, waaruit uitgekomen moet worden. Wanneer üe minde de aandacm vesnit iCi eenige onregelmatigheid, waarop hij het recht niet heeft te wijzen, dan kan de Leider voor zulk een onregelmatigheid geen straf eisqhen. Wat betreft den Blinde is de Amerikaansche regel gevolgd (wij verwijzen naar ons artikel van 18 September) en worden slechts 3 gevallen genoemd, waarin de Blinde iets niet mag doen, hetgeen veel duidelijker is dan vroeger. In art. 21 (b) vinden wij weer een Amerikaan- schen regel, die, mits niet al te letterlijk opge vat, zeer goed is: Wanneer de Leider, als hii uit den Blinde moet spelen, een kaart van den STinde aanraakt, moet deze kaart gespeeld worden. Maar wanneer hij duidelijk merkbaar een kaart aanraakt, niet om te spelen, of wanneer hij van te voren zegt: „Ik rangschik", b.v. wanneer hij de kaarten van den Blinde wat 'uit elkaar wil leggen, rangschikken e.d., dan geldt zulk een kaart niet als gespeeld. Wij juichen deze bepaling toe en wel, omdat het vaak voorkomt, dat een Leider een kaart uit den Blinde half gespeeld heeft en dan weer terug legt. De volgende speler, vooral wanneer het een vlugge speler is, heeft dan dikwijls reeds zijn kaart klaar, bemerkt het terugtrekken niet en speelt die kaart bij, terwijl hij anders wellicht een andere kaart zou hebben bijgespeeld. Het is voor een ieder duidelijk of men een kaart aan raakt met de bedoeling te spelen, dan wel met eenige andere bedoeling, b.v. deze op zijde te schuiven ten einde een andere kaart gemakke lijker te kunnen aanvatten; vandaar het soepele, verkregen door de laatste woorden van het voor schrift. Art. 25 geeft aan, dat vóórdat een slag is om gekeerd en losgelaten, elk speler het recht heeft te vragen welke kaart door elk der spelers is bijgespeeld. In art. 26 vinden wij een voorschrift, dat al vaak aanleiding tot misverstanden gegeven heeft: Een tegenstander van den Leider mag elke van zijn overblijvende kaarten aan den Leider laten zien, teneinde één of meer der Volgende slagen op te eischen en zulke kaarten mogen dan niet als getoonde kaarten worden aange merkt, tenzij de andere tegenstander ze heeft kunnen zien. Noteeren van punten. In Hoofdstuk VI vinden wij regels betreffende de punten en het noteeren daarvan. Hierin zijn belangrijke veranderingen op te merken: a. Punten worden genoteerd voor: geboden eri gemaakte trekken, geboden en gemaakte slems, overslagen, onderslagen, honneurs en robber. Hieruit volgt, trouwens het ontbreken er van in het bijgevoegde puntentelling-staatje toont het ook aan, dat geen punten meer worden ge geven voor het voldoen aan een ge- of her dubbeld contract. b. Eie telling voor Zonder-Troef (Sansatout) is gewijzigd en wel: in art. 30 staat, dat voor de 1ste, 3de, 5de en 7de trek 30 en voor de 2de, 4de en 6de trek 40 punten worden toege kend, m.a.w. voor de oneven trekken worden 30 en voor de even trekken 40 punten toegekend. Het nut dezer telling ontgaat ons ten eenen- male. Men mompelt, dat het zou zijn teneinde als eindcijfers steeds nullen te krijgenMaar moet men daarom de telling lastiger maken c. In art. 31 vinden wij, dat overslagen (Ups) niet meer beloond worden met 50 pun ten, doch elke overslag noteert dezelfde waar. de als de waarde der gespeelde kleur dan wel Zonder-Troef, indien dit gespeeld werd. Elke overslag in Schoppen en Harten telt dus 30, in Ruiten en klaveren 20 en in Zonder- Troef 30 of 40, de oneven overslagen nl. 30 en de even overslagen (2de, 4de en 6de) 40. Een verandering, waarvan ons de waarde ontgaat. d. De onderslagen (downs) worden in art. 32 behandeld: N iet-kwetsbaar: Ongedubbeld: 50 punten voor elke onderslag. Gedubbeld: 100 p. voor den eersten onderslag, 150 tweeden 200 derden enz. met een verhooging van 50 punten voor elke volgende straf. Twee onderslagen telt dus: 100+150=250 Drie 250+200=450 Vier 450+250=700 enz. Indien het contract herdubbeld wordt, wordt het dubbele der gedubbelde strafpunten gere kend. Kwetsbaar. Ongedubbeld: dezelfde strafpunten als een ge dubbeld kwetsbaar contract. Gedubbeld: twee maal de ongedubbelde straf punten. Herdubbeld: tweemaal de gedubbelde straf punten. Slem-belooningen: Art. 34 geeft de slem-beloo- ningen en wel: Klein Slem geboden en gemaakt, met-kwets baar 500 idem kwetsbaar 750 Groot.Slem idem niet-kwetsbaar 1500 idem kwetsbaar 2250 Robberbelooning: 700 punten voor een in manches behaalde .robber. 500 punten voor een in drie manches be haalde robber. STAAT PUNTEN-TELLING Trekwaarde In één hand: O 20 30 honneurs: 100, 5 honneurs: 150 Zonder troef le, 3e, 5e, 7e, 30 2e, 4e, 6e, 40 Telling voor Contract-Bridge norm. Voldaan contract nul 2-manche robber 3-manche robber Overslagen trekwaarde Geann kl. slem 500 Geann. gr. sier® 1500 1 Onderslag50 2 Onderslagen100 3 Onderslagen150 4 Onderlagen 200 5 Onderslagen250 6 Onderslagen300 7 Onderslagen350 8 Onderslagen400 honneurs: 4 azen: 150 100 punten Manche geen manche doubl. nul 100 500 1500 150 250 450 700 1000 1350 1750 2200 redoubl. nul 200 500 1500 200 500 900 1400 2000 2700 3500 4400 reeds manche norm. doubl. redoubl. nul 700 500 trekwaarde 750 2250 100 250 450 700 1000 1350 1750 2200 nul 700 500 200 750 2250 200 500 900 1400 2000 2700 3500 4400 nul 700 500 400 750 2250 400 1000 1800 2800 4000 5400 7000 8800 Overtredingen. Hoofdstuk VII bevat de overtredingen der regels en de daarop gestelde straffen. Wij raden onze lezers dit hoofdstuk goed te bestudeeren, zoodra zij in het bezit zullen zijn van de vertaalde regels. Uit art. 39 blijkt dat een pas („geen boa ten opzichte van het voor de beurt bieden met als een bod geldt. Vóór de beurt bieden wordt gestraft: a. als nog geen bod is gedaan, mag fle tegen stander aan de linkerzijde van den overtreder een nieuwe gift eischen. b. als een speler biedt, wanneer het i_e beurt van bieden van zijn rechter tegenstander is, dan mag deze gewoon bieden, het voorbarige bod is ongeldig, maar de maat van den over treder mag, als het zij'1 beurt is, niet bieden. In beide gevallen geldt het voorbarige bod als geldig, wanneer de speler ter linkerzijde van den overtreder reeds een bod heeft gedaan, vóórdat de overtreding is opgemerkt. Onvoldoend bod. Art. 40 geeft de bepalingen betreffende een onvoldoend bod, iets waartegen zeer veel ge zondigd wordt: Wanneer een speler een bod doet, dat niet hoog genoeg is om het vorige te overhieden, en hij verbetert dit niet vóórdat de aandacht op de overtreding is gevestigd, moet hij zijn bod verhoogen totdat het hoog genoeg is om boven het vorige te gaan. Zijn maat moet dan passen zoodra het diens beurt van bieden is. Een speler doet dus een onvoldoend bod en een ander speler merkt _dit op vóórdat de over treder zijn te laag bod verbeterde, dan moet hij zijn 'bod verbeteren nadat hij op het on voldoende attent gemaakt is. De straf is, dat de maat dan "P ,zl)n beurt niet mag bieden. In de tweede alinea van dit artikel wordt den overtreder het ye(mt toegekend zijn bod te ver beteren vóórdat het door anderen opgemerkt wordt; doet hij dit, dan geldt het verbeterde bod als wettig en wordt geen straf opgelegd. Doet de speler aan overtreders linkerzijde een bod, voordat de overtreding is opgemerkt, dan geldt het onvoldoende bod als voldoend. Lezeressen eo lezers, hier hebt gij de be ruchte kwestie van het onvoldoende bod in een notendop: °n,vo'ct°ende bod wordt opgemerkt vóór- ,7, hersteld is; dan is de straf; verhpogen totflat het voldoende is en de maat mag niet bieden als het zijn beurt is. Het onvoldoende bod wordt door den over- teder hersteld vóórdat het door anderen werd bestreden; dan is er geen straf, maar mag hij het bod zelf herstellen. Na het onvoldoende bod wordt door den' vol genden bieder een bod gedaan; hier geldt pas sen voor een bod, dan geldt het onvoldoende bod voor een goed gedaan bod. Wij meenen, dat nu deze overtreding, die zoo vaak aanleiding tot redetwisten gaf, duidelijk voor een ieder zal zijn. Getoonde haart. In art. 43 vinden wij alles omtrent „de ge toonde kaart", maar alleen over de getoonde kaart gedurende het bieden. In art. 44 over „de getoonde kaart gedurende het spelen". Een scherp onderscheid wordt gemaakt tus schen de tijdstippen waarop de kaart getoond wordt. Getoonde kaart vóór het bieden is afgeloopen Wanneer een kaart getoond \frordt nadat het geven is afgeloopen, maar vóórdat het bieden is afgeloopen, kunnen zich twee gevallen voor doen: a. een enkele kaart, lager dan een honneur, wordt getoond zonder de bedoeling deze uit te komen; dan mag de Leider, indien hij een tegenstander van den overtreder is: 1. de kaart gedurende het spel als „getoond" beschouwen; 2- öf hij mag den maat van den overtreder verbieden zijn eerste uitkomst in de kleur der getoonde kaart te doen; b. een enkele kaart, een honneur zijnde, dan wel een lagere kaart met de bedoeling er mee Uit te komen dan wel meer dan één kaart wordt getoond; dan mag de speler links van den over treder een nieuwe gift eischen. Getoonde kaart gedurende het spel. (art. 44.) Een tegenstander van den Leider toont een kaart, anders dan om er fnede uit te komen of bij te spelen; De kaart moet op tafel blijven liggen als een getoonde kaart en de Leider mag, wanneer het de beurt van den eigenaar van de kaart is om hit te komen of bij te spelen, eischen deze kaart voor te spelen of bij te spelen, zelfs wan neer deze niet op tafel is blijven liggen, dus Weer in de hand van den overtreder is genomen. De Leider kan het uitkomen met of bijspelen van een getoonde kaart niet verbieden. Een eisch om een getoonde kaart te spelen, kan den overtreder nimmer tot verzaken dwin gen. De Leider en de Blinde kunnen nooit gestraft worden voor het topnen hunner kaarten nadat het bieden is afgeloopen. Spelen voor de beurt. Hierover wordt gehandeld in art. 46. Alweer vallen twee gevallen te onderscheiden: a. De Leider komt uit terwijl het de beurt der tegenpartij is; elk der tegenspelers mag eischen, dat hij de gespeelde kaart terug neemt, maar hij mag het niet uit eigen beweging doen. b. Een tegenstander doet het. De Leider mag': 1. een kaart of kleur noemen, waarmede de overtreder moet uitkomen, zoodra het diens beurt van uitkomen is en, de getoonde kaart blijft getoond, totdat het de beurt der tegenpartij is om uit te komen. 2. óf de uitgekomen kaart als getoond aan merken en, als de kaart nog steeds getoond is, wanneer het daarna de beurt van den maat van den overtreder is om uit te komen, verbieden in de kleur der getoonde kaart uit te komen. 3. óf de voorbarig uitgekomen kaart als be hoorlijk uitgekomen beschouwen. Wanneer de volgende speler heeft bijgespeeld, vóórdat de voorbarige uitkomst bemerkt is, geldt de kaart als te goeder tijd gespeeld. Wanneer de tegenstanders van den Leider gelijktijdig uitkomen, is de goede uitkomst juist en wordt de voorbarig uitgekomen kaart ge toond. In art. 50 wordt het feit behandeld, dat de Blinde een te spelen kaart aangeeft. Doet hij dit door aanraken of op andere wijze, dan mag de linker tegenstander van den Blinde eischen, dat die kaart al dan niet gespeeld wordt, tenzij zulks een verzaking zou veroorzaken. Heeft de Leider uit zijn hand bijgespeeld bij een voorbarige uitkomst van een tegenstander, dan moet hij zijn kaarten openleggen en wordt Blinde, terwijl zijn maat, die Blinde had moeten zijn, nu Leider wordt en dus het spel moet spelen met zijn eigen kaarten dicht. Art. 53 geeft een verandering in het vroegere betreffende artikel: Wanneer een losgelaten slag wordt ingekeken, anders dan bii de regels toe gestaan, dan mag de Leider of zijn linker tegen standder zeggen in welke kleur de overtreder moet uitkomen, zoodra het diens beurt van uit komen is. De straf van 50 punten is dus vervallen. IWordt vervolgd,!.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10