GROOT PAND ENCOMPLEX VERWOEST. üiii DE HELPENDE HAND ©ONDERDAG 19 JANUARI 1933 HITLER TE GAST BIJ KERRL. DE NAZIS WILLEN PARADEEREN. DOELMATIGE ADVERTENT1ËN GEWELDIGE BRAND IN ROTTERDAMS BINNEN STAD. Tusschen de huizen-silhouetten van Midden steiger, Hoofdsteeg en Rijs tuin laaien de vlammen, die groote opslagplaatsen van ijzerwaren en tabak hebben verwoest, Links? de brandende gevel van Kramer en Röder. Midden en rechts: het jVuur tusschen de daken* HOUDT U NIET VAN GRIEZELEN? SCHADE OVER HET MILLIOEN GESCHAT. Vanochtend walmden nog steeds rookivolken over den M iddensteiger. Slachtoffers van den brand die in Hotel Coomans hun toevlucht zochten. BERLIJN, 18 Januari. (W. B.) Naar wij ver nemen, had in de ambtswoning van den presi dent van den Pruisischen landdag, Kerrl, heden een politiek diner plaats. Als gasten waren behalve den president van den rijksdag Goering en den leider van de Pruisische landdag-fractie der N. S. D. A. P., Kube, ook de nationaal-socialistische partij leider Adolf Hitler en de industrieel dr. Thys- sen genoodigd. Het is heden de eerste maal, dat Hitier loca- liteiten van den Pruisischen landdag betrad. Onderhoud van Hitler met von Papen. BERLIJN, 18 Januari. (H. N.) Vanmiddag heeft een onderhoud tusschen von Papen en Hitier plaats gehad. Ook Goering, de president van den rijksdag en Kube, de president van den landdag, waren daarbij tegenwoordig. Men heeft den indruk, dat het hier besprekingen geldt om een onderhoud tusschen Hitier en von Schleicher tot stand te brengen. BERLIJN, 18 Januari. (W. B.) Naar het schijnt zijn de pogingen van von Papen, om Adolf Hitler en rijkskanselier von Schleicher tot elkaar te brengen, mislukt. Veelbeteekenend voor de oogenblikkelijke situatie is, dat heden in kringen der rijks- regeering opniei ff met nadruk erop gewezen werd, dat de rijkskanselier ongetwijfeld de vol macht tot ontbinding van den rijksdag krijgen zal, als de parlementaire situatie het noodzake lijk maakt. Men gelooft ook nauwelijks nog, dat voor de bijeenkomst van den rijksdag een kabinets reorganisatie zal plaats hebben. BERLIJN, 18 Januari. (H. N.) De natlonaal- socialisten hebben hun voornemen te kennen gegeven, om Zondag a.s. een legerschouwing op den Bülowplatz te houden. De communisten protesteeren daartegen en wijzen erop, dat dit als een uittarting moet worden beschouwd, aangezien op den Bülowplatz zich het huis van de communistische partij bevindt. Zij van hun kant hebben daarom bij de politie even eens aangevraagd om Zondag op den Bülowplatz een betooging te houden. Wanneer de fabricatie, of de voorraad uwer artikelen, den omzet, den verkoop overtreffen, geeft aan 'n aarie dan eena de kans U te helpen, den aftrek uwer producten te vergrooteo, Altijd blijft er echter wel wat over, dat nog een beetje dieper zakt en dat restje is dan tenslotte voor de diepste diepzee-visschen. Alle plant aardige en dierlijke substantie, die in het water valt, gaat dezen zelfden weg op. Eindeloos lang zaam heeft het zakken plaats en vele gedaante verwisselingen hebben op de reis naar beneden plaats. Maar er blijft toch altijd wel wat voor de diepzee-beesten over en deze hebhen daarmede de mogelijkheid wat afwisseling op hun dage- lijksch menu te maken en meteen hun stofwisse ling wat in de hand te werken. Opruimingsiverk na den brand, De tabaksvoorraad uit de verbrande opslagplaats wordt weggehaald. der vlammen zou worden. Met man en macht trok de brandweer aan het werk om dit te ver hinderen. En gelukkige omstandigheid was het dat het brandende pand allereerst door een gang en vérvolgens door het oude pand van den nieuwbouw van de firma Esders ge scheiden is terwijl deze nieuwbouw voor het grootste déél door een blinden zijmuur be grensd wordt. Met inspanning van alle kraohten Is de brandweer er in geslaagd het pand van de firma Esders en daarmee ongetwijfeld meer dere panden aan de Hoofdsteeg te behouden. Geweldige verwoesting. Te één uur bezweek de zijwand van het pand van de firma Kramer gelegen aan de zijde van het viaduct en ledereen dacht dat de voorgevel spoedig zou volgen. Gelukkig is dit niet gebeurd doch het heeft nog heel wat tijd gekost om het vuur terug te dwlugen. Van vier zijden was de vuurhaard toen in gesloten. Men had voornamelijk rekening te houden met vier gevaarlijke punten. Een daar van hebben wij reeds genoemd: het pand van de firma Esders. De anderen waren de ladder- fabriek van de firma Verhoeff en de hout handel van de firma v. d. Ree en Co., gele gen achter de opslagplaats van de firma Kra mer. Beide firma's hadden in hun opslagplaat sen een hoeveelheid brandbaar materiaal lig- gen genoeg om een heel stadsdeel in brand te steken. Dan was er de drogisterij van de fir ma v. d. Berg, waar men ijlings vaten terpen tijn en zoutzuur uitgesleept heeft en het pan dencomplex aan den overkant van den Mid densteiger waar telkens een regen van vonken op neer daalde. Deze panden heeft men door enkele slangen wagens nat laten houden. Prachtig werk. Specjaal wat betreft de hier bovengenoemde panden van de firma's Verhoeff en v. d. Ree hééft de brandweer prachtig werk verricht. Bij het begin van den brand reeds was het achterste depl van de fabriek van Verhoeff door het vuur aangetast doch door snel In grijpen had men liet begin van brand daar kunnen blusschen. Een zoon van den heer Verhoeff heeft daarbij een werkzaam aandeel gehad. Later dreigde het gevaar dat het vuur naar deze hoogst gevaarlijke plaatsen zou overslaan veel sterker en men krijgt respect voor het gevoerde beleid dat dit tenslotte niet gebeurd is. Ongetwijfeld zou een catastrophe het gevolg geweest zijn. Tabaksopslagplaats in de asch gelegd. Niet verhinderd kon worden dat de tabaks- opslagplaats van de firma Koch en Co. vlak naast het pakhuis van de firma Kramer ge legen door het vuur werd aangetast. Toen een tusschengevel van het pand van laatstgenoem de firma te ongeveer kwart voor drie Ineen stortte begaf ook een gedeelte van een muur van het pakhuis van de firma Koch zich en in een minimum van tijd stond dit pakhuis toen ook van voor tot achter in lichte laaie. Er was geen redden meer aan. Al spoedig kwam het dak naar beneden en na eenigen tijd was er van het pakhuis niets meer over dan een fel brandende puinhoop waaruit een verstikkende rook van smeulende tabak op steeg. Het bluschwater dat In deze ruïne ge spoten werd zag men later in drabbige brui ne stralen de straat op stroomen. Pogingen om gedeelten van de partij tabak, die nog niet door het vuur waren aangetast met be hulp van zeilen tegen het water te bescher men Het men al gauw varen. Het was duide lijk dat ze vruchteloos zouden zijn. Alle tabak is dan ook verloren gegaan. Wat vernietigd werd. Te ongeveer ns'.f vier kon men zeggen dat de brandweer de situatie meester was. Wel brand de het in de puinhoopen van de opslagplaatsen nog fel maar voor uitbreiding van den brand behoefde men niet meer bevreesd te zijn. Te gen dat het ochtend werd kon men zoo lang zamerhand een overzicht krijgen van het ver nietigingswerk van het vuur. Met hoofdman Kruis hebben wij een overigens lang niet aan- genamen tocht gemaakt naar de ruïnes. Het is ontstellend te zien hoe het vuur huisge houden heeft. Van de beide groote pakhuizen der firma's Kramer en Koch is niets overge bleven dan een wirwar van verkoolde balken en verbrande goederen. Het voorste gedeelte van het pand van de firma Kramer is boven totaal uitgebrand. Voorts zijn de panden van den kleermaker Blom en den drogist v. d. Berg aan den Middensteiger, benevens dat van den opticien Hartog aan de Hoofdsteeg aan de achterzijde voor een belangrijk deel uitge brand. Ook een deel van het pakhuis van de firma Verhoeff is verbrand. Om maar niet te spreken van de tallooze panden die zwaar door het bluschwater beschadigd 'zijn. Brand weerlieden hoorden wij zeggen dat deze brand in omvang en beteekenis grooter is geweest dan die bij Piet van Reeuwijk! De schade hoorden wij op ver over een mil- lioen gulden schatten. Rond den brand- Een volkomen juiste opgave te verstrekken van de plaats waar al het materiaal gewerkt heeft is ondoenlijk. Het was op straat een wirwar van slangen waaruit zelfs geroutineer de brandweerlieden op den duur geen wijs meer kodden worden. Genoeg zij te vermelden dat twéé motorspuiten vlak bij den Toerijs- tuin zijn opgesteld. Twee andere stonden bij den hoek van den Rijstuin en den Middenstei ger en de twee laatsten in de Hoofdsteeg. De machinale ladder heeft eerst aan de zijde van de Hoofdsteeg en later aan de zijde van den Middensteiger gewerkt. De Havendiensten hadden ligplaats in de Nieuwe Haven gekozen. Te 1 uur heeft men de bovenleiding van de tram aan den Middensteiger buiten stroom ge steld. Vanochtend, toen men nog druk met de nablussching bezig was kon het tramver keer echter weer doorgaan. De nablussching zal vermoedelijk den ge- heelen dag nog wel in beslag nemen. Gewonden. Bij het blusschingswerk hebhen enkele brandweerlieden meer of minder ernstige verwondingen opgeloopen. Zoo zijn te onge veer half 7 drie spuitgasten. Pauwe, Everts en Huisman in een pand aan den Toerijstuin door een dak gezakt. Paauwe kwam zeer leelijk terecht en moest in het ziekenhuis aan den Coolsingei worden opgenomen. Everts en Huisman kregen gelukkig slechts lichte ver wondingen. Zij zijn ter plaatse verbonden. De E. H. B. O.-organisaties waren als steeds present. De belangstelling. De belangstelling voor dezen brand is zeer groot geweest. Ver na het middernachtelijk uur was er nog veel publiek dat door de po litie, die onder leiding van den hoofd-inspec- teur, den heer Verlee stond, op een behoorlij ken afstand gehouden werd. Ook vanochtend trok de nablussching geweldig veel belang stelling. Verschillende autoriteiten gaven voorts acte de présence, de burgemeester, de weth. de Jong en de heer de Zeeuw, vele gemeenteraads leden, de hoofdcommissaris, de heer Sirks, de commissaris varr de 2e afdeeling de heer van Gulden, ir. van Dijk, directeur van ge meentewerken, dr. Hoesen van den Genees kundigen Dienst, ir. Bruyne, ir. Kohier, ir. Valderpoort, de heer van 't Sant, hoofdcommis saris van politie te den Haag en vele anderen. Vanochtend kwamen een aantal Delftsche politiebrandweerlieden die de verslagen in de ochtendbladen gelezen hadden zich eens van den toestand vergewissen. Zij zijn door hoofd man Kruis rondgeleid. Dan niet lezen! Het proces na een ramp De scheepsramp in het Kanaal doet de vraag rijzen, wat er met schepen geschiedt, die niet nog net bijtijds gered worden, en die zinken. Heeft zulk een ramp in ondiep water plaats, zooals op de Europeesche kusten, dan zakt de boot langzaam naar den bodem en daarmede is hun lot dan bezegeld. Maar heeft het onge luk boven afgronden van onwaarschijnlijke diepten plaats, dan verloopt het proces toch penigszins anders. De diepste zee van de wereld ligt bij de Filippijnen en de kuil, welke men daar gemeten heeft, heet Emdentrog. Zij haalt 10.800 meter, maar het is volstrekt niet noodig, dat een schip (of iets anders) boven zulk een spelonk naar beneden gaat, om allerlei vragen over het lot van zulk een voorwerp te wettigen. Wyville Thomson heeft in zijn goede dagen uitgerekend, dat een mensch, die 3660 M. zinkt, op deze hoogte aan eene persing onderworpen is, welke gelijk staat met het gewicht van twintig loco motieven, elk met een zwaar beladen goederen trein achter zich. Daar de menschelijke con stitutie niet op het dragen van dergelijke lasten ingericht is, zou een zinkend lichaam, dus, lang vóór het op 3660 M. beland is, reeds zoo plat als een dubbeltje zijn en zoo hard, dat geen haai er met zijn tanden doorheen zou kunnen, verondersteld al, dat haaien op zulke diepte ook niet in elkaar gedrukt werden. Schepen hebben ietwat meer weerstandsver mogen dan menschelijke lichamen, maar hieraan is toch ook een grens en bij een zinkend schip komt dus ook eens het oogenblik, dat het door de hevige persing uit elkaar gewrongen wordt, als ware het maar een lucifersdoosje. Men kan aannemen, dat het hout het eerst plat gedrukt wordt en dat de hardere kwasten er voorloopig uitsteken als pennen op den rug van een stekel varken. Dan gaat de vermaling altijd verder door en hoe een schip er uit ziet, dat een kolom van zes of zeven duizend meter water boven zich heeft, kan men zich wel niet meer voor stellen. Of een voorwerp nog veel dieper zinkt is twijfelachtig. Waarschijnlijk blijft het op die diepte in alle eeuwigheid zweven. Roerloos, in pikzwarte duisternis en in eene stilte, waar van men zich op aarde geen voorstelling kan maken. Stilte; hoe weinig onzer hebben daar eigenlijk wel eens kennis mee gemaakt. Men moet al een heel eind de woestijn inrijden en daar van zijn kameel afstappen om den aangrijpenden invloed van werkelijke stilte te ondergaan en de her innering er aan nimmer te verliezen. Menschen, die met een luchtballon zeer hoog gestegen zijn, vertellen meestal ook, dat de stilte daarboven het meest indrukwekkends was van alles, wat zij meemaakten. Maar de stilte in de diepe zeeën, die stilte welke al sedert duizenden van jaren nog nimmer door het flauwste geritsel ver scheurd is geworden Men huivert een beetje, wanneer men er aan denkt en meteen aan al die plat gedrukte schepen, welke er roerloos hangen. Wanneer men nu van aangezicht tot aange zicht tegenover de twintig locomotieven des heeren Wyville Thomson staat met hun twintig goederentreinen bespannen, is men toch ge neigd zijn petje voor moeder natuur af te nemen, welke dieren in staat gesteld heeft onder dien onwaarschijnlijker! druk te leven en er zoo ge zond bij te blijven als een visch in het water. Deze dieren hebben innerlijk zulke spanningen, dat ze daarmede twintig goederentreinen in evenwicht houden en wanneer ze bij ongeluk naar de oppervlakte verdwalen, waar ze niets te zoeken hebben, vliegen ze vanwege hun innerlijke spanning toch niet als een bom uit elkaar, gelijk vroeger veelal aangenomen werd. Deze wonderbeesten vertoeven in 'n eeuwigen nacht, maar dat deert hun weinig, wijl zij alle van een goed functioneerende lichtinstallatie voorzien zijn. Sommige hebben hun schijnwer pers voor op den kop aangebracht, anderen aan de staart, weer andere aan de flanken en er zijn er die lange franjes door het leven meevoeren, welke als kerstboomen met lampjes zijn behangen. AI deze dieren zijn met een onverzadelijken eetlust behept en worden daarin door enorme kaken maar slechts door weinig maag ondersteund. Dat laatste hindert echter niet. Hebben ze een medelid van de diepzeefamilie in tweeën gebeten, dan slikken ze het toch maar door en dan puilt hun buik een beetje uit, gelijk dat ook bij de negers het geval is, die zichaan olifant of rinocero's overeten hebben. Maar bij de visschen blijft het licht van den maaltijd nog wat na- glimmen en ïulks dwars door de buik van den overwinnaar heen en men kan zich er wel een voorstelling van maken, welk een prachtig effect een banket op die manier op de omstaan- ders moet maken. Maar men heeft toch eenige moeite om zich een voorstelling van het rare leven, daar in die uiterste diepten, te maken. Men zou willen, dat daar tenminste vrede en eendracht heerschten. Maar dat is niet het geval. In deze stikdonkere duisternis en eindelooze roerloosheid, heerscht niets dan moord en doodslag. De dieren doen den godganschelijken dag niets anders dan elkaar onderling aanvallen, in stukken bijten en ver slinden. Niets dan pijn heerscht daar, honger angst zorg en kommer. En dat nu al duizenden en duizenden van jaren achter elkaar door en er is geen kans, dat het in de naaste toekomst daar onder water veel vroolijker zal worden. Het is er dus bijna net zoo erg als bij oude menschen, en men hoeft zich dan niet op een diepte van 10.000 meter te verdrinken om vrede en rust te vinden. Behalve van elkaar, leven de diepzee-visschen van een soort eeuwigen regen, welke op hen neerdaalt. Alles, wat van de oppervlakte naar beneden komt, komt eens bij hen terecht. Valt een matroos over boord, dan graaien eerst de haaien de beste stukken uit zijn lichaam weg, maar heelemaal opeten doen ze hem niet, want hij zinkt in den aanvang tamelijk snel en haaien krijgen het op eenige diepte ook al benauwd. Maar in elke volgende etage doet een andere vischsoort zich aan het zinkend cadaver te goed. Angstwekkende vlammenzee. Rotterdam, 19 Januari. Vannacht ongeveer twaalf uur lis een ge weldige braad uitgebroken in een bergplaats gelegen achter het pand van de fa. Kramer en Röder aan den Middensteiger no. 16. De situatie. Om een goed begrip van den geweldigen om- vaag van den brand te krijgen geven wij aller eerst een overzicht van de merkwaardige be bouwing van den driehoek gelegen tusschen Middensteiger, Hoofdsteeg en Rijstuin. Te beginnen bij den hoek van de Hoofdsteeg en den Middensteiger vindt men eerst het groote, hooge pand van de firma Esders. Daar naast staat een lager pand, eveneens van de firma Esders dat voor het grootste gedeelte leeg staat. Alleen de winkelruimte is in gebruik. Aan dit pand grenst allereerst een lange gang. die gedeeltelijk overdekt en zich tientallen meters naar achteren uitstrekt. Vlak naast dezen gang staat, het pand van de firma Kramer en Roden, handel in ijzerwaren en Ru-ber-oid dakbedek king. Dit pand bestaat uit twee deelen. In het lijk ontdekt. Om te beginnen door den nacht waker van de firma Esders, die een brand lucht rook en bij onderzoek door de ramen van de 4e étage van het pand van zijn firma een rooden gloed zag schijnen. Hij belde onmid dellijk zijn directeur op, die bij zijn komst last gaf met drie stralen op de eigen leiding het blusschingswerk te beginnen. Door de ge weldige hitte waren de ruiten van het gebouw aan de zijde van het pakhuis van de firma Kra mer reeds gesprongen, zoodat men het wat dat betreft gemakkelijk had. In allerijl werden pakken met goed die op gevaarlijke plaatsen lagen weggehaald. Op straat hadden voorbijgangers rookwol ken gezien en de brandweer gealarmeerd. Hoofdman Kruis die met zijn menschen aan het blusschingswerk bij de firma van Dam en Bood aan de Weste Wagenstraat had deelge nomen en daar juist mee klaar was gekomen, was na hoofdman Keeman de eerste die op het terrein van den brand aanwezig was. De eerste slangenwagen die arriveerde was 21, die in tie Weste Wagenstraat gewerkt had. Hoewel de Hoofdsteeg niet tot het rayon be hoort was men onmiddellijk op den brand af getrokken. De heer Hartog die een zaak in optische artikelen aan de Hoofdsteeg drijft, had bij het gewaar worden van den brand eveneens de brandweer gealarmeerd. Getveldige verwarring Van alle kanten stroomde het materiaal toe maar ook het publiek legde een wéllswaér be grijpelijke maar toch voor het goede verloop der dingen allerminst te waardeereh belang stelling aan den dag. Er heerschte in het begin een geweldige ver warring. Spuitgasten en publiek renden door elkaar en het feit dat de vlammen steeds fel. Ier oplaaiden en de gloed steeds grooter werd, zonder dat iemand ook maar bij benadering kon zeggen waar nu eigenlijk de vuurhaard lag droeg er ook al niet toe bij om de stemming kalmer te maken. De hoofdlieden Keeman en Kruis en de hoofdopzichter van de afdeeling brandblusch- iniddelen, de heer Pellenkoft hadden inmid dels echter al een onderzoek van enkele pan den aan de Hoofdsteeg uit ingesteld en daar bij al spoedig ontdekt dat de brand in het pand van de firma Kramer woedde. Hoeveel materiaal tijdens den brand in de Hoofdsteeg werd uitgelegd. voorste deel zijn de winkel en de kantoren ge vestigd. Het achterste deel was als pakhuis in gebruik. Dit pakhuis liep door tot aan de achterzijde van de huizen van den Rijstuin en zat vol materiaal, waaronder de uiterst brand bare dakbedekking. Gaande in de richting van het West-Nieuw- land, krijgt men vervolgens den kleermakers- winkel van de firma Blom en vervolgens het pand waarin de tabakshandel van de N. V. Koch en Co. gevestigd is. Dit laatste pand be staat, evenals dat van de firma Kramer, voor het grootste deel uit een pakhuisruimte, waarin een zeer groote partij tabak lag opgeslagen. Beide pakhuizen nemen of beter namen ongeveer eenzelfde diepte in beslag. Van veel belang voor een goed begrip van het verloop dei- dingen is het volgende. Tegen het pakhuis van dn firma Kramer aangebouwd staat een vrij laag pand van de firma v. d. Hoeff die er een fabriek van houtwerk heeft. Dit pand dat zün front aap den Toerijstuin heeft lag van boven tot onder vol met ruw en verwerkt hout. Het pakhuis van de firma Kramer werd gezien vanaf den Middensteiger aan dn linkerzijde begrensd door de panden van de Hoofdsteeg. In groote lijnen zal men zich de situatie nu •wel kunnen voorstellen, maar men zou van een hoog punt af eens een kijkje moeten gaan nemen om eenig begrip te krijgen van de on beschrijflijke wirwar die de kris en kras door elkaar gebouwde tegen elkaar opgehoopte pan den vormen. Het zal dan geen verwondering baren dat aanvankelijk niemand daar wijs uit kon. Waar de brand ontstaan is. Zoóals gemeld is de brand te ongeveer half twaalf ontstaan in het pand van de firma Kra- tner en wel naar alle waarschijnlijkheid in het voorgebouw dicht bij den liftkoker. Deze lift koker heeft als een ware blaasbalg dienst ge- ,.An en daardoor is het dan ook vermoede- ten te verklaren dat het vuur zoo ontzet- De i"*' 0rn z'ctl been gegrepen heeft. e 'rand is door een aantal menschen tege- Met een snelheid die aan het ongeloofelijke grensde hadden de vlammen zich ondertus- schen over het geheele pand verspreid. Hui zenhoog laaiden ze op en bonken vuur werden door den wind voortgedreven over den Mil- densteiger gestrooid. Het was een fantastisch maar angstwekkend schouwspel. De eerst aankomende slangenwagen had men onmiddellijk in werking gesteld maar men be greep dat men niets zou kunnen uitrichten voor het groote materiaal gearriveerd zou zijn. Dit was al zeer spoedig het geval en toen kon men beginnen toegangswegen tot dén vuurhaard te maken. Aan alle zijden werden deze gevonden. Vja gangen en benedenhuizen werden tal van slangen naar het centrum van den bedreigden driehoek gebracht. Nog meer materiaal werd langs de gevels van de panden omhoog geheschen en te twaalf uur reeds daalde een zondvloed van bluschwater op de vlammen neer. Alle materiaal gerequireerd Al het materiaal waar men maar eenigs- zins over beschikken kon werd naar de plaats des onheils ontboden. In de geschiedenis van de Rotterdamsche brandweer zal het wel een unicum blijven dat een brand met 46 stralen gebluscht werd. Wij geven hierbij meteen maar op wat er gewerkt heeft. De Havendienst 3 met 3 stralen, de Haven dienst 2, met 2 stralen, motorspuit V met 4, no. VII met 3, no. IV met 4, no. VI met 5, no. Ill met 4 en no. I met 4. Van de slangen wagens heeft 17 met 2, 9 met 2, 16 met 1, 21 met 2, 26 met 1, 22 met 2, 11 met 1. 8 met 1 en 19 met 2 stralen gewerkt. Voorts heeft zooals gemeld personeel van de firma Esders met drie slangen van de eigen leiding gewerkt. Het vuur slaat door. Nadat reeds enkele malen een geweldig la waai het teeken was geweest dat gedeelten van het gebouw instortten zoo moesten de spuitgasten die in het overdekte gedeelte van den gang naast het pand van de firma Kra mer aan het werk waren op een gegeven mo ment overhaast de vlucht nemen omdat de zoldering instortte sloeg te ongeveer half één het vuur plotseling door naar den zolder aan de voorzijde van het pand. Toen was het maar een kwestie van seconden of heide onder dezen zolder gelegen étages stonden eveneens in lichte laaie. Fel sloegen de vlammen naar buiten en zoo te zien was en toen geen red den meer aan. De algemeene opinie was dat nu ook het pand van de firma Esders een prooi

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3