BEDENKELIJKE UITINGEN WOENSDAG 11 JANUARI 1933 LOURDES' A. S. JUBELFEEST. DE PAUSELIJKE LEGAAT. DE GROOTERE SNELHEDEN BIJ NA DEN ZWOLSCHEN BRAND. DE SPOORWEGEN. Grooter comfort. DE LOONSVERLAGING SPOORWEGEN BIJ DE Het standpunt van St. Raphael. HET CONFLICT IN 'T CONFECTIE BEDRIJF. IIET NEDERLANDSCHE BOEKHUIS. Gemeenteraad debatteert over de brandweer. UITVOER BLOEMBOLLEN. BELEID VAN MINISTER EN G. G. OORDEEL VAN DE TWEEDE KAMER. Nederl.-Indië en de Twentsche textielindustrie. LUCHTVERKEER OP PARIJS. Als voorzitter van de R.K. Volkspartij heeft de heer C. D. Wesseling op 18 Dec. j.l. een rede gehouden te Amsterdam. Het is .moeilijk te polemiseeren met hee- ren,. die zich voortdurend voorstellen als martelaren en intusschen zelf over geloofs- genooten vonnissen vellen, waarvan men te kijken staat. Zij .drukken zich daarbij uit in een taal, waarin het geloof op griezelige, haast blasphematorische wijze wordt mis bruikt. Wij gevoelen, dat dit een ernstige beschuldiging is, maar om te bewijzen, dat wij niet overdrijven drukken wij hier een zeer groot deel af van 's heeren Wesseling's rede, precies zooals zij in het orgaan der Volkspartij staat. De speker zei volgens dat verslag Het lijkt wel, of veel kapelaans liever 'n stem voor Ruys winnen dan een zieltje voor Christus. Maar Christus zal niet vra gen, of ge op Mr. Ruys of op Mr. Arts ge stemd heht, wel of ge met uw stembiljet Zijn heilige zaak gediend hebt. De H. Kerk is geen N.V. tot exploitatie van H. Missen en offerblokken, maar een Coöperatie van alle geloovigen. Alle menschen zijn voor Christus gelijk. Zalig spreekt Hij de armen van geest en hen, die vervolging lijden om de recht vaardigheid. De armen moeten voorgaan en vooraan zitten. Ook in de Kerken. Armen zult gij altijd bij u hebben, zei Christus. Welnu, zoo lang er armen zijn, zal de R.K. V.P. haar taak hebben, om die voor Christus te winnen en te houden. Onze politiek rust op onzen godsdienst. Zij is bijna zelf een godsdienst. Men kan niet Roomsch zijn in den biechtstoel en liberaal in het stemhokje. Dat is onze grootste grief tegen Aalberse, Goseling c.s. Zij maken van de Kath. politiek een slap aftreksel van een neutraal alge meen christendom. Het bloed, dat Chr. vergoten heeft, was rood bloed. Roomsche politiek moet Roomsche eiscben niet uit den weg gaan of op zolder opbergen terwille van Calvinistische en Libe rale bondgenooten. Als er weer 'n Eucharis tisch Congres is in Amsterdam, willen wij Christus Eucharisticus ronddragen onder het volk. Als onze Missionarissen in Indië rond trekken, moeten ze niet aan een politie-agent naar den weg hoeven te vragen. Als niet alle wereldconferentiën willen mislukken, moet onze Regeering zorgen, dat de Paus er bij is. Als armen Christus' broeders zijn, dan moe ten wij dezen in liefde opzoeken. Maar niet landstorm en burgerwacht van nieuwe gewe ren voorzien en het proletariaat op kapotte schoenen laten loopen. En het tuberculeuze kind ontijdig laten crepeeren. Wij kunnen beter herstellingsoorden dan kazernes bou wen. En liever scholen dan gevangenissen. Voor het volkskind is het beste nog niet goed genoeg. De hersenkast van het kind en niet de brandkast van den vader moet over zijn lot beslissen. Wij hebben maling aan den gaven gulden, zoolang wij onze H. Hostie nog hebben. Dat iB i.e.w. kath. politiek, de politiek van de R.K.V.P. Men smaalt ons als 'n kleine partij, 'n par tijtje. Waarom Heeft de minderheid per sé ongelijk Hier past maar één verweer Maakt de R.K.V.P. groot en men zal U eer en aanzien verschaffen. Laat U intusschen niet ontmoedigen. Chris tus stichtte zijn Kerk met 12 Apostelen en daar was nog 1 Judas hij. Ds. Kersten liet heelemaai in z'n dooie eentje in '26 de beele heilige Coalitie springen. Als er volgend jaar maar één Volkspartijer in de Tweede Kamer komt, zet hij het heeie Binnenhof overeind Rij zal zóó vaak en zóó hard op het geweten van de grootste fractie hameren, tot zij zich eindelijk bekeeren zal. Haar tijd is voorbij. Dertig jaren de mach tigste partij te zijn geweest, is haar naar hét hoofd gestegen. Sterke beenen, die de weelde kunnen dragen. Hannibal's leger scharen verweekelijkten en verwijfden in de weelderige kampementen van Capua (215 vóór Chr.). Attila, de koning der Hunnen, die heel de toen bekende wereld onderwierp, stierf op zijn bed, toen hij een groot feest maal voor Ildico. een lichtekooi had aange richt, ongeveer 450 na Christus. Met haar kapitalisme en militairisme ver raadt de R.K.8.P. Christus. Voor brandkas ten ,en machinegeweren is Christus niet den dood ingegaan. Zijn sterven heeft ons allen vrijgemaakt, niet alleen de bezitters der a-srdsche rijkdommen. Wij zijn arm, laten wij arm blijven. Een rijkaard zal 't Konink rijk der Hemelen nog moeilijker binnengaan, dan 'n kameel door 't oog van 'n naald. Maar de H. Thomas leerde ons al, dat een beetje welvaart 'n goed middel is, om gemakkelijker het hemelsch vaderland te bereiken. Dat is het tweede doel van onze politiek welvaart voor het heele volk. Niet alleen voor oorlogslndustrieelen, munitiefabrikan- i ten bankdirecteuren. Ook voor den nijveren s land- en tuinbouwer visscher en veefokker, den middenstander en het overheidsperso- ®®el- Ruys is echter niet tevreden voor hij bet grootste deel van 't volk tot paupers en ^edeelden heeft gemaakt. In, het .Onze Vader den wij wel; „Heer, geef ons heden ons ege ijksch brood" maar niet „Excellentie, FnS<f v.t VancIaaS de Steun in Natura". heb nemen zelfs R.K. arbeiderslelders p aa s Jn <Je commissie-Lambooy. Zij zal de haar dagelijksch menu voor schrijven. Het zal n-el meest uit bruine boo- nen en eenheidsworst bestaan. Boven deze rede prijkt een portret van den spreker, die daar wordt beschreven als „democraat van geboorte" wiens werkzaam heden hem een inzicht Gn Grvaring hebben verschaft, „die hem onder de politici van de eerste orde een onbetwistbare plaats doen innemen Indien de zaak niet zoo ernstig was, zou men dergelijk geschrijf zonder meer op zij schuiven. Het is echter vrijwel onduldbaar, dat de heer Wesseling op dergelijke wijze het geloof misbruikt. Dit is geen gebruik meer: het is een wal gelijk schermen met woorden over de ver- hevenste geheimen van onzen godsdienst. Zij teekenen den spreker allesbehalve als een „politicus van de eerste orde". Zijn woor den naderen bedenkelijk het demagogisch genre, dat een dominee Kersten beoefent. Wij zullen de rede van den heer-Wesseling niet geheel op den voet volgen, maar ons ®°t een enkel punt beperken. De heer Wesseling weet heel goed, dat op heffing van het processie-verbod allerminst zou beteekenen, dat overal in de openlucht Sacramentsprocessies zouden worden gehou den. Dit is een zaak, welke de Kerkelijke Overheid aangaat. De heer Wesseling weet, dat hij een vol komen onjuiste voorstelling geeft van het principieel verwerpelijke art. 1 it als hij dit op „Indië" laat slaan. Heel Java b.v. valt daarbuiten. De heer Wesseling weet, dat de Neder- Jandsche Regeering geen alléén-zeggen schap heeft over de al of niet toelating van den Paus op internationale conferenties en hij schijnt art. 24 van het tractaat van Late- ranen te vergeten krachtens hetwelk de H. Stoel zich zelf vrijwillig groote reserve heeft opgelegd. De heer Wesseling weet, dat instrumenten tot handhaving van rust en orde noodig zijn en dat onrust en wanorde juist de armen in veel ongunstiger conditie zouden brengen. Zijn griezelige vergelijking voorbijgaande, constateeren wij even, dat het verlóren gaan van den gaven gulden weer de ergste ellende juist aan de armen en arbeiders zou bren gen. De heer Wesseling weet, dat hij de Ka tholieke Staatspartij gruwelijk onrecht aan doet door haar te bespreken zooals hij zich dit veroorloofde en dat het blaaskakerij is te suggereeren als kon één dissidente afge vaardigde van welke partij ook „het heele Binnenhof overeind zetten". Zeker, ds. Kers'ten kon de laatste parlementaire regee ring vernielen zooals elk klein kind een huis in brand kan steken. Maar het kleine kind bouwt geen huis. Wat Sint Thomas leerde, behoeft de Ka tholieke Staatspartij van den heer Wesseling niet te vernemen, en dat zij er-naar streefde welvaart voor 't, heele volk te brengen, weet ieder, die haar werk onbevooroordeeld wil gadeslaan. Maar de heer Wesseling vergeet, dat juist de regeering-Ruijs met groote steunwetten kwam voor den landbouw, den tuinbouw, de visscherij, de veehouderij. Hij weet, dat het een Katholiek minister was, die een instituut voor den middenstand stichtte; hij weet, dat het de Katholieke fractie was, die verleden jaar de salarisver laging voor het overheidspersoneel drie maanden lang kon tegenhouden en dat zij zulk een verlaging dit jaar weer hielp ver zachten. Hij weet ook zeer goed, dat zijn voorstelling van de commissie-Lambooy door en door valsch is deze commissie onderzoekt een zeer moeilijk probleem, dat ook de vrijz. dem. prof. Josephus Jitta vol komen de aandacht waard achtte en zijn sneer aan het adres der Katholieke arbei dersleiders is volkomen ongemotiveerd. Wij kunnen niet altijd elke bewering van den heer Wesseling weerleggen en wij ge- looven, dat zelfs onze eenvoudigste arbeiders het gehalte ervan naar waarde zullen weten te wegen. Maar deze „feestrede" scheen ons toch even de moeite der ontleding waard. En wij vragen ons in gemoede af of een man als professor Veraart werkelijk meent, dat ons katholieke volk met „leiders" als de heer Wesseling nu inderdaad het beloofde land zal bereiken. Wij kunnen ons althans niet voorstellen, dat deze Delftsche hoogleeraar een meer dan weerzinwekkend gesol als met den gaven gulden naast de H. Hostie ook maar in de verste verte kan goedkeuren. De heer Wesseling schijnt behoefte te hebben aan een haast theatraal gemanoeu vreer met zijn katholiciteit., terwijl hij op een ander moment wederom een hartstoch telijk beroep doet om deze buiten den strijd te laten: „doe geen moord, zelfs geen leed aan Katholieke zielen!" Wil de heer Wesseling zijn katholiciteit, demonstreeren, hij heeft daartoe een zeer gemakkelijk middel: bij gedrage zich over eenkomstig de zoo nadrukkelijk gegeven, door geen tendentieuze exegese te ontkrach ten vermaning van de kerkelijke overheid, om de politieke eenheid onder de Neder - landsche katholieken te handhaven. Dan zal hij ook geen reden meer kunnen vinden om zich te beklagen over moeilijk heden met heeren pastoors naar aanleiding van „intenties", die rechtstreeks tegen het verlangen van de kerkelijke overheid ingaan. Men seint ons uit Rome: Z. H. de Paus benoemde tot Zijn legaat bij de a.s. feesten te Lourdes den aartsbisschop van Besangon, Z. H. Em. kardinaal Binet. In een schrijven, dat Z. H. Em. kardinaal Pacelli dezer dagen, namens den H. Vader, aan mgr. Gerlier, bisschop van Tarbes en Lourdes, richtte, herinnert de Pauselijke staatssecreta ris aan de buitengewone vereering van den Opperpriester voor de Onbevlekte, aan zijn be zoeken aan de Massabiellerots in 1893 en in 1921. Dringend beveelt de H. Vader aan, dat niets worde nagelaten, om de glorie van dezen 76sten jaardag van Maria's verschijning te doen uit stralen over heel de wereld. „Meer dan ooit heeft de menschheid Maria's bescherming noodig en het lijdt geen twijfel: de hulde, Maria te Lourdes gebracht en de smeekbeden, welke in Haar genade-oord zullen opklinken, zullen aan de tobbende wereld de sterkte brengen en die herrijzingskracht, welke zij in onze dagen zoo zeer behoeft". DE ZETEL VAN DE KATHOLIEKE VROUW IN DE TWEEDE KAMER. (Ingezonden). Gaarne vul ik ter voorkoming van misver staaiden het ingezonden stukje uit het nummer van Maandag even aan: Om de vrouwen candidaat te stellen is noo dig, dat een lid op de kiesvereeniging haar naam noemt, en die candidatuur door minstens een tiende deel der aanwezigen wordt gesteund. Zijn er bijvoorbeeld vijfhonderd leden aanwezig (zooals in Delft het geval was) dan dienen minstens vijftig der aanwezigen die candida tuur te stemmen. 1-Iet ingezonden stukje meldt enkel, dat het voldoende is, wanneer tien der aanwezige leden een candidatuur steunen. Men heeft blijkbaar daar slechts rekening gehouden met de verga deringen, die maar door honderd, of minder leden worden bezocht. U dankend voor de plaatsruimte C. M. P. H. Naschrift der redactie. Om geheel volledig te zijn en een nieuwe aanvulling te vermijden, vermelden we even, dat ook buiten de vergadering der kiesvereeniging en door leden van kiesvereenigingen, behoorend tot den- zelfden kieskring, tot en met 15 Januari aan wijzingen van candidaten kunnen geschieden (art. 12 kiesreglement). Deze aanwijzingen moeten onderteekend zijn door ten minste 25 leden van kiesvereenigin gen, indien zij één candidaat betreffen en door ten minste 50 leden indien zij meer dan één (met max. van 5) candidaten betreffen. DE OVERVAL lfs Uh WESTERSTRAAT TE AMSTERDAM De betonnen fundeering voor den tweeden oprit van de nieuwe brug in den Muidcr- straativeg is gereed. Een Diesel-electrische dienst met ingang van 1 Mei 1934 op de hoofd- baanvakken Het „Hbld." meldt nadere bijzonderheden om trent de wijze, waarop de Nederlandsche Spoor wegen de snelheid op sommige hoofdbaanvak ken tot boven 100 km denken op te voeren, waarover reeds vroeger is bericht. Het ligt n.l. in de bedoeling over te gaan tot invoering van een diesel-electrische tractie op groote schaal, ten einde tot een beteren dienst voor het rei zend publiek te komen. Zoo mogelijk zal dit nieuwe verkeersmiddel ingaande zomerdienst 1934 in dienst worden gesteld, voorloopig op de lijnen RotterdamUtrecht, Den Haag Utrecht, AmsterdamUtrechtArnhem en UtrechtDen BoschEindhoven. Met behoud van de internationale treinen en enkele stoom treinen voor groot-afstandsverkeer zal met de diesel-electrische treinen op deze baanvakken in uurdienst worden gereden. De snelheid zal voorloopig 100 km per uur bedragen, ook door het groot aanzetvermogen gelijk aan dat der electrische treinen zal derijduur worden bekort. De treineenheid zal bestaan uit een drie wagentrein, (drie klasgekoppelde rijtuigen op vier draaistellen) met 160 zitplaatsen (48 tweede klas en 112 derde klasse plaatsen). Voor drukkere treinen worden twee eenheden ge combineerd (zeswagentrein De rijtuigen zullen volgens het stroomlijn- type zeer licht worden gebouwd. Gezorgd wordt voor comfortabele, ruime zitplaatsen, een rustigen zoo geruiscbloos mogelijken gang. terwijl ook verder aan het publiek zooveel mogelijk comfort geboden zal worden. Zoo zal voor kunstmatige ventilatie in de rijtuigen en warmwater in de waschgetegenheden worden gezorgd en zal de verwarmiug door voorver warmde lucht met automatisch werkende tem- peratuurregelaars geschieden. Naar „Het Rechte Spoor" meedeelt, luidt het advies van -het hoofdbestuur van St. Raphael inzake de voorloopige regeling tusschen direc tie der Ned. Spoorwegen en Personeelraad be treffende de loonsverlaging als volgt: „Het Hoofdbestuur, zich teu volle bewust van zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de aan zijn leiding toevertrouwde belangen der le den, heeft, na ampele en nauwkeurige overwe ging van alle omstandigheden, welke bij de be oordeeling in aanmerking genomen moeten wor den, besloten, den leden uit volle, ernstige overtuiging te adviseeren, de. tusschen de direc tie en den Raad voorloopig getroffen regeling te aanvaarden". De Afdeelingsbesturen van St. Raphael zullen een vergadering houden op Woensdag 25 Jan. a.s. te Utrecht om 10.45 uur In Gebouw K. en W. aan de Mariaplaats. Een brief van den werknemersbond aan de vereeniging van confectie- fabrikanten. Men meldtt ons uit Amsterdam: Nadat het hoofd- en afdeelingsbestuur van den bond in de kledingindustrie Maandagavond een vergadering heeft gehouden, kwamen gis terenmiddag onder leiding van dit bestuur de stakende personeelen in vergadering bijeen. Besloten ls, aan de vereeniging van confec- tiefabrikanten een brief te zenden, bevattend het voorstel om, hangende het conflict, met elk der bij deze staking betrokken werkgeefsters onder aanwezigheid van een of meer vertegen woordigers van de beide besturen en in tegen woordigheid van terzake kundige delegaties uit de personeelen een bijeenkomst te houden. In die bijeenkomst zal onderzocht en behandeld moeten worden de eventueel® loonsverlaging die de stukloonwerkers en -werksters in 1932 door serieverschuiving of door het stellen van hoogere werkeisc.hen hebben gekregen. Wanneer de feiten te dien aanzien zijn vast gesteld, zal het bestuur van den werknemers bond in eigen kring en daarna met de perso neelen een beslissing nemen. Het bestuur verklaarde zich voorts bereid, het in den brief vervatte standpunt nader mon deling toe te lichten. Afschrift van het schrijven zal gezonden worden aan den Rijksbemiddelaar. Filiaal te Bandoeng. Het filiaal te Bandoeng van het Ned. Boek huis te Tilburg, dat ongeveer een jaar geleden daar werd gevestigd door den heer Venema, heeft zich in dien korten tijd zoo uitgebreid, dat het betrekken van een nieuw kantoor nood zakelijk werd. Dit nieuwe kantoor aan de Oud- Merdika is door Mgr. Goumans, in tegenwoor digheid van een kring van belangstellenden, in gezegend. Na dé inzegening sprak mgr. woorden van waardeering voor den ondernemingsgeest van den heer Venema. Hij hoopte, dat het Boekhuis, zoowel voor de familie van nut moge wezen als voor zijn prefectuur en voor geheel Indië. De gemeenteraad van Zwolle heeft Maandag avond z. h. st. aangenomen een voorstel van B. en W. om een crediet van 750 beschikbaar te stellen tot verbetering van de brandweer kazerne en om B. en W. te machtigen tot aan koop van een nieuwe autobrandspuit. Aan dit besluit is vooraf gegaan een langdurig debat over de organisatie en uitrusting van de vrij willige brandweer in verband met den grooterr brand die verleden week 't Dominicanenklooster verwoestte. Alle fracties waren het erover eens, dat bij dezen brand duidelijk gebleken is, dat de Zwolsche vrijwillige brandweer onvoldoende is voor den tegenwoordigen tijd en voor de uitgebreidheid van de stad waar tevens de talrijke bruggen een groote handicap vormen, paardoor is het onmogelijk een plaats te vin den vanwaaruit alle stadsdeelen te bereiken zijn zonder groote kans op vertraging door open gedraaide bruggen. De heer mr. G. Baron van Voorst tot Voorst (R.ICSt.P.) opende het debat en diende een voorstel in de thans bestaande vrijwillige brand weer een kern, bestaande uit politiemannen, op te leiden tot beroepsbrandweer. De heer ds. Valeton (C.II.) wees erop, dat men sedert 1922 spreekt over reorganisatie der brandweer maar dat er zelfs nog steeds geen rapport over verschenen is. Spr. vond, dat een goede organisatie op de eerste plaats noodig is. Ondanks al den toegewijden arbeid der brandweermannen haperde er bij den klooster- brand iets aan de technische leiding. Ook is het niet voldoende dat men de spuiten kan aansluiten op de waterleiding, die niet voldoen de druk kan geven. Er moet worden gezorgd voor brandputten daar waar open water ont breekt De heer Vos (A.R.) bracht hulde aan de brandweer voor haar prestaties. Dat sommige bladen haar in een hoek trapten vond spr. niet in den haak. De heer Troostwijk (V.B.) drong aan op hetere kazerneering en aanschaffing van meer materiaal. Bij den kloosterbrand is het niet gegaan zooals het behoorde vooral in het be gin. Er moet daarom ook een beter alar- meeringssysteem komen. De heer v. d. Vegt (ex. S.D.A.P.) citeerde cri- tieken op de brandweer uit enkele kranten. De heer Leusink (S.D.A.P.) woes erop. dat de brandweer ook op de hoogte moet zijn van bouwconstructies. Daarom zouden brandweer lieden gereerut^erd moeten worden uit gemeen tebeambten en werklieden die daar verstand van hebben. De heer Ilaen (R.K. ST.P.) achtte meer ma teriaal dringend noodig. De kloosterbrand heeft bewezen, dat er b.v. te weinig laddermateriaal was. Een groote fout blijft spr. het vinden, dat de autospuit van Zwollerkerspel niet terstond is te hulp geroepen. Het personeel was niet voldoende .bedreven. De heer Diender (S.D.A.P.) wees erop, dat de brandweer was ingeslapen, omdat zij niet op geregelde tijden werd opgeroepen bij wijze van oefening. Als er iederen dag een brand was dan zou Zwolle wel een goede brandweer krij gen! Wethouder Teliegen (R.K. ST.P.) consta teerde, dat het materiaal goed had gewerkt bij den kloosterbrand. Gefaald heeft echter de or ganisatie en de alarmeering der brandweer mannen. Spr. wil allereerst goede kazerneering. De burgemeester ontkende, dat de autospuit van Zwollerkerspel te Iaat zou zijn gerequireerd. Men kan de brandweer uit een andere gemeente ni|t alarmeeren vóór men zelf den brand heeft overzien. Er was geen sprake van naijver. De critiek. in verschillende bladen uitgeoefend, heeft spr. zeer gehinderd. Spr. vond, dat op het terrein van den brand te veel menschen waren toegelaten, die zich met het blusschingswerk bemoeiden. De allereerste fout, dte gemaakt is was deze, dat de brand in het Dominicanen klooster om 7 uur uitbrak en eerst om kwart over 7 werd alarm gemaakt, daardoor ging een kostbaar kwartier verloren. De heer mr. Brandsma. (R.K. St.P.): Dat is niet waar. Om kwart over 7 waren de politie- spuit en een slangenwagen reeds op het ter rein van den brand. De burgemeester: Volgens de mij verstrekte rapporten is wat ik zeg gedecideerd waar. Men heeft er den spot mee gedreven, dat werd ge vraagd of het een uitslaande- ofwel een binnen brand was, maar die vraag is voorschrift. Spr. bracht hulde aan den burgemeester van Zwol lerkerspel, die heeft gewerkt als de beste brand meester. Volgens spr. was de kloosterbrand van de vorige week niet binnen enge grenzen te houden geweest. Tenslotte werd het voorstel-van Voorst tot Voorst (politiebrandweer als kern voor de vrij willige brandweer) in handen gesteld van B en W. ter overweging bij de reorganisatieplan nen en werd het voorstel van B. en W. (ver betering van de brandweerkazerne en aankoop van een nieuwe autospuit) z.h.st. aangenomen. De schoorsteen omgevallen, Men meldt ons nog uit Zwolle: Te midden van de ruïne van het klooster stond nog de hooge schoorsteen der keuken overeind, waarover men nog in beraad stond of men hem al dan niet zou omtrekken. Het bouwsel heeft de eer aan zich gehouden en heeft 's nachts uit eigen beweging zijn een zaam standpunt verlaten. De schoorsteen is omgewaaid en de brokstukken zijn door het dak van de priorskamer heengeslagen, welk vertrek door den brand nog betrekkelijk ge spaard was, doch thans in een geheel ontred derden toestand vervallen is. Bij Kon. besl. van den 27sten December 1932 (Staatsbl. no. 642) is bepaald, dat de wet van 31 December 1931 (Staatsblad no. 575), houden de regeling van den uitvoer van bloembollen in werking treedt met ingang van 20 Ja nuari 1933. Voortgezet getuigenverhoor Op 9 Maart van het vorige jaar werd een overval gepleegd op de 84-jarige weduwe Pee lers, die in de Westerstraat woont. De vrouw kreeg van een man, die onder een voorwend sel ln de woning wist binnen te komen, plot seling met een stuk ijzer een klap op het hoofd. Zij gilde luidkeels om hulp, waarop de man vluchtte. Twee dagen later werd een 38-jarige behan ger gearresteerd, verdacht den overval te heb ben gepleegd. Hij werd door de rechtbank ver oordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. De man hield zijn onschuld vol en kwam van het von nis in hooger beroep. Bij de behandeling voor het Hof vorderde de procureur-generaal bevestiging van het von nis. Bij interlocutoir vonnis van 15 December j.l. bepaalde het Hof, dat nog eenige getuigen dienden te worden gehoord. Het vreemde in de geschiedenis was n.l., dat een der hoofdgetuigen, een vrouw, die tegen over het bewuste perceel woont en die den da der uit het huis had zien komen, pas twee da gen later aangifte van haar bevindingen was komen doen. Zij had gezien, dat een man uit het huis rende en de buurvrouw gillende in de deur kwam. Deze kroongetuige hield pertinent vol, dat verd. de bewuste man was, die den overval had gepleegd. Gisteren werd een rechercheur gehoord, die de bewuste kroongetuige kende. Volgens hem maakte de vrouw zich graag verdienstelijk en interessantnaar zijn meening was de vrouw een babbelkous. Getuige had haar dikwijls op bet bureau gezien, en toen hij pas bij de po litie was, had hij gedacht, dat de vrouw hij de politie hoorde. De verdediger mr. Heeg „U hebt toch te genover mij gesproken over „hallucinaties" van de vrouw Getuige „Neen, dat weet ik pertinent, dót woord heb ik niet genoemd." Vervolgens wordt commissaris Pijper ge hoord. Ook hij weet te vertellen, dat de vrouw graag praat en herhaaldelijk rechercheurs aan klampte. Dat zij onbetrouwbaar was, kon ge tuige niet zeggen President mr Jolles „Het is toch wel vreemd, dat de vrouw, die zóó graag praat, over dit ernstige feit twee volle dagen tegen een ieder heeft gezwegen en pas toen verd. werd gearresteerd, is zij met haar verhaal ge komen." Commissaris Pijper „Dat is inderdaad vreemd." President: „Zelfs tegen haar moeder, die naast haar voor het raam zat, heeft zij ge zwegen." Mr. Heeg (tot get.) „Hebt U haar niet een hysterica genoemd Getuige „Ik geloof niet. dat ik het woord hysterisch heb gebruikt. Maar zij zou wel een hysterica kunnen zijn zonder een fantaste te zijn." Een volgende getuige een rechercheur kende de kroongetuige ook. Ook deze getuige houdt den president voor, dat de vrouw, die direct met verhalen bij de politie zat, nu twee dagen had gewacht. De rechercheur vonddlt niets vreemd „Zoo iets gebeurt dikwijls. President mr. Jolles„Is er ook niet een ander spoor geweest, dat naar Den Helder voerde Commissaris Pijper geeft hierover eenige In lichtingen. Uit het verhaal blijkt, dat de Hel- dersche politie met de Amsterdamsche heeft getelefoneerd. Een Amsterdamsch Inspecteur had toen ge zegd: „We hebben den dader al. hij is door minstens twintig personen herkend". De in den Helder gearresteerde man was toen weer losgelaten. Naar aanleiding van een getuigenverklaring merkt de president tegen verdachte op: „U bent al eens ontslagen pn rechtsvervolging. U was toen ergens eed' trap opgeslopen; er werden toen ook sleutels op u gevonden". Verdachte: „Dat is waar, maar ik heb nog nooit iemand geslagen, laat staan een vrouw. Die vrouw, de hoofdgetuige, die liegt De kroongetuige, de bewuste buurvrouw, treedt nu weer voor het getuigenhekje om nog eens nader aan den tand te worden gevoeld. Luidkeels en met nadruk legt de juffrouw den eed af. „Ik wensch kortaf op uw vragen te ant woorden, maar meer ook niet, ik maak me zoo zenuwachtig President: „Wist u direct z'n naam, toen u hem uit het huis zag komen?" Getuige: „Jawel, ik ken meer van die be ruchte menschen in de straat". President: ,.U bent, zeker wel naar het huis van juffrouw Pieters gegaan toen de politie kwam?" Getuige: „Neen"! President: „Toen de fotograaf kwam?" Getuige: „Neen!" President: „Maar u hebt niets gezegd aan de politie en n bent toch heelemaai niet afkeerig van de politie." Getuige: ..Mag dat niet meneer?" President: „U was de eenige die wist. wie het was en u zweeg; dat was toch niet aardig". Getuige: „Ze behandelen mij ook wel eens niet aardig". President: „Na de oproeping in de couran ten ging u wel naar de politie, waarom niet direct?" De juffrouw begint dan een uitvoerig ver haal over haar bezoek aan het politiebureau. President (tot get.): „U kwam daar wel meer. nietwaar?" Getuige: „U doet net. of ik er geregeld op theevisite kom!" Vrijdag had ze gezien, dat de verd. was ge arresteerd en per auto naar het bureau werd gevoerd; dat was drie dagen na den overval. Zaterdag was ze pas naar het bureau gegaan en had ze den naam van verd. genoemd. Pres.: „Maar bij dat eerste verhoor heht u toch den naam niet genoemd, waarom niet?" De juffrouw windt zich meer en meer op: zoo nu en dan valt zij heftig en zonder aanlei ding tegén den verdediger uit. President: Onder eede verklaart u direct zijn naam te hebben geweten, toen hij uit het huis kwam rennen?" Getuige: „Het is hem heusch, hij heette Ber- tus en hij was getrouwd met Appolonia". Verdachte: „U bent de grootste leugenaar ster, die er bestaat". President (tot get.): „Kunt u verd. op een afstand van 45 M. herkennen, zóó ver woont u van het huis van juffrouw Pieters". Getuige: „Oh ja, den vorigen keer, in de pau ze, bent u in de Westerstraat geweest, toen ik thuis kwam, zei moeder: „Jolles is er geweest" (gelach). Een verwarde en hevige discussie tusschen de juffrouw en verd. is het besluit van het verhoor. Na nog eenige onvriendelijke opmerkingen aan het adres van de pers te hebben gelanceerd verdwijnt de juffrouw. (Wordt vervolgd.) Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de Indische begrooting voor 1933 wordt het volgende ontleend: De woorden in de jongste Troonrede aan de overzeesche gewesten gewijd, achtten verschei dene leden gezien den buitengewonen ernst van den toestand, waarin die gewesten thans verkeeren, wei zeer sober. Het beleid van den minister Vrij algemeen was men van oordeel, dat er geen aanleiding bestond, bij deze gelegenheid een afzonderlijke beschouwing te wijden aan het beleid van den Minister, nu naar alle waar schijnlijkheid binnen betrekkelijk korten tijd aan zijn langdurige werkzaamheid als zoodanig een eind zal komen. Gezien deze omstandig heid kan worden volstaan met te constateeren, dat dit beleid bij verschillende groepen der Volksvertegenwoordiging een zeer uiteenloo- pende beoordeeling vindt. Intusschen zal, naar werd opgemerkt zeker niemand dezen bewinds man een groote kennis van zaken en een veel zijdige ervaring ontzeggen, al werd het in de laatste jaren wel meer als een bezwaar gevoeld, dat de ervaring welke de minister zich per soonlijk in Indië verwierf, niet meer aan de tegenwoordige toestanden aldaar aansluit. In deze laatste opmerking werd aanleiding gevonden tot het uitspreken van den wensch. dat bij een nieuwe formatie met de leiding van het Departement van Koloniën iemand zal wor den belast, die goed bekend is met het Indië van den jongsten tijd. Het beleid van den G. G' Voor het uitspreken van een oordeel over het beleid van den gouverneur-generaal achtten zeer vele leden het thans niet het geschikte oogenblik. Verscheidene andere leden, die niet wilden ontkennen, dat de G. G. van Ned. Indië ln de tegenwoordige omstandigheden een schier bo- venmenschelijke taak heeft te vervullen, meen den toch niet te mogen nalaten uiting te geven aan hun bezwaren tegen het beleid van den tegenwoordigen Landvoogd. In hun oog vormt het beleid van dezen titularis een zuivere reactie op dat van zijn voorganger. Uit zijn geheele optreden blijkt, dat hij zich niet vol doende indenkt in den aard en zich niet genoeg verplaatst in de denkwijze van hen, die hij ge roepen is te besturen. Deze leden meenden het als een ernstige fout der regeering te moeten blijven beschouwen, dat voor dit ambt de keuze op dezen persoon is gevallen. Van verschillende zijden werd gewezen op de toenemende ontevredenheid in den Volks raad over de geringe mate, waarin de regeering met het gevoelen van dat College rekening houdt. De financieele toestand. Vele leden waren onder den indruk van den zeer ongunstigen financieelen toestand, waarin Indië verkeert. Verscheidene leden hadden niet zonder be zorgdheid kennis genomen van het voornemen der regeering „de op den weg van uit- gavenvermindering uitgezette mijlpaal van 400.000.000" naar een lager gelegen punt te plaatsen. Aan den eisch. dat op een nog lager niveau op korten termijn een sluitende begroo ting wordt verkregen, zou niet kunnen worden voldaan, zonder zoodanig te bezuinigen, dat zulks met afbraak gelijk zou staan. Een aantal dezer leden waren van oordeel, da.t het gewé-nscht is. de invoering der maat regelen, welke bestemd zijn om het tekort op de begrooting te doen verdwijnen, over een aantal jaren te verdeelen, opdat het Overheids apparaat niet in te snel tempo worde ingekrom pen waardoor aan de belangen der bevolking onherstelbare schade zou worden toegebracht. Verscheidene leden gaven blijk een anderen kijk op den toestand der Indische financiën te hebben. Ook zij achtten dien verre van roos kleurig. Zij meenden echter, dat er ook geen reden is zich daarover bovenmate ongerust te maken. De contingenteering van tex tielgoederen. Wat betreft het vraagstuk der economische samenwerking tusschen Nederland en Indië, gaven verscheidene leden onder wie er waren, die de samenstelling der desbetreffende com missie niet gelukkig oordeelden en op grond daarvan weinig resultaat van haar arbeid ver wachtten. sis hun meening te kennen, dat bet noodzakelijk is, dat allereerst de vraag zal wor- den onderzocht, of een contingenteering van textielgoederen in Ned. Indië ai dan niet ge- wenscht is. De noodtoestand waarin de textiel industrie in Twente op dit oogenblik verkeert, doet het gewenscht zijn, dat in dit opzicht zeer spoedig een beslissing wordt genomen. Verscheidene andere leden, die niet wilden ontkennen, dat de toestand der hierbedoelde industrie niet minder dan onrustbarend is, meenden ernstig tegen een contingenteering van textielgoederen door Ned. Indië te moeten waarschuwen. Zij achtten bet niet geoorloofd, de reeds op de arme inlandsche bevolking druk kende zware lasten nog te vermeerderen ter wille van Nederlandsche belangen. Bovendien mag niet worden voorbijgezien, dat het nemen van tegenmaatregelen door Japan voor de hand ligt. Deze leden gaven ln overweging, de Twent sche Industrie op andere wijze te steunen, bijv, door haar in staat te stellen, door reconstructie harer bedrijven zich meer toe te leggen op het vervaardigen van fijnere goederen, welke Ja pan tot dusver in veel geringere mate produ ceert. Ook werd bet denkbeeld geopperd, steur c« verleenen aan de overbrenging van de T ent- sche Industrie naar Indië. Onze handelspolitiek' Verscheidene leden drongen er op aan, dat krachtiger, dan tot heden het geval was, de afzet van voor export bestemde producten zal worden bevorderd. Indien daarvoor een wijzi ging van de handelspolitiek noodig zou zijn zou daarvoor niet mogen worden teruggedeinsd. Dubbeldaagsche verbinding van Rotterdam op Parijs hersteld. Overeenkomstig de winterdienstregeling van het luchtverkeer zal het K. L. M.-vliegtuig van 12.45 uur uit Amsterdam naar Parijs met in gang van 16 Januari a.s. wederom te Rotter dam landen. Het vertrek uit Rotterdam is be paald op 12.20 uur, aankomst te Parijs om 15.10 uur. Hiermede is ook de dubbeldaagsche verbin ding van Rotterdam op Parijs hersteld. - i s

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3