c.,«; ALBERTINE STEENHOFF-SMULDERS. EEN PELGRIMAGE. SPREKEN EN ZWIJGEN HANDWERKRUBRJEK MODEPRAATJES. ZATERDAG 3 DECEMBER 1932 "4 EEN MODERN RUSTBED. KUNT U MIJ OOK ZEGGEN. GEBREIDE ONDERBLOUSE. lllflïPi JUMPER, DIE HOOG GESLOTEN GEDRAGEN KAN WORDEN. MATTE OF GLAN ZENDE STOFFEN. f9WÈm- 10. Het knippatroon. BIJ HAAR HEENGAAN UIT DE TWEEDE KAMER. „be,« I» h»r -SScS»; Er kunnen van die dagen zijn, dat de gedach ten telkens en telkens getrokken worden naar de plek: „waar eens ons wiegje stond". Kunt ge 't helpen? Daarom behoeft ge niet overdreven sentimenteel te zijn: het leven, de tijd oordeelt het zelf noodig, u nu en dan eens te wijzen op wat voorbij, op wat zoo goed was, toen ge 't-misschien niet erkendet! Een krantenbericht, 'n simpele vermelding, 'n jaartal, 'n naam.... 'tis voldoende en heel uw jeugd staat op en lacht u toe en grijpt u aan en sleept u mee dd&r ddar Ge wordt getrokken ter pelgrimage. Zoo riep het veel beschreven, veel gevleide jubilé der zusters van Liefde, veel, heel veel wakker in de harten der oud-leerlingen van St. Pius. En wij willen ze nog eens terugzien die plaat sen, waar wij veel kattekwaad, misschien weinig deugd beoefenden, maar waar wij naar hartelust mochten drinken aan de bronnen van wetenschap, godsdienst, beschaving. De plaat sen! waar wij studeerden, speelden in anti- en sympathie, in vriend en vijandschap, in onmin 'en verzoening. Wij wilden terugzien de groote, statige hoofddeur, de kleine poorf der zuchten, (de ingang der bewaarschool en eerste klassen), de deftige, sombere, indrukwekkende-regenten- zaal, het kleine donkere kleedkamertje, waar je je zoo zalig verstoppen kon, de lange gangen, de menigmaal ingestooten glazen deuren, de oude speelplaats met den alouden moerbeien boom, de inktbesstruiken, de gouden regen en die dikke vette rupsende gymnastiekzaal met die reuze calorifères, geheimzinnige torens in je kinderoogen, de ruime klassen en last not least het leekenkamertje in den dakgoot, 't ver blijf van de betooverde prinses, waar leeraar of leerares de draak verbeeldde, die ons bewaakte, er die idyllische zustertuin, dien ge alleen op de punten van de teenen mocht oversteken. De bewaarschool, waar 3040 jaar geleden nog een ledikantje stond, waar je met 34 tegelijk weid ingestopt, als je lastig was. Sancta simplicitas! Waar zijn de jongetjes gebleven met wie we dropjes ruilden, of zoethout voor 'n knikker, 'n griffel? at zijn we allen, eerwaardige huisvaders, huismoeders, eerwaardige, zeergeleerde heeren en dames geworden? Wie weet? En zoo trokken wij ter pelgrimage, slipten weg uit den roeze moes van Leidschestraat, de stille smalle Kerk straat in. Hongerig zagen wij rond: d&ér het keldertje, waar we eens een overreden jongetje in zagen brengen, daar de stoep, waarachter je wëgkroop als rector van Cooth naderde, en als je geweten niet zuiver was. Daar 't huisje ,der oude Duitsche dames, 't mikpunt van sneeuw ballen en klappertjes, daar die eens zoo zalige snoepkelder, nu een werkplaats. Danhet gebouw, nieuw, vreemd, modern. .Ie verwachtte zooveel, vond niets! 'n Vreemde gevel, vreemde deur. Maar daar achter? Eu in Je verbeelding rees de oude krakende breede eiken trap en daar in de schemering, de trotsch koninklijke verschijning van Mère Gabriël, de donkere goudvonkende oogen, vor- schend op je gezicht. Zou je aanbellen, je bekend maken? Wie, wie zou je nog kennen? Allen weg immers, dood, verplaatst. 't Zal alles ook wel veranderd zijn en trots kwam je troosten, trots om 't statig uitge groeide gebouw, den nieuwbouw, de immer was sende glorie van St. Pius. Trots en blijdschap en dankbaarheid, omdat je eens leerlinge van St. Pius was. Nog eenmaal zag je omhoog naar de vensters, waar jé eens in de hoogste klasse met stijgend enthousiasme luisterde naar de taal en stijllessen van soeur Francisca. Je zag haar weer, de vrouw met het aestbe- tische gelaat, het gouden hart, den sterken wil. Op eenmaal hoorde je weer haar klankvolle stemme: tout casse tout passe tout lasse Dieu seul reste En getroost gingen wij henen.. Onze pelgrimade was niet te vergeefsch. HELLENEN. SPREKEN IS ZILVER, ZWIJGEN IS GOUD Dat aloude spreekwoord is ons allen te over bekend en dagelijks, hoe ouder wij worden ondervinden wij de waarheid, dat hoe meer wij zwijgen hoe meer wij vaak doordringen tot den gouden kern van alle wetenschap. In een der geschriften van Frederik Hölder- lin staat te lezen: „Spreken is overdaad, het allerbeste blijft stil in het verborgene als een parel in de schelp, in het diepste der zeeën". In onzen tijd wordt er gespeeld, gegoocheld, gejongleurd met woorden als waren het veel kleurige of gouden ballen, de menschen worden betooverd door de machtige klanken, die in zich slechts frasen zijn. Men wil alles zeggen, alles in woorden weer geven. E men beproeft het en moet menig maal ervaren, dat ons innigste ons diepste ge voel geen woorden kent. Als na een concert, een rede, een tooneel, alles stil doodstil blijft, seconden, minuten lang, is dit wel de grootste hulde, de waardevolste erkenning van 'n ge nie. Een dichter uit onzen tijd zegde eens: „De mooiste gedachte moet men niet uit spreken, de glorie verbleekt, de waarde ver mindert. Soms kan 'n woord bevrijding bren gen. Soms vernielen en wonden, dan ware het beter gezwegen. Spreken is zilver, zwijgen is goud en veel takt bezitten, vindt den oorsprong in een fijn gevoelig zwijgen. Een blije, een gebaar kunnen soms in eene se conde teweegbrengen wat 'n urenlang betoog niet vermocht. H. V. vember j.l. Het spreekt vanzelf, dat dit een vergissing was, zooals daarin werd beschreven. Bestrijk den achterkant van een gebreid Smyrna vloerkleedje met „Arabische gom en de draden zullen niet meer loslaten. Pompoenen. Mevr. E. P.—G. te V. Pompoenen zijn we. eetbaar, het is een variëteit van de waterme loen. Het meest wordt ze gebruikt voor het maken van soep, ook wel in open vruchten taarten (vladen). Het recept van pompoensoep is als volgt voor 6 personen heeft men iyz K.G. pompoen noodig, dit is dus slechts een gedeelte van c'.eze meestal geweldig groote vruchten. De schil eu de zaden worden verwijderd. Het vleescb wordt in dikke stukken gesneden en met 2 le pels boter gedurende een half uur onder af en toe roeren gestoofd. Daarna worden 3 h 4 aard appels in stukken gesneden eraan toegevoegd of 2 lepels bloem en verschillende kruiden, onder toevoeging van 1 L. bouillon. Laat het nog een half uur doorkoken, zeef de soep dan en maak ze af met een eidooier of wat room (desvsrkiezend kan de gezeefde soep nog wat gebonden worden met sago of tapioca). M. M. TANTE TOET. Waterproef. Hoe maak ik een regenjas waterdicht, vraagt een onzer abonné's. Om kleeren zelf waterdicht te maken, koopt U bij den drogist of uw apotheker een hoeveel heid vijf procents azijnzure aluinaarde (acetas aluminicus). U vermengt dit met zooveel water als benoodigd, laat de regenjas er 12 uur in liggen en hangt deze dan op een koele vorst- vrije plaats te drogen. Schimmel. Vlekken ontstaan door schimmel zien er kwaadaardiger uit dan ze meestal zijn. Kleedingstukken, die door vocht zijn aange tast en schimmelvlekken vertoonen, moeten op een warme plaats uitgehangen worden. Bij zonnig weer buiten, bij slecht vochtig weer binnen, goed wijd uithangen en het ver trek goed ventileeren voor de onaangename lucht. Zijn de kleeren door en door droog, dan is 't best mogelijk, dat alle vlekken verdwenen zijn. Mocht dit niet het geval zijn, wrijf dan de vlekjes met water, waarin een scheutje ammonia is opgelost, b.v. een eetlepel op een teil water. Voor linnengoed is een omslachtiger behan deling gewenscht doch dit bedoelde U niet, is 't wel Schoenen die beschimmeld zijn, wrijft men af met verdund karbölzuur of verdunde glyce rine, verkrijgbaar bij den drogist. Om het beschimmelen te voorkomen wrijft men ze van tijd tot tijd met terpentijn en vult ze bij het wegzetten met krantenpapier. In vochtige kasten plaatst men eenige potjes met ongebluschte kalk nu en dan ver nieuwen. Een slappen vilthoed. Wij kennen geen ander middel voor het op stijven van een vilten heerenhoed dan hem goed in model te brengen en dan op te hangen. Deze, mits van goede kwaliteit, stijft dan weer geheel op. Weet iemand soms beter middel Bij voor baat dank. Plakwerk. Plakwerk van een regenjas moet met solutie weder vastgezet worden. Verkrijgbaar in winkels waar men regen jassen en andere gummiwaren verkoopt ook wel bij schoenmakers. HUISMOEDER. Een met bont bedekt rustbed is een heel modern meubel voor een nieuwe woning. Het heeft dan ook door zijn originaliteit reeds veel opgang gemaakt. Zoo'n „luie" stoel is een combinatie van sta len buizen met een houten onderstel en heeft een dek van levendig geteekend tijger-, luipaard of angora-bont, dat fraai contrasteert met den hoofd-rol, welke met dof zeemleer is bekleed. R. Voor jumpers. Een mevrouw uit Amsterdam vraagt of er boekjes bestaan, waaruit zij een jumper zou kunnen breien hiervoor raad ik haar aan de „Beyer" boekjes, te verkrijgen in hand werkwinkels, boekwinkels en aan de kiosken. Smyrna kleed je. Mevrouw W. te Z. dank ik hartelijk voor haar vriendelijke opmerking over het afmaken van een smyrna kleedje, zooals het aangegeven jrerd ln „Het Rijk der Vrouwen" van 13 No- Op verzoek van een lezeres uit Deventer voigt hier de beschrijving van een gebreide onderblouse met lange mouwen deze is ge maakt van zeer dunne wol. Knip eerst een papieren patroon, zooals dc teekening aangeef*. Begin de blouse aan den onderkant van hei voorpand. Zet .160 steken op ongeveer, brei 2 steken rechts, 2 steken averechts, tot er 7% c.M. is; daarna wordt steeds rechts gebreid brei tot het split van voren, waarna het werk in twee deelen verdeeld wordt. Brei beide dee- len afzonderlijk verder en minder aan den hals volgens het patroon. Brei voor den rug de beide deelen weer samen, zet tusschen de beide deelen eenige steken er bij op, en brei het achterpand op de noodige lengte, waarna de 7% c.M. breede rand van 2 -steken rechts, 2 steken averechts volgt daarna kant men af. Naai de zijnaden dicht. Brei de mouwen aan de blouse vast, neem hiervoor de lustten van het armsgat op en brei in heen en weer gaan de toeren steeds rechts. Minder volgens het patroon aan de zijkanten door steken samen te breien; brei aan den onderkant van de mouw wéér een rand van 2 steken rechts, 2 steken averechts. Naai de mouwen dicht. Haak langs het split en rond den hals een toer vaste steken en maak door eenige losse steken telkens een paar knoopsgaten aan het split aan den rechter kant. Naai op den linkerkant de knoopjes en de onderblouse is klaar. Een abonné uit Roozendaal en een uit Arn hem vraagt een jumper die open en gesloten gedragen kan worden. Hier volgt een aardige jumper, die tot boven aan coe gesloten kan worden met een ritssluiting. Men heeft hiervoor 2 soorten breinaalden noodig. Voorkant: Begin aan den onderkant met de dunne naalden en zet 110 steken op en brei hierop 20 toeren, 1 steek rechts, 1 steek ave rechts. Vervolg met de dikke naalden, brei 58 toeren, afwisselend 1 toer rechts 1 toer ave rechts. Brei voor de volgende toer 54 steken, kant daarna 2 steken af, en brei nog 54 ste ken rechts. Het werk is nu in twee deelen gesplitst, brei nu de rechter helft van het voorpand als volgt: Brei op de 54 steken 26 toeren; kont aan het begin van de volgende averechte toer 4 steken af; kant daarna in de 3 volgende averechte toeren 1 steek af. Brei nu 12 toeren, waarbij 1 steek geminderd wordt aan den kant van het armsgat in de 4e, 8e en 12e toer. Brei verder zonder te minderen tot de opening aan de voorzijde ongeveer 27 c.M. lang is (een even aantal toeren). Daarna de hals: le toer, kant 10 steken af en brei ver der recht. Brei daarna 5 toeren en minder telkens 1 steek bij den hals. Vervolgens 1 toer recht; kant bij de volgende toer -5 steken af en brei deze verder averecht; de volgende toer recht en kant daarna bij de volgende toer weer 5 steken af en brei deze toer verder averecht. Ga zoo door tot er nog 3 steken over zijn, waarna afgekant wordt. Brei de linkerhelft van het voorpand juist als de rechter helft, alleen in tegenoverge stelde richting. Rug. Begin aan den onderkant met de dunne naalden en zet 100 steken op. Brei hierop 20 toeren 1 steek rechts, 1 steek averechts. Ga verder met de dikke naalden en brei 90 toe ren afwisselend 1 toer rechts, 1 toer averechts; waarna de armsgaten beginnen. Kant aan het begin van de volgende 2 toeren 3 steken af. Brei nu 42 toeren, waarbij in de le, 3e, 5e, 10e en 14e toer aan het begin en einde van de toer 1 steek geminderd wordt. Kant daarna aan het begin van elke volgende toer 5 ste ken af, tot er nog 34 steken over zijn. Kant bij de volgende 2 toeren 3 steken af en kant ten slotte de overblijvende 28 steken af. Mouw. Begin aan den pols met de dunne naal den, en zet 50 steken op. Brei hierop 40 toe ren 1 steek rechts, 1 steek averechts, Ga door met de dikke naalden, afwisselend 1 toer averechts. Brei de eerste 10 toeren zonder te meerderen, meerder daarna elke 4e toer 1 steek aan het begin en het einde van de toer, Matte stoffen zijn sedert lang erg in trek voor mid dag- en avondtoiletten. Crêpes of satijn worden op een bijzondere manier ver werkt en zelfs velours on dergaat eenbehandeling, die aan de onderscheidene modellen een giuote mate van eenvoud schenkt. Desniettemin is eenige reactie, merkbaar, die we derinvoering van de glan zende stoffen beoogt. Als gevolg hiervan treft men reeds robes aan, waar op de satijn links en rechts wordt toegepast, bij andere weer wordt baast uitslui tend de glanzende kant be nut. Voor de namiddagrobes prefereert men de sterk ge- crêponneerde stoffen en daarnaast errpe-marocain en crepe-de-ehinemeestal in zieart of wel in de don kere tinten als diep bruin, flesebgroen etc. Nu en dan ontmoet men lichtere nuanceeringen in grijs en beigedeze zijn evenwel uitzonderingen. De meeste aandacht wordt geschonken aan de corsages, die werkelijk mooie nieuwe details, wat betreft coupe en garnee ring, laten zien. De rokken daarentegen blijven eenvoudig en mid delmatig van wijdte. De mouwen geven aan de moderne robe de grootste aantrekkelijkheid. Er is een typisch streven om de lijnen van vroeger, zij liet dan in gemoderniseerden vorm, iveer in te voeren. Hiermede worden charmante effecten verkre gen, Naast ballons die onmiddellijk onder, den schoudgr of onder den elleboog „hangen", ziet men mouwen, u-aarvan de wijdte overeenstemt met de coupe van het corsage of waarvan het blousenre bovengedeelte overgaat in een ge heel platte pols. Andere daarentegen, vooral die, welke van heel lichte stoffen als crêpe- georgette zijn gemaakt, zijn van onder breed. Van dit genre geeft de eerste robe van onze teekening een voorbeeld. Ze is gemaakt van grijze crêpe-romain en versierd met dahlia roode satijnen wrongs, de eene doet dienst als ceintuur, de tweede als das. De laatstevalt van voren onder een band van grijze stof. Daarnaast 'n klassieke, gemakkelijk zit tende, zwarte robe van crêpe-marocain, crcpe- de-chine of zeer zachte satijn. Dit model heeft mouwen met ballons op schouderhoogte, ter wijl een gracieuse draperie het lijfje opvroo- lijkt. Tenslotte een combination van doffe eacht- groenen crêpe en donker-groene velours. De fluweelen mouwen, die hoog aan den pols hlousen, geven aan dit kleedingstuk een origi neel karakter. Overigens is het zeer eenvoudig. Op het lijfje simuleeren twee geheel met grof stikwerk geborduurde banden een bolero effect; dezelfde garneering heeft de ceintuur, die het liefst op de glooiing van de heup sluit. R. tot het aantal steken 86 bedraagt. Ga verder zonder te meerderen tot de mouw een lengte heeft van 50 c.M. Kant aan het begin van de volgende 2 loeren 4 steken af. Minder nu om de andere toer 1 steek aan het begin en het einde van de toer, tot er 58 steken overblij ven. Minder daarna om de andere toer 2 ste ken aan het begin en het einde van de toer, tot er ten slotte 30 steken overblijven, en kant deze af. Kraag. Zet met de dunne naalden 120 ste ken op en brei hierop 30 toeren 1 steek rechts, 1 steek averechts; en kant hierna af. Afwerking. Pers alle deelen met een warm ijzer over een vochtigen doek op. Naai schou dernaden, zijnaden en de naden van de mou wen dicht; «zet de mouwen in de armsgaten, de naad op de zijnaad van de jumper. Naai, na eerst het kraagje aan den hals gezet te hebben, de ritssluiting er in en de jumper Is klaar. TANTE TOET. SïSïSB Een mantel voor koude dagen van een zeer karakteristiek modelDe mantel is van chartreus groene wol met col en lan ge parasnenten van zwart astrakan. Sei Schlimm, Brigitte, Nimm' Ullsteinschnitte Het staat zou eenvoudig op alle knippatronen, maar hoeveel lieve slimme Brigitta's hebben zich al in haar vingertjes gesneden, wanneer ze trachtten het Ullstein-bevel op te volgen Ik kan het weten. Ik hen een avondjapon. En op en onder en naast en boven mij liggen papieren blouses, mantels, tailor-mades, onder goed, kinderjurken, pyama's, ja zelfs heeren rakken, coln-du-feutjes, en al wat des mans is. En de kleine Brigitte, die zich neerzet om een papleren vorm uit te zoeken, voor haar man, voor haarzelf, voor haar jongens, denkt niet aan de moeilijkheden, die het overigens zoo duidelijke patroon de onervaren naaister nog zullen opleveren. Ze kijkt alleen naar goede lijnen, mooie coupe, en, als zag ze de toiletten, al heelemaal klaar voor zich, roept ze verrukt: dit patroon, deze jurk, dat is echt iets voor mij. En, als ze dan bijgeval mij kiest, een inge wikkelde avondjapon, met een rok bestaande uit 12 klokkende banen en een lijfje met een tuithals, dan weet ik uit ervaring al wat vol gen zal: extase teleurstelling woede wanhoop. Ik heb eens een vergadering belegd in mijn la, waarop al mijn papieren medezusters ver schenen. En ieder vertelde wat zij alzoo had meegemaakt. Allen zonder uitzondering hadden de woede van de Brigitta's gekend. Allen kon den meepraten van te korte armen, te nauwe heupen, te dunne tailles en lubberende halzen. Er waren Brlgittes, die met engelachtig ge duld, met steeds inmaken en uithalen, tenslotte tot een dragelijk resultaat waren gekomen. Er waren er, die het met tranen, snikken en zenuwhoofdpijnen eindelijk klaar-gekoinen Pr^'t duct, in de kast hadden weggehangen. om ta er slechts met een schoonmaak var)d.aajiaar halen. Er waren er ook, die k tont VQOr eigen producten wilden dragen en paalgCjl0ln3er die eer een te nauw lijf of scheeven torsten. al van mijn 't Allerzieligst was wel het ver^ relaas van collega-colbertcostuum. Het ir0°n pad willen een jong vrouwtje, dat haar h: een donker verrassen met zijn laatste" teItjes. Geld voor blauw pak met kleine wltt* nler cri, ce qui 0 een „costume mesure, e Onlangs lazen we in de dagbladen, dat me vrouw Steenhoff wegens ziekte voor haar can- didatuur als Tweede Kamer-lid bedankt heeft. Na dit berichtje viel de stilte. Maar in de hoofden en harten van de beste vrouwen van Nederland ging veel om, ook al gaven zij er geen publiciteit aan, hoezeer dat bericht haar pijnlijk getroffen had. Want de tijding, dat me vrouw Steenhoff de Sta- ten-Generaal zou binnen gaan, was met zooveel geestdrift ontvangen, niet slechts omdat aan den bil lijken eisch was voldaan, dat de Katholieke Vrou wenbond nu twee afgevaar igden zou bezitten, aan wie zij veilig haar belan gen kon toevertrouwen, maar ook omdat het hier een afgevaardigde gold, wier edele geestesgaven, hoogheid van karakter en diep sociaal voelen haar tot deze verantwoordelijke positie als 't ware hadden voorbestemd. Geheel het verleden van mevrouw Steenhoff was een voorbereiding voor deze groote taak. Ofschoon een afgevaardigde geen letterkun dige behoeft te zijn, doet het toch weldadig A. ibteenhoff- Smulders. aan, als ln 's lands vergaderzaal een wellui dend Hollandsch weerklinkt, dat tevens de drager is van edele en rijke denkbeelden; we denken nog aan de groote dagen van Schaep- man en Kuyper. Ook mevrouw Steenhoff, al reikt zij niet tot de hoogte van deze heroën van het woord, zou zeker de leden van het parlement geboeid hebben door haar frissche en ongemeene zeggingskracht. Want hoe werden wij niet verrast, toen in het begin van deze eeuw mevrouw Steenhoff haar fijnbesnaarde ziel uitzong in haar „Ver zen", in „Holland" en „Sproókjes van de Sche mering", in haar bijdragen naast die van Maria Viola in „Van onzen Tijd", en zij in haar his torische romans „Jacoba van Beieren", „Jan van Arkel", „Het Bieënboek" in 'klankvol en gespierd Hollandsch haar veelzijdig weten en haar sterkte vrouwenziel aan de lezende we reld openbaarde Van die dagen dateert ook haar optreden op het breede terrein van het sociale leven. Met den onvergetelijken dr. Ariëns stond me vrouw Steenhoff in de eerste gelederen van de drankbestrijding, waaruit de groote sociale werkers dier dagen zijn opgegroeid, was zij mede oprichtster van den Mariabond, die weer de bakermat was van de vrouwenbeweging en Vrouwenbond op het Roomsche erf. Wij leven zoo snel, het jongere geslacht is zich dit alles niet bewust. Maar wij, ouderen, moe ten het als een inlossen van een eereschuld beschouwen, die bezielde en bezielende voor vechters der katholieke emancipatie den jon geren voor te houden. Zeker, ook aan mevrouw Steenhoff werden de teleurstellingen niet gespaard, die ook dr. Ariëns ondervond en die allen ondervinden die zich wijden aan de godsdienstige en cul- tureele verheffing van het christelijk volk. Maar verre van te versagen, of in de trooste- looze diepte van een somber pessimisme neer te zinken, zong zij in haar „Réveil"; 't Waar beter, zou de strijd ons krenken en blutsen in ons pantser slaan, dan dat we eens lêêghandig staan, Wanneer de Meester ons zal wenken. De laatste twaalf jaar heeft mevrouw ®tep0 hoff gewijd aan haar lievelingsorga®^ Katholieke Vrouw", dat zoo onnoenielU^ heeft bijgedragen voor de goed begreP heffing der Roomsche vxouwenwerc dezen stagen, harden en tevens s mgr. van Cooth, den bezielende van „De Katholiek", dier da- 3 ÏS 3 ïnC-innige. Hjk lit- gen met sleents mei ongekende hoogte teraire bijdragen tot verdienste be stmid°hierin, dat hij bij de onwisse pogingen der jongeren bij bun debuteeren op weten schappelijk en letterkundig terrein, een lamp voor hun voeten, een stut voor hun wankelen de schreden en een bezieling was voor hun nog zwakke geesteskrachten. Mevrouw Steenhoff deed hetzelfde voor de jongere, pas beginnende medewerksters van haar orgaan. Allen, die onder dit licht van haar blijde oogen, den klank van haar op gewekte stem of den gloed van haar sociaal voelend vrouwenhart kwamen, werden begees terd eu tot daden gewekt. Vooral da noodiu» van het allee" Hek^n dT'LT" zij gePeild en door de rub "katholieke Vrouw" getiteld „HelPen J kaar" reeds tientallen van meisjes de hand gereikt en den weg ge baand naaI!.vv,oid '!yr estaah en economische onafhankelijkheid. Men overdrijft niet met te zeggen- a lnuw Steenhoff door haar woord, haar pen en de overgave van heel haar persoon e 'Uhbr en drijvende kracht is geweest van wat door de R. K. Vrouwenbewe ging in ons land veroverd en bereikt is. ^at meyi'Ouw Steenhoff een vooi te- echtgenoot^ en moeder is, die haa'v.i 'terleirr tot een zonneverblijf Waar z°ov«len in hun haast uitgedoof- stort aiInte en levensgloed voelden inge- Dat zulk een vrouw, die de microcosmos kan gonoe.n worden van wat er in de groote cos- "t'-'r ft 81 vrouwenwerelcl woelt en opwaarts s ree en opgangen zoekt naar hooger en be er, niet de plaats kan innemen ln ons we gevend lichaam, van waar ze zoo onbere- end veel goeds zou kunnen doen voor die zelfde vrouwen, die allen haar zusters .zijn, 1S zeker diep te betreuren. alles moest eens gezegd worden, ofschoon ik. weet, dat de bescheidenheid, die een der meest aantrekkelijke karaktertrekken van me vrouw Steenhoff is, er diep zal door getroffen worden. Maar 't kan niet anders: ons, jongeren en ouderen, past aan het ziekbed van deze edele vrouwe de diepgevoelde hulde van onze waar deering en dank voor alles, wat zij voor ons geweest is. Maar boven alles past een bede tot den Vader des lichts, dat Hij Zijn troost en hemelglans laat lichten in dit nobel en fijn-vno'end vrouwenhart. PAXEK VAN DEN TEMPEL. En de blauwe stof met witte pukkels, een voor- deelige coupon. En naalden en spelden en ga ren en voering. En gaas. En paardenhaar. En knoopen. En knoopgatenzij. En met dat al ging ze blij naar huis. Ze trok de tafel uit en begon te knippen. Sei schimm, Brigitte Knap, knap doet de schaar. Dan een schrik, een kleur, een hartklopping: twee rech termouwen En de coupon is maar net aan! Knap, knap doet de schaar. Een gil: de In- knip voor het zakje zit aan den rechterkant, als van een gekeerd pak. Schrik op schrik. De snee wordt door de stoppage weer netjes dicht- gekramd. En de eene verkeerde mouw draait ze stiekum om. De stof verschilt niet zooveel aan den binnenkant, allen de witte tipjes zijn wat grijziger Ten slotte komt het pak klaar. De eere schouder is iets hooger dan de an dere, en de pantalon, onbegrijpelijk, wel 10 cM. korter dan een oude. Ze had toch alles nage meten Ze hing het in de kast, tusschen 's lieven mans overige kleeren. Zenuwachtig keek ze toe. toen ze zag, dat hij haar eigen maaksel opmerk te. Ze zag hoe hij de andere pakken wat opzij schoof, en het blauwe naar voren haalde. „Hé Wat is dat „Wat „Hoe komt dat pak bier n de kast „Welk Hij haalde het er uit. Bekeek het. „Wat een gek pak „Waarom gek ,,'k Weet nieG 200 eieenaardig". Hij voelde ,,-n snertstotfie. hoor En wat een coupe Hii' hield bef vo°r zich uit. Lachte. „Van wie is 't in '3 uemeIsnaam „Gerrit 'iet het vorige week hangen, ik moet het bem nog nasturen". „O, is 't van Gerrit! Ja, die is altijd zeld zaam slecht gekleed. Hang het maar gauw weg, schat, het ontsiert beslist mijn kast". Mijn papieren collega werd in de kachel ge smeten. En het blauwe ongelukspak verkocht aan rle oud-klêer. Gollega-coibertcostuum, een iets kleinere maat dan de verbrande, ligt nog steeds bij ons ln de la. Ik ben al negen keer sindsdien opge roepen, het colbertje heelemaal niet meer. Héél slim, Brigitte P a r ij s, 30 November 1932. Velours belooft dit seizoen ongewone succes sen. Men past het op allerlei manleren en overal toe op hoed en robe, op handschoenen en schoenen, in effen en fantaisie. Op sommige avondtoiletten gebruikt men bijv. velours voor ceintuur en epauletten, of kleine cape en dat in een nuance, die contrasteert met die van het toilet. Op de middagtoiletten gebruikt men b.v. velours voor de bloezende mou wen, tint op tint met de inatte crêpe van het toilet. Het velours vindt men op de robes zelf dan soms nog terug in den vorm van parures van het corsage. Van zulk een middag robe geeft ons teeke- ningetje een zeer aan trekkelijk voorbeeld. Het is een sobere en zeer practisehe creatie. De coupe is uiterst eenvou dig en de robe laat zich «heel prettig dragen, vooral wanneer ze wordt uitgevoerd uit een zwart marocain, gemengd wol Om het geheel wat op te vroolljken zijn de col en de kleine manchetten van frambozenrood ve- lours-anglais. Van het zelfde velours is op het corsage een gestrikt lint ter versiering aange bracht. Het frambozen-rood is een heel nieuwe tint bij zwart. Men kan intusschen eenzelfde garneering ter variatie uit witte velours er mJ nemen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6