DE STAAT DER LIBERALEN". SPOORWEGEN EN FINANCIEN IN DE TWEEDE KAMER. ZATERDAG 17 DECEMBER 1932 LOONEN EN TARIEVEN EEN SCHERP REQUISITOIR. DE AMBTENARENSALARISSEN. De nieuwe regeeringsv oor stellen in het G. O. INCIDENTEELE STAKING. NIET ONBELANGRIJK VOORDEEL VOOR DE AMBTENAREN. VEEL BEZOEK OP HUIZE DOORN. De bewaking van bet kasteel verscherpt. DE INDRINGER IN HUIZE DOORN. ZIJN VROUW MET EEN MES GESTOKEN ZONDAGSRUST. AMBTENAREN EN BELASTINGEN. HERVORMDE KLACHTEN. DE AANVARING TUSSCHEN S.S. ..ROZENBURG" EN „MOUNT „HELICON". WAAROM VERLEENDE DE „STATEN DAM' GEEN HULP Marconist in gebreke gesteld. ARBEIDERS-AFGEVAARDIGDEN. 9? II (slot). Het requisitoir, door prof. Eigeman met geneèskrachtige meedoogenloosheid tegen den „staat der liberalen" gehouden, vond op het punt van het onderwijs wel zijn felste klanken. Maar deze openbare aanklager doet geen half werk en hij betreedt ook ander terrein, voornamelijk het sociale. Dat hier zijn aanklacht niet zóó scherp kan klinken, als op het gebied van het onderwijs, volgt al aanstonds uit het feit, dat hij op dit punt de volgelingen van Thorbecke niet zoo beslist in tegenstelling kan plaatsen met hun meester. Want op sociaal gebied heeft Thorbecke volgens prof. Eigeman gefaald: hij heeft de komende ont wikkeling met klaarte en zorg voorzien, maar hij schoot te kort, toen het er op aan kwam de groeiende economische wanver houdingen op te lossen. „Het is een tragiek bij een man als Thorbecke het besef, het volkomen bewuste besef aan te voelen van een gemis aan willen en kunnen; van een tekort aan scheppend, aan vormend ver mogen bij het in alle opzichten doorzien van de politieke en sociale wanverhoudin gen; van een in zijn geest niet te overbruggen klove tusschen het scherp geanalyseerde en veroordeelde „wat is" en het hartstochtelijk verlangde „wat behoort te zijn"." Tóch zijn oók de sociale noten, door den Jibêralèn hóógleeraar gekraakt, voor onze liberalen den tijd van het ministerie Piérson-Góeman Borgesius uitgezonderd hard genoeg. Ook op dit. punt constateert dé onmeedoogende aanklager een ernstig vergrijp tegen het oer-liberale vrijheids beginsel. Toen n.l. de Manchester-staats onthouding leidde „tot een misbruik maken van de vrijheid", toen, aldus prof. Eigeman, „had het op den weg eener liberale partij gelegen de ongebreidelde concurrentie op de arbeidsmarkt juist in naam der v r ij h e i d aan banden te leggen. En naar middelen te zoeken om de zwakte der per soonlijke arbeidende kracht te beschermen tegen de macht van het zichzelf zoekende en zichzelf vermeerderende kapitaal". Prof. Eigeman betoogt, „dat de leemten in de werking van het eigenbelang als onmisbaar economisch motief aangevuld moeten wor den. Opdat het „vrije" spel der maat schappelijke krachten niet leide tot een suprematie van het winnend kapitaal eener- zijds, tot een onderdrukking der arbeids kracht anderzijds. De zich liberaal noemen de partij heeft in dit opzicht gefaald. Op denzelfden' grond en om dezelfde reden waarom zij in de onderwijs-politiek is tekort geschoten: het niet consequent dóórdenken van de liberale gedachte". Misschien krijgt hier iemand onwille keurig den inval, dat het toch werkelijk niet zoo makkelijk schijnt om de liberale ge dachte „consequent" door te denken; zelfs rijst de vraag, of niet juist de Manchester school de liberale gedachte consequent door dacht maar wantoestanden schiep, juist om datdie gedachte niet deugde. En richt zich hier het requisitoir van den hoogleeraar eigenlijk niet tegen die gedachte zelf, wan neer hij voortgaat: „Wat is de beteekenis eener wettelijk gewaarborgde vrijheid, wan neer het aan de sociale middelen ontbreekt die vrijheid als voorwaarde eener ont wikkeling der persoonlijkheid in de practijk des levens te verwezenlijken De maat schappelijke krachten braken af wat de staatkundige krachten beproefden op te bouwen". Wij kunnen werkelijk het sterke gevoel niet van ons afzetten, dat hier in scherpe tegenstelling met de onderwijskwestie „de. staat der liberalen" eenvoudig als zonde bok de woestijn wordt ingejaagd om te boeten voor de fouten van het liberale stelsel zelf. 't Is waar, dat „de volstrekte leer der staatsonthouding, in naam der vrij heid gepropageerd, die vrijheid juist met voeten trad", maar dit was niet te wijten aan een gebrek, maar aan een te veel aan theoretische consequentie, die ongevoelig bleef voor de practische gevolgen van de consequent beleden leer. Op onderwijsgebied misdeed de staat der liberalen tegen de liberale grondgedachte door zijn inzicht te willen opleggen °P s°ciaal gebied ont hield hij zich liberaal-consequent. sterker staat dan ook prof. Eigeman, s hij den staat der liberalen inconsequentie wanneer hij tot staatssocialisme ct vervallen. „De eisch van premie- vrij staatspensioen.... is wel een sprekend bewijs, dat men van zijn anker is losge slagen Wij kunnen dan ook prof. Eigeman met geen mogelijkheid toegeven: „De grond gedachte der sociale Wetgeving is liberaal". Integendeel: de grondgedachte van de sociale wetgeving ons veeleer anti-liberaal, en sociale wetgeving lijkt ons uitsluitend moge lijk met verzaking van die grondgedachte, 'n verzaking, welke wy overigens yan harte toejuichen. Feller dan met het vrijheidsbeginsel is de „staat der liberalen" op dit punt in strijd met het historische, door prof. Eigeman ge poneerde beginsel: de Christelijke grondslag van ons volksleven, en terecht schrijft de liberale hoogleeraar in dit verband: „Hier valle nu de volle nadruk op het Christelijke karakter onzer samenleving. Opdat de werk nemer het besef hebbe, dat ook met zijn belangen rekening wordt gehouden; dat ook zijn belangen veilig zijn bij een wet gever, die, zelf onder het Christendom op gevoed en gevormd, zich aan den invloed daarvan niet kan onttrekken". Prof. Eigeman raakt nog andere punten, als b.v. het processie-verbod de eisch van „moedige verdraagzaamheid" op dit terrein door hem gesteld, moge weerklank vinden waar het pas heeft en de volgens hem verkeerd opgeloste radio-kwestie. Een alleszins bevredigende regeling op dit punt zou ten zeerste in de hand worden gewerkt door minder afzijdigheid en hoog hartigheid van die organisatie, welke zich het troetelkind mag noemen van den staat der liberalen Tenslotte zou de vraag kunnen worden gesteld: wat kan de practische beteekenis zijn van dit boekje van prof. Eigeman Feitelijk heeft het uitsluitend wat te zeg gen en te leeren aan onze vrijzinnigen. „Rechts" kan het in hoofdzaak, althans prac- tisch, met hem eens zijn, al behoeft men zich daarom nog niet het etiket „libe raal" te laten opplakken. De „liberale" staat van prof. Eigeman valt vrijwel samen met den constitutioneelen staat op Christelijken grondslag. Ook op sociaal gebied treft deze hoogleeraar ons aan zijn zijde, wanneer hij verlangt, dat de toepassing van de sociale wetten moet worden opgedragen, „zij het onder een zekere overheids-contróle, aan de organen van het vrije bedrijfsleven". De sociaal-democraten vallen buiten zijn greep als staatssocialisten, de communisten als economische staatsclericalen; beide wei geren bovendien te steunen op het door hem geponeerde historisch beginsel: het Christe lijk karakter van ons volk. Onze hyper orthodoxen a la Kersten c.s. wenschen een soort theocratischen staat met de synode van Dordt als constitutie, en ook tusschen het fascisme en den schrijver gaapt een onoverbrugbare klove. „Voor den fascist toch is de staat einddoel; de staat bestaat volgens hem ter wille van zich zelf en het geheele maatschappelijke leven is aan dien staat ondergeschikt". Het Italiaansch fascis me „is de consequentie, de bewuste door voering van het staatsclericale beginsel op alle gebieden des levens", 't Is evenals het communisme een systeem „van den georga- niseerden dwang". Practische invloed zal er dus van dit ge schrift van den liberalen hoogleeraar alleen uitgaan in zooverre als het vat zal hebben op zijn .naaste geestverwanten. Op hen kan het zeer zeker gunstig wer ken, niet alleen op sociaal-, maar ook nog op onderwijs-gebied. Want al hebben wij den onderwijsstrijd op het gebied van de lagere school feitelijk beslecht met een pacificatie, onder het bewind van den, met negatie van Kappeyne, op Thorbecke terug grijpenden liberaal Cort van der Linden, tot stand gebracht, de echte pacificatie-geest bestaat nog niet geheel ongerept Terecht constateert prof. Eigeman: „Naar het innerlijk evenwel is de tegenstelling openbaar-bijzonder onderwijs nog even principieel, even hardnekkig, even fel De pacificatie is alleen nog maar in naam verkregenI n w e z e n zal de pacificatie eerst bereikt worden, wanneer het besef doordringt dat het grondwetsartikel, rege lend het onderwijs, in nationalen zin moet worden geïnterpreteerd". Dat zal eerst het geval zijn, als „links" frank en vrij het standpunt durft innemen, door Thorbecke niet gevreesd, door de practijk steeds nader gebracht, bijzonder onderwijs hoofdzaak, het openbare aanvulling. Hiertoe zal men gemakkelijker raken, als men levendig voor oogen houdt het woord van Thorbecke, dat hij, zoo noodig, honderd maal wilde herhalen: „het Christendom is de grondslag, de bezielende geest van onze maatschappij en het i s dus in de school". „Wel was het liberalisme van zijn anker los geslagen", zucht hierbij prof. Eigeman, dat het meende, dat de staat „neutraal" kon zijn tegenover het Christendom. Dajt is vol gens Thorbecke zelf „de meest anti-histo rische" eisch, dien men zou kunnen stellen. Wij zijn er, in tegenstelling met prof. Eigeman, nog niet heelemaal zoo zeker van, dat onze politiek „door het zuiverend op treden der rechtsche staatspartijen van haar illiberale platte nuchterheid genezen is" en dat dus staatkundig de antithese heeft afge daan. In dit verband kan het zijn nut hebben, dat wij, tot slot, nog even wijzen op de beteekenis, door prof. Eigeman gehecht aan den noodlottigen datum van 11 Novem ber 1925: „Sinds 11 November 1925, datum van de staatsrechtelijke breuk met het Vaticaan, is er feitelijk in ons politiek be leid geen beginsel meer te erkennen; en het afdoende bewijs is geleverd, dat wij in ons openbare leven zijn vastgeloopen". Kan hierin, tegen de bedoeling van den schrijver in, niet een vingerwijzing zijn ge legen voor de wijze, waarop ons vastgeloopen politieke leven weer los en vlot kan raken In liet zeehavenbecHjf te Dordrecht. Ia het zeehaven bedrijf te Dordrecht heeft gistermorgen een incidenteele staking plaats ge had. Het Duitsche stoomschip „Johann Blu- menthal zon naar de zeehaven komen ter be lading van keien. In het collectief contract, dat echter 6 Decem ber j.l. vervallen is, was voor het laden van keien een tariefloon bepaald per ton, per ploeg Van S man. Thans werd een uurloon van 70 ct. aangeboden. Op advies van het hoofdbestuur der vei schillende bonden van transportarbeiders ™eu llesl»ten, dit niet te aanvaarden, doch u Y°e®e.'"e tariefloon te eischen. e sc ip js daarop doorgevaren naar Rot terdam waar het thans bij de N.V. Swartouw voor minder uurloon geladen wordt. Een poging tan de transportarbeidersbonden om het personeel aldaar te bewegen dit werk niet te aanvaarden, is mislukt. 4De nieuwe regeeringsvoorstellen in de Cen trale Commissie voor georganiseerd Overleg in Ambtenaarszaken brengen den ambtenaren een niet onbelangrijk voordeel. De aanvankelijke regeeringsvoorstellen waren tweeledig. Vooreerst zou de ongehuwde-af- trek volgens het Bezoldigingsbesluit van 3 pet. op 5 pet. worden gebracht en vervolgens zou de Pensioenwet worden gewijzigd, waardoor voor alle ambtenaren het verbaal van pen sioenpremie voor eigen pensioen van 3 pet. tot 8 pet. zou kunnen worden verhoogd. Een ver hooging van het premieverhaal dus van 5 pet. In plaats van deze voorstellen is de regee ring nu gekomen met het voorstel om de tijdelijke salariskorting te verhoogen voor on- gehuwden met 5 pet. en voor gehuwden met 4 pet. Volgens de aanvankelijke voorstellen der regeering zouden de ongehuwden minder aan salaris ontvangen: 2 pet. aan verbooging van de ongehuwden aftrek en 5 pet. wegens ver hooging van het premie-verhaal voor pensioen, hetgeen te zamen is 7 pet. Volgens de nieuwe regeling ontvangen zij Rechts 5 pet. minder dan thans, een voordeeltje dus van 2 pet. De gehuwden zouden volgens de aanvan kelijke regeling wegens meerder pensioen premie-verhaal 5 pet. minder ontvangen. Zij krijgen volgens de nieuwe voorstellen slechts 4 pet. minder; een voordeel dus van I pet. Men meldt ons uit Doorn: Heden viert de echtgenoote van den ex-Kei zer Prinses Hermine, haar verjaardag en in verband hiermede worden gasten op Huize Doorn verwacht. Onder de gasten bevinden zich ook de echtgenoote van den ex-Kroonprins Prinses Cecilia en haar jongste dochter. Maandag zal op Huize Doorn, de traditie ge trouw, de verjaardag gevierd worden van den jongsten zoon van den ex-Kroonprins. Zooals gemeld heeft gisteren oud-Minister Kan een bezoek gebracht aan den ex-Keizer tot het houden van besprekingen in verband met de arrestatie van den Duitscher Fuecker, toen deze Maandag het kasteel was binnenge drongen. De besprekingen duurden geruimen tijd. Intusschen is de wacht op Huize Doorn ver sterkt. Terwijl tot nu toe des nachts slechts een wachter in het park van Huize Doorn dienst deed, houden thans drie bewakers de wacht. Ook zijn politiehonden voor de bewa king op Huize Doorn gestationneerd. Rika Hopper en Jacques van Hoven arri. Vceren te 's-Gravenhage na hun reis naar de Vereenigde Staten. PASTOOR M. H. J. BRÜNE f. Te Boeholtz is overleden de Zeereerw. Heer N. H. J. Brune, pastoov der parochie H. Jaco bus de Meerdere te Boeholtz. Voorloopig te Emmerik opgeborgen. De politie te Düsseldorf deelt benige bijzon derheden mede over het verhoor van Flicker, die kans zag Maandag j.l. door te dringen in het verblijf van ex-keizer Wilhelm, te Doorn. Fücker verklaarde, veel te hebben geleden van de lange tuchthuisstraffen, waartoe bij wegens verschillende delicten was veroor deeld. De revolvers zou hij van een onbeken den Nederlander hebben gekocht om even tueel de honden in den tuin van het ex-keizer lijk verblijf te Doorn onschadelijk te maken. ,Een op hem gevonden koord zou hij hebben gebruikt om over de omheining van den tuin te klimmen. Hij ontkent met nadruk, dat hij de bedoeling zou hebben gehad den ex-keizer te dooden. Fücker zal zich hebben te verantwoorden wegens paspoort-overtredingen. In hoever hij nog meer strafbare daden heeft begaan, is nog niet bekend. Hij zal echter eenige jaren voor waardelijke tuchthuisstraf, waarvan zijn proeftijd nog n t om was, moeten uitzitten, indien hij toerekeningsvatbaar wordt geacht Na zijn verhoor door de politieke politie te Düsseldorf is Fücker naar Emmerik over gebracht., alwaar de rechter van instructie hem aan een verhoor heeft onderworpen en een bevel tot inhechtenisneming tégen hem uitvaardigde. Fücker zit thans in voorarrest in het Huis van Bewaring te Emmerik. Uit Doorn wordt ons gemeld, dat oud-mi nister Kan gister 'n bespreking had met de ex-kelzer, in Verband met de aanhouding van den indringer in Huize „Doorn". Op welke gronden moet hij vervolgd worden? Ook tegenover den rechter van instructie te Emmerich waarheen hij: zooals we reeds meldden, is gebracht, hield Fuecker met na druk vol, dat zijn invasie in Huize Doorn geen enkele politieke beteekenis had. Hij had nooit de bedoeling den Keizei te dooden en sprak in de eerbiedigste teimen over den persoon van den ex-keizer, dien hij beweerde persoon lijk te kennen door verbindingen, die hij met monarchistische kringen had gehad. Ook tijdens dit verhoor heeft Fuecker ge tracht te simuleeren dat hij niet toerekenbaar is. De deskundigen zijn echter van meening, dat Fuecker lijdt onder een zoodanigen drang om zich door iets bijzonders te onderscheiden, dat hij als psychopaat beschouwd kan worden, doch dat hij niet ontoerekenbaar kan worden geacht.. De zaak is thans in handen gegeven van de justitie te Cleef. Het staat nog niet vast op welke gronden hij vervolgd kan worden. De eenige door hem begane overtreding is een paspoortovertreding. Indien bewezen kan wor den dat Fuecker de revolver in Nederland heeft gekocht, kan hem geen overtreding van de Duitsche wapenwet ten laste worden ge legd, terwijl hij zich op het moment van zijn aanhouding in het ex-keizerlijk verblijf te Doorn nog aan geen enkele daad had schuldig gemaakt, waardoor hij van poging tot moord beschuldigd zou kunnen worden. Veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf. De Ameterdamsche rechtbank veroordeelde gisteren 'n 35-jarigen diamantbewerker wegens poging tot zware mishandeling tot een gevan genisstraf van 1 jaar en 6 maanden. Op 16 Aug. j.l. wilde de man, die gescheiden van zijn vrouw en kinderen leeft, zijn kinderen bezoeken. De vrouw weigerde echter hem toe te laten. Op den Postjesweg ontmoetten zij elkaar en bij een woordenwisseling, die toen volgde, werd de man zoo driftig, dat hij een mes trok en de vrouw verschillende wouden toebracht. Het O.M. had wegens poging tot doodslag 4 jaar geeischt. Stil branden Donderdagnacht de lampen over de verspreide leden. Een spreker stort zijn hart uit over een halte, een stuk duin, een t.ramsubsidie of een Friesck kanaal, en de Minister van Waterstaat bladert in zijn dos siers. Rond één uur komt er een oogenblik afwisseling: een half dozijn in rok getooide jongelieden, die zware chrysanthen torsen, brengen een vlaag van feeststemming. Maar al spoedig geven zij het op: even bewonderend als verwonderd dalen zij de publieke tribune af, waarschijnlijk levenslang overtuigd, dat de werkers hier linn schadeloosstelling wel heel zuur verdienen. Eén man bezit den weer- galoozen moed rond drie uur in den nacht nog plaats te nemen tusschen de wakende veldwachters. Met stomme verbazing neemt hij het schouwspel op en verwijdert zich hoofd schuddend, wanneer hij hoort, hoe iemand het was de heer Kampschöer in 't holle van den nacht het rapport van een zekeren professor de Vries onder handen neemt en op verlaging der spoorwegtarieven voor de groenten aandringt. Had hij even gewacht, dan had hij nog drie moties van den heer de Visser gehoord. Misschien zouden ze hem niet tot verbazing hebben gebracht, indien hij even daarvoor Jan ter Laan met mannenmoed had hooren bepleiten om maar vast te beginnen aan de uitvoering van het Rotterdamsche spoorwegplan, dat niet meer dan een slordige 120.000.000 gulden zal kosten. En dan had deze pelgrimvader het mooiste nog niet gehoord. Want kwam ir. van Dis daarna niet memoree- ren, boe er in 1930 79, in 1931 en tot 15 Nov. 1932 80 ongelukken op de onbewaakte over wegen plaats hadden, waarvan resp. 8, 30 en 18 met doodelijken afloop? Het werd pas echt oud£rwetsch gereformeerd Hollandsch, toen delfde spreker stopzetting op Zondag van alle openbare vervoermiddelen kwam beplei ten. Dat is naar zijn meening eisch van Zon dagsheiliging. Minister Reymer bleek nog klaar wakker en beantwoordde den staatkundig-gereformee- den afgevaardigde uitstekend. De bewinds man achte Zondagsrust nog geen Zondagshei- ling; hij vond 't niet zoo gemakkelijk uit te maken, wat precies Gods gebod was de heer van Dis denkt het te weten, zonder dat hij er erg in heeft, raakt hij in de rabbinale Mischnatractaten. Schabbath, Erubin en Yom Tob verzeild en meende dat de Kersteniet zelf met een wetsvoorstel moest komen, dat zijn desiderata bevatte. Daaraan schijnt de heer van Dis zich niet te wagen en in elk ge val zal hij daarmee geen succes hebben bij ir. Bongaerts. Deze oud-Minister was een der dapperen, die vol hield tot het bittere einde en hij heeft menige noot gekraakt. Zoo toonde hij zich buitengewoon teleurgesteld over de niet-nakoming der collectieve arbeidscontrac ten in de waterstaatsbestekken, daar hij er blijvende sociale conflicten van verwachtte en niet begreep, waarom het rijk naliet, wat ge meenten en provincies al jaren lang rustig doen. Evenmin was de katholieke afgevaardig de tevreden over het waterstaatsstandpunt ten opzichte van een mogelijkheid der uitvoering van productieve werken en het spoorwegbe- heer maakt hem al even weinig enthousiast. Over dit spoorwegbeheer, vooral in verband met de tarieven en loonen, is heel wat te doen geweest en vanzelf kwamen daarbij de door de Regeering gesubsidieerde tramwegen ter sprake. Wees ir. Bongaerts op verdere electri- ficatie-mogelijkheden, vooral in Limburg, naar welks hoofdstad hij ook een betere treinverbin ding wenschte, Henri Hermans en de heeren van Braambeek en de Visser brachten de loo nen van het personeel ter sprake. Dit perso neel kreeg. Juli 1932 een korting van 5 pet. en er zou 1 Januari a.s. nog een loonsverlaging van 10 pot. volgen. Hermans, die rekening wil houden met de malaise ln het bedrijf, welke hij hoofdzakelijk toeschrijft aan de crisis maar ook ten deele aan de niet verstandige politiek der spoorwegen, die telkens te laat met tariefver lagingen komen, hoopt op 'n anderen vorm van loonkorting. welke de anti-rev. mr. Dambrink in elk geval slecht gemotiveerd achtte. De heer va.n Braambeek kwam met een motie, waar van de Minister terecht zei, dat zij niet on gevaarlijk was. daaf de onderhandelingen in den Personeelraad nog niet geëindigd zijn. De soc. dem. spreker verzwakte zijn betoog nog door zijn latere mededeeliugen over de ontsla gen bij tramwegmaatschappijen. De Dedems- vaartsche b.v. ontslaat menschen, die dertig, veertig dienstjaren hebben, zonder pensioen. Er is geen geld, zei de Minister. Waar zulke dingen gebeuren de pesioenkwestie bij de Rotterdamsche tram is ook al geen frissche historie dient men met absolutp afwijzing van loonsverlaging toch voorzichtig te zijn. Nu zegt mr. Oud wel: beschouw de spoorwegen niet als een commercieel bedrijf doch als een overheidsorgaan en bepaal daarnaar ook loonen en tarieven in het openbaar belang, zoodat de schatkist aanvult wat ontbreekt, maar de mi nisterieele repliek was hier niet kwaad. Mi nister Reymer, wiens heele begrooting nu al totaal in de war is gestuurd door de 20 millioen tekort op de spoorwegen, heeft vanzelfsprekend weinig lust er nog een millioen of wat bij te doen. Naar onze meening zou het ideeOud ons van den wal in de sloot helpen. Wel gelooven wij. dat. waar de interesten-last niet kan ver minderd worden, de extra-afschrijvingen voor materieel enz. moeten blijven en, gezien de cijfers, moeilijk heel veel meer van het per- soneelsinkomen kan worden afgetrokken (de minister zelf erkende: de loonen zijn niet aan den hoogen kant), maar één weg openblijft: zoo spoedig mogelijk alle onrendabele trajecten op te heffen. Men is daar te laat mee geweest en daarover lang nakaarten beeft geen zin, maar overheids- of commercieel bedrijf, onzin is en blijft onrendabele spoor- en tramwegen te handhaven met subsidies uit de schatkist. Men kan daar lang over praten doch een an dere weg om spoedig uit het moeras te raken is er niet, tenzij men aanneemt, dat er spoe dig en langdurig weer een conjunctuur komt, die zoowel trein als autobussen volop rendabei maakt. Maar wie gelooft, dat dit zal geschie den Uit de ministerieele mededeelingen teekenen wij nog aan, dat met de werken der nieuwe Moerdijkbrug ln Juni a.s. zal worden begon nen, dat de hulpbehoevende tramwegen voor 1933 60 p.ct. subsidie zullen ontvangen van hetgeen de vorige jaren als subsidie van de personeellasten werd uitgekeerd na aftrek van hetgeen de maatschappijen daardoor voorheen als dividend konden uitkeeren. "Was de heer Drop niet met een motie Inzake de collectieve contracten gekomen „daar heb ik niets aan", zei hij wijs, toen hij uit de re- geeringsverklaring geen toenadering bespeur de zijn collega v. Braambeek had, zooals gezegd, een motie Inzake de loonen van het spoorwegpersoneel, waar heden over gestemd zou worden. Hoe het lot dezer motie ook moge zijn. in volstrekte tegenstelling met hetgeen de Memorie van Antwoord op bl. 29 zegt, zijn wij van meening, dat in elk geval verhooging van den kindertoeslag wel degelijk aanbeve ling verdient. Als dat niet in 't loonstelsel past, moet dat stelsel maar gewijzigd worden. Wie gisteravond tegen half zevem in de Kamer verdwaald was geraakt, zou zich eer der in de vergadering eener protestantsche synode dan in 's lands parlement gewaand heb ben. Want zoowel de Lingbekiaansche heer Peereboom als Kersten's tweelingbroeder ds. Zandt, bielden zwaar-godgeleerde vertoogen over de „vrijmaking" van het hervormde kerk genootschap, dat van Koning Willem I in 1816 een synodale organisatie ontving, door velen als „juk" aangeduid. Ds. Langman verklaarde eerlijk, dat dit kerkgenootschap wel eens „een janboel" kon worden, indien de staatsmacht zich geheel terugtrok, maar daarvoor vreest ds. Zandt niet. Voor hem is zijn kerkgenopt- schap „een wonder Gods". Overtuiging, welke wij eerbiedigen, maar waarbij wij ons wel even afvragen, wat zijn fractiegenooten ds. Kersten en van Dis daarvan zullen zeggen. Want men moet weten, dat deze drie staatkundig-gerefor meerden elk tot een ander kerkgenootschap behooren. De heer Zandt, studeerde te Utrecht en was hervormd predikant: ds. Kersten ge noot geen academische opleiding, doch werd als man van „singuliere gaven" beroepen in de gereformeerden gemeenten, welke men vooral in Zeeland en op de Zuld-Hollandsche eilanden vindt, terwijl de heer van Dis christe- lijk-gereformeerd is, dus behoort tot de protes tanten, die zich niet bij Kuyper's gereformeer de kerken aanslooten. Een katholiek beluistert zulke disputen, welke jhr. de Geer wel moeten ergeren, als iets vóór-historisch. Hij verbaast er zich al leen over, dat er protestanten zijn, als de heer Peereboom, die den geloovigen domineeszoon de Geer als een soort Nero te lijf gaan en niet bemerken, hoe vlak naast hen de communist grijnst en verklaart „geen cent" te willen vo- teeren voor den eeredienst, die onder Finan ciën ressorteert met een totale post van 2.459.759, d.i. 2.676 meer dan het vorig jaar. Van dezen post ontvangen de protestant sche kerkgenootschappen 1.721.330, de oud- bisschoppelijke cleresie 17.500, de Israëlie- tische kerkgenootschappen 16.200, terwijl aan de katholieke kerk 704.729 wordt uitge keerd. Over deze posten is overigens niet gesproken. Meer aandacht hadden de belastingen en de belastingambtenaren. Wat de belastingen be treft, het is misschien goed hier even te ver melden, dat de inkomstenbelasting voor 1933 op niet meer dan 50 millioen wordt geraamd of 60 procent lager dan voor 19311932. De vermogensbelasting wordt 30 procent lager ge schat, n.l. op 10 millioen. In dit verband is de persojjeele belasting besproken en met mr. Kor- tenhorst hebben verschillende afgevaardigden van den Minister de toezegging gekregen, dat deze belasting, die voor de koffiehuizen, res taurants en slijterijen een verkapte bedrijfs belasting is geworden, eens onder de loupè zal worden genomen. Zij kan in het systeem der wet minder rigoureus worden toegepast dan nu geschiedt. En een aequlvalent voor de ge meente-inkomsten, waar de heer Smeenk al dadelijk bang voor was, wees mr. Oud aan, toen hij aan het mutatie-recht herinnerde, dat nog al ontdoken wordt door N.V.'s. Van ont duikingen gesproken: de Leuvensche profes sor Janssen kan zijn bekende verhandeling De Zedenleer en het Belastingwezen aanvullen met de ministerieele mededeeling: „Welk per centage der belastingen ten gevolge van fraude niet binnenkomt, kan niet worden opgegeven". (M. v. A. bl. 1). Baron van Voorst tot Voorst wees er op, dat veel landeigenaren en menschen op groote bui tens evenals landbouwers hun goederen veel te zwaar geschat zien en wilde daar ook soe peler optreden. De katholieke afgevaardigde kreeg in elk geval de toezegging, dat overwogen wordt om den inspecteurs opdracht te geven, meer rekening te houden met de gegevens der landbouw-boekh®udkundige bureaux. De heer van Poll, die zich bij 's heeren IJzerman's wensch aansloot om het bankgeheim op te hef fen, kreeg van den Minister ten antwoord, dat economische belangen zich daartegen verzet ten. Vooral kapitaalvlucht wordt gevreesd en op van Poli's aandrang dan daartegen maat regelen te nemen, repliceerde de Minister ge vat: toen ik dat in 1927 wou doen, stemde de katholieke fractie tegen. De houding van onze fractie toen en nu, hoorden wij niet nader toe lichten. Of de heer van Poll alleen voor zich zelf of ook namens anderen sprak, is ons niet duidelijk geweest, njaar wellicht was het laat ste niet het geval. Het plaatjes-systeem van onze rijwielbelas ting vrijstelling is mogelijk, zooals men weet, indien de aanvrager een fiets noodig heeft voor zijn beroep en niet in de inkomsten belasting is aangeslagen verdedigde de Mi nister met het argument, dat de losse merken door meer dan één lid van het gezin kunnen worden gebruikt en tegen van Poli's objectie: „Maar als ze de dingen verliezen", volgde prompt het paedagogisch recept: „Dan moeten ze maar orde leeren, meneer de voorzitter!" Mej. Meijer verkreeg voor de categorie on gehuwde kostwinnenden van jhr. de Geer de toezegging, dat hij haar voorstel wel wilde overwegen om den ongehuwden-aftrek faculta tief t.e stellen in dezen zin, dat de Minister zelf in individueele gevallen zal kunnen beoordee- len of ongehuwden met gehuwden gelijk te stellen zijn. De heer van Poll zal niet verwacht hebben, dat zijn verzoek om herziening van het bezoldigingsbesluit zou worden ingewilligd. Toch hebben hij en andere Kamerleden niet zonder succes den Minister gewezen op verbe teringsmogelijkheden in de personeelspositie. Weliswaar heeft Financiën op den gewonen dienst ruim anderhalf mill, bezuinigd, maar de Minister gaf toe, dat bezuinigen op zijn ambte naren in de practijk het tegendeel van bezui niging kan beteekenen. De smokkelaars maken bijv. meer kans, nu er, zooals mr. Oud nawees, sinds 1928 geen kommiezen meer zijn aange steld en tegelijk door de crisiswetten de werk zaamheden toenamen, terwijl aspirant-ontvan gers, die wegens inkrimping geen kans meer hebben, misschien de inspecties kunnen as- sisteeren in den „aanslag", een denkbeeld, dat in verband met de gememoreerde fraude nog niet zoo verwerpelijk lijkt. Nadat de heer Loerakker, zoowel de pacht- bepalingen van het Kroondomein als die bij Staatsdomein in Zeeuwsch-Vlaanderen had aan geraakt, van den Minister de zachte maar dui delijke toezegging kreeg, dat met zijn aanwij zingen rekening zou worden gehouden, werd de begrooting van Minister de Geer z.h.s. aangeno men. Bij den aanvang der vergadering verwierp De Londensche havenpolitie geeft ieder jaar tegen Kerstmis een tractatie voor de arme kinderen van de havenwijken. de Kamer de motie-van Braambeek inzake de salarissen van het spoorwegpersoneel, omdat zij, gedurende het nog te voeren overleg in den personeelraad, niet wilde ingrijpen. Hoe verstandig de meerderheid heeft gedaan om ook het ontwerp inzake de nieuwe recht banken-indeeling niet op de agenda te plaat sen, bewijst bet simpele feit, dat de Kamer nu 'toch al Maandagmiddag en -avond zal moeten vergaderen om vóór Kerstmis gereed te komen. Daaruit kan Minister Donner opmaken, dat de Volksvertegenwoordiging moeilijk anders kon dan zijn voorstel te laten liggen. Men zal zich herinneren, dat de Raad voor de Scheepvaart de vorige week een onderzoek heeft ingesteld naar de oorzaak van het onge val, overkomen aan het s.s. „Rozenburg", het welk op 13 November nabij het lichtschip „NoordHinder" is aangevaren door het Panameesche s.s. „Mount Helicon", waarbij eerstgenoemd schip in zinkenden toestand kwam te verkeeren. De Raad heeft het achteraf noodig geoor deeld, dit onderzoek uit te strekken tot de vraag, welke redenen den gezagvoerder van de „Statendam", welk mailschip zich op het tijd stip van de aanvaring niet ver van de onheils plaats bevond, genoopt kunnen hebben niet te hulp te komen. In dit verband heeft de Raad Donderdag- onder voorzitterschap van prof. Taverne, den gezagvoerder van de „Statendam" gehoord. Getuige deelde mede, dat hij, nadat de „Sta^ tendam"oms treeks 12 uur des nachts het" lichtschip „Noord—Hinder" gepasseerd was, door den tweeden officier, die de wacht had, er van in kennis werd gesteld, dat er een aanvaring was geweest tusschen het s.s. „Rozenburg" en een ander schip. Getuige heeft toen dadelijk gevraagd of er S. O. S.-seinen waren gegeven of om assistentie was gevraagd. Het antwoord was ontkennend. Toen tusschen twee uur en half drie de „Statendam" bij den Nieuwen Rotterdamschen Waterweg kwam, vernam getuige, op de brug komende, dat de „Rozenburg" in zinkenden toestand verkeerde en de bemanning er door een Amerikaan afgehaald was. De aanvaring was vijf mijl ten Oosten van den NoordHin der geschied. De voorzitter: Heeft u het antwoord op uw vragen aan den tweeden officier voldoende ge acht 't Had toch kunnen zijn, dat de „Rozen burg" niet in staat was om S. O. S.-seinen te geven Achteraf is gebleken, dat de „Rozen burg" later is gaan seinen. Getuige: Ik heb geen oogenblik veronder steld, dat er gevaar was. Wel was ik verbaasd toen ik, bij den Waterweg hoorde, dat het schip zinkende was. Voorzitter: Er is later nog een groot aan tal seinen gewisseld over deze aangelegenheid. Is U daarvan niets medegedeeld Getuige: Neen; ik veronderstelde, dat mijn marconist, die een jarenlange ervaring heeft, zich wel met mij in verbinding zou stellen, indien hij belangrijke berichten opving. Voorzitter: Hoe is de verhouding tusschen kapitein en marconist Getuige: De marconisten worden aangesteld door RadioHolland. Ik heb echter het recht inzage te nemen van alle officieele telegram men, die hij ontvangt of uitzendt De hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, de heer C. Fock, zeide, dat hij uit de hier gehoor de verklaringen kan" vaststellen, dat de kapi tein zeer onvolledig is ingelicht. Spr. kan he grijpen, dat de kapitein gedacht heeft: Als er wat is, dan hoor ik het wel. De marconist echter heeft niet gedaan wat hij had moeten doen. Spr. is er van overtuigd, dat de directie van de HollandAmerikalijn en van RadioHolland alles zullen doen om een herhaling van Iets dergelijks te voorkomen. Bovendien zal bij de wijziging van de -Sche penwet, die 1 Januari in werking treedt, de gezagvoerder verplicht worden, op geregelde tijden, het dagboek van den marconist af te teekenen. De Raad zal later uitspraak doen. Onlangs betoogde het „Volk", dat de sociaal democratische fractie in de Tweede Kamer 10 arbeiders telde en in de Eerste Kamer 6. Wij waren zoo vrij om eenige specificatie te vragen. Die kregen wij voor de Eerste Kamer, niet voor de Tweede, ofschoon dit laatste ons even hard interesseerde. Wij hopen, dat wij ook op dit punt nog nader zullen worden ingelicht. R. K. LEERGANGEN. Aan het Conservatorium der R. K. Leergan gen te Tilburg, slaagde voor het solist-diploma piano, mej. Lies Weijers te Vlijmen. R. K- HANDELSHOOGESCHOOL. Hoogeschool voor economische en sociale wetenschappen. TILBURG, 16 December. Geslaagd voor het candidaats-examen in de handelswetenschappen de heer H. G. J. M, Witlox, te Waalwijk,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5