DRIE DAGEN IN WARSCHAU
m
mH
'MSfm
OOóTZEE
INDRUKKEN VAN STAD
EN VOLK.
DE PERS IN POLEN.
LITAUEN
Dwtz\t, ou,r5CHLAhD
r **cAacin#i'
t .^im
fttil/utfa.
EEN REIS NM
Aan de zoo vriendelijke en vereerende
uitnoodiging van de PoUski Zwiazek
Wydawców Dzienników i czasopism,
de Poolsche vereeniging van Uitgevers
van Dagbladen en van Periodieken,
om Warschau te komen zien en ken
nis te .maken met de Poolsche Dag
bladpers, meenden wij te moeten
voldoen, zoowel uit hoofde van hoffe
lijkheid als van werkelijk groote be
langstelling voor het herstelde Polen,
dat in de jaren van zijn vroeger lijden
zooveel liefde en sympathie gewekt
had bij de katholieke schrijvers in
Europa en bij de katholieke volkeren.
Een liefde, die sinds de oudste jaren
van haar bestaan ook bij de Maasbode
een traditie geworden is. Hiernevens
mogen wij een vluchtigen indruk van
deze hoogst interessante reis neer
schrijven.
B I C I BEIS
Het Marktplein „Stare Miasto" met de ei genaardige, meest drie vensters breede
gevels.
waaraan op de verschillende afdeelingen wordt
gewerkt, heerschte een rust en kalmte, die won»
derlijk in zulk een gecompliceerd bedrijf aan
deed.
Nu mag zulk een ingenieus bedrijf misschien
een unicum zijn in Polen, en wordt, zoover wij
weten, zulk een tweede daarbuiten ook niet ge
vonden, het feit spreekt voor zich zelf, dat in
het jonge groeiende rijk van Polen bedrijven
op zulk een wijze zelfs in Tlezen tijd worden
ingericht.
Te lang voor een courantenartikel zou deze
copie kunnen worden. De journalisten die ons
de eer aandeden de ideale en de technisch-
journalistieke zijden van het mooie couranien-
vak te toonen, deden ons door hun enthousias
me ontgloeien. Het is naar hunne overtuiging
de Poolsche pers geweest, die de bevolking ont
vankelijk heeft gemaakt voor de gedachte,
om het nieuwe Poolsche rijk te vestigen.
Een variant van de bewering, dat de
Duitsche schoolmeester den oorlog van 1870
had gewonnen, zooals men vroeger zeide.
Ongetwijfeld zal het nieuwe rijk zijn plaats
gaan innemen in de rij der Europeesche sta
ten. Ook in die van de Europeesche pers, al
zal de taal natuurlijk een zekere begrenzing
vormen van het geestelijke product, dat de
journalistiek is. Het Poolsche rijk in de onder
scheiden gebieden van het leven vraagt de
volle aandacht en zal ongetwijfeld een gruote
liefde en waardeering gaan ontmoeten in de
West-Europeesche cultureele wereld.
Past ons nog een kort, doch niet minder
hartelijk en diep gemeend woord van dank
aan allen die ons zoo uitvoerig hebben inge
licht en alles hebben getoond. De dagen van
studie in Warschau zijn voor ons onvergetelijk
en leerzaam geweest. Wij mogen niet nalaten
op te wekken om meer en meer kennis te ne
men van het rijke Poolsche land en zijn cul
tuur. Uit deze kennis zal een groote liefde voor
Polen worden geboren. H. K.
V/'
'\S~
T5JÉCHO - SLOWAKIJE
'ROE M EM IE
Nederland en Polen op denzelfden schoei
Een van de vele oude en karakteristieke
spreken van een groot geloof alléén, doch van
een diep overtuigd weten en zien en wandelen
in het geloof. En welk een zien in het geloof!
Dat kunt u alleen leeren, wanneer gij in de tal
rijke kerken het volk gadeslaat. De godsvrucht
grijpt u aan. Het doet u goed en zegt u, hoe het
altijd gekomen is, dat katholiek Europa mede-
gehoopt en medegebeden heeft in de jaren van
Polen's verdrukking. Als u het p00ische volk
niet op Zondag in de kerk hebt gezien, zeide
een Poolsche prelaat, dan kent u het Poolsche
volk nog niet.
Dezer dagen was er een conferentie van de
Poolsche bisschoppen. Uit 24 diocesen zijn er
36 bisschoppen. Een dezer bisschoppen vertelde
ons van den nieuwen opbouw van de Poolsche
Kerk, het jeugdwerk, de vrouwen- en mannen-
vereenigingen, de Mariacongregaties, ook voor
den beteren stand, de godsvrucht tot Maria, in
wier miraculeus genadeoord te Czestochowa, op
haar hoogfeest van 15 Augustus en 8 September
de bisschop door middel van luidsprekers meer
dan een half millioen pelgrims toespreekt. Deze
bisschop, mgr. dr. Teodor Kublna, bisschop van
Czestowski, vroeg, waarom Holland, dat in
godsdienstig opzicht een wereldreputatie heeft
en dat hij wil komen bestudeeren voor de orga
nisatievormen van het katholieke leven, nog
niet een processie zond om Maria te komen ver
eeren in het eeuwenoude Brugge van Polen,
zooals Zijne Excellentie het noemde. De bis
schop wilde daar het volgend jaar katholiek
Nederland zelf voor komen uitnoodigen. Maar,
helaas, ook over het onderhoud met dezen
Prelaat moeten deze indrukken zich beperken,
hoezeer deze bisschop een onuitputtelijke bron
was van de beste copie, die een journalist zich
denken kan.
De Poolsche pers. Wat de dagbladpers aan
gaat, verkeert deze in geheel anderen toestand
hier te lande. Aangezien verreweg het groot
ste deel van Polen katholiek iS( 2jjn de pers.
verhoudingen anders dan bij ons, waarbij de
katholieken ook nog wel eigen specifiek katho
lieke organen hebben. Ook hebben zij te midden
van belangrijke pers-agentschappen een eigen
persagentschap, n.l. l'Agence Catholique de la
Presse Polonaise. Directeur hiervan is mon
seigneur Sigismond Kaczynski. p>eze preiaat
wijdt daaraan zijn geheele, Ijvervolle werkzaam
heid.
Inmiddels verstrekte de heer Stanislaw Kau-
zik, de kundige en hoogst bekwame directeur
van de Poolsche vereeniging van Uitgevers van
dagbladen en periodieken, ons een hoogst inte
ressant en up to date bijgewerkte studie over
het dagbladwezen. Aangezien deze belangrijke
studie meer voor vakgenooten dan voor dag
bladlezers zich leent, doen wij er hier slechts
een greep uit.
Wij mogen dit moment wel aangrijpen om
onzen welgemeenden en diepgevoelden dank uit
te spreken aan genoemden directeur, die on
vermoeid, bijna dag en nacht in de weer is ge
weest om den vreemdeling, die als gast genoo-
digd was, voor te lichten en als ware hij een
huisgenoot, te ontvangen.
De pers van Polen heeft haar eigen geschie
denis. Men heeft er van oudsher haar groote
beteekenis spoedig en goed begrepen. Verscheen
in Parijs de „Gazette de France", door Renau-
.dot gesticht, als eaxsw gas&diek orgaan in
straten van Warschau: de Dlugastraat.
In latere jaren hebben ook de paters Jesule-
ten een belangrijke rol bij de ontwikkeling van
het perswezen in Polen gespeeld. In 1759 werd
door hen te Wilna de „Kurjer Litewski" ge
sticht, spoedig door de oprichting van andere
periodieken gevolgd. De Jesuieten specialiseer
den zich vooral in het uitgeven van Poolsche
geschriften, terwijl de Piaristen verschillende
periodieken in het Fransch, Duitsch en andere
talen uitgaven.
Eén van de meest baanbrekende der Poolsche
bladen van die dagen was de „Monitor" van
Warschau, die in 1764 door pater F. Bohomolec
gesticht werd. Deze staat o.m. bekend als de
eerste Poolsche feuilletonist. Als medewerker
aan de „Monitor" trad o.m. op bisschop Kra-
sicki.
De activiteit der Jesuieten op dit gebied duur
de voort tot 1773, toen de Sociëteit in Polen
werd opgeheven.
Pater Luskina, die voor de opheffing tot de
Sociëteit behoorde, stichtte in 1774 een perio
diek de „Gazeta Warszawska", die op het oogen-
blik nog als dagblad, het orgaan van de natio
nale partij bestaat.
Tijdens de verdeeling en overheersching is
de Poolsche pers nimmer geheel verdwenen en
bleef zij haar nationale roeping getrouw. Zij had
een zeer moeilijk en bewogen bestaan, maar
ze bleef de nationale idealen onder het volk
zooveel mogelijk levendig houden. Verschil
lende van die bladen, waaronder vier dagbla
den, verschijnen op het oogenblik nog onder
veel gunstiger omstandigheden en voorwaarden.
Bij het uitbreken van den oorlog verschenen
over de geheele wereld niet minder dan 1200
periodieke uitgaven in het Poolsch, -waarvan
in Oostenrijksch-Polen 491, in Russisch-Polen
384 en in Duitsch-Polen 177.
Na den oorlog beleefde de Poolsche pers
uiteraard haar tweede geboorte en tweede
jeugd. In 1919 verschenen in het nieuwe Polen
1000 periodieken, in 1922: 1200, in 1924: 1400,
in 1926: 1700, in 1928: 2350 en nog heeft die
ohtwikkeling haar grens niet bereikt want
tengevolge van* de politiek van obscurantisme
in Russisch-Polen tijdens de Czaristische over
heersching gevoerd, was 50 van dat gebied
(Vis deel van tegenwoordig Polen) analphabeet.
Na de stichting van den Poolschen staat ver
anderde dat snel. In 1921 bezocht 66 van de
kinderen, die ervoor in aanmerking kwamen,
de Poolsche scholeft. In 1928 95 Elk jaar
brengt dus toeneming van het aantal personen,
die zich voor de pers interesseeren. Op het
oogenblik is de verhouding nog ongunstig. De
213 Poolsche dagbladen hebben gezamenlijk
een oplage van 1.500.000 exemplaren per dag.
Daar Polen rond 32 millioen inwoners telt,
komt er dus op de plm. 20 inwoners een, die
een dagblad koopt. In de steden zijn de verhou
dingen iets beter. In Warschau moet de ver
houding op het oogenblik een op de vier in
woners zijn.
De stad Warschau telt niet minder dan, schrik
niet lezer, die alléén maar in persconcentratie
heil ziet, zeven en twintig, zegge 27 dagbladen.
Bovendien worden er uitgegeven méér dan
350 periodieken. Een dagblad n.l. de „Kurjer
Warszawski" heeft in de week een oplage van
70.000 exemplaren, en des Zaterdags van om
streeks 90.000 exemplaren. Er verschijnen twee
„roode" dagbladen, opgericht in 1923, n.l. de
„Express" en de -Kurjer". Deze worden niet
Boven: het Slotplein te Warschau. Midden: Het paleis van Mostokski te Warschau^
Beneden: Het binnenplein van het kasteel Wawel te Krakau.
Europa heeft Polen nog niet ontdekt.
Dat is een onbevangen indruk, die u bij blijft
van dit mooie en sympathieke land met zijn
oude en variabele historie en zijn groote be
langrijkheid. In zoo velerlei opzicht een nieuw
rijk, elf maal de oppervlakte metend van ons
Nederland, met een bevolking van rond 32
millioen zielen.
Europa heeft Polen nog niet ontdekt: de
overwegende indruk, die u bij blijft. Wanneer
gij uit de ernstige en neerdrukkende stemming
van de West-Europeesche landen in Polen's
hoofdstad, Warschau komt. Niet dat de crisis
Men staat intusschen versteld, indien men
nagaat welk een gezond werk, dat van een
aapjeskoetsier moet zijn. Maar er is nog iets
anders. Dat is het eenvoudge, het super-een
voudige leven, dat weldoend aandoet en War
schau een eenheid doet met heel het
agrarische Poolsche rijk, en flat tot onvermoe
de werkelijkheden voert. Men gaat er in War
schau groot op, dat, hoewel heel Polen reeds
drie jaren geteisterd wordt door de crisis en
in Berlijn de helft van de winkels Unter den
Linden en in de groote winkelstraten „zu ver-
mieten" staat, een der treurige verschijnselen
in de groote West-Europeesche steden telt
Rotterdam niet 600 te huur staande winkel
huizen -er in Warschau, een stad van één
millioen dertigduizend zielen, nog niet één
winkel ledig is komen te staan. Dat spreekt
boekdeelen!
Dat spreekt van het sobere, eenvoudige leven
en van niet onzinnig opgevoerde behoeften. En
het is dan ook naar ons inzicht meer de ont
wikkeling van. de hoofdstad, die tegengehouden
wordt, dan van een oogenblikkelijke verarming.
Een der bisschoppen verklaarde ons dan ook,
dat van armoede zeker op het Poolsche land
geen sprake is, wat het rustig karakter van
een agrarische staat teekent en weldadig aan
doet.
Warschau, wel is het een stad, waar de ziel
als het ware geheel werd uitgenomen. Het is
niet de gelegenheid en de plaats in een couran
tenartikel de historie der laatste eeuwen na
te gaan, hoe deze als het ware maar steeds
doende is geweest om heel het eigen leven
dezer stad uit te boran, zoodat een bijna ledige
schaal overbleef. Maar toch bleef deze stad met
haar vlerkante pleinen, de wonderlijk mooie,
oude markt met haar beschilderde huizen, die
slechts twee of drie ramen breed mochten zijn,
u spreken van de hartelijke gemoedsstemming,
die zoo vriendelijk den straatganger aanspreekt
en u als het ware iets van hun gezelligheid
willen geven, die binnen heerscht en iets van
de milde gemoedsstemming van het Poolsche
volk.
Warschau, dat zich gaat uitbouwen als een
metropool voor de toekomst, wanneer de stad
twee, drie millioen inwoners zal gaan tellen.
Dat wacht en kan wachten op de uitkomst van
de crisis, nu het is de hoofdstad van het
nieuwe, van het vrije Polen. Dat durft te zet
ten bij zijn oude en talrijke'1 paleizen de zake
lijke nieuwbouw, doch deze zal verlevendigen
en versieren en er een eïègance aan zal verlee-
nen door zijn latijnschen smaak.
Toch bekende men ons in Warschau, dat het
verleden als het ware culmineert in Krakau.
Dat daar in Krakau de steenen de geschiedenis
hebben geschreven van Polen. En dat deze ge
schiedschrijving er eene is, die niet Kegen
kan. En wij dachten toen aan het boek van Fe
lix Rutten over Polen, die daarin schrijft:
„De Polen spreken je van Krakau meer dan
van Warschau. Zij houden eigenlijk van Krakau
alleen. Alle tradities hangen vast aan dit punt.
Warschau leeft maar een paar eeuwen de ge
schiedenis mede van het onafhankelijke ko
ninkrijk, van het zelfstandige volk; Krakau was
Polen's hoofdstad van Casimir I af, en Casimir
de Hersteller regeerde in het midden der elfde
eeuw.
„Met de liefde van het volk heeft Krakau de
bewondering der kunstenaars: en wat dezen er
zien, vinden ook de vreemdelingen er in terug.
Behalve haar eigen schilderachtigheid en haar
heel bijzondere poezie, bezit deze stad een
charme, die treft, pen bekoorlijkheid, die on
middellijk ontvoerd, iets liefs en iets innigs,
dat je onvoorwaardelijk voor haar inneemt.
„Dat is nog heel iets anders dan de sug
gestie van het verleden, dan de bonte droom,
die verstild staat in haar aiftieke gebouwen.
Deze stad is geheel doorruischt met de mu
ziek der historie, als een zeeschelp niet den
zang der zee. Uit de kelderliepten en de don
kere gangen van haar verre herinneringen
stormt het op je af in vlagen, namen en flit
sen vol van verledens trotsche vreugd en ver
ledens onzegbaar leed. Een klank van klaroe
nen breekt uit in haar naam.
„Maar dat is het niet. Het Krakau van heden
werd stil en vredig. Het ligt er als zacht te
glanzen in de wijding der roemvolle heugeuis-
sen. Om de strijdbaarheid zijner oude wallen
ringt het nu zijn groene promenadenkrans. En
niet het getinkel zijner vele klokken van ker
ken en kloosters is over die stad, met de oude
verstorven kleuren, een glimlach: iets teers en
fijns. Krakau, de stille, de schoone".
Maar om op Warschau terug te komen, men
zal in de hoofdstad onbeschroomd een nieuwe
geschiedenis beginnen, niet voor jaren, doch
voor eeuwen. Of deze gedachte in alle lagen van
Warschau's bewaking is doorgedrongen? Wij
durven het niet te zeggen, maar zijn wel over
tuigd, dat Warschau, als metropool ongekende
mogelijkheden in zich bergt, tot verrassing van
heel de wereld, misschien ook van zich zeiven.
Maar de vreemdeling die uiteraard de groote
lijn van mogelijke en waarschijnlijke ontwik
keling opvalt, is zeker van deze nieuwe en
groote toekomst.
•Ontegenzeggelijk komt op de eerste plaats bij
de bevolking haar diep religieuse zin naar
voren. Deze is zoo treffend, dat men niet kan
1631, reeds 30 jaren later had Polen zijn eigen
regelmatig verschijnend blad in de „Merkur-
jusz Polski" door Alex. Gorczyn, den „vader
van de Poolsche pers", in het leven geroepen.
De ontwikkeling van de Poolsche pers ging
snel en bij die ontwikkeling kwamen verschil
lende merkwaardige figuren en persoonlijk
heden naar voren. Zoo valt te wijzen op de op
richting van het weekblad „Kurjer Polski" in
1729 door abbé Jean Naumanski, welk orgaan
tot 1799 zou blijven voortbestaan. Deze geeste
lijke, een beroemd geograaf, was Piarist. Naast
hem wijdden zich ook tal van andere ordesge-
nooten aan het journalistieke werk in die dagen,
zooals overigens de Piaristen in het algemeen
een belangrijke rol speelden in de intellectueele
ontwikkeling van Polen.
De zuil van Sigismund 111.
rood genoemd vanwege hun inhoud,
doch door de roode kleur van den
inkt, waarmede zij hun titels en
hunne sensatie-ondertitels drukken.
Dat de dagbladen, bij zulk een aan
tal in één stad, dus een ander ka
rakter dragen dan bij ons, spreekt
vanzelf. Nationale groote bladen,
zooals wij die in Nederland kennen
heeft Polen niet.
Intusschen ligt voor de pers in
Polen nog een prachtige toekomst
open. Van den eenen kant nemen
elk jaar de mogelijkheden tot een
materieele uitbreiding toe in het
groeiend aantal lezers, terwijl aan
den anderen kant de zeker te ver
wachten ontwikkeling van de groote
rol, die de Poolsche staat in het Euro
peesche leven geroepen is te speldb, de geet
telijke expansie-kansen voor de pers in sterke
mate beïnvloeden en begunstigen zal.
Naast een groote journalistenorganisatie be
zit Polen den reeds genoemden uitgeversbond.
Het presidium van deze organisatie is op het
oogenblik in handen van den heer Stefan Krzy-
woszewski, die een der meest op den voorgrond
tredende personen van Warschau is en onder
meer eigenaar van drie theaters. Behalve een
groot kunstkenner en -liefhebber is deze levens
krachtige figuur ondanks zijn 65 jaren ook
jager en een der meest vooraanstaande sports
men. De jachtsport wordt door hem vanaf zijn
tiende jaar beoefend. Een land, dat zulke fi
guren telt, is nog niet verloren. De directeur
van deze omvangrijke organisatie is de heer
St. Kauzik die in Rome zijn kunstopvoeding
heeft voltooid, daarna in de economie is gaan
studeeren, en vervolgens als economist en direc
teur van een der ministerieele departementen
op een der groote conferenties zijn land op
buitengewone wijze heeft vertegenwoordigd.
Deze heer dient onvermoeid het uitgeversvak,
dat zijn liefde heeft en zijn geheelen werkdag
van veertien en meer uren vult. Hij heeft ons
als een universiteitsdocent van voorlichting ge
diend. In heel het uitgebreide rijk van Polen is
er geen figuur van eenlge beteekenis in het uit
geversvak, geen journalist, geen courant, maar
ook geen periodiek, dat hij niet door en door
kent, terwijl hij op dat gebied in Berlijn, Pa
rijs en Rome even goed thuis ls en ook in cor
respondentie staat met de Nederlandsche Dag
bladpers. Polen heeft ook, wat Nederland nog
niet heeft, een eigen regeeringspersdienst. De
buitenlandsche afdeeling ressorteert onder het
ministerie van buitenlandsche zaken, de bin-
nenlandsche onder den minister-president. Aan
het hoofd van dezen dienst staat een buitenge
woon intellectueelen Chef de Bureau, de heer
Waclaw Przesmijcki die de pers van alle lan
den kent en eerst een opleiding ontving op
een diplomatieken post in het buitenland. Met
de grootste bereidwilligheid had hij ook Ne
derland van voorlichting gediend bij de plan
nen van oprichting, die hier te lande bestaan.
Onder leiding van dep directeur van het be
drijf, bezichtigden wij de typografische inrich
ting der Express Poranny, waar onder meer de
Kino verschijnt, gelegen aan Marzalkows-
ka 3-5-7, zoowel ingericht voor dagbladrotatie
druk als voor diepdruk in twee en drie kleuren.
Nooit zagen wij een bedrijf, dat zoo In de per
fectie was ingericht. De werkplaatsen, de ad
ministratie- en redactie-afdeelingen leken meer
op salons dan op werkplaatsen, hoewel de
grootst mogelijke soberheid was betracht. Geen
stofje in het trappenhuis en in de corridors,
geen snippertje papier, geheel nieuw gebouwd,
geheel in den stijl van de „neue Sëchlichkeit",
echter verfrischt door oneindige variaties van
telkens en overal toegepaste kleurenbeschilde-
ringen die ieder haar eigen beteekenis hebben j
en alles voor den oningewijde duidelijk ma-
ken. Zoo dragen al de inktvoorzienlngen, van
uit de kelders toegevoerd in buizen naar de
verschillende persen, ieder de eigen kleur van
den inkt, die vervoerd wordt. De perfectie uitte j
zich tot de buizen zelfs van de meest eenvou
dige lichtleidingen, waar niet de minste deuk
in was, daar ieder dier buizen van staal was
vervaardigd. Ondanks het aantal uitgaven, J
Polen niet geweldig doet lijden en meestendeels
omdat zij zijn ontwikkeling als grootstaat
stremt, doch er ligt daar over het openbare
en bijzondere leven een stemming van mildheid,
die den vreemdeling opvalt en die hij als een
bevrijding voelt. Is het de Latijnsche inslag,
die zich zoo wonderlijk verdraagt met een
misschien ietwat Slavischen volksaard? De
stadsbouw, die opmerkelijk Romaansch aan
doet? De vele, zeer vele paarden, die voor de
landelijke wagens onophoudelijk Warschau
doorkruisen? De fiacres, met den op hun rue
gemerkte koetsiers, die de vertrouwelingen
van hun „vrachtje" zijn? Deze vrienden uit het
stadsbeeld, die men in de overige metropolen
van Europa is gaan missen en die, veertig,
vijftig jaren een stad doorkruisten en haar
kenden als geen ander.