REISINDRUKKEN UIT POLEN EN RUSLAND. SÉ3 ZATERDAG 17 DECEMBER 1932 „ZEE BAAR KOMT Oplossing van den vorigen relrns. DE VOLGELINGEN VAN DEN PROFEET EN MELOENEN 'n HorJogeshanger. MmÊÊm BE NATUUR IN. li AAN TAFEL Smakelijk eten. GRAPJES. Visscken m den Oceaan. WELK BEDRIJF BE KLAAGVROUWEN IN HET LETTERRAADSEL. r Oplossing vorig letterraadsel. OM NA TE TEEKENEN. iv< 'A He Amerikaansche kaper John Paul Jones het volksliedje noemde hem „Pouwel Jo- Has!" wer(j omstreeks 1780 te Amsterdam ei> den Haag als een held gevierd en als een bondgenoot tegen de Engelschen, met wie een oorlog dreigde, toegejuicht. Drie maanden lang hield deze vrijbuiter zich bij Texel op; toen pas gelastten de Sta ten Generaal zijn vertrek. De Engelschen von den een en ander knapjes vervelend! Want Jones had een paar Engelsche „prijzen" naar de Hollandsche reede meegebracht en ver kocht die in ons land. Amerika, Jones' vader land, kon dit weinig schelen, dat rijk lag sinds 1775 al met onze overburen aan de Noordzee overhoop („Noord-Amerikaansche Vrijheidsoorlog"), maar voor ons land zon al dat gejuich rond den boekanier onaangename gevolgen meebrengenwaar we het, in- tusschen, niet over zullen hebben! John Paul Jones was eigenlijk van huis uit heelemaal geen Amerikaan, doch 'n Schot! Z'n vader was 'n eerzame tuinman in dienst bij een hoogadellijk heer, maar Paul (geboren 3 <28) verkoos liever als matroos de wereld in te gaan dan als landrot. Zoo deed hij ver scheidene tochten naar West-Indië op koop vaardijschepen en bracht het door zijn durf en moed al vrij spoedig tot den rang van kapitein. Toen de Amerikanen ruzie met het moederland, Engeland kregen, koos John Paul de zijde der oproermakers en dat heeft men hem in Engeland eigenlijk nooit vergeven. Het was ook bij die gelegenheid, dat hij van voor naam verwisselde; voortaan zou hij zich „Paul" noemen, zonder meer. Misschien be doelde de vechtlustige zeeman heelemaal niet 'n verrader te worden en wist hij niet eens het onderscheid tusschen de revolutionnairen en zijn landgenooten; waarschijnlijk dreef hem de zucht naar avonturen tot deze daad. Hoe dan ook, hij werd baas over 'n eigen schip, de „Ranger", bemand met 150 waag halzen van matrozen en uitgerust met acht tien kanonnen. Daarmee ging hij tegen de Engelschen los. De kustplaats Whitehaven werd door hem hij verrassing genomen. Het kasteel, waar Jones' vader tuinman was ge weest, kwam toen aan de beurt, de bewoon ster, lady Selkirk, werd gedwongen al het goud en zilver, dat aanwezig was, uit te leve ren, zelfs 'n zilveren theepot, die gevuld op tafel stond. De kasteelbewoners waren zoo blij «■Is iets, dat zij het leven er afbrachtenI Eeni- dagen later ontving Lady Selkirk van den «aPer 'n brief, waarin hij haar excuus voor de berooving aanbood, die niet door hem, doch door zijn officieren, tegen zijn wil, op touw was gezet. Ze hadden gehoopt Lord Selkirk gevankelijk weg te kunnen voeren en een hoog losgeld te bedingen, doch.... zijne hoogheid had zich toevallig in Londen be vonden. Vijf jaar later kwam het heels servies net jes bij Lady Selkirk terug.de blaadjes zaten nog in den theepot!! Zelfs de vracht was geheel betaald!! Na deze daad aan de Schotsche kust te heb ben gesteld, geraakte Jones slaags met het Britsche oorlogsschip „Drake"; gedurende het gevecht sneuvelde de kapitein van dien oor logsbodem en de eerste officier, zoodat, mede door het wegschieten van don hooMmast het vaartuig moest worden overgegeven aan de boekaniers Enkele jaren later kwam „Pouwel Jonas' aan het hoofd van een klein eskader te staaii, meerendeels uit Fransche oorlogsschepen ge vormd. (Lodewijk XVI waB bondgenoot van Amerika) en zond een hulpleger. Met deze achepen maakte hij veel Engelsche „prijzen" buit, die allemaal in Fransche havens werden verkocht. In 1779 versloegen de zeeschuimers de Britsche kapiteins Pearson en Piercy, welke «IJ naar Texel brachten. Deze beide heeren hadden zich niettemin zóó dapper geweerd, dat koning Pearson tot ridder benoemde en Piercy in rang verhoogde. Tegen Jones was nu eenmaal niet te vechten. Na afloop van den oorlog Amerika—Enge land viel er op zee voor dezen koenen boeka nier niet veel meer te beleven. Hij vestigde zich te Parijs, waar hij in de nijpendste armoede stierf (1792). De Vereenigde Staten hebben zijn stoffelijk overschot opgevraagd en het in Amerikaansche aarde begraven. „Pouwel Jonas" heeft weliswaar nooit geva ren met den doodskop en de twee gekruiste doodsbeenderen op z'n vlaf, het uithangbord van de piraten, maar door zijn wandaden jegens koopvaardijschepen en visschersbooten kan hij moeilijk anders dan 'n vrijbuiter g0. noemd worden. De zwarte vlag op zich maakt den piraat nog niet, doch diens daden en ge. heele optreden! Maar één ding moet van hem getuigd wor den: hij was 'n man van zijn woord en hij had een hekel aan al die slapjassen, die hun woord braken! Eenmaal beloofd aan Lady Selkirk, dat fcij haar servies van de beman ning zou terugkoopen, heeft hij dit óók ge daan, al gingen er vijf lange Jaren over heen! Wij jagen maar al te vaak zelf op onzen levensweg stofwolken op en klagen dan, dat We er last van hebben. In het land tusschen de rivieren Euphraat en Tigris, wel eens genoemd „dé bakermat van het menschelijk geslacht", groeien veel meloe nen in allerlei kleuren en soorten, roode, groene, gele, zoete, bittere, geneeskrachtige en om en bij vergiftige, meloenen, die je het water in den mond brengen en andere ook, die een gevoel van afkeer veroorzaken. De Mohammedaansclie bewoners dezer streken voeden zich gedurende bepaalde tijden van het jaar in hoofdzaak met brood en deze vruchten, hetgeen op de warme dagen, die daar schering en inslag zijn, een frisch diëet mag genoemd worden. Zoo'n schijfje watermeloen bij een temperatuurtje van ver over de tachttlg gra den in de schaduw, wie zou dat versmaden? Of stel je eens voor, dat je de gloeiende zand woestijnen doorkruist, die je huid tot perka ment en je mond tot leer maken, en dat iemand je op 5n watter-meloen onthaalt zou je hem dat kwalijk kunnen nemen? O zoo, Koos! zoo'n watermeloentje, waarin 'n baby van twee jaar met gemak een plaatsje zou kunnen vinden, zou je dat geen ware uitkomst vinden? En of! De lekkerste meloenen komen van de ber gen. Wanneer ze rijpen gaan, moet men erop bedacht zijn, dat hun bast niet split, want dan zou de geur van deze verkwikkende spij zen er bij inboeten. Eens, zoo verhalen de oude hoeken der Mu zelmannen, was er eens 'n goudgele meloen, die er nu heelemaal geen ledee In had naar de markt te gaan, om daar te worden ver kocht. Hij hoopte maar, dat vóór den tijd van het rijp worden 'n ruiter met z'n paard zou voorbijkomen, de hoefslag waarvan al vol doende zou zijn, om de huid tot barsten te brengen. Er kwam 'n ruiter langs de gaarde gereden, waar deze koppige meloen lag te sto ven in de schroeiende zon. De vrucht riep de zen ruitter. Hij wendde zijn paard naar den kant waar de opstandige zich bevond, En ja, hoor, het doel werd bereikt, de schil barstte en al het sap stroomde over den grond. Mieren en bijen haastten zich naar dit kostelijke vocht, maar de eigenaar van de plantage smeet het koppige ding ergens in 'n hoek, waar het een ellendigen dood vond, betreurende niet mee naar de markt gegaan te zijn. Zoo zie je voegen de Mohammedanen er aan toe dat we altijd maar tevreden moeten zijn met het be scheiden hoekje, waarin de Eeuwige ons ge plaatst heeft de Wil van God „Ensha' Allah" zoo zeggen zij zij geprezen! Begin met het teekenen van een trapezium, waarvan de evenwijdige zijden 11 en 4 c.m. lang zijn en de hoogte 13 c.m. is. Snijd dit trapezium uit, omrand het en beplak het met sierpapier. Bevestig er nu met een splitpen- netje no. 2 «en steunsel achter. Hiertoe ge bruik je een strookje karton van 2 c.m. breedte. Dit strookje moet je eveneens beplak ken en wel met hetzelfde sierpapier. Nu snijd je 'n trapezium, waarvan alle zij óen 2 c.m. korter zijn dan die van het eerste trapezium. Ook dit wordt omrand en aan één zÜde met sierpapierbeplakt. Bestrijk het niet beplakte vlak met gluton en plak het OP het groote trapezium. Tenslotte nog het koperen hangertje, waar Je het klokje aan bevestigt. Een der enorme turbines uit he t krachtstation aan den Dnjepr. XVII. Of het tijdens de route naar Dnjeprostroi geweest is, weet ik niet precies meer, maar eens, tóen Iemand van ons clubje des morgens opstond om zich in het groezelige waschbakje van den trein wat te gaan verfrisschen, meestal ging dit naar toerbeurtwie het eerst wakker was, liet zich bovenaan op 'n lijst plaatsen en zoo vervolgens miste hij zijn geheele costuum, dat hij nabij zijn beddeplank 's avonds te voren had opgehangen Overal gevraag en gezoekniets te vindenTen slotte besliste stootbrigadier Coplak, onze gids, dat er van het dak van onzen wagon reizigers naar binnen waren geslopen gedurende den nachtelijken treinrit, die zich van de kleeren hadden meester gemaaktDe twee „conduc teurs", beste jongens, die als nachtwacht dienst deden, hadden niets gemerkt. Gelukkig had de bestolene nog 'n tweede pak bij zich, dat hij den volgenden avond met wat meer voor zichtigheid weglegde. AL£XAriDROWS< De Dnjepr en de Zwarte Zee. Dien volgenden nacht werd ik tegen 'n uur of drie wakker van een hevig gegons van stemmen In onzen wagen. „Zijn ze weer aan 't redetwisten vóór of tegen de bolsjewiki?" dacht ik en draaide mij behoedzaam óp mijn smalle plankje om, teneinde, niet als 'n rijpe appel naar beneden te bonzen - ik lag zoo wat met m'n neus tegen het plafond doch al gauw had ik in de gaten, dat er iets auders aan het handje was. De belangstelling gold een jeugdigen landgenoot uit Brabant, met wien ik tijdens de lange reis de beste betrek kingen had onderhouden. Misschien kon ik hem van dienst zijn 'k Glipte langs de nis, waarin het Duitsche Frauleln den slaap des rechtvaardigen sliep, omlaag en voegde mij bij het kleine groepje Van den „Hollander" bleek de heele reiskoffer met Inhoud gestolen in het holle van den nacht'n Reuze-strop Gelaten aanvaardde hij dezen tegenslag, zon der veel ophef, gelijk het 'n Hollander nu eenmaal past, maar 'n schadepost van belang bleef het niettemin. Coplak kwam eraan te pas. Bij 'het eerste station het beste werd uit de wagens voor de Russische reizigers, over- beladen tot aan den zolder toe, den hoofdcon ducteur opgevischt, die lid bleek te zijn van de gevreesde, geheimzinnige politie der G. P. Oe. Aanstond begaf de man zich naar de daken der rijtuigen, waar de touristen der allerhoog ste klasse zich plegen op te houden. Daar zat 'n grijsaard, in wiens bezit 'n stel zéér on- Russisch-uitziende sokken werd gevonden, ont vreemd uit den gegapten koffer. Het vadertje wist van den prins geen kwaad. Hoe hij aan die dingen kwam Gevonden -natuurlijk, ge vonden Ze lagen zoo maar op het dak Hoe ze daar gekomen waren Tja, dat kon groot- vadertje ook niet zeggen, ze hadden er nu eenmaal gelegen De G,. P, Oe.-man ging met heftige stem en dreigende gebaren tegen het havelooze manneke te keer. Het duurde niet lang, of tranen rolden langs den witten baard En dat om 'n paar onnoozele sokken De conducteur nam den stakker gevangen en dreef hem het perron op, waar hij hem aan soldaten overgaf. Van den koffer geen spoor meer te bekennen Enkele dagen later kwam de beslis sing af, dat voortaan op treinberoovingen de doodstraf staat, al had die bepaling met ons geval wel niets te maken. Intusschen hadden wij zélf 'n treinwacht voor den nacht ingesteld bij toerbeurten werd geregeld gesurveilleerd en nadien zijn géén diefstallen meer voorge komen. Des ochtends stonden wij aan het reusachtige werk van Dnjeprostroi („Waar aan de rivier de Dnjepr gebouwd wordt"), den trots der Russen! In den stroom is een stuwdam ge bouwd. Het water valt van haast veertig meter hoogte, en ontwikkelt een kracht, die turbines in beweging brengt, welke op haar beurt weer electrischen stroom leveren. Er zijn negen van deze machines per seconde laten zij gezamen lijk bijna 2000 M3. oftewel twee mlllioenliter water door Als er tenminste water genoeg In de rivier is 's Zomers laat dit wel eens iets te wenschen over en dan daalt de toevoer tot 'n 1.500.000 liter per seconde. Wanneer we nu nog nagaan, dat Iedere turbine een vermo gen heeft van 90,000 paardekracht, dan is hier een krachtwerk van de eerste soort geschapen. „Het csarisme heeft driemaal tevergeefs ge probeerd deze daad te stellenijCht de ingenieur, die ons begeleidt, toe Best moge lijk, maar datzelfde czarisme heeft den Trana- Siberischen spoorweg gebouwd en dat was óók niet bepaald kinderspulDe stroom, door deze werken gewekt, komt ten goede aa'n verschil lende fabrieken in den omtrek, fabrieken van staa.1 vooral, waartoe een kabellengte is ge bruikt van 510 kilometer als hoofdleiding Meer dan 200 mlllioen rijksdaalders zijn met den ganschen aanleg gemoeid geweest, en de fabrieken kosten 600 millloen goudroebels Een en ander Is een onderdeel van het befaam de „vijfjaarsplan", dat ln vier jaar geheel of gedeeltelijk ten einde wordt gebrachtWat er dan nog in Rusland mankeert, komt met het volgende vijfjaarsplan wel terecht en anders niet het daarop volgende'n Beetje geduld s.v.p. Eerlijk gezegd heb ik mij bU den stuwdam en de machines niet erg lang opgehouden. De Dnjepr lokte mij veel meer Het is een gewel dige stroom, de Dnjepr, onmiddellijk komend na „moedertje Wolga 2200 kilometer is zijn bed lang en de „liman", de monding, heeft een breedte van 15 K.M. Daar ik, wegens de ontzettende hitte, eigenlijk weinig méér aan had dan mijn badcostuum, duurde het slechts zeer kort, of ik bevond mij in het frissche natHet deed me echt goed Er was nogal Veel liefhebberij om 'n duikie te nemen! Jongens maakten een pleizier van wat ben je me Om hun toilet hadden zij zich weinig bekommerd, 'n Surveilleerende diender scheen dat de gewoonste zaak van de wereld te vinden. Ze doken naar watermeloenen, die ergens van 'n schuit gekanteld waren en zetten er gretig hun breede blinkende tanden in. Werklui kwamen zich verschoonen. Nergens ondervond ik, als vreemdeling kenbaar aan mijn kleeding, eenigen overlast, hier niet, en gedurende de gansche reis evenmin. Wat dat betreft kunnen sommigen van ónze boys aan de jeugdige com munisten een voorbeeld nemen. Het was er be slist gezellig, in de nabijheid ruischten de enorme watervallen aan den stuwdam een veerboot haalde voortdurend menschen over koetsier® verfrischten hun paarden in het koele Dnjepr-nat'k Had hier gaarne 'n paar dagen doorgebracht, doch voor dit werk was slechts één dag uitgetrokken. 'n Uitstekend diner wachtte ons en daarna zouden we per electri- sche tram naar het station worden gebracht. Later op den avond bleek dit niet te kloppen er liepen geen trams meer of ze waren overvol of hoe dan ook. Na lang wachten werden er vrachtauto's besteld en zoo hotsten en botsten wij langs een zeer ongemakkelijke»» weg door den killen avond naar de statie „Alexandrovsk". De rit duurde haast 'n uur, voor mijn gevoel wel 'n eeuwigheid. Plat op den bodem van den kar- lag Ik en nog nooit is mijn achterzijde zóó duchtig gemasseerd De aanblik van de omgeving der statie en de wachtende scharen Russen stemde mij aller treurigst. Ze lagen op het stationsplein op den grohd, óe stumperds, kinderen, grijsaards, vrouwen slapend, wakend, half droomend ln vepfómpte, havelooze kleeding, hun gezichten gegroefd door de bitterste ontbering en fret'leed. Ik schaam mij, dat ik dat niet ènders beschrijven kan, zóó, dat je het nooit meer zóu vergeten, zooals ik nóóit zal vergeten den aanblik van een groezelig manneke, dat zoo maar, de armen wijd als 'n kruis, op den gena- deloozen grond lag en sliep. Niemand scheen daar erg in te hebben. Niemand haalde wat stroo of 'n zak voor dat kereltje. Nitchewó, nitebewó, in zulke kleinigheden voorziet het vyfjaarsplan nu eenmaal niet. Huis der trusts te Charkow Wij klimmen ln de vale wagons. Ik had geen zin meer om te praten. Telkens zag 'k dat kereltje, z'n groezelige handjes, open, als wou fret graag Iets hebben. Terwijl ik- dit schrijf, zie ik die handjes nóg. Ik zal ze altijd blijven zien. Mijn reisgezellen foeterden over het onge dierte in den wagen.... de trein zette zich loom ln beweging. 's Morgens om tien uur arriveerden wij ln Cbarkny, de hoofdstad der Oekraïne. He manieren aan tafel waren vroeger wel een kleinigheid anders dan tegenwoordig! Aan den disch van den Zonnekoning, Louis XIV (ca. 1715), was het b.v. gebruikelijk, dat de opperschenker de borden, messen, lepels en glazen des konings met brood afveegde, alvorens Zijne Majesteit toetastte. Dit brood moest die beambte dan aan tafel nuttigen! De gasten schepten het eten uit den gemeen- schappélijken schotel op hun bord en dat was al een Iittél iets, want de armeren namen bet gezamenlijk uit een schotel! Dé tijd werd met grappen en kwinkslagen gekort. Soms traden er tooneelgezelschappen op om de genoodigden te vermaken. In latere tijden ontstond bet gebruik uit één beker te drinken per persoon, vroeger ging dat uit een gezamenlijken beker, die geheel moest ge leegd worden. Eigenaardig was onder de ede len de zeden, zooveel bekers te drinken als de naam van bun verloofde letters telde! Uw kleermaker Is er. Hij zegt, dat hij niet weggaat voor de rekening betaald is. Maak de logeerkamer maar in orde. Onderwijzer: Wij zijn op deze wereld om ande ren te helpen. Kleine Max: En waarvoor zijn de anderen das bier, meneer?. De oceaan wemelt van visschen, van vls- schen, waarmede de menschen zich voeden, van roofvisschen en visschen die opvallen door hun zonderlinge vormen. Er komen exemplaren in voor, die geen oogen bezitten, hoewel ze best kunnen zien. 'n Geweldigen eetlust hebben ze allemaal gemeen, een eet lust, waaraan weer andere visschen ten offer vallen. Het bloed van deze waterbewoners Is koud; van de hoeveelheid zuurstof, die het natte element bevat, kunnen ze zich slechts een gering gedeelte toeëigenen, maar zonder deze kleine portie zouden ze den verstikkings dood moeten sterven. Dat kille bloed verhin dert overigens niet, dat visschen hun buien van toorn en drift kunnen hebben, dat zij ge prikkeld worden door nieuwsgierigheid, dat zij schik hebben in hun vochtige bestaan en spelletjes spelen met water en golven Onder al deze liefhebbers van het natte element zijn ons de haringen misschien het best bekend, de haringen, bij duizenden en duizenden gevangen en ieder seizoen maar weer opnieuwEén haring produceert onge veer dertig duizend eitjes per jaar. Veel daar van gaan verloren of worden door andere visschen opgegeten, maar er moeten er toch ook veel slagen, anders zou de zee al lang dood gevlscht zijn De kabeljauw is ons even eens geen vreemde. Men moet deze soort visch in de diepere wateren der Noordelijke zeeën zoeken en daar zijn de scholen dikwijls vergezeld van inktvlsschen, een heele rare vertooning, want de kabeljauw lust, naast haring, juist graag deze InktvlsschenDe zeelui maken daarvan een handig gebruik als lokaas. Zoodoende worden op de banken van New Foundland. ieder seizoen door de Engelschen, de Franschen en de Amerikanen zoo'n honderd twintig millloen kabeljauwen gevangenHet is maar gelukkig, dat 'n kabeljauw per seizoen zoo'n drie of vier mll lioen eieren in zee deponeert, anders zou deze vangst sterk achteruit loopen. Men heeft wel eens 'n kabeljauw onderzocht, die acht mll lioen eieren bevatte Ook van deze enorme aantallen gaan er veel „naar de haaien", maar voorshands is er aan kabeljauw nog geen ge brek! Voorshands want soms lijkt het er wel eens op, dat de vlsscherlul de kip slach ten, die de gouden eieren moet leggen, b.v. door met de zoo waardevolle vischkuit te gaan visschen! Van „vliegende visschen" heeft elke jongen of meisje stellig wel eens wat gelezen. Ze springen boven het watervlak uit tot een hoogte van soms vijf meter. Duizenden ver maken zich wel tegelijk met dit spelletje en laten zich heel gemoedelijk verder drijven in de luchtSoms vertoonen zij deze kunsten om aan een vijand in het zilte nat te ont snappen, maar dan vallen zij ooit ten prooi aan een niet minder te vreezen tegenstander, 'n hongerigen meeuw Enorme monsters zijn, tenslotte, de „zee duivels", die er een schrikwekkend gebit op na houden. Zij nemen soms ongelooflijke af metingen aan, en zien er heelemaal niet tegen op een roeiboot aan te vallen. D'r zijn knapen onder, die het gewicht van 1200 pond berei ken Eens vingen ze een exemplaar, dat door veertien ossen aan land gesleept moest wor den. De parel vtsschers, of juister, de duikers naar deze „kleinoodiën van het leed" zijn op deze sinjeurs niet gesteld Het ls meer dan eens voorgekomen, dat deze duivels van de oceaan den ongelukklgen duiker In stukken scheurden en met hun vervaarlijk gebit ver scheurden. I. en II. Op verschillende plaatsen verhaalt ons de Heilige Schrift van een „misbaar makende menigtebij een doode, welke menigte dan ln hoofdzaak werd gevormd door gehuwde, jam merende vrouwen. Dit geweeklaag komt ln het Oosten nog immer voor, en dezelfde klanken, welke de ooren van den grooten Vertrooster troffen, kan men als in zeer verre echo nog daarginds beluisteren. Bij 'n zeer „deftige" uitvaart, kan men wel 'n dertig van zulke vrouwelijke huilebalken aantreffen. Gezeten op den grond in het sterfhuis met het hoofd on bedekt iets wat zelden voorkomt en de haren in wilde strengen over het gelaat ge trokken heffen zij hun geweeklaag aan omdat zij daarvoor nu eenmaal betaald wor den. Met eentonige stem sommen zij de niet geringe deugden van den ontslapene op; dan gooien zij er 'n schepje bij; een hevig gegil ontstaat, de kleeren worden gescheurd, haren worden uit het hoofd gerukt, verschrikkelijke bonzen treffen de borst; 'n slot-gll doet het merg ln de knoken verstarren! Dan valt 'n korte pauze in, waarna de Jan-Klaassen-ver- tooning opnieuw begint. Wie tenslotte de meeste kleedingstukken heeft verscheurd en zich het meeste bloed uit hoofd en lijf heeft gebonsd, verstaat haar vak het beste en wordt als 'n soort heilige beschouwd! Over vrouwelijke dooden wordt niet al te bar gejammerd, 'n Vrouw geldt in het Oosten niet veel, levend al niet en dood nog veel minder! Moeders worden er op de onbeschoft- ste wijze gebrutaliseerd door haar eigen kroost, 'n Koebeest of 'n paard staan onder dit volkje hooger in achting dan 'n vrouw. Het is nog dezelfde geest, die aan de allerheiligste Moe dermaagd toegang weigerde tot de herberg op dien allereersten Kerstavond: geen plaats! Maar voor 'n man komen er jammerenden te kort! Soms heffen er zoo'n tweehonderd haar gekrijsch aan, dat dan dag en nacht, bij rijk aards wel 'n week achter elkaar voortduurt! 'n Nieuwe serie! Welk bedrijf stellen deze plaatjes voor? Voor welke winkels enz. zie je dergelijke voorwerpen staan? Zoo komen er vijf! Dus nu nog: drie! Onder de goede oplossers wordt 'n mooi boek verloot; ook ls er 'n prijs voor de leukste inzending. Met dat Inzenden, moet je wachten, tot het laatste prentje is geplaatst. Op de serie „Wie kweelt er mee?" komt géén vervolgprentje meer. Jullie kunt dus deze heele week aan postbus 8, Hilversum, de op lossingen zenden. 24 Dec. komt de oplossing bier in de krant. Het geheel bestaat uit 14 letters en is een bekend „veer" aan de Zuidkust van Zuid- Beveland. 2 3 4 B 6 7 5 s 10 11 13 13 14 X X X 1 fl 1 X 1 t 1 X 1 X 1 X t X X X V X 1 X X X t 1. Dë helft van een hectare. 2. In een raam gevat vlechtwerk, dat voor een venster wordt gezet om het inkijken te beletten. 3. Rivier in Noord-Oostelijk Utrecht. 4. Twee boeken met oud-IJslandsche sagen, 5. Manier van aanvatten, 6. De Hollandsche nachtegalen. 7. Meervoud van „ten honderd". 8. Een verzameling, waaraan Bommige scholleren danig het land hebben. 9. Buitenste groene bast of schil van nó» ten, enz. 10. Bij droppels neervallen, 11. Boerenplaats. 12. Bekende afkorting in de Radio-wereld. 13. Groote rivier in Rusland. 14. Derde toon der diatonische toonschaal. 1521: Rijksdag te Worms. 1. R. voor Ré- aumur; 2. bijt; 3. Ako; 4. lasso: B. Edda'sj 6. metalen; 7. rijksgraaf; 8. luchtpomp 9. me teoor; 10. luwen; 11. drost; 12. dra; 13. omaj 14. b voor „solo". Kies heldere kleuren en breng zelf 'n lucht enz. aan. v»"- -- - - - - I i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7