m ALGEMEEN OVERZICHT. ATLANTROPA, HET NIEUWE WERELDDEEL hitler voor de afwijzing WOENSDAG 23 NOVEMBER 1932 Het Verre Oosten in Genève. PP HET GEHEIM YAN DE WILHELMSTRASSE. RUSTIG VENEZUELA. Een verklaring van de V cnezolaansche legatie. ITALIË EN JOEGO-SLAVIE. Aanwakkering van opgewondenheid. HOOVER—ROOSEVELT. GARNER IS ABSOLUUT TEGEN SCHRAPPING OF HERZIENING. ROOFOVERVAL OP PASTOOR. HINDENBVRG'S VOORWAARDEN EN HITLER'S VRAGEN. DE SAHARA ALS TOEKOMSTIG PARADIJS. roemenie en sovjet-rusland. HET GEVAL-BLACKTOM. DE KULTURKAMPF IN LITAUEN. Europa, ontwaak!.... Fel staan te Genève, dat door ke en politieke verwikkelingen wrtegenwoort centrum is geworden, de groo Ma). digers van het Verre °°ste"' V°Koo, tegenover soeoka, voor China Weilmg woordenstrijd, elkaar. En het Westen ziet dien niet-of- een weerspiegeling van den geheel ficieelen oorlog in Mandsjoerije,^ s China, hoofdschuddend aan, de wijl het van de mentaliteit, weinig be- hat ten tot uiting komt so fan grijpt, zoo bitter weinig 8 jn de volken. De Oosterlingen ver®° Vileedijmaar hun bondsstad in Westersche pogell zjj geheele opvatting is Oo weej. te geven deze in Europeesche te Aziatische fllogo. »eze dooreenstrengelmS noiog.e rie en Europeesche ten» dat 't nog moeilijker wordt door de ondoorgron- delijke expressies tot het diepste wezen, tot de innerlijkste bedoelingen van de geheimzinnige diplomaten door te dringen, die weten, dat te Genève een geweldig stuk historie bediscus sieerd wordt, terwijl de beslissing daarvan is zoowel de Japanner als de Chinees over- tuigd toch alleen en uitsluitend, maar met andere dan vredelievende middelen, langs de kusten van de Pacific zal vallen. De groote internationale kopstukken hebben bijna allen aan de raadstafel plaats genomen: sir John Simon, Paul Boncour, de demission- naire Duitsche minister von Neurath, Benes; overmorgen komt Herriot, wellicht verschijnt zelfs Mac Donald. Zij luisteren toe, liooren hoe de woorden imperialisme, verdediging, natio nalisme, volkenbond, orde en rust, verzoening en vrede, legers en oorlog door de zaal geslin gerd worden, juist alsof het Europeesche vre- desprobleem behandeld werd. Wellicht kunnen zij zelfs van deze geroutineerde Oostersche di plomaten nog iets leeren hoe men, in steeds hoo- ger perfectie, den vrede kan verkondigen en tegelijkertijd de tegenstellingen aanwakkeren. Maar tevens moeten zij beseffen en besef fen zij ook dat als Japan triomfeert, de vol kenbond een nederlaag lijdt; dat, wat er ook moge gebeuren, de volkenbond er, voorloopig te-n minste, den onaangenamen weerslag van sa] ervaren. Het uitgangspunt der debatten is het rap- Port, dat door de speciale volkenbondscommis sie, welke onder leiding van Lytton naar Mand- sjoerije werd gezonden om den toestand ter Plaatse te onderzoeken, is opgesteld. Meer ech ter dan uitgangspunt is het niet, al om de een voudige reden, dat sinds bedoelde commissie biet haar onderzoek is gereed gekomen, de toe stand van den grond af is gewijzigd. Het is practisch buitengesloten, dat Japan, hetwelk op dit oogenblik de macht in het Verre Oosten, en daarmede over het economise en Politiek belangrijkste gedeelte van Azie, vast in handen heeft, de positie, welke het bijna een eeuw lang heeft pogen te veroveren, en nu ein delijk verkregen heeft, uitsluitend als een con cessie aan de rechtsidee van den volkenbond zal prijsgeven. Toch moet de bond aan dit rapport vasthou den, niettegenstaande het voldongen feit, dat het vasthouden feitelijk doelloos maakt, omdat het prijsgeven der conclusies neerkomt op een prijsgeven der rechtsbeginselen. Daarom blijft, zelfs voor Japan, maar dan ter bitterste be strijding, het rapport een nominale' basis der Geneefsche onderhandelingen, maar overigens loopen de besprekingen onbeperkt, ten minste bij Japan en China, over het fait accompli, voor eerstgenoemd land om dit als de natuurlijke ontwikkeling van de toestanden in het Verre Oosten te verdedigen; voor het laatstgenoemde om op grond van de bij de totstandkoming van Mandsjoekoeo gevolgde procedure de vernieti ging van deze imperialistische gebeuitenis te eischen. Oogenschijnlijk redeneeren Matsoeoka en Wellington Koo geheel langs elkaar heen, maar in werkelijkheid houden zij aan hetzelfde punt onverbiddelijk vast. Beide partijen gaan uit van de chaotische toestanden, welke indeidaad in China heerschen. Terwijl dan de Chineesche gedelegeerde het zooals hij het noemde „niet al te verkwikkelijk beeld, dat China vertoont", eenvoudig als een gevolg van den overgang van een vierduizend-jarig keizerrijk naar een moderne natie verklaarde en Japan bovendien beschuldigde, dat dit land de verwarring uit zuiver imperialistische overwegingen nog aan wakkerde, meende de Japanner, dat Japan zich geroepen moest voelen om orde in dien chaos te scheppen, al was het slechts, wijl zijn levensbelangen daarmede gemoeid waren. Niet onduidelijk liet Matsoeoka dan ook doorsche meren reeds in zijn groote interview met de volkenbondsjournalisten dat Japan zelfs met do huidige ordening geen genoegen zal nemen en paraat staat om nog meer orde en rust te scheppen. „Als de Mandsjoerijsche kwestie een- maal opgelost zal zijn, za] ?e veel grootere Ckina-kwestie zelf materieel veel vereenvou digd zijn", zegt het Japansclie antwoord op het Lytton-rapport veelbeteekend Waarop dr. Yen, in naam van China, even veelbeteekenend rea geerde: „Dan zal China de ramp van het mi», tarisme op zich nemen om ons grondgebied van den overweldiger te bevrijden". De Chineezen verklaren, dat volgens het woord van den grooten Sun Yat Sen hun na tionalisme zuiver verdedigend, vredelievend en opbouwend is. De Japanners zouden van hun imperialisme niet gaarne iets anders beweren. En ondertusschen moet de volkenbond de ge beurtenissen eenvoudig haar gang laten gaan. Alleen een krachtig ingrijpen van Amerika, dat in zijn strevingen overigens even imperialis tisch is als Japan, zou wellicht nog eenige wending kunnen brengen. Doch dan zou het negenmogendheden-verdrag formeel in het ge ding moeten worden gebracht; doch daarvan zijn de onderteekenaars nog banger dan van de toepassing van het covenant. Kh De mislukte aanslag op den trein van Her riot; de vernielde spoorlijn Naar aanleiding van een beschouwing in ®bkele Nederlandsche dagbladen opgenomen °Hder den titel „de onrust in Zuid-Amerika" spreekt de Venezolaansche legatie de bewerin gen in deze beschouwing, voor zoover deze rechtstreeks of onmiddellijk op Venezuela en zijn regeering betrekking hebben, zoo beslist hogelijk tegen. Ter wille van de waarheid heeft de Vene zolaansche legatie er groot belang bij op het v°'gende te wijzen Er is jn Venezuela sinds 29 jaar geen ïevo- uVj® seweest. 0„ ec°nomische crisis is in Venezuela met len <Jo°r politieke en militaire maatrege zooals de bedoelde beschouwing zegt; zij vermeden door de wijze bestuursmaatregelen an president Gómez. Het Venezolaansche leger bedraagt slechts <000 man voor een grondgebied van meer dan oiiliioen kM2. Het budget van oorlog en marine in Vene zuela heeft in die laatste 23 jaar niet meer bedragen dan gemiddeld 14 pCt. van net totale iaarlijksche budget, een cijfer, dat veel lager is dan dat hetwelk in de bewuste beschouwing ^'ordt gegeven. In Venezuela is er nooit eenige reactie tegen Vreemde ondernemingen geweest en deze kan er ook niet komen. NABOOMSPRUIT. (Transvaal), 21 Novem her (R.O.) Er heeft hier een hevig onweer ge. woed; hagelsteenen kwamen met zooveel kracht neer, dat zij dertig c.M. diep jn den grond boorden. ROME, 22 Novermber (V.D.) De Italiaan- sche pers volgt aan de hand van berichten uit Weenen en Belgrado met aandacht de ontwikkeling van de Italiaansche positie in Zuid-Slavië. Een bericht maakt melding van het feit, dat eenige dagen geleden op het Dalmatische eiland Brazza, dat voor Spalato is gelegen, on geregeldheden hebben plaats gehad. Er zou den gewelddaden zijn gepleegd jegens Itali aansche bewoners. In het plaatsje San Gio vanni zouden sterke groepen de huizen van Italiaansche burgers hebben bestormd, terwijl de graven van Italiaansche families zouden zijn geschonden. Er zou aanzienlijke schade zijn toegebracht aan eigendommen van Italiaansche burgers. De Zuid-Slavische politie zon de demonstran ten hun gang hebben laten gaan en pas hebben ingegrepen nadat de Italiaansche consul-gene raai te Spalato had verzocht de belangen der Italianen te beschermen. Er zijn eenige arrestaties verricht. NEW-YORK, 21 November (V.D.) De meenin gen der New-Yorksche ochtendbladen over de conferentie, welke heden plaats heeft, tusschen den aftredenden en den nieuw gekozen presi dent loopen zeer uiteen. Terwijl de „New- York Tribune" uit politieke kringen verneemt, dat Hoover zijn opvolger uitstel der December- betalingen en herziening van de schulden zal voorstellen beweert de republikeinsche „New- York Herald Tribune", dat Hoover tegen uit stel is van de vervallen termijnen. Wel moet Hoover bereid zijn, om tegenover Engeland grootere tegemoetkoming te toonen dan tegenover de andere schuldenaarsstaten. In de conferentie tusschen Hoover en Roose velt zal voorts nog worden besproken de deel neming der Vereenigde Staten aan de econo mische wereldconferentie. Intusschen seint Reuter dt. gisteren uit St. Louis, dat Garner, voorzitter van het huis van afgevaardigden en toekomstig vice-president der Vereenigde Staten, daar gepasseerd is, op reis naar Washington, waar hij aan de con ferentie Hoover-Roosevelt zal deelnemen. Te St. Louis moet John Garner de onheil spellende verklaring hebben achtergelaten: „Ik ben absoluut tegen annuleering of herziening der oorlogsschulden". NEW YORK, 22 November. (R. O.) De cor respondent van de „New York Times te Was hington verklaart, uit goede bron te weten, dat Hoover voorstander is van een uitstel van den betalingstermijn van 15 December a.s., in af wachting van de beslissing, of het gewenscht is, tot een algemeene herziening van de oor- logsschulden over te gaan. De Herald Tribune" meent, dat alle hoop op een accoord tusschen Hoover en Roosevelt niet behoeft te worden opgegeven, het is ech ter zeer de vraag, zegt het blad, of deze over eenstemming het congres van zijn standpunt af zal brengen. BÖNNINGHARDT (district Mors), 22 No vember. W.B.) Op den katholieken pastoor Sanders is in den afgeloopen nacht een roof overval gepleegd. Vier bandieten drongen de slaapkamer van den pastoor binnen en dwongen hem, onder bedreiging met een revolver, de geldkist te openen, waaruit zij al het aanwezige geld weg namen. Zij eischten ook nog de portefeuille van den pastoor en sloten ten slotte den pas toor in zijn slaapkamer op. Een hond, die hen in het trappenhuis trachtte tegen te houden, sneden zij den hals door. De roevers wisten zich met een buit van ongeveer driehonderd rijksmark uit de voeten te maken. BERLIJN, 22 November. (V.D.) De vragen, die Adolf Hitler gisterenavond nog aan staats secretaris Meissner heeft gedaan, zullen van morgen aan den rijkspresident worden voorge legd. Het antwoord hoopt men Hitier tegen den middag te kunen geven. Omtrent den inhoud zoowel van de vragen als van het antwoord wordt het diepste stil zwijgen bewaard. Naar verluidt hebben de vragen tot kern of Hindenburg's opdracht aan Hitier beteekent, dat hij een presidentieele regeering met parle mentaire bindingen of een parlementaire meer- derheidsregeering met presidentieele bindingen moet vormen. Klaarblijkelijk staat men bij de nationaal- socialisten op het standpunt, dat voor de vor ming van een parlementaire meerderheidsre- geering niet zulke vérstrekkende voorwaarden gesteld behoeven te worden als de rijkspresi dent heeft gedaan, terwijl in geval van vor ming eener presidentieele regeering den toe komenden rijkskanselier belangrijke uitgebrei de volmachten moeten worden gegeven tot een eventueel noodzakelijke rijksdag-ontbinding. BERLIJN, 22 November. (V.D.) Het ant woord van staatssecretaris Meissner is heden middag om half twee aan Hitier overhandigd. Het gaat op alle details in en laat de moge lijkheid voor verdere onderhandelingen open. In een slot-alinea wordt de verwachting uit- gespiyken, dat Hitier, nu alle vragen zijn op gehemeld, nog in den loop van den middag de finitief zal antwoorden, of hij Hindenburg's opdracht aanvaardt. BERLIJN, 22 November. (W.B.) Tegen vier uur hedenmiddag heeft Adolf Hitler met zijn intiemere partijvrienden een vergadering ge houden, waarin beraadslaagd werd, in welken vorm Hitier het verzoek van den rijkspresi dent zou beantwoorden. Tijdens deze bijeenkomst schijnt de beslis sing reeds gevallen te zijn. Naar beweerd wordt, is het tot heftige de batten tusschen de verschillende meeningen gekomen. Het resultaat der bespreking was ten slotte, dat een commissie werd benoemd, welke een memorandum zal uitwerken. Dit memorandum zal een lange zakelijke uiteenzetting zijn, waarin ten opzichte van de vijf bekende voorwaarden van den rijkspresi dent punt voor punt stelling wordt genomen. In het memorandum zal erop worden gewe zen, dat onder deze voorwaarden een parle mentaire oplossing eenvoudig onmogelijk is. Dat het memorandum zeer omvangrijk zal zijn, blijkt uit het feit, dat het geheele vraag stuk ook in zijn staatsrechtelijken en histori- schen samenhang zal behandelen. Hiermede stelt het memorandum zich echter niet tevreden, doch gelijktijdig zullen ook po sitieve wijzigingsvoorstellen voor een presi dentieel kabinet worden gegeven, zooals vol gens nationaal-socialistisehe opvatting onder de huidige omstandigheden voor mogelijk ge houden worden. vóór middernacht gereed zal zijn. De onderhandelingen definitief mislukt. BOEKAREST, 22 November. (V. D.) De Donau-Post verneemt uit Boekarest dat de onderhandelingen tusschen Roemenië sov jet-Rusland over het non-agressiepact tief zouden zijn mislukt. De minister van buitenlandsche zaken inu lesni zal waarschijnlijk reeds morgen in het parlement nadere bijzonderheden mededeelen. EEN VREESELIJKE MISDAAD. PARIJS, 22 November (V.D.) In het dorp Loye in de nabijheid van Avranches bewoonde een landarbeidersgezin met een vijfjarig doch ter'ie en den 65-jarigen vader van de vrouw een klein huisje. Er heerschte voortdurend oneenigheld tus schen het echtpaar en den ouden man. Nadat er gisteren weer ruzie was geweest, wierpen de man en de vrouw zich op den ouden man en sloegen hem dood. De vader nam toen zijn vijfjarig dochtertje dat de misdaad had gezien en een lastige ge tuige zou kunnen worden mee naar het in de nabijheid gelegen bosch en hing zijn kind aan een boom op. Dorpsbewoners vonden het lijkje en stelden de politie op de hoogte, die de heide misdaden ontdekte en het ontaarde echtpaar arresteerde. Uit Washington wordt gemeldt: De Mixed Claimscommissie is begonnen aan de laatste onderhandelingen over de zaak Blacktom en de zaak Kingsland. Als Duitsche vertegen woordiger neemt dr. Kiesselbach aan de onder handelingen deel, die waarschijnlijk eenige da gen zullen duren. Het gaat hierbij om de definitieve ophelde ring van de kwestie, of de ontploffingen, die in den wereldoorlog in de Amerikaansche munitiedepots Blacktom en Kingsland plaats vonden door Duitschers veroorzaakt zijn. Van Amerikaansche zijde is nieuw bewijsmateriaal verzameld. De Duitsche juristen beweren, dat dit falsificaties zijn. Naar de correspondent van de „Prager Press" uit Warschau verneemt, is de overste van het Jesuietenhuis te Kowno, pater Lau- kaitis, door de politie der Litausche hoofdstad gearresteerd, „wijl in het huis een geheime Politieke organisatie is ontdekt". In Kowno zouden in verband hiermede nog tal van andere personen gearresteerd zijn. AUTODIEF GEARRESTEERD. BAZEL, 21 November (V.D.) Te Zürich is een internationale autodief, de uit Stuttgart afkomstige Schondelmeier, gearresteerd, toen hij met een gestolen luxe-wagen ter waar de van 50.000 francs wilde wegrijden. Een rechercheur sprong op de treeplank. De dief raasde met een snelheid van 120 K.M. er vandoor en trachtte den beambte van de treeplank af te duwen. Tenslotte moest hij evenwel in een klein Plaatsje stoppen, waarhij hij kon worden ge arresteerd. Het plan tot het vereenigën van Europa met Afrika is reeds, wat een onderdeel betreft, het onderwerp van ernstige studie. De Spanjaard Jevenois werkt momenteel een plan uit tot het houwen van een tunnel van Tarifa naar Tan- ger. Door deze tunnel zal Spanje onder- grondsch met zijn koloniaal bezit in Noord- en Midden Afrika worden verhonden. Soergel gelooft dat, als de tunnel er is, zulk een stroom van verkeer zal losbreken, dat men er spoedig toe zal moeten overgaan, een dam te bouwen. En met dezen dam wordt dan een begin gemaakt met het droogleggen van de Middellandsche Z§e. Het ligt voor de hand, dat tunnel en dam tot een internationaal probleem aanleiding zul len geven. Maar Soergel vat dit probleem nogal licht op. Volgens hem zal Engeland lang niet zoo tegenstribbelen, als men wel denkt. Want in de naaste toekomst zal Gibraltar, deze onneembare vesting, die den toegang tot de Middellandsche Zee beheerscht, belangrijk aan waarde inboeten, Frankrijk immers is voor nemens, van Bordeaux naar Toulouse een ka naai te graven, het „Canal des deux mers" waaAdoor de Atlantische Oceaan met de Mid dellandsche Zee zal worden verhonden. Aldus zal de scheepvaart in het vervolg de Straat van Gibraltar kunnen vermijden en ze zal dit doen ook, wijl door het kanaal de afstand een heel stuk wordt bekort. Het kanaal wordt 400 kilometer lang, 150 meter breed en 13.5 meter diep, is derhalve ook voor groote schepen be vaarbaar. Dus de vesting Gibraltar vormt niet zoo'n groot beletsel. Bovendien, zoodra het Britsche Rijk definitief is ineengestort, zal Engeland zich tegen wil en dank bij het Europeesche continent moeten aansluiten, zijn splendid iso lation moeten opgeven en mee moeten werken aan „Atlantropa". En nogmaals, als de dam er is, zijn we er bijna. Want de 88.000 kubieke meter water, die per seconde door de sluizen van dezen dam zullen vloeien, worden natuurlijk gebruikt voor het verwekken van electrische energie en daardoor zal men in staat zijn, de Sahara te bevloeien. Soergel's hoop op nieuw land steunt niet zoozeer op het gedeeltelijk droogleggen van de Middellandsche Zee, dan wel op de zekerheid, dat met het „Atlantropa" project een electri sche energie zal worden verkregen, die de woestijn in vruchtbaar land verandert. Het zand van de Sahara is feitelijk verpulverde humus. Er is slechts water noodig, om er van alles in te doen groeien, evenals vroeger, toen de Sahara ook rijk was aan dierlijk leven. De Sahara telt nog talrijke bronnen en on- deraardsche waterloopen. Het water daarin be hoeft slechts behoorlijk verdeeld te worden en uitgestrekte, thans doodsche gewesten worden begeerenswaardig bezit. In Tripolitanië hebben de Italianen in de laatste jaren door irrigatie reeds veel be reikt en de Egyptische regeering heeft kort ge leden een grootsch plan van den in haar dienst staanden Engelschman John Ball goedgekeurd, volgens hetwelk het z.g. Quattarodal onder water zal worden gezet (met water uit de Mid dellandsche Zee), waardoor niet alleen een flink meer geschapen zal worden, maar tevens een electrische krachtbron van 150.000 P.K. Er bestaan al verschillende projecten voor een bevloeiing van de Sahara. Dienaangaande is er ook reeds een begin met „Atlantropa" ge maakt. „Atlantropa" is dus feitelijk al op marsch. En daarom houdt Soergel zich in zijn hoek bezig met de toekomst van „Atlantropa". Hij ontwerpt er alvast een economische en poli tieke organisatie voor. Tevens weerlegt hij de talrijke bezwaren. Er is heel wat tegen zijn plan ingevoerd. De één zegt, dat het gedeeltelijk droogleggen van de Middellandsche Zee een groote, ongunstige kli maatswisseling tengevolge zal hebben. De ander, dat er gevaarlijke vulkanische uitbar stingen en aardbevingen door zullen ontstaan. Soergel ontkent dit en voorspelt speciaal voor Noord-Europa een beter klimaat. Dan is er de politieke kwestie. Frankrijk en Italië, ook Griekeland, Spanje en Egypte zijn ten nauwste bij het plan betrokken. Be langrijke havensteden zullen moeten verdwij nen. De Adriatische Zee wordt de helft kleiner. Corsica en Sardinië zullen een groot eiland vormen en Sicilië zal heel dicht aan Tunis gaan grenzen, waarom er spoedig een dam zal wor den gebouwd tusschen deze twee elkander ra kende punten van Europa en Afrika. Hierdoor zal overigens wederom een stevige grondslag voor „Atlantropa" worden gelegd. Soergel ziet het verkeer al over Gibraltar en Tunisdammen snellen. Een massaverkeer, dat direct zal worden opgenomen door den grooten Trans-Sahariaanschen spoorweg met welk reuzenwerk Frankrijk zijn Afrikaansche koloniën ten nauwste aaneengehotiden heeft. De politieke kwesties zijn net als de kwestie van de Gibraltar vesting in Soergel's gedachten- gang van ondergeschikt belang. Want Europa zal noodgedwongen één worden. De dreiging van Azië zal het tot inkeer brengen. De drang naar lijfsbehoud zal het aanzetten tot het uit voeren van de grootsche onderneming, die „At lantropa" is. Europa telt thans nationale minderheden van totaal veertig millioen zielen. Die vormen een probleem, dat alleen via „Atlantropa" kan wor den opgelost. De nationale minderheden zullen eventueel in de nieuwe gebieden nieuwe woon plaatsen kunnen vinden en dan onafhankelijke deelen uitmaken van de groote federatie van Atlantropische staten. Het is ongetwijfeld een radicaal project, dit project van den Jules Verne van onzen tijd. Soergel heeft zich intusschen de medewerking van tal van vooraanstaande technici en geleer den verzekerd en elk onderdeel van zijn plan is door een vakman bestudeerd. Verder heeft hij een Atlantropa-Unie gevormd, die zijn plan zal propageeren. Er zijn bereids in verschil lende groote steden tentoonstellingen gehouden, waarop het publiek zich een voorstelling kan vormen van hetgeen „Atlantropa" zal zijn. De bedrijvigheidF' bij den bouw van den grooten dam tusschen Gibraltar en Tarifa. Soergel noemt zijn „Atlantropa" redelijker dan Coudenhove-Kalergi's Pan-Europa. Het laat ste is een ontwerp van een filosofisch aange legd politicus, het eerste een concreet plan van een practisch technicus. Desondanks aanvaardt hij de Pan-Europa gedachte als een hulpmiddel om tot zijn doel te komen. Het nadeel van Coudenhove is, dat hij vast houdt aan Europa's koloniën en dus aan het imperialisme, d.i. aan een verloren zaak, terwijl bijv. Engeland van Pan-Europa wordt uitge sloten en Rusland als een apart geheel wordt beschouwd. Coudenhove construeert zes groote stat§nfederaties, die den wereldvrede zouden moeten verzekeren: Europa-Britsche Wereld- rijk-Amerika-Japan-China en Rusland. Hij gaat van bestaande politieke grenzen uit en dit acht Soergel een fout. Wat Woytinsky's Vereenigde Staten van Eu ropa aangaat, ook dit plan is slechts een lap middel. Soergel ziet op grond van economische en geografische overwegingen hij acht de economie en de geografie in de toekomst onzer wereld beslissende factoren twee machtige organismen oprijzen en wel het feeds door Soen Yat Sen gepropageerde Groot Azië en het onder leiding van Washington groeiende Pan-Amerika. Hiertusschen moet volgens hem Europa be kneld raken, indien het zich niet met alle krach ten werpt op innerlijke versteviging en verster king van zijn positie tegenover de rest van de wereld. Hij meent, dat dit sléchts door „At lantropa" mogelijk is. Het doen herrijzen van Atlantis, dat een ge bied van drie millioen vierkante kilometers zal omvatten (vijf maal zoo groot als Duitsch- land) plus het openstellen van Afrika voor het blanke ras is voor Europa de eenige uitkomst, om zich te handhaven. En Soergel haalt tenslotte woorden aan, door Nietzsche jaren geleden neergeschreven: „aan genomen, dat het idealisme der menschen niet stil blijft staan, zou het mogelijk zijn, dat er grootsche ondernemingen tot stand worden ge bracht, waarvan wij nauwelijks droomen. In- plaats van kunstwerken te scheppen zal men de natuur op groote schaal verfraaien en benut- ten". Het doen herrijzen van Atlantis in „Atlan tropa", aldus Soergel, zou de lust tot oorlog en vernietiging van de Europeanen gedurende eeuwen in opbouwenden arbeid omzetten. De wil tot deze daad zou het grootste, veelbelovend- ste cultuurwerk der menschen in de twintigste eeuw wezen.... MAATREGELEN TEGEN EEN KONIJNEN- AANVAL. Naar de correspondent van de „Daily Express" uit Cambridge meldt, zijn aldaar buitenge wone maatregelen genomen om een „grappen maker" te weren, die van plan zou zijn vijf honderd konijnen in Trinity college los to laten. Monsiieur, zei Jimmie, het is mijn s®^ulrt- mag in dit opricht geen blaam etIeh. It 7 v«»r in dat ik gezien heb, inclusief' de mand, aan den fauler gegeven werd want, zooals ik u reeds fflk deed het zelf. Nu is de k°Mer ln^ afgegeven. Daaruit vloeit voort. dat ik eigenlijke oorzaak ben van alles. Ik hoop, Monsieur mijn vwontschuldloing"611 za len aannemen. En, met den diepsten eei ie aou ik Monsieur willen verzoeken van mij de fijnste en vetste kaas, die Parijs ooit gezien Leeft, te willen accepteerenin plaats, mon- ï>leUr. yan die. welke verloren is geraakt. Monsieur Charles boog, maars chudde zijn afwijzend „„Monsieur Charles boog, maar schudde zijn waardigheid. Ik dank n Maar. Mon- SUr' het zal niet dezelfde kaas zijn. Monsieur f1 *Ün gevoelen wat dit betreft wel kunnen "leeren? kaas, die monsieur mij zoo «^Idihoedig aanbiedt zal echter niet zoo'n echZ'n als dl. fUster sedaan zou hebben; het is een kwestie Van seatiment, van appreciatie. Tot mijn s ®oet het vriendelijke aanbod atwijz ar-... Hier keek Monsieur Charles Jimmie 6°herp aan ais monsieur mij een d'iensii 2°u willen bewijzen Met het grootste genoegen, monsieur, zei 'mmie. u behoeft het alechts te zeggen en ik 1 Biffn uiterste best doen. N"""~ Zou monsiieur mij dan naar het station willen vergezellen, waar de koffer aan de zor gen van een niet te snuggeren kruier wer toevertrouwd? U zoudt mij daarmee zeer aan u verplichten en misschien zal de kaas nog mijn arme tafel sieren. Met plezier, monsieur, antwoordde Trickett. Hij deed het natuurlijk voorkomen, alsof het inderdaad een plezier voor hem was, ^ant hij zag wel In, dat er toch geen kans vaD ontvluchten was. Hij moest met Monsieur Char- les naar het Gare du Nord en daar mee hel- Pea zoeken en aan bet geluk overlaten, hoe er zich uit kon redden. Zullen we nu di- rect maar naar het station gaan? vervolgde 11Ik ben tot uw dienst. De hoed van uw zuster, mijnheer Tri ckett? vroeg Eva bedeesd. Ah, ik stoor het zaken doen? U bent een Van onze cliënten? riep Monsieur Charles uit. Mijniheer Trickett, zei Eva, is een van oni'^o Londensche cliënten, Monsieur Charles. 1 's vanmorgen speciaal gekomen om te 'aten over ©en hoed voor zijn zuster, die in Indië woont. mi kafon we dat maar even rusten, zei Jim- n'le- Daar kunnen we later nog over praten nni u met mij mee, Monsieur Charles? Hij manoeuvreorde den Franschman naar de deur, nar eerde hij zich nog even snel om en gaf va een blik van verstandhouding. Vammid- t&o "om ik op de zaken terug, merkte hij zoo ei .oops op en om tijd te winnen riep hij een passoerende taxi aan en hielp zijn gezel in stappen. Ik lioop, monsieur, dat onze expedi tie niet zal blijken te zijn ©en jacht op ver dwenen wild. Monsieur Charles keek hem onrustig aan. Nee, nee, ik hoop van niet. Ik weet niet wat ik zal doen ais ik het geschenk niet zal terug vinden. Maar hoe zou het mogelijk zijn, dat wij niet slagen, monsiieur? De zaak is toöh zoo eenvoudig. U zult den kruier vinden, dien u de bagage gegeven hebt, u zult hem vragen.... och ja, dan zal alles rustig zijn oplossing vinden. Ik veronderstel ©«iter, dat er veel kruiers aan het station zullen zijn, misschien wel een honderd. Ik heb niet zoo speciaal op mijn man gelet. Het zou mogelijk kunnen zijn, dat ik hem niet herkende, weet. u! Maar Monsieur Charles hield vol, dat de zaak heel eenvoudig op te lossen was. De auto draaide den hoek van een straat om en reed voor het Gare du Nord. ^ot Jimmle's grooten schrik kwaim de kruier, die zijn oa- gage had weggebracht, naar het portier om het te openen. Toen hij Jimmie zag, herkende hij in hem den gullen heer van den vorigen da" en behandelde hem daarom met meer beleefdheid dan zijn gewoonte was. Een pijn- lijke situatie!! HOOFDSTUK XI. De Kruier en de Kaas. Een moment slechts had Jimmie het gevoel, of hij een verloren spel speelde, doch direct daarop beheersphte hij weer de situatie, en met een gemak, waarover hij ze'f verbaasd stond. Hij hielp Monsieur Charles uitstappen, greep naar wat geld en duwde dit den chauf feur in de hand, zonder eigenlijk te weten of het veel of weinig was, wenkte den té voorkomenden en té vriendelijken kruier om opzij te gaan en haastte zich met Monsieur naar de hall, alsof er geen moment te verlie zen viel. Maar Monsieur Charles keek nog eens oplettend achter zich, in de richting van den kruier. Die men daar, monsieur, zei hij. Hij scheen U goed te kennen. Is hij misschien de man, de domoor, dien u mijn verloren kaas hebt toe vertrouwd? Neen, neen! riep Jimmie uit, terwijl hij een onverschilligen blik op den kruier wierp Neen, niet dezelfde, neen, het was een ander E u begrijpt wel ik kom zoo dikwijls lu Parijs, dat veel kruiers mij kennen ik eb ik geef meestal nog ai ruime fooien en als ze dat eenmaal weten.Enfin, uu zijn we hier! Onwillekeurig had Jimmie de laatste woor- <i'en in het Enge'sch gezegd. Tot zijn verbazing antwoordde Monsieur Charles hem in dezelfde taal. Ik ben hier, Monsieur Trickett. Wat nu? vroeg hij. Wat zoudt u er van zeggen, ais wij.begon Jimmie, wanhopig zoekend naar een voorstel, om het mannetje van de wijs te brengen, wat zoudt u ervan zeggen ja —ziet u, de zaak is. dat ik een beetje honger begin te krijgen. Zullen we niet eerst een flinken lunch nemen voor we aan onze onderzoekingen beginnen? Het is bijna tijd, monsieur. Monsieur Charles aarzelde. Doch een mo ment later stemde hij toe. In dit geval zal het mij aangenaam zijn mij naar uw wenschen te schikken, Monsieur Trickett, antwoordde hij. Inderdaad een uur meer of minder zal zoo'n groot verschil niet uitmaken. Trouwens het was vanmorgen al bij zonder vroeg, toen ik aan het ontbijt zat. Laten we dan gaan. Weet u misschien een mooie gelegenheid hier dicht bij? Monsieur Charles wist een restaurant, een ex cellente gelegenheid, en heel dicht bij het station. Hij bracht er Jimmie heen. Daar aan gekomen zocht de laatste er een gezellig plaats je uit, vlak bij het raam. Bestelde een war men lunch en liet wijn breugen{ dien Monsieur Charles hem speciaal aanbeval. Onder den in- vloed van het smakelijke eten en den lekke ren wijn werd Monsieur wat vriendelijker en ook wat meer vertrouwelijk vertrouwelijk, dat wil zeggen, dat hij zeer veel belang stelde in zijn gastheer. U kent Parijs goed? vroeg hij. Zeker, zeker! Kom er zeer dikwijls. Ach zoo! En als ik u zou willen spreken met betrekking tot de verloren kaas, waar zou ik u dan kunnen vinden? Oh ik logeer altijd tn Grand Hotel, ant woordde Jimmie. Doch het volgende moment wenschte hij, dat hij het adres voor zich ge houden had. Maar die kaas? Zou u het zoo verschrikkelijk vinden, als u haar niet terug vondt Monsieur Charles dronk voorzichtig van den wijn. Monsieur, een geschenk uit eerbied vriendschap en goedheid door de eene relatie aan de andere gegeven, is iets zeer ernstigs, zelfs al is dit geschenk een vogel of een kaas. Ik zou mijzelf als een onwaardige beschouwen, als ik mijn kaas niet zou terugkrijgen! Juist ja ja bewonderenswaardige gevoelens! We zullen natuurlijk ons best doen Puik wijntje vindt u niet? Monsieur Cbarles was juist van plan, zijn opinie over wijn te geven, toen Jimmie plot seling van stoel opstond en naar de deur liep. zijn servetin de hand en blootshoofds. Een kennis ging voorbij! riep hij uit. Moet hem beslist spreken! Excuseer me een oogenblik. monsieur! Hij rende het restaurant uit, de straat op vóór zijn gast hem kon antwoorden. Bulten gekomen stak Jimmie zijn servet in zijn zak, en liep hard naar het station, zonder er zich iets van aan te trekken, dat hij zonder hoed liep en dat de monschen hem nieuwsgierig aan- kck©n» Er was haast hij. Hij moest dioa kruier vin den. Hij was er van overtuigd, dat Monsieur Charles speciaal op dien man zou letten. En hij zou het niet kunnen verhinderen, als hij hem vroeg, of hij iets va die sluttmand af wist. Hij moest dat voorkomen; de lippen van dien kruier moesten worden gesloten. Een groot voordeel is, dacht Jimmie, dat geld in dergelijke gevallen veel kan doen hij zo# den man trachten om te koopen. Hij stormde als het ware het station In, keek wild en angstig rond. Opeens zag hij den bewusten man, die wat rondslenterde. Jimmie riep hem. Herinnerde je je mij? Uitstekend, mijnheer, antwoordde de kruier. Ik had de eer u gisterenavond te hel pen. Je zag me zoo juist met een man, die. .j Ik zag den vriend van mijnheer. Ik ken hem. Van gezicht, hij reist dikwijls naar Enge- land. Oh! riep Jimmie uit. Wel, als hij hier mocht kmoen, en hij zou je eenige vragen stellen over gisterenavond, over mij, over de jonge dame of over de bagage, die je voor mij weggebracht hebt dan weet je niets! Afge sproken? Eb? De kruier, die er waarschijnlijk met veel van begreep, keek hem een oogenblik verbaasd aan doch toen Jimmie hem eenige goudstuk ken' liet zien, kmipoogende hij vertrouwelijk. Je weet niets niets! herhaalde Jimmie. Je hebt mijn bagage nooit gezien. Eh? Mijnheer zegt het Ik weet mets! Ik ben doof en blind! Trouwens ik was gisteren avond niet hier, zei de man vroolijk. Jimmie stopte hem de geldstukken in ziju hand. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 9