5
DONDERDAG 8 DECEMBER 1932
yOOR-HINDOESCHE OUDHEDEN
IN ZUID-SUMATRA.
I
I m MÊÊÊÊÊÈÈÈË
CONFERENTIE VAN ECONOMISCHE
STUDENTEN.
HET BEHOUD DER MUSEA-
SCHEURLEER.
Het comité tot behoud der Musea
tracht gelden bijeen te krijgen.
MGR. E. VAN GOETHEM.
GOETHES STAMBOOM.
ZAGREB OOK ZETEL VAN EEN
GR1EKSCH-KATHOLIEKEN
BISSCHOP.
LETTERKUNDIGE TIJDSCHRIFTEN.
CHRISTELIJKE LIEFDADIGHEID IN
HONGARIJE-
UIT VLAARDINGEN
vlaardingsche visscherijschool.
XJIT MAASSLUIS
Lezing van dr. A. N. J. Th. a Th. van der
Hoop voor het „Koninklijk Nederl.
Aardrijkskundig Genootschap."
Voor leden van het Kon. Ned. Aardrijkskun
dig Genootschap en genood igden hield Dr A. N.
J. Thomassen Thuessink vam dar Hoop de
zer dagen In de Aula van de Nederlandsche
Handels-Hoogeschool, te Rotterdam, een lezing
met lichtbeelden over „Voor-Hindoesche Oud
heden in Zuid-Sumatra"ontleend aan zijn on
langs gepubliceerde dissertatie „Megalithic Re
mains in South-Sumatra".
In het binnenland van Zuid-Sumatra, aan den
voet van den hoogen vulkaaakegel Goenoeng
Dempo, strekt zich uit de hoogvlakte van de
Pasemah, welke aansluit bij het dal van de Le-
matang,'een zijrivieT van de Moesi, de groote
rivier, welke bij Palembang in zee uitmondt
De bevolking van de Pasemah, vroeger in
naam onderhoorig aan Palembangs sultans, is
langen tijd practisch onafhankelijk geweest. In
1866 zag het Nederlandsch-Indische gouverne
ment zich, door de herhaalde strooptochten van
de Pasemahers genoodzaakt, aan dezen toestand
een einde te maken en het gebied definitief in
te lijven.
In deze streek ontdekte de Luitenant Uhlman
in 1849 eenige grove steenen beelden van een
tot nu toe onbekend type.
Na de onderwerping van de Pasemah hebben
de Contrleurs Engelhard, Batenburg. Junius en
Hoven zich verder voor deze oudheden ge
ïnteresseerd het resultaat van hun naspoi in-
gen werd in 1922 door den bekenden Resident
"Westenenk in het Oudheidkundig Verslag sa
mengevat.
In 1929 m.aakte Prof. Van Eerde van het Kolo
niaal Instituut te Amsterdam een studiereis
door Indië hij bezocht daarbij ook de beelden
van de Pasemah, en werd er door getroffen, dat
bij deze beelden talrijke z.g, „megalithen" voor
kwamen ruwe steenen monumenten in den
vorm van kleine hunnebedden of dolmens, op
staande steenen, steenrijen, steenkistgraven,
enz.
Prof. Van Eerde wees hierop in zijn reisver
slag, en op zijn instigatie vertrok de Heer Van
der Hoop begin 1931 naar Sumatra, om een na
dere studie van deze oudheden te maken. De re
sultaten van zijn onderzoek zijn neergelegd in
zijn dissertatie „Megalithic Remains in South
Sumatra" (Thieme Cie., Zutphen, 1932).
De beelden van Zuid-Sumatra zijn ten deele
zeer primitief; zij herinneren dan sterk aan de
z.g. „Polynesische beelden" die op Java en
elders werden gevonden.
De meeste beelden staan echter op een veel
hooger trap; verschillende getuigen van een
hooge artistieke begaafdheid van de beeldhou
wers.
De beelden stellen menschen voor, meestal
gekleed in gordel en lendedoek, het bovenlijf
soms bedekt met een soort tuniek, het hoofd
beschermd met een helm. Sommige dragen een
zwaard. Een kralensnoer om den hals en ringen
of banden om polsen en beenen vormen de sie
raden.
Enkele van de afgebeelde menschen dragen
aan riemen een trom op den rug; deze trom is
duidelijk te herkennen, en stelt een bronzen
z.g. tekeltrom voor; dergelijke keteltrommen
zijn in den Archipel herhaaldelijk opgegraven,
en der musea te Batavia en te Leiden, bezitten
er verschillende exemplaren van. Hoofdzakelijk
met behulp van deze trommen was het moge
lijk. de beelden te dateeren.
De afgebeelde trommen werden gemaakt in
de eerste eeuw van onze jaartelling: zij zijn
oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Oost Azië
voornamelijk uit Tonkin en Laos. Hierdoor
wordt dus eenig licht verspreid over de Zuid
Sumatraansche cultuur.
Behalve mensehen vinden wij nok dikwijls
runderen en olifanten afgebeeld; voorts komen
bij de beelden steentroggen voor. die waar
schijnlijk hebben gediend om schedels in 'te
bewaren, zooals dat op Nias nog heden ten
dage gebruikelijk is. Daarnaast vinden wij
steenen met een plat bovenvlak, waarin één of
meer uithollingen zijn gemaakt; zij hebben
misschien gediend om een graansoort in te
malen
Over het ras van de beeldhouwers va't nog
niet veel met zekerheid te zeggen Westenenk
dacht aan negrlto's. doch dit is waarschijnlijk
onjnist Eerder zullen wij hier moeten denken
aan één van de Oud-Maleische volkerenstroo-
men, die zich van Zuidoost Azië naar den Ar
chipel hebben bewogen, en aldaar de .Indone
sische" talen brachten Zij waren nog niet met
de Hindoe-cultuur in aanraking gekomen, want
nergens vinden wij in hun beeldhouwwerk spo
ren van Hindoe-invloed Zekerheid omtrent het
ras zullen wij pas krijgen, wanneer verdere ont
gravingen ook skeletresten aan den dag bren
gen.
De verdere bestudeering van deze oude cul
tuur is voor de kennis van de vroegste geschie
denis van den Archipel van groot belang: lm
mers moet deze oud-Indonesische cultuur dp
bodem zijn geweest, waarop later de Hindoe-
Javaansche cultuur groeide. Omtrent die oud-
Indonesische cultuur was tot nu toe vrijwel
niets bekend: alleen had Kern met zijn beken
de scherpzinnigheid iets omtrent het cultuur
bezit van die oude Indonesiërs uit taalkundige
gegevens weten af te leiden.
Nog merkwaardiger wordt deze Zuid-Suma-
traansche cultuur door het voorkomen van de
hierboven genoemde megalithen. Megalithen
komen in een grooten gordel voor. die zich om
de geheele aarde uitstrekt. Onze hunnebedden
behoorden ertoe. De beroemde „zonnetempel"
van Stonehenge in Zuid-Engeland eveneens.
Bekend zijn de vele „alignements" (steen-
rijen), „dolmens", „menhirs" (opstaande
steenen) van Bretaene.
Megalithen komen verder voor in het heele
Middellandsche Zeegebied, in Perzië. Vóór- en
Achter-Indië. Siberië, China. Japan, op Mada
gascar en Ceylon, in Oost-Indië, op de eflan
den van de Stille Zuidzee, en in Amerika. De
groote vraag is nu, of al deze megalithen. zoo
als sommige willen, resten zijn van één cul
tuur, of dat zij door verschillende volken
zelfstandig „uitgevonden" zijn. Dat er samen
hang bestaat tusschen de megalithen van
Oost-Azië, van den Oost-Indiscben Archipel,
Polynesië en Amerika, wordt in ieder geval
meer en meer waarschijnlijk. Voor de ar-
chaeologie ligt hier een prachtig arbeidsveld,
ook in onzen archipel. Juift in onzen archi
pel, omdat daar volken zijn, die nog tot op
den liuidigen dag megalithen bouwen (Nias.
Soemba).
De heer van der Hoop maakt thans plan-
neu voor een nieuwe studiereis, waarhij het
de bedoeling is. het onderzoek ook over
andere deelen van Sumatra uit te strekken.
Aan het slot van zijn belangwekkende voor
dracht werd de heer van der Hoop namens
de toehoorders bedankt door den voorzitter
der Plaatselijke Commissie van het K.N.A.G.
te dezer stede, den heer W. A. Engelbreeht,
die bij de inleiding van den spreker ook diens
verdiensten memoreerde als leider van «inn
eersten vliegtocht naar M"'»-'".»' 1. l-uf.c ia
1924, beschreven in Ut.' In k-mie werk, dat
naderhand van zijn hand verscheen: ..Door
de lucht naar Indië".
>ïv.k:
y - - -y
AAA HET WKAK VAN DE „P. C. HOOFT" wordt met man en macht gewerkt, om het water er geheel uit te krijgen; hierdoor zou de slagzij, die plm. 20 graden bedraagt, geheel
verdwijnen. Het sohip wordt vervolgens gedokt, om tenslotte naar Pemis te worden gesleept. De slooper zal het daar uiteen slaan.
„Plaats en taak van den econoom in
het huidig maatschappelijk
leven."
Te Bentveld heeft van 2—4 December een
conferentie van studenten en afgestudeerden
van de Handelshoogeschool te Rotterdam,wbe
Economische faculteit te Amsterdam en de R.
K. Handelshoogeschool te Tilburg plaats ge
vonden ter bespreking van bovenstaande vraag
stuk. De leider, de heer Ed. van Cleeff, wees er
in zijn openingswoord op, dat dit experiment om
studenten van zeer uiteenloopende politieke
en religieuse richting bij elkaar te brengen ze
ker niet ten doel had de bestaande differen
tiaties te overbruggen. Het betrof hier slechts
een poging, contact tot stand te brengen tus
schen een groep intellectueelen die in de toe
komst op het kleine Nederlandsche arbeids
veld zullen moeten samenwerken en daarvoor
in de eerste plaats elkaar moeten leeren begrij
pen en waardeeren.
Daarna sprak prof. dr. N. J. Polak uit Rot
terdam over de crisis in maatschappij en cul
tuur. Spr. zag het wezen der crisis in het con
flict tusschen traditie en vernieuwing resp. be
lichaamd in den ouderdom en in de jeugd
Sinds de periode der ontdekkingsreizen is de
menschelijke persoonlijkheid steeds meer op
den voorgrond getreden een ontwikkeling die
in de tweede helft der negentiende eeuw cul
mineert. Na deze krachtige periode van opbloei
treden symptomen van verzwakking en van
cultureele decadentie op; de ondernemingseen
heid groeit en daarmee haar sociale functie,
wat meer een versterking«der gemeenschaps
bemoeiing meebrengt, die echter steeds meer
geinspireerd wordt door een sentimenteele be
zorgdheid voor 't zwakke individu en niet deor
het gemeenschapsbelang. Ook de ondernemer,
nog wortelend in de vrijheidsgedachte der ne-
gentlende eeuw, neemt een onmaatschappelijk
standpunt in, als hij zijn bedrijf nog te v$e)
als een persoonlijke aangelegenheid beschouwt
Hier heeft de econoom een taak: hij moet er
naar streven, de aandacht van den ondernemer
bij al zijn handelingen ook op het sociale effect
daarvan te doen vallen.
Zaterdagmorgen sprak prof. dr. J. Cobben
hagen uit Tilburg over economische wetmatig
heid en zedelijke elschen. Spr. beschouwde
het gestelde probleem als een levensvraag
voor de hedendaagsche economie, waarbij men
moet onderscheiden de vraag betreffende eco
nomie en ethiek als wetenschappen eenerzijds
en de op practisch gebied rijzende vragen aan
gaande de verhouding tusschen economische
mogelijkheden en zedelijke eischen anderzijds
Beide vragen behandelde spr. afzonderlijk, waar
hij hij zich ten aanzien van den wijsgeerigen
kant dezer vraagstukken stelde op het standpunt
der scholastieke wijsbegeerte.
In zijn conclusie zeide prof. Cobbenhagen,
dat alle menschelijke handelingen en dus ook
de op het economisch welvaartsdoel gerichte
handelingen onder de opperste leiding der ze
delijke beginselen staan. Ten aanzien van de
economische mogelijkheid herinnerde spr. aan
den algemeen geldenden zedelijken eisch, welke
niemand is gehouden tot bet onmogelijke,
tot datgene dus wat boven zijn krachten uit
gaat. De verplichting blijft echter aanwezig
om een eventueele onmogelijkheid, welke in
concrete veranderbare omstandigheden begrond
is, door doeltreffende maatregelen op te hef
fen of althans krachtig daarheen te streven.
Aan een conflict tusschen de economie als
zijnswetenschap en de ethica als normatieve
wetenschap gelooft 'spr. niet. Beide, economie
en ethiek, hebben eigen formeele objecten. Er
is een logische onderscheiding en behandeling,
echter geen werkelijke scheiding. Zelfstandig
heid is niet gelijkluidend met onafhankelijk
heid.
Zaterdagavond sprak dT. W. Banning, Bent
veld, over de taak der jonge generatie en be
toogde, dat niet de wetenschap, doch het bezit
van een wereldbeschouwing den intellectueel
uit de huidige impasse moet redden en de dif
ferentiaties in het cultureele geheel rijgen.
Zondagmorgen sprak dr. J. Tinbergen uit
Den Haag over de taak van den jongen econoom
Spr. onderscheidde den econoom, in dienst van
het concurreerende, zuiver particulier bedrijf,
dien in dienst van een organisatie, die de vrije
concurrentie poogt op te heffen en dien in
dienst van de overheid. De econoom in het privé-
bedrijf ziet zich het vaakst voor een conflict
met het gemeenschapsbelang geplaatst. Voor
alles fnoet hij wetenschappelijk te werk gaan
en de ongefundeerde „feelings" van den be
drijfsleider, die tot een verkeerde bedrijfspoli-
tiek voeren, door het objectieve gegeven zien
te vervangen en verder zijn invloed aanwenden
om tot een rationeele samenwerking met andere
bedrijven te komen. Ook in reeds georgani
seerde bedrijfstakken moet hij er naar blijven
streven de nog aanwezige concurrentie-resten
te doen verdwijnen, o.a. door oprichting van
een superorganisatie met andere bedrijfstak
ken. De econoom in overheidsdienst heeft tot
taak een doelmatig beleid te helpen invoeren,
waarbij vooral het verband met andere tak
ken vnn overheidsdienst in 't oog moet worden
gehouden. Spr. schetste vervolgens de toekom
stige beteekenis van den econoom voor vraag-
Op initiatief van de vereeniging „Die Haghe"
heeft zich, zooals men weet, een comité ge
vormd, dat zich het behoud van de Musea-
Scheurleer ten doel stelt.
In een circulaire deelt het comité, als volgt
mede. hoe het zich de bereiking van dat doel
voorstelt:
„Ons Comité heeft overleg gepleegd met Cu
ratoren in het faillissement en is na oplossing
van verschillende moeilijkheden met hen tot
overeenstemming gekomen, in dier voege, dat
wij vóór den len November 1933 de beide musea
kunnen koopen, het Muzlekmuseum voor 135.000
en het Archaeologisch Museum vpor 105.000
gulden, het laatste alleen onder voorwaarde, dat
de hypotheekhouders van het perceel Carncgie-
laan, waar het Museum thans gevestigd is. aan
curatoren ontslag verleenen van de daarop rus
tende hypotheken 140.000). Indien de hy
potheekhouders bereid zijn de hypotheken te
veslengen, of wij, door het sluiten van een
nieuwe hypotheek of eventueel op andere wijze
deze hypotheekhouders kunnen bevredigen, zal
het dus hierop neerkomen, dat wij rente van
een dergelijke hypotheek zullen moeten kunnen
opbrengen. Bovendien zal voor onderhoud eD
beheer nog een jaarlijksch bedrag noodig zijn.
Ten opzichte van het Muziek-Museum was
de gemeente 's Gravenhage reeds vóór de ca
tastrophe in onderhandeling op de basis van het
hiervóór genoemde bedrag. De koop was nog
niet gesloten, omdat de gemeente wel de koop
som wilde betalen, maar de voorwaarde maakte,
dat door belangstellenden door jaarlijksche bij
dragen in onderhoud en exploitatie tot 6000
gulden zou worden deelgenomen. Ons Comité
heeft gegronde hoop, dat de gemeente te zijner
tijd op gelijke voorwaarden het muziek-museum
zal willen overnemen ter plaatsing in haar
nieuwe museumgebouw. Het komt er dus op
aan om die jaarlijksche bijdragen of het
kapitaal ervoor op te brengen.
Alles bijeen genomen hebben wij dus, indien
een regeling als boven genoemd ten opzichte van
het gebouw Carnegielaan tot stand komt, ten
minste noodig een kapitaal van ruim één hon
derd duizend gulden, en bovendien twintig dui
zend gulden aan jaarlijksche bijdragen of zoo
veel minder als wij aan rente van een grooter
kapitaal zouden kunnen trekken."
Om dit bedrag bijeen te brengen wordt thans
een beroep gedaan op allen, die voor het behoud
dezer musea als cultuurbelang iets vóelen.
Het dagelijkseb bestuur van het comité be
staat uit de volgende heeren: Jhr. mr. dr. H. A.
van Karnebeek, voorzitter; dr. H. E. van Gelder
ondervoorzitter; mr. J. van Kuyk, penning
meester. Nassaulaan 4, Den Haag; prof. dr. G.
A. S. Snijder, le Secretaris, Weesperzijde 33, (Al-
lard Piersonstichting, Amsterdam; jhr. mr. dr.
E. A. van Beresteyn en J. J. Blank, 2e secre
taris, Wassenaarscheweg 20, Den Haag.
Op Dinsdag 13 December des avonds 8 uur zal
in Pulchri Studio „Die Haghe" voor leden en
introducé's een bijeenkomst houden, waarop de
beteekenis der Musea-Scheurleer zal worden
behandeld door dr. K. Ph. Bernet Kempers, uit
Den Haag en prof. dr. G. A. S. Snijder en prof.
dr. D. Cohen uit Amsterdam.
Tot Apostolisch Vicaris van Coquilhatstad
(Belg. Congo) is door Z. H. den Paus benoemd
Mgr. E. van Goethem, die sinds 1924 deze missie
als Apostolisch Prefect bestuurde.
Naar Kipa uit Zagreb verneemt, werd reeds
250 jaar geleden het plan geopperd, om den
Kroatisohen Katholieken van den Grieksch-
Byzantijnschen ritus een bisschopszetel te ge
ven in Zagreb door dien van Krizevac, welke
in 1661 gesticht werd, naar Zagreb te ver
leggen.
Na besprekingen van den Grieksch-Katho
Heken bisschop mgr. dr. Nyarady met Z. H.
den Paus, werd te Rome de translatiebul uit
gevaardigd, waarin bepaald wordt, dat de kerk
van de H.H. Cyrillus en Methodius te Zagreb
als prokathedfaal zal dienen, totdat de bouw
van een nieuwe Grieksch-Katholieke kathe
draal zal zijn voltooid.
stukken als eonjunctuurstabiüsatie, economi
sche politiek der overheid e.d., waarna hij de
positie van den econctom in de wetenschappe
lijke beroepen behandelde.
Het volkomen succes dezer eerste bijeenkomst
van economische studenten is aanleiding ge
worden een commissie te benoemen (secretaris
de heer J. J. A. Charbo, Piusplein 8, Tilburg)
ter bestudeering van de mogelijkheid van voort
zetting van deze wijze van contact
Loopt tot Karei den Groote.
In verband met het Goethe-jaar heeft Ge-
heimrat prof. dr. Edward Schröder hoogleeraar
aan de universiteit van Göttingen, in het we
tenschappelijk tijdschrift „Forsohungen und
Fortschritte" een artikel gepubliceerd, waarin
hij den stamboom van den gevierden dichter
nagaat.
Reeds in het jaar 1908, aldus genoemd arti
kel, was uit een boek van Carl Knetsch, inder
tijd directeur van het staatsarchief van Mar
burg, bekend, dat Goethe den Saksisch-Henne-
bergschen kanselier Jac. Schröter te Meiningen
en Lucas Cranach en Gregorius Brück onder
zijn voorvaderen telt.
Carl Knetsch heeft echter bij het samenstel
len van zijn werk „Genealogie des Hauses Bra
bant", waaraan hij van 1917 tot 1931 heeft ge
werkt, een nieuwe vondst gedaan betreffen
den den stamboom van Goethe. Men kende in
de elfde generatie van Goethes stamboom den,
uit een Hessische familie stammenden, Mar
burger rentmeester en burgemeester Ludwig
Orth, die in 1523 is gestorven. Thans is ge
bleken, dat diens vrouw, Kuntzel Dietz, een
buitenechtelijke dochter was van den lands-
graaf Heinrich III van Oberhessen en langs
dezen illegitiemen weg komen wij tot de stam
moeder der landsgraven van Hessen, de IX.
Elisabeth en via haar dochter Sophie tot de
oudere genealogie van het huis Brabant. Via
Gottfried met den baard, hertog van Beneden-
Lotharingen, komt men tenslotte tot Karei den
trfoote.
Met een enkel woord maakten wij melding
van een artikel van Anton van Duinkerken in
„Bouwen waarin eens wordt gewezen op de
groote verdiensten van Albert Kuyle voor de
katholieke uitgeverij. Met niets is hij begonnen
en hij heeft de cultuur van het katholieke boek
een flinken stoot vooruit gegeven, zoodat ook
andersdenkenden hun geschriften graag aan
zijn zorgen toevertrouwden,
„In 1925 hield Pater C. A. Terburg O.P.
voor de kunstenaarsgroep van „De Ploeg"
te Nijmegen een reeks voordrachten over
„Het Inwendig leven". Ze waren modern,
deze preeken. De redactie van „De Gemeen
schap" achtte het oirbaar, dat ze zouden
verschijnen in boekvorm.
Zoo rees het plan, een eigen uitgeverijtje
te beginnen, speciaal voor boeken, die zon
der initiatief niet licht aan de markt kon
den komen, omdat de gevestigde uitgevers ze
„te modern" vonden. Het boekje van Pater
Terburg verscheen bij „De Gemeenschap",
uitgevers. Utrecht, gevestigd op de Lauwe
recht 125, het ouderlijk huis van den geïm-
proviseerden directeur, Albert Kuyle. Het
grondkapitaal dezer onderneming bestond
uit een stuiver en een goeden wil.
De tweede uitgave was „Het Huls", de
later beroemd geworden en drie maal her
drukte dichtbundel van Marnlx Gijzen. Daar
op volgde „Luther" van Jacques Maritain, in
het Nederlandsch overgebracht door Gijs
Bertels.
Reeds kregen de uitgaven met „D. G." erop
(„Doe Goed" maakte Kuyle daarvan) een
eigen karakter, niet slechts naar den inhoud,
maar ook naar den vorm. Ze wilden mede
werken om den smaak voor het mooie boek
te bevorderen.
Kuyle zelf had dezen smaak in hooge mate.
Toen zijn uitgeverij allengs de voornaamste
uitgeverij werd van de jongeren (en speciaal
van de „Katholieke jongeren") heeft hij,
zonder te vervallen in de verfoeibaarheid van
het luxe-onbenulligheidje, talrijke dichtbun
dels uitstekend verzorgd".
Van Duinkerken geeft er een opsomming van,
noemt een reeks debutanten, herinnert aan de
series „De Wingerd", „De Prisma", „De Dom-
serie", aan de plannen voor het goedkoope
boek en voor een serie heiligenlevens. Ten
slotte heeft Kuyle ook het initiatief genomen
voor de groote bloemlezing van katholieke
poëzie, waarvan het eerste deel op verschijnen
Theun de Vries geeft in „De Stem" weer een
„Kleine Galerij" portretten. Een ervan s e
Schubert voor:
Hij was zoo licht en zwaar als ^^omen;
doods bitterzoete dronk uit een hel spiegelend^
bohème en droefenis door zachte scher^r(^^en
als zomerregen door de zon op t Juli=ras.
Het bekende orgaan „Magyar Kultura", dat
door Pater Bangha S.J. geredigeerd wordt,
geeft een overzicht van hetgeen de Katholieke
liefdadigheid in de afgeloopen maanden van
1932 tot stand bracht in Boedapest en naastp
omgeving.
In de hoofdstad des lands bestaan 39 Itefda
dlgheidsgroepen, die onder een cé^trale res
gorteeren, die over een staf van welwillende
medewerkers beschikt. Er zijn 13.000 personen,
die zich bereid verklaard hebben om een we
kelljksche bijdrage te geven. Ruim 2300 col
lectanten hebben reed3 meer dan 1.000.000
pengö ingezameld.
EUGENE BRIEUX- f
Te Nice is Dinsdagmiddag de toon-eelschrij-
ver Eugene Brieux, lid van de Académie fran-
caise, op 74-jarigen leeftijd overleden.
Brieux, die 1.9 Januari 1855 als arbeiderskind
te Parijs geboren werd, stond reeds op 21-jari-
gen leeftijd op de planken in een stuk, dat hij
zelf, in samenwerking met Gaston Salandi had
geschreven.
Als journalist en uitgever van een blad in
Rouaan trok hij van stonde af fel te wapen
tegen ongeregeldheden en sociale misstanden op
allerlei gebied, geeselde corrupte gevallen in de
politiek en liet de rechtsverhoudingen In de
Fransche republiek niet ongemoeid. (Zijn hoofd
werk „La robe rouge" was aan een veroordee
ling der laatste gewijd.) Dezelfde tendenz ligt
aan zijn diverse tooneelstukken ten grondslag.
GEMEENTERAAD.
Woensdagavond kwam de Raad wederom
bijeen voor de behandeling van de gemeemte-
beg rooting.
Allereerst kwam wethouder De Haan (C.H.).
Spr. wijst er op, dat de begrooting 1933 niet
met extra-uitgaven mag worden bezwaard.
Tot demping van den Veütenoordsloot zal
worden overgegaan, zoodra goedkeuring van
Ged. Staten is ingekomen. De plannen voor
den bouw van het nieuwe slachthuis zullen
binnenkort im de slachbhulsoommlssle komen
De rooilijnen voor het doorbraakplan naar het
Westen zijn door Ged. Staten goedgekeurd;
de plannen voor verbetering van de Hoogstraat
zijn eveneens Waar; de 40.000. die deze ver
betering kost. zijn echter niet aanwezig, zoodat
ook dit werk moet wadhten. Spr. becijfert, dat
voor onderhoud van het nieuwe feestterrein in-
derdaad pl.m. 1000 noodig zijn.
Hierna is het woord aan den wethouder van
Onderwijs 'en Sociale Zaken, den heer A. van
Rijn (A.R.). Spr. zegt, dat de toestand op de
U. L. O. scholen voortdurend de aandacht heeft
van het College. Met het oog op de tijdsom
standigheden zal echter nog niet terstond wor
den overgegaan tot reorganisatie In het twee
maal stempelen ziet spr. geen kwestie van wan
trouwen. Het is enkel controlemiddel. De
fraude zit meestal hierin, dat de verdiensten
of de inkomsten telaag worden opgegeven Als
ook werkgevers meewerken, om steuntrek-
kenden te laten werken, is elke controle on
mogelijk
Spr. en de dienst achten het voor de oon
trole noodzakelijk, dat 's morgens en 's mid
dags gestempeld wordt. Wanneer echter niet 1
Januari de dienst van Maatschappelijk Hulp
betoon wordt Ingesteld, kan dit punt nader od
der de oogen worden gezien. Dan zal
echte*
goedkeuring van den Minister nog noodó?
worden
LiUIOLCI uvrs - rklOO-
Wat de uitkeering aan de ongehuwde w®riWAtl
zen betreft, hierin kan niets g.eda^^ans zjjn
zonder toestemming van het R»ik ^jaan ^oor
reeds eenige keeren uitkeertngen g
het crisis-comité. Spr. toont
gelimg hi-er zeer royaal, wordt VerTO,gens
belang der steuntrekkenden. mt
de wethouder op de rege|in® nneeworv. n
van de wachtweek na 4 we ^erdodlv
hen. Hij blijft deze regeling geD en wil
haar dan ook handhaven. t de Kerst
gave aan de werkloozen, c) ZaJ binnen
acht dagen een alge dire van den
Minister verschijnen. A JWrgestelde rege
ling inzake werkverschaffing aan de k„lp<,rs
acht spr. groote financieel
zal het ook geen voordeel verschaffen. Spr. wil
echter nadere voorstellen vernemen. Spr wijst
er op. dat het hooge procent ziektegevallen van
het gémeenteporsonee Soms veroorzaakt kan
worden door een of twee personen. Spr. zal och
ter een en ander nauwkeurig doen onderzoeken
Spr. verdedigt vervolgens de verhooging van
den meter-huur. De verlaging van presentlegel
den wl'l »Pr- W de vrijheid der leden over.
laten
Wethouder 't Hoogerwerf (V.B.) ziet er niet
zoo'n groot bezwaar in, om de aflossingen stop
te ze en. Nu echter de reserves bij de bedrij
ven zijn, moeten eerst deze aangesproken wor-
hpr,.zlet de reserves meer aJIs niet ultge-
eer e winst. De bedrijven hebben gespaard
voor de gemeente. Indien het eenigszins kan.
za Wi.1s van het water zeker verlaagd wor
t en Wtogtena met 10 cent per M3. Aam de voor.
teraiding van het slachthuis wordt krachtda
dig gewerkt. Spr. raadt echter aan, alsdan
nlöt op 20 of 30 duizend gulden te kijken, doch
dan ook iets goeds te bouwen.
De Burgemeester zegt, dat het met instem
ming der geldschieters niet afdoen der aflos,
stagen op vele bezwaren stuit. Het doet B. en
W. genoegen dat er niet sterk op is aangedron
gen. om lm 1933 groote openbare werken uit te
voeren. Dit is absoluut onmogelijk. In 1932 is
330.000 me«r uitgegeven aan werkloozenstetiu
dan de reeds toegestame ƒ150.000. in totaal dus
een dikke 5 ton. Over 1932 Is dan ook een groot
tekort te verwachten; de post onvoorzien is uit
geput, al is ook de uitkeertng door bet Rijk
aan werkloozensteun 170 000 hooger, dan was
geraamd. Spr schat het nadeelig saldo over
1932 op twee ton. Dit tekort zal in 1934 op de
begroeting komen. In 1935 zaïl bovendien moe
ten begonnen worden met het afschrijven der
waardevermindering van grond uit het grond.
bedrijf. Ook de uitkeering van'het Rijk uit het
Gemeentefonds zal verminderen. Spr. ziet de
financdeele toekomst der gemeente dan ook
danker in. Het is daarom mogelijk, dat in het
voorjaar van 1933 maatregelen voorgesteld
moeten worden om aan de financiën te komen,
Omtpold-erimig van den polder Groot-Vettenoord
zal in de a.s. winterzitting van het polderbe
stuur nog niet in behandeling komen. Daarom
is gevraagd, den Vetteneordsloot te mogen
dempen. Tot verruiming der verbinding met
het Westelijk stadsdeel kam nog niet worden
overgegaan, daar een eenvoudig p]an toc]j
al op ƒ136.000 is begroot. Spr. weerlegt, dat
voortdurend door B. en W. voorstellen worden
gedaan, welke vroeger door de S. D. a. P zijn
gedaan. Spr. kan niet meegaan met het adre9
der gemeente Schiedam, daar hierin gevraagd
wordt, de geheele werkloozensteun door het
Rijk te doen dragen. B. en W. willen wel sub
sidie voor alle werkloozen en niet alleen voor
crisiswerkloozen. Van een adTes aan den Mi
nister verwacht spr. meer. De opcenten op de
personeels belasting zullen in de toekomst de
sluitpost der begroeting moeten vormen, zoo
lang het aantal opcenten op de gemeentefonds-
belasting nog niet beneden de 80 is gedaald.
Spr. is tegen uitbreiding der overheidsbemoeiing
vandaar la hij tegen den Stortings- en Ophaal
dienst voor belastingen. Spr. heeft over de
verlaging der presentiegelden niets nieuws te
zeggen het heeft echter nooit 6 per keer be.
dragen.
J?0®* aa<n- dat het optreden der politie
op ei 1.1. wel slap geweest Is, doch dat
bet voorgevallene de politie beeft overvallen,
-oen er op 31 Mei echter militaire politie kwam
was gehoorzamen het parool. Spr. komt vervol
gens nog eens op de aanbeveling voor de be
noeming van ledeft van Maatschappelijk Hulp.
betoon. Er moest hierbij gelet worden op twee
zaken, nJ., men wilde alle leden van het Bur
gerlijk Armbestuur doen benoemen en men wiL
de zooveel mogelijk evenredige vertegenwoor
diging. In de toekomst zal dan ook de plaats
van den heer A. G. de Jonig (R. K.) moeten
ingenomen worden door een va-n andere rich
ting.
De heer Reij (R.K.) zegt. dat im dit geval dan
ook naar een persoon van rechts had moeten
gekeken worden.
De heer Barendregt (S D.A.P.) wil het feest
terrein meer productief maken, door het ook
op Zondagavond open te stellen
Bij de replieken komt weer eerst de heer Buis
(S D.A.P.) aam het woord. Spr. zal voorstellen,
het een keer stempelen in te voeren.
De heer Don (C.H.) toont aan, dat de meter*
huren inderdaad te hoog zijn en zet vervolgens
de christelijke levensbeschouwing tegenover het
standpunt der S.D.A.P. imzake de gezagskwestie.
De heer Jonker (A.R.) had meer toeschiete
lijkheid verwacht imzake de verplichting van het
twee maal stempelen. Uit de practijk heeft. Spr.
dikwijls moeilijkheden meegemaakt imzake het
maken van de wachtweek ma 4 weken werken.
Spr. vraagt naar een oplossing in deze moeilijke
kwestie. Spr. vraagt B. en W de magelijkheid
te onderzoeken, of er iets gedaan kan worden
door de z.ig. droge kuipers. Spr. heeft groot be-
zwaar tegen de stoomkuiperijen, daar de ar
beiders op pl.m. 20-Jarlgen leeftijd als niet vak.
menschen op de Markt worden gebracht.
De heer Buters (R.K.) verdedigt nogmaals
zijn voorstellen imzake werkverschaffing aan
de kuipers. Spr. beveelt de kwestie hij 'het Col
lege aan, em verwacht veel te hereiken door
overleg van werkgever en werknemer.
De heer Reij (R.K.) wijst op dem grooten toe
loop 'e avonds In d® omeevlng Hotlaan. Spr. ver
dedigt nogmaals de invoering van een
en atortingsdienst. Sipr. wil voortaan, dat naast
een R. K. op de aanbeveling iemand van chrts.
telijke zijde staat, zoodait de rechterzijde van den
Raad uit kan maken, of die Christelijke of de
R. K. gekozen moet worden.
GEMEENTERAAD
VLAARDINGER-AMMBACHT.
De Raad der gemeente Viaardinger-Am.
baCht is in openbare vergadering bijeengeroe
pen tegen Vrijdag 9 Decenalber a.s. des avonds ta
half zeven.
De genda vermc
Benoeming van* Tan het Burgerlijk
Armbestuur; Voorstel van B. en W, tot aan-
koop van <*e *K> eri^ en land van L. J. Ro-
meiin tegen den prijs van ƒ0.78 per M2., of in
lotaal' 84.956.82; Voorstel van B. en W. tot
aankoop van r'en grond van de Mij. „Boomen-
Uwairtier" a ƒ1 per M2„ of im totaal ƒ80.600;
(dem. om aanneming dezer voorstellen an-
nuïteitsleenimgeu aan te gaan; idem tot het
aangaain van geldleenlng, groot 163.000 met de
N.V. Rotferóamsche Verzekerings-Societeiten
tegen parikoers en rentende 5 pet. 's jaars; Idem
behandeling gemeentebegrootiog 1933.
Maandag 12 December a.s. zal ln de Visscherij-
sohool alhier de inschrijving plaats hebben
yan leerlingen voor den dagcursus en voor de
^ag- en avondschool. De lessen vangen den
volgenden dag aan.
PINDA PINDA
Het damescomité, dat zich ten doel stelt den
nood der Clilneezen te helpen lenigen,heeft
veel meeleven ondervonden. Aan losse giften
werd 12 ontvangen, terwiji verschillenden
zich opgaven voor een maandelijksohe bijdrage.
Ook kleeren werden gegeven.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Te bevragen bij: Van Zwietem, Rehoboth-
straat 5, halsdoekje; Gemeentereiniging, zilve
ren kindervork: van der Borden. Marktgraaf-
straat 27 handschoen; Van der Houwen. Tulp.
straat 6 VI Amb„ rwk-lijplaatje; Groeaeveld.
Van Lennepsplaats 24, bijbeltje; Van der
Mear Ridderstraat 25, koueen. pyama, zak
doek, en,z- Breedveld, Korn. Speelma.nstraa,t 25
jas; Politiebureau, mandje, muts. sleuteltje,
portemoinmaie met inhoud; Dijkshoorn, Piet
Heinwraat 27 ,rimg roet sleutels;De Bruyn. Pa-
t/rtroomiumstraut 10, handschoen en belknop;
Llebrechts, Pijklaan 53, wantje; Van der Vlis,
Wm. Beukelsz et raat 92, handschoen; Nieuw-
stratem, van Riebeeckstraat 50, ceintuur; Bvou-
wr Oosterstraat 27, rentezegels; Bagobus,
Dwarssteeg 4, paardedeken; Van der Windt,
Steijnstraat 17, leeren jas; Dijkman, Zomer,
steeg 29, kussen.
FILMAVOND R. K. VROUWENBOND.
Do R. K. Vrouwenhond heeft haar leden en
introducée een aardig reisje door de Beier-
sohe Alpen laten maken. Hiervoor had zij uit-
genoodigd de ..Reichsbahnzentrale ffir den
Deutschen Reiseverkehr". Deze filmavond werd
toegelicht door den heer Max K. W. Gerlsch.
Het geheel is een leerzame en genotvolle
avond geweest. Het in Rocooo-stijl gebouwde
slot Llnderhof trok vooral de aandacht, alsme
de het alom bekende Oberammergau. Daar
na werden nog eenige films vertoond van
de Beiersche wintersport. De presidente mevr.
Koonings sloot dezen avond en dankte dèo
spreker voor zijn prettige toelichting