GROOT PAND ENCOMPLEX
VERWOEST.
üiii
DE HELPENDE HAND
©ONDERDAG 19 JANUARI 1933
HITLER TE GAST BIJ KERRL.
DE NAZIS WILLEN PARADEEREN.
DOELMATIGE ADVERTENT1ËN
GEWELDIGE BRAND IN ROTTERDAMS BINNEN STAD. Tusschen de huizen-silhouetten van Midden steiger, Hoofdsteeg en Rijs tuin laaien de vlammen, die
groote opslagplaatsen van ijzerwaren en tabak hebben verwoest, Links? de brandende gevel van Kramer en Röder. Midden en rechts: het jVuur tusschen de daken*
HOUDT U NIET VAN GRIEZELEN?
SCHADE OVER HET MILLIOEN
GESCHAT.
Vanochtend walmden nog steeds
rookivolken over den
M iddensteiger.
Slachtoffers van den brand die in Hotel
Coomans hun toevlucht zochten.
BERLIJN, 18 Januari. (W. B.) Naar wij ver
nemen, had in de ambtswoning van den presi
dent van den Pruisischen landdag, Kerrl, heden
een politiek diner plaats.
Als gasten waren behalve den president van
den rijksdag Goering en den leider van de
Pruisische landdag-fractie der N. S. D. A. P.,
Kube, ook de nationaal-socialistische partij
leider Adolf Hitler en de industrieel dr. Thys-
sen genoodigd.
Het is heden de eerste maal, dat Hitier loca-
liteiten van den Pruisischen landdag betrad.
Onderhoud van Hitler met
von Papen.
BERLIJN, 18 Januari. (H. N.) Vanmiddag
heeft een onderhoud tusschen von Papen en
Hitier plaats gehad. Ook Goering, de president
van den rijksdag en Kube, de president van
den landdag, waren daarbij tegenwoordig. Men
heeft den indruk, dat het hier besprekingen
geldt om een onderhoud tusschen Hitier en
von Schleicher tot stand te brengen.
BERLIJN, 18 Januari. (W. B.) Naar het
schijnt zijn de pogingen van von Papen, om
Adolf Hitler en rijkskanselier von Schleicher
tot elkaar te brengen, mislukt.
Veelbeteekenend voor de oogenblikkelijke
situatie is, dat heden in kringen der rijks-
regeering opniei ff met nadruk erop gewezen
werd, dat de rijkskanselier ongetwijfeld de vol
macht tot ontbinding van den rijksdag krijgen
zal, als de parlementaire situatie het noodzake
lijk maakt.
Men gelooft ook nauwelijks nog, dat voor de
bijeenkomst van den rijksdag een kabinets
reorganisatie zal plaats hebben.
BERLIJN, 18 Januari. (H. N.) De natlonaal-
socialisten hebben hun voornemen te kennen
gegeven, om Zondag a.s. een legerschouwing op
den Bülowplatz te houden. De communisten
protesteeren daartegen en wijzen erop, dat dit
als een uittarting moet worden beschouwd,
aangezien op den Bülowplatz zich het huis
van de communistische partij bevindt. Zij van
hun kant hebben daarom bij de politie even
eens aangevraagd om Zondag op den Bülowplatz
een betooging te houden.
Wanneer de fabricatie, of
de voorraad uwer artikelen,
den omzet, den verkoop
overtreffen, geeft aan 'n aarie
dan eena de kans U te
helpen, den aftrek uwer
producten te vergrooteo,
Altijd blijft er echter wel wat over, dat nog een
beetje dieper zakt en dat restje is dan tenslotte
voor de diepste diepzee-visschen. Alle plant
aardige en dierlijke substantie, die in het water
valt, gaat dezen zelfden weg op. Eindeloos lang
zaam heeft het zakken plaats en vele gedaante
verwisselingen hebben op de reis naar beneden
plaats. Maar er blijft toch altijd wel wat voor
de diepzee-beesten over en deze hebhen daarmede
de mogelijkheid wat afwisseling op hun dage-
lijksch menu te maken en meteen hun stofwisse
ling wat in de hand te werken.
Opruimingsiverk na den brand, De tabaksvoorraad uit de verbrande opslagplaats
wordt weggehaald.
der vlammen zou worden. Met man en macht
trok de brandweer aan het werk om dit te ver
hinderen. En gelukkige omstandigheid was
het dat het brandende pand allereerst door
een gang en vérvolgens door het oude pand
van den nieuwbouw van de firma Esders ge
scheiden is terwijl deze nieuwbouw voor het
grootste déél door een blinden zijmuur be
grensd wordt.
Met inspanning van alle kraohten Is de
brandweer er in geslaagd het pand van de
firma Esders en daarmee ongetwijfeld meer
dere panden aan de Hoofdsteeg te behouden.
Geweldige verwoesting.
Te één uur bezweek de zijwand van het
pand van de firma Kramer gelegen aan de
zijde van het viaduct en ledereen dacht dat de
voorgevel spoedig zou volgen. Gelukkig is
dit niet gebeurd doch het heeft nog heel wat
tijd gekost om het vuur terug te dwlugen.
Van vier zijden was de vuurhaard toen in
gesloten. Men had voornamelijk rekening te
houden met vier gevaarlijke punten. Een daar
van hebben wij reeds genoemd: het pand van
de firma Esders. De anderen waren de ladder-
fabriek van de firma Verhoeff en de hout
handel van de firma v. d. Ree en Co., gele
gen achter de opslagplaats van de firma Kra
mer. Beide firma's hadden in hun opslagplaat
sen een hoeveelheid brandbaar materiaal lig-
gen genoeg om een heel stadsdeel in brand te
steken. Dan was er de drogisterij van de fir
ma v. d. Berg, waar men ijlings vaten terpen
tijn en zoutzuur uitgesleept heeft en het pan
dencomplex aan den overkant van den Mid
densteiger waar telkens een regen van vonken
op neer daalde. Deze panden heeft men door
enkele slangen wagens nat laten houden.
Prachtig werk.
Specjaal wat betreft de hier bovengenoemde
panden van de firma's Verhoeff en v. d. Ree
hééft de brandweer prachtig werk verricht.
Bij het begin van den brand reeds was het
achterste depl van de fabriek van Verhoeff
door het vuur aangetast doch door snel In
grijpen had men liet begin van brand daar
kunnen blusschen. Een zoon van den heer
Verhoeff heeft daarbij een werkzaam aandeel
gehad. Later dreigde het gevaar dat het vuur
naar deze hoogst gevaarlijke plaatsen zou
overslaan veel sterker en men krijgt respect
voor het gevoerde beleid dat dit tenslotte niet
gebeurd is. Ongetwijfeld zou een catastrophe
het gevolg geweest zijn.
Tabaksopslagplaats in de asch
gelegd.
Niet verhinderd kon worden dat de tabaks-
opslagplaats van de firma Koch en Co. vlak
naast het pakhuis van de firma Kramer ge
legen door het vuur werd aangetast. Toen een
tusschengevel van het pand van laatstgenoem
de firma te ongeveer kwart voor drie Ineen
stortte begaf ook een gedeelte van een muur
van het pakhuis van de firma Koch zich en
in een minimum van tijd stond dit pakhuis
toen ook van voor tot achter in lichte laaie.
Er was geen redden meer aan. Al spoedig
kwam het dak naar beneden en na eenigen
tijd was er van het pakhuis niets meer over
dan een fel brandende puinhoop waaruit een
verstikkende rook van smeulende tabak op
steeg. Het bluschwater dat In deze ruïne ge
spoten werd zag men later in drabbige brui
ne stralen de straat op stroomen. Pogingen
om gedeelten van de partij tabak, die nog
niet door het vuur waren aangetast met be
hulp van zeilen tegen het water te bescher
men Het men al gauw varen. Het was duide
lijk dat ze vruchteloos zouden zijn. Alle tabak
is dan ook verloren gegaan.
Wat vernietigd werd.
Te ongeveer ns'.f vier kon men zeggen dat de
brandweer de situatie meester was. Wel brand
de het in de puinhoopen van de opslagplaatsen
nog fel maar voor uitbreiding van den brand
behoefde men niet meer bevreesd te zijn. Te
gen dat het ochtend werd kon men zoo lang
zamerhand een overzicht krijgen van het ver
nietigingswerk van het vuur. Met hoofdman
Kruis hebben wij een overigens lang niet aan-
genamen tocht gemaakt naar de ruïnes. Het
is ontstellend te zien hoe het vuur huisge
houden heeft. Van de beide groote pakhuizen
der firma's Kramer en Koch is niets overge
bleven dan een wirwar van verkoolde balken
en verbrande goederen. Het voorste gedeelte
van het pand van de firma Kramer is boven
totaal uitgebrand. Voorts zijn de panden van
den kleermaker Blom en den drogist v. d.
Berg aan den Middensteiger, benevens dat van
den opticien Hartog aan de Hoofdsteeg aan
de achterzijde voor een belangrijk deel uitge
brand. Ook een deel van het pakhuis van de
firma Verhoeff is verbrand. Om maar niet te
spreken van de tallooze panden die zwaar
door het bluschwater beschadigd 'zijn. Brand
weerlieden hoorden wij zeggen dat deze brand
in omvang en beteekenis grooter is geweest
dan die bij Piet van Reeuwijk!
De schade hoorden wij op ver over een mil-
lioen gulden schatten.
Rond den brand-
Een volkomen juiste opgave te verstrekken
van de plaats waar al het materiaal gewerkt
heeft is ondoenlijk. Het was op straat een
wirwar van slangen waaruit zelfs geroutineer
de brandweerlieden op den duur geen wijs
meer kodden worden. Genoeg zij te vermelden
dat twéé motorspuiten vlak bij den Toerijs-
tuin zijn opgesteld. Twee andere stonden bij
den hoek van den Rijstuin en den Middenstei
ger en de twee laatsten in de Hoofdsteeg.
De machinale ladder heeft eerst aan de zijde
van de Hoofdsteeg en later aan de zijde van
den Middensteiger gewerkt. De Havendiensten
hadden ligplaats in de Nieuwe Haven gekozen.
Te 1 uur heeft men de bovenleiding van de
tram aan den Middensteiger buiten stroom ge
steld. Vanochtend, toen men nog druk met
de nablussching bezig was kon het tramver
keer echter weer doorgaan.
De nablussching zal vermoedelijk den ge-
heelen dag nog wel in beslag nemen.
Gewonden.
Bij het blusschingswerk hebhen enkele
brandweerlieden meer of minder ernstige
verwondingen opgeloopen. Zoo zijn te onge
veer half 7 drie spuitgasten. Pauwe, Everts en
Huisman in een pand aan den Toerijstuin door
een dak gezakt. Paauwe kwam zeer leelijk
terecht en moest in het ziekenhuis aan den
Coolsingei worden opgenomen. Everts en
Huisman kregen gelukkig slechts lichte ver
wondingen. Zij zijn ter plaatse verbonden. De
E. H. B. O.-organisaties waren als steeds
present.
De belangstelling.
De belangstelling voor dezen brand is zeer
groot geweest. Ver na het middernachtelijk
uur was er nog veel publiek dat door de po
litie, die onder leiding van den hoofd-inspec-
teur, den heer Verlee stond, op een behoorlij
ken afstand gehouden werd. Ook vanochtend
trok de nablussching geweldig veel belang
stelling.
Verschillende autoriteiten gaven voorts
acte de présence, de burgemeester, de weth. de
Jong en de heer de Zeeuw, vele gemeenteraads
leden, de hoofdcommissaris, de heer Sirks, de
commissaris varr de 2e afdeeling de heer
van Gulden, ir. van Dijk, directeur van ge
meentewerken, dr. Hoesen van den Genees
kundigen Dienst, ir. Bruyne, ir. Kohier, ir.
Valderpoort, de heer van 't Sant, hoofdcommis
saris van politie te den Haag en vele anderen.
Vanochtend kwamen een aantal Delftsche
politiebrandweerlieden die de verslagen in de
ochtendbladen gelezen hadden zich eens van
den toestand vergewissen. Zij zijn door hoofd
man Kruis rondgeleid.
Dan niet lezen!
Het proces na een ramp
De scheepsramp in het Kanaal doet de vraag
rijzen, wat er met schepen geschiedt, die niet
nog net bijtijds gered worden, en die zinken.
Heeft zulk een ramp in ondiep water plaats,
zooals op de Europeesche kusten, dan zakt de
boot langzaam naar den bodem en daarmede
is hun lot dan bezegeld. Maar heeft het onge
luk boven afgronden van onwaarschijnlijke
diepten plaats, dan verloopt het proces toch
penigszins anders.
De diepste zee van de wereld ligt bij de
Filippijnen en de kuil, welke men daar gemeten
heeft, heet Emdentrog. Zij haalt 10.800 meter,
maar het is volstrekt niet noodig, dat een schip
(of iets anders) boven zulk een spelonk naar
beneden gaat, om allerlei vragen over het lot
van zulk een voorwerp te wettigen. Wyville
Thomson heeft in zijn goede dagen uitgerekend,
dat een mensch, die 3660 M. zinkt, op deze
hoogte aan eene persing onderworpen is, welke
gelijk staat met het gewicht van twintig loco
motieven, elk met een zwaar beladen goederen
trein achter zich. Daar de menschelijke con
stitutie niet op het dragen van dergelijke
lasten ingericht is, zou een zinkend lichaam,
dus, lang vóór het op 3660 M. beland is, reeds
zoo plat als een dubbeltje zijn en zoo hard,
dat geen haai er met zijn tanden doorheen
zou kunnen, verondersteld al, dat haaien op
zulke diepte ook niet in elkaar gedrukt werden.
Schepen hebben ietwat meer weerstandsver
mogen dan menschelijke lichamen, maar hieraan
is toch ook een grens en bij een zinkend schip
komt dus ook eens het oogenblik, dat het door
de hevige persing uit elkaar gewrongen wordt,
als ware het maar een lucifersdoosje. Men kan
aannemen, dat het hout het eerst plat gedrukt
wordt en dat de hardere kwasten er voorloopig
uitsteken als pennen op den rug van een stekel
varken. Dan gaat de vermaling altijd verder
door en hoe een schip er uit ziet, dat een kolom
van zes of zeven duizend meter water boven
zich heeft, kan men zich wel niet meer voor
stellen. Of een voorwerp nog veel dieper zinkt
is twijfelachtig. Waarschijnlijk blijft het op die
diepte in alle eeuwigheid zweven. Roerloos,
in pikzwarte duisternis en in eene stilte, waar
van men zich op aarde geen voorstelling kan
maken.
Stilte; hoe weinig onzer hebben daar eigenlijk
wel eens kennis mee gemaakt. Men moet al een
heel eind de woestijn inrijden en daar van zijn
kameel afstappen om den aangrijpenden invloed
van werkelijke stilte te ondergaan en de her
innering er aan nimmer te verliezen. Menschen,
die met een luchtballon zeer hoog gestegen zijn,
vertellen meestal ook, dat de stilte daarboven
het meest indrukwekkends was van alles, wat
zij meemaakten. Maar de stilte in de diepe
zeeën, die stilte welke al sedert duizenden van
jaren nog nimmer door het flauwste geritsel ver
scheurd is geworden Men huivert een beetje,
wanneer men er aan denkt en meteen aan al
die plat gedrukte schepen, welke er roerloos
hangen.
Wanneer men nu van aangezicht tot aange
zicht tegenover de twintig locomotieven des
heeren Wyville Thomson staat met hun twintig
goederentreinen bespannen, is men toch ge
neigd zijn petje voor moeder natuur af te nemen,
welke dieren in staat gesteld heeft onder dien
onwaarschijnlijker! druk te leven en er zoo ge
zond bij te blijven als een visch in het water.
Deze dieren hebben innerlijk zulke spanningen,
dat ze daarmede twintig goederentreinen in
evenwicht houden en wanneer ze bij ongeluk
naar de oppervlakte verdwalen, waar ze niets
te zoeken hebben, vliegen ze vanwege hun
innerlijke spanning toch niet als een bom uit
elkaar, gelijk vroeger veelal aangenomen werd.
Deze wonderbeesten vertoeven in 'n eeuwigen
nacht, maar dat deert hun weinig, wijl zij alle
van een goed functioneerende lichtinstallatie
voorzien zijn. Sommige hebben hun schijnwer
pers voor op den kop aangebracht, anderen
aan de staart, weer andere aan de flanken en
er zijn er die lange franjes door het leven
meevoeren, welke als kerstboomen met lampjes
zijn behangen. AI deze dieren zijn met een
onverzadelijken eetlust behept en worden
daarin door enorme kaken maar slechts door
weinig maag ondersteund.
Dat laatste hindert echter niet. Hebben ze een
medelid van de diepzeefamilie in tweeën gebeten,
dan slikken ze het toch maar door en dan puilt
hun buik een beetje uit, gelijk dat ook bij de
negers het geval is, die zichaan olifant of
rinocero's overeten hebben. Maar bij de visschen
blijft het licht van den maaltijd nog wat na-
glimmen en ïulks dwars door de buik van den
overwinnaar heen en men kan zich er wel
een voorstelling van maken, welk een prachtig
effect een banket op die manier op de omstaan-
ders moet maken.
Maar men heeft toch eenige moeite om zich
een voorstelling van het rare leven, daar in die
uiterste diepten, te maken. Men zou willen, dat
daar tenminste vrede en eendracht heerschten.
Maar dat is niet het geval. In deze stikdonkere
duisternis en eindelooze roerloosheid, heerscht
niets dan moord en doodslag. De dieren doen
den godganschelijken dag niets anders dan elkaar
onderling aanvallen, in stukken bijten en ver
slinden. Niets dan pijn heerscht daar, honger
angst zorg en kommer. En dat nu al duizenden
en duizenden van jaren achter elkaar door en
er is geen kans, dat het in de naaste toekomst
daar onder water veel vroolijker zal worden. Het
is er dus bijna net zoo erg als bij oude menschen,
en men hoeft zich dan niet op een diepte van
10.000 meter te verdrinken om vrede en rust te
vinden.
Behalve van elkaar, leven de diepzee-visschen
van een soort eeuwigen regen, welke op hen
neerdaalt. Alles, wat van de oppervlakte naar
beneden komt, komt eens bij hen terecht. Valt
een matroos over boord, dan graaien eerst de
haaien de beste stukken uit zijn lichaam weg,
maar heelemaal opeten doen ze hem niet, want
hij zinkt in den aanvang tamelijk snel en haaien
krijgen het op eenige diepte ook al benauwd.
Maar in elke volgende etage doet een andere
vischsoort zich aan het zinkend cadaver te goed.
Angstwekkende vlammenzee.
Rotterdam, 19 Januari.
Vannacht ongeveer twaalf uur lis een ge
weldige braad uitgebroken in een bergplaats
gelegen achter het pand van de fa. Kramer en
Röder aan den Middensteiger no. 16.
De situatie.
Om een goed begrip van den geweldigen om-
vaag van den brand te krijgen geven wij aller
eerst een overzicht van de merkwaardige be
bouwing van den driehoek gelegen tusschen
Middensteiger, Hoofdsteeg en Rijstuin.
Te beginnen bij den hoek van de Hoofdsteeg
en den Middensteiger vindt men eerst het
groote, hooge pand van de firma Esders. Daar
naast staat een lager pand, eveneens van de
firma Esders dat voor het grootste gedeelte leeg
staat. Alleen de winkelruimte is in gebruik. Aan
dit pand grenst allereerst een lange gang. die
gedeeltelijk overdekt en zich tientallen meters
naar achteren uitstrekt. Vlak naast dezen gang
staat, het pand van de firma Kramer en Roden,
handel in ijzerwaren en Ru-ber-oid dakbedek
king. Dit pand bestaat uit twee deelen. In het
lijk ontdekt. Om te beginnen door den nacht
waker van de firma Esders, die een brand
lucht rook en bij onderzoek door de ramen van
de 4e étage van het pand van zijn firma een
rooden gloed zag schijnen. Hij belde onmid
dellijk zijn directeur op, die bij zijn komst
last gaf met drie stralen op de eigen leiding
het blusschingswerk te beginnen. Door de ge
weldige hitte waren de ruiten van het gebouw
aan de zijde van het pakhuis van de firma Kra
mer reeds gesprongen, zoodat men het wat
dat betreft gemakkelijk had. In allerijl werden
pakken met goed die op gevaarlijke plaatsen
lagen weggehaald.
Op straat hadden voorbijgangers rookwol
ken gezien en de brandweer gealarmeerd.
Hoofdman Kruis die met zijn menschen aan
het blusschingswerk bij de firma van Dam en
Bood aan de Weste Wagenstraat had deelge
nomen en daar juist mee klaar was gekomen,
was na hoofdman Keeman de eerste die op
het terrein van den brand aanwezig was. De
eerste slangenwagen die arriveerde was 21,
die in tie Weste Wagenstraat gewerkt had.
Hoewel de Hoofdsteeg niet tot het rayon be
hoort was men onmiddellijk op den brand af
getrokken.
De heer Hartog die een zaak in optische
artikelen aan de Hoofdsteeg drijft, had bij het
gewaar worden van den brand eveneens de
brandweer gealarmeerd.
Getveldige verwarring
Van alle kanten stroomde het materiaal toe
maar ook het publiek legde een wéllswaér be
grijpelijke maar toch voor het goede verloop
der dingen allerminst te waardeereh belang
stelling aan den dag.
Er heerschte in het begin een geweldige ver
warring. Spuitgasten en publiek renden door
elkaar en het feit dat de vlammen steeds fel.
Ier oplaaiden en de gloed steeds grooter werd,
zonder dat iemand ook maar bij benadering
kon zeggen waar nu eigenlijk de vuurhaard lag
droeg er ook al niet toe bij om de stemming
kalmer te maken.
De hoofdlieden Keeman en Kruis en de
hoofdopzichter van de afdeeling brandblusch-
iniddelen, de heer Pellenkoft hadden inmid
dels echter al een onderzoek van enkele pan
den aan de Hoofdsteeg uit ingesteld en daar
bij al spoedig ontdekt dat de brand in het
pand van de firma Kramer woedde.
Hoeveel materiaal tijdens den brand in de
Hoofdsteeg werd uitgelegd.
voorste deel zijn de winkel en de kantoren ge
vestigd. Het achterste deel was als pakhuis
in gebruik. Dit pakhuis liep door tot aan de
achterzijde van de huizen van den Rijstuin en
zat vol materiaal, waaronder de uiterst brand
bare dakbedekking.
Gaande in de richting van het West-Nieuw-
land, krijgt men vervolgens den kleermakers-
winkel van de firma Blom en vervolgens het
pand waarin de tabakshandel van de N. V.
Koch en Co. gevestigd is. Dit laatste pand be
staat, evenals dat van de firma Kramer, voor
het grootste deel uit een pakhuisruimte, waarin
een zeer groote partij tabak lag opgeslagen.
Beide pakhuizen nemen of beter namen
ongeveer eenzelfde diepte in beslag. Van veel
belang voor een goed begrip van het verloop dei-
dingen is het volgende. Tegen het pakhuis van
dn firma Kramer aangebouwd staat een vrij
laag pand van de firma v. d. Hoeff die er een
fabriek van houtwerk heeft. Dit pand dat zün
front aap den Toerijstuin heeft lag van boven
tot onder vol met ruw en verwerkt hout.
Het pakhuis van de firma Kramer werd gezien
vanaf den Middensteiger aan dn linkerzijde
begrensd door de panden van de Hoofdsteeg.
In groote lijnen zal men zich de situatie nu
•wel kunnen voorstellen, maar men zou van
een hoog punt af eens een kijkje moeten gaan
nemen om eenig begrip te krijgen van de on
beschrijflijke wirwar die de kris en kras door
elkaar gebouwde tegen elkaar opgehoopte pan
den vormen. Het zal dan geen verwondering
baren dat aanvankelijk niemand daar wijs
uit kon.
Waar de brand ontstaan is.
Zoóals gemeld is de brand te ongeveer half
twaalf ontstaan in het pand van de firma Kra-
tner en wel naar alle waarschijnlijkheid in het
voorgebouw dicht bij den liftkoker. Deze lift
koker heeft als een ware blaasbalg dienst ge-
,.An en daardoor is het dan ook vermoede-
ten te verklaren dat het vuur zoo ontzet-
De i"*' 0rn z'ctl been gegrepen heeft.
e 'rand is door een aantal menschen tege-
Met een snelheid die aan het ongeloofelijke
grensde hadden de vlammen zich ondertus-
schen over het geheele pand verspreid. Hui
zenhoog laaiden ze op en bonken vuur werden
door den wind voortgedreven over den Mil-
densteiger gestrooid. Het was een fantastisch
maar angstwekkend schouwspel.
De eerst aankomende slangenwagen had men
onmiddellijk in werking gesteld maar men be
greep dat men niets zou kunnen uitrichten
voor het groote materiaal gearriveerd zou
zijn. Dit was al zeer spoedig het geval en toen
kon men beginnen toegangswegen tot dén
vuurhaard te maken. Aan alle zijden werden
deze gevonden. Vja gangen en benedenhuizen
werden tal van slangen naar het centrum van
den bedreigden driehoek gebracht. Nog meer
materiaal werd langs de gevels van de panden
omhoog geheschen en te twaalf uur reeds
daalde een zondvloed van bluschwater op de
vlammen neer.
Alle materiaal gerequireerd
Al het materiaal waar men maar eenigs-
zins over beschikken kon werd naar de plaats
des onheils ontboden. In de geschiedenis van
de Rotterdamsche brandweer zal het wel een
unicum blijven dat een brand met 46 stralen
gebluscht werd. Wij geven hierbij meteen
maar op wat er gewerkt heeft.
De Havendienst 3 met 3 stralen, de Haven
dienst 2, met 2 stralen, motorspuit V met 4,
no. VII met 3, no. IV met 4, no. VI met 5,
no. Ill met 4 en no. I met 4. Van de slangen
wagens heeft 17 met 2, 9 met 2, 16 met 1, 21
met 2, 26 met 1, 22 met 2, 11 met 1. 8 met 1 en
19 met 2 stralen gewerkt. Voorts heeft zooals
gemeld personeel van de firma Esders met
drie slangen van de eigen leiding gewerkt.
Het vuur slaat door.
Nadat reeds enkele malen een geweldig la
waai het teeken was geweest dat gedeelten
van het gebouw instortten zoo moesten de
spuitgasten die in het overdekte gedeelte van
den gang naast het pand van de firma Kra
mer aan het werk waren op een gegeven mo
ment overhaast de vlucht nemen omdat de
zoldering instortte sloeg te ongeveer half
één het vuur plotseling door naar den zolder
aan de voorzijde van het pand. Toen was het
maar een kwestie van seconden of heide onder
dezen zolder gelegen étages stonden eveneens
in lichte laaie. Fel sloegen de vlammen naar
buiten en zoo te zien was en toen geen red
den meer aan. De algemeene opinie was dat
nu ook het pand van de firma Esders een prooi