llililiiSI
VRIJDAG 6 JANUARI 1983
BRIE KONINGEN.
- -
.J*9ü
VERKEERD CITEEREN.
PASTOOR L. STOLK.
Heden 80 jaar.
PROF. DR. SOBERNHEIM
OVERLEDEN.
HET VERWOESTE ZWOLSCHE
KLOOSTER.
AUGUST VAN DEN HOECK 70 JAAR.
FRITZ LANG'S „NIBELUNGEN".
HET INTERNATIONAAL MUZIEK.
FEEST TE AMSTERDAM.
UITVOER VAN GROENTEN EN
FRUIT NAAR FRANKRIJK.
De hoeveelheden in het eerste
kwartaal 1933.
HANDEL EN INDUSTRIE IN RIJN
LAND IN 1932.
GRIEKSCH GEZANTSCHAP TE
's-GRAVENHAGE OPGEHEVEN.
DE NEDERLANDSCHE BANK.
Mr. J. Westerman Holslvn benoemd
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
31
r
WAT ER UIT HET BRANDENDE KLOOSTER DER DOMINICANEN TE ZWOLLE GERED KON WORDENvcrnd e*n veilig onderdak bij de firma Heerkems, Sclxaepma-n Co.,
azijn- en waskaarsenfabriek, de buren va.n 't klooster.
In „De Ambtenaar", het Orgaan van den
Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond,
komt van de hand van een der vaste medewer
kers R. H. W(aterberg) een artikeltje voor,
getiteld: „Een R.K. Geestelijke over geloofs
afval".
De R.K. Geestelijke hier bedoeld, is Pater
Dr. Vrijmoed en het oordeel, waarop men zich
beroept, is zijn beschouwing: „Q. A. en de ver
breiding en verdieping van het godsdienstig
leven", voorkomende in het September-num-
mer van „De Gemeenschap".
Zoowel degenen, die dit artikel van Pater
Vrijmoed wel, als degenen, die deze beschou
wing niet hebben gelezen, moeten raar op
kijken, wanneer zij het volgende citaat onder
de oogen krijgen.
Waarom vallen jaarlijks duizenden van de
Kerk af?
Deze geestelijke is zoo vrij en zoo moedig
om het aldus te zeggen:
Omdat de Kerk „de h .r is van het kapi
talisme, omdat zij geketend ligt aan de
brandkast.
Hoe komt „De Ambtenaar" aan dit citaat?
De zaak wordt duidelijk, wanneer wij hier
onverkort een passage uit het artikel van
Pater Vrijmoed afdrukken:
In 1927 gaf Dominé Picchowski zijn boek
uit: Proletarischer Glaube, waarin hij een
enquête publiceerde over de godsdienstige
gedachtenwereld van de georganiseerde so
cialistische en communistische Duitsche
arbeiders. Het staat wel vast, dat van de
georganiseerde socialisten 75 procent en van
de communisten 90 procent bewuste vrijden
kers zijn. Altijd keert in het getuigenis de
zer menschen dezelfde aanklacht terug: de
kerk is de h- .r van het kapitalisme, zij
ligt geketend aan de brandkast.
De bewuste woorden, welke men Pater Vrij
moed in den mond legt, zijn dus afkomstig
van Duitsche communisten en socialisten, die
aldus antwoordden op de vraag van Dominee
Picchowski, waarom zij de kerk den rug had
den toegekeerd.
Is het onderscheidingsvermogen van den
schrijver in „De Ambtenaar" zoo gebrekkig
of hebben we hier te doen met een bewuste
verdraaiing van iemands oordeel?
Men meldt ons uit Amsterdam:
Vandaag is bet feest voor de parochie van
de H. Catharina. want de herder dezer parochie,
de Zeereerw. heer L. Stolk viert zijn tachtig
sten verjaardag. Eigenlijk heeft heel katholiek
Amsterdam reden dit feest mee te vieren, want
niet alleen is pastoo. Stolk de oudste pastoor
van de hoofdstad, maar hij is op zoo velerlei
gebied werkzaam geweest ook buiten zijn
parochie dat elkeen hem kent.
Vijf en vijftig jaren is het nu welhaast ge
leden dat pastoor Stolk tot priester gewijd
werd en zijn arbeid als zielzorger aanving en
meer dan de helft in deze lange jarenreeks
heeft hij het pastoraat van de parochie van de
H. Catharina waargenomen. Met een buiten-
gewonen ijver heeft hij steeds voor zijn pa
rochie gearbeid. In een tijd, dat bijna niemand
nog durfde denken aan de stichting van een
parochiegebouw, liet hij het Cornelius Broere
huis bouwen.
Pastoor L. Stolk
Daarbij vond hij steeds nog gelegenheid ook
elders te arbeiden voor het heil der zielen.
Als schooiinspecteur van het bisdom heeft
hij zich groote verdiensten verworven voor het
"atholiek bijzonder onderwijs. Als aalmoezenier
ve Strafsevangenis verrichtte hij eveneens
prachtig werk en hoezeer hij zich heeft Inge
spannen voor het welslagen van het Internatio
naal Eucharistisch Congres te Amsterdam en
voor het gezelschap van den Stillen Omgang,
weten slechts ingewijden. De last der jaren
heeft zijn haren doen vergrijzen en dwong
soms den ijveügen priester al te drukke werk
zaamheden te laten rusten of aan andere, jon
gere krachten over te dragen
Niettemin staat pastoor Stolk nog altijd actief
In het katholiek v«reenigingsieven.
De Kerkelijke Overheid erkende zijn groote
verdiensten (oen zij hem in 1930 belloemde tot
eere-kanunnik van het bisdom.
BERLIJN, 5 Januari. (V.D.) Hedenmiddag
is te Berlijn overleden prof. dr. Moritz Sobern-
heim, legatleraad en broer van den bekenden
directeur van de „Kommerz- und Privatbank".
Prof. Sobernheim was een der bekendste
oriëntalisten. Hij was correspondeerend lid van
het Voor-Aziatisch genootschap en voorzitter
van het genootschap tot bevordering van de we
tenschap van het Jodendom.
WIE ZINGT IN 1933 TE BAYREUTH?
Voor de „Festspiele", welke dit jaar van 21
Ju li tot 19 Augustus te Bayreutih zullen plaats
vinden, zijn reeds de volgende solisten geënga
geerd: Frieda LeiJer (Briinhilde, Kundry),
Maria Miiller (Eva, Sieglinde), Sigrid Onegin
(Ericka, Waltraute), Max Lorenz (Siegfried,
Walter), Rudolf Bockelmann (Sachs, Wotan),
Fritz Wolff (Walter, Parsifal), Heinrich Schlus-
nus (Amfortas), Emanuel List (Hagen, Hun
ding, Fafner), Ivar Andresen (Gurnemanz,
Fasolt), Herbert Janssen (Amfortas), Erich
Zimmermann (David, Mime), Eugcn Fucks
.(Beckmesser).
Men seint ons uit Zwolle:
Gistermorgen hebben architect Beijlard van
het architectenbureau E. Cuypers te Amster
dam en de aannemer Braam een onderzoek
ingesteld naar den omvang van de verwoestin
gen door den brand veroorzaakt. Het mag zeer
waarschijnlijk worden geacht, dat aan de hand
van de opgedane bevindingen bij het onder
zoek door architect Beijlard een plan voor
eventueelen wederopbouw zal worden gemaakt.
Het vuur gebluscht.
Gistermorgen heeft de brandweer weer dienst
gedaan orn nog smeulende resten boven de eer
ste verdieping nat te spuiten. Hiermede zijn
de laatste overblijfselen van het vernielende
vuur gedoofd, zoodat de brand nu als afge-
loopen kan worden beschouwd.
A.s. Zondag zal in de door het vuur gespaar
de kerk nog geen H. Mis worden gelezen.
De Zwolsche brandweer.
Een inwoner van Amsterdam, die bij den
brand tegenwoordig was schrijft ons o.m.:
Uw critiek op de brandweer te Zwolle is
gerechtvaardigd. Ook mij is het opgevallen,
dat men zeer lang uitbleef met 't blusch-mate-
riaal. Nu moet ik vooropstellen, dat ik dat -
als hoofdstedeling wel eens anders heb mee
gemaakt.
Om even na zeven uur was ik bij den brand
en de rechtervleugel had reeds vlam gevat.
Nadat ik eerst nog iemand telefonisch op de
hoogte had gesteld intercommunaal, dat
duurt nogal even en het gesprek had beëin
digd, spoedde ik mij naar het portiek van het
klooster onderweg goed opnemend, hoe het
niet het blusschingswerk stond.
Ik heb er niet veel van gemerkt en toen er
eindelijk een slang was uitgelegd, was de
straal zoo zwak, dat men er toch niet veel mee
zou kunnen uitrichten. Er was geen druk op
het water, althans niet voldoende.
Van een eenhoofdige leiding is mij niet veel
gebleken en volgens mijn indruk heeft men in
het begin maar wat op eigen houtje gehandeld.
Later zag ik wel veel brandmeesters heen en
weer loopen en kijken, maar zooals we dat
in Amsterdam gewend zijn „alle hens aan dek"
heb ik daar gemist.
Het volgende wil ik nog even onder Uw
aandacht brengen:
„Toen het achter den voorgevel zwaar
brandde bij het trappenhuis en de spuit
gast de straal niet over den voorgevel kon krij
gen, probeerde hij met dien straal de ruiten
te verbrijzelen. Wellicht was de straal te zwak
of de spiegelruit te dik, maar zijn poging leed
schipbreuk. Ook andere ruiten boden weer
stand. De spuitgast probeerde niet verder en
ik maakte nog de opmerking: „Gooi er dan
een steen doorheen". Van de derde verdieping
viel het brandende hout naar beneden, waar
door de mogelijkheid ontstond, dat de linker
zijde van onderen af zou kunnen „opbran
den". Er kwam toen een brandwacht en die
sloeg met een bijl een ruit in van de eerste
verdieping met als resultaat dat we „de kachel
konden zien trekken."
Toen de ruit was verbrijzeld werd er niet
gespoten, terwijl de wind er lustig door trok.
Deze wijze van brandbestrijding kwam mij
niet alleen vreemd voor, maar ook een pater
kon dat niet begrijpen en met ongeveer de
volgende woorden: „Niet dat ik mij met
uw werk wil bemoeien, maar zou U daar nu
niet eens gaan spuiten", maakte hij den spuit
gast op het geval opmerkzaam.
Tenslotte wijst inzender op het uitstekende
werk dat, naar hij meent door inspecteur Let-
tink werd verricht bij de berging van de
kloostergoederen. Door flink op te treden
zorgde genoemde inspecteur dat alles in de
verhuiswagens terecht kwam en ook in de aan
de overzijde van het klooster liggende huizen
geborgen werd.
Iioe het vuur de kerk van het Dominica,
ner klooster bedreigde. Het gat, dal reeds
in het dak van de kerk gebrand werd.
13 Januari a.s. hoopt de bekende operazanger
Aug. van den Hoeck zijn zeventigsten verjaar
dag te herdenken.
Te Amsterdam heeft zich een commissie ge
vormd, teneinde te trachten dien dag voor van
den Hoeck tot een feestdag te maken.
Van den Hoeck werd op 13 Januari 1863 te
Brussel geboren. Reeds op jeugdigen leeftijd
bleek zijn muzikale aanleg. Hij volgde aan het
Kon. Conservatorium te Gent de lessen in too-
neelspeelkunst en verwierf in 1886 den eersten
prijs.
Eenige jaren was hij als tooneelspeler aan
het Nederlandsch Tooneel te Gent verbonden.
In dien tijd nam hij zangstudiën aan het Con
servatorium onder leiding van George Bonheur
en verkreeg wederom een eersten prijs.
Door Frits Bouwmeester aanbevolen, werd
hij in 1892 aan de Nederlandsche Opera van
J. G. de Groot verbonden, waar hij als Valentijn
in „Faust" en Nilakantha in „Lakmé" debu
teerde.
In 1894 werd door C. v. d. Linden een Opera
opgericht, waaraan van den Hoeck tot het einde
in 1903, een der getrouwste medewerkers was.
Tot de voornaamste rollen door hem op artis
tieke wijze vertolkt, behooren o. m. Amonasro
in „Aïda", Nilakantha in „Lakmé", Sepa in
„Cleopatra", de Hoogepriester in „Samson en
Dalila" (hetgeen Dan. de Lange aanleiding gaf
van den Hoeck een specialist in Priesterpartijen
te noemen).
Vermelding verdient ook de Heraut in „Lo
hengrin", de Vader in „Hans en Grietje", Si
meon in „Joseph en zijn broeders", enz. enz.
Maar vooral heeft van den Hoeck bewezen,
een groot karakterspeler te zijn, door zijn bui
tengewone creatie van de partij van Beckmesser
in „De Meesterzingers", waardoor zijn uitbeel
ding die van den beroemden Fritz Friedrichs
te Bayreuth evenaarde.
Voorts was van den Hoeck verbonden aan de
Opera onder leiding van Cateau Esser en later
trad hij vaak op onder directie van D. Pauwels.
Ook als filmspeler verwierf hij een groote
reputatie.
De huldiging vindt plaats op Zaterdag 14 Ja
nuari a.s. des middags drie uur in het American
Hotel, ingang Leidschekade.
Penningmeester van het huldigings-comtté is
de heer F. H. van Duinen, Hobbemakade 117,
Amsterdam.
Een nieuwe bewerking.
Men deelt ons mede:
De indertijd veel geprezen „Nibelungen"-film,
waarvan vooral bet eerste deel „Siegfried" een
enorm succes had, zal binnenkort door de Ufa
in een geheel nieuwe bewerking worden uit
gebracht.
Naar den geest des tijds is deze film opnieuw
gemonteerd, waardoor het tempo der beeldwis
seling sterk gewonnen heeft. De muziek, welke
door Gottfried Huppertz, op motieven van Wag
ner geïnspireerd, werd gecomponeerd en als het
ware tegelijk met de totstandkoming van de
film ontstond, is thans, dank zij den vooruit
gang van de geluidsfilmtechniek, eindelijk met
het beeld een ondeelbaar en onafscheidelijk ge
heel geworden Het Ufa-symphonie-orkest, be
staande uit 70 musici, voert deze muziek uit,
terwijl de Ufa speciaal voor Nederland een der
bekendste tooneelspelers, Elias van Praag, naar
Neubabelsberg liet komen om den proloog, in
samenwerking met het groote orkest te
spreken.
Naar wij vernemen, moeten deze geluidsop
namen uitstekend geslaagd zijn. Binnen enkele
weken kan de première van „Siegfried", welke
gelijk zal plaats vinden met Berlijn, in Neder
land verwacht worden.
Programma's rler concerten.
In aansluiting op ons vorig bericht volgen
hieronder de programma's der 4 concerten
tijdens het Internationaal Muziekfeest 1933, te
geven door de International Society for Con
temporary Music
Eerste orkestconcert Leo Kaufmann
(Duitschl.), Suite voor orkest Jozef Koffler
(Polen), Variaties voor strijkorkest Paul
Kadosa (Hong.), Pianoconcert Guillaume
Landré (Nederl.), Eerste Symphonie Fran-
tisek Bartos (Tsjecho-Sl.), Suite voor orkest.
Tweede orkestconcert Bertus van Lier
(Nederl.), Tweede Symphonie Edmund von
Borck (Duitschl.), Fünf Orchesterstticke
Marcelle de Manziarly (Frankr.), Concertino
voor piano en orkest Goffredo Petrassi (Italië)
Partita voor orkest Erik Chisholm (Engeland)
Danssuite voor piano en orkest.
Kamermuziekconcert Aaron Copland (Ver.
St.), Piano variaties; Juan Paz (Argent.), So
natine voor fluit en clarinet Isa Krejci (Tsje-
cho-Sl.), Sonatine voor piano en clarinet; Ernst
Krenek (Oostenr.), Liederen voor zang en
piano Ruth Crawford (Ver. St.), Drie liederen
voor alt en kamerorkest Ljuba Maric (Joego
slavië), Quintet voor blaasinstrumenten.
Koorconcert William Walton (Engeland),
Belshazzar's Feast, voor gemengd koor, bariton
solo en orkest Robert Gerhard (Spanje),
Passacaglia i Coral de la Cantate „L'Alta Nai-
xenca del Re En Jaume", voor gemengd koor
en orkest Jean Carton (Frankr.), Pater
Noster, cantate voor soli, koor en orkest.
Over de verdere concerten en festiviteiten,
welke tijdens het muziekfeest plaats vinden,
zullen nog nadere mededeelingen volgen.
Vanwege de commissie voor den uitvoer van
groenten en fruit naar Frankrijk wordt mede
gedeeld, dat gedurende het eerste kwartaal
van 1933 de volgende hoeveelheden groenten
en fruit vanuit Nederland naar Frankrijk mo
gen worden ingevoerd:
lo. witlof: vrij;
2o. pootuien, kleiner dan 20 m.M. middel
lijn: vrij;
3o. uien, 150.000 kg. gedurende het tijdvak
1 Jan.15 Maart;
4o. andere versche groenten dan uien en
witlof;
in Januari 720.000 kg., in Februari 810.000
kg., tot 15 Maart 400.000 kg.;
5o. appels en peren: in Januari 260.000 kg.,
Februari 370.000 kg„ Maart 375.000 kg.;
6o. andere versche vruchten: in Januari
2000 kg., Februari 5000 kg.; Maart 10.000 kg.
In het Fransche besluit om voor het eerste
kwartaal van 1933 een afzonderlijk contingent
voor uien vast te stellen, heeft de minister van
Economische Zaken en Arbeid aanleiding ge
vonden om de basis van verdeeling der contin-
genteeringscertificaten onder de Nederlandsche
exporteurs te wijzigen.
Het contingent van 150.000 kg. uien wordt
uitsluitend verdeeld onder de exporteurs, die
in het tijdvak 1 October 1931—1 April 1932 voor
eigen rekening uien naar Frankrijk hebben uit
gevoerd.
Het contingent van 720.000 kg. „andere groen
ten" over de maand Januari wordt, evenals dat
over Februari en Maart, verdeeld onder de han
delaren, die in genoemd tijdvak „andere groen
ten" voor eigen rekening naar Frankrijk ex
porteerden.
Naar aanleiding van het vaststellen van het
contingent voor uien op 150.000 kg. gedurende
het tijdvak 1 Januari—15 Maart, verneemt het
Corr.bureau nog, dat in het overeenkomstig
tijdvak van 1932 naar Frankrijk werden uitge
voerd 4.494.000 kg. uien naar Frankrijk. Hier
uit blijkt duidelijk, dat onze export een zeer
gevoelig verlies lijdt, iets, dat te meer te be
treuren is, daar er ook dit jaar flinke vraag
naar onze uien aanwezig was. Met ingang van
15 Maart wordt de Fransche grens voor Neder
landsche groenten gesloten.
Men zal zich herinneren, dat de Nederland
sche regeering het noodig oordeelde, evenals
verschillende andere landen, maatregelen te
moeten treffen tegen den Franschen import
in verband met den caloradokever. De maatre
gelen welke Frankrijk op zijn beurt genomen
heeft, werden algemeen beschouwd als het ge
volg van deze moeilijkheden.
Met bet uitgeven van certificaten voor den
uitvoer naar Frankrijk is voor alle eerder ge
noemde producten belast: mr L. Niemöller, Ja-
vastraat 80, 's-Gravenhage, Tel. 112128.
DE ERFENIS VAN EEN LIEDJES
ZANGER.
Tc zwakke beenen voor 15.000
weelde.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Op zekeren dag erl'de een overigens weinig
fortuinlijk liedjeszanger, die zijn kostje op den
Zeedijk ophaalde, de som van 15.000. Het zijn
sterke beenen, die de weelde kunnen dragen,
dat zou de liedjeszanger ondervinden. Met
familie, vrienden en kennissen trok de man
met zijn duiten naar het Rembrandtplein om
de bloemetjes eens duchtig buiten te zetten.
De feestvreugde steeg hooger en hooger, doch
tenslotte merkte het feestende gezelschap, dat
de hoofdpersoon verdwenen was. Acht dagen
later vond zijn vrouw hem terug in een cafétje
aan de Geldersche kade voor het grootste deel
was het geld verdwenen.
We kunnen het onderhoud tusschen het
echtpaar stilzwijgend voorbij gaan. De man
beweerde, dat bij 2000 aan een zekere „Nelly"
in bewaring had gegeven. Toen hij dit restant
van zijn erfenis kwam halen, ontkende zij
echter geld van hem in bewaring te hebben
genomen. De liedjeszanger, die langzamerhand
de waarde van het geld begon te beseffen, toog
naar de politie en diende een aanklacht in
tegen zijn vriendin Nelly.
Door de rechtbank werd zij wegens verduis
tering veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf,
het O. M. had 2% jaar geëischt. Ook tijdens
de rechtszitting hield de vrouw vol onschuldig
te zijn. Gisteren diende de zaak in hooger
beroep. De vrouw gaf toe, dat de liedjeszanger
haar sieraden in bewaring had gegeven, die
door haar waren teruggegeven, doch geld had
zij nooit gekregen. „Ik heb nooit anders dan
ellende en armoede gehad. Om te stelen heb
ik gelegenheid genoeg gehad", aldus verd.
President Maar R., waarmede U samenleef
de, heeft toch gezegd
Verd. Die liegt.
Een getuige verklaarde, dat twee weken na
het gebeurde R. veel geld bij zich had hij
had o. a. een briefje van duizend gezien.
Daar eenige getuigen niet waren verschenen,
werd de verdere behandeling van de zaak tot
14 Februari uitgesteld.
OUD-ZOUAAF OVERLEDEN.
In het Liefdegesticht te Cuyk a.d. Maas is,
naar het „Hgz." meldt, op 84-jarigen leeftijd
overleden de heer P. H. Hansen, een van de
nog overgebleven oud-zouaven, die den slag van
Mentana hebben medegemaakt.
Zij zijn op de heuvelen vernomen
in de stralen van het morgenlicht,
zij waren uit het Oosten gekomen,
op hooge kameelen opgericht.
Drie koningen. Voor hun donkere oogen
ontvouwde zich het besneeuwde dal,
de wonderlijke ster stond onbewogen,
boven het glanzend dak van een stal.
Zij bogen vroom en gaven bevelen,
in den stoet verstomde het geschreeuw,
alleen den zwaren gang der kameelen
hoorde men in de knoerpende sneeuw.
En naar zij dieper het dal indaalden
werden zij met vreemder vrees vervuld;
de felle ster, die hun tegenstraalde,
heeft hun bonte karavaan verguld.
De oudste had zacht zijn hand geheven:
de kameelen zonken kreunend neer,
er werd fluisterend een bevel doorgegeven
naar achter; daarna sprak niemand meer.
Men was in de kom van 't dal gekomen,
zij wilden hier blootvoets verder gaan,
doch de dieren waren nauw te toornen,
zóó trok een heimelijke macht hen aan.
En ze vonden 't Kind dat zachtjes schreide,
aan de borst van Onze Lieve Vrouw,
Jozef die stroo in een voerbak spreidde,
en twee beesten, stampend van de kou.
Het slechtste jaar in de geschiedenis van
het bloembollen bedrijf.
In de gisterenmiddag gehouden vergadering
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland heeft de voorzitter, de heer D.
ten Cate Brouwer een nieuwjaarsrede gehou
den, waarin hij een overzicht heeft gegeven
van den toestand van handel en industrie in
het district van de kamer in het afgeloopen
jaar.
Het volgende is hieraan ontleend: De voor
uitzichten blijven zorgwekkend. In de breierij
was de vraag naar wollen artikelen gedurende
het geheele jaar onbevredigend. Het bedrijf
was weinig loonend. De vooruitzichten voor
1933 zijn niet hoopvol.
In de fabricage van laken en willen stoffen
kon het geheele jaar door de productie vrijwel
op peil worden gehouden ten deele door het
entameeren van nieuwe fabrikaten De lage
wolprijzen en de contingenteeringsmaatregelen
der regeering waren geen ongunstige factoren.
Voor het bloembolleuvak was 1932 het slecht
ste jaar in de geschiedenis het was zelfs ver
beneden een der oorlogsjaren. Werd reeds het
vorig jaar gewaagd van een overproductie, de
gevolgen daarvan zouden vooral in 1932 blij
ken, en daarom verkocht de handel in het
buitenland ver beneden de productie-prijzen.
Door de daling van Engelsche, Deensche en
Noorsche valuta zijn door de exporteurs groote
verliezen geleden, die te zwaarder drukten,
omdat de koersdaling kwam in het tijdvak
tusschen de levering en de betaling van het
geleverde. Verschillende firma's kwamen daar
door in moeilijkheden om de per Mei gekochte
bloembollen aan de kweekers te betalen. De
handelszaken met voldoenden weerstand, wa
ren in staat dezen schok op te vangen, maar
enkele zaken zagen zich gedwongen regelin
gen te treffen met hun crediteuren, die soms
slaagden op de basis van gedeeltelijk betalen
en de moreele verplichtingen te aanvaarden,
indien betere tijden aan zouden breken, gelei
delijk den achterstand in te halen. Anderen
slaagden niet, waarop liquidatie of faillisse
ment volgde.
Wat nu de toekomst betreft, staat het er in
zooverre beter voor, dat het artikel tulpen (het
hoofdartikel) gemiddeld op een veel hooger
prijsniveau staat dan vorig jaar, waardoor
vermoedelijk de vraagprijzen der meeste soor
ten wel boven productie-prijs zullen uitkomen.
Voor de bolbloementrekkerij is het seizoen
in den winter van 1931 een ramp geweest. De
voorjaars- en zomerproducten gaven betere uit
komsten. Deze teelt is op enkele uitzonderingen
na loonend geweest.
De najaarsproducten Chrysanthemums waren
minder winstgevend, de prijs dezer bloemen
bleef beneden productie-kosten.
De doorsneeprijs der tulpen is dit jaar ge
weest 13'4 cent per dozijn. De getrokken bol
len hebben ongeveer de kosten der trekkerij
opgeleverd, zoodat het geheele kapitaal dat
aau bollen gekocht is, als verloren moet wor
den beschouwd.
De verwachtingen omtrent de haringvissche-
rij waren dit jaar zeer slecht, omdat de oude
voorraden nog niet geheel ontruimd waren en
voor deze voorraden slechts zeer lage prijzen
konden worden bedongen. Bovendien w-as de
algemeene economische toestand weinig moed
gevend. De verwachting is dat het niet moeilijk
zal vallen den voorraad spoedig af te zetten,
zoodat van 1932 gezegd kan worden, dat de
afloop nog boven verwachting is.
De bouwmaterialen-bedrijven hebben een zeer
ongunstig jaar achter zich.
In de beton-industrie en basaltinetegel-in-
dustrie was de toestand gedurende 1932 be
paald slecht te noemen. Het aantal arbeiders,
in deze bedrijven werkzaam, bedraagt thans
ongeveer een derde deel van normaal.
Van de 4 Kalkzandsteenfabrieken, welke het
district de Kamer telt, hebben er 3 gedurende
vrijwel het geheele afgeloopen jaar stilgestaan.
De dakpannen-fabrieken ondervinden hoe
langer hoe meer scherpe concurrentie van het
Limburgse!) product. Vele fabrikanten hebben,
teneinde hun arbeiders zoolang mogelijk aan
het werk te kunnen houden, belangrijke voor-
iaden aangelegd. De prijzen hebben een ni
veau bereikt, waarop geen loonende productie
meer mogelijk is.
In de zilverfabricken te Voorschoten heeft
men. door het opnemen van nieuwe met de
fabricage aanverwante takken van bedrijf, ge
durende het geheele jaar in vol bedrijf ge
werkt. Men meent een kleine opleving te kun
nen bespeuren.
Voor de conserven-industrie was 1932 een
jaar van groot» bedrijvigheid.
De middenstandsbedrijven hebben in het af
geloopen jaar de gevolgen van de daling van
het algemeen welvaartspeil ernstig gevoeld.
VEREENIGING VAN COMMISSIONAIRS
IN VEEKOEKEN.
In verband met de crisis die ook in den bin-
nenlandschen graanhandel heerscht, is er, ten
einde te trachten hierin verbetering te bren
gen, in een te Amsterdam gehouden vergade
ring van commissiouairs in veekoeken, in prin
cipe besloten tot oprichting eener vereeniging.
De voorloopige commissie is samengesteld
uit de navolgende heeren: D. J. Voogd, Zaan
dam; M. J. Hoencamp, Schiedam; J. R. Yet
senga, Leeuwarden; J. D. Vis, Zaandijk en H.
H. Obertop, Langedijk 43 Zaandijk, bij wien het
voorloopig secretariaat is gevestigd.
Maria heeft hun gaven ontvangen,
't Kind in hun bevende handen gelegd,
Het lachte naar de fonkelende spangen,
woorden hebben zij haast niet gezegd,
maar weenden stil, en gingen weer henen,
aan de deur hebben zij nog gedraald,
en zijn m het witte sneeuwland verdwenen,
met een heiligen glans omstraald.
WILLEM TEN BERGE.
Zaakgelastigde benoemd.
De heer J. C. Coutzalexis, sedert vier jaar
zaakgelastigde van Griekenland in Nederland,
is onlangs tot gezant bevorderd en zal binnen
kort den Haag verlaten. Wegens redenen van
bezuiniging is de betrekking van Grieksch ge
zant bij het Nederlandsche Hof met ingang
van 1 Januari 1933 opgeheven. De heer Cout
zalexis begeeft zich naar Athene teneinde al
daar op het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken werkzaam te worden gesteld.
De Grieksche Regeering heeft als zaakge
lastigde te Den 1-Iaag aangewezen den heer T.
Triantafyllakos, tot dusverre consul-generaal
van Griekenland in Constantinopel.
tot directeur.secretaris.
Bij Koninklijk besluit van 3 Januari 1933 no.
33 is, met ingang van 15 Januari 1933, bij de
N.V. „de Nederlandsche Bank" benoemd tot
directeur-secretaris de heer mr. J. Westerman
Holstijn, en zulks voor den tijd van zeven jaren.
(Zooals bekend heeft de heer Mr. G. H. M.
Delprat onlangs in verband met het bereiken
van den 65-jarigen leeftijd per 15 Januari 1933
ontslag gevraagd als secretaris der Nederland
sche Bank. Naar aanleiding van dit aftreden
heeft de heer Bierema destijds aan den minister
van Financiën de volgende vragen gesteld:
1. Is de minister niet van oordeel, dat de
directie van de Nederlandsche Bank, be
staande uit vijf directeuren, overdreven groot
mag heeten en *dat een minder sterke bezet
ting in verband met de zeer hooge salariee-
ring aanzienlijke besparing zou medebrengen?
2. Indien vorenstaande vraag bevestigend
wordt beantwoord, is de minister dan bereid
in verband met het aftreden van Mr. G. H.
M. Delprat als directeur op 1 Jan. a.s. zijn
invloed aan te wenden teneinde in de ont
stane vacature niet te doen voorzien?
Uit de benoeming thans van Mr. J. Westerman
—Holstijn tot directeur-secretaris blijkt, dat aan
het verzoek van den heer Bierema aan den mi
nister is voldaan.
Immers Mr. J. Westerman Holstijn behoorde
reeds tot de directie der Nederlandsche Bank
en zal dus daarnaast vanaf 15 Januari ook de
functie van secretaris gaan vervullen. Red.)
Dc „Kwartel" naar Indië vertrokken.
Gistermorgen om S.40 is 't K.L.M.-vliegtuig
de „Kwartel" naar Nederlandsch-Indië vertrok
ken. Aan boord bevinden zich één passagier
voor Athene en één voor Batavia. Medegenomen
wordt 305,329 kg. post, 2,3 kg. pakketpost en
40,3 kg. lading.
De bemanning bestaat uit de heeren G. M. H.
Frijns, eerste bestuurder, Th. W. von Weyn-
rother tweede bestuurder, P. B. Blok, werk
tuigkundige en G. van Zadelhoff, radio-telegra-
fist.
De „Rijstvogel" (thuisreis) is gisteren te
Mersamatruk aangekomen.
De „Oehoe" is in Jodhpur en de „Kwartel"
is in Parijs aangekomen.
VERWERKEN VAN CONSUMPTIE-AARD
APPELEN TOT VEEVOEDER
Aan de ministers van Bin. Zaken en Econ.
Zaken en Landbouw is door het gemeentebestuur
van Franeker een adres gezonden inzake het
verwerken van consumptie-aardappelen tot vee
voeder.
De drogerij kan te Franeker geschieden, om
dat daar een bedrijf aanwezig is dat daarvoor
indertijd geheel werd ingericht en sindsdien
steeds is onderhouden in een bedrijfswaardigen
toestand. Al de benoodigde machinerieën c.a.
zijn daarin aanwezig zoodat in den korst mo
gelijken tijd tot de verwerking zou kunnen wor
den overgegaan (vlokkenfabriek).
Aangenomen wordt verder dat zonder groote
bezwaren aan de suikerfabrieken (bietensuiker),
welke eene drogerij bezitten voor het drogen
van pulp, het drogen van aardappelen zou kun
nen geschieden. De bedrijfswaardige, thans
stilliggende suikerfabriek te Franeker is inge
richt voor eene dergelijke pulpdrogerij.
DREIGEND CONFLICT TE ZWOLLE.
De Rijksbemiddelaar, de heer J. B. Wester-
dijk, heeft de partijen, betrokken bij het drei
gend conflict bij- de N.V. Reinders' Olie- en
Veevoederfabrieken te Zwolle, opgeroepen tot
een nieuwe bespreking op hedenmiddag op het
gemeentehuis te Zwolle,