c.,«;
ALBERTINE STEENHOFF-SMULDERS.
EEN PELGRIMAGE.
SPREKEN EN ZWIJGEN
HANDWERKRUBRJEK
MODEPRAATJES.
ZATERDAG 3 DECEMBER 1932
"4
EEN MODERN RUSTBED.
KUNT U MIJ OOK ZEGGEN.
GEBREIDE ONDERBLOUSE.
lllflïPi
JUMPER, DIE HOOG GESLOTEN
GEDRAGEN KAN WORDEN.
MATTE OF GLAN
ZENDE STOFFEN.
f9WÈm-
10. Het knippatroon.
BIJ HAAR HEENGAAN UIT DE
TWEEDE KAMER.
„be,« I» h»r -SScS»;
Er kunnen van die dagen zijn, dat de gedach
ten telkens en telkens getrokken worden naar
de plek: „waar eens ons wiegje stond".
Kunt ge 't helpen? Daarom behoeft ge niet
overdreven sentimenteel te zijn: het leven, de
tijd oordeelt het zelf noodig, u nu en dan eens
te wijzen op wat voorbij, op wat zoo goed was,
toen ge 't-misschien niet erkendet!
Een krantenbericht, 'n simpele vermelding,
'n jaartal, 'n naam.... 'tis voldoende en heel
uw jeugd staat op en lacht u toe en grijpt u
aan en sleept u mee dd&r ddar
Ge wordt getrokken ter pelgrimage.
Zoo riep het veel beschreven, veel gevleide
jubilé der zusters van Liefde, veel, heel veel
wakker in de harten der oud-leerlingen van
St. Pius.
En wij willen ze nog eens terugzien die plaat
sen, waar wij veel kattekwaad, misschien
weinig deugd beoefenden, maar waar wij naar
hartelust mochten drinken aan de bronnen van
wetenschap, godsdienst, beschaving. De plaat
sen! waar wij studeerden, speelden in anti- en
sympathie, in vriend en vijandschap, in onmin
'en verzoening. Wij wilden terugzien de groote,
statige hoofddeur, de kleine poorf der zuchten,
(de ingang der bewaarschool en eerste klassen),
de deftige, sombere, indrukwekkende-regenten-
zaal, het kleine donkere kleedkamertje, waar je
je zoo zalig verstoppen kon, de lange gangen,
de menigmaal ingestooten glazen deuren, de
oude speelplaats met den alouden moerbeien
boom, de inktbesstruiken, de gouden regen en
die dikke vette rupsende gymnastiekzaal
met die reuze calorifères, geheimzinnige torens
in je kinderoogen, de ruime klassen en last not
least het leekenkamertje in den dakgoot, 't ver
blijf van de betooverde prinses, waar leeraar of
leerares de draak verbeeldde, die ons bewaakte,
er die idyllische zustertuin, dien ge alleen op
de punten van de teenen mocht oversteken.
De bewaarschool, waar 3040 jaar geleden
nog een ledikantje stond, waar je met 34
tegelijk weid ingestopt, als je lastig was. Sancta
simplicitas! Waar zijn de jongetjes gebleven
met wie we dropjes ruilden, of zoethout voor
'n knikker, 'n griffel?
at zijn we allen, eerwaardige huisvaders,
huismoeders, eerwaardige, zeergeleerde heeren
en dames geworden? Wie weet? En zoo trokken
wij ter pelgrimage, slipten weg uit den roeze
moes van Leidschestraat, de stille smalle Kerk
straat in. Hongerig zagen wij rond: d&ér het
keldertje, waar we eens een overreden jongetje
in zagen brengen, daar de stoep, waarachter je
wëgkroop als rector van Cooth naderde, en als
je geweten niet zuiver was. Daar 't huisje ,der
oude Duitsche dames, 't mikpunt van sneeuw
ballen en klappertjes, daar die eens zoo zalige
snoepkelder, nu een werkplaats.
Danhet gebouw, nieuw, vreemd, modern.
.Ie verwachtte zooveel, vond niets! 'n Vreemde
gevel, vreemde deur. Maar daar achter?
Eu in Je verbeelding rees de oude krakende
breede eiken trap en daar in de schemering, de
trotsch koninklijke verschijning van Mère
Gabriël, de donkere goudvonkende oogen, vor-
schend op je gezicht.
Zou je aanbellen, je bekend maken? Wie, wie
zou je nog kennen? Allen weg immers, dood,
verplaatst.
't Zal alles ook wel veranderd zijn en trots
kwam je troosten, trots om 't statig uitge
groeide gebouw, den nieuwbouw, de immer was
sende glorie van St. Pius. Trots en blijdschap
en dankbaarheid, omdat je eens leerlinge van
St. Pius was. Nog eenmaal zag je omhoog naar
de vensters, waar jé eens in de hoogste klasse
met stijgend enthousiasme luisterde naar de
taal en stijllessen van soeur Francisca.
Je zag haar weer, de vrouw met het aestbe-
tische gelaat, het gouden hart, den sterken wil.
Op eenmaal hoorde je weer haar klankvolle
stemme:
tout casse
tout passe
tout lasse
Dieu seul reste
En getroost gingen wij henen..
Onze pelgrimade was niet te vergeefsch.
HELLENEN.
SPREKEN IS ZILVER, ZWIJGEN IS GOUD
Dat aloude spreekwoord is ons allen te over
bekend en dagelijks, hoe ouder wij worden
ondervinden wij de waarheid, dat hoe meer
wij zwijgen hoe meer wij vaak doordringen
tot den gouden kern van alle wetenschap.
In een der geschriften van Frederik Hölder-
lin staat te lezen:
„Spreken is overdaad, het allerbeste blijft
stil in het verborgene als een parel in de
schelp, in het diepste der zeeën".
In onzen tijd wordt er gespeeld, gegoocheld,
gejongleurd met woorden als waren het veel
kleurige of gouden ballen, de menschen worden
betooverd door de machtige klanken, die in
zich slechts frasen zijn.
Men wil alles zeggen, alles in woorden weer
geven.
E men beproeft het en moet menig
maal ervaren, dat ons innigste ons diepste ge
voel geen woorden kent. Als na een concert,
een rede, een tooneel, alles stil doodstil blijft,
seconden, minuten lang, is dit wel de grootste
hulde, de waardevolste erkenning van 'n ge
nie.
Een dichter uit onzen tijd zegde eens:
„De mooiste gedachte moet men niet uit
spreken, de glorie verbleekt, de waarde ver
mindert. Soms kan 'n woord bevrijding bren
gen. Soms vernielen en wonden, dan ware het
beter gezwegen.
Spreken is zilver, zwijgen is goud en veel
takt bezitten, vindt den oorsprong in een fijn
gevoelig zwijgen.
Een blije, een gebaar kunnen soms in eene se
conde teweegbrengen wat 'n urenlang betoog
niet vermocht.
H. V.
vember j.l. Het spreekt vanzelf, dat dit een
vergissing was, zooals daarin werd beschreven.
Bestrijk den achterkant van een gebreid
Smyrna vloerkleedje met „Arabische gom en
de draden zullen niet meer loslaten.
Pompoenen.
Mevr. E. P.—G. te V. Pompoenen zijn we.
eetbaar, het is een variëteit van de waterme
loen. Het meest wordt ze gebruikt voor het
maken van soep, ook wel in open vruchten
taarten (vladen).
Het recept van pompoensoep is als volgt
voor 6 personen heeft men iyz K.G. pompoen
noodig, dit is dus slechts een gedeelte van c'.eze
meestal geweldig groote vruchten. De schil eu
de zaden worden verwijderd. Het vleescb
wordt in dikke stukken gesneden en met 2 le
pels boter gedurende een half uur onder af en
toe roeren gestoofd. Daarna worden 3 h 4 aard
appels in stukken gesneden eraan toegevoegd
of 2 lepels bloem en verschillende kruiden,
onder toevoeging van 1 L. bouillon. Laat het
nog een half uur doorkoken, zeef de soep dan
en maak ze af met een eidooier of wat room
(desvsrkiezend kan de gezeefde soep nog wat
gebonden worden met sago of tapioca). M. M.
TANTE TOET.
Waterproef.
Hoe maak ik een regenjas waterdicht, vraagt
een onzer abonné's.
Om kleeren zelf waterdicht te maken, koopt
U bij den drogist of uw apotheker een hoeveel
heid vijf procents azijnzure aluinaarde (acetas
aluminicus). U vermengt dit met zooveel water
als benoodigd, laat de regenjas er 12 uur in
liggen en hangt deze dan op een koele vorst-
vrije plaats te drogen.
Schimmel.
Vlekken ontstaan door schimmel zien er
kwaadaardiger uit dan ze meestal zijn.
Kleedingstukken, die door vocht zijn aange
tast en schimmelvlekken vertoonen, moeten
op een warme plaats uitgehangen worden.
Bij zonnig weer buiten, bij slecht vochtig
weer binnen, goed wijd uithangen en het ver
trek goed ventileeren voor de onaangename
lucht.
Zijn de kleeren door en door droog, dan is
't best mogelijk, dat alle vlekken verdwenen
zijn. Mocht dit niet het geval zijn, wrijf dan
de vlekjes met water, waarin een scheutje
ammonia is opgelost, b.v. een eetlepel op een
teil water.
Voor linnengoed is een omslachtiger behan
deling gewenscht doch dit bedoelde U niet,
is 't wel
Schoenen die beschimmeld zijn, wrijft men
af met verdund karbölzuur of verdunde glyce
rine, verkrijgbaar bij den drogist.
Om het beschimmelen te voorkomen wrijft
men ze van tijd tot tijd met terpentijn en vult
ze bij het wegzetten met krantenpapier.
In vochtige kasten plaatst men eenige potjes
met ongebluschte kalk nu en dan ver
nieuwen.
Een slappen vilthoed.
Wij kennen geen ander middel voor het op
stijven van een vilten heerenhoed dan hem
goed in model te brengen en dan op te hangen.
Deze, mits van goede kwaliteit, stijft dan weer
geheel op.
Weet iemand soms beter middel Bij voor
baat dank.
Plakwerk.
Plakwerk van een regenjas moet met solutie
weder vastgezet worden.
Verkrijgbaar in winkels waar men regen
jassen en andere gummiwaren verkoopt ook
wel bij schoenmakers.
HUISMOEDER.
Een met bont bedekt rustbed is een heel
modern meubel voor een nieuwe woning. Het
heeft dan ook door zijn originaliteit reeds veel
opgang gemaakt.
Zoo'n „luie" stoel is een combinatie van sta
len buizen met een houten onderstel en heeft
een dek van levendig geteekend tijger-, luipaard
of angora-bont, dat fraai contrasteert met den
hoofd-rol, welke met dof zeemleer is bekleed.
R.
Voor jumpers.
Een mevrouw uit Amsterdam vraagt of er
boekjes bestaan, waaruit zij een jumper zou
kunnen breien hiervoor raad ik haar aan
de „Beyer" boekjes, te verkrijgen in hand
werkwinkels, boekwinkels en aan de kiosken.
Smyrna kleed je.
Mevrouw W. te Z. dank ik hartelijk voor
haar vriendelijke opmerking over het afmaken
van een smyrna kleedje, zooals het aangegeven
jrerd ln „Het Rijk der Vrouwen" van 13 No-
Op verzoek van een lezeres uit Deventer
voigt hier de beschrijving van een gebreide
onderblouse met lange mouwen deze is ge
maakt van zeer dunne wol.
Knip eerst een papieren patroon, zooals dc
teekening aangeef*.
Begin de blouse aan den onderkant van hei
voorpand. Zet .160 steken op ongeveer, brei 2
steken rechts, 2 steken averechts, tot er 7%
c.M. is; daarna wordt steeds rechts gebreid
brei tot het split van voren, waarna het werk
in twee deelen verdeeld wordt. Brei beide dee-
len afzonderlijk verder en minder aan den
hals volgens het patroon. Brei voor den rug de
beide deelen weer samen, zet tusschen de
beide deelen eenige steken er bij op, en brei
het achterpand op de noodige lengte, waarna
de 7% c.M. breede rand van 2 -steken rechts,
2 steken averechts volgt daarna kant men af.
Naai de zijnaden dicht. Brei de mouwen aan
de blouse vast, neem hiervoor de lustten van
het armsgat op en brei in heen en weer gaan
de toeren steeds rechts. Minder volgens het
patroon aan de zijkanten door steken samen
te breien; brei aan den onderkant van de mouw
wéér een rand van 2 steken rechts, 2 steken
averechts. Naai de mouwen dicht. Haak langs
het split en rond den hals een toer vaste steken
en maak door eenige losse steken telkens een
paar knoopsgaten aan het split aan den rechter
kant. Naai op den linkerkant de knoopjes en de
onderblouse is klaar.
Een abonné uit Roozendaal en een uit Arn
hem vraagt een jumper die open en gesloten
gedragen kan worden. Hier volgt een aardige
jumper, die tot boven aan coe gesloten kan
worden met een ritssluiting.
Men heeft hiervoor 2 soorten breinaalden
noodig.
Voorkant: Begin aan den onderkant met de
dunne naalden en zet 110 steken op en brei
hierop 20 toeren, 1 steek rechts, 1 steek ave
rechts. Vervolg met de dikke naalden, brei 58
toeren, afwisselend 1 toer rechts 1 toer ave
rechts. Brei voor de volgende toer 54 steken,
kant daarna 2 steken af, en brei nog 54 ste
ken rechts. Het werk is nu in twee deelen
gesplitst, brei nu de rechter helft van het
voorpand als volgt: Brei op de 54 steken 26
toeren; kont aan het begin van de volgende
averechte toer 4 steken af; kant daarna in de
3 volgende averechte toeren 1 steek af. Brei
nu 12 toeren, waarbij 1 steek geminderd wordt
aan den kant van het armsgat in de 4e, 8e en
12e toer. Brei verder zonder te minderen tot
de opening aan de voorzijde ongeveer 27 c.M.
lang is (een even aantal toeren). Daarna de
hals: le toer, kant 10 steken af en brei ver
der recht. Brei daarna 5 toeren en minder
telkens 1 steek bij den hals. Vervolgens 1 toer
recht; kant bij de volgende toer -5 steken af
en brei deze verder averecht; de volgende
toer recht en kant daarna bij de volgende toer
weer 5 steken af en brei deze toer verder
averecht. Ga zoo door tot er nog 3 steken
over zijn, waarna afgekant wordt.
Brei de linkerhelft van het voorpand juist
als de rechter helft, alleen in tegenoverge
stelde richting.
Rug. Begin aan den onderkant met de dunne
naalden en zet 100 steken op. Brei hierop 20
toeren 1 steek rechts, 1 steek averechts. Ga
verder met de dikke naalden en brei 90 toe
ren afwisselend 1 toer rechts, 1 toer averechts;
waarna de armsgaten beginnen. Kant aan het
begin van de volgende 2 toeren 3 steken af.
Brei nu 42 toeren, waarbij in de le, 3e, 5e,
10e en 14e toer aan het begin en einde van
de toer 1 steek geminderd wordt. Kant daarna
aan het begin van elke volgende toer 5 ste
ken af, tot er nog 34 steken over zijn. Kant bij
de volgende 2 toeren 3 steken af en kant ten
slotte de overblijvende 28 steken af.
Mouw. Begin aan den pols met de dunne naal
den, en zet 50 steken op. Brei hierop 40 toe
ren 1 steek rechts, 1 steek averechts, Ga door
met de dikke naalden, afwisselend 1 toer
averechts. Brei de eerste 10 toeren zonder te
meerderen, meerder daarna elke 4e toer 1
steek aan het begin en het einde van de toer,
Matte stoffen zijn sedert
lang erg in trek voor mid
dag- en avondtoiletten.
Crêpes of satijn worden op
een bijzondere manier ver
werkt en zelfs velours on
dergaat eenbehandeling,
die aan de onderscheidene
modellen een giuote mate
van eenvoud schenkt.
Desniettemin is eenige
reactie, merkbaar, die we
derinvoering van de glan
zende stoffen beoogt.
Als gevolg hiervan treft
men reeds robes aan, waar
op de satijn links en rechts
wordt toegepast, bij andere
weer wordt baast uitslui
tend de glanzende kant be
nut.
Voor de namiddagrobes
prefereert men de sterk ge-
crêponneerde stoffen en
daarnaast errpe-marocain
en crepe-de-ehinemeestal
in zieart of wel in de don
kere tinten als diep bruin,
flesebgroen etc.
Nu en dan ontmoet men
lichtere nuanceeringen in
grijs en beigedeze zijn
evenwel uitzonderingen.
De meeste aandacht
wordt geschonken aan de
corsages, die werkelijk
mooie nieuwe details, wat
betreft coupe en garnee
ring, laten zien.
De rokken daarentegen
blijven eenvoudig en mid
delmatig van wijdte.
De mouwen geven aan de moderne robe de
grootste aantrekkelijkheid. Er is een typisch
streven om de lijnen van vroeger, zij liet dan
in gemoderniseerden vorm, iveer in te voeren.
Hiermede worden charmante effecten verkre
gen,
Naast ballons die onmiddellijk onder, den
schoudgr of onder den elleboog „hangen", ziet
men mouwen, u-aarvan de wijdte overeenstemt
met de coupe van het corsage of waarvan het
blousenre bovengedeelte overgaat in een ge
heel platte pols. Andere daarentegen, vooral
die, welke van heel lichte stoffen als crêpe-
georgette zijn gemaakt, zijn van onder breed.
Van dit genre geeft de eerste robe van onze
teekening een voorbeeld. Ze is gemaakt van
grijze crêpe-romain en versierd met dahlia
roode satijnen wrongs, de eene doet dienst als
ceintuur, de tweede als das. De laatstevalt
van voren onder een band van grijze stof.
Daarnaast 'n klassieke, gemakkelijk zit
tende, zwarte robe van crêpe-marocain, crcpe-
de-chine of zeer zachte satijn. Dit model heeft
mouwen met ballons op schouderhoogte, ter
wijl een gracieuse draperie het lijfje opvroo-
lijkt.
Tenslotte een combination van doffe eacht-
groenen crêpe en donker-groene velours. De
fluweelen mouwen, die hoog aan den pols
hlousen, geven aan dit kleedingstuk een origi
neel karakter. Overigens is het zeer eenvoudig.
Op het lijfje simuleeren twee geheel met
grof stikwerk geborduurde banden een bolero
effect; dezelfde garneering heeft de ceintuur,
die het liefst op de glooiing van de heup sluit.
R.
tot het aantal steken 86 bedraagt. Ga verder
zonder te meerderen tot de mouw een lengte
heeft van 50 c.M. Kant aan het begin van de
volgende 2 loeren 4 steken af. Minder nu om
de andere toer 1 steek aan het begin en het
einde van de toer, tot er 58 steken overblij
ven. Minder daarna om de andere toer 2 ste
ken aan het begin en het einde van de toer,
tot er ten slotte 30 steken overblijven, en
kant deze af.
Kraag. Zet met de dunne naalden 120 ste
ken op en brei hierop 30 toeren 1 steek rechts,
1 steek averechts; en kant hierna af.
Afwerking. Pers alle deelen met een warm
ijzer over een vochtigen doek op. Naai schou
dernaden, zijnaden en de naden van de mou
wen dicht; «zet de mouwen in de armsgaten,
de naad op de zijnaad van de jumper. Naai,
na eerst het kraagje aan den hals gezet te
hebben, de ritssluiting er in en de jumper Is
klaar.
TANTE TOET.
SïSïSB
Een mantel voor koude dagen van een
zeer karakteristiek modelDe mantel is
van chartreus groene wol met col en lan
ge parasnenten van zwart astrakan.
Sei Schlimm, Brigitte,
Nimm' Ullsteinschnitte
Het staat zou eenvoudig op alle knippatronen,
maar hoeveel lieve slimme Brigitta's hebben
zich al in haar vingertjes gesneden, wanneer
ze trachtten het Ullstein-bevel op te volgen
Ik kan het weten. Ik hen een avondjapon. En
op en onder en naast en boven mij liggen
papieren blouses, mantels, tailor-mades, onder
goed, kinderjurken, pyama's, ja zelfs heeren
rakken, coln-du-feutjes, en al wat des mans is.
En de kleine Brigitte, die zich neerzet om
een papleren vorm uit te zoeken, voor haar
man, voor haarzelf, voor haar jongens, denkt
niet aan de moeilijkheden, die het overigens
zoo duidelijke patroon de onervaren naaister
nog zullen opleveren. Ze kijkt alleen naar goede
lijnen, mooie coupe, en, als zag ze de toiletten,
al heelemaal klaar voor zich, roept ze verrukt:
dit patroon, deze jurk, dat is echt iets voor mij.
En, als ze dan bijgeval mij kiest, een inge
wikkelde avondjapon, met een rok bestaande
uit 12 klokkende banen en een lijfje met een
tuithals, dan weet ik uit ervaring al wat vol
gen zal: extase teleurstelling woede
wanhoop.
Ik heb eens een vergadering belegd in mijn
la, waarop al mijn papieren medezusters ver
schenen. En ieder vertelde wat zij alzoo had
meegemaakt. Allen zonder uitzondering hadden
de woede van de Brigitta's gekend. Allen kon
den meepraten van te korte armen, te nauwe
heupen, te dunne tailles en lubberende halzen.
Er waren Brlgittes, die met engelachtig ge
duld, met steeds inmaken en uithalen, tenslotte
tot een dragelijk resultaat waren gekomen. Er
waren er, die het met tranen, snikken en
zenuwhoofdpijnen eindelijk klaar-gekoinen Pr^'t
duct, in de kast hadden weggehangen. om ta
er slechts met een schoonmaak var)d.aajiaar
halen. Er waren er ook, die k tont VQOr
eigen producten wilden dragen en paalgCjl0ln3er
die eer een te nauw lijf of scheeven
torsten. al van mijn
't Allerzieligst was wel het ver^ relaas van
collega-colbertcostuum. Het ir0°n pad willen
een jong vrouwtje, dat haar h: een donker
verrassen met zijn laatste" teItjes. Geld voor
blauw pak met kleine wltt* nler cri, ce qui 0
een „costume mesure, e
Onlangs lazen we in de dagbladen, dat me
vrouw Steenhoff wegens ziekte voor haar can-
didatuur als Tweede Kamer-lid bedankt heeft.
Na dit berichtje viel de stilte.
Maar in de hoofden en harten van de beste
vrouwen van Nederland ging veel om, ook al
gaven zij er geen publiciteit aan, hoezeer dat
bericht haar pijnlijk getroffen had.
Want de tijding, dat me
vrouw Steenhoff de Sta-
ten-Generaal zou binnen
gaan, was met zooveel
geestdrift ontvangen, niet
slechts omdat aan den bil
lijken eisch was voldaan,
dat de Katholieke Vrou
wenbond nu twee afgevaar
igden zou bezitten, aan
wie zij veilig haar belan
gen kon toevertrouwen,
maar ook omdat het hier
een afgevaardigde gold,
wier edele geestesgaven,
hoogheid van karakter en
diep sociaal voelen haar
tot deze verantwoordelijke positie als 't ware
hadden voorbestemd.
Geheel het verleden van mevrouw Steenhoff
was een voorbereiding voor deze groote taak.
Ofschoon een afgevaardigde geen letterkun
dige behoeft te zijn, doet het toch weldadig
A. ibteenhoff-
Smulders.
aan, als ln 's lands vergaderzaal een wellui
dend Hollandsch weerklinkt, dat tevens de
drager is van edele en rijke denkbeelden; we
denken nog aan de groote dagen van Schaep-
man en Kuyper. Ook mevrouw Steenhoff, al
reikt zij niet tot de hoogte van deze heroën
van het woord, zou zeker de leden van het
parlement geboeid hebben door haar frissche
en ongemeene zeggingskracht.
Want hoe werden wij niet verrast, toen in
het begin van deze eeuw mevrouw Steenhoff
haar fijnbesnaarde ziel uitzong in haar „Ver
zen", in „Holland" en „Sproókjes van de Sche
mering", in haar bijdragen naast die van Maria
Viola in „Van onzen Tijd", en zij in haar his
torische romans „Jacoba van Beieren", „Jan
van Arkel", „Het Bieënboek" in 'klankvol en
gespierd Hollandsch haar veelzijdig weten en
haar sterkte vrouwenziel aan de lezende we
reld openbaarde
Van die dagen dateert ook haar optreden
op het breede terrein van het sociale leven.
Met den onvergetelijken dr. Ariëns stond me
vrouw Steenhoff in de eerste gelederen van
de drankbestrijding, waaruit de groote sociale
werkers dier dagen zijn opgegroeid, was zij
mede oprichtster van den Mariabond, die weer
de bakermat was van de vrouwenbeweging
en Vrouwenbond op het Roomsche erf. Wij
leven zoo snel, het jongere geslacht is zich
dit alles niet bewust. Maar wij, ouderen, moe
ten het als een inlossen van een eereschuld
beschouwen, die bezielde en bezielende voor
vechters der katholieke emancipatie den jon
geren voor te houden.
Zeker, ook aan mevrouw Steenhoff werden
de teleurstellingen niet gespaard, die ook dr.
Ariëns ondervond en die allen ondervinden
die zich wijden aan de godsdienstige en cul-
tureele verheffing van het christelijk volk.
Maar verre van te versagen, of in de trooste-
looze diepte van een somber pessimisme neer
te zinken, zong zij in haar „Réveil";
't Waar beter, zou de strijd ons krenken
en blutsen in ons pantser slaan,
dan dat we eens lêêghandig staan,
Wanneer de Meester ons zal wenken.
De laatste twaalf jaar heeft mevrouw ®tep0
hoff gewijd aan haar lievelingsorga®^
Katholieke Vrouw", dat zoo onnoenielU^
heeft bijgedragen voor de goed begreP
heffing der Roomsche vxouwenwerc
dezen stagen, harden en tevens s
mgr. van Cooth, den bezielende
van „De Katholiek", dier da-
3 ÏS 3 ïnC-innige. Hjk lit-
gen met sleents mei ongekende hoogte
teraire bijdragen tot verdienste be
stmid°hierin, dat hij bij de onwisse pogingen
der jongeren bij bun debuteeren op weten
schappelijk en letterkundig terrein, een lamp
voor hun voeten, een stut voor hun wankelen
de schreden en een bezieling was voor hun
nog zwakke geesteskrachten.
Mevrouw Steenhoff deed hetzelfde voor de
jongere, pas beginnende medewerksters van
haar orgaan. Allen, die onder dit licht van
haar blijde oogen, den klank van haar op
gewekte stem of den gloed van haar sociaal
voelend vrouwenhart kwamen, werden begees
terd eu tot daden gewekt. Vooral da noodiu»
van het allee" Hek^n dT'LT" zij gePeild
en door de rub "katholieke Vrouw"
getiteld „HelPen J kaar" reeds tientallen
van meisjes de hand gereikt en den weg ge
baand naaI!.vv,oid '!yr estaah en economische
onafhankelijkheid. Men overdrijft niet met te
zeggen- a lnuw Steenhoff door haar
woord, haar pen en de overgave van heel haar
persoon e 'Uhbr en drijvende kracht is
geweest van wat door de R. K. Vrouwenbewe
ging in ons land veroverd en bereikt is.
^at meyi'Ouw Steenhoff een
vooi te- echtgenoot^ en moeder is, die
haa'v.i 'terleirr tot een zonneverblijf
Waar z°ov«len in hun haast uitgedoof-
stort aiInte en levensgloed voelden inge-
Dat zulk een vrouw, die de microcosmos kan
gonoe.n worden van wat er in de groote cos-
"t'-'r ft 81 vrouwenwerelcl woelt en opwaarts
s ree en opgangen zoekt naar hooger en be
er, niet de plaats kan innemen ln ons
we gevend lichaam, van waar ze zoo onbere-
end veel goeds zou kunnen doen voor die
zelfde vrouwen, die allen haar zusters .zijn,
1S zeker diep te betreuren.
alles moest eens gezegd worden, ofschoon
ik. weet, dat de bescheidenheid, die een der
meest aantrekkelijke karaktertrekken van me
vrouw Steenhoff is, er diep zal door getroffen
worden.
Maar 't kan niet anders: ons, jongeren en
ouderen, past aan het ziekbed van deze edele
vrouwe de diepgevoelde hulde van onze waar
deering en dank voor alles, wat zij voor ons
geweest is. Maar boven alles past een bede
tot den Vader des lichts, dat Hij Zijn troost
en hemelglans laat lichten in dit nobel en
fijn-vno'end vrouwenhart.
PAXEK VAN DEN TEMPEL.
En de blauwe stof met witte pukkels, een voor-
deelige coupon. En naalden en spelden en ga
ren en voering. En gaas. En paardenhaar. En
knoopen. En knoopgatenzij. En met dat al ging
ze blij naar huis. Ze trok de tafel uit en begon
te knippen. Sei schimm, Brigitte
Knap, knap doet de schaar. Dan een
schrik, een kleur, een hartklopping: twee rech
termouwen En de coupon is maar net aan!
Knap, knap doet de schaar. Een gil: de In-
knip voor het zakje zit aan den rechterkant,
als van een gekeerd pak. Schrik op schrik. De
snee wordt door de stoppage weer netjes dicht-
gekramd. En de eene verkeerde mouw draait
ze stiekum om. De stof verschilt niet zooveel
aan den binnenkant, allen de witte tipjes zijn
wat grijziger Ten slotte komt het pak
klaar.
De eere schouder is iets hooger dan de an
dere, en de pantalon, onbegrijpelijk, wel 10 cM.
korter dan een oude. Ze had toch alles nage
meten
Ze hing het in de kast, tusschen 's lieven
mans overige kleeren. Zenuwachtig keek ze toe.
toen ze zag, dat hij haar eigen maaksel opmerk
te. Ze zag hoe hij de andere pakken wat opzij
schoof, en het blauwe naar voren haalde.
„Hé Wat is dat
„Wat
„Hoe komt dat pak bier n de kast
„Welk
Hij haalde het er uit. Bekeek het. „Wat een
gek pak
„Waarom gek
,,'k Weet nieG 200 eieenaardig". Hij voelde
,,-n snertstotfie. hoor En wat een coupe
Hii' hield bef vo°r zich uit. Lachte. „Van wie
is 't in '3 uemeIsnaam
„Gerrit 'iet het vorige week hangen, ik moet
het bem nog nasturen".
„O, is 't van Gerrit! Ja, die is altijd zeld
zaam slecht gekleed. Hang het maar gauw weg,
schat, het ontsiert beslist mijn kast".
Mijn papieren collega werd in de kachel ge
smeten. En het blauwe ongelukspak verkocht
aan rle oud-klêer.
Gollega-coibertcostuum, een iets kleinere
maat dan de verbrande, ligt nog steeds bij ons
ln de la. Ik ben al negen keer sindsdien opge
roepen, het colbertje heelemaal niet meer.
Héél slim, Brigitte
P a r ij s, 30 November 1932.
Velours belooft dit seizoen ongewone succes
sen. Men past het op allerlei manleren en
overal toe op hoed en robe, op handschoenen
en schoenen, in effen en fantaisie.
Op sommige avondtoiletten gebruikt men
bijv. velours voor ceintuur en epauletten, of
kleine cape en dat in een
nuance, die contrasteert
met die van het toilet.
Op de middagtoiletten
gebruikt men b.v. velours
voor de bloezende mou
wen, tint op tint met de
inatte crêpe van het
toilet. Het velours vindt
men op de robes zelf dan
soms nog terug in den
vorm van parures van
het corsage.
Van zulk een middag
robe geeft ons teeke-
ningetje een zeer aan
trekkelijk voorbeeld. Het
is een sobere en zeer
practisehe creatie. De
coupe is uiterst eenvou
dig en de robe laat zich
«heel prettig dragen,
vooral wanneer ze wordt
uitgevoerd uit een zwart
marocain, gemengd wol
Om het geheel wat op
te vroolljken zijn de col
en de kleine manchetten
van frambozenrood ve-
lours-anglais. Van het
zelfde velours is op het
corsage een gestrikt lint
ter versiering aange
bracht. Het frambozen-rood is een heel nieuwe
tint bij zwart. Men kan intusschen eenzelfde
garneering ter variatie uit witte velours er mJ
nemen.