llililiiSI VRIJDAG 6 JANUARI 1983 BRIE KONINGEN. - - .J*9ü VERKEERD CITEEREN. PASTOOR L. STOLK. Heden 80 jaar. PROF. DR. SOBERNHEIM OVERLEDEN. HET VERWOESTE ZWOLSCHE KLOOSTER. AUGUST VAN DEN HOECK 70 JAAR. FRITZ LANG'S „NIBELUNGEN". HET INTERNATIONAAL MUZIEK. FEEST TE AMSTERDAM. UITVOER VAN GROENTEN EN FRUIT NAAR FRANKRIJK. De hoeveelheden in het eerste kwartaal 1933. HANDEL EN INDUSTRIE IN RIJN LAND IN 1932. GRIEKSCH GEZANTSCHAP TE 's-GRAVENHAGE OPGEHEVEN. DE NEDERLANDSCHE BANK. Mr. J. Westerman Holslvn benoemd DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. 31 r WAT ER UIT HET BRANDENDE KLOOSTER DER DOMINICANEN TE ZWOLLE GERED KON WORDENvcrnd e*n veilig onderdak bij de firma Heerkems, Sclxaepma-n Co., azijn- en waskaarsenfabriek, de buren va.n 't klooster. In „De Ambtenaar", het Orgaan van den Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond, komt van de hand van een der vaste medewer kers R. H. W(aterberg) een artikeltje voor, getiteld: „Een R.K. Geestelijke over geloofs afval". De R.K. Geestelijke hier bedoeld, is Pater Dr. Vrijmoed en het oordeel, waarop men zich beroept, is zijn beschouwing: „Q. A. en de ver breiding en verdieping van het godsdienstig leven", voorkomende in het September-num- mer van „De Gemeenschap". Zoowel degenen, die dit artikel van Pater Vrijmoed wel, als degenen, die deze beschou wing niet hebben gelezen, moeten raar op kijken, wanneer zij het volgende citaat onder de oogen krijgen. Waarom vallen jaarlijks duizenden van de Kerk af? Deze geestelijke is zoo vrij en zoo moedig om het aldus te zeggen: Omdat de Kerk „de h .r is van het kapi talisme, omdat zij geketend ligt aan de brandkast. Hoe komt „De Ambtenaar" aan dit citaat? De zaak wordt duidelijk, wanneer wij hier onverkort een passage uit het artikel van Pater Vrijmoed afdrukken: In 1927 gaf Dominé Picchowski zijn boek uit: Proletarischer Glaube, waarin hij een enquête publiceerde over de godsdienstige gedachtenwereld van de georganiseerde so cialistische en communistische Duitsche arbeiders. Het staat wel vast, dat van de georganiseerde socialisten 75 procent en van de communisten 90 procent bewuste vrijden kers zijn. Altijd keert in het getuigenis de zer menschen dezelfde aanklacht terug: de kerk is de h- .r van het kapitalisme, zij ligt geketend aan de brandkast. De bewuste woorden, welke men Pater Vrij moed in den mond legt, zijn dus afkomstig van Duitsche communisten en socialisten, die aldus antwoordden op de vraag van Dominee Picchowski, waarom zij de kerk den rug had den toegekeerd. Is het onderscheidingsvermogen van den schrijver in „De Ambtenaar" zoo gebrekkig of hebben we hier te doen met een bewuste verdraaiing van iemands oordeel? Men meldt ons uit Amsterdam: Vandaag is bet feest voor de parochie van de H. Catharina. want de herder dezer parochie, de Zeereerw. heer L. Stolk viert zijn tachtig sten verjaardag. Eigenlijk heeft heel katholiek Amsterdam reden dit feest mee te vieren, want niet alleen is pastoo. Stolk de oudste pastoor van de hoofdstad, maar hij is op zoo velerlei gebied werkzaam geweest ook buiten zijn parochie dat elkeen hem kent. Vijf en vijftig jaren is het nu welhaast ge leden dat pastoor Stolk tot priester gewijd werd en zijn arbeid als zielzorger aanving en meer dan de helft in deze lange jarenreeks heeft hij het pastoraat van de parochie van de H. Catharina waargenomen. Met een buiten- gewonen ijver heeft hij steeds voor zijn pa rochie gearbeid. In een tijd, dat bijna niemand nog durfde denken aan de stichting van een parochiegebouw, liet hij het Cornelius Broere huis bouwen. Pastoor L. Stolk Daarbij vond hij steeds nog gelegenheid ook elders te arbeiden voor het heil der zielen. Als schooiinspecteur van het bisdom heeft hij zich groote verdiensten verworven voor het "atholiek bijzonder onderwijs. Als aalmoezenier ve Strafsevangenis verrichtte hij eveneens prachtig werk en hoezeer hij zich heeft Inge spannen voor het welslagen van het Internatio naal Eucharistisch Congres te Amsterdam en voor het gezelschap van den Stillen Omgang, weten slechts ingewijden. De last der jaren heeft zijn haren doen vergrijzen en dwong soms den ijveügen priester al te drukke werk zaamheden te laten rusten of aan andere, jon gere krachten over te dragen Niettemin staat pastoor Stolk nog altijd actief In het katholiek v«reenigingsieven. De Kerkelijke Overheid erkende zijn groote verdiensten (oen zij hem in 1930 belloemde tot eere-kanunnik van het bisdom. BERLIJN, 5 Januari. (V.D.) Hedenmiddag is te Berlijn overleden prof. dr. Moritz Sobern- heim, legatleraad en broer van den bekenden directeur van de „Kommerz- und Privatbank". Prof. Sobernheim was een der bekendste oriëntalisten. Hij was correspondeerend lid van het Voor-Aziatisch genootschap en voorzitter van het genootschap tot bevordering van de we tenschap van het Jodendom. WIE ZINGT IN 1933 TE BAYREUTH? Voor de „Festspiele", welke dit jaar van 21 Ju li tot 19 Augustus te Bayreutih zullen plaats vinden, zijn reeds de volgende solisten geënga geerd: Frieda LeiJer (Briinhilde, Kundry), Maria Miiller (Eva, Sieglinde), Sigrid Onegin (Ericka, Waltraute), Max Lorenz (Siegfried, Walter), Rudolf Bockelmann (Sachs, Wotan), Fritz Wolff (Walter, Parsifal), Heinrich Schlus- nus (Amfortas), Emanuel List (Hagen, Hun ding, Fafner), Ivar Andresen (Gurnemanz, Fasolt), Herbert Janssen (Amfortas), Erich Zimmermann (David, Mime), Eugcn Fucks .(Beckmesser). Men seint ons uit Zwolle: Gistermorgen hebben architect Beijlard van het architectenbureau E. Cuypers te Amster dam en de aannemer Braam een onderzoek ingesteld naar den omvang van de verwoestin gen door den brand veroorzaakt. Het mag zeer waarschijnlijk worden geacht, dat aan de hand van de opgedane bevindingen bij het onder zoek door architect Beijlard een plan voor eventueelen wederopbouw zal worden gemaakt. Het vuur gebluscht. Gistermorgen heeft de brandweer weer dienst gedaan orn nog smeulende resten boven de eer ste verdieping nat te spuiten. Hiermede zijn de laatste overblijfselen van het vernielende vuur gedoofd, zoodat de brand nu als afge- loopen kan worden beschouwd. A.s. Zondag zal in de door het vuur gespaar de kerk nog geen H. Mis worden gelezen. De Zwolsche brandweer. Een inwoner van Amsterdam, die bij den brand tegenwoordig was schrijft ons o.m.: Uw critiek op de brandweer te Zwolle is gerechtvaardigd. Ook mij is het opgevallen, dat men zeer lang uitbleef met 't blusch-mate- riaal. Nu moet ik vooropstellen, dat ik dat - als hoofdstedeling wel eens anders heb mee gemaakt. Om even na zeven uur was ik bij den brand en de rechtervleugel had reeds vlam gevat. Nadat ik eerst nog iemand telefonisch op de hoogte had gesteld intercommunaal, dat duurt nogal even en het gesprek had beëin digd, spoedde ik mij naar het portiek van het klooster onderweg goed opnemend, hoe het niet het blusschingswerk stond. Ik heb er niet veel van gemerkt en toen er eindelijk een slang was uitgelegd, was de straal zoo zwak, dat men er toch niet veel mee zou kunnen uitrichten. Er was geen druk op het water, althans niet voldoende. Van een eenhoofdige leiding is mij niet veel gebleken en volgens mijn indruk heeft men in het begin maar wat op eigen houtje gehandeld. Later zag ik wel veel brandmeesters heen en weer loopen en kijken, maar zooals we dat in Amsterdam gewend zijn „alle hens aan dek" heb ik daar gemist. Het volgende wil ik nog even onder Uw aandacht brengen: „Toen het achter den voorgevel zwaar brandde bij het trappenhuis en de spuit gast de straal niet over den voorgevel kon krij gen, probeerde hij met dien straal de ruiten te verbrijzelen. Wellicht was de straal te zwak of de spiegelruit te dik, maar zijn poging leed schipbreuk. Ook andere ruiten boden weer stand. De spuitgast probeerde niet verder en ik maakte nog de opmerking: „Gooi er dan een steen doorheen". Van de derde verdieping viel het brandende hout naar beneden, waar door de mogelijkheid ontstond, dat de linker zijde van onderen af zou kunnen „opbran den". Er kwam toen een brandwacht en die sloeg met een bijl een ruit in van de eerste verdieping met als resultaat dat we „de kachel konden zien trekken." Toen de ruit was verbrijzeld werd er niet gespoten, terwijl de wind er lustig door trok. Deze wijze van brandbestrijding kwam mij niet alleen vreemd voor, maar ook een pater kon dat niet begrijpen en met ongeveer de volgende woorden: „Niet dat ik mij met uw werk wil bemoeien, maar zou U daar nu niet eens gaan spuiten", maakte hij den spuit gast op het geval opmerkzaam. Tenslotte wijst inzender op het uitstekende werk dat, naar hij meent door inspecteur Let- tink werd verricht bij de berging van de kloostergoederen. Door flink op te treden zorgde genoemde inspecteur dat alles in de verhuiswagens terecht kwam en ook in de aan de overzijde van het klooster liggende huizen geborgen werd. Iioe het vuur de kerk van het Dominica, ner klooster bedreigde. Het gat, dal reeds in het dak van de kerk gebrand werd. 13 Januari a.s. hoopt de bekende operazanger Aug. van den Hoeck zijn zeventigsten verjaar dag te herdenken. Te Amsterdam heeft zich een commissie ge vormd, teneinde te trachten dien dag voor van den Hoeck tot een feestdag te maken. Van den Hoeck werd op 13 Januari 1863 te Brussel geboren. Reeds op jeugdigen leeftijd bleek zijn muzikale aanleg. Hij volgde aan het Kon. Conservatorium te Gent de lessen in too- neelspeelkunst en verwierf in 1886 den eersten prijs. Eenige jaren was hij als tooneelspeler aan het Nederlandsch Tooneel te Gent verbonden. In dien tijd nam hij zangstudiën aan het Con servatorium onder leiding van George Bonheur en verkreeg wederom een eersten prijs. Door Frits Bouwmeester aanbevolen, werd hij in 1892 aan de Nederlandsche Opera van J. G. de Groot verbonden, waar hij als Valentijn in „Faust" en Nilakantha in „Lakmé" debu teerde. In 1894 werd door C. v. d. Linden een Opera opgericht, waaraan van den Hoeck tot het einde in 1903, een der getrouwste medewerkers was. Tot de voornaamste rollen door hem op artis tieke wijze vertolkt, behooren o. m. Amonasro in „Aïda", Nilakantha in „Lakmé", Sepa in „Cleopatra", de Hoogepriester in „Samson en Dalila" (hetgeen Dan. de Lange aanleiding gaf van den Hoeck een specialist in Priesterpartijen te noemen). Vermelding verdient ook de Heraut in „Lo hengrin", de Vader in „Hans en Grietje", Si meon in „Joseph en zijn broeders", enz. enz. Maar vooral heeft van den Hoeck bewezen, een groot karakterspeler te zijn, door zijn bui tengewone creatie van de partij van Beckmesser in „De Meesterzingers", waardoor zijn uitbeel ding die van den beroemden Fritz Friedrichs te Bayreuth evenaarde. Voorts was van den Hoeck verbonden aan de Opera onder leiding van Cateau Esser en later trad hij vaak op onder directie van D. Pauwels. Ook als filmspeler verwierf hij een groote reputatie. De huldiging vindt plaats op Zaterdag 14 Ja nuari a.s. des middags drie uur in het American Hotel, ingang Leidschekade. Penningmeester van het huldigings-comtté is de heer F. H. van Duinen, Hobbemakade 117, Amsterdam. Een nieuwe bewerking. Men deelt ons mede: De indertijd veel geprezen „Nibelungen"-film, waarvan vooral bet eerste deel „Siegfried" een enorm succes had, zal binnenkort door de Ufa in een geheel nieuwe bewerking worden uit gebracht. Naar den geest des tijds is deze film opnieuw gemonteerd, waardoor het tempo der beeldwis seling sterk gewonnen heeft. De muziek, welke door Gottfried Huppertz, op motieven van Wag ner geïnspireerd, werd gecomponeerd en als het ware tegelijk met de totstandkoming van de film ontstond, is thans, dank zij den vooruit gang van de geluidsfilmtechniek, eindelijk met het beeld een ondeelbaar en onafscheidelijk ge heel geworden Het Ufa-symphonie-orkest, be staande uit 70 musici, voert deze muziek uit, terwijl de Ufa speciaal voor Nederland een der bekendste tooneelspelers, Elias van Praag, naar Neubabelsberg liet komen om den proloog, in samenwerking met het groote orkest te spreken. Naar wij vernemen, moeten deze geluidsop namen uitstekend geslaagd zijn. Binnen enkele weken kan de première van „Siegfried", welke gelijk zal plaats vinden met Berlijn, in Neder land verwacht worden. Programma's rler concerten. In aansluiting op ons vorig bericht volgen hieronder de programma's der 4 concerten tijdens het Internationaal Muziekfeest 1933, te geven door de International Society for Con temporary Music Eerste orkestconcert Leo Kaufmann (Duitschl.), Suite voor orkest Jozef Koffler (Polen), Variaties voor strijkorkest Paul Kadosa (Hong.), Pianoconcert Guillaume Landré (Nederl.), Eerste Symphonie Fran- tisek Bartos (Tsjecho-Sl.), Suite voor orkest. Tweede orkestconcert Bertus van Lier (Nederl.), Tweede Symphonie Edmund von Borck (Duitschl.), Fünf Orchesterstticke Marcelle de Manziarly (Frankr.), Concertino voor piano en orkest Goffredo Petrassi (Italië) Partita voor orkest Erik Chisholm (Engeland) Danssuite voor piano en orkest. Kamermuziekconcert Aaron Copland (Ver. St.), Piano variaties; Juan Paz (Argent.), So natine voor fluit en clarinet Isa Krejci (Tsje- cho-Sl.), Sonatine voor piano en clarinet; Ernst Krenek (Oostenr.), Liederen voor zang en piano Ruth Crawford (Ver. St.), Drie liederen voor alt en kamerorkest Ljuba Maric (Joego slavië), Quintet voor blaasinstrumenten. Koorconcert William Walton (Engeland), Belshazzar's Feast, voor gemengd koor, bariton solo en orkest Robert Gerhard (Spanje), Passacaglia i Coral de la Cantate „L'Alta Nai- xenca del Re En Jaume", voor gemengd koor en orkest Jean Carton (Frankr.), Pater Noster, cantate voor soli, koor en orkest. Over de verdere concerten en festiviteiten, welke tijdens het muziekfeest plaats vinden, zullen nog nadere mededeelingen volgen. Vanwege de commissie voor den uitvoer van groenten en fruit naar Frankrijk wordt mede gedeeld, dat gedurende het eerste kwartaal van 1933 de volgende hoeveelheden groenten en fruit vanuit Nederland naar Frankrijk mo gen worden ingevoerd: lo. witlof: vrij; 2o. pootuien, kleiner dan 20 m.M. middel lijn: vrij; 3o. uien, 150.000 kg. gedurende het tijdvak 1 Jan.15 Maart; 4o. andere versche groenten dan uien en witlof; in Januari 720.000 kg., in Februari 810.000 kg., tot 15 Maart 400.000 kg.; 5o. appels en peren: in Januari 260.000 kg., Februari 370.000 kg„ Maart 375.000 kg.; 6o. andere versche vruchten: in Januari 2000 kg., Februari 5000 kg.; Maart 10.000 kg. In het Fransche besluit om voor het eerste kwartaal van 1933 een afzonderlijk contingent voor uien vast te stellen, heeft de minister van Economische Zaken en Arbeid aanleiding ge vonden om de basis van verdeeling der contin- genteeringscertificaten onder de Nederlandsche exporteurs te wijzigen. Het contingent van 150.000 kg. uien wordt uitsluitend verdeeld onder de exporteurs, die in het tijdvak 1 October 1931—1 April 1932 voor eigen rekening uien naar Frankrijk hebben uit gevoerd. Het contingent van 720.000 kg. „andere groen ten" over de maand Januari wordt, evenals dat over Februari en Maart, verdeeld onder de han delaren, die in genoemd tijdvak „andere groen ten" voor eigen rekening naar Frankrijk ex porteerden. Naar aanleiding van het vaststellen van het contingent voor uien op 150.000 kg. gedurende het tijdvak 1 Januari—15 Maart, verneemt het Corr.bureau nog, dat in het overeenkomstig tijdvak van 1932 naar Frankrijk werden uitge voerd 4.494.000 kg. uien naar Frankrijk. Hier uit blijkt duidelijk, dat onze export een zeer gevoelig verlies lijdt, iets, dat te meer te be treuren is, daar er ook dit jaar flinke vraag naar onze uien aanwezig was. Met ingang van 15 Maart wordt de Fransche grens voor Neder landsche groenten gesloten. Men zal zich herinneren, dat de Nederland sche regeering het noodig oordeelde, evenals verschillende andere landen, maatregelen te moeten treffen tegen den Franschen import in verband met den caloradokever. De maatre gelen welke Frankrijk op zijn beurt genomen heeft, werden algemeen beschouwd als het ge volg van deze moeilijkheden. Met bet uitgeven van certificaten voor den uitvoer naar Frankrijk is voor alle eerder ge noemde producten belast: mr L. Niemöller, Ja- vastraat 80, 's-Gravenhage, Tel. 112128. DE ERFENIS VAN EEN LIEDJES ZANGER. Tc zwakke beenen voor 15.000 weelde. Men meldt ons uit Amsterdam: Op zekeren dag erl'de een overigens weinig fortuinlijk liedjeszanger, die zijn kostje op den Zeedijk ophaalde, de som van 15.000. Het zijn sterke beenen, die de weelde kunnen dragen, dat zou de liedjeszanger ondervinden. Met familie, vrienden en kennissen trok de man met zijn duiten naar het Rembrandtplein om de bloemetjes eens duchtig buiten te zetten. De feestvreugde steeg hooger en hooger, doch tenslotte merkte het feestende gezelschap, dat de hoofdpersoon verdwenen was. Acht dagen later vond zijn vrouw hem terug in een cafétje aan de Geldersche kade voor het grootste deel was het geld verdwenen. We kunnen het onderhoud tusschen het echtpaar stilzwijgend voorbij gaan. De man beweerde, dat bij 2000 aan een zekere „Nelly" in bewaring had gegeven. Toen hij dit restant van zijn erfenis kwam halen, ontkende zij echter geld van hem in bewaring te hebben genomen. De liedjeszanger, die langzamerhand de waarde van het geld begon te beseffen, toog naar de politie en diende een aanklacht in tegen zijn vriendin Nelly. Door de rechtbank werd zij wegens verduis tering veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf, het O. M. had 2% jaar geëischt. Ook tijdens de rechtszitting hield de vrouw vol onschuldig te zijn. Gisteren diende de zaak in hooger beroep. De vrouw gaf toe, dat de liedjeszanger haar sieraden in bewaring had gegeven, die door haar waren teruggegeven, doch geld had zij nooit gekregen. „Ik heb nooit anders dan ellende en armoede gehad. Om te stelen heb ik gelegenheid genoeg gehad", aldus verd. President Maar R., waarmede U samenleef de, heeft toch gezegd Verd. Die liegt. Een getuige verklaarde, dat twee weken na het gebeurde R. veel geld bij zich had hij had o. a. een briefje van duizend gezien. Daar eenige getuigen niet waren verschenen, werd de verdere behandeling van de zaak tot 14 Februari uitgesteld. OUD-ZOUAAF OVERLEDEN. In het Liefdegesticht te Cuyk a.d. Maas is, naar het „Hgz." meldt, op 84-jarigen leeftijd overleden de heer P. H. Hansen, een van de nog overgebleven oud-zouaven, die den slag van Mentana hebben medegemaakt. Zij zijn op de heuvelen vernomen in de stralen van het morgenlicht, zij waren uit het Oosten gekomen, op hooge kameelen opgericht. Drie koningen. Voor hun donkere oogen ontvouwde zich het besneeuwde dal, de wonderlijke ster stond onbewogen, boven het glanzend dak van een stal. Zij bogen vroom en gaven bevelen, in den stoet verstomde het geschreeuw, alleen den zwaren gang der kameelen hoorde men in de knoerpende sneeuw. En naar zij dieper het dal indaalden werden zij met vreemder vrees vervuld; de felle ster, die hun tegenstraalde, heeft hun bonte karavaan verguld. De oudste had zacht zijn hand geheven: de kameelen zonken kreunend neer, er werd fluisterend een bevel doorgegeven naar achter; daarna sprak niemand meer. Men was in de kom van 't dal gekomen, zij wilden hier blootvoets verder gaan, doch de dieren waren nauw te toornen, zóó trok een heimelijke macht hen aan. En ze vonden 't Kind dat zachtjes schreide, aan de borst van Onze Lieve Vrouw, Jozef die stroo in een voerbak spreidde, en twee beesten, stampend van de kou. Het slechtste jaar in de geschiedenis van het bloembollen bedrijf. In de gisterenmiddag gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland heeft de voorzitter, de heer D. ten Cate Brouwer een nieuwjaarsrede gehou den, waarin hij een overzicht heeft gegeven van den toestand van handel en industrie in het district van de kamer in het afgeloopen jaar. Het volgende is hieraan ontleend: De voor uitzichten blijven zorgwekkend. In de breierij was de vraag naar wollen artikelen gedurende het geheele jaar onbevredigend. Het bedrijf was weinig loonend. De vooruitzichten voor 1933 zijn niet hoopvol. In de fabricage van laken en willen stoffen kon het geheele jaar door de productie vrijwel op peil worden gehouden ten deele door het entameeren van nieuwe fabrikaten De lage wolprijzen en de contingenteeringsmaatregelen der regeering waren geen ongunstige factoren. Voor het bloembolleuvak was 1932 het slecht ste jaar in de geschiedenis het was zelfs ver beneden een der oorlogsjaren. Werd reeds het vorig jaar gewaagd van een overproductie, de gevolgen daarvan zouden vooral in 1932 blij ken, en daarom verkocht de handel in het buitenland ver beneden de productie-prijzen. Door de daling van Engelsche, Deensche en Noorsche valuta zijn door de exporteurs groote verliezen geleden, die te zwaarder drukten, omdat de koersdaling kwam in het tijdvak tusschen de levering en de betaling van het geleverde. Verschillende firma's kwamen daar door in moeilijkheden om de per Mei gekochte bloembollen aan de kweekers te betalen. De handelszaken met voldoenden weerstand, wa ren in staat dezen schok op te vangen, maar enkele zaken zagen zich gedwongen regelin gen te treffen met hun crediteuren, die soms slaagden op de basis van gedeeltelijk betalen en de moreele verplichtingen te aanvaarden, indien betere tijden aan zouden breken, gelei delijk den achterstand in te halen. Anderen slaagden niet, waarop liquidatie of faillisse ment volgde. Wat nu de toekomst betreft, staat het er in zooverre beter voor, dat het artikel tulpen (het hoofdartikel) gemiddeld op een veel hooger prijsniveau staat dan vorig jaar, waardoor vermoedelijk de vraagprijzen der meeste soor ten wel boven productie-prijs zullen uitkomen. Voor de bolbloementrekkerij is het seizoen in den winter van 1931 een ramp geweest. De voorjaars- en zomerproducten gaven betere uit komsten. Deze teelt is op enkele uitzonderingen na loonend geweest. De najaarsproducten Chrysanthemums waren minder winstgevend, de prijs dezer bloemen bleef beneden productie-kosten. De doorsneeprijs der tulpen is dit jaar ge weest 13'4 cent per dozijn. De getrokken bol len hebben ongeveer de kosten der trekkerij opgeleverd, zoodat het geheele kapitaal dat aau bollen gekocht is, als verloren moet wor den beschouwd. De verwachtingen omtrent de haringvissche- rij waren dit jaar zeer slecht, omdat de oude voorraden nog niet geheel ontruimd waren en voor deze voorraden slechts zeer lage prijzen konden worden bedongen. Bovendien w-as de algemeene economische toestand weinig moed gevend. De verwachting is dat het niet moeilijk zal vallen den voorraad spoedig af te zetten, zoodat van 1932 gezegd kan worden, dat de afloop nog boven verwachting is. De bouwmaterialen-bedrijven hebben een zeer ongunstig jaar achter zich. In de beton-industrie en basaltinetegel-in- dustrie was de toestand gedurende 1932 be paald slecht te noemen. Het aantal arbeiders, in deze bedrijven werkzaam, bedraagt thans ongeveer een derde deel van normaal. Van de 4 Kalkzandsteenfabrieken, welke het district de Kamer telt, hebben er 3 gedurende vrijwel het geheele afgeloopen jaar stilgestaan. De dakpannen-fabrieken ondervinden hoe langer hoe meer scherpe concurrentie van het Limburgse!) product. Vele fabrikanten hebben, teneinde hun arbeiders zoolang mogelijk aan het werk te kunnen houden, belangrijke voor- iaden aangelegd. De prijzen hebben een ni veau bereikt, waarop geen loonende productie meer mogelijk is. In de zilverfabricken te Voorschoten heeft men. door het opnemen van nieuwe met de fabricage aanverwante takken van bedrijf, ge durende het geheele jaar in vol bedrijf ge werkt. Men meent een kleine opleving te kun nen bespeuren. Voor de conserven-industrie was 1932 een jaar van groot» bedrijvigheid. De middenstandsbedrijven hebben in het af geloopen jaar de gevolgen van de daling van het algemeen welvaartspeil ernstig gevoeld. VEREENIGING VAN COMMISSIONAIRS IN VEEKOEKEN. In verband met de crisis die ook in den bin- nenlandschen graanhandel heerscht, is er, ten einde te trachten hierin verbetering te bren gen, in een te Amsterdam gehouden vergade ring van commissiouairs in veekoeken, in prin cipe besloten tot oprichting eener vereeniging. De voorloopige commissie is samengesteld uit de navolgende heeren: D. J. Voogd, Zaan dam; M. J. Hoencamp, Schiedam; J. R. Yet senga, Leeuwarden; J. D. Vis, Zaandijk en H. H. Obertop, Langedijk 43 Zaandijk, bij wien het voorloopig secretariaat is gevestigd. Maria heeft hun gaven ontvangen, 't Kind in hun bevende handen gelegd, Het lachte naar de fonkelende spangen, woorden hebben zij haast niet gezegd, maar weenden stil, en gingen weer henen, aan de deur hebben zij nog gedraald, en zijn m het witte sneeuwland verdwenen, met een heiligen glans omstraald. WILLEM TEN BERGE. Zaakgelastigde benoemd. De heer J. C. Coutzalexis, sedert vier jaar zaakgelastigde van Griekenland in Nederland, is onlangs tot gezant bevorderd en zal binnen kort den Haag verlaten. Wegens redenen van bezuiniging is de betrekking van Grieksch ge zant bij het Nederlandsche Hof met ingang van 1 Januari 1933 opgeheven. De heer Cout zalexis begeeft zich naar Athene teneinde al daar op het Ministerie van Buitenlandsche Zaken werkzaam te worden gesteld. De Grieksche Regeering heeft als zaakge lastigde te Den 1-Iaag aangewezen den heer T. Triantafyllakos, tot dusverre consul-generaal van Griekenland in Constantinopel. tot directeur.secretaris. Bij Koninklijk besluit van 3 Januari 1933 no. 33 is, met ingang van 15 Januari 1933, bij de N.V. „de Nederlandsche Bank" benoemd tot directeur-secretaris de heer mr. J. Westerman Holstijn, en zulks voor den tijd van zeven jaren. (Zooals bekend heeft de heer Mr. G. H. M. Delprat onlangs in verband met het bereiken van den 65-jarigen leeftijd per 15 Januari 1933 ontslag gevraagd als secretaris der Nederland sche Bank. Naar aanleiding van dit aftreden heeft de heer Bierema destijds aan den minister van Financiën de volgende vragen gesteld: 1. Is de minister niet van oordeel, dat de directie van de Nederlandsche Bank, be staande uit vijf directeuren, overdreven groot mag heeten en *dat een minder sterke bezet ting in verband met de zeer hooge salariee- ring aanzienlijke besparing zou medebrengen? 2. Indien vorenstaande vraag bevestigend wordt beantwoord, is de minister dan bereid in verband met het aftreden van Mr. G. H. M. Delprat als directeur op 1 Jan. a.s. zijn invloed aan te wenden teneinde in de ont stane vacature niet te doen voorzien? Uit de benoeming thans van Mr. J. Westerman —Holstijn tot directeur-secretaris blijkt, dat aan het verzoek van den heer Bierema aan den mi nister is voldaan. Immers Mr. J. Westerman Holstijn behoorde reeds tot de directie der Nederlandsche Bank en zal dus daarnaast vanaf 15 Januari ook de functie van secretaris gaan vervullen. Red.) Dc „Kwartel" naar Indië vertrokken. Gistermorgen om S.40 is 't K.L.M.-vliegtuig de „Kwartel" naar Nederlandsch-Indië vertrok ken. Aan boord bevinden zich één passagier voor Athene en één voor Batavia. Medegenomen wordt 305,329 kg. post, 2,3 kg. pakketpost en 40,3 kg. lading. De bemanning bestaat uit de heeren G. M. H. Frijns, eerste bestuurder, Th. W. von Weyn- rother tweede bestuurder, P. B. Blok, werk tuigkundige en G. van Zadelhoff, radio-telegra- fist. De „Rijstvogel" (thuisreis) is gisteren te Mersamatruk aangekomen. De „Oehoe" is in Jodhpur en de „Kwartel" is in Parijs aangekomen. VERWERKEN VAN CONSUMPTIE-AARD APPELEN TOT VEEVOEDER Aan de ministers van Bin. Zaken en Econ. Zaken en Landbouw is door het gemeentebestuur van Franeker een adres gezonden inzake het verwerken van consumptie-aardappelen tot vee voeder. De drogerij kan te Franeker geschieden, om dat daar een bedrijf aanwezig is dat daarvoor indertijd geheel werd ingericht en sindsdien steeds is onderhouden in een bedrijfswaardigen toestand. Al de benoodigde machinerieën c.a. zijn daarin aanwezig zoodat in den korst mo gelijken tijd tot de verwerking zou kunnen wor den overgegaan (vlokkenfabriek). Aangenomen wordt verder dat zonder groote bezwaren aan de suikerfabrieken (bietensuiker), welke eene drogerij bezitten voor het drogen van pulp, het drogen van aardappelen zou kun nen geschieden. De bedrijfswaardige, thans stilliggende suikerfabriek te Franeker is inge richt voor eene dergelijke pulpdrogerij. DREIGEND CONFLICT TE ZWOLLE. De Rijksbemiddelaar, de heer J. B. Wester- dijk, heeft de partijen, betrokken bij het drei gend conflict bij- de N.V. Reinders' Olie- en Veevoederfabrieken te Zwolle, opgeroepen tot een nieuwe bespreking op hedenmiddag op het gemeentehuis te Zwolle,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3