LIEFDE GEVEN.
DE „BEKENDSTEN" ONDER ONS
KUNT U MIJ OOK
ZEGGEN.
HANDWERKRUBRTEK.
NIEUWE BOEKEN.
1 - r
f
ZATERDAG 7 JANUARI 1933
FIQ.2
WOL WITST HET
SMAKELIJK ETEN.
GOED STOKEN EN
PRACTISCH STOKEN.
Menus voor Januari.
BIJ MAABTJE OFFERS.
If
SÉ»-:
Wi i:?3
LEVENSWIJSHEID.
Wij moeten Helde, veel liefde ge
ven, veel liefde in dit harde leven
als blij geschenk voor eiken dag.
aan allen die met ons de baan
van lijden en van strijden gaan
den moeden, droeven, onzen lach
■waarin wij enkel liefde geven,
veel liefde in dit harde leven".
(Vrij naar G. Maasen).
Is dit geen prachtig begin voor 1933, is
't niet datgene wat wij allen ons voorgenomen
hebben, toen wij knielden bij de Kribbe, en
op den eersten morgen van dit nieuwe jaar?
Veel liefde voor allen en alles wat ons ge
geven is.
Luistert eens naar de les, die Max Heych
ons geeft in zijne schets van de Vrouw, die
door allen bemind «wordt.
„Er is een vrouw (aldus de schrijver), die
ledereen liefheeft, zij is niet rijk, noch kun-
stenaresse, ook is zij niet jong, noch is haar
huid niet met het dons der perzik te vergelij
ken, zij is niet beroemd.
Met haren echtgenoot leeft zij heur eenvou
dig bestaan, haar omgeving is niets buiten
gewoons.
Zij is over de vijftig en vroolijk, ja, dat
is zij.
Waarom vindt iedereen haar aardig, waar
om houdt iedereen van haar. Omdat zij een
blij gemoed heeft en iedereen die met haar
samentreft opvroolijkt.
En zij is zoo opgeruimd, omdat zij, laten
wij zeggen onder de pl.m. 50 vrouwen die ik
in mijne omgeving ken, de eenigste is, die
zich in alle omstandigheden des levens schik
ken en aanpassen kan.
Het geheim van haar levenskunst is lief
hebben en aanpassen.
Wie zich kan aanpassen, bevalt aan ieder
een, heeft succes.
Die 't niet kan, bezorgt zich zeiven veel ver
driet, en tegenslag.
Dit zijn waarheden, die in de samenleving
duidelijk uitkomen.
Geen menschelijk wezen was het ooit gege
ven, zich een volmaakte harmonie te schep
pen in alles wat hem omgeeft.
Daar is geen vrouw die zich op een vol
maakten echtgenoot, volmaakte' kinderen, vol
maakte kleeding, een volmaakt tehuis, vrien
den en kennissen; op 'n volkomen toereikend
inkomen beroemen kan.
Wie zich over een tekort in deze beklaagt,
kent de kunst niet, het leven goed aan te pak
ken.
Maar de hier besproken vrouw, is met ha
ren echtgenoot tevreden, zij heeft hem lief.
zoo als hij is, en wenscht hem niet anders. Zij
doet niet haar best, hem geheel en al te ver
anderen, te kneden naar een vastgesteld mo
del, dat lijkt haar niet, want zij weet 't' menf
ge vrouw heeft daardoor haar huwelijksgeluk
zelf verwoest.
Maar deze vrouw past zich bij haren man
aan, omdat zij 'm liefheeft. De huishouding
is haar taak, die zij heeft leeren liefhebben,
haar woning is een oord vol rustige smaak
volle bekoorlijkheid.
Zij is tevreden, schenkt ieder haren blijmoe-
digen lach en heeft medelijden met de onte
vreden, mopperende ontgoochelde vrouwen
om haar heen.
Kort geleden vroeg zij mij: „Schrijf toch
eens iets, om de vrouwen te overtuigen, dat zij
meer liefde en vreugde brengen moeten in het
alledaagsche bestaan. Men vraagt mij zoo dik
wijls waarom ik altijd vroolijk en tevreden
ben? Welnu, omdat ik alles liefheb, wat ik
om mij heen zie. Naast man en kinderen, heb
ik alle menschen en vele dingen lief. Ik houd
van dezen stoel, deze tafel, ieder schilderij,
kleed, meubel, in mijn woning. Zij allen zeg
gen mij iets, beteelcenen iets voor mij, met lief
de en zorg verdiend, gekozen, gebruikt.: Ieder
stukje porselein heeft 'n beteekenis voor mij,
alles wat m'n tafel siert, spreekt van vrede
en liefde. Er is geen stuk in m'n huis dat ik
niet welgevallig kan beschouwen. Ik houd van
mijn plichten, mijn arbeid, onze levenswijze.
Komt er soms een liefdelooze gedachte in
mij op, dan verwerp ik die onmiddellijk als of
het iets onreins ware, dat m'n stemming be
zoedelt. Ik wil alleen maar liefhebben."
Wat dunkt U geachte lezeressen?
Is deze vrouw niet als een plekje zon in een
zwaarbewolkten hemel?
En kan niet iedere vrouw met wat goeden
wil en karakter haar navolgen Is dat liefheb
ben wat ge bezit niet oneindig grooter geluk,
dan het hunkeren naar datgene wat misschien
nooit zal komen?
Want beter dan alles te erlangen wat men
bemint is het: „te beminnen wat men bezit"
HELLENEN.
De treurwilg.
Een onzer getrouwe lezeressen beklaagt zich
over het aftakelen van haar Coleaplant, welke
na een verhuizing haar bladeren verloren heeft.
De stumpert heeft koude of tocht gehad. Wat
het stekken betreft, doet u verstandig zulks
met uw tuinman of bloemnt te bespreken Het
is erg jammer, maar er zal heel veel geduld
voor noodig zijn, de plant weer zoo mooi te
krijgen.
Uw vraag omtrent de cocosschil, wordt afzon
derlijk beantwoord.
Dank voor uw recept, hetgeen wij hierbij
vermelden.
Roestvlekken.
Bovenstaande lezeres schrijft ons: „Sinds
20 jaren pas ik bij roestvlekken in linnengoed
het volgend middel toe. Men neme een klein
pannetje en late daarin a 1. water koken,
dan lost men hierin op 1 theelepel zuiverings
zout (voorzichtig, vergift). Terwijl het pannetje
op een klein vlammetje blijft koken, houdt men
de roestvlek daarin, zorgende, dat het goed den
bodem niet raakt. Men maakt van de plek een
z.g. propje. Na eenige oogenblikken is de vlek
weg en spoelt men met schoon water na. De
hardnekkigste vlek verdwijnt er mede, ook uit
voile stof, gekleurde overhemden. Ook inkt
vlekken verdwijnen, doch dit duurt langer, wel
10 minuten.
Hopelijk zijn vele huismoeders met dit recept
gebaat, als men maar oppast, geen wondjes aan
de handen, kleine kinderen in de nabijheid te
hebben enz.
Het pannetje terdege reinigen en uitkoken
Badkuipen.
Iemand vraagt hoe men een geëmailleerde
badkuip goed kan houden.
Vooreerst altijd wat koud water in laten loo-
pen, dan warm. Na het gebruik direct schoon-
boenen, opdat de vettige zeepdeelen niet vast
gaan zitten. Sodawater en zachte schuurzeep
zijn hiervoor het beste.
Beschimmelde matten.
De lezeres, welke op de slaapkamermatten
het z.g. poes ontdekt, raden wij ten zeerste aan,
deze te doen opnemen en den vloer na te zien.
Mogelijk is het euvel in den vloer te vinden en
kan men voor een instorting komen te staan,
ten gevolge van zwammen. Het is ook mogelijk,
dat er een lek is, of de matten te veel met water
zijn afgenomen. Hetzelfde geval heeft zich ook
tweemaal voorgedaan in een serre, waarvan
telkens de vloer vernieuwd moest worden: de
onderkant der matten leek een sneeuwveld.
Daarbij is de uitwaseming dezer schimmel
planten ongezond.
W interhanden.
Verscheidene lezeressen waren zoo vriende
lijk ons goeden raad te zenden betreffende
bovengenoemd euvel.Wij kunnen wegens plaats
gebrek niet alles citeeren, wat men ons schrijft.
In hoofdzaak kómt het hier op neer: te zor
gen, dat men geen koude handen of voeten
krijgt in tram, per fiets, stilstaan bij matches
enz. Niet fietsen, niet trammen, veel loopen
stevig doorstappen.
Is 't euvel toch opgetreden, dan des avonds
3 minuten met handen of voeten in heet water,
daarna in ijskoud. 4 maal herhalen, wordt 't
heete water te koud dan bljgieten. 't Is een
paardemiddeltje doch loonend de eenigszins
pijnlijke huid met glycerine inwrijven of vase
line, purol enz. Eenige avonden herhalen.
Met dank voor de inzendsters.
Waters patten.
Waterspatten op eikenhout zijn gemakkelijk
te verwijderen. Men neemt zeer fijn licht grijs
of beige schuurpapier, of 'n kurk met asch en
schuurt de kringen en vlekken weg.
Daarna de plekken in dunne ruwe was zet
ten, in laten trekken eii wat later uitwrijven.
't Is goed iets verder te schuren dan de
vlekken, zoo noodig het geheele oppervlak.
De gebeits te vroeg.
Wanneer de beits niet houdt, heeft u deze
niet lang genoeg laten drogen, beits alleen
mits goed de kleur is voldoende.
'n Weinig zuivere was er later over gewre
ven doet 't glimmen, maar u moet alles prima
nemen.
Levertraan miserè.
Wanneer de levertraan van binnen uit het
buffet de geheele deur doortrokken heeft; doet
u het beste naar een meubelmaker te gaan,
hier helpt afschuren niet meer, een nieuwen
deur of stuk inzetten zal 't beste zijn, want
de oude - deur zal altijd vet blijven en de
geur.... br....
Vlekken op geyser.
Wanneer het geen waterspatten zijn kan
men er beter een vakman bij halen; 't is mis
schien uitgebeten. Probeer 't echter nog eerst
met 'n watje met slaolie anders vrees ik dat
't ingebrand is en u de geijser opnieuw moet
laten moffelen.
Corres pondentie.
Hartelijk dank voor alle goede wenschen;
aan allen eveneens een goed en Zalig Nieuw
jaar.
HUISMOEDER.
Bessenwijn.
Aan mevr. V. te O. G. Wanneer uw bessen
wijn, zelfgemaakt van bessen en suiker eenigs
zins prikkelt, dan 1b dat een teeken dat deze
aan het gisten is. Om de wijn weer voor de
consumptie geschikt te maken, moet ze met
wat suiker opgekookt en in de schoongemaakte
flesschen over gedaan worden.
Cocoskoekjes.
Aan mej. v. d. M. te A. Voor cocoskoekjes
is het in het geheel geen bezwaar om de cocos-
noot met het bruine schilletje er nog aan, te
raspen. Mocht u er beslist op staan om dit te
verwijderen, dan zit er niets anders op dan
de cocos te schillen of wel de noot tot op het
bruine velletje toe, te raspen.
M. M.
Gebreide slaapsokjes.
Voor Mevrouw M. te V. volgens hieronder
twee patronen van gebreide slaapsokken. Fig.
1 stelt een slaap-
sok voor, waar
van de werkwijze
al buitengewoon
eenvoudig is. Zij
wordt zonder hiel
op vier pennen ge
breid.
Op een opzetsel
ter wijdte van het
been breit men 10
h 15 c.M. hoog 2
rechts, 2 averechts.
Daarna breit men
gewoon rechts
eveneens 15 (of 20
c.M.) hoog. Daarna
mindert men op
iedere pen 1 steek,
zoolang tot men 5 of 6 steken over houdt. Deze
worden afgehecht en tezamen genaaid. Onder
aan de boord wordt een lintje geregen ter af
werking.
Fig. 2 Is een gebreide slaapsok met omgesla
gen boord. Op een opzetsel van 85 steken breit
men 40 toeren (1 toer rechts, 1 toer averechts).
Daarna 20 steken afkanten aan weerszijden.
Op de overgebleven 45 steken breit men 25
30 toeren. Men is nu aan de voetpunt en be
ginnen de minderingen. Bij alle toeren die
rechts gebreid worden maakt men 4 minderin
gen als volgt verdeeld: één aan ieder uiteinde
en twee in het midden op gelijken afstand.
De minderingen moeten in de verschillende
toeren op elkaar vallen. .Iedere tweede toer
wat averechts gebreid zonder minderen.
Wanneer men eindelijk 7 of 8 steken over heeft,
worden deze afgekant. De sok wordt dichtge
naaid, waarbij de ruimte aan de punt een wei
nig ingerimpeld wordt.
TANTE TOET.
„Vrouwengids Ons Uitzicht"
onder redactie van M. Kasteel
Baltussen. J. J. Romen
Zonen, RoermondMaeseyck.
Vond de eerste Vrouwengids „Wegen en
Wendingen" verleden jaar een gunstig ont
haal, ook deze tweede: „Ons Uitzicht" bevat
veel goeds, dat succes waarborgt. Het is on
doenlijk alle bijdragen afzonderlijk te bespre
ken, welke hier zijn samengebracht onder de
vier hoofden: Ons Geloof, Ons Leven, Onze
Jeugd en Onze Kinderen.
Tal van vraagstukken worden behandeld, die
in de branding van onzen tijd grijpen in het
leven van onze katholieke vrouwen: vraag
stukken, waaraan geen bewuste en ernstig
strevende onder haar zonder meer kan ont
komen.
Zoo b.v. het „moderne" of „onmoderne" -in
het kloosterleven in „Vrouwen die Hem dien
den". Alleen had hier 'n scherpere omlijning
van het essentieele in het kloosterleven nog
meer relief gebracht aan de oplossing der
besproken moeilijkheid.
Zeer raak en gaaf is de bijdrage „Huwelijk",
waarin vooral de kwestie: groot- of klein-'
gezin 'n bespreking vindt, die voor menig
katholiek echtpaar een bemoediging en een
steun, voor ieder zielzorger 'n bron voor
troostende raadgeving kan zijn. Wat hier sug
gestief wordt voorgedragen, is geen bespiege
ling doch stamt uit de zelfondervonden erva
ring van een kroostrijk gezinshoofd met blijk
baar onbevangen practischen kijk op de wer-
kelijkhheid.
Behartenswaardig is ook de bijdrage van
een Javaansche katholieke over de verhouding
van bruin en blank, een oer-katholieken geest
van liefde en vrede ademend.
En ieder, die in het jeugdwerk of op andere
wijze in aanraking is gekomen met de nooden
der dienstbodenwereld zal van ganscher harte
instemmen met de bijdrage „Onze verhouding
tot onze Dienstbode". Het dienstboden-vraag
stuk is voor menige huisvrouw een waarlijk-
kwellend probleem, maar tal van klachten
Op het oogenblik worden
voor japonnen, die een ge
makkelijke morgen- of mid
dagdracht moeten zijn, bij
voorkeur wollen stoffen ge
bruikt. Zijde doet bijna al
leen nog maar dienst voor
meer „gekleede" middag
japonnen. Fluweel alleen
wordt niet gebruikt, maar
dit moet juist dienen om
de aantrekkelijkheid van
een mat-wollen toiletje te
verhoogen.
Vervolgens kunnen wij op
merken, dat men in de rok
ken weer een wat strakkere
lijn wil leggen; men ziet
dus meer plooien dan te
voren; niettemin blijft men
nog oog houden Voor eenige
vormgeving, ofschoon men
met wijd nog altijd aarze
lend is.
Er bestaat ook geen nei
ging om het weer in de
lengte te zoeken. Ja, som
moge modehuizen beginnen
de rokken al zoo ongemerkt
weer in te korten; als hou
vast zij echter vérmeid, dat
de lengte voor modellen van
het onderhavige genre bijna
Overal op acht-en-twintig
centimeter van den grond is
vastgesteld.
Wol wint het! Maar wat daarvan het liefst
gebruikt, wordtf Ofwel de crcpe-soorten, die
overigens een uitgebreide collectie vol ver
scheidenheid vormen ofwel etamine, toile of
wollen canfas, voorzoover men geen angora
kiest, die dit seizoen eveneens erg gewild zijn.
Voegen wij hier nog eenige stoffen van meer
donzig en korrelig effen. Werkelijk, want de
fantaisie schijnt bijna geheel uit dit domein
verbannen te zijn.
Die voorkeur voor het strakke heeft natuur
lijk weer ten gevolge, dat men eenige wisse
ling zelf brengt, hoewel hierbij meer de aard
van de stof dan de fantaisie behulpzaam is.
Toch blijven deze jurkjes van een smaakvol-
len eenvoud, zelfs wanneer zij met fluweel ge
garneerd zijn.
Dit laatste wordt dikwijls tot ronde, nog al
flinke kraagjes verwerkt. Hiervan laat ons
eerste model ons een voorbeeld zien. Zij heb
ben een strakke rij knoopjes en men vindt
de fantaisie alleen maar in de keuze van de
kleur; die steekt erg af, wanneer het een
zwarte japon geldt, maar wanneer men een
tïletje heeft van een andere kleur, dan wordt
eenzelfde tint gebruikt.
Bij onze tweede creatie zien wij zoowel een
aardig effect, teweeggebracht door piqué be
legsels als een leuke èpaulette-gewyze garnee
ring boven aan de mouicen. Aan dit jurkje,
dat van rood-bruine wol is vervaardigd, zit
vooraan ter sluiting van het lijfje een vier
kante koperen knoop; hiermee stemt de cein
tuur eenigszins overeen.
De zin voor eenvoud en strakke lijnen geeft
ook, zelfs in dit jaargetij, het leven aan een
voudig ontworpen bontlooze mantels, waar
voor dikke, warme wol gebruikt wordt. Van
dit genre treffen wij rechts op onze afbeelding
een welgeslaagd voorbeeld aan; zooals men
ziet, doet de coupe het wel hebben de re
vers veel weg van die onzer heerenjassen. De
metalen knoopen van afloopende grootte en
het nog al nauwsluitende model zorgen nog
voor de noodige charme. Het geheel wordt ge
completeerd door een van die kostelijke wol
len dassen, waarvan de levendige kleuren in
deze grijze winterdagen een feest voor het oog
zijn.
zouden ongeuit blijven, indien menige dame
de oorzaak bij zichzelf zocht. Ook in deze bij
drage spreekt weer een christelijk idealisme,
dat op rechtstreeksche eigen ervaring grondt.
Interessant zijn ook de bijdragen St. Liduina
van Schiedam, Kardinaal van Rossum, de
Vrouw en het Vredesvraagstuk, Kindervor
ming, Dr. Montessori en het Katholieke Kind
(deze laatste laat het nut zien van de Montes-
sori-methode voor het godsdienstonderwijs).
Eenige mooie gave „Verzen" en een aardig
„Poppenspel" zijn een waardige afwisseling
van veel, wat ernstig en practisch ls in dit
boek.
De typografische verzorging toont eerste-
rangswerk, en een keurige bandversiering en
dito vignetten zorgen voor een aangename ver
fraaiing.
Ook dit jaar heeft de Redactrice eer van
haar werk, en mag de wensch van de „Nieu
we Eeuw"-recenpie op de eerste Vrouwengids
herhaald worden: „Laten we hopen, dat het
boek een ruime verspreiding vindten
mettertijd (wederom) een volgend deel zal
kunnen verschijnen". Zoo'n gids elk jaar zal
een machtig en zeer-noodzakeiijk zelfbewust
zijn wekken onder onze katholieke vrouwen
en rijpere meisjes.
V. R.
De huisvrouw weet, hoe kostbaar het goed
warm houden van de woning is, en hoeveel
practischer het is, dat ook de oven of kachel
des nachts niet geheel afkoelt. Om deze 's nachts
warm te houden, is het volgende aan te raden.
Heeft men 'n gewonen kachel, pak dan des
avonds eenige briketten in krantenpapier, leg
deze op het vuur.
Zet de kachel wat men noemt èf.
's Morgens liggen de briketten te smeulen
met wat lichte houtjes verkrijgt men zonder
hinderlijk rooken een goed vuurtje, en de kachel
die niet geheel afgekoeld was, Is gauw lekker
warm,
1 londonderrysoep
kalfsfricandeau, brusselsch lof au jus,
aardappelen
appelpudding met slagroom
2 koud kalfsvleesch, schorseneren, aardap
pelen
drie In de pan
3 vermicellisoep
runderrollade, spruitjes, aardappelen
wentelteefjes
4 selderysoep
gebraden konijn met picante saus, gestoof
de peren, aardappelen
vermicellischoteltje
5 garnalen in schelpen
bokking, roode kool, botersaus, aardappelen
vanillevla met sinaasappelen en
bananen
6 stamppot van roode kool, gebakken spek
zweedsche appelschotel
7 gekookte schelvlscH, snipperpeen, mosterd
saus, aardappelen
griesmeelpudding m. sinaasappelsaus
8 stamppot van snijboonen, witte boonen en
aardappelen, rookworst
droge rijst met bessensap
9 tomatensoep
gebakken lever met spek, gedroogde appel
tjes, aardappelpurée
gevulde beschuitbollen
10 groentenso'ep
gebakken spiering, gestoofde bieten, aard
appelen
citroenvla
11 varkenslapjes, savoyekool, aardappelen
rijst met appelen
12 stamppot van boerenkool en aardappelen,
rookworst
rijstrand met gestoofde abrikozen
Over Laar loopbaan. De kansen
op een Nationale opera.
Mevrouw Offers heeft een ingeboren afkeer
van interviews en soortgelijke experimenten.
En ik vind het een wanhopige opgaaf om
iemand tegen zijn zin aan den tand te voelen!
En misschien juist omdat we allebei een
beetje tegen het samentreffen der partijen
hadden opgezien, liep alles op rolletjes.
Waarvan ik overigens al overtuigd was. zoo
dra ik de lichte en toch zoo warm-gezellige ka
mer van Maartje Offers' zonne-huis te Wasse
naar binnenstapte.
Want de bewoonster geeft haar omgeving in
zonnige blijheid al heel weinig toe.
Dat we al zoo jarenlang spreken van deze
toch nog Jonge zangeres, behoeft geen verwon
dering te wekken, als men in het ecg houdt,
dat zij al véór haar achttiende "jaar in het open
baar optrad. Op verschillende groote. Haag-
sche kerkconcerten zong ze toen al de soil.
Bij mij is alles zoo vanzelf gegaan.
Heelemaal geen interessante complicaties.
Teen ik nog maar een schoolkind was viel mijn
stem al op en mocht ik op feestjes altijd zin
gen. Zoo herinner ik me nog, dat Ik als twaalf
jarige blaag bij een Kerstfeest van de Zon
dags-school in de Zuiderkerk voor het eerst
In 't openbaar zong. En 't ls de nog niet lang
geleden overleden ds. van Gheel Gildemeester
geweest, die juist naar aanleiding van die
Zondagsschool-feestjes, eenige jaren later den
stoot aan mijn zangopleiding zou geven. Toen
ik zestien jaar was ging ik naar de muziek
school van Arnold Spoel en nam daarna les
bij de toen zeer bekende muziek-peadagoge
mevrouw Hekking, echtgenoote van onzen
grooten cellist Gerard Hekking.
Minder prettig was, dat zij mijn mezzo aan
zag voor een sopraan. Het spreekt, dat deze
vergissing me een stuk achteruit zette, al heb
ik er dan ook gelukkig geen blijvend nadeel
van ondervonden. De finishing touch kreeg ik
bij mevrouw de Haan-Manifarges een uitmun
tende alt, dia veel met Aaltje Noorderwier ge
zongen heeft, zoowel in oratoria als op con
certen.
In 1918, aan het eind van den oorlog kreeg
ik rpijn groote kans. Ik werd als eenige Hol
la ndsehe aan de Fransche Opera te Den Haag
verbonden. Dat was echter maar een korte
vreugd., want de glorie-dagen van volle zalen
waren voorbij. De opera begon leelijk te lijden
onder verminderde belangstelling van het
publiek. Ofschoon ik me nooit speciaal op ac-
teeren had toegelegd,,, voelde ik me direct
thuis op de planken. En denk soms nog met
weemoed terug aan die dagen, die wel niet
spoedig zullen terugkeeren. Want een Natio
nale bezitten we niet meer en de Italianen Ia-
ten wel geregeld gasten komen, maar zijn chau
vinistisch genoeg om daarvoor uitsluitend
landgenooten te nemen. Terwijl wij nergens
ln het buitenland terecht kunnen, zelfs niet
met de allerbeste relaties."
"Zou het dan nooit lukken met een
eigen Opera ?"-
"Tot nu toe werden alle goedgemeende
pogingen in de kiem gesmoord en, als het al
werkelijk eens tot een combinatie kwam, dan
kon men door geldgebrek toch niet tegen de
Italianen, die ieder jaar een behoorlijke sub
sidie wegsleepen, concurreeren. En de Hollan
der voelt nu eenmaal niet nationaal genoeg
om de eigen opera, zij het dan ook met wat
opoffering, te steunen boven de buitenlandsche.
Ik ben er echter van overtuigd, dat, als wij
wat steun hadden, we evengoed voor den dag
zouden kannen komen als wie dan ook! Want
krachten om een 18-karaats gezelschap te
vormen bezitten we genoeg. Daar hebben we
ürlus, die ondanks zijn gevorderden leeftijd
nog tot de allergrootsten hoort en een prachtig
Wagner-vertolker is, evenals Liesbeth Pool-
man-Meisner met haar mooie hoog-dramatisehe
sopraan en goeden voordracht. Terwijl Ankie
Wickevoort-Orommelin met haar lyrische so
praan uitmuntend geschikt is voor opera's t.ls
b.v. Butterfly."
Op mijn vraag of het niet veel makkelijker
ls om eenvoudig liederzangeres te zijn met
min of meer uitgebreid repertoire, dan als
opera-zangeres steeds te moeten repeteoren,
antwoordde Maartje Offers;
-"Daar kon wel eens iets van aan zijn.
Of liever, dat is ook zoo. Maar daartegenover
gaat er van het tooneel een groote charme uit.
Telkens is het wat anders. Je leeft Je heele
maal in de rol, ,die je moet vertolken; kruipt
als het ware telkens in de huid van een ander.
Mijn lievelingsrollen waren de titelrol uit:
Samson en Dahlila; Azucena in Trovatore;
Amneres in Aïda en Orpheus.
Toen het in 1923 gedaan was met de Natio
nale onder ICorlaar en van Raalte kreeg ik
contract voor Italië. En daar had ik het geluk
om Toscanini te ontmoeten en te mogen voor
zingen. En op het klassieke „Liti.nei" van
Schubert kreeg ik een engagement voor de
Scala te Milaan, dat drie jaar duurde. Zelfs
in dien gouden tijd waren de Italiaansche con
fraters allesbehalve gesticht, dat een vreemde
ling emplooi vond aan hun opera. Wel een
héél andere houding, dan wij Hollanders altijd
aangenomen hebben tegenover het buitenland.
Want al kanten wij ons nu noodgedwongen
ook tegen de invasie van vreemde artisten,
vroeger namen we toch altijd een zeer royaal
standpunt in.
Overigens vergaven ze me al gauw, dat ik
een vreemde indringster was en had ik een
allergezelligsten tijd in dat zonnige land. Waar
het publiek wèl veeleischend is, maar daarte
genover ook gul met bijval als het tevreden is.
Het voortdurend werken onder Toscanini, die
tot 's werelds grootste dirigenten gerekend
moet worden en van wien zeldzame bezieling
uitgaat, is een genot.
Tijdens mijn engagement te Milaan ontmoet
te ik Mengelberg, die mij meenam naar New-
York om in de Carnegie Hall de Tweede sym
fonie van Mahler te zingen. Ik ben drie maan
den in Amerika gebleven, maar was er niets
rouwig om, dat verbintenissen mij naar Hol
land terugriepen. Ik ben niet dol op de nieuwe
wereld, waar het geld een allesoverheerschen-
de rol speelt.
Maar al zou ik weer héél graag eens op de
planken staan en een van mijn glansrollen
spelen, dat wil nog niet zeggen, dat ik me als
concert-zangeres niet op mijn plaats voel. Sinds
Italië maakte ik verschillende concert-tour-
nées, o.a. door Engeland, Schotland en Ierland,
om daarna nog eens terugtekeeren voor con
certen te Londen in Albert Hall en Wigmore
Hall."
Het interview werd wèl in maximum snel
heid afgewerkt en Maartje Offers gaf een
prachtig staaltje van adembeheersching door
héél de film van haar carrière vlot achter el
kaar af te draaien. Zooveel routine zou je hij
iemand, die zich stelselmatig aan dergelijke
operaties onttrekt en sinds vier jaar niet meer
onder het mes geweest was, eigenlijk niet
durven verwachten.
Ondanks mijn belofte dat het „pijnloos en
kort" zou zijn, meende Ik het onderwerp ra
dio en gramofoon" nog wel even te kunnen
aansnijden. En achteraf gezien, had ik eigen
lijk nóg véél meer kunnen vragen, getuige het
hartgrondige: „Nu maar, dat is me verbazend
meegevallen", waarmee de zangeres na afloop
afscheid vaij me nam.
Ik zing voor de His Master's Voice,
zoowel alleen als met anderen. Met de hier
te lande zoo gunstig bekendstaande Florence
Austral zing ik o.a. in de (lotterd/immerung.
Toen de proefplaat gedraald werd, haalde
men onze stemmen door elkaar en kostte het
moeite om ze te onderscheiden. Met de vol
maakte opname-apparaten van tegenwoordig
is het zelfs voor een stem van groot volume
niet meer moeilijk om behoorlijk resultaat te
krijgen. Vroeger,, toen je als het ware in een
trechter zong. was het moeilijker en moest
er telkens opnieuw begonnen worden. Een
voordeel ls, dat men de proefopname na enke
le minuten kan keuren, en, ais het niet heele
maal ln de puntjes is, overdoen.
Natuurlijk zing ik ook vaak voor de radio,
heel prettig, maar lang niet zoo gezellig als
een zaai gevuld met goedgekleed publiek. Een
paar weken terug zong ik voor de Phohi. Bij
de gedachte, dat er in flat verre Indië mis
schien vrienden en kennissen naar me zouden
luisteren, werd mijn keel toch wel een oogen
blik van ontroering dichtgeknepen.,,-
Onder het afscheidnemen vertelde mevrouw
Offers nog van haar leerljngen en toen ik
vroeg wie wel haar meestbelovende discipel
was,, hoorde Ik, dat Beppie Versluys, onze
eerste flying girl" zich tot veelbelovende
„zangvogel" ontpopt heeft.
„Bep vliegt vooruit. Ze ls een van mijn
allerbeste leerlingen en zal het waarschijnlijk
ver brengen. Vooral als ze zoo hard blijft wer
ken als nu. Velen vinden het jammer, dat zij
de vliegerij eraan gegeven heeft, maar als je
het tot iets wilt brengen, moet je nu eenmaal
het „Men kan geen twee Hecren dienen" tot
devies nemen!"
BR
Maartje Offers.
APPELPUDDING
1 pond zure appelen
drie-kwart liter water
100 gr. suiker
35 gr. gelatine waarvan 1 blaadje roode
sap van één citroen
citroenschil.
Snijd de appelen ln vieren, wasch ze en zet
ze op zonder ze te schillen met het water en
de citroenschil. Wrijf ze door een paardeharen-
zeef, zoodra ze tot moes gekookt zijn. Los
daarin de gelatine en de suiker op en voeg
het citroensap toe.
Doe het mengsel in een steenen vorm, die
met water omgespoeld is en laat de pudding
koud en stijf worden.
Stort ze na bekoeling en garneer ze dan met
slagroom, waar wat suiker Ss doorgeklopt.
ZWEEDSCHE APPELSCHOTEL.
1 pond zure appelen
1 ons suiker
5 beschuiten
A ons boter.
Kook niet te dikke appelmoes, maak terwijl
de beschuiten fijn en bak de kruimels met de
boter. Roer hiervan het grootste gedeelte door
de appelmoes en maak deze af met de suiker.
Doe de massa in een vuurvast schoteltje, leg
er de rest der kruimels bovenop en laat het
een half uurtje ln den oven stoven. Geef het
warm of koud.
GEVULDE BESCHUITBOLLEN
8 beschuitbollen
appelmoes van 1 pond appelen
3 lepels rozijnen
1 theelepel kaneel
boter.
Vermeng de appelmoes met de goed gewas-
schen rozijnen, vul hiermee de doormidden ge
sneden en uitgeholde beschuitbollen. Druk de
helften stevig op elkaar, besmeer den boven
kant met boter en bestrooi ze met suiker en
kaneel. Laat ze in den oven bruin en knappend
worden (ongeveer 10 minuten).
M. M.
Haag, 8 Jan. '33.
C.V.
Men moet nooit in Iemands afwezigheid iets
zeggen-, dat men niet zou durven zeggen in
zijn bijzijn.
H. Maria Magdalena van Pazzis.
De Voorzienigheid geleidt ons, maar wij
geleiden niet de Voorzienigheid.
Wanneer de Kerk gekwetst wordt leeft ze
op; wanneer ze bestookt wordt, vindt ze waar
deering, wanneer ze wordt verlaten, behaalt
ze succes.
H. CYPRIANUS.