DE STAAT DER LIBERALEN".
SPOORWEGEN EN FINANCIEN IN DE
TWEEDE KAMER.
ZATERDAG 17 DECEMBER 1932
LOONEN EN TARIEVEN
EEN SCHERP REQUISITOIR.
DE AMBTENARENSALARISSEN.
De nieuwe regeeringsv oor stellen
in het G. O.
INCIDENTEELE STAKING.
NIET ONBELANGRIJK VOORDEEL
VOOR DE AMBTENAREN.
VEEL BEZOEK OP HUIZE DOORN.
De bewaking van bet kasteel
verscherpt.
DE INDRINGER IN HUIZE DOORN.
ZIJN VROUW MET EEN MES
GESTOKEN
ZONDAGSRUST.
AMBTENAREN EN BELASTINGEN.
HERVORMDE KLACHTEN.
DE AANVARING TUSSCHEN S.S.
..ROZENBURG" EN „MOUNT
„HELICON".
WAAROM VERLEENDE DE „STATEN
DAM' GEEN HULP
Marconist in gebreke gesteld.
ARBEIDERS-AFGEVAARDIGDEN.
9?
II (slot).
Het requisitoir, door prof. Eigeman met
geneèskrachtige meedoogenloosheid tegen
den „staat der liberalen" gehouden, vond
op het punt van het onderwijs wel zijn felste
klanken.
Maar deze openbare aanklager doet geen
half werk en hij betreedt ook ander terrein,
voornamelijk het sociale.
Dat hier zijn aanklacht niet zóó scherp
kan klinken, als op het gebied van het
onderwijs, volgt al aanstonds uit het feit,
dat hij op dit punt de volgelingen van
Thorbecke niet zoo beslist in tegenstelling
kan plaatsen met hun meester. Want op
sociaal gebied heeft Thorbecke volgens prof.
Eigeman gefaald: hij heeft de komende ont
wikkeling met klaarte en zorg voorzien,
maar hij schoot te kort, toen het er op aan
kwam de groeiende economische wanver
houdingen op te lossen. „Het is een tragiek
bij een man als Thorbecke het besef, het
volkomen bewuste besef aan te voelen van
een gemis aan willen en kunnen; van een
tekort aan scheppend, aan vormend ver
mogen bij het in alle opzichten doorzien
van de politieke en sociale wanverhoudin
gen; van een in zijn geest niet te overbruggen
klove tusschen het scherp geanalyseerde en
veroordeelde „wat is" en het hartstochtelijk
verlangde „wat behoort te zijn"."
Tóch zijn oók de sociale noten, door den
Jibêralèn hóógleeraar gekraakt, voor onze
liberalen den tijd van het ministerie
Piérson-Góeman Borgesius uitgezonderd
hard genoeg. Ook op dit. punt constateert
dé onmeedoogende aanklager een ernstig
vergrijp tegen het oer-liberale vrijheids
beginsel. Toen n.l. de Manchester-staats
onthouding leidde „tot een misbruik maken
van de vrijheid", toen, aldus prof. Eigeman,
„had het op den weg eener liberale partij
gelegen de ongebreidelde concurrentie op
de arbeidsmarkt juist in naam der
v r ij h e i d aan banden te leggen. En naar
middelen te zoeken om de zwakte der per
soonlijke arbeidende kracht te beschermen
tegen de macht van het zichzelf zoekende
en zichzelf vermeerderende kapitaal". Prof.
Eigeman betoogt, „dat de leemten in de
werking van het eigenbelang als onmisbaar
economisch motief aangevuld moeten wor
den. Opdat het „vrije" spel der maat
schappelijke krachten niet leide tot een
suprematie van het winnend kapitaal eener-
zijds, tot een onderdrukking der arbeids
kracht anderzijds. De zich liberaal noemen
de partij heeft in dit opzicht gefaald. Op
denzelfden' grond en om dezelfde reden
waarom zij in de onderwijs-politiek is tekort
geschoten: het niet consequent dóórdenken
van de liberale gedachte".
Misschien krijgt hier iemand onwille
keurig den inval, dat het toch werkelijk niet
zoo makkelijk schijnt om de liberale ge
dachte „consequent" door te denken; zelfs
rijst de vraag, of niet juist de Manchester
school de liberale gedachte consequent door
dacht maar wantoestanden schiep, juist om
datdie gedachte niet deugde. En richt
zich hier het requisitoir van den hoogleeraar
eigenlijk niet tegen die gedachte zelf, wan
neer hij voortgaat: „Wat is de beteekenis
eener wettelijk gewaarborgde vrijheid, wan
neer het aan de sociale middelen ontbreekt
die vrijheid als voorwaarde eener ont
wikkeling der persoonlijkheid in de practijk
des levens te verwezenlijken De maat
schappelijke krachten braken af wat de
staatkundige krachten beproefden op te
bouwen".
Wij kunnen werkelijk het sterke gevoel
niet van ons afzetten, dat hier in scherpe
tegenstelling met de onderwijskwestie
„de. staat der liberalen" eenvoudig als zonde
bok de woestijn wordt ingejaagd om te
boeten voor de fouten van het liberale
stelsel zelf. 't Is waar, dat „de volstrekte
leer der staatsonthouding, in naam der vrij
heid gepropageerd, die vrijheid juist met
voeten trad", maar dit was niet te wijten
aan een gebrek, maar aan een te veel aan
theoretische consequentie, die ongevoelig
bleef voor de practische gevolgen van de
consequent beleden leer. Op onderwijsgebied
misdeed de staat der liberalen tegen de
liberale grondgedachte door zijn inzicht te
willen opleggen °P s°ciaal gebied ont
hield hij zich liberaal-consequent.
sterker staat dan ook prof. Eigeman,
s hij den staat der liberalen inconsequentie
wanneer hij tot staatssocialisme
ct vervallen. „De eisch van premie-
vrij staatspensioen.... is wel een sprekend
bewijs, dat men
van zijn anker is losge
slagen
Wij kunnen dan ook prof. Eigeman met
geen mogelijkheid toegeven: „De grond
gedachte der sociale Wetgeving is liberaal".
Integendeel: de grondgedachte van de sociale
wetgeving ons veeleer anti-liberaal, en
sociale wetgeving lijkt ons uitsluitend moge
lijk met verzaking van die grondgedachte, 'n
verzaking, welke wy overigens yan harte
toejuichen.
Feller dan met het vrijheidsbeginsel is
de „staat der liberalen" op dit punt in strijd
met het historische, door prof. Eigeman ge
poneerde beginsel: de Christelijke grondslag
van ons volksleven, en terecht schrijft de
liberale hoogleeraar in dit verband: „Hier
valle nu de volle nadruk op het Christelijke
karakter onzer samenleving. Opdat de werk
nemer het besef hebbe, dat ook met zijn
belangen rekening wordt gehouden; dat
ook zijn belangen veilig zijn bij een wet
gever, die, zelf onder het Christendom op
gevoed en gevormd, zich aan den invloed
daarvan niet kan onttrekken".
Prof. Eigeman raakt nog andere punten,
als b.v. het processie-verbod de eisch
van „moedige verdraagzaamheid" op dit
terrein door hem gesteld, moge weerklank
vinden waar het pas heeft en de volgens
hem verkeerd opgeloste radio-kwestie.
Een alleszins bevredigende regeling op
dit punt zou ten zeerste in de hand worden
gewerkt door minder afzijdigheid en hoog
hartigheid van die organisatie, welke zich
het troetelkind mag noemen van den staat
der liberalen
Tenslotte zou de vraag kunnen worden
gesteld: wat kan de practische beteekenis
zijn van dit boekje van prof. Eigeman
Feitelijk heeft het uitsluitend wat te zeg
gen en te leeren aan onze vrijzinnigen.
„Rechts" kan het in hoofdzaak, althans prac-
tisch, met hem eens zijn, al behoeft men
zich daarom nog niet het etiket „libe
raal" te laten opplakken. De „liberale" staat
van prof. Eigeman valt vrijwel samen met
den constitutioneelen staat op Christelijken
grondslag. Ook op sociaal gebied treft deze
hoogleeraar ons aan zijn zijde, wanneer hij
verlangt, dat de toepassing van de sociale
wetten moet worden opgedragen, „zij het
onder een zekere overheids-contróle, aan
de organen van het vrije bedrijfsleven".
De sociaal-democraten vallen buiten zijn
greep als staatssocialisten, de communisten
als economische staatsclericalen; beide wei
geren bovendien te steunen op het door hem
geponeerde historisch beginsel: het Christe
lijk karakter van ons volk. Onze hyper
orthodoxen a la Kersten c.s. wenschen een
soort theocratischen staat met de synode
van Dordt als constitutie, en ook tusschen
het fascisme en den schrijver gaapt een
onoverbrugbare klove. „Voor den fascist
toch is de staat einddoel; de staat bestaat
volgens hem ter wille van zich zelf en het
geheele maatschappelijke leven is aan dien
staat ondergeschikt". Het Italiaansch fascis
me „is de consequentie, de bewuste door
voering van het staatsclericale beginsel op
alle gebieden des levens", 't Is evenals het
communisme een systeem „van den georga-
niseerden dwang".
Practische invloed zal er dus van dit ge
schrift van den liberalen hoogleeraar alleen
uitgaan in zooverre als het vat zal hebben
op zijn .naaste geestverwanten.
Op hen kan het zeer zeker gunstig wer
ken, niet alleen op sociaal-, maar ook nog
op onderwijs-gebied. Want al hebben wij
den onderwijsstrijd op het gebied van de
lagere school feitelijk beslecht met een
pacificatie, onder het bewind van den, met
negatie van Kappeyne, op Thorbecke terug
grijpenden liberaal Cort van der Linden,
tot stand gebracht, de echte pacificatie-geest
bestaat nog niet geheel ongerept
Terecht constateert prof. Eigeman: „Naar
het innerlijk evenwel is de tegenstelling
openbaar-bijzonder onderwijs nog even
principieel, even hardnekkig, even fel
De pacificatie is alleen nog maar in naam
verkregenI n w e z e n zal de pacificatie
eerst bereikt worden, wanneer het besef
doordringt dat het grondwetsartikel, rege
lend het onderwijs, in nationalen zin moet
worden geïnterpreteerd". Dat zal eerst het
geval zijn, als „links" frank en vrij het
standpunt durft innemen, door Thorbecke
niet gevreesd, door de practijk steeds nader
gebracht, bijzonder onderwijs hoofdzaak,
het openbare aanvulling.
Hiertoe zal men gemakkelijker raken, als
men levendig voor oogen houdt het woord
van Thorbecke, dat hij, zoo noodig, honderd
maal wilde herhalen: „het Christendom is
de grondslag, de bezielende geest van onze
maatschappij en het i s dus in de school".
„Wel was het liberalisme van zijn anker
los geslagen", zucht hierbij prof. Eigeman,
dat het meende, dat de staat „neutraal" kon
zijn tegenover het Christendom. Dajt is vol
gens Thorbecke zelf „de meest anti-histo
rische" eisch, dien men zou kunnen stellen.
Wij zijn er, in tegenstelling met prof.
Eigeman, nog niet heelemaal zoo zeker van,
dat onze politiek „door het zuiverend op
treden der rechtsche staatspartijen van haar
illiberale platte nuchterheid genezen is" en
dat dus staatkundig de antithese heeft afge
daan.
In dit verband kan het zijn nut hebben,
dat wij, tot slot, nog even wijzen op de
beteekenis, door prof. Eigeman gehecht
aan den noodlottigen datum van 11 Novem
ber 1925: „Sinds 11 November 1925, datum
van de staatsrechtelijke breuk met het
Vaticaan, is er feitelijk in ons politiek be
leid geen beginsel meer te erkennen; en het
afdoende bewijs is geleverd, dat wij in ons
openbare leven zijn vastgeloopen".
Kan hierin, tegen de bedoeling van den
schrijver in, niet een vingerwijzing zijn ge
legen voor de wijze, waarop ons vastgeloopen
politieke leven weer los en vlot kan raken
In liet zeehavenbecHjf te Dordrecht.
Ia het zeehaven bedrijf te Dordrecht heeft
gistermorgen een incidenteele staking plaats ge
had. Het Duitsche stoomschip „Johann Blu-
menthal zon naar de zeehaven komen ter be
lading van keien.
In het collectief contract, dat echter 6 Decem
ber j.l. vervallen is, was voor het laden van
keien een tariefloon bepaald per ton, per ploeg
Van S man. Thans werd een uurloon van 70 ct.
aangeboden. Op advies van het hoofdbestuur der
vei schillende bonden van transportarbeiders
™eu llesl»ten, dit niet te aanvaarden, doch
u Y°e®e.'"e tariefloon te eischen.
e sc ip js daarop doorgevaren naar Rot
terdam waar het thans bij de N.V. Swartouw
voor minder uurloon geladen wordt.
Een poging tan de transportarbeidersbonden
om het personeel aldaar te bewegen dit werk
niet te aanvaarden, is mislukt.
4De nieuwe regeeringsvoorstellen in de Cen
trale Commissie voor georganiseerd Overleg
in Ambtenaarszaken brengen den ambtenaren
een niet onbelangrijk voordeel.
De aanvankelijke regeeringsvoorstellen waren
tweeledig. Vooreerst zou de ongehuwde-af-
trek volgens het Bezoldigingsbesluit van 3 pet.
op 5 pet. worden gebracht en vervolgens zou
de Pensioenwet worden gewijzigd, waardoor
voor alle ambtenaren het verbaal van pen
sioenpremie voor eigen pensioen van 3 pet. tot
8 pet. zou kunnen worden verhoogd. Een ver
hooging van het premieverhaal dus van 5 pet.
In plaats van deze voorstellen is de regee
ring nu gekomen met het voorstel om de
tijdelijke salariskorting te verhoogen voor on-
gehuwden met 5 pet. en voor gehuwden met
4 pet.
Volgens de aanvankelijke voorstellen der
regeering zouden de ongehuwden minder aan
salaris ontvangen: 2 pet. aan verbooging van
de ongehuwden aftrek en 5 pet. wegens ver
hooging van het premie-verhaal voor pensioen,
hetgeen te zamen is 7 pet. Volgens de nieuwe
regeling ontvangen zij Rechts 5 pet. minder
dan thans, een voordeeltje dus van 2 pet.
De gehuwden zouden volgens de aanvan
kelijke regeling wegens meerder pensioen
premie-verhaal 5 pet. minder ontvangen. Zij
krijgen volgens de nieuwe voorstellen slechts
4 pet. minder; een voordeel dus van I pet.
Men meldt ons uit Doorn:
Heden viert de echtgenoote van den ex-Kei
zer Prinses Hermine, haar verjaardag en in
verband hiermede worden gasten op Huize
Doorn verwacht. Onder de gasten bevinden zich
ook de echtgenoote van den ex-Kroonprins
Prinses Cecilia en haar jongste dochter.
Maandag zal op Huize Doorn, de traditie ge
trouw, de verjaardag gevierd worden van den
jongsten zoon van den ex-Kroonprins.
Zooals gemeld heeft gisteren oud-Minister
Kan een bezoek gebracht aan den ex-Keizer
tot het houden van besprekingen in verband
met de arrestatie van den Duitscher Fuecker,
toen deze Maandag het kasteel was binnenge
drongen. De besprekingen duurden geruimen
tijd.
Intusschen is de wacht op Huize Doorn ver
sterkt. Terwijl tot nu toe des nachts slechts
een wachter in het park van Huize Doorn
dienst deed, houden thans drie bewakers de
wacht. Ook zijn politiehonden voor de bewa
king op Huize Doorn gestationneerd.
Rika Hopper en Jacques van Hoven arri.
Vceren te 's-Gravenhage na hun reis naar
de Vereenigde Staten.
PASTOOR M. H. J. BRÜNE f.
Te Boeholtz is overleden de Zeereerw. Heer
N. H. J. Brune, pastoov der parochie H. Jaco
bus de Meerdere te Boeholtz.
Voorloopig te Emmerik opgeborgen.
De politie te Düsseldorf deelt benige bijzon
derheden mede over het verhoor van Flicker,
die kans zag Maandag j.l. door te dringen in
het verblijf van ex-keizer Wilhelm, te Doorn.
Fücker verklaarde, veel te hebben geleden
van de lange tuchthuisstraffen, waartoe bij
wegens verschillende delicten was veroor
deeld. De revolvers zou hij van een onbeken
den Nederlander hebben gekocht om even
tueel de honden in den tuin van het ex-keizer
lijk verblijf te Doorn onschadelijk te maken.
,Een op hem gevonden koord zou hij hebben
gebruikt om over de omheining van den tuin
te klimmen. Hij ontkent met nadruk, dat hij
de bedoeling zou hebben gehad den ex-keizer
te dooden.
Fücker zal zich hebben te verantwoorden
wegens paspoort-overtredingen. In hoever hij
nog meer strafbare daden heeft begaan, is nog
niet bekend. Hij zal echter eenige jaren voor
waardelijke tuchthuisstraf, waarvan zijn
proeftijd nog n t om was, moeten uitzitten,
indien hij toerekeningsvatbaar wordt geacht
Na zijn verhoor door de politieke politie
te Düsseldorf is Fücker naar Emmerik over
gebracht., alwaar de rechter van instructie
hem aan een verhoor heeft onderworpen en
een bevel tot inhechtenisneming tégen hem
uitvaardigde.
Fücker zit thans in voorarrest in het Huis
van Bewaring te Emmerik.
Uit Doorn wordt ons gemeld, dat oud-mi
nister Kan gister 'n bespreking had met de
ex-kelzer, in Verband met de aanhouding van
den indringer in Huize „Doorn".
Op welke gronden moet hij vervolgd
worden?
Ook tegenover den rechter van instructie
te Emmerich waarheen hij: zooals we reeds
meldden, is gebracht, hield Fuecker met na
druk vol, dat zijn invasie in Huize Doorn geen
enkele politieke beteekenis had. Hij had nooit
de bedoeling den Keizei te dooden en sprak
in de eerbiedigste teimen over den persoon
van den ex-keizer, dien hij beweerde persoon
lijk te kennen door verbindingen, die hij met
monarchistische kringen had gehad.
Ook tijdens dit verhoor heeft Fuecker ge
tracht te simuleeren dat hij niet toerekenbaar
is. De deskundigen zijn echter van meening,
dat Fuecker lijdt onder een zoodanigen drang
om zich door iets bijzonders te onderscheiden,
dat hij als psychopaat beschouwd kan worden,
doch dat hij niet ontoerekenbaar kan worden
geacht..
De zaak is thans in handen gegeven van
de justitie te Cleef. Het staat nog niet vast
op welke gronden hij vervolgd kan worden.
De eenige door hem begane overtreding is een
paspoortovertreding. Indien bewezen kan wor
den dat Fuecker de revolver in Nederland
heeft gekocht, kan hem geen overtreding van
de Duitsche wapenwet ten laste worden ge
legd, terwijl hij zich op het moment van zijn
aanhouding in het ex-keizerlijk verblijf te
Doorn nog aan geen enkele daad had schuldig
gemaakt, waardoor hij van poging tot moord
beschuldigd zou kunnen worden.
Veroordeeld tot anderhalf jaar
gevangenisstraf.
De Ameterdamsche rechtbank veroordeelde
gisteren 'n 35-jarigen diamantbewerker wegens
poging tot zware mishandeling tot een gevan
genisstraf van 1 jaar en 6 maanden.
Op 16 Aug. j.l. wilde de man, die gescheiden
van zijn vrouw en kinderen leeft, zijn kinderen
bezoeken. De vrouw weigerde echter hem toe
te laten. Op den Postjesweg ontmoetten zij
elkaar en bij een woordenwisseling, die toen
volgde, werd de man zoo driftig, dat hij een
mes trok en de vrouw verschillende wouden
toebracht.
Het O.M. had wegens poging tot doodslag
4 jaar geeischt.
Stil branden Donderdagnacht de lampen over
de verspreide leden. Een spreker stort zijn
hart uit over een halte, een stuk duin, een
t.ramsubsidie of een Friesck kanaal, en de
Minister van Waterstaat bladert in zijn dos
siers. Rond één uur komt er een oogenblik
afwisseling: een half dozijn in rok getooide
jongelieden, die zware chrysanthen torsen,
brengen een vlaag van feeststemming. Maar
al spoedig geven zij het op: even bewonderend
als verwonderd dalen zij de publieke tribune
af, waarschijnlijk levenslang overtuigd, dat
de werkers hier linn schadeloosstelling wel
heel zuur verdienen. Eén man bezit den weer-
galoozen moed rond drie uur in den nacht
nog plaats te nemen tusschen de wakende
veldwachters. Met stomme verbazing neemt
hij het schouwspel op en verwijdert zich hoofd
schuddend, wanneer hij hoort, hoe iemand
het was de heer Kampschöer in 't holle
van den nacht het rapport van een zekeren
professor de Vries onder handen neemt en
op verlaging der spoorwegtarieven voor de
groenten aandringt. Had hij even gewacht,
dan had hij nog drie moties van den heer de
Visser gehoord. Misschien zouden ze hem niet
tot verbazing hebben gebracht, indien hij even
daarvoor Jan ter Laan met mannenmoed had
hooren bepleiten om maar vast te beginnen
aan de uitvoering van het Rotterdamsche
spoorwegplan, dat niet meer dan een slordige
120.000.000 gulden zal kosten. En dan had deze
pelgrimvader het mooiste nog niet gehoord.
Want kwam ir. van Dis daarna niet memoree-
ren, boe er in 1930 79, in 1931 en tot 15 Nov.
1932 80 ongelukken op de onbewaakte over
wegen plaats hadden, waarvan resp. 8, 30 en
18 met doodelijken afloop? Het werd pas echt
oud£rwetsch gereformeerd Hollandsch, toen
delfde spreker stopzetting op Zondag van
alle openbare vervoermiddelen kwam beplei
ten. Dat is naar zijn meening eisch van Zon
dagsheiliging.
Minister Reymer bleek nog klaar wakker
en beantwoordde den staatkundig-gereformee-
den afgevaardigde uitstekend. De bewinds
man achte Zondagsrust nog geen Zondagshei-
ling; hij vond 't niet zoo gemakkelijk uit te
maken, wat precies Gods gebod was de
heer van Dis denkt het te weten, zonder dat
hij er erg in heeft, raakt hij in de rabbinale
Mischnatractaten. Schabbath, Erubin en Yom
Tob verzeild en meende dat de Kersteniet
zelf met een wetsvoorstel moest komen, dat
zijn desiderata bevatte. Daaraan schijnt de
heer van Dis zich niet te wagen en in elk ge
val zal hij daarmee geen succes hebben bij
ir. Bongaerts. Deze oud-Minister was een der
dapperen, die vol hield tot het bittere einde
en hij heeft menige noot gekraakt. Zoo toonde
hij zich buitengewoon teleurgesteld over de
niet-nakoming der collectieve arbeidscontrac
ten in de waterstaatsbestekken, daar hij er
blijvende sociale conflicten van verwachtte en
niet begreep, waarom het rijk naliet, wat ge
meenten en provincies al jaren lang rustig
doen. Evenmin was de katholieke afgevaardig
de tevreden over het waterstaatsstandpunt ten
opzichte van een mogelijkheid der uitvoering
van productieve werken en het spoorwegbe-
heer maakt hem al even weinig enthousiast.
Over dit spoorwegbeheer, vooral in verband
met de tarieven en loonen, is heel wat te
doen geweest en vanzelf kwamen daarbij de door
de Regeering gesubsidieerde tramwegen ter
sprake. Wees ir. Bongaerts op verdere electri-
ficatie-mogelijkheden, vooral in Limburg, naar
welks hoofdstad hij ook een betere treinverbin
ding wenschte, Henri Hermans en de heeren
van Braambeek en de Visser brachten de loo
nen van het personeel ter sprake. Dit perso
neel kreeg. Juli 1932 een korting van 5 pet. en
er zou 1 Januari a.s. nog een loonsverlaging
van 10 pot. volgen. Hermans, die rekening wil
houden met de malaise ln het bedrijf, welke hij
hoofdzakelijk toeschrijft aan de crisis maar ook
ten deele aan de niet verstandige politiek der
spoorwegen, die telkens te laat met tariefver
lagingen komen, hoopt op 'n anderen vorm van
loonkorting. welke de anti-rev. mr. Dambrink
in elk geval slecht gemotiveerd achtte. De heer
va.n Braambeek kwam met een motie, waar
van de Minister terecht zei, dat zij niet on
gevaarlijk was. daaf de onderhandelingen in
den Personeelraad nog niet geëindigd zijn. De
soc. dem. spreker verzwakte zijn betoog nog
door zijn latere mededeeliugen over de ontsla
gen bij tramwegmaatschappijen. De Dedems-
vaartsche b.v. ontslaat menschen, die dertig,
veertig dienstjaren hebben, zonder pensioen.
Er is geen geld, zei de Minister. Waar zulke
dingen gebeuren de pesioenkwestie bij de
Rotterdamsche tram is ook al geen frissche
historie dient men met absolutp afwijzing
van loonsverlaging toch voorzichtig te zijn. Nu
zegt mr. Oud wel: beschouw de spoorwegen
niet als een commercieel bedrijf doch als een
overheidsorgaan en bepaal daarnaar ook loonen
en tarieven in het openbaar belang, zoodat de
schatkist aanvult wat ontbreekt, maar de mi
nisterieele repliek was hier niet kwaad. Mi
nister Reymer, wiens heele begrooting nu al
totaal in de war is gestuurd door de 20 millioen
tekort op de spoorwegen, heeft vanzelfsprekend
weinig lust er nog een millioen of wat bij te
doen.
Naar onze meening zou het ideeOud ons
van den wal in de sloot helpen. Wel gelooven
wij. dat. waar de interesten-last niet kan ver
minderd worden, de extra-afschrijvingen voor
materieel enz. moeten blijven en, gezien de
cijfers, moeilijk heel veel meer van het per-
soneelsinkomen kan worden afgetrokken (de
minister zelf erkende: de loonen zijn niet aan
den hoogen kant), maar één weg openblijft:
zoo spoedig mogelijk alle onrendabele trajecten
op te heffen. Men is daar te laat mee geweest
en daarover lang nakaarten beeft geen zin,
maar overheids- of commercieel bedrijf, onzin
is en blijft onrendabele spoor- en tramwegen
te handhaven met subsidies uit de schatkist.
Men kan daar lang over praten doch een an
dere weg om spoedig uit het moeras te raken
is er niet, tenzij men aanneemt, dat er spoe
dig en langdurig weer een conjunctuur komt,
die zoowel trein als autobussen volop rendabei
maakt. Maar wie gelooft, dat dit zal geschie
den
Uit de ministerieele mededeelingen teekenen
wij nog aan, dat met de werken der nieuwe
Moerdijkbrug ln Juni a.s. zal worden begon
nen, dat de hulpbehoevende tramwegen voor
1933 60 p.ct. subsidie zullen ontvangen van
hetgeen de vorige jaren als subsidie van de
personeellasten werd uitgekeerd na aftrek van
hetgeen de maatschappijen daardoor voorheen
als dividend konden uitkeeren.
"Was de heer Drop niet met een motie Inzake
de collectieve contracten gekomen „daar heb
ik niets aan", zei hij wijs, toen hij uit de re-
geeringsverklaring geen toenadering bespeur
de zijn collega v. Braambeek had, zooals
gezegd, een motie Inzake de loonen van het
spoorwegpersoneel, waar heden over gestemd
zou worden. Hoe het lot dezer motie ook moge
zijn. in volstrekte tegenstelling met hetgeen
de Memorie van Antwoord op bl. 29 zegt, zijn
wij van meening, dat in elk geval verhooging
van den kindertoeslag wel degelijk aanbeve
ling verdient. Als dat niet in 't loonstelsel
past, moet dat stelsel maar gewijzigd worden.
Wie gisteravond tegen half zevem in de
Kamer verdwaald was geraakt, zou zich eer
der in de vergadering eener protestantsche
synode dan in 's lands parlement gewaand heb
ben. Want zoowel de Lingbekiaansche heer
Peereboom als Kersten's tweelingbroeder ds.
Zandt, bielden zwaar-godgeleerde vertoogen
over de „vrijmaking" van het hervormde kerk
genootschap, dat van Koning Willem I in 1816
een synodale organisatie ontving, door velen
als „juk" aangeduid. Ds. Langman verklaarde
eerlijk, dat dit kerkgenootschap wel eens „een
janboel" kon worden, indien de staatsmacht
zich geheel terugtrok, maar daarvoor vreest
ds. Zandt niet. Voor hem is zijn kerkgenopt-
schap „een wonder Gods". Overtuiging, welke
wij eerbiedigen, maar waarbij wij ons wel even
afvragen, wat zijn fractiegenooten ds. Kersten
en van Dis daarvan zullen zeggen. Want men
moet weten, dat deze drie staatkundig-gerefor
meerden elk tot een ander kerkgenootschap
behooren. De heer Zandt, studeerde te Utrecht
en was hervormd predikant: ds. Kersten ge
noot geen academische opleiding, doch werd
als man van „singuliere gaven" beroepen in
de gereformeerden gemeenten, welke men
vooral in Zeeland en op de Zuld-Hollandsche
eilanden vindt, terwijl de heer van Dis christe-
lijk-gereformeerd is, dus behoort tot de protes
tanten, die zich niet bij Kuyper's gereformeer
de kerken aanslooten.
Een katholiek beluistert zulke disputen,
welke jhr. de Geer wel moeten ergeren, als
iets vóór-historisch. Hij verbaast er zich al
leen over, dat er protestanten zijn, als de heer
Peereboom, die den geloovigen domineeszoon
de Geer als een soort Nero te lijf gaan en niet
bemerken, hoe vlak naast hen de communist
grijnst en verklaart „geen cent" te willen vo-
teeren voor den eeredienst, die onder Finan
ciën ressorteert met een totale post van
2.459.759, d.i. 2.676 meer dan het vorig
jaar. Van dezen post ontvangen de protestant
sche kerkgenootschappen 1.721.330, de oud-
bisschoppelijke cleresie 17.500, de Israëlie-
tische kerkgenootschappen 16.200, terwijl
aan de katholieke kerk 704.729 wordt uitge
keerd.
Over deze posten is overigens niet gesproken.
Meer aandacht hadden de belastingen en de
belastingambtenaren. Wat de belastingen be
treft, het is misschien goed hier even te ver
melden, dat de inkomstenbelasting voor 1933
op niet meer dan 50 millioen wordt geraamd
of 60 procent lager dan voor 19311932. De
vermogensbelasting wordt 30 procent lager ge
schat, n.l. op 10 millioen. In dit verband is de
persojjeele belasting besproken en met mr. Kor-
tenhorst hebben verschillende afgevaardigden
van den Minister de toezegging gekregen, dat
deze belasting, die voor de koffiehuizen, res
taurants en slijterijen een verkapte bedrijfs
belasting is geworden, eens onder de loupè zal
worden genomen. Zij kan in het systeem der
wet minder rigoureus worden toegepast dan
nu geschiedt. En een aequlvalent voor de ge
meente-inkomsten, waar de heer Smeenk al
dadelijk bang voor was, wees mr. Oud aan,
toen hij aan het mutatie-recht herinnerde, dat
nog al ontdoken wordt door N.V.'s. Van ont
duikingen gesproken: de Leuvensche profes
sor Janssen kan zijn bekende verhandeling De
Zedenleer en het Belastingwezen aanvullen
met de ministerieele mededeeling: „Welk per
centage der belastingen ten gevolge van fraude
niet binnenkomt, kan niet worden opgegeven".
(M. v. A. bl. 1).
Baron van Voorst tot Voorst wees er op, dat
veel landeigenaren en menschen op groote bui
tens evenals landbouwers hun goederen veel
te zwaar geschat zien en wilde daar ook soe
peler optreden. De katholieke afgevaardigde
kreeg in elk geval de toezegging, dat overwogen
wordt om den inspecteurs opdracht te geven,
meer rekening te houden met de gegevens der
landbouw-boekh®udkundige bureaux. De heer
van Poll, die zich bij 's heeren IJzerman's
wensch aansloot om het bankgeheim op te hef
fen, kreeg van den Minister ten antwoord, dat
economische belangen zich daartegen verzet
ten. Vooral kapitaalvlucht wordt gevreesd en
op van Poli's aandrang dan daartegen maat
regelen te nemen, repliceerde de Minister ge
vat: toen ik dat in 1927 wou doen, stemde de
katholieke fractie tegen. De houding van onze
fractie toen en nu, hoorden wij niet nader toe
lichten. Of de heer van Poll alleen voor zich
zelf of ook namens anderen sprak, is ons niet
duidelijk geweest, njaar wellicht was het laat
ste niet het geval.
Het plaatjes-systeem van onze rijwielbelas
ting vrijstelling is mogelijk, zooals men
weet, indien de aanvrager een fiets noodig
heeft voor zijn beroep en niet in de inkomsten
belasting is aangeslagen verdedigde de Mi
nister met het argument, dat de losse merken
door meer dan één lid van het gezin kunnen
worden gebruikt en tegen van Poli's objectie:
„Maar als ze de dingen verliezen", volgde
prompt het paedagogisch recept: „Dan moeten
ze maar orde leeren, meneer de voorzitter!"
Mej. Meijer verkreeg voor de categorie on
gehuwde kostwinnenden van jhr. de Geer de
toezegging, dat hij haar voorstel wel wilde
overwegen om den ongehuwden-aftrek faculta
tief t.e stellen in dezen zin, dat de Minister zelf
in individueele gevallen zal kunnen beoordee-
len of ongehuwden met gehuwden gelijk te
stellen zijn. De heer van Poll zal niet verwacht
hebben, dat zijn verzoek om herziening van het
bezoldigingsbesluit zou worden ingewilligd.
Toch hebben hij en andere Kamerleden niet
zonder succes den Minister gewezen op verbe
teringsmogelijkheden in de personeelspositie.
Weliswaar heeft Financiën op den gewonen
dienst ruim anderhalf mill, bezuinigd, maar de
Minister gaf toe, dat bezuinigen op zijn ambte
naren in de practijk het tegendeel van bezui
niging kan beteekenen. De smokkelaars maken
bijv. meer kans, nu er, zooals mr. Oud nawees,
sinds 1928 geen kommiezen meer zijn aange
steld en tegelijk door de crisiswetten de werk
zaamheden toenamen, terwijl aspirant-ontvan
gers, die wegens inkrimping geen kans meer
hebben, misschien de inspecties kunnen as-
sisteeren in den „aanslag", een denkbeeld, dat
in verband met de gememoreerde fraude nog
niet zoo verwerpelijk lijkt.
Nadat de heer Loerakker, zoowel de pacht-
bepalingen van het Kroondomein als die bij
Staatsdomein in Zeeuwsch-Vlaanderen had aan
geraakt, van den Minister de zachte maar dui
delijke toezegging kreeg, dat met zijn aanwij
zingen rekening zou worden gehouden, werd de
begrooting van Minister de Geer z.h.s. aangeno
men.
Bij den aanvang der vergadering verwierp
De Londensche havenpolitie geeft ieder
jaar tegen Kerstmis een tractatie voor de
arme kinderen van de havenwijken.
de Kamer de motie-van Braambeek inzake de
salarissen van het spoorwegpersoneel, omdat
zij, gedurende het nog te voeren overleg in den
personeelraad, niet wilde ingrijpen.
Hoe verstandig de meerderheid heeft gedaan
om ook het ontwerp inzake de nieuwe recht
banken-indeeling niet op de agenda te plaat
sen, bewijst bet simpele feit, dat de Kamer nu
'toch al Maandagmiddag en -avond zal moeten
vergaderen om vóór Kerstmis gereed te komen.
Daaruit kan Minister Donner opmaken, dat de
Volksvertegenwoordiging moeilijk anders kon
dan zijn voorstel te laten liggen.
Men zal zich herinneren, dat de Raad voor
de Scheepvaart de vorige week een onderzoek
heeft ingesteld naar de oorzaak van het onge
val, overkomen aan het s.s. „Rozenburg", het
welk op 13 November nabij het lichtschip
„NoordHinder" is aangevaren door het
Panameesche s.s. „Mount Helicon", waarbij
eerstgenoemd schip in zinkenden toestand
kwam te verkeeren.
De Raad heeft het achteraf noodig geoor
deeld, dit onderzoek uit te strekken tot de
vraag, welke redenen den gezagvoerder van de
„Statendam", welk mailschip zich op het tijd
stip van de aanvaring niet ver van de onheils
plaats bevond, genoopt kunnen hebben niet
te hulp te komen.
In dit verband heeft de Raad Donderdag-
onder voorzitterschap van prof. Taverne, den
gezagvoerder van de „Statendam" gehoord.
Getuige deelde mede, dat hij, nadat de „Sta^
tendam"oms treeks 12 uur des nachts het"
lichtschip „Noord—Hinder" gepasseerd was,
door den tweeden officier, die de wacht had,
er van in kennis werd gesteld, dat er een
aanvaring was geweest tusschen het s.s.
„Rozenburg" en een ander schip. Getuige heeft
toen dadelijk gevraagd of er S. O. S.-seinen
waren gegeven of om assistentie was gevraagd.
Het antwoord was ontkennend.
Toen tusschen twee uur en half drie de
„Statendam" bij den Nieuwen Rotterdamschen
Waterweg kwam, vernam getuige, op de brug
komende, dat de „Rozenburg" in zinkenden
toestand verkeerde en de bemanning er door
een Amerikaan afgehaald was. De aanvaring
was vijf mijl ten Oosten van den NoordHin
der geschied.
De voorzitter: Heeft u het antwoord op uw
vragen aan den tweeden officier voldoende ge
acht 't Had toch kunnen zijn, dat de „Rozen
burg" niet in staat was om S. O. S.-seinen
te geven Achteraf is gebleken, dat de „Rozen
burg" later is gaan seinen.
Getuige: Ik heb geen oogenblik veronder
steld, dat er gevaar was. Wel was ik verbaasd
toen ik, bij den Waterweg hoorde, dat het
schip zinkende was.
Voorzitter: Er is later nog een groot aan
tal seinen gewisseld over deze aangelegenheid.
Is U daarvan niets medegedeeld
Getuige: Neen; ik veronderstelde, dat mijn
marconist, die een jarenlange ervaring heeft,
zich wel met mij in verbinding zou stellen,
indien hij belangrijke berichten opving.
Voorzitter: Hoe is de verhouding tusschen
kapitein en marconist
Getuige: De marconisten worden aangesteld
door RadioHolland. Ik heb echter het recht
inzage te nemen van alle officieele telegram
men, die hij ontvangt of uitzendt
De hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, de
heer C. Fock, zeide, dat hij uit de hier gehoor
de verklaringen kan" vaststellen, dat de kapi
tein zeer onvolledig is ingelicht. Spr. kan he
grijpen, dat de kapitein gedacht heeft: Als er
wat is, dan hoor ik het wel.
De marconist echter heeft niet gedaan wat
hij had moeten doen. Spr. is er van overtuigd,
dat de directie van de HollandAmerikalijn en
van RadioHolland alles zullen doen om een
herhaling van Iets dergelijks te voorkomen.
Bovendien zal bij de wijziging van de -Sche
penwet, die 1 Januari in werking treedt, de
gezagvoerder verplicht worden, op geregelde
tijden, het dagboek van den marconist af te
teekenen.
De Raad zal later uitspraak doen.
Onlangs betoogde het „Volk", dat de sociaal
democratische fractie in de Tweede Kamer 10
arbeiders telde en in de Eerste Kamer 6.
Wij waren zoo vrij om eenige specificatie
te vragen.
Die kregen wij voor de Eerste Kamer, niet
voor de Tweede, ofschoon dit laatste ons even
hard interesseerde.
Wij hopen, dat wij ook op dit punt nog nader
zullen worden ingelicht.
R. K. LEERGANGEN.
Aan het Conservatorium der R. K. Leergan
gen te Tilburg, slaagde voor het solist-diploma
piano, mej. Lies Weijers te Vlijmen.
R. K- HANDELSHOOGESCHOOL.
Hoogeschool voor economische en sociale
wetenschappen.
TILBURG, 16 December. Geslaagd voor het
candidaats-examen in de handelswetenschappen
de heer H. G. J. M, Witlox, te Waalwijk,