m
ALGEMEEN OVERZICHT.
ATLANTROPA, HET NIEUWE WERELDDEEL
hitler voor de afwijzing
WOENSDAG 23 NOVEMBER 1932
Het Verre Oosten in Genève.
PP
HET GEHEIM YAN DE
WILHELMSTRASSE.
RUSTIG VENEZUELA.
Een verklaring van de V cnezolaansche
legatie.
ITALIË EN JOEGO-SLAVIE.
Aanwakkering van opgewondenheid.
HOOVER—ROOSEVELT.
GARNER IS ABSOLUUT TEGEN
SCHRAPPING OF HERZIENING.
ROOFOVERVAL OP PASTOOR.
HINDENBVRG'S VOORWAARDEN
EN HITLER'S VRAGEN.
DE
SAHARA ALS TOEKOMSTIG
PARADIJS.
roemenie en sovjet-rusland.
HET GEVAL-BLACKTOM.
DE KULTURKAMPF IN LITAUEN.
Europa, ontwaak!....
Fel staan te Genève, dat door
ke en politieke verwikkelingen wrtegenwoort
centrum is geworden, de groo Ma).
digers van het Verre °°ste"' V°Koo, tegenover
soeoka, voor China Weilmg woordenstrijd,
elkaar. En het Westen ziet dien niet-of-
een weerspiegeling van den geheel
ficieelen oorlog in Mandsjoerije,^ s
China, hoofdschuddend aan, de
wijl het van de mentaliteit, weinig be-
hat ten tot uiting komt so fan
grijpt, zoo bitter weinig 8 jn de volken.
De Oosterlingen ver®° Vileedijmaar hun
bondsstad in Westersche pogell zjj
geheele opvatting is Oo weej. te geven
deze in Europeesche te Aziatische fllogo.
»eze dooreenstrengelmS noiog.e
rie en Europeesche ten»
dat 't nog moeilijker wordt door de ondoorgron-
delijke expressies tot het diepste wezen, tot de
innerlijkste bedoelingen van de geheimzinnige
diplomaten door te dringen, die weten, dat te
Genève een geweldig stuk historie bediscus
sieerd wordt, terwijl de beslissing daarvan
is zoowel de Japanner als de Chinees over-
tuigd toch alleen en uitsluitend, maar met
andere dan vredelievende middelen, langs de
kusten van de Pacific zal vallen.
De groote internationale kopstukken hebben
bijna allen aan de raadstafel plaats genomen:
sir John Simon, Paul Boncour, de demission-
naire Duitsche minister von Neurath, Benes;
overmorgen komt Herriot, wellicht verschijnt
zelfs Mac Donald. Zij luisteren toe, liooren hoe
de woorden imperialisme, verdediging, natio
nalisme, volkenbond, orde en rust, verzoening
en vrede, legers en oorlog door de zaal geslin
gerd worden, juist alsof het Europeesche vre-
desprobleem behandeld werd. Wellicht kunnen
zij zelfs van deze geroutineerde Oostersche di
plomaten nog iets leeren hoe men, in steeds hoo-
ger perfectie, den vrede kan verkondigen en
tegelijkertijd de tegenstellingen aanwakkeren.
Maar tevens moeten zij beseffen en besef
fen zij ook dat als Japan triomfeert, de vol
kenbond een nederlaag lijdt; dat, wat er ook
moge gebeuren, de volkenbond er, voorloopig
te-n minste, den onaangenamen weerslag van
sa] ervaren.
Het uitgangspunt der debatten is het rap-
Port, dat door de speciale volkenbondscommis
sie, welke onder leiding van Lytton naar Mand-
sjoerije werd gezonden om den toestand ter
Plaatse te onderzoeken, is opgesteld. Meer ech
ter dan uitgangspunt is het niet, al om de een
voudige reden, dat sinds bedoelde commissie
biet haar onderzoek is gereed gekomen, de toe
stand van den grond af is gewijzigd.
Het is practisch buitengesloten, dat Japan,
hetwelk op dit oogenblik de macht in het Verre
Oosten, en daarmede over het economise en
Politiek belangrijkste gedeelte van Azie, vast
in handen heeft, de positie, welke het bijna een
eeuw lang heeft pogen te veroveren, en nu ein
delijk verkregen heeft, uitsluitend als een con
cessie aan de rechtsidee van den volkenbond
zal prijsgeven.
Toch moet de bond aan dit rapport vasthou
den, niettegenstaande het voldongen feit, dat
het vasthouden feitelijk doelloos maakt, omdat
het prijsgeven der conclusies neerkomt op een
prijsgeven der rechtsbeginselen. Daarom blijft,
zelfs voor Japan, maar dan ter bitterste be
strijding, het rapport een nominale' basis der
Geneefsche onderhandelingen, maar overigens
loopen de besprekingen onbeperkt, ten minste
bij Japan en China, over het fait accompli, voor
eerstgenoemd land om dit als de natuurlijke
ontwikkeling van de toestanden in het Verre
Oosten te verdedigen; voor het laatstgenoemde
om op grond van de bij de totstandkoming van
Mandsjoekoeo gevolgde procedure de vernieti
ging van deze imperialistische gebeuitenis te
eischen.
Oogenschijnlijk redeneeren Matsoeoka en
Wellington Koo geheel langs elkaar heen, maar
in werkelijkheid houden zij aan hetzelfde punt
onverbiddelijk vast. Beide partijen gaan uit
van de chaotische toestanden, welke indeidaad
in China heerschen. Terwijl dan de Chineesche
gedelegeerde het zooals hij het noemde „niet
al te verkwikkelijk beeld, dat China vertoont",
eenvoudig als een gevolg van den overgang
van een vierduizend-jarig keizerrijk naar een
moderne natie verklaarde en Japan bovendien
beschuldigde, dat dit land de verwarring uit
zuiver imperialistische overwegingen nog aan
wakkerde, meende de Japanner, dat Japan
zich geroepen moest voelen om orde in dien
chaos te scheppen, al was het slechts, wijl zijn
levensbelangen daarmede gemoeid waren. Niet
onduidelijk liet Matsoeoka dan ook doorsche
meren reeds in zijn groote interview met de
volkenbondsjournalisten dat Japan zelfs met
do huidige ordening geen genoegen zal nemen
en paraat staat om nog meer orde en rust te
scheppen. „Als de Mandsjoerijsche kwestie een-
maal opgelost zal zijn, za] ?e veel grootere
Ckina-kwestie zelf materieel veel vereenvou
digd zijn", zegt het Japansclie antwoord op het
Lytton-rapport veelbeteekend Waarop dr. Yen,
in naam van China, even veelbeteekenend rea
geerde: „Dan zal China de ramp van het mi»,
tarisme op zich nemen om ons grondgebied
van den overweldiger te bevrijden".
De Chineezen verklaren, dat volgens het
woord van den grooten Sun Yat Sen hun na
tionalisme zuiver verdedigend, vredelievend en
opbouwend is. De Japanners zouden van hun
imperialisme niet gaarne iets anders beweren.
En ondertusschen moet de volkenbond de ge
beurtenissen eenvoudig haar gang laten gaan.
Alleen een krachtig ingrijpen van Amerika, dat
in zijn strevingen overigens even imperialis
tisch is als Japan, zou wellicht nog eenige
wending kunnen brengen. Doch dan zou het
negenmogendheden-verdrag formeel in het ge
ding moeten worden gebracht; doch daarvan
zijn de onderteekenaars nog banger dan van de
toepassing van het covenant.
Kh
De mislukte aanslag op den trein van Her
riot; de vernielde spoorlijn
Naar aanleiding van een beschouwing in
®bkele Nederlandsche dagbladen opgenomen
°Hder den titel „de onrust in Zuid-Amerika"
spreekt de Venezolaansche legatie de bewerin
gen in deze beschouwing, voor zoover deze
rechtstreeks of onmiddellijk op Venezuela en
zijn regeering betrekking hebben, zoo beslist
hogelijk tegen.
Ter wille van de waarheid heeft de Vene
zolaansche legatie er groot belang bij op het
v°'gende te wijzen
Er is jn Venezuela sinds 29 jaar geen ïevo-
uVj® seweest.
0„ ec°nomische crisis is in Venezuela met
len <Jo°r politieke en militaire maatrege
zooals de bedoelde beschouwing zegt; zij
vermeden door de wijze bestuursmaatregelen
an president Gómez.
Het Venezolaansche leger bedraagt slechts
<000
man voor een grondgebied van meer dan
oiiliioen kM2.
Het budget van oorlog en marine in Vene
zuela heeft in die laatste 23 jaar niet meer
bedragen dan gemiddeld 14 pCt. van net totale
iaarlijksche budget, een cijfer, dat veel lager
is dan dat hetwelk in de bewuste beschouwing
^'ordt gegeven.
In Venezuela is er nooit eenige reactie tegen
Vreemde ondernemingen geweest en deze kan
er ook niet komen.
NABOOMSPRUIT. (Transvaal), 21 Novem
her (R.O.) Er heeft hier een hevig onweer ge.
woed; hagelsteenen kwamen met zooveel
kracht neer, dat zij dertig c.M. diep jn den
grond boorden.
ROME, 22 Novermber (V.D.) De Italiaan-
sche pers volgt aan de hand van berichten
uit Weenen en Belgrado met aandacht de
ontwikkeling van de Italiaansche positie in
Zuid-Slavië.
Een bericht maakt melding van het feit, dat
eenige dagen geleden op het Dalmatische
eiland Brazza, dat voor Spalato is gelegen, on
geregeldheden hebben plaats gehad. Er zou
den gewelddaden zijn gepleegd jegens Itali
aansche bewoners. In het plaatsje San Gio
vanni zouden sterke groepen de huizen van
Italiaansche burgers hebben bestormd, terwijl
de graven van Italiaansche families zouden
zijn geschonden.
Er zou aanzienlijke schade zijn toegebracht
aan eigendommen van Italiaansche burgers.
De Zuid-Slavische politie zon de demonstran
ten hun gang hebben laten gaan en pas hebben
ingegrepen nadat de Italiaansche consul-gene
raai te Spalato had verzocht de belangen der
Italianen te beschermen.
Er zijn eenige arrestaties verricht.
NEW-YORK, 21 November (V.D.) De meenin
gen der New-Yorksche ochtendbladen over de
conferentie, welke heden plaats heeft, tusschen
den aftredenden en den nieuw gekozen presi
dent loopen zeer uiteen. Terwijl de „New-
York Tribune" uit politieke kringen verneemt,
dat Hoover zijn opvolger uitstel der December-
betalingen en herziening van de schulden zal
voorstellen beweert de republikeinsche „New-
York Herald Tribune", dat Hoover tegen uit
stel is van de vervallen termijnen.
Wel moet Hoover bereid zijn, om tegenover
Engeland grootere tegemoetkoming te toonen
dan tegenover de andere schuldenaarsstaten.
In de conferentie tusschen Hoover en Roose
velt zal voorts nog worden besproken de deel
neming der Vereenigde Staten aan de econo
mische wereldconferentie.
Intusschen seint Reuter dt. gisteren uit St.
Louis, dat Garner, voorzitter van het huis van
afgevaardigden en toekomstig vice-president
der Vereenigde Staten, daar gepasseerd is, op
reis naar Washington, waar hij aan de con
ferentie Hoover-Roosevelt zal deelnemen.
Te St. Louis moet John Garner de onheil
spellende verklaring hebben achtergelaten: „Ik
ben absoluut tegen annuleering of herziening
der oorlogsschulden".
NEW YORK, 22 November. (R. O.) De cor
respondent van de „New York Times te Was
hington verklaart, uit goede bron te weten, dat
Hoover voorstander is van een uitstel van den
betalingstermijn van 15 December a.s., in af
wachting van de beslissing, of het gewenscht
is, tot een algemeene herziening van de oor-
logsschulden over te gaan.
De Herald Tribune" meent, dat alle hoop
op een accoord tusschen Hoover en Roosevelt
niet behoeft te worden opgegeven, het is ech
ter zeer de vraag, zegt het blad, of deze over
eenstemming het congres van zijn standpunt
af zal brengen.
BÖNNINGHARDT (district Mors), 22 No
vember. W.B.) Op den katholieken pastoor
Sanders is in den afgeloopen nacht een roof
overval gepleegd.
Vier bandieten drongen de slaapkamer van
den pastoor binnen en dwongen hem, onder
bedreiging met een revolver, de geldkist te
openen, waaruit zij al het aanwezige geld weg
namen. Zij eischten ook nog de portefeuille
van den pastoor en sloten ten slotte den pas
toor in zijn slaapkamer op.
Een hond, die hen in het trappenhuis
trachtte tegen te houden, sneden zij den hals
door.
De roevers wisten zich met een buit van
ongeveer driehonderd rijksmark uit de voeten
te maken.
BERLIJN, 22 November. (V.D.) De vragen,
die Adolf Hitler gisterenavond nog aan staats
secretaris Meissner heeft gedaan, zullen van
morgen aan den rijkspresident worden voorge
legd.
Het antwoord hoopt men Hitier tegen den
middag te kunen geven.
Omtrent den inhoud zoowel van de vragen
als van het antwoord wordt het diepste stil
zwijgen bewaard.
Naar verluidt hebben de vragen tot kern of
Hindenburg's opdracht aan Hitier beteekent,
dat hij een presidentieele regeering met parle
mentaire bindingen of een parlementaire meer-
derheidsregeering met presidentieele bindingen
moet vormen.
Klaarblijkelijk staat men bij de nationaal-
socialisten op het standpunt, dat voor de vor
ming van een parlementaire meerderheidsre-
geering niet zulke vérstrekkende voorwaarden
gesteld behoeven te worden als de rijkspresi
dent heeft gedaan, terwijl in geval van vor
ming eener presidentieele regeering den toe
komenden rijkskanselier belangrijke uitgebrei
de volmachten moeten worden gegeven tot een
eventueel noodzakelijke rijksdag-ontbinding.
BERLIJN, 22 November. (V.D.) Het ant
woord van staatssecretaris Meissner is heden
middag om half twee aan Hitier overhandigd.
Het gaat op alle details in en laat de moge
lijkheid voor verdere onderhandelingen open.
In een slot-alinea wordt de verwachting uit-
gespiyken, dat Hitier, nu alle vragen zijn op
gehemeld, nog in den loop van den middag de
finitief zal antwoorden, of hij Hindenburg's
opdracht aanvaardt.
BERLIJN, 22 November. (W.B.) Tegen vier
uur hedenmiddag heeft Adolf Hitler met zijn
intiemere partijvrienden een vergadering ge
houden, waarin beraadslaagd werd, in welken
vorm Hitier het verzoek van den rijkspresi
dent zou beantwoorden.
Tijdens deze bijeenkomst schijnt de beslis
sing reeds gevallen te zijn.
Naar beweerd wordt, is het tot heftige de
batten tusschen de verschillende meeningen
gekomen. Het resultaat der bespreking was
ten slotte, dat een commissie werd benoemd,
welke een memorandum zal uitwerken.
Dit memorandum zal een lange zakelijke
uiteenzetting zijn, waarin ten opzichte van de
vijf bekende voorwaarden van den rijkspresi
dent punt voor punt stelling wordt genomen.
In het memorandum zal erop worden gewe
zen, dat onder deze voorwaarden een parle
mentaire oplossing eenvoudig onmogelijk is.
Dat het memorandum zeer omvangrijk zal
zijn, blijkt uit het feit, dat het geheele vraag
stuk ook in zijn staatsrechtelijken en histori-
schen samenhang zal behandelen.
Hiermede stelt het memorandum zich echter
niet tevreden, doch gelijktijdig zullen ook po
sitieve wijzigingsvoorstellen voor een presi
dentieel kabinet worden gegeven, zooals vol
gens nationaal-socialistisehe opvatting onder
de huidige omstandigheden voor mogelijk ge
houden worden.
vóór middernacht gereed zal zijn.
De onderhandelingen definitief
mislukt.
BOEKAREST, 22 November. (V. D.) De
Donau-Post verneemt uit Boekarest dat de
onderhandelingen tusschen Roemenië sov
jet-Rusland over het non-agressiepact
tief zouden zijn mislukt.
De minister van buitenlandsche zaken inu
lesni zal waarschijnlijk reeds morgen in het
parlement nadere bijzonderheden mededeelen.
EEN VREESELIJKE MISDAAD.
PARIJS, 22 November (V.D.) In het dorp
Loye in de nabijheid van Avranches bewoonde
een landarbeidersgezin met een vijfjarig doch
ter'ie en den 65-jarigen vader van de vrouw
een klein huisje.
Er heerschte voortdurend oneenigheld tus
schen het echtpaar en den ouden man. Nadat
er gisteren weer ruzie was geweest, wierpen
de man en de vrouw zich op den ouden man
en sloegen hem dood.
De vader nam toen zijn vijfjarig dochtertje
dat de misdaad had gezien en een lastige ge
tuige zou kunnen worden mee naar het in de
nabijheid gelegen bosch en hing zijn kind aan
een boom op.
Dorpsbewoners vonden het lijkje en stelden
de politie op de hoogte, die de heide misdaden
ontdekte en het ontaarde echtpaar arresteerde.
Uit Washington wordt gemeldt: De Mixed
Claimscommissie is begonnen aan de laatste
onderhandelingen over de zaak Blacktom en
de zaak Kingsland. Als Duitsche vertegen
woordiger neemt dr. Kiesselbach aan de onder
handelingen deel, die waarschijnlijk eenige da
gen zullen duren.
Het gaat hierbij om de definitieve ophelde
ring van de kwestie, of de ontploffingen, die
in den wereldoorlog in de Amerikaansche
munitiedepots Blacktom en Kingsland plaats
vonden door Duitschers veroorzaakt zijn. Van
Amerikaansche zijde is nieuw bewijsmateriaal
verzameld. De Duitsche juristen beweren, dat
dit falsificaties zijn.
Naar de correspondent van de „Prager
Press" uit Warschau verneemt, is de overste
van het Jesuietenhuis te Kowno, pater Lau-
kaitis, door de politie der Litausche hoofdstad
gearresteerd, „wijl in het huis een geheime
Politieke organisatie is ontdekt".
In Kowno zouden in verband hiermede nog
tal van andere personen gearresteerd zijn.
AUTODIEF GEARRESTEERD.
BAZEL, 21 November (V.D.) Te Zürich is
een internationale autodief, de uit Stuttgart
afkomstige Schondelmeier, gearresteerd, toen
hij met een gestolen luxe-wagen ter waar
de van 50.000 francs wilde wegrijden.
Een rechercheur sprong op de treeplank. De
dief raasde met een snelheid van 120 K.M.
er vandoor en trachtte den beambte van de
treeplank af te duwen.
Tenslotte moest hij evenwel in een klein
Plaatsje stoppen, waarhij hij kon worden ge
arresteerd.
Het plan tot het vereenigën van Europa met
Afrika is reeds, wat een onderdeel betreft, het
onderwerp van ernstige studie. De Spanjaard
Jevenois werkt momenteel een plan uit tot het
houwen van een tunnel van Tarifa naar Tan-
ger. Door deze tunnel zal Spanje onder-
grondsch met zijn koloniaal bezit in Noord- en
Midden Afrika worden verhonden.
Soergel gelooft dat, als de tunnel er is, zulk
een stroom van verkeer zal losbreken, dat men
er spoedig toe zal moeten overgaan, een dam
te bouwen. En met dezen dam wordt dan een
begin gemaakt met het droogleggen van de
Middellandsche Z§e.
Het ligt voor de hand, dat tunnel en dam
tot een internationaal probleem aanleiding zul
len geven. Maar Soergel vat dit probleem
nogal licht op. Volgens hem zal Engeland lang
niet zoo tegenstribbelen, als men wel denkt.
Want in de naaste toekomst zal Gibraltar, deze
onneembare vesting, die den toegang tot de
Middellandsche Zee beheerscht, belangrijk aan
waarde inboeten, Frankrijk immers is voor
nemens, van Bordeaux naar Toulouse een ka
naai te graven, het „Canal des deux mers"
waaAdoor de Atlantische Oceaan met de Mid
dellandsche Zee zal worden verhonden. Aldus
zal de scheepvaart in het vervolg de Straat
van Gibraltar kunnen vermijden en ze zal dit
doen ook, wijl door het kanaal de afstand een
heel stuk wordt bekort. Het kanaal wordt 400
kilometer lang, 150 meter breed en 13.5 meter
diep, is derhalve ook voor groote schepen be
vaarbaar.
Dus de vesting Gibraltar vormt niet zoo'n
groot beletsel. Bovendien, zoodra het Britsche
Rijk definitief is ineengestort, zal Engeland
zich tegen wil en dank bij het Europeesche
continent moeten aansluiten, zijn splendid iso
lation moeten opgeven en mee moeten werken
aan „Atlantropa".
En nogmaals, als de dam er is, zijn we er
bijna. Want de 88.000 kubieke meter water,
die per seconde door de sluizen van dezen dam
zullen vloeien, worden natuurlijk gebruikt voor
het verwekken van electrische energie en
daardoor zal men in staat zijn, de Sahara te
bevloeien.
Soergel's hoop op nieuw land steunt niet
zoozeer op het gedeeltelijk droogleggen van de
Middellandsche Zee, dan wel op de zekerheid,
dat met het „Atlantropa" project een electri
sche energie zal worden verkregen, die de
woestijn in vruchtbaar land verandert. Het
zand van de Sahara is feitelijk verpulverde
humus. Er is slechts water noodig, om er van
alles in te doen groeien, evenals vroeger, toen
de Sahara ook rijk was aan dierlijk leven.
De Sahara telt nog talrijke bronnen en on-
deraardsche waterloopen. Het water daarin be
hoeft slechts behoorlijk verdeeld te worden en
uitgestrekte, thans doodsche gewesten worden
begeerenswaardig bezit.
In Tripolitanië hebben de Italianen in de
laatste jaren door irrigatie reeds veel be
reikt en de Egyptische regeering heeft kort ge
leden een grootsch plan van den in haar dienst
staanden Engelschman John Ball goedgekeurd,
volgens hetwelk het z.g. Quattarodal onder
water zal worden gezet (met water uit de Mid
dellandsche Zee), waardoor niet alleen een
flink meer geschapen zal worden, maar tevens
een electrische krachtbron van 150.000 P.K.
Er bestaan al verschillende projecten voor
een bevloeiing van de Sahara. Dienaangaande
is er ook reeds een begin met „Atlantropa" ge
maakt. „Atlantropa" is dus feitelijk al op
marsch.
En daarom houdt Soergel zich in zijn hoek
bezig met de toekomst van „Atlantropa". Hij
ontwerpt er alvast een economische en poli
tieke organisatie voor.
Tevens weerlegt hij de talrijke bezwaren. Er
is heel wat tegen zijn plan ingevoerd. De één
zegt, dat het gedeeltelijk droogleggen van de
Middellandsche Zee een groote, ongunstige kli
maatswisseling tengevolge zal hebben. De
ander, dat er gevaarlijke vulkanische uitbar
stingen en aardbevingen door zullen ontstaan.
Soergel ontkent dit en voorspelt speciaal voor
Noord-Europa een beter klimaat.
Dan is er de politieke kwestie. Frankrijk
en Italië, ook Griekeland, Spanje en Egypte
zijn ten nauwste bij het plan betrokken. Be
langrijke havensteden zullen moeten verdwij
nen. De Adriatische Zee wordt de helft kleiner.
Corsica en Sardinië zullen een groot eiland
vormen en Sicilië zal heel dicht aan Tunis gaan
grenzen, waarom er spoedig een dam zal wor
den gebouwd tusschen deze twee elkander ra
kende punten van Europa en Afrika. Hierdoor
zal overigens wederom een stevige grondslag
voor „Atlantropa" worden gelegd.
Soergel ziet het verkeer al over Gibraltar
en Tunisdammen snellen. Een massaverkeer,
dat direct zal worden opgenomen door den
grooten Trans-Sahariaanschen spoorweg met
welk reuzenwerk Frankrijk zijn Afrikaansche
koloniën ten nauwste aaneengehotiden heeft.
De politieke kwesties zijn net als de kwestie
van de Gibraltar vesting in Soergel's gedachten-
gang van ondergeschikt belang. Want Europa
zal noodgedwongen één worden. De dreiging
van Azië zal het tot inkeer brengen. De drang
naar lijfsbehoud zal het aanzetten tot het uit
voeren van de grootsche onderneming, die „At
lantropa" is.
Europa telt thans nationale minderheden van
totaal veertig millioen zielen. Die vormen een
probleem, dat alleen via „Atlantropa" kan wor
den opgelost. De nationale minderheden zullen
eventueel in de nieuwe gebieden nieuwe woon
plaatsen kunnen vinden en dan onafhankelijke
deelen uitmaken van de groote federatie van
Atlantropische staten.
Het is ongetwijfeld een radicaal project, dit
project van den Jules Verne van onzen tijd.
Soergel heeft zich intusschen de medewerking
van tal van vooraanstaande technici en geleer
den verzekerd en elk onderdeel van zijn plan
is door een vakman bestudeerd. Verder heeft
hij een Atlantropa-Unie gevormd, die zijn plan
zal propageeren. Er zijn bereids in verschil
lende groote steden tentoonstellingen gehouden,
waarop het publiek zich een voorstelling kan
vormen van hetgeen „Atlantropa" zal zijn.
De bedrijvigheidF' bij den bouw van den
grooten dam tusschen Gibraltar en
Tarifa.
Soergel noemt zijn „Atlantropa" redelijker
dan Coudenhove-Kalergi's Pan-Europa. Het laat
ste is een ontwerp van een filosofisch aange
legd politicus, het eerste een concreet plan van
een practisch technicus. Desondanks aanvaardt
hij de Pan-Europa gedachte als een hulpmiddel
om tot zijn doel te komen.
Het nadeel van Coudenhove is, dat hij vast
houdt aan Europa's koloniën en dus aan het
imperialisme, d.i. aan een verloren zaak, terwijl
bijv. Engeland van Pan-Europa wordt uitge
sloten en Rusland als een apart geheel wordt
beschouwd. Coudenhove construeert zes groote
stat§nfederaties, die den wereldvrede zouden
moeten verzekeren: Europa-Britsche Wereld-
rijk-Amerika-Japan-China en Rusland. Hij gaat
van bestaande politieke grenzen uit en dit acht
Soergel een fout.
Wat Woytinsky's Vereenigde Staten van Eu
ropa aangaat, ook dit plan is slechts een lap
middel. Soergel ziet op grond van economische
en geografische overwegingen hij acht de
economie en de geografie in de toekomst onzer
wereld beslissende factoren twee machtige
organismen oprijzen en wel het feeds door Soen
Yat Sen gepropageerde Groot Azië en het onder
leiding van Washington groeiende Pan-Amerika.
Hiertusschen moet volgens hem Europa be
kneld raken, indien het zich niet met alle krach
ten werpt op innerlijke versteviging en verster
king van zijn positie tegenover de rest van de
wereld. Hij meent, dat dit sléchts door „At
lantropa" mogelijk is.
Het doen herrijzen van Atlantis, dat een ge
bied van drie millioen vierkante kilometers
zal omvatten (vijf maal zoo groot als Duitsch-
land) plus het openstellen van Afrika voor het
blanke ras is voor Europa de eenige uitkomst,
om zich te handhaven.
En Soergel haalt tenslotte woorden aan, door
Nietzsche jaren geleden neergeschreven: „aan
genomen, dat het idealisme der menschen niet
stil blijft staan, zou het mogelijk zijn, dat er
grootsche ondernemingen tot stand worden ge
bracht, waarvan wij nauwelijks droomen. In-
plaats van kunstwerken te scheppen zal men de
natuur op groote schaal verfraaien en benut-
ten".
Het doen herrijzen van Atlantis in „Atlan
tropa", aldus Soergel, zou de lust tot oorlog
en vernietiging van de Europeanen gedurende
eeuwen in opbouwenden arbeid omzetten. De
wil tot deze daad zou het grootste, veelbelovend-
ste cultuurwerk der menschen in de twintigste
eeuw wezen....
MAATREGELEN TEGEN EEN KONIJNEN-
AANVAL.
Naar de correspondent van de „Daily Express"
uit Cambridge meldt, zijn aldaar buitenge
wone maatregelen genomen om een „grappen
maker" te weren, die van plan zou zijn vijf
honderd konijnen in Trinity college los to
laten.
Monsiieur, zei Jimmie, het is mijn s®^ulrt-
mag in dit opricht geen blaam
etIeh. It 7 v«»r in dat ik gezien heb,
inclusief' de mand, aan den
fauler gegeven werd want, zooals ik u reeds
fflk deed het zelf. Nu is de k°Mer ln^
afgegeven. Daaruit vloeit voort. dat ik
eigenlijke oorzaak ben van alles. Ik hoop,
Monsieur mijn vwontschuldloing"611 za
len aannemen. En, met den diepsten eei ie
aou ik Monsieur willen verzoeken van mij de
fijnste en vetste kaas, die Parijs ooit gezien
Leeft, te willen accepteerenin plaats, mon-
ï>leUr. yan die. welke verloren is geraakt.
Monsieur Charles boog, maars chudde zijn
afwijzend
„„Monsieur Charles boog, maar schudde zijn
waardigheid. Ik dank n Maar. Mon-
SUr' het zal niet dezelfde kaas zijn. Monsieur
f1 *Ün gevoelen wat dit betreft wel kunnen
"leeren? kaas, die monsieur mij zoo
«^Idihoedig aanbiedt zal echter niet zoo'n
echZ'n als dl.
fUster sedaan zou hebben; het is een kwestie
Van seatiment, van appreciatie. Tot mijn s
®oet het vriendelijke aanbod atwijz
ar-... Hier keek Monsieur Charles Jimmie
6°herp aan ais monsieur mij een d'iensii
2°u willen bewijzen
Met het grootste genoegen, monsieur, zei
'mmie. u behoeft het alechts te zeggen en ik
1 Biffn uiterste best doen.
N"""~ Zou monsiieur mij dan naar het station
willen vergezellen, waar de koffer aan de zor
gen van een niet te snuggeren kruier wer
toevertrouwd? U zoudt mij daarmee zeer aan u
verplichten en misschien zal de kaas nog mijn
arme tafel sieren.
Met plezier, monsieur, antwoordde
Trickett. Hij deed het natuurlijk voorkomen,
alsof het inderdaad een plezier voor hem was,
^ant hij zag wel In, dat er toch geen kans vaD
ontvluchten was. Hij moest met Monsieur Char-
les naar het Gare du Nord en daar mee hel-
Pea zoeken en aan bet geluk overlaten, hoe
er zich uit kon redden. Zullen we nu di-
rect maar naar het station gaan? vervolgde
11Ik ben tot uw dienst.
De hoed van uw zuster, mijnheer Tri
ckett? vroeg Eva bedeesd.
Ah, ik stoor het zaken doen? U bent een
Van onze cliënten? riep Monsieur Charles
uit.
Mijniheer Trickett, zei Eva, is een van
oni'^o Londensche cliënten, Monsieur Charles.
1 's vanmorgen speciaal gekomen om te
'aten over ©en hoed voor zijn zuster, die
in Indië woont.
mi kafon we dat maar even rusten, zei Jim-
n'le- Daar kunnen we later nog over praten
nni u met mij mee, Monsieur Charles? Hij
manoeuvreorde den Franschman naar de deur,
nar eerde hij zich nog even snel om en gaf
va een blik van verstandhouding. Vammid-
t&o "om ik op de zaken terug, merkte hij zoo
ei .oops op en om tijd te winnen riep hij een
passoerende taxi aan en hielp zijn gezel in
stappen. Ik lioop, monsieur, dat onze expedi
tie niet zal blijken te zijn ©en jacht op ver
dwenen wild.
Monsieur Charles keek hem onrustig aan.
Nee, nee, ik hoop van niet. Ik weet niet
wat ik zal doen ais ik het geschenk niet zal
terug vinden. Maar hoe zou het mogelijk zijn,
dat wij niet slagen, monsiieur? De zaak is toöh
zoo eenvoudig. U zult den kruier vinden,
dien u de bagage gegeven hebt, u zult hem
vragen.... och ja, dan zal alles rustig zijn
oplossing vinden.
Ik veronderstel ©«iter, dat er veel kruiers
aan het station zullen zijn, misschien wel een
honderd. Ik heb niet zoo speciaal op mijn
man gelet. Het zou mogelijk kunnen zijn, dat
ik hem niet herkende, weet. u!
Maar Monsieur Charles hield vol, dat de
zaak heel eenvoudig op te lossen was. De
auto draaide den hoek van een straat om en
reed voor het Gare du Nord. ^ot Jimmle's
grooten schrik kwaim de kruier, die zijn oa-
gage had weggebracht, naar het portier om
het te openen. Toen hij Jimmie zag, herkende
hij in hem den gullen heer van den vorigen
da" en behandelde hem daarom met meer
beleefdheid dan zijn gewoonte was. Een pijn-
lijke situatie!!
HOOFDSTUK XI.
De Kruier en de Kaas.
Een moment slechts had Jimmie het gevoel,
of hij een verloren spel speelde, doch direct
daarop beheersphte hij weer de situatie, en
met een gemak, waarover hij ze'f verbaasd
stond. Hij hielp Monsieur Charles uitstappen,
greep naar wat geld en duwde dit den chauf
feur in de hand, zonder eigenlijk te weten
of het veel of weinig was, wenkte den té
voorkomenden en té vriendelijken kruier om
opzij te gaan en haastte zich met Monsieur
naar de hall, alsof er geen moment te verlie
zen viel. Maar Monsieur Charles keek nog eens
oplettend achter zich, in de richting van den
kruier.
Die men daar, monsieur, zei hij. Hij scheen
U goed te kennen. Is hij misschien de man, de
domoor, dien u mijn verloren kaas hebt toe
vertrouwd?
Neen, neen! riep Jimmie uit, terwijl hij
een onverschilligen blik op den kruier wierp
Neen, niet dezelfde, neen, het was een ander
E u begrijpt wel ik kom zoo dikwijls
lu Parijs, dat veel kruiers mij kennen
ik eb ik geef meestal nog ai ruime
fooien en als ze dat eenmaal weten.Enfin,
uu zijn we hier!
Onwillekeurig had Jimmie de laatste woor-
<i'en in het Enge'sch gezegd. Tot zijn verbazing
antwoordde Monsieur Charles hem in dezelfde
taal.
Ik ben hier, Monsieur Trickett. Wat nu?
vroeg hij.
Wat zoudt u er van zeggen, ais wij.begon
Jimmie, wanhopig zoekend naar een voorstel,
om het mannetje van de wijs te brengen, wat
zoudt u ervan zeggen ja —ziet u, de zaak
is. dat ik een beetje honger begin te krijgen.
Zullen we niet eerst een flinken lunch nemen
voor we aan onze onderzoekingen beginnen?
Het is bijna tijd, monsieur.
Monsieur Charles aarzelde. Doch een mo
ment later stemde hij toe.
In dit geval zal het mij aangenaam zijn
mij naar uw wenschen te schikken, Monsieur
Trickett, antwoordde hij. Inderdaad een uur
meer of minder zal zoo'n groot verschil niet
uitmaken. Trouwens het was vanmorgen al bij
zonder vroeg, toen ik aan het ontbijt zat.
Laten we dan gaan. Weet u misschien een
mooie gelegenheid hier dicht bij?
Monsieur Charles wist een restaurant, een ex
cellente gelegenheid, en heel dicht bij het
station. Hij bracht er Jimmie heen. Daar aan
gekomen zocht de laatste er een gezellig plaats
je uit, vlak bij het raam. Bestelde een war
men lunch en liet wijn breugen{ dien Monsieur
Charles hem speciaal aanbeval. Onder den in-
vloed van het smakelijke eten en den lekke
ren wijn werd Monsieur wat vriendelijker en
ook wat meer vertrouwelijk vertrouwelijk,
dat wil zeggen, dat hij zeer veel belang stelde
in zijn gastheer.
U kent Parijs goed? vroeg hij.
Zeker, zeker! Kom er zeer dikwijls.
Ach zoo! En als ik u zou willen spreken
met betrekking tot de verloren kaas, waar zou
ik u dan kunnen vinden?
Oh ik logeer altijd tn Grand Hotel, ant
woordde Jimmie. Doch het volgende moment
wenschte hij, dat hij het adres voor zich ge
houden had. Maar die kaas? Zou u het zoo
verschrikkelijk vinden, als u haar niet terug
vondt
Monsieur Charles dronk voorzichtig van den
wijn.
Monsieur, een geschenk uit eerbied
vriendschap en goedheid door de eene relatie
aan de andere gegeven, is iets zeer ernstigs,
zelfs al is dit geschenk een vogel of een kaas.
Ik zou mijzelf als een onwaardige beschouwen,
als ik mijn kaas niet zou terugkrijgen!
Juist ja ja bewonderenswaardige
gevoelens! We zullen natuurlijk ons best doen
Puik wijntje vindt u niet?
Monsieur Cbarles was juist van plan, zijn
opinie over wijn te geven, toen Jimmie plot
seling van stoel opstond en naar de deur liep.
zijn servetin de hand en blootshoofds.
Een kennis ging voorbij! riep hij uit.
Moet hem beslist spreken! Excuseer me een
oogenblik. monsieur!
Hij rende het restaurant uit, de straat op
vóór zijn gast hem kon antwoorden. Bulten
gekomen stak Jimmie zijn servet in zijn zak,
en liep hard naar het station, zonder er zich
iets van aan te trekken, dat hij zonder hoed
liep en dat de monschen hem nieuwsgierig aan-
kck©n»
Er was haast hij. Hij moest dioa kruier vin
den. Hij was er van overtuigd, dat Monsieur
Charles speciaal op dien man zou letten. En
hij zou het niet kunnen verhinderen, als hij
hem vroeg, of hij iets va die sluttmand af wist.
Hij moest dat voorkomen; de lippen van dien
kruier moesten worden gesloten. Een groot
voordeel is, dacht Jimmie, dat geld in dergelijke
gevallen veel kan doen hij zo# den man
trachten om te koopen.
Hij stormde als het ware het station In,
keek wild en angstig rond. Opeens zag hij den
bewusten man, die wat rondslenterde. Jimmie
riep hem.
Herinnerde je je mij?
Uitstekend, mijnheer, antwoordde de
kruier. Ik had de eer u gisterenavond te hel
pen.
Je zag me zoo juist met een man, die. .j
Ik zag den vriend van mijnheer. Ik ken
hem. Van gezicht, hij reist dikwijls naar Enge-
land.
Oh! riep Jimmie uit. Wel, als hij hier
mocht kmoen, en hij zou je eenige vragen
stellen over gisterenavond, over mij, over de
jonge dame of over de bagage, die je voor mij
weggebracht hebt dan weet je niets! Afge
sproken? Eb?
De kruier, die er waarschijnlijk met veel
van begreep, keek hem een oogenblik verbaasd
aan doch toen Jimmie hem eenige goudstuk
ken' liet zien, kmipoogende hij vertrouwelijk.
Je weet niets niets! herhaalde Jimmie.
Je hebt mijn bagage nooit gezien. Eh?
Mijnheer zegt het Ik weet mets! Ik
ben doof en blind! Trouwens ik was gisteren
avond niet hier, zei de man vroolijk.
Jimmie stopte hem de geldstukken in ziju
hand.
(Wordt vervolgd).