UIT BIADEM Eli
TIJDSCHRIFTEN
©TUKKEN
DINSDAG 17 JANUARI 1933
DE „STILLE OMGANG" TE
HAARLEM.
Herdenking van het zilveren
hestaansfeest van het
Genootschap.
Warme belangstelling van
Mgr. Aengenent.
ONTDUIKING BENZINEBELASTING
DRIE INBRAKEN.
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN.
KINDEREN OVERREDEN.
VERDRONKEN.
DOOR EEN AUTO OVERREDEN EN
GEDOOD,
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
a-#)
LIBERALISME EN GODSDIENST
HOE KARDINAAL VAN ROSSUM
DUITSCH LEERDE.
„NEBELSPALTER".
Onder zeer veel belangstelling, van welke al
lereerst die genoemd moet worden van Z. H.
Exc. den Bisschop van Haarlem, Mgr. J. D. J.
Aengenent, heeft het Genootschap „De Stille
Omgang te Haarlem Zondag zijn zilveren he
staansfeest gevierd.
Des morgens werd in de parochiekerk van
den H. Joannes den Dooper, een pontificale H.
Mis tot intentie der leden gecelebreerd en des
middags werd, in tegenwoordigheid van den
Bisschop, in het Gemeentelijk Concertgebouw
een feestvergadering gehouden, welke zeer goed
bezocht was.
Bij zijn intreden in de zaal werd Mgr. onder
leiding van den heer Paul Broerse het „Ecce
Sacerdos toegezongen, waarna de voorzitter
van het Genootschap, de heer J. A. Albers, al
len welkom heette, in het bijzonder Mgr. en
vertegenwoordigers van het Genootschap uit an
dere plaatsen.
De feestrede werd gehouden door den direc
teur van het feestvierende Genootschap, den
Zeereerw. heer F. Roovers.
Deze wees allereerst op den grooten rijkdom,
welken de Katholieken bezitten in de H. Eucha
ristie, herinnerde aan het H. Mirakel te Am
sterdam en schetste den groei van het Genoot
schap. Het applaus dat op de schitterende rede
volgde, groeide uit tot een ware ovatie.
Huldiging jubilarissen.
Acht en twintig leden van het jubileerende
Genootschap vierden hun zilveren feest als lid
en werden nu voor hun trouwe lidmaatschap
gehuldigd. Pastoor Roovers sprak hen op waar-
deerende en sympathieke, wijze toe.
Aan alle jubilarissen werd vervolgens een
geschenk aangeboden, in den vorm van een
plaquette met de afbeelding van het H. Mirakel
te Amsterdam.
Verschillende felicitaties.
Namens de afdeeUng Amsterdam bracht de
heer L. v. d. Broeke, die gelukwenschen aan de
Jubileerende vereeniging over.
De heer Baart, vertegenwoordiger van Alk
maar, propageerde in zijn gelukwensch het
maken van den Stillen Omgang naar Alkmaar.
Ook de afdeeling Gouda bood haar gelukwen-
schen aan door middel van haar vertegenwoor
diger.
Rede van den Bisschop.
Onder applaus nam nu Z. H. Exc. de Bisschop
het woord Mgr. Aengenent wees er op, dat nem
vanzelf in de gedachte komt de herinnering aan
een anderen omgang, acht dagen geleden, in de
millioenenstad Berlijn, een omgang van ten
gere meisjes, van wie velen uit Haarlem. Het
was geen stille omgang, maar een met ont
plooide vanen en met geestdrift bij haar, die
deelnamen aan dezen omgang in Duitschlands
hoofdstad.
Al verschillen zij uiterlijk, in wezen verschil
len zij niets, omdat beide omgangen zoeken te
bevorderen de eer van God.
Aan die fiere, dappere en moedige meisjes
hiengt Mgr. gaarne hulde en hij brengt haar
den dank over van Berlijn's Bisschop yoor haar
ijver en haar stichtend voorbeeld. Aan den dank
van Mgr. Schreiber verbindt Mgr. ook den
dank van alle aanwezigen hier, want Mgr. is
er zeker van, dat allen daarmede accoord gaan.
Op die meisjes, die Jesus openbaar uitdragen
in een millioenen stad, zal men kunnen bouwen.
Zij zullen later worden de goede huismoeders,
die op haar beurt haar kinderen voor God op
voeden.
Maar vandaag is het de dag van den Stillen
Omgang. Hier zijn honderden mannen, bezield
met denzelfden moed als de tengere meisjes,
om straks opnieuw in Amsterdam, maar dan
in stil gebed, te getuigen van het geloof aan
Jesus in het H. Sacrament.
Mgr. verheugt zich daarover en ook over de
heerlijke wijze, waarop het zilveren feest ge
vierd is. Als God reeds in het Oude Verbond
zalig prees het volk, dat feestvierde, hoeveel
te meer mag Mgr. dan zalig prijzen het volk,
dat feestviert ter eere van Jesus in het H. Sa
crament
Mgr. wees op de liturgie van heden, als het
ware in het teeken der feestviering van het
Genootschap.
Mgr. verheugt zich over den bloei van het
Genootschap in het Bisdom, speciaal ook in
de Bisschopsstad. Dat is een heerlijke geloofs
uiting. Ook de uitbreiding buiten het Bisdom
geeft reden tot vreugde.
Nu het aardsche brood velen zoo karig toe
bedeeld wordt, kunnen wij niet dankbaar ge
noeg zijn, dat God zoo'n heiligen honger geeft
naar het Wonderdadige Brood, dat zoo heerlijk
versterkt.
Mgr. wenscht tenslotte, dat dit jaar zeker
2000 man uit Haarlem met den Stillen Omgang
meegaan. Dan gaf Mgr. allen Zijn Bisschoppe-
lijken zegen.
Met „Aan U, o Koning der Eeuwen" werd de
feestvergadering besloten.
Mild vonnis.
De Haagsehe politierechter mr. Feith behan
delde gisteren de zaak tegen de gebroeders Ph.
J. en F. de B., uit Zoeterwoude, die terecht
moesten staan wegens ontduiking der benzine
belasting. Beide verdachten waren niet ver
schenen.
Hun was ten laste gelegd dat zij in Januari
1932 bij het in werking treden der benzine
belastingwet een hoeveelheid benzine in totaal
29.100 liter wegende 21.205 K.G., waarvoor' een
bedrag van 1272 aan belasting verschuldigd
was, opzettelijk niet hebben aangegeven. Bo
vendien was de aangifte van den voorraad ben
zine geschied door den boekhouder, die daartoe
niet bevoegd was.
Als getuige in deze zaak werd o. a. gehoord
de verificateur der belastingen te Leiden,
Hobst, die o. m. verklaarde dat op 31 Dec. 1931
aan het station Roosendaal een tankwagen in
houdende 20.700 liter, was ingeklaard voor de
firma de B. Deze wagen is via het station H.
IJ. S. M. Leiden naar het station aan den
I-I? ag weg overgebracht, alwaar zich de tank
van de firma bevond. Doordat de wagen met
een slang aan de tank was verbonden, werd
da hoeveelheid benzine als één geheel be
schouwd. Door den eigenaardigen vorm van de
tank, waarvan de wanden bolvormig waren,
leverde de opmeting van den voorraad moeilijk
heden op. Getuige was er evenwel in geslaagd
de juiste hoeveelheid te bepalen, en had hier
voor een compliment van den politierechter
in ontvangst te nemen.
De Rijksadvocaat mr. Veegens betoogde, dat
men hier met een zeer ernstige ontduiking te
doen had, waarvan de vaststelling groote moei
lijkheden had opgeleverd. Waar de aangever
niet bevoegd was, moest worden aangeno
men, dat er in het geheel geen aangifte was
gedaan. Het geconstateerde niet aangegeven
kwantum is 29.100 L. of 21.200 K.G., waarvoor
een bedrag van 1272 is te vorderen, en de
boete derhalve het vijfvoud of 6360 zou be
dragen.
Verdachten hebben evenwel hun fout goed
gemaakt door later een juiste aangifte te doen,
zoodat spr. tegen ieder van hen ISO boete
vorderde.
De politierechter legde aan Ieder een boete
van 200 op, subs. 50 dagen hechtenis.
Twee arrestaties.
Zondagavond omstreeks 7.45 uur bleek, dat
Ingebroken was in 'n perceel aan 't Charlotte
de Bourbonplein te 's Hage. De diadens waren
binnengekomen aan de achterzijde door een
poort, welke niet was gesloten en vervolgens
door de keuken, waarvan de deur evenmin op
slot was. In de slaapkamer is alles overhoop
gehaald. Uit een kleerkast in de voorkamer
wordt een lederen handtasch met ongeveer 3
aan kleingeld vermist, alsmede een gouden
dames-horloge.
Denzelfden avond te circa elf uur werd aan
de Politie een inbraak gemeld in een perceel
aan den Benoordenhoutscheweg. Hier waren de
daders binnengekomen door verbreking van een
ruit aan de voorzijde. Zij hebben het pand aan
de achterzijde verlaten. Ook hier werd alles
overhoop gehaald. Vermist wordt slechts een
bedrag van ongeveer 12. In verband met
laatstbedoelde Inbraak heeft de recherche om
half twee 's nachts in de Bankastraat aange
houden den 41-jarigen los werkman H. L. van
de Hooftskade en den 27-jarigen Iob werkman
F. F. v. d. M„ wonende in de Bankastraat. Bei
den zijn terzake in bewaring gesteld. Te midder
nacht werd gerapporteerd, dat ingebroken was
in een perceel aan den Loosduinscheweg. De
dader bleek door openslulting van de straat
deur te zijn bninengedrongen. Een geldkistje
inhoudende ongeveer 65 wordt vermist.
BRANDEN.
Te Nederweert is dg boerderij bewoond door
den landbouwer A. M. in de buurtschap Bos-
serstraat geheel afgebrand. De oogst en nage
noeg de geheele inboedel, alsmede de landbouw
gereedschappen werden een prooi der vlammen
Een zeug met zeven biggen kam in het vuur om,
terwijl vier varkens en een koe wegens opge-
loopen brandwonden moesten worden afge
maakt. Boerderij en inboedel waren verzekerd
Oorzaak onbekend.
Te Hengelo (G.) is gistermorgen de boer
derij van G. op Eist door het omvallen van een
petroleumlamp totaal afgebrand.
Een varken verbrandde. Alles is verzekerd
NEDERLANDSCHE LINOLEUM-
PRIJZEN VERLAAGD.
Met 10 a 15 pCt. en meer.
De Nederlandsche Linoleumfabriek Krommenie
en de Engelsche fabrieken, aangesloten bij de
British Association, hebben met ingang van
heden hun prijzen verlaagd.
De prijzen van inlaid linoleum zijn voor som
mige soorten met 10 pet. en voor andere soorten
met 15 pet. verlaagd.
Voor de bedrukte linoleum,1 die speciaal voor
huishoudelijk gebruik wordt toegepast, is de
prijsverlaging bijzonder groot. Zij is voor be
drukte linoleum grooter dan voor de inlaid
linoleum.
Einde der vorige week werd te Beuningen
bij Nijmegen de schooljongen A. M. bij het
uitgaan der school door een auto aangereden.
De jongen kreeg een schedelbreuk en is gis
termorgen, zonder tot bewustzijn te zijn ge
komen, overleden.
Op de Schans te Huizum bij Leeuwarden is
het tienjarig zoontje van den aannemer Bloem
hof van een zandwagen gevallen niet het nood
lottig gevolg, dat de wielen hem over het
lichaam gingen. Zwaar gewond werd het
knaapje opgenomen en naar het Diaconessen-
ziekenhuis overgebracht
Te Garijp bij Leeuwarden is het achtjarig
zoontje van den veehouder Zijlstra onder een
mestwagen gekomen en ernstig gewond aan
hoofd en lichaam naar het ziekenhuis te
Leeuwarden vervoerd waar de jongen ter ver
pleging is opgenomen.
DE VERDUISTERING BIJ HET
ISR. WEESHUIS TE LEIDEN.
Naar wij vernemen zal als verdediger van
den heer E. V., die gearresteerd is in verband
met verduistering ten nadeele van bet Israëli
tisch Weeshuis te Leiden, optreden mr. Em.
Hertzberger te Den Haag.
INBRAAK.
In den winkel van heerenmode-artikelen van
den heer C. te Kerkrade is Zaterdagnacht in
gebroken. De dief verschafte zich toegang tot
de woning door een luchtkoker en waagde een
sprong van ruim 3 meter. Hij opende de deu
ren niet valsche vleutels en verdween met
medeneming van 3 A 400 gulden door de
werkplaats, die hij weer zorgvuldig afsloot.
Vingerafdrukken werden niet gevonden.
De politie nam een door den dief achterge
laten looper in beslag. De dienstbode had des
ochtends den diefstal bemerkt. Voor jaren
yerd la dezelfde zaak ingebroken.
BRANDSTICHTING DOOR EEN
VELDWACHTER.
De Hooge Raad heeft gisteren verworpen het
cassatieberoep van G. J. A„ gewezen chef-veld
wachter te Zetten, die door het Gerechtshof te
Arnhem tot 1 jaar gevangenisstraf is veroor
deeld wegens brandstichting in zijn woning.
Zaterdag is een 45-jarige man met zijn fiets
nabij de Abstederbrug te Utrecht in den Tol
steegsingel gereden. Nadat voorbijgangers hem
op bet droge hadden getrokken, werd geruimen
tijd kunstmatige ademhaling toegepast, doch
de levensgeesten bleken reeds geweken.
Gistermorgen ie onder Krabbendijke zekere
H. uit Kruiningen door een personen-auto aan
gereden en opslag gedood.
Volgens ooggetuigen heeft de bestuurder geen
schuld.
De „Snip (thuisreis) is gisteren te Jodhpur
geland.
De „Pelikaan" (uitreis) is gisteren te Cairo
aangekomen.
o 1
„ALGEMEEN"
Over het karakter van den „Algemeenen"
omroep, naar welks uitzendingen iedereen vol
gens „de Avondpost" kan luisteren zonder zich
„bestreden" te voelen, geeft de heer G. J.
Zwertbroek, secretaris van de Vara volgende
kantteekening
De A.V.R.O. doet nooit een uitzending die
maar eventjes een bepaald ideëel, econo
misch of maatschappelijk karakter draagt,
of zij is vrijzinnig-liberaal getint. Uitzendin
gen van socialistisch, katholiek of protes
tant-christelijk karakter doet de A.V.R.O.
nooit. Zij wil dat wel doen, zegt zij, maar
deze volksgroepen vertrouwen haar dat niet
toe. En daarom doet ze het niet.
Dit niet-doen van socialistische, katholieke
of protestantsch christelijke uitzendingen
door de A.V.R.O. is volkomen in den geest
van de liberalen en vrijzinnig-democraten.
Het wei-doen van bepaalde uitzendingen van
liberaal karakter door de A.V.R.O. is even
eens in hun geest. Alleen, zij noemen deze
„algemeen". Als prof Verrijn-Stuart b.v. in
bet algemeen programma van de A.V.R.O
loonsverlaging bepleit, dan is dat volkomen
in den geest van de liberale gedachte, zelfs
van de liberale politiek van tegenwoordig,
maar zélf noemen zij zulk een lezing „weten
schap". We hebben echter niet te maken met
wat voor naam iemand aan een lezing of
opvatting geeft, maar met het feit, dat de
geestelijke overeenstemming van de A.V.R.O.
met de vrijzinnigen er in alle opzichten is.
In wat de A.V.R.O. nalaat en in wat de
A.V.R.O. doet en in de personen van hen
die de A.V.R.O. aanhangen en verdedigen.
KATHOLIEKEN-VREES
De vrees van „Het Vaderland" het blad
van den liberaalsten aller liberalen nog wel
dat op den vacanten zetel van den vice-presi
dent van den Raad van State een katholiek
zou plaats nemen, terwijl er toch al een ka
tholieke minister-president en een dito voor
zitter der Tweede Kamer is welke vrees
door de eveneens liberale „Avondpost" werd
gedeeld, geeft een andere meer liberaal-voe-
lende redactie n.l. de Prov. Groniagische Ort.
aanleiding tot den volgenden commentaar:
Wij kunnen de bezwaren onzer beide
Haagsehe collega's niet deelen. Afgezien
van het feit, dat wij, voor den gang van za
ken in ons land, de beide Kamer-president
schappen nu niet van zulk eminent belang
kunnen achten in anderen dan formeelen
zin, achten wij ons toch wel in zooverre vrij
van den blijkbaar onuitroeibaren kleinpoli-
tieken geest, die op iederen candidaat voor
een overheidsambt onmiddellijk het etiket
der politieke, kerkelijke en maatschappelijke
beschouwing pleegt te plakken, waarbij dan
nog een soort laten wij het mogen noe
men Katholiekenvrees komt, waarvan wij
ons ten eenenmale vrij weten.
Natuurlijk huldigen wij onze eigen maat
schappelijke inzichten, die ons er toe zouden
brengen ons bijvoorbeeld te verzetten tegen
een benoeming van regeerders, die zóó an
ders-geaard en aan onze overtuiging vijan
dige beginselen omtrent de maatschappe
lijke structuur huldigden, dat wij van hun
werkzaamheid ernstig nadeel voor land en
volk zouden verwachten. Maar waarlijk of
nu de voorzitters van onze Kamers beiden ka
tholiek, of liberaal, of anti-revolutionair
zijn, of de vice-president van den Raad van
State vrijzinnig-democraat, of christelijk-his-
torisch of neutraal is, het kan ons, om het
zeer gemeenzaam uit te drukken, „geen steek
schelen".
Wat ons belang inboezemt is slechts dit
is de benoeming de bekwaamste, waarover
men onder de gegeven omstandigheden be
schikken kan Welnu, hij neme zijn belang
rijken post in, ongeacht 't feit, bij welke par
tij bij is aangesloten, welke levensbeschou
wing hij huldigt, welke kerk hij bezoekt, mits
hij zich slechtsverdienstelijk make jegens
de volksgemeenschap.
Wij weten, dat dit, ons standpunt, een vol
slagen „minderheids-opvatting" is, dat men
aan onze meening een groote mate van na
ïveteit niet zal ontzeggen en dat de histo-
risch-gegroeide opvattingen in dezen, die
wij niet anders dan als zinlooze vooroordee-
len kunnen zien, zóózeer bezit van onze va-
derlandsche geesten en harten hebben ge
nomen, dat 5e strijd daartegen een min of
meer windmolenachtig aspect heeft.
Niettemin is het wellicht nuttig, indien
men weet, dat er toch nog wel enkelen ln
den lande zijn, die gruwen van deze klein
geestige etiketteeringen.
Is de heer Van Nispen tot Sevenaer de
bekwaamste kracht, beschikbaar om den door
het overlijden van den heer Van Lynden
van Sandenburg open gekomen zetel te be
zetten
Welnu, dat hij er op plaats neme
VIA „NEUTRAAL" NAAR ROOD
Wij lezen in „Het Huisgezin":
In de Sociaal-Democraat deelt de heer C.
Ham mee, dat in zijn woonplaats een neutrale
hond van tuinders is opgericht, en hij vindt
het verstandig met neutraal te beginnen:
„bijna elke vakbond begon zoo".
In het hoofdbestuur van den neutralen
bond Zit al een sociaal-democraat en ln al de
afdeelingen zijn sociaal-democratische tuin
ders dqorgedrongen.
Opmerkelijk noemt de heer Ham het ver
der, dat de besprekingen op de congressen
onder leiding van sociaal-democraten staan.
Men lette op deze tactiek.
Onder groot misbaar heeft men getracht
en tracht men nog, de boeren en tuinders
uit de principieele organisaties weg te lok
ken.
Met de leuze van een „groen front", een
eenheidsfront van alle boeren, één machtige
organisatie die al wat boer was zou omvat
ten, is hard gewerkt.
En wat blijkt nu
Dat de sociaal-democraten deze „neutrale"
organisatie gebruiken om hun denkbeelden
te Verspreiden en propaganda te maken voor
hun leer.
Gaat het naar hun wensch, dan zal het
„groene front" ten slotte een „rood front"
worden en zullen een aantal boeren en tuin
ders vóór ze het goed weten tot sociaal-de
mocraten zijn bekeerd.
Katholieke boeren zullen niet gemakkelijk
in deze fuik loopen, maar daarom is een nieu
we waarschuwing voor kwasi-neutrale organi
saties niet minder og haar plaats.
DE KATHOLIEKE ONDERWIJZERS
EN ORANJE
In „Het Kath Schoolblad" schrijft de heer
H. G. de Boer, voorzitter van de St. Willibror-
dus-federatie over de viering van het eeuw
feest van Oranje, in welks comité naast de
bisschoppen ook de premier en de president
der Tweede Kamer zitting hebben genomen
naast de groote katholieke organisaties, die
der onderwijzers (Canisius en Willibrordus)
daaronder begrepen.
De bekwame docent, aan wiens rustige en
van zaakkennis getuigende uiteenzettingen op
meer dan één gebied niet weinige voorlichters
een exempel kunnen nemen, vervolgt dan:
Wat zien wij in de figuur van den Prins?
Vooreerst den grondlegger van 'n zejfstan-
dig volksbestaan, dat we vergeten dit niet
ons twee eeuwen en langer verdruk
king heeft gebracht, maar ons, Katholieken,
toch heeft verzekerd een positie, die b.v. on
ze geloofsgenooten in het Katholiek geble
ven Spanje nu nog in de verste verte niet
bezitten.
Vervolgens kunnen wij in den Prins zien
den verdediger van 't beginsel der politieke
verdraagzaamheid. Wij maken scheiding tus-
schen staatkundige en theologische ver
draagzaamheid. De laatste is onaanvaard
baar; de eerste is noodwendig in een land
met gemengde bevolking De Prins huldigde
niet het machiavellistische princiep, dat het
volk den godsdienst moet belijden van den
vorst. Ook hierin was hij zijn tijd vooruit. De
Prins mag niet geïdentificeerd worden met
mannen als Hembyze en Datheen, noch met
zijn broer Jan van Nassau, noch met de wa
tergeuzen of met bandieten zooals Sonoy en
Lumey. Dat eerbiedwaardige mannen als
Musius den marteldood stierven, is niet de
wensch van den Prins geweest. We leeren
onzen kinderen ook anders.
Ten slotte ls de Prins de stamvader
langs de vrouwelijke linie van Haar, die
sinds 1898 ons land bestuurt en in wie wij
Katholieken meer zien dan de voorbeeldige
Christus-belijdende vrouw, maar de draag
ster van het Hoogste Gezag; de vrouw, die
de Kroon niet draagt als een ornament, maar
als een embleem der Koninklijke waardig
heid.
Het lijkt ons toe, dat o.a. deze beweegrede
nen geleid hebben tot de conclusie, dat wij
katholieken met volle gerustheid kunnen
herdenken het feit, dat op 24 April 1533 de
grondlegger der Nederlandsche vrijheid werd
geboren.
De Katholieke Nederlandsche onderwijzer
heeft naar onze bescheiden meening hier
een taak te vervullen. *Met volledige band
having van onze principes, van onzen kijk op
de historie, kunnen wij naar individueel in
zicht aan onze kinderen een min of meer
juist beeld geven van de beteekenjs van
Prins Willem van Oranje, den grondlegger
van ons onafhankelijk Nederlandsche volks
bestaan.
DE WERKLOOZE JEUGD
Uit de a.r. „Rotterdammer":
Verstoorde levensillusie, gebroken verwach
tingen; dat is het gevaar, waardoor de werk
looze jeugd bedreigd wordt; te erger, omdat
men aan alle kanten hoort: voor velen zal
er in de toekomst nimmer werk te vinden
zijn. Een Duitsch bureau voor Conjunctuur-
onderzoek becijferde, dat honderdduizenden
Volwassen arbeiders nooit meer loonenden ar
beid zullen vinden en dat honderdduizenden
jeugdigen nimmer een plaats in het produc
tieproces zullen kunnen bemachtigen. Dè,t
is het troostelooze vooruitzicht.
Daarom valt het niet genoeg te waardee-
ren, dat allerlei instituten en organisaties
zich der jongeren nood aantrekken. Voor al
dien arbeid hebben we groote waardeering;
onverschillig van wie het uitgaat. Zelfs dan,
als we het moeten betreuren, dat de leiding
een richting inslaat, welke de onze niet is
of mag zijn.
We denken hierbij b.v. aan de actie, welke
ontwikkeld wordt door het A. J. C.-bestuur,
de organisatie, waarin de jeugd der S. D.
A. P. georganiseerd is. En we prijzen de
flinke houding van dit bestuur, dat het zoo
zeer van den grooten nood doordrongen was,
dat het subsidie van het crisis-comité voor
zijn arbeid aanvaardde.
De dogmatische S. D. A. P. offert het leven
op aan het starre principe: de overheid moet
subsidie geven en niet een comité. Maar daar
op antwoordt de leiding der jongeren:
„De A. J. C. is van enkele zijden aange
vallen, omdat zij deze gelden, afkomstig uit
particuliere liefdadigheid, heeft aanvaard.
Het hoofdbestuur erkent gaarne, dat het lie
ver de benoodigde gelden uit de Staatskas,
door middel van de landsregeering bad ont
vangen. Het erkent ook gaarne, dat het wei
nig geestdriftig is over de wijze, waarop een
deel van de middelen van het Nationaal
Crisiscomité bijeen worden gebracht.
Evenwel het hoofdbestuur staat op het na
drukkelijke standpunt, dat in het aangezicht
van den nood der icerklooze jeugd geen lie
vere broodjes worden gebakken en propagan
distlsche, radicale frases weinig geschikt zijn
om den oogenblikkelijken nood ook maar in
het geringste te lenigen".
Dat is flinke taal. De nood is te hoog ge
stegen, dan dat men onmisbaar werk zal na
laten, omdat de middelen verkregen worden
op een wijze, welke men principieel en dog
matisch onjuist acht.
We hebben eerbied voor dit werk. Maar
veel liever is ons natuurlijk de arbeid, welke
uitgaat van Christelijke organisaties, omdat
daarbij ook aan het eeuwig heil der jeugd
wordt gedacht.
Tegenover „Het Vaderland", dat het opkomen
in een politiek program voor religie, moraliteit
en gezin „absoluut met de liberale Idee in
strijd" is, houdt „De Avondpost" wij wezen
er reeds op vol, dat aan deze geestelijke
waarden integendeel ook voor de liberalen, die
hun tijd begrijpen, zeer veel gelegen is.
Indien er nu ooit een tijd is geweest, die
schreeuwt, letterlijk schrééuwt, uit het diep
ste van de menschenziel, om de erkenning
en bevordering van religie, moraliteit en
gezin, dan is het toch wel de tegenwoordige,
waarin zooveel geestelijke waarden, die daar
mede verband houden, worden geschonden
en ontwricht.
Wij achten het, in deze tijden, plicht, neen,
roeping óók voor de liberalen om voor die
groote religieuze en ideëele waarden, welke
wij aantoetsten met de woorden godsdienst,
moraliteit, gezin, krachtig op te komen.
Daarom verlangen wij, dat het stembuspro-
De eerste reclameplaat voor de Olym
pische Spelen in 1936, op een tentoonstel
ling te Berlijn.
gram er van zou gewagen. De belangen, met
deze zaken gemoeid, gaan voor ons vèr uit
boven vele andere, die vermoedelijk in het
program wèl opgenomen zullen worden.
Worden zij door de Liberale Staats
partij genegeerd, en zou men zelfs punten
opnemen (wij denken aan den beroepsarbeid
der gehuwde vrouw) die voor één dier voor
naamste geestelijke organen, het gezin, een
bepaalde bedreiging vormen, dan zal het ons
niet mogelijk zijn, ook maar met eenige
geestdrift de liberale candidaten te steunen.
EEN WOORD TOT SOMMIGE
CANDIDATEN
Het „Huisgezin" schrijft:
De candidaten der R.K. Staatspartij voor
de Kamerverkiezingen zijn thans aangewe
zen, zooals de geijkte term luidt.
Nu dit is geschied, willen wij wel uitdruk
king geven aan de hoop,, vermoedelijk door
anderen gedeeld, dat een dozijn of wat der
aangewezenen termen zullen vinden aan het
kringbestuur te berichten, dat zij geen can-
didatuur wenschen te aanvaarden.
Het Kamerlidmaatschap is, we behoeven het
niet nadrukkelijk te zeggen, een zeer moeilijk
ambt, een post die veel vergt en zware ver
antwoordelijkheid oplegt.
Met schroom moeten de candidaten de mo
gelijkheid tegemoet zien, dat zij tot het Ka
merlidmaatschap zullen worden verkoren.
Meer dan ooit klemt dit in dezen tijd, nu
de regeering van welke kleur of samen
stelling ook zal staan voor de grootste
moeilijkheden, nu zij financieele en inter
nationale, economische en sociale kwesties
op haar weg zal ontmoeten, tot welker op
lossing en mede-oplosSing alleen de aller-
bosten mogen worden geroepen.
Kiesvereenigiugen en kiezers zijn vrij om
voor te dragen wié zij geschikt achten,
dit recht zouden wij niet graag verkort of
belemmerd zien.
Maar de aangewezenen zijn vrij, sterker,
verplicht te overwegen, of zij wel al de kwa
liteiten, en die kwaliteiten in een lioogen
graad, bezitten, die de richtige vervulling
van liet Kamerlidmaatschap kunnen waar
borgen.
Het moge den betrokkene aangenaam
stemmen dat medeburgers hem hun vertrou
wen waardig achten en hem naar 's lands
vergaderzaal willen afvaardigen, de aange
wezenen hebben zich zelf nog een anderen
toetssteen aan te leggen: populariteit in een
beperkten of ruimer kring, het feit dat men
een vlot prater is. en zooveel meer stempe
len iemand nog niet van het hout te zijn,
waaruit men Kamerleden snijdt.
Juist in een tijd als de tegenwoordige, nu
niet alleen de neteligste vraagstukken op
ons aanstormen, maar ook de afkeer van de
politiek in breeder lagen om zich heengrijpt,
moeten we feitelijk alleen met superieure
candidaten voor den dag komen, waarbij
met superieur allerminst in de richting van
een bepaalden stand wordt geduid, want de
ervaring heeft bewezen dat ook uit wat men
de volkskringen pleegt te noemen uitsteken
de Kamerleden zijn voortgekomen.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie.)
Haarlem, 10 Januari 1933.
BEDENKELIJKE UITINGEN.
Met stijgende verwondering heb ik gelezen
hetgeen u geciteerd hebt uit de rede van den
heer C. D. Wesseling als voorzitter van de R. K.
Volkspartij te Amsterdam op 18 Dec. 1.1.
Ik ben op politiek gebied een leek, maar als
normaal denkend katholiek kan ik mij de men
taliteit van de R. K. Volkspartijers toch slecht
indenken.
Het is mij te eenenmale onbegrijpelijk, dat een
weldenkend katholiek, en dan nog wel in een
verantwoordelijke positie als de heer Wesseling,
op zoo'n hopelooze, ik zou haast zeggen banale
wijze, door elkaar haspelt politiek, Godsdienst en
priesters en pp zoo'n oneerbiedige wijze ons
Heiligst geloofsgeheim, de H. Eucharistie, durft
betrekken in en naast geld-politiek..
Als men als goede katholiek ook op politiek
gebied zijn prir.cipen voorop wil zetten, dan
moet men in het belang van het algemeen wel
eens een offer brengen aan het eigen „ik". Als
gij, heeren leiders van de Volkspartij, dat niet
kunt, dan zal er een versnippering volgen zon
der einde. Dan zijn er straks naast u weer
anderen die „het anders zien" en ook weer hun
eigen weg gaan, tot schade van de groote zaak
die en u en mij toch na aan 't hart ligt. Van ver
snippering komt versnippering.
Geen blind vertrouwen in eigen inzicht.
Als vele leiders de woorden uit het tweede
hoofdstuk van „de Navolging van Christus":
„Heb geen hoog gevoelen van u zeiven, maar
erken liever uwe onwetendheid. Waarom wilt
gij u boven een ander verheffen, terwijl er vele
gevonden worden, die geleerder zijn dan gij en
beter onderwezen in de Wet Gods?" beter in
practijk brachten, dan zouden alle onderhande
lingen en onderhandelaars m.i. van beteren geest
zijn bezield. Dan was er geen versnippering en
werden vele belangen, ook die van de R. K.
Volkspartij, (maar dan in één verband met de
Staatspartij) veel beter gediend.
Zoo heb ik ook steeds de stemmen van onze
Bisschoppen begrepen.
R. RIJSDIJK.
LUIT .-KOLONEL A. WILKENS. f
Zondagmiddag is in den ouderdom van 58 jaar
te Bergen-op-Zoom overleden luit.-kolonel A.
G. J. C. Wilkens, oud-garnizoens-commandant
te Bergen-op-Zoom en oud-commandant van het
7e reg. veld-artillerie.
DE GENTSCHE FLORALIëN-
GENT, 16 Januari. (R.O.) De officieele
opening van de groote bloemententoonstelling
alhier, de bekende Gentsche Floraliën, op 22
April a.s., zal worden opgeluisterd door de aan
wezigheid van den burgemeester vau Amster
dam, dr. de Vlugt en den voorzitter van den
ParijsChen gemeenteraad, die beiden de gaston
zullen zijn van het gemeentebestuur van Gent.
De lord mayor van Londen is verhinderd de
opening bij te wonen.
DE SCHAPENSTAPEL OP TEXEL.
Met het oog op eventueelen steun aan de
schapenhouderij heeft, zooals gemeld, door het
gansche land een inventarisatie van den scha
penstapel plaats. Op Texel het eiland der
Texelsehe schapen bij uitnemendheid leidde
ze tot deze resultaten: groote der bedrijven:
8247 HA. Aantal schapen niet minder dan 39.210.
DRAMATURGIE VAN SHAKESPEARE.
De heer Balthasar Verhagen, privaat-docent
in de dramaturgie, zal aan de universiteit van
Amsterdam voor studenten en verdere belang
stellenden een serie wekelijksche voordrachten
houden over „Eenige dramatische constructies
van Shakespeare", te beginnen Vrijdag 20 dezer
des n.m. 4 uur.
VERKOOP CONSUMPTIE-IJS EN DE
WINKELSLUITINGSWET.
In de zaak van den banketbakker v. G. te
Monster, die in twee instanties veroordeeld is
wegens het verkoopen van consumptie-ijs bin
nen sluitingstijd, heeft de advocaat-generaal bij
den Hoogen Raad mr. Wijnveldt, overwogen,
dat waar art. 3 lid 1 der winkelsluitingswet
bepaalt, dat de wet niet van toepassing is op
den verkoop en de aflevering van ijs, hieronder
alle ijs, dus ook consumptie-ijs moet worden
volstaan en geconcludeerd tot ontslag van
rechtsvervolging.
Arrest 13 Februari.
DE WAALBRUGWERKEN.
Gisteren is een begin gemaakt met de eerste
werkzaamheden voor den bouw van de vier pij
lers voor de Waalbrug te Nijmegen,
„De Volksmissionaris" publiceert het ver
volg van pater dr. J. Drehmanns' levensschets
van wijlen Kardinaal van Rossum. De oud
secretaris vertelt deze maand van de voorbe
reidingen tot het Weensch Congres, waar onze
Kardinaal pauselijk legaat was.
„Ik heb altijd gezien: waar de meeste moei
lijkheden waren, behaalde de Kardinaal de
schitterendste triomfen. De moeilijkheid, wellce
hem nu het succes in Weenen als onmogelijk
moest doen schijnen was deze: hij kende
geen Duitsch. Wel iets, maar wat hij ervan
wist was eer beletsel dan hulp. Op het Vati-
caan dacht men integendeel, dat de Kardinaal
wel Duitsch kende, steunende op de algemeene
overtuiging der Italianen, dat zij de eenigea
zijn die buiten hun moedertaal geen andera
taal machtig zijn. Een feit was, dat de Kardi
naal geen Duitsch kende. Op het Seminarie te
Kuilenburg, waar hij zijn eerste studies maak
te, was het onderwijs in de levende talen in
dien tijd nog gebrekkig. Later in zijn ver
dere studies ontbrak hem tijd en gelegenheid,
om het ontbrekende aan te vullen, en in Rome
zelf had de Kardinaal ook nooit de noodzake
lijkheid ondervonden van de kennis der Duit-
sche taal.
Voor veertien dagen ontmoette Ik een Duit-
schen Bisschop, groot vereerder van den Kar
dinaal. Hij stond erop mij te vertellen, hoa
hij den Kardinaal het eerst had leeren kennen:
,Dat was op het Congres te Weenen. Ik wag
toen eenvoudig priester, ik had juist de Uni
versiteit af en was professor in mijn semina
rie. Toen ik den Kardinaal gezien had. maar
vooral toen ik hem had gehoord, was ik geheel
door Hem ingenomen: ik voelde als het ware
zijne apostelziel. En, zoo voegde hij erbij, wat
sprak hij prachtig Duitsch". Ik moest even
lachen. „Ja, hernam de Bisschop, heerlijk
Duitsch, zoo zuiver, zoo klankrijk, zoo echt
aangrijpend".
Maar er was heel wat noodig voor het zoo
ver was. Voor het Congres was het voldoende,
dat de redevoeringen in goed Duitsch werden
gehouden, en dat de Kardinaal zooveel wist,
dat hij zich draaglijk kon onderhouden met.
den Keizer, de Aartshertogen en alle waardig
heidsbekleders die in de Keizerstad zouden
samenstroomen. Dit plan werd opgevat en
met ijzeren wilskracht uitgevoerd. Later heeft
de Kardinaal nog zooveel Duitsch geleerd, on
danks zijne jaren, dat hij zéér goed, ook on
voorbereid, in het openbaar kon optreden.
Maar toen beperkte hij zich tot het bereiken
van een doel, dat in twee, drie maanden moest
tot stand komen. En wat wilskracht tot
stand brengthij bereikte volkomen zijn
doel. De redevoeringen werden zorgvuldig
voorbereid en met zijn sehoone, rustige hand
overgeschreven, om daarna te worden onder
worpen aan het oordeel van Prins Hohenlohe,
een Benedictijn, die destijds in Rome pro
fessor was aan de Abdijscholen van Sant*
Anselmo. Het lezen van die redevoeringen
bracht den vromen monnik zoodanig in ver
rukking, dat hij eigenlijk vergat waarvoor hij
was gekomen: de correctie van het Duitsch.
De inhoud had hem zoo geboeid, dat hij da
Duitsche fouten en de Hollandsche zinswen
dingen heelemaal niet had opgemerkt. Want,
zoo luidde zijn oordeel, de Kardinaal heeft
zoo juist den toon getroffen, die in Weenen
moet worden gehoord, dat ik erover versteld
sta. Ook waren er maar betrekkelijk weinig
fouten in, zoodat over het algemeen de oor
spronkelijke opzet en redactie konden bewaard
blijven.
Daarmede was het voornaamste deel der
voorbereiding klaar. Het uur van vertrek (naar
Weenen) kwam nu nader".
„Schaam je je niet, om een kleinen
weerloozen jongen zoo onbarmhartig af te
ranselen Wat moet er uit jou worden V'
„Ik wil meester worden, meneer!"