5 DONDERDAG 8 DECEMBER 1932 yOOR-HINDOESCHE OUDHEDEN IN ZUID-SUMATRA. I I m MÊÊÊÊÊÈÈÈË CONFERENTIE VAN ECONOMISCHE STUDENTEN. HET BEHOUD DER MUSEA- SCHEURLEER. Het comité tot behoud der Musea tracht gelden bijeen te krijgen. MGR. E. VAN GOETHEM. GOETHES STAMBOOM. ZAGREB OOK ZETEL VAN EEN GR1EKSCH-KATHOLIEKEN BISSCHOP. LETTERKUNDIGE TIJDSCHRIFTEN. CHRISTELIJKE LIEFDADIGHEID IN HONGARIJE- UIT VLAARDINGEN vlaardingsche visscherijschool. XJIT MAASSLUIS Lezing van dr. A. N. J. Th. a Th. van der Hoop voor het „Koninklijk Nederl. Aardrijkskundig Genootschap." Voor leden van het Kon. Ned. Aardrijkskun dig Genootschap en genood igden hield Dr A. N. J. Thomassen Thuessink vam dar Hoop de zer dagen In de Aula van de Nederlandsche Handels-Hoogeschool, te Rotterdam, een lezing met lichtbeelden over „Voor-Hindoesche Oud heden in Zuid-Sumatra"ontleend aan zijn on langs gepubliceerde dissertatie „Megalithic Re mains in South-Sumatra". In het binnenland van Zuid-Sumatra, aan den voet van den hoogen vulkaaakegel Goenoeng Dempo, strekt zich uit de hoogvlakte van de Pasemah, welke aansluit bij het dal van de Le- matang,'een zijrivieT van de Moesi, de groote rivier, welke bij Palembang in zee uitmondt De bevolking van de Pasemah, vroeger in naam onderhoorig aan Palembangs sultans, is langen tijd practisch onafhankelijk geweest. In 1866 zag het Nederlandsch-Indische gouverne ment zich, door de herhaalde strooptochten van de Pasemahers genoodzaakt, aan dezen toestand een einde te maken en het gebied definitief in te lijven. In deze streek ontdekte de Luitenant Uhlman in 1849 eenige grove steenen beelden van een tot nu toe onbekend type. Na de onderwerping van de Pasemah hebben de Contrleurs Engelhard, Batenburg. Junius en Hoven zich verder voor deze oudheden ge ïnteresseerd het resultaat van hun naspoi in- gen werd in 1922 door den bekenden Resident "Westenenk in het Oudheidkundig Verslag sa mengevat. In 1929 m.aakte Prof. Van Eerde van het Kolo niaal Instituut te Amsterdam een studiereis door Indië hij bezocht daarbij ook de beelden van de Pasemah, en werd er door getroffen, dat bij deze beelden talrijke z.g, „megalithen" voor kwamen ruwe steenen monumenten in den vorm van kleine hunnebedden of dolmens, op staande steenen, steenrijen, steenkistgraven, enz. Prof. Van Eerde wees hierop in zijn reisver slag, en op zijn instigatie vertrok de Heer Van der Hoop begin 1931 naar Sumatra, om een na dere studie van deze oudheden te maken. De re sultaten van zijn onderzoek zijn neergelegd in zijn dissertatie „Megalithic Remains in South Sumatra" (Thieme Cie., Zutphen, 1932). De beelden van Zuid-Sumatra zijn ten deele zeer primitief; zij herinneren dan sterk aan de z.g. „Polynesische beelden" die op Java en elders werden gevonden. De meeste beelden staan echter op een veel hooger trap; verschillende getuigen van een hooge artistieke begaafdheid van de beeldhou wers. De beelden stellen menschen voor, meestal gekleed in gordel en lendedoek, het bovenlijf soms bedekt met een soort tuniek, het hoofd beschermd met een helm. Sommige dragen een zwaard. Een kralensnoer om den hals en ringen of banden om polsen en beenen vormen de sie raden. Enkele van de afgebeelde menschen dragen aan riemen een trom op den rug; deze trom is duidelijk te herkennen, en stelt een bronzen z.g. tekeltrom voor; dergelijke keteltrommen zijn in den Archipel herhaaldelijk opgegraven, en der musea te Batavia en te Leiden, bezitten er verschillende exemplaren van. Hoofdzakelijk met behulp van deze trommen was het moge lijk. de beelden te dateeren. De afgebeelde trommen werden gemaakt in de eerste eeuw van onze jaartelling: zij zijn oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Oost Azië voornamelijk uit Tonkin en Laos. Hierdoor wordt dus eenig licht verspreid over de Zuid Sumatraansche cultuur. Behalve mensehen vinden wij nok dikwijls runderen en olifanten afgebeeld; voorts komen bij de beelden steentroggen voor. die waar schijnlijk hebben gediend om schedels in 'te bewaren, zooals dat op Nias nog heden ten dage gebruikelijk is. Daarnaast vinden wij steenen met een plat bovenvlak, waarin één of meer uithollingen zijn gemaakt; zij hebben misschien gediend om een graansoort in te malen Over het ras van de beeldhouwers va't nog niet veel met zekerheid te zeggen Westenenk dacht aan negrlto's. doch dit is waarschijnlijk onjnist Eerder zullen wij hier moeten denken aan één van de Oud-Maleische volkerenstroo- men, die zich van Zuidoost Azië naar den Ar chipel hebben bewogen, en aldaar de .Indone sische" talen brachten Zij waren nog niet met de Hindoe-cultuur in aanraking gekomen, want nergens vinden wij in hun beeldhouwwerk spo ren van Hindoe-invloed Zekerheid omtrent het ras zullen wij pas krijgen, wanneer verdere ont gravingen ook skeletresten aan den dag bren gen. De verdere bestudeering van deze oude cul tuur is voor de kennis van de vroegste geschie denis van den Archipel van groot belang: lm mers moet deze oud-Indonesische cultuur dp bodem zijn geweest, waarop later de Hindoe- Javaansche cultuur groeide. Omtrent die oud- Indonesische cultuur was tot nu toe vrijwel niets bekend: alleen had Kern met zijn beken de scherpzinnigheid iets omtrent het cultuur bezit van die oude Indonesiërs uit taalkundige gegevens weten af te leiden. Nog merkwaardiger wordt deze Zuid-Suma- traansche cultuur door het voorkomen van de hierboven genoemde megalithen. Megalithen komen in een grooten gordel voor. die zich om de geheele aarde uitstrekt. Onze hunnebedden behoorden ertoe. De beroemde „zonnetempel" van Stonehenge in Zuid-Engeland eveneens. Bekend zijn de vele „alignements" (steen- rijen), „dolmens", „menhirs" (opstaande steenen) van Bretaene. Megalithen komen verder voor in het heele Middellandsche Zeegebied, in Perzië. Vóór- en Achter-Indië. Siberië, China. Japan, op Mada gascar en Ceylon, in Oost-Indië, op de eflan den van de Stille Zuidzee, en in Amerika. De groote vraag is nu, of al deze megalithen. zoo als sommige willen, resten zijn van één cul tuur, of dat zij door verschillende volken zelfstandig „uitgevonden" zijn. Dat er samen hang bestaat tusschen de megalithen van Oost-Azië, van den Oost-Indiscben Archipel, Polynesië en Amerika, wordt in ieder geval meer en meer waarschijnlijk. Voor de ar- chaeologie ligt hier een prachtig arbeidsveld, ook in onzen archipel. Juift in onzen archi pel, omdat daar volken zijn, die nog tot op den liuidigen dag megalithen bouwen (Nias. Soemba). De heer van der Hoop maakt thans plan- neu voor een nieuwe studiereis, waarhij het de bedoeling is. het onderzoek ook over andere deelen van Sumatra uit te strekken. Aan het slot van zijn belangwekkende voor dracht werd de heer van der Hoop namens de toehoorders bedankt door den voorzitter der Plaatselijke Commissie van het K.N.A.G. te dezer stede, den heer W. A. Engelbreeht, die bij de inleiding van den spreker ook diens verdiensten memoreerde als leider van «inn eersten vliegtocht naar M"'»-'".»' 1. l-uf.c ia 1924, beschreven in Ut.' In k-mie werk, dat naderhand van zijn hand verscheen: ..Door de lucht naar Indië". >ïv.k: y - - -y AAA HET WKAK VAN DE „P. C. HOOFT" wordt met man en macht gewerkt, om het water er geheel uit te krijgen; hierdoor zou de slagzij, die plm. 20 graden bedraagt, geheel verdwijnen. Het sohip wordt vervolgens gedokt, om tenslotte naar Pemis te worden gesleept. De slooper zal het daar uiteen slaan. „Plaats en taak van den econoom in het huidig maatschappelijk leven." Te Bentveld heeft van 2—4 December een conferentie van studenten en afgestudeerden van de Handelshoogeschool te Rotterdam,wbe Economische faculteit te Amsterdam en de R. K. Handelshoogeschool te Tilburg plaats ge vonden ter bespreking van bovenstaande vraag stuk. De leider, de heer Ed. van Cleeff, wees er in zijn openingswoord op, dat dit experiment om studenten van zeer uiteenloopende politieke en religieuse richting bij elkaar te brengen ze ker niet ten doel had de bestaande differen tiaties te overbruggen. Het betrof hier slechts een poging, contact tot stand te brengen tus schen een groep intellectueelen die in de toe komst op het kleine Nederlandsche arbeids veld zullen moeten samenwerken en daarvoor in de eerste plaats elkaar moeten leeren begrij pen en waardeeren. Daarna sprak prof. dr. N. J. Polak uit Rot terdam over de crisis in maatschappij en cul tuur. Spr. zag het wezen der crisis in het con flict tusschen traditie en vernieuwing resp. be lichaamd in den ouderdom en in de jeugd Sinds de periode der ontdekkingsreizen is de menschelijke persoonlijkheid steeds meer op den voorgrond getreden een ontwikkeling die in de tweede helft der negentiende eeuw cul mineert. Na deze krachtige periode van opbloei treden symptomen van verzwakking en van cultureele decadentie op; de ondernemingseen heid groeit en daarmee haar sociale functie, wat meer een versterking«der gemeenschaps bemoeiing meebrengt, die echter steeds meer geinspireerd wordt door een sentimenteele be zorgdheid voor 't zwakke individu en niet deor het gemeenschapsbelang. Ook de ondernemer, nog wortelend in de vrijheidsgedachte der ne- gentlende eeuw, neemt een onmaatschappelijk standpunt in, als hij zijn bedrijf nog te v$e) als een persoonlijke aangelegenheid beschouwt Hier heeft de econoom een taak: hij moet er naar streven, de aandacht van den ondernemer bij al zijn handelingen ook op het sociale effect daarvan te doen vallen. Zaterdagmorgen sprak prof. dr. J. Cobben hagen uit Tilburg over economische wetmatig heid en zedelijke elschen. Spr. beschouwde het gestelde probleem als een levensvraag voor de hedendaagsche economie, waarbij men moet onderscheiden de vraag betreffende eco nomie en ethiek als wetenschappen eenerzijds en de op practisch gebied rijzende vragen aan gaande de verhouding tusschen economische mogelijkheden en zedelijke eischen anderzijds Beide vragen behandelde spr. afzonderlijk, waar hij hij zich ten aanzien van den wijsgeerigen kant dezer vraagstukken stelde op het standpunt der scholastieke wijsbegeerte. In zijn conclusie zeide prof. Cobbenhagen, dat alle menschelijke handelingen en dus ook de op het economisch welvaartsdoel gerichte handelingen onder de opperste leiding der ze delijke beginselen staan. Ten aanzien van de economische mogelijkheid herinnerde spr. aan den algemeen geldenden zedelijken eisch, welke niemand is gehouden tot bet onmogelijke, tot datgene dus wat boven zijn krachten uit gaat. De verplichting blijft echter aanwezig om een eventueele onmogelijkheid, welke in concrete veranderbare omstandigheden begrond is, door doeltreffende maatregelen op te hef fen of althans krachtig daarheen te streven. Aan een conflict tusschen de economie als zijnswetenschap en de ethica als normatieve wetenschap gelooft 'spr. niet. Beide, economie en ethiek, hebben eigen formeele objecten. Er is een logische onderscheiding en behandeling, echter geen werkelijke scheiding. Zelfstandig heid is niet gelijkluidend met onafhankelijk heid. Zaterdagavond sprak dT. W. Banning, Bent veld, over de taak der jonge generatie en be toogde, dat niet de wetenschap, doch het bezit van een wereldbeschouwing den intellectueel uit de huidige impasse moet redden en de dif ferentiaties in het cultureele geheel rijgen. Zondagmorgen sprak dr. J. Tinbergen uit Den Haag over de taak van den jongen econoom Spr. onderscheidde den econoom, in dienst van het concurreerende, zuiver particulier bedrijf, dien in dienst van een organisatie, die de vrije concurrentie poogt op te heffen en dien in dienst van de overheid. De econoom in het privé- bedrijf ziet zich het vaakst voor een conflict met het gemeenschapsbelang geplaatst. Voor alles fnoet hij wetenschappelijk te werk gaan en de ongefundeerde „feelings" van den be drijfsleider, die tot een verkeerde bedrijfspoli- tiek voeren, door het objectieve gegeven zien te vervangen en verder zijn invloed aanwenden om tot een rationeele samenwerking met andere bedrijven te komen. Ook in reeds georgani seerde bedrijfstakken moet hij er naar blijven streven de nog aanwezige concurrentie-resten te doen verdwijnen, o.a. door oprichting van een superorganisatie met andere bedrijfstak ken. De econoom in overheidsdienst heeft tot taak een doelmatig beleid te helpen invoeren, waarbij vooral het verband met andere tak ken vnn overheidsdienst in 't oog moet worden gehouden. Spr. schetste vervolgens de toekom stige beteekenis van den econoom voor vraag- Op initiatief van de vereeniging „Die Haghe" heeft zich, zooals men weet, een comité ge vormd, dat zich het behoud van de Musea- Scheurleer ten doel stelt. In een circulaire deelt het comité, als volgt mede. hoe het zich de bereiking van dat doel voorstelt: „Ons Comité heeft overleg gepleegd met Cu ratoren in het faillissement en is na oplossing van verschillende moeilijkheden met hen tot overeenstemming gekomen, in dier voege, dat wij vóór den len November 1933 de beide musea kunnen koopen, het Muzlekmuseum voor 135.000 en het Archaeologisch Museum vpor 105.000 gulden, het laatste alleen onder voorwaarde, dat de hypotheekhouders van het perceel Carncgie- laan, waar het Museum thans gevestigd is. aan curatoren ontslag verleenen van de daarop rus tende hypotheken 140.000). Indien de hy potheekhouders bereid zijn de hypotheken te veslengen, of wij, door het sluiten van een nieuwe hypotheek of eventueel op andere wijze deze hypotheekhouders kunnen bevredigen, zal het dus hierop neerkomen, dat wij rente van een dergelijke hypotheek zullen moeten kunnen opbrengen. Bovendien zal voor onderhoud eD beheer nog een jaarlijksch bedrag noodig zijn. Ten opzichte van het Muziek-Museum was de gemeente 's Gravenhage reeds vóór de ca tastrophe in onderhandeling op de basis van het hiervóór genoemde bedrag. De koop was nog niet gesloten, omdat de gemeente wel de koop som wilde betalen, maar de voorwaarde maakte, dat door belangstellenden door jaarlijksche bij dragen in onderhoud en exploitatie tot 6000 gulden zou worden deelgenomen. Ons Comité heeft gegronde hoop, dat de gemeente te zijner tijd op gelijke voorwaarden het muziek-museum zal willen overnemen ter plaatsing in haar nieuwe museumgebouw. Het komt er dus op aan om die jaarlijksche bijdragen of het kapitaal ervoor op te brengen. Alles bijeen genomen hebben wij dus, indien een regeling als boven genoemd ten opzichte van het gebouw Carnegielaan tot stand komt, ten minste noodig een kapitaal van ruim één hon derd duizend gulden, en bovendien twintig dui zend gulden aan jaarlijksche bijdragen of zoo veel minder als wij aan rente van een grooter kapitaal zouden kunnen trekken." Om dit bedrag bijeen te brengen wordt thans een beroep gedaan op allen, die voor het behoud dezer musea als cultuurbelang iets vóelen. Het dagelijkseb bestuur van het comité be staat uit de volgende heeren: Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, voorzitter; dr. H. E. van Gelder ondervoorzitter; mr. J. van Kuyk, penning meester. Nassaulaan 4, Den Haag; prof. dr. G. A. S. Snijder, le Secretaris, Weesperzijde 33, (Al- lard Piersonstichting, Amsterdam; jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn en J. J. Blank, 2e secre taris, Wassenaarscheweg 20, Den Haag. Op Dinsdag 13 December des avonds 8 uur zal in Pulchri Studio „Die Haghe" voor leden en introducé's een bijeenkomst houden, waarop de beteekenis der Musea-Scheurleer zal worden behandeld door dr. K. Ph. Bernet Kempers, uit Den Haag en prof. dr. G. A. S. Snijder en prof. dr. D. Cohen uit Amsterdam. Tot Apostolisch Vicaris van Coquilhatstad (Belg. Congo) is door Z. H. den Paus benoemd Mgr. E. van Goethem, die sinds 1924 deze missie als Apostolisch Prefect bestuurde. Naar Kipa uit Zagreb verneemt, werd reeds 250 jaar geleden het plan geopperd, om den Kroatisohen Katholieken van den Grieksch- Byzantijnschen ritus een bisschopszetel te ge ven in Zagreb door dien van Krizevac, welke in 1661 gesticht werd, naar Zagreb te ver leggen. Na besprekingen van den Grieksch-Katho Heken bisschop mgr. dr. Nyarady met Z. H. den Paus, werd te Rome de translatiebul uit gevaardigd, waarin bepaald wordt, dat de kerk van de H.H. Cyrillus en Methodius te Zagreb als prokathedfaal zal dienen, totdat de bouw van een nieuwe Grieksch-Katholieke kathe draal zal zijn voltooid. stukken als eonjunctuurstabiüsatie, economi sche politiek der overheid e.d., waarna hij de positie van den econctom in de wetenschappe lijke beroepen behandelde. Het volkomen succes dezer eerste bijeenkomst van economische studenten is aanleiding ge worden een commissie te benoemen (secretaris de heer J. J. A. Charbo, Piusplein 8, Tilburg) ter bestudeering van de mogelijkheid van voort zetting van deze wijze van contact Loopt tot Karei den Groote. In verband met het Goethe-jaar heeft Ge- heimrat prof. dr. Edward Schröder hoogleeraar aan de universiteit van Göttingen, in het we tenschappelijk tijdschrift „Forsohungen und Fortschritte" een artikel gepubliceerd, waarin hij den stamboom van den gevierden dichter nagaat. Reeds in het jaar 1908, aldus genoemd arti kel, was uit een boek van Carl Knetsch, inder tijd directeur van het staatsarchief van Mar burg, bekend, dat Goethe den Saksisch-Henne- bergschen kanselier Jac. Schröter te Meiningen en Lucas Cranach en Gregorius Brück onder zijn voorvaderen telt. Carl Knetsch heeft echter bij het samenstel len van zijn werk „Genealogie des Hauses Bra bant", waaraan hij van 1917 tot 1931 heeft ge werkt, een nieuwe vondst gedaan betreffen den den stamboom van Goethe. Men kende in de elfde generatie van Goethes stamboom den, uit een Hessische familie stammenden, Mar burger rentmeester en burgemeester Ludwig Orth, die in 1523 is gestorven. Thans is ge bleken, dat diens vrouw, Kuntzel Dietz, een buitenechtelijke dochter was van den lands- graaf Heinrich III van Oberhessen en langs dezen illegitiemen weg komen wij tot de stam moeder der landsgraven van Hessen, de IX. Elisabeth en via haar dochter Sophie tot de oudere genealogie van het huis Brabant. Via Gottfried met den baard, hertog van Beneden- Lotharingen, komt men tenslotte tot Karei den trfoote. Met een enkel woord maakten wij melding van een artikel van Anton van Duinkerken in „Bouwen waarin eens wordt gewezen op de groote verdiensten van Albert Kuyle voor de katholieke uitgeverij. Met niets is hij begonnen en hij heeft de cultuur van het katholieke boek een flinken stoot vooruit gegeven, zoodat ook andersdenkenden hun geschriften graag aan zijn zorgen toevertrouwden, „In 1925 hield Pater C. A. Terburg O.P. voor de kunstenaarsgroep van „De Ploeg" te Nijmegen een reeks voordrachten over „Het Inwendig leven". Ze waren modern, deze preeken. De redactie van „De Gemeen schap" achtte het oirbaar, dat ze zouden verschijnen in boekvorm. Zoo rees het plan, een eigen uitgeverijtje te beginnen, speciaal voor boeken, die zon der initiatief niet licht aan de markt kon den komen, omdat de gevestigde uitgevers ze „te modern" vonden. Het boekje van Pater Terburg verscheen bij „De Gemeenschap", uitgevers. Utrecht, gevestigd op de Lauwe recht 125, het ouderlijk huis van den geïm- proviseerden directeur, Albert Kuyle. Het grondkapitaal dezer onderneming bestond uit een stuiver en een goeden wil. De tweede uitgave was „Het Huls", de later beroemd geworden en drie maal her drukte dichtbundel van Marnlx Gijzen. Daar op volgde „Luther" van Jacques Maritain, in het Nederlandsch overgebracht door Gijs Bertels. Reeds kregen de uitgaven met „D. G." erop („Doe Goed" maakte Kuyle daarvan) een eigen karakter, niet slechts naar den inhoud, maar ook naar den vorm. Ze wilden mede werken om den smaak voor het mooie boek te bevorderen. Kuyle zelf had dezen smaak in hooge mate. Toen zijn uitgeverij allengs de voornaamste uitgeverij werd van de jongeren (en speciaal van de „Katholieke jongeren") heeft hij, zonder te vervallen in de verfoeibaarheid van het luxe-onbenulligheidje, talrijke dichtbun dels uitstekend verzorgd". Van Duinkerken geeft er een opsomming van, noemt een reeks debutanten, herinnert aan de series „De Wingerd", „De Prisma", „De Dom- serie", aan de plannen voor het goedkoope boek en voor een serie heiligenlevens. Ten slotte heeft Kuyle ook het initiatief genomen voor de groote bloemlezing van katholieke poëzie, waarvan het eerste deel op verschijnen Theun de Vries geeft in „De Stem" weer een „Kleine Galerij" portretten. Een ervan s e Schubert voor: Hij was zoo licht en zwaar als ^^omen; doods bitterzoete dronk uit een hel spiegelend^ bohème en droefenis door zachte scher^r(^^en als zomerregen door de zon op t Juli=ras. Het bekende orgaan „Magyar Kultura", dat door Pater Bangha S.J. geredigeerd wordt, geeft een overzicht van hetgeen de Katholieke liefdadigheid in de afgeloopen maanden van 1932 tot stand bracht in Boedapest en naastp omgeving. In de hoofdstad des lands bestaan 39 Itefda dlgheidsgroepen, die onder een cé^trale res gorteeren, die over een staf van welwillende medewerkers beschikt. Er zijn 13.000 personen, die zich bereid verklaard hebben om een we kelljksche bijdrage te geven. Ruim 2300 col lectanten hebben reed3 meer dan 1.000.000 pengö ingezameld. EUGENE BRIEUX- f Te Nice is Dinsdagmiddag de toon-eelschrij- ver Eugene Brieux, lid van de Académie fran- caise, op 74-jarigen leeftijd overleden. Brieux, die 1.9 Januari 1855 als arbeiderskind te Parijs geboren werd, stond reeds op 21-jari- gen leeftijd op de planken in een stuk, dat hij zelf, in samenwerking met Gaston Salandi had geschreven. Als journalist en uitgever van een blad in Rouaan trok hij van stonde af fel te wapen tegen ongeregeldheden en sociale misstanden op allerlei gebied, geeselde corrupte gevallen in de politiek en liet de rechtsverhoudingen In de Fransche republiek niet ongemoeid. (Zijn hoofd werk „La robe rouge" was aan een veroordee ling der laatste gewijd.) Dezelfde tendenz ligt aan zijn diverse tooneelstukken ten grondslag. GEMEENTERAAD. Woensdagavond kwam de Raad wederom bijeen voor de behandeling van de gemeemte- beg rooting. Allereerst kwam wethouder De Haan (C.H.). Spr. wijst er op, dat de begrooting 1933 niet met extra-uitgaven mag worden bezwaard. Tot demping van den Veütenoordsloot zal worden overgegaan, zoodra goedkeuring van Ged. Staten is ingekomen. De plannen voor den bouw van het nieuwe slachthuis zullen binnenkort im de slachbhulsoommlssle komen De rooilijnen voor het doorbraakplan naar het Westen zijn door Ged. Staten goedgekeurd; de plannen voor verbetering van de Hoogstraat zijn eveneens Waar; de 40.000. die deze ver betering kost. zijn echter niet aanwezig, zoodat ook dit werk moet wadhten. Spr. becijfert, dat voor onderhoud van het nieuwe feestterrein in- derdaad pl.m. 1000 noodig zijn. Hierna is het woord aan den wethouder van Onderwijs 'en Sociale Zaken, den heer A. van Rijn (A.R.). Spr. zegt, dat de toestand op de U. L. O. scholen voortdurend de aandacht heeft van het College. Met het oog op de tijdsom standigheden zal echter nog niet terstond wor den overgegaan tot reorganisatie In het twee maal stempelen ziet spr. geen kwestie van wan trouwen. Het is enkel controlemiddel. De fraude zit meestal hierin, dat de verdiensten of de inkomsten telaag worden opgegeven Als ook werkgevers meewerken, om steuntrek- kenden te laten werken, is elke controle on mogelijk Spr. en de dienst achten het voor de oon trole noodzakelijk, dat 's morgens en 's mid dags gestempeld wordt. Wanneer echter niet 1 Januari de dienst van Maatschappelijk Hulp betoon wordt Ingesteld, kan dit punt nader od der de oogen worden gezien. Dan zal echte* goedkeuring van den Minister nog noodó? worden LiUIOLCI uvrs - rklOO- Wat de uitkeering aan de ongehuwde w®riWAtl zen betreft, hierin kan niets g.eda^^ans zjjn zonder toestemming van het R»ik ^jaan ^oor reeds eenige keeren uitkeertngen g het crisis-comité. Spr. toont gelimg hi-er zeer royaal, wordt VerTO,gens belang der steuntrekkenden. mt de wethouder op de rege|in® nneeworv. n van de wachtweek na 4 we ^erdodlv hen. Hij blijft deze regeling geD en wil haar dan ook handhaven. t de Kerst gave aan de werkloozen, c) ZaJ binnen acht dagen een alge dire van den Minister verschijnen. A JWrgestelde rege ling inzake werkverschaffing aan de k„lp<,rs acht spr. groote financieel zal het ook geen voordeel verschaffen. Spr. wil echter nadere voorstellen vernemen. Spr wijst er op. dat het hooge procent ziektegevallen van het gémeenteporsonee Soms veroorzaakt kan worden door een of twee personen. Spr. zal och ter een en ander nauwkeurig doen onderzoeken Spr. verdedigt vervolgens de verhooging van den meter-huur. De verlaging van presentlegel den wl'l »Pr- W de vrijheid der leden over. laten Wethouder 't Hoogerwerf (V.B.) ziet er niet zoo'n groot bezwaar in, om de aflossingen stop te ze en. Nu echter de reserves bij de bedrij ven zijn, moeten eerst deze aangesproken wor- hpr,.zlet de reserves meer aJIs niet ultge- eer e winst. De bedrijven hebben gespaard voor de gemeente. Indien het eenigszins kan. za Wi.1s van het water zeker verlaagd wor t en Wtogtena met 10 cent per M3. Aam de voor. teraiding van het slachthuis wordt krachtda dig gewerkt. Spr. raadt echter aan, alsdan nlöt op 20 of 30 duizend gulden te kijken, doch dan ook iets goeds te bouwen. De Burgemeester zegt, dat het met instem ming der geldschieters niet afdoen der aflos, stagen op vele bezwaren stuit. Het doet B. en W. genoegen dat er niet sterk op is aangedron gen. om lm 1933 groote openbare werken uit te voeren. Dit is absoluut onmogelijk. In 1932 is 330.000 me«r uitgegeven aan werkloozenstetiu dan de reeds toegestame ƒ150.000. in totaal dus een dikke 5 ton. Over 1932 Is dan ook een groot tekort te verwachten; de post onvoorzien is uit geput, al is ook de uitkeertng door bet Rijk aan werkloozensteun 170 000 hooger, dan was geraamd. Spr schat het nadeelig saldo over 1932 op twee ton. Dit tekort zal in 1934 op de begroeting komen. In 1935 zaïl bovendien moe ten begonnen worden met het afschrijven der waardevermindering van grond uit het grond. bedrijf. Ook de uitkeering van'het Rijk uit het Gemeentefonds zal verminderen. Spr. ziet de financdeele toekomst der gemeente dan ook danker in. Het is daarom mogelijk, dat in het voorjaar van 1933 maatregelen voorgesteld moeten worden om aan de financiën te komen, Omtpold-erimig van den polder Groot-Vettenoord zal in de a.s. winterzitting van het polderbe stuur nog niet in behandeling komen. Daarom is gevraagd, den Vetteneordsloot te mogen dempen. Tot verruiming der verbinding met het Westelijk stadsdeel kam nog niet worden overgegaan, daar een eenvoudig p]an toc]j al op ƒ136.000 is begroot. Spr. weerlegt, dat voortdurend door B. en W. voorstellen worden gedaan, welke vroeger door de S. D. a. P zijn gedaan. Spr. kan niet meegaan met het adre9 der gemeente Schiedam, daar hierin gevraagd wordt, de geheele werkloozensteun door het Rijk te doen dragen. B. en W. willen wel sub sidie voor alle werkloozen en niet alleen voor crisiswerkloozen. Van een adTes aan den Mi nister verwacht spr. meer. De opcenten op de personeels belasting zullen in de toekomst de sluitpost der begroeting moeten vormen, zoo lang het aantal opcenten op de gemeentefonds- belasting nog niet beneden de 80 is gedaald. Spr. is tegen uitbreiding der overheidsbemoeiing vandaar la hij tegen den Stortings- en Ophaal dienst voor belastingen. Spr. heeft over de verlaging der presentiegelden niets nieuws te zeggen het heeft echter nooit 6 per keer be. dragen. J?0®* aa<n- dat het optreden der politie op ei 1.1. wel slap geweest Is, doch dat bet voorgevallene de politie beeft overvallen, -oen er op 31 Mei echter militaire politie kwam was gehoorzamen het parool. Spr. komt vervol gens nog eens op de aanbeveling voor de be noeming van ledeft van Maatschappelijk Hulp. betoon. Er moest hierbij gelet worden op twee zaken, nJ., men wilde alle leden van het Bur gerlijk Armbestuur doen benoemen en men wiL de zooveel mogelijk evenredige vertegenwoor diging. In de toekomst zal dan ook de plaats van den heer A. G. de Jonig (R. K.) moeten ingenomen worden door een va-n andere rich ting. De heer Reij (R.K.) zegt. dat im dit geval dan ook naar een persoon van rechts had moeten gekeken worden. De heer Barendregt (S D.A.P.) wil het feest terrein meer productief maken, door het ook op Zondagavond open te stellen Bij de replieken komt weer eerst de heer Buis (S D.A.P.) aam het woord. Spr. zal voorstellen, het een keer stempelen in te voeren. De heer Don (C.H.) toont aan, dat de meter* huren inderdaad te hoog zijn en zet vervolgens de christelijke levensbeschouwing tegenover het standpunt der S.D.A.P. imzake de gezagskwestie. De heer Jonker (A.R.) had meer toeschiete lijkheid verwacht imzake de verplichting van het twee maal stempelen. Uit de practijk heeft. Spr. dikwijls moeilijkheden meegemaakt imzake het maken van de wachtweek ma 4 weken werken. Spr. vraagt naar een oplossing in deze moeilijke kwestie. Spr. vraagt B. en W de magelijkheid te onderzoeken, of er iets gedaan kan worden door de z.ig. droge kuipers. Spr. heeft groot be- zwaar tegen de stoomkuiperijen, daar de ar beiders op pl.m. 20-Jarlgen leeftijd als niet vak. menschen op de Markt worden gebracht. De heer Buters (R.K.) verdedigt nogmaals zijn voorstellen imzake werkverschaffing aan de kuipers. Spr. beveelt de kwestie hij 'het Col lege aan, em verwacht veel te hereiken door overleg van werkgever en werknemer. De heer Reij (R.K.) wijst op dem grooten toe loop 'e avonds In d® omeevlng Hotlaan. Spr. ver dedigt nogmaals de invoering van een en atortingsdienst. Sipr. wil voortaan, dat naast een R. K. op de aanbeveling iemand van chrts. telijke zijde staat, zoodait de rechterzijde van den Raad uit kan maken, of die Christelijke of de R. K. gekozen moet worden. GEMEENTERAAD VLAARDINGER-AMMBACHT. De Raad der gemeente Viaardinger-Am. baCht is in openbare vergadering bijeengeroe pen tegen Vrijdag 9 Decenalber a.s. des avonds ta half zeven. De genda vermc Benoeming van* Tan het Burgerlijk Armbestuur; Voorstel van B. en W, tot aan- koop van <*e *K> eri^ en land van L. J. Ro- meiin tegen den prijs van ƒ0.78 per M2., of in lotaal' 84.956.82; Voorstel van B. en W. tot aankoop van r'en grond van de Mij. „Boomen- Uwairtier" a ƒ1 per M2„ of im totaal ƒ80.600; (dem. om aanneming dezer voorstellen an- nuïteitsleenimgeu aan te gaan; idem tot het aangaain van geldleenlng, groot 163.000 met de N.V. Rotferóamsche Verzekerings-Societeiten tegen parikoers en rentende 5 pet. 's jaars; Idem behandeling gemeentebegrootiog 1933. Maandag 12 December a.s. zal ln de Visscherij- sohool alhier de inschrijving plaats hebben yan leerlingen voor den dagcursus en voor de ^ag- en avondschool. De lessen vangen den volgenden dag aan. PINDA PINDA Het damescomité, dat zich ten doel stelt den nood der Clilneezen te helpen lenigen,heeft veel meeleven ondervonden. Aan losse giften werd 12 ontvangen, terwiji verschillenden zich opgaven voor een maandelijksohe bijdrage. Ook kleeren werden gegeven. GEVONDEN VOORWERPEN. Te bevragen bij: Van Zwietem, Rehoboth- straat 5, halsdoekje; Gemeentereiniging, zilve ren kindervork: van der Borden. Marktgraaf- straat 27 handschoen; Van der Houwen. Tulp. straat 6 VI Amb„ rwk-lijplaatje; Groeaeveld. Van Lennepsplaats 24, bijbeltje; Van der Mear Ridderstraat 25, koueen. pyama, zak doek, en,z- Breedveld, Korn. Speelma.nstraa,t 25 jas; Politiebureau, mandje, muts. sleuteltje, portemoinmaie met inhoud; Dijkshoorn, Piet Heinwraat 27 ,rimg roet sleutels;De Bruyn. Pa- t/rtroomiumstraut 10, handschoen en belknop; Llebrechts, Pijklaan 53, wantje; Van der Vlis, Wm. Beukelsz et raat 92, handschoen; Nieuw- stratem, van Riebeeckstraat 50, ceintuur; Bvou- wr Oosterstraat 27, rentezegels; Bagobus, Dwarssteeg 4, paardedeken; Van der Windt, Steijnstraat 17, leeren jas; Dijkman, Zomer, steeg 29, kussen. FILMAVOND R. K. VROUWENBOND. Do R. K. Vrouwenhond heeft haar leden en introducée een aardig reisje door de Beier- sohe Alpen laten maken. Hiervoor had zij uit- genoodigd de ..Reichsbahnzentrale ffir den Deutschen Reiseverkehr". Deze filmavond werd toegelicht door den heer Max K. W. Gerlsch. Het geheel is een leerzame en genotvolle avond geweest. Het in Rocooo-stijl gebouwde slot Llnderhof trok vooral de aandacht, alsme de het alom bekende Oberammergau. Daar na werden nog eenige films vertoond van de Beiersche wintersport. De presidente mevr. Koonings sloot dezen avond en dankte dèo spreker voor zijn prettige toelichting

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10