BEDENKELIJKE UITINGEN
WOENSDAG 11 JANUARI 1933
LOURDES' A. S. JUBELFEEST.
DE PAUSELIJKE LEGAAT.
DE GROOTERE SNELHEDEN BIJ NA DEN ZWOLSCHEN BRAND.
DE SPOORWEGEN.
Grooter comfort.
DE
LOONSVERLAGING
SPOORWEGEN
BIJ DE
Het standpunt van St. Raphael.
HET CONFLICT IN 'T CONFECTIE
BEDRIJF.
IIET NEDERLANDSCHE BOEKHUIS.
Gemeenteraad debatteert over
de brandweer.
UITVOER BLOEMBOLLEN.
BELEID VAN MINISTER EN G. G.
OORDEEL VAN DE TWEEDE
KAMER.
Nederl.-Indië en de Twentsche
textielindustrie.
LUCHTVERKEER OP PARIJS.
Als voorzitter van de R.K. Volkspartij
heeft de heer C. D. Wesseling op 18 Dec. j.l.
een rede gehouden te Amsterdam.
Het is .moeilijk te polemiseeren met hee-
ren,. die zich voortdurend voorstellen als
martelaren en intusschen zelf over geloofs-
genooten vonnissen vellen, waarvan men te
kijken staat. Zij .drukken zich daarbij uit
in een taal, waarin het geloof op griezelige,
haast blasphematorische wijze wordt mis
bruikt. Wij gevoelen, dat dit een ernstige
beschuldiging is, maar om te bewijzen, dat
wij niet overdrijven drukken wij hier een
zeer groot deel af van 's heeren Wesseling's
rede, precies zooals zij in het orgaan der
Volkspartij staat. De speker zei volgens dat
verslag
Het lijkt wel, of veel kapelaans liever
'n stem voor Ruys winnen dan een zieltje
voor Christus. Maar Christus zal niet vra
gen, of ge op Mr. Ruys of op Mr. Arts ge
stemd heht, wel of ge met uw stembiljet Zijn
heilige zaak gediend hebt. De H. Kerk is
geen N.V. tot exploitatie van H. Missen en
offerblokken, maar een Coöperatie van alle
geloovigen. Alle menschen zijn voor Christus
gelijk. Zalig spreekt Hij de armen van geest
en hen, die vervolging lijden om de recht
vaardigheid. De armen moeten voorgaan en
vooraan zitten. Ook in de Kerken. Armen
zult gij altijd bij u hebben, zei Christus.
Welnu, zoo lang er armen zijn, zal de R.K.
V.P. haar taak hebben, om die voor Christus
te winnen en te houden. Onze politiek rust
op onzen godsdienst. Zij is bijna zelf een
godsdienst. Men kan niet Roomsch zijn in
den biechtstoel en liberaal in het stemhokje.
Dat is onze grootste grief tegen Aalberse,
Goseling c.s. Zij maken van de Kath. politiek
een slap aftreksel van een neutraal alge
meen christendom.
Het bloed, dat Chr. vergoten heeft, was rood
bloed. Roomsche politiek moet Roomsche
eiscben niet uit den weg gaan of op zolder
opbergen terwille van Calvinistische en Libe
rale bondgenooten. Als er weer 'n Eucharis
tisch Congres is in Amsterdam, willen wij
Christus Eucharisticus ronddragen onder het
volk. Als onze Missionarissen in Indië rond
trekken, moeten ze niet aan een politie-agent
naar den weg hoeven te vragen. Als niet alle
wereldconferentiën willen mislukken, moet
onze Regeering zorgen, dat de Paus er bij is.
Als armen Christus' broeders zijn, dan moe
ten wij dezen in liefde opzoeken. Maar niet
landstorm en burgerwacht van nieuwe gewe
ren voorzien en het proletariaat op kapotte
schoenen laten loopen. En het tuberculeuze
kind ontijdig laten crepeeren. Wij kunnen
beter herstellingsoorden dan kazernes bou
wen. En liever scholen dan gevangenissen.
Voor het volkskind is het beste nog niet goed
genoeg. De hersenkast van het kind en niet
de brandkast van den vader moet over zijn
lot beslissen.
Wij hebben maling aan den gaven gulden,
zoolang wij onze H. Hostie nog hebben.
Dat iB i.e.w. kath. politiek, de politiek van
de R.K.V.P.
Men smaalt ons als 'n kleine partij, 'n par
tijtje. Waarom Heeft de minderheid per sé
ongelijk Hier past maar één verweer
Maakt de R.K.V.P. groot en men zal U eer
en aanzien verschaffen.
Laat U intusschen niet ontmoedigen. Chris
tus stichtte zijn Kerk met 12 Apostelen en
daar was nog 1 Judas hij. Ds. Kersten liet
heelemaai in z'n dooie eentje in '26 de beele
heilige Coalitie springen. Als er volgend jaar
maar één Volkspartijer in de Tweede Kamer
komt, zet hij het heeie Binnenhof overeind
Rij zal zóó vaak en zóó hard op het geweten
van de grootste fractie hameren, tot zij zich
eindelijk bekeeren zal.
Haar tijd is voorbij. Dertig jaren de mach
tigste partij te zijn geweest, is haar naar
hét hoofd gestegen. Sterke beenen, die de
weelde kunnen dragen. Hannibal's leger
scharen verweekelijkten en verwijfden in de
weelderige kampementen van Capua (215
vóór Chr.). Attila, de koning der Hunnen,
die heel de toen bekende wereld onderwierp,
stierf op zijn bed, toen hij een groot feest
maal voor Ildico. een lichtekooi had aange
richt, ongeveer 450 na Christus.
Met haar kapitalisme en militairisme ver
raadt de R.K.8.P. Christus. Voor brandkas
ten ,en machinegeweren is Christus niet den
dood ingegaan. Zijn sterven heeft ons allen
vrijgemaakt, niet alleen de bezitters der
a-srdsche rijkdommen. Wij zijn arm, laten
wij arm blijven. Een rijkaard zal 't Konink
rijk der Hemelen nog moeilijker binnengaan,
dan 'n kameel door 't oog van 'n naald. Maar
de H. Thomas leerde ons al, dat een beetje
welvaart 'n goed middel is, om gemakkelijker
het hemelsch vaderland te bereiken.
Dat is het tweede doel van onze politiek
welvaart voor het heele volk. Niet alleen
voor oorlogslndustrieelen, munitiefabrikan-
i ten bankdirecteuren. Ook voor den nijveren
s land- en tuinbouwer visscher en veefokker,
den middenstander en het overheidsperso-
®®el- Ruys is echter niet tevreden voor hij
bet grootste deel van 't volk tot paupers en
^edeelden heeft gemaakt. In, het .Onze Vader
den wij wel; „Heer, geef ons heden ons
ege ijksch brood" maar niet „Excellentie,
FnS<f v.t VancIaaS de Steun in Natura".
heb nemen zelfs R.K. arbeiderslelders
p aa s Jn <Je commissie-Lambooy. Zij zal de
haar dagelijksch menu voor
schrijven. Het zal n-el meest uit bruine boo-
nen en eenheidsworst bestaan.
Boven deze rede prijkt een portret van
den spreker, die daar wordt beschreven als
„democraat van geboorte" wiens werkzaam
heden hem een inzicht Gn Grvaring hebben
verschaft, „die hem onder de politici van
de eerste orde een onbetwistbare plaats
doen innemen
Indien de zaak niet zoo ernstig was, zou
men dergelijk geschrijf zonder meer op zij
schuiven. Het is echter vrijwel onduldbaar,
dat de heer Wesseling op dergelijke wijze
het geloof misbruikt.
Dit is geen gebruik meer: het is een wal
gelijk schermen met woorden over de ver-
hevenste geheimen van onzen godsdienst. Zij
teekenen den spreker allesbehalve als een
„politicus van de eerste orde". Zijn woor
den naderen bedenkelijk het demagogisch
genre, dat een dominee Kersten beoefent.
Wij zullen de rede van den heer-Wesseling
niet geheel op den voet volgen, maar ons
®°t een enkel punt beperken.
De heer Wesseling weet heel goed, dat op
heffing van het processie-verbod allerminst
zou beteekenen, dat overal in de openlucht
Sacramentsprocessies zouden worden gehou
den. Dit is een zaak, welke de Kerkelijke
Overheid aangaat.
De heer Wesseling weet, dat hij een vol
komen onjuiste voorstelling geeft van het
principieel verwerpelijke art. 1 it als hij dit
op „Indië" laat slaan. Heel Java b.v. valt
daarbuiten.
De heer Wesseling weet, dat de Neder-
Jandsche Regeering geen alléén-zeggen
schap heeft over de al of niet toelating van
den Paus op internationale conferenties en
hij schijnt art. 24 van het tractaat van Late-
ranen te vergeten krachtens hetwelk de H.
Stoel zich zelf vrijwillig groote reserve heeft
opgelegd.
De heer Wesseling weet, dat instrumenten
tot handhaving van rust en orde noodig zijn
en dat onrust en wanorde juist de armen in
veel ongunstiger conditie zouden brengen.
Zijn griezelige vergelijking voorbijgaande,
constateeren wij even, dat het verlóren gaan
van den gaven gulden weer de ergste ellende
juist aan de armen en arbeiders zou bren
gen.
De heer Wesseling weet, dat hij de Ka
tholieke Staatspartij gruwelijk onrecht aan
doet door haar te bespreken zooals hij zich
dit veroorloofde en dat het blaaskakerij is
te suggereeren als kon één dissidente afge
vaardigde van welke partij ook „het
heele Binnenhof overeind zetten". Zeker, ds.
Kers'ten kon de laatste parlementaire regee
ring vernielen zooals elk klein kind een huis
in brand kan steken. Maar het kleine kind
bouwt geen huis.
Wat Sint Thomas leerde, behoeft de Ka
tholieke Staatspartij van den heer Wesseling
niet te vernemen, en dat zij er-naar streefde
welvaart voor 't, heele volk te brengen, weet
ieder, die haar werk onbevooroordeeld wil
gadeslaan. Maar de heer Wesseling vergeet,
dat juist de regeering-Ruijs met groote
steunwetten kwam voor den landbouw, den
tuinbouw, de visscherij, de veehouderij. Hij
weet, dat het een Katholiek minister was,
die een instituut voor den middenstand
stichtte; hij weet, dat het de Katholieke
fractie was, die verleden jaar de salarisver
laging voor het overheidspersoneel drie
maanden lang kon tegenhouden en dat zij
zulk een verlaging dit jaar weer hielp ver
zachten. Hij weet ook zeer goed, dat zijn
voorstelling van de commissie-Lambooy
door en door valsch is deze commissie
onderzoekt een zeer moeilijk probleem, dat
ook de vrijz. dem. prof. Josephus Jitta vol
komen de aandacht waard achtte en zijn
sneer aan het adres der Katholieke arbei
dersleiders is volkomen ongemotiveerd.
Wij kunnen niet altijd elke bewering van
den heer Wesseling weerleggen en wij ge-
looven, dat zelfs onze eenvoudigste arbeiders
het gehalte ervan naar waarde zullen weten
te wegen. Maar deze „feestrede" scheen ons
toch even de moeite der ontleding waard.
En wij vragen ons in gemoede af of een man
als professor Veraart werkelijk meent, dat
ons katholieke volk met „leiders" als de heer
Wesseling nu inderdaad het beloofde land
zal bereiken.
Wij kunnen ons althans niet voorstellen,
dat deze Delftsche hoogleeraar een meer dan
weerzinwekkend gesol als met den gaven
gulden naast de H. Hostie ook maar in de
verste verte kan goedkeuren.
De heer Wesseling schijnt behoefte te
hebben aan een haast theatraal gemanoeu
vreer met zijn katholiciteit., terwijl hij op
een ander moment wederom een hartstoch
telijk beroep doet om deze buiten den
strijd te laten: „doe geen moord, zelfs geen
leed aan Katholieke zielen!"
Wil de heer Wesseling zijn katholiciteit,
demonstreeren, hij heeft daartoe een zeer
gemakkelijk middel: bij gedrage zich over
eenkomstig de zoo nadrukkelijk gegeven,
door geen tendentieuze exegese te ontkrach
ten vermaning van de kerkelijke overheid,
om de politieke eenheid onder de Neder -
landsche katholieken te handhaven.
Dan zal hij ook geen reden meer kunnen
vinden om zich te beklagen over moeilijk
heden met heeren pastoors naar aanleiding
van „intenties", die rechtstreeks tegen het
verlangen van de kerkelijke overheid ingaan.
Men seint ons uit Rome:
Z. H. de Paus benoemde tot Zijn legaat bij
de a.s. feesten te Lourdes den aartsbisschop
van Besangon, Z. H. Em. kardinaal Binet.
In een schrijven, dat Z. H. Em. kardinaal
Pacelli dezer dagen, namens den H. Vader, aan
mgr. Gerlier, bisschop van Tarbes en Lourdes,
richtte, herinnert de Pauselijke staatssecreta
ris aan de buitengewone vereering van den
Opperpriester voor de Onbevlekte, aan zijn be
zoeken aan de Massabiellerots in 1893 en in
1921.
Dringend beveelt de H. Vader aan, dat niets
worde nagelaten, om de glorie van dezen 76sten
jaardag van Maria's verschijning te doen uit
stralen over heel de wereld.
„Meer dan ooit heeft de menschheid Maria's
bescherming noodig en het lijdt geen twijfel:
de hulde, Maria te Lourdes gebracht en de
smeekbeden, welke in Haar genade-oord zullen
opklinken, zullen aan de tobbende wereld de
sterkte brengen en die herrijzingskracht, welke
zij in onze dagen zoo zeer behoeft".
DE ZETEL VAN DE KATHOLIEKE VROUW
IN DE TWEEDE KAMER.
(Ingezonden).
Gaarne vul ik ter voorkoming van misver
staaiden het ingezonden stukje uit het nummer
van Maandag even aan:
Om de vrouwen candidaat te stellen is noo
dig, dat een lid op de kiesvereeniging haar
naam noemt, en die candidatuur door minstens
een tiende deel der aanwezigen wordt gesteund.
Zijn er bijvoorbeeld vijfhonderd leden aanwezig
(zooals in Delft het geval was) dan dienen
minstens vijftig der aanwezigen die candida
tuur te stemmen.
1-Iet ingezonden stukje meldt enkel, dat het
voldoende is, wanneer tien der aanwezige leden
een candidatuur steunen. Men heeft blijkbaar
daar slechts rekening gehouden met de verga
deringen, die maar door honderd, of minder
leden worden bezocht.
U dankend voor de plaatsruimte
C. M. P. H.
Naschrift der redactie. Om geheel
volledig te zijn en een nieuwe aanvulling te
vermijden, vermelden we even, dat ook buiten
de vergadering der kiesvereeniging en door
leden van kiesvereenigingen, behoorend tot den-
zelfden kieskring, tot en met 15 Januari aan
wijzingen van candidaten kunnen geschieden
(art. 12 kiesreglement).
Deze aanwijzingen moeten onderteekend zijn
door ten minste 25 leden van kiesvereenigin
gen, indien zij één candidaat betreffen en door
ten minste 50 leden indien zij meer dan één
(met max. van 5) candidaten betreffen.
DE OVERVAL lfs Uh WESTERSTRAAT
TE AMSTERDAM
De betonnen fundeering voor den tweeden oprit van de nieuwe brug in den Muidcr-
straativeg is gereed.
Een Diesel-electrische dienst met ingang
van 1 Mei 1934 op de hoofd-
baanvakken
Het „Hbld." meldt nadere bijzonderheden om
trent de wijze, waarop de Nederlandsche Spoor
wegen de snelheid op sommige hoofdbaanvak
ken tot boven 100 km denken op te voeren,
waarover reeds vroeger is bericht. Het ligt n.l.
in de bedoeling over te gaan tot invoering van
een diesel-electrische tractie op groote schaal,
ten einde tot een beteren dienst voor het rei
zend publiek te komen. Zoo mogelijk zal dit
nieuwe verkeersmiddel ingaande zomerdienst
1934 in dienst worden gesteld, voorloopig op
de lijnen RotterdamUtrecht, Den Haag
Utrecht, AmsterdamUtrechtArnhem en
UtrechtDen BoschEindhoven. Met behoud
van de internationale treinen en enkele stoom
treinen voor groot-afstandsverkeer zal met de
diesel-electrische treinen op deze baanvakken
in uurdienst worden gereden. De snelheid zal
voorloopig 100 km per uur bedragen, ook door
het groot aanzetvermogen gelijk aan dat der
electrische treinen zal derijduur worden
bekort. De treineenheid zal bestaan uit een drie
wagentrein, (drie klasgekoppelde rijtuigen op
vier draaistellen) met 160 zitplaatsen (48
tweede klas en 112 derde klasse plaatsen). Voor
drukkere treinen worden twee eenheden ge
combineerd (zeswagentrein
De rijtuigen zullen volgens het stroomlijn-
type zeer licht worden gebouwd. Gezorgd
wordt voor comfortabele, ruime zitplaatsen,
een rustigen zoo geruiscbloos mogelijken gang.
terwijl ook verder aan het publiek zooveel
mogelijk comfort geboden zal worden. Zoo zal
voor kunstmatige ventilatie in de rijtuigen en
warmwater in de waschgetegenheden worden
gezorgd en zal de verwarmiug door voorver
warmde lucht met automatisch werkende tem-
peratuurregelaars geschieden.
Naar „Het Rechte Spoor" meedeelt, luidt het
advies van -het hoofdbestuur van St. Raphael
inzake de voorloopige regeling tusschen direc
tie der Ned. Spoorwegen en Personeelraad be
treffende de loonsverlaging als volgt:
„Het Hoofdbestuur, zich teu volle bewust van
zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de
aan zijn leiding toevertrouwde belangen der le
den, heeft, na ampele en nauwkeurige overwe
ging van alle omstandigheden, welke bij de be
oordeeling in aanmerking genomen moeten wor
den, besloten, den leden uit volle, ernstige
overtuiging te adviseeren, de. tusschen de direc
tie en den Raad voorloopig getroffen regeling
te aanvaarden".
De Afdeelingsbesturen van St. Raphael zullen
een vergadering houden op Woensdag 25 Jan.
a.s. te Utrecht om 10.45 uur In Gebouw K. en
W. aan de Mariaplaats.
Een brief van den werknemersbond aan
de vereeniging van confectie-
fabrikanten.
Men meldtt ons uit Amsterdam:
Nadat het hoofd- en afdeelingsbestuur van
den bond in de kledingindustrie Maandagavond
een vergadering heeft gehouden, kwamen gis
terenmiddag onder leiding van dit bestuur de
stakende personeelen in vergadering bijeen.
Besloten ls, aan de vereeniging van confec-
tiefabrikanten een brief te zenden, bevattend
het voorstel om, hangende het conflict, met elk
der bij deze staking betrokken werkgeefsters
onder aanwezigheid van een of meer vertegen
woordigers van de beide besturen en in tegen
woordigheid van terzake kundige delegaties uit
de personeelen een bijeenkomst te houden. In
die bijeenkomst zal onderzocht en behandeld
moeten worden de eventueel® loonsverlaging
die de stukloonwerkers en -werksters in 1932
door serieverschuiving of door het stellen van
hoogere werkeisc.hen hebben gekregen.
Wanneer de feiten te dien aanzien zijn vast
gesteld, zal het bestuur van den werknemers
bond in eigen kring en daarna met de perso
neelen een beslissing nemen.
Het bestuur verklaarde zich voorts bereid,
het in den brief vervatte standpunt nader mon
deling toe te lichten.
Afschrift van het schrijven zal gezonden
worden aan den Rijksbemiddelaar.
Filiaal te Bandoeng.
Het filiaal te Bandoeng van het Ned. Boek
huis te Tilburg, dat ongeveer een jaar geleden
daar werd gevestigd door den heer Venema,
heeft zich in dien korten tijd zoo uitgebreid,
dat het betrekken van een nieuw kantoor nood
zakelijk werd. Dit nieuwe kantoor aan de Oud-
Merdika is door Mgr. Goumans, in tegenwoor
digheid van een kring van belangstellenden, in
gezegend.
Na dé inzegening sprak mgr. woorden van
waardeering voor den ondernemingsgeest van
den heer Venema. Hij hoopte, dat het Boekhuis,
zoowel voor de familie van nut moge wezen als
voor zijn prefectuur en voor geheel Indië.
De gemeenteraad van Zwolle heeft Maandag
avond z. h. st. aangenomen een voorstel van B.
en W. om een crediet van 750 beschikbaar
te stellen tot verbetering van de brandweer
kazerne en om B. en W. te machtigen tot aan
koop van een nieuwe autobrandspuit. Aan dit
besluit is vooraf gegaan een langdurig debat
over de organisatie en uitrusting van de vrij
willige brandweer in verband met den grooterr
brand die verleden week 't Dominicanenklooster
verwoestte. Alle fracties waren het erover eens,
dat bij dezen brand duidelijk gebleken is, dat
de Zwolsche vrijwillige brandweer onvoldoende
is voor den tegenwoordigen tijd en voor de
uitgebreidheid van de stad waar tevens de
talrijke bruggen een groote handicap vormen,
paardoor is het onmogelijk een plaats te vin
den vanwaaruit alle stadsdeelen te bereiken zijn
zonder groote kans op vertraging door open
gedraaide bruggen.
De heer mr. G. Baron van Voorst tot Voorst
(R.ICSt.P.) opende het debat en diende een
voorstel in de thans bestaande vrijwillige brand
weer een kern, bestaande uit politiemannen,
op te leiden tot beroepsbrandweer.
De heer ds. Valeton (C.II.) wees erop, dat
men sedert 1922 spreekt over reorganisatie der
brandweer maar dat er zelfs nog steeds geen
rapport over verschenen is. Spr. vond, dat een
goede organisatie op de eerste plaats noodig
is. Ondanks al den toegewijden arbeid der
brandweermannen haperde er bij den klooster-
brand iets aan de technische leiding. Ook is
het niet voldoende dat men de spuiten kan
aansluiten op de waterleiding, die niet voldoen
de druk kan geven. Er moet worden gezorgd
voor brandputten daar waar open water ont
breekt
De heer Vos (A.R.) bracht hulde aan de
brandweer voor haar prestaties. Dat sommige
bladen haar in een hoek trapten vond spr. niet
in den haak.
De heer Troostwijk (V.B.) drong aan op
hetere kazerneering en aanschaffing van meer
materiaal. Bij den kloosterbrand is het niet
gegaan zooals het behoorde vooral in het be
gin. Er moet daarom ook een beter alar-
meeringssysteem komen.
De heer v. d. Vegt (ex. S.D.A.P.) citeerde cri-
tieken op de brandweer uit enkele kranten.
De heer Leusink (S.D.A.P.) woes erop. dat
de brandweer ook op de hoogte moet zijn van
bouwconstructies. Daarom zouden brandweer
lieden gereerut^erd moeten worden uit gemeen
tebeambten en werklieden die daar verstand
van hebben.
De heer Ilaen (R.K. ST.P.) achtte meer ma
teriaal dringend noodig. De kloosterbrand heeft
bewezen, dat er b.v. te weinig laddermateriaal
was. Een groote fout blijft spr. het vinden, dat
de autospuit van Zwollerkerspel niet terstond
is te hulp geroepen. Het personeel was niet
voldoende .bedreven.
De heer Diender (S.D.A.P.) wees erop, dat
de brandweer was ingeslapen, omdat zij niet
op geregelde tijden werd opgeroepen bij wijze
van oefening. Als er iederen dag een brand was
dan zou Zwolle wel een goede brandweer krij
gen!
Wethouder Teliegen (R.K. ST.P.) consta
teerde, dat het materiaal goed had gewerkt bij
den kloosterbrand. Gefaald heeft echter de or
ganisatie en de alarmeering der brandweer
mannen. Spr. wil allereerst goede kazerneering.
De burgemeester ontkende, dat de autospuit
van Zwollerkerspel te Iaat zou zijn gerequireerd.
Men kan de brandweer uit een andere gemeente
ni|t alarmeeren vóór men zelf den brand heeft
overzien. Er was geen sprake van naijver. De
critiek. in verschillende bladen uitgeoefend,
heeft spr. zeer gehinderd. Spr. vond, dat op het
terrein van den brand te veel menschen waren
toegelaten, die zich met het blusschingswerk
bemoeiden. De allereerste fout, dte gemaakt is
was deze, dat de brand in het Dominicanen
klooster om 7 uur uitbrak en eerst om kwart
over 7 werd alarm gemaakt, daardoor ging
een kostbaar kwartier verloren.
De heer mr. Brandsma. (R.K. St.P.): Dat is
niet waar. Om kwart over 7 waren de politie-
spuit en een slangenwagen reeds op het ter
rein van den brand.
De burgemeester: Volgens de mij verstrekte
rapporten is wat ik zeg gedecideerd waar. Men
heeft er den spot mee gedreven, dat werd ge
vraagd of het een uitslaande- ofwel een binnen
brand was, maar die vraag is voorschrift. Spr.
bracht hulde aan den burgemeester van Zwol
lerkerspel, die heeft gewerkt als de beste brand
meester. Volgens spr. was de kloosterbrand van
de vorige week niet binnen enge grenzen te
houden geweest.
Tenslotte werd het voorstel-van Voorst tot
Voorst (politiebrandweer als kern voor de vrij
willige brandweer) in handen gesteld van B
en W. ter overweging bij de reorganisatieplan
nen en werd het voorstel van B. en W. (ver
betering van de brandweerkazerne en aankoop
van een nieuwe autospuit) z.h.st. aangenomen.
De schoorsteen omgevallen,
Men meldt ons nog uit Zwolle:
Te midden van de ruïne van het klooster
stond nog de hooge schoorsteen der keuken
overeind, waarover men nog in beraad stond
of men hem al dan niet zou omtrekken. Het
bouwsel heeft de eer aan zich gehouden en
heeft 's nachts uit eigen beweging zijn een
zaam standpunt verlaten. De schoorsteen is
omgewaaid en de brokstukken zijn door het
dak van de priorskamer heengeslagen, welk
vertrek door den brand nog betrekkelijk ge
spaard was, doch thans in een geheel ontred
derden toestand vervallen is.
Bij Kon. besl. van den 27sten December 1932
(Staatsbl. no. 642) is bepaald, dat de wet van
31 December 1931 (Staatsblad no. 575), houden
de regeling van den uitvoer van bloembollen
in werking treedt met ingang van 20 Ja
nuari 1933.
Voortgezet getuigenverhoor
Op 9 Maart van het vorige jaar werd een
overval gepleegd op de 84-jarige weduwe Pee
lers, die in de Westerstraat woont. De vrouw
kreeg van een man, die onder een voorwend
sel ln de woning wist binnen te komen, plot
seling met een stuk ijzer een klap op het
hoofd. Zij gilde luidkeels om hulp, waarop de
man vluchtte.
Twee dagen later werd een 38-jarige behan
ger gearresteerd, verdacht den overval te heb
ben gepleegd. Hij werd door de rechtbank ver
oordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. De man
hield zijn onschuld vol en kwam van het von
nis in hooger beroep.
Bij de behandeling voor het Hof vorderde de
procureur-generaal bevestiging van het von
nis.
Bij interlocutoir vonnis van 15 December j.l.
bepaalde het Hof, dat nog eenige getuigen
dienden te worden gehoord.
Het vreemde in de geschiedenis was n.l., dat
een der hoofdgetuigen, een vrouw, die tegen
over het bewuste perceel woont en die den da
der uit het huis had zien komen, pas twee da
gen later aangifte van haar bevindingen was
komen doen. Zij had gezien, dat een man uit
het huis rende en de buurvrouw gillende in
de deur kwam.
Deze kroongetuige hield pertinent vol, dat
verd. de bewuste man was, die den overval
had gepleegd.
Gisteren werd een rechercheur gehoord, die
de bewuste kroongetuige kende. Volgens hem
maakte de vrouw zich graag verdienstelijk en
interessantnaar zijn meening was de vrouw
een babbelkous. Getuige had haar dikwijls op
bet bureau gezien, en toen hij pas bij de po
litie was, had hij gedacht, dat de vrouw hij
de politie hoorde.
De verdediger mr. Heeg „U hebt toch te
genover mij gesproken over „hallucinaties"
van de vrouw
Getuige „Neen, dat weet ik pertinent, dót
woord heb ik niet genoemd."
Vervolgens wordt commissaris Pijper ge
hoord. Ook hij weet te vertellen, dat de vrouw
graag praat en herhaaldelijk rechercheurs aan
klampte. Dat zij onbetrouwbaar was, kon ge
tuige niet zeggen
President mr Jolles „Het is toch wel
vreemd, dat de vrouw, die zóó graag praat,
over dit ernstige feit twee volle dagen tegen
een ieder heeft gezwegen en pas toen verd.
werd gearresteerd, is zij met haar verhaal ge
komen."
Commissaris Pijper „Dat is inderdaad
vreemd."
President: „Zelfs tegen haar moeder, die
naast haar voor het raam zat, heeft zij ge
zwegen."
Mr. Heeg (tot get.) „Hebt U haar niet een
hysterica genoemd
Getuige „Ik geloof niet. dat ik het woord
hysterisch heb gebruikt. Maar zij zou wel een
hysterica kunnen zijn zonder een fantaste te
zijn."
Een volgende getuige een rechercheur
kende de kroongetuige ook. Ook deze getuige
houdt den president voor, dat de vrouw, die
direct met verhalen bij de politie zat, nu twee
dagen had gewacht. De rechercheur vonddlt
niets vreemd „Zoo iets gebeurt dikwijls.
President mr. Jolles„Is er ook niet een
ander spoor geweest, dat naar Den Helder
voerde
Commissaris Pijper geeft hierover eenige In
lichtingen. Uit het verhaal blijkt, dat de Hel-
dersche politie met de Amsterdamsche heeft
getelefoneerd.
Een Amsterdamsch Inspecteur had toen ge
zegd: „We hebben den dader al. hij is door
minstens twintig personen herkend".
De in den Helder gearresteerde man was
toen weer losgelaten.
Naar aanleiding van een getuigenverklaring
merkt de president tegen verdachte op: „U
bent al eens ontslagen pn rechtsvervolging.
U was toen ergens eed' trap opgeslopen; er
werden toen ook sleutels op u gevonden".
Verdachte: „Dat is waar, maar ik heb nog
nooit iemand geslagen, laat staan een vrouw.
Die vrouw, de hoofdgetuige, die liegt
De kroongetuige, de bewuste buurvrouw,
treedt nu weer voor het getuigenhekje om nog
eens nader aan den tand te worden gevoeld.
Luidkeels en met nadruk legt de juffrouw den
eed af. „Ik wensch kortaf op uw vragen te ant
woorden, maar meer ook niet, ik maak me zoo
zenuwachtig
President: „Wist u direct z'n naam, toen u
hem uit het huis zag komen?"
Getuige: „Jawel, ik ken meer van die be
ruchte menschen in de straat".
President: ,.U bent, zeker wel naar het huis
van juffrouw Pieters gegaan toen de politie
kwam?"
Getuige: „Neen"!
President: „Toen de fotograaf kwam?"
Getuige: „Neen!"
President: „Maar u hebt niets gezegd aan de
politie en n bent toch heelemaai niet afkeerig
van de politie."
Getuige: ..Mag dat niet meneer?"
President: „U was de eenige die wist. wie
het was en u zweeg; dat was toch niet aardig".
Getuige: „Ze behandelen mij ook wel eens
niet aardig".
President: „Na de oproeping in de couran
ten ging u wel naar de politie, waarom niet
direct?"
De juffrouw begint dan een uitvoerig ver
haal over haar bezoek aan het politiebureau.
President (tot get.): „U kwam daar wel
meer. nietwaar?"
Getuige: „U doet net. of ik er geregeld op
theevisite kom!"
Vrijdag had ze gezien, dat de verd. was ge
arresteerd en per auto naar het bureau werd
gevoerd; dat was drie dagen na den overval.
Zaterdag was ze pas naar het bureau gegaan
en had ze den naam van verd. genoemd.
Pres.: „Maar bij dat eerste verhoor heht u
toch den naam niet genoemd, waarom niet?"
De juffrouw windt zich meer en meer op:
zoo nu en dan valt zij heftig en zonder aanlei
ding tegén den verdediger uit.
President: Onder eede verklaart u direct zijn
naam te hebben geweten, toen hij uit het huis
kwam rennen?"
Getuige: „Het is hem heusch, hij heette Ber-
tus en hij was getrouwd met Appolonia".
Verdachte: „U bent de grootste leugenaar
ster, die er bestaat".
President (tot get.): „Kunt u verd. op een
afstand van 45 M. herkennen, zóó ver woont u
van het huis van juffrouw Pieters".
Getuige: „Oh ja, den vorigen keer, in de pau
ze, bent u in de Westerstraat geweest, toen ik
thuis kwam, zei moeder: „Jolles is er geweest"
(gelach).
Een verwarde en hevige discussie tusschen
de juffrouw en verd. is het besluit van het
verhoor.
Na nog eenige onvriendelijke opmerkingen
aan het adres van de pers te hebben gelanceerd
verdwijnt de juffrouw. (Wordt vervolgd.)
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over de Indische begrooting voor 1933
wordt het volgende ontleend:
De woorden in de jongste Troonrede aan de
overzeesche gewesten gewijd, achtten verschei
dene leden gezien den buitengewonen ernst
van den toestand, waarin die gewesten thans
verkeeren, wei zeer sober.
Het beleid van den minister
Vrij algemeen was men van oordeel, dat er
geen aanleiding bestond, bij deze gelegenheid
een afzonderlijke beschouwing te wijden aan
het beleid van den Minister, nu naar alle waar
schijnlijkheid binnen betrekkelijk korten tijd
aan zijn langdurige werkzaamheid als zoodanig
een eind zal komen. Gezien deze omstandig
heid kan worden volstaan met te constateeren,
dat dit beleid bij verschillende groepen der
Volksvertegenwoordiging een zeer uiteenloo-
pende beoordeeling vindt. Intusschen zal, naar
werd opgemerkt zeker niemand dezen bewinds
man een groote kennis van zaken en een veel
zijdige ervaring ontzeggen, al werd het in de
laatste jaren wel meer als een bezwaar gevoeld,
dat de ervaring welke de minister zich per
soonlijk in Indië verwierf, niet meer aan de
tegenwoordige toestanden aldaar aansluit.
In deze laatste opmerking werd aanleiding
gevonden tot het uitspreken van den wensch.
dat bij een nieuwe formatie met de leiding van
het Departement van Koloniën iemand zal wor
den belast, die goed bekend is met het Indië
van den jongsten tijd.
Het beleid van den G. G'
Voor het uitspreken van een oordeel over
het beleid van den gouverneur-generaal achtten
zeer vele leden het thans niet het geschikte
oogenblik.
Verscheidene andere leden, die niet wilden
ontkennen, dat de G. G. van Ned. Indië ln de
tegenwoordige omstandigheden een schier bo-
venmenschelijke taak heeft te vervullen, meen
den toch niet te mogen nalaten uiting te geven
aan hun bezwaren tegen het beleid van den
tegenwoordigen Landvoogd. In hun oog vormt
het beleid van dezen titularis een zuivere
reactie op dat van zijn voorganger. Uit zijn
geheele optreden blijkt, dat hij zich niet vol
doende indenkt in den aard en zich niet genoeg
verplaatst in de denkwijze van hen, die hij ge
roepen is te besturen.
Deze leden meenden het als een ernstige fout
der regeering te moeten blijven beschouwen,
dat voor dit ambt de keuze op dezen persoon
is gevallen.
Van verschillende zijden werd gewezen op
de toenemende ontevredenheid in den Volks
raad over de geringe mate, waarin de regeering
met het gevoelen van dat College rekening
houdt.
De financieele toestand.
Vele leden waren onder den indruk van den
zeer ongunstigen financieelen toestand, waarin
Indië verkeert.
Verscheidene leden hadden niet zonder be
zorgdheid kennis genomen van het voornemen
der regeering „de op den weg van uit-
gavenvermindering uitgezette mijlpaal van
400.000.000" naar een lager gelegen punt te
plaatsen. Aan den eisch. dat op een nog lager
niveau op korten termijn een sluitende begroo
ting wordt verkregen, zou niet kunnen worden
voldaan, zonder zoodanig te bezuinigen, dat
zulks met afbraak gelijk zou staan.
Een aantal dezer leden waren van oordeel,
da.t het gewé-nscht is. de invoering der maat
regelen, welke bestemd zijn om het tekort op
de begrooting te doen verdwijnen, over een
aantal jaren te verdeelen, opdat het Overheids
apparaat niet in te snel tempo worde ingekrom
pen waardoor aan de belangen der bevolking
onherstelbare schade zou worden toegebracht.
Verscheidene leden gaven blijk een anderen
kijk op den toestand der Indische financiën
te hebben. Ook zij achtten dien verre van roos
kleurig. Zij meenden echter, dat er ook geen
reden is zich daarover bovenmate ongerust te
maken.
De contingenteering van tex
tielgoederen.
Wat betreft het vraagstuk der economische
samenwerking tusschen Nederland en Indië,
gaven verscheidene leden onder wie er waren,
die de samenstelling der desbetreffende com
missie niet gelukkig oordeelden en op grond
daarvan weinig resultaat van haar arbeid ver
wachtten. sis hun meening te kennen, dat bet
noodzakelijk is, dat allereerst de vraag zal wor-
den onderzocht, of een contingenteering van
textielgoederen in Ned. Indië ai dan niet ge-
wenscht is. De noodtoestand waarin de textiel
industrie in Twente op dit oogenblik verkeert,
doet het gewenscht zijn, dat in dit opzicht zeer
spoedig een beslissing wordt genomen.
Verscheidene andere leden, die niet wilden
ontkennen, dat de toestand der hierbedoelde
industrie niet minder dan onrustbarend is,
meenden ernstig tegen een contingenteering
van textielgoederen door Ned. Indië te moeten
waarschuwen. Zij achtten bet niet geoorloofd,
de reeds op de arme inlandsche bevolking druk
kende zware lasten nog te vermeerderen ter
wille van Nederlandsche belangen. Bovendien
mag niet worden voorbijgezien, dat het nemen
van tegenmaatregelen door Japan voor de hand
ligt.
Deze leden gaven ln overweging, de Twent
sche Industrie op andere wijze te steunen, bijv,
door haar in staat te stellen, door reconstructie
harer bedrijven zich meer toe te leggen op het
vervaardigen van fijnere goederen, welke Ja
pan tot dusver in veel geringere mate produ
ceert.
Ook werd bet denkbeeld geopperd, steur c«
verleenen aan de overbrenging van de T ent-
sche Industrie naar Indië.
Onze handelspolitiek'
Verscheidene leden drongen er op aan, dat
krachtiger, dan tot heden het geval was, de
afzet van voor export bestemde producten zal
worden bevorderd. Indien daarvoor een wijzi
ging van de handelspolitiek noodig zou zijn
zou daarvoor niet mogen worden teruggedeinsd.
Dubbeldaagsche verbinding van Rotterdam
op Parijs hersteld.
Overeenkomstig de winterdienstregeling van
het luchtverkeer zal het K. L. M.-vliegtuig van
12.45 uur uit Amsterdam naar Parijs met in
gang van 16 Januari a.s. wederom te Rotter
dam landen. Het vertrek uit Rotterdam is be
paald op 12.20 uur, aankomst te Parijs om
15.10 uur.
Hiermede is ook de dubbeldaagsche verbin
ding van Rotterdam op Parijs hersteld.
- i s