VRIJDAG 20 JANUARI 1933 KERK EN KUNST. De uiteenzet'gen van de pauselijke commissie. DE RENAISSANCE. BOTSING TUSSCHEN LUXE WAGEN EN AUTOBUS. OP GLADDE WEGEN. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. MOORD TE ZUILICHEM. DE KURK ONDER DEN NOTEOP. ZEILSCHIP GEZONKEN. BOERDERIJ AFGEBRAND. PAKHUISBRAND TE VENLO. N. V. „HET CONCERTGEBOUW". Bijzonderheden uit het jaarverslag. WAGNERHERDENKING. AANDUIDING GEWICHT OP GROOTE STUKKEN, VERVOERD PER SCHIP. KRAKATAU WAARSCHUWT. KATHOLIEK DEMOCRATISCHE BOND. DE ROODE HAAN KRAAIT WEER FLINK. Het prachtige buitengoed van den motor-renner Kapitein Woolf Barnato te Arden Run, Springfield (Eng.) is in vlammen opgegaan. a 1 De zending der II. Kerk en onze verantwoordelijkheid. Het is een diep-ernstig en indrukwekkend commentaar, dat de Pauselijke commissie voor de Gewijde Kunst on' de redevoeringen t°:* zake ran don II. Vader gegeven heeft. De bekoring is sterk om na dit plechtig woord hier verder te zwijgen. Maar zonder twijfel zal het de bedoeling zijn dat deze aan wijzingen en vermaningen worden be studeerd en ontleed, om ze aldus bekend te maken en te doen doordringen in de gees ten. Daarbij heeft ook het dagblad zijn eigen bescheiden taak en daarom meenen wij werk zaam te zijn in den geest van de opstellers dezer verhandeling, wanneer wij er in het kort op terugkomen. Elders, we bedoelen in de kunsttijdschriften, kan er uitvoeriger en dieper op ingegaan worden: hier gaven wij slechts eenige voorloopige kantteekeningen. Allereerst om met voldoening de aanmoedi gingen naar voren te brengen tot de kunste naars van onzen eigen moeilijken en beproef den tijd gericht. De pauselijke woorden ter verwelkoming van ..nieuwe, schoone vormen" worden herhaald en waar de pauselijke com missie zegt, dat de Kerk geen bepaalde rich tingen of stijlen op wil dringen, laat zij dade lijk volgen: „de oprechtheid liefhebbend, moe digt zij zelfs de vormen en methoden van den tijd, waarin de kunstenaar werkt, aan". Oppervlakkigheden als dat „de Kerk de mo derne kunst veroordeelt" en zulke meer, die wel niet worden geschreven, maar des te meer gezegd en gepractiseerd, en die aldus de stem ming en de atmosfeer voor de hedendaagsche kunst vergiftigen, deze oppervlakkigheden zijn aldus afdoende weersproken. Welke de tendenzen en beïnvloedingen zijn, door den Paus veroordeeld, wordt nu nader omschreven en aangeduid. De kunst van de vroege Middeleeuwen, wier naïeve en ruwe vormen thans niet meer dienen kunnen, wordt nader gepreciseerd als de kunst van de zeven de en achtste eeuw. Voor onze gewesten zou den we in dit verband kunnen spreken van de 'Karolingische periode. Ten overvloede kan worden opgemerkt dat derhalve het Romaansch en de gothiek, deze glories van ons ras, er ge heel buiten staan. Wat de Paus verder veroordeelt zijn de mis vormingen door onvermogen en gebrek aan voorbereiding (wat geen nader betoog behoeft) en de imitatie of onbewuste weergave van de kunst der primitieve en wilde volkeren. In dezen zin heeft ook prof dr. Gerard Brom de pauselijke woorden reeds geïnterpreteerd voor de Algemeene R. K. Kunstenaarsvereeniging, waar hij sprak van „een stelselmatig barbaris me" en van „gewilde primitieve instincten (niet in den zin der Prae-Rafaëlieten, maar In dien der negerkunst)". (Men zie oas Blad van Maandag 19 December). Van veel belang is het vast te stellen, dat de pauselijke commissie bij de veroordeelingen te rechter plaatse een fijne restrictie maakt. 7,ij erkent immers, dat „eenige van deze moderne «troomingen tenminste in het begin een prij- eensioaardigen drang naar spiritualiteit ver toonden in tegenstelling met de voorgaande dpattaS&llstische en heidensehe degeneratles". Alleen maar, zegt de commissie: zij zijn daar mee te ver gegaan. jjaClit-meenen wij aldus te mogen verstaan, dat niet ieder teruggrijpen naar eenvoudiger vor men en voorstellingen behoeft te worden afge wezen, dat met andere woorden niet iedere „primitiviteit" als zoodanig veroordeelenswaar- dig is. Voor de kerkelijke kunst moeten echter bepaalde grenzen geëerbiedigd worden. Van hoeveel beteekenis dat is behoeft voor degenen die in het hedendaagsche kunstleven eenigs- zins georiënteerd zijn, niet te worden uiteen gezet. Met dat al is bet zoo gelegen, zooals de pauselijke commissie nader uiteenzet, dat „de Kerk een Roomsche en Katholieke voor liefde niet verheelt voor meer harmonische, meer evenwichtige, meer aan de waardigheid der menschelijke natuur, geproportionneerde vormen". Er wordt hier gesproken van een „voorlief de" (predilezione), een bevoorrechting van een schoonen vorm, die dus andere schoone vor men niet uitsluit. En inderdaad schijnt hier het gebied van de algemeene beginselen te zijn verlaten, voor dat van de stijlcritiek. Verderop brengen de uiteenzettingen van de pauselijke commissie dan ook een vurige, maar beheerschte pleitrede voor de religieuse kunst van de Renaissance. Het is zoo begrijpelijk. De meesters van deze periode hebben de kunst van de Kerk in Italië goeddeels gemaakt, de Romeinen hebben hun scheppingen als het ware altijd om zich heen. Maar voor ons, kinderen van het Noor den, is van een inheemsche kerkelijke Renais- sance-kunst nauwelijks sprake. Dit verschil van historische traditie (en daardoor van aesthetische vorming) werkt uiteraard ook in de waardeeringen door. Er is een toevallige coïncidentie, die dit onopzettelijk treffend illustreert. We doelen hier op een recent Leu- vensch proefschrift van een Nederlandsch ge leerde over het probleem der Renaissance die voorloopig tot geheel andere uitkomsten kwam. En wat hier voor de wetenschap geldt, gaat natuurlijk dee te meeT op voor de kunstprac- tijk. Zijn het dergelijke overwegingen, die de pauselijke commissie doen opmerken, dat de meesterwerken van Leonardo, Raffael en Michel Angelo „niet tot allen" hun sublieme taal spreken? Toch zonden wij ons niet gaarne gerekend willen zien tot degenen, die deze taal van de groote meesters der Renaissance niet verstaan. Wij kunnen het echter niet hel pen, dat het onze moedertaal niet is. En het lijkt of de wijze schrijvers van deze uiteenzetting der pauselijke commissie dit meevoelen en zij noemen den naam van Ange- lico. Inderdaad, in het San Marco-klooster van Florence doen wij een zeer bijzondere erva ring op. Voor dit wonderbaarlijk fenomeen van natuur en genade wijkt een besef, dat ons tegenover een Raffaël en Leonardo nooit verlaat, het besef n.l. dat zij niet van ons ras zijn. Zear Indrukwekkend is het slot van het commentaar der pauselijke commissie. Daar laat zij de H. Kerk spreken als de leerares éer wereld, die het recht heeft haar stem ver der te laten klinken dan de heilige besloten heid vaa het Huis des Heeren. En zij breidt de strekking van hare vermaningen uit om ze te laten klinken „over alle wegen van angst en onrust". Zoo zien wij de H. Kerk optreden als de beschermster van de edelste goederen der menschelijke beschaving. Welk een kracht, maar welk een verantwoordelijkheid tevens! Want als de Kerk tegenover heidenen en on- geloovigen het recht opeischt om op dit gebied met het gezag van haar zending te spreken, hoe zwaar drukt dan op ons, geestelijken en leeken. de verplichting om de schoonheid van onze kerken en onzen eeredienst te doen be antwoorden aan deze verheven roeping van de Jloeder der Waarheid. Dit mag ons er opnieuw aan herinneren, dat de producten van een zakelijke kunst-industrie en van een verval len handwerk het Huis Gods onwaardig zijn. Laten we dit toch vooral bij al de gedachte wisselingen over het ware karakter der kerke lijke kunst indachtig zijn. De theorie der kunst en haar algemeene beginselen heeft den laatsten tijd sterk de aandacht gehad. Maar van de practijk moet de schoonheid in het leven komen en de kunste naars hebben haar te brengen in den goeden geest. Dat zij werken, kunnen blijven werken en zich ontplooien naar de gaven die hun ge schonken zijn, het is onveranderlijk de groote voorwaarde voor een Rchoone kerkelijke kunst in ons goede vaderland. Vier gewonden. Gistermiddag heeft op den rijksweg Enschede- Hengelo onder de gemeente Lonneker een ern stig autoongeluk plaats gehad. De heer Ir. Ghert wonende te Driene gemeente Lonneker, kwam met zijn luxe-auto uit de richting En schede. Tegelijkertijd naderde uit Hengelo een autobus, waarin een reisgezelschap uit Almelo was gezeten. Voorts bevond zich daar ter plaat- së op den weg een met een paard bespannen wagen. Om een aanrijding te voorkomen remde de heer Ghert krachtig, doch zijn auto slipte en botste tegen de autobus. De schok was zoo he vig, dat de bumpers van de autobus verbrijzeld werden. De luxe-auto werd totaal vernield. De bstuurder bekwam een zeer ernstige hoofdwonde benevens verscheiden andere bloedende ver wondingen. Zijn toestand is zeer ernstig. Zijn vrouw liep een beenfractuur op. Een kindje van tien weken, dat zich ook in den luxe wagen bevond, brak een beentje. Van de passa giers van de autobus liep een een niet-ernstige hoofdwonde op. De gewonden zijn naar het ziekenhuis Zieken zorg te Enschede vervoerd. Zeven auto's en bussen op elkaar gereden. Gisterenmorgen is, naar het „Hbld." meldt, tengevolge van de gladheid van den weg op den betonweg NijmegenArnhem nabij Oos terhout, de autobus van de E. N. K. A. tegen een vrachtauto uit Venlo gereden. De vracht auto slingerde van den weg en kwam onderste boven in een sloot te liggen. De autobus werd zwaar gehavend en bleef op den weg staan. Dit had tengevolge, dat een volgende autobus, eveneens van de E. N. K. A„ tegen de andere bus gleed, weldra gevolgd door een tractor met aanhangwagen, afkomstig uit Utrecht, die eveneens in de sloot terecht kwam. Drie vracht auto's botsten daarna nog tegen de twee auto bussen op, zoodat een ware ruïne werd aange richt. Alle voertuigen werden min of meer zwaar gehavend. Het verkeer was volkomen gestagneerd. Persoonlijke ongelukken kwamen bij deze massabotsing echter niet voor. DOOD DOOR SCHULD. Veertien dagen geleden stond voor de Haar- lemsche rechtbank terecht de 30-jarige vracht rijder J. D. te Haarlem, die op 24 Oct. j.l. des avonds dronken aan het stuur van zijn vracht auto zat, waardoor hij in de St. Anthoniestraat een 43-jarigen man heeft doodgereden. Heden morgen werd de zaak voortgezet, waarbij dr. Hulst uit Leiden als getuige-deskundige ge hoord werd. - De Officier van Justitie eischte 9 maanden gevangenisstraf. Uitspraak 2 Februari. 5 Augustus j.l. had een 36-jarige chauffeur uit Scheveningeu als bestuurder van een tou ringcar op den Vogelenzangschen weg te Bloe- mendaal te veel naar links uitgeweken, waar door een 22-jarige jongeman uit IJmuiden zoo danig werd aangereden, dat hij spoedig aan de bekomen verwondingen overleed. Gistermorgen stomd hij voor de Haarlemscihe rechtbank terecht. De Officier van Justitie eischte 6 weken hechtenis. De verdediger pleitte clementie, omdat de chauffeur op het oogenblik van het ongeval, in zeer overspannen toestand verkeerde. Verdachte maakte soms werkweken van 112J4 uur. Hij sliep soms maar 3'A uur per nacht. Uitspraak 2 Februari. SMAADSCHRIFT. De Haagsche Rechtbank heeft gisteren uit spraak gedaan in de zaak tegen den journa list H. A. K., redacteur van het periodiek „De Vraagbaak", die terecht heeft gestaan wegens smaadschrift, en veroordeelde verdachte tot betaling van een geldboete van 100 subs. 50 dagen hechtenis en tot betaling van een scha devergoeding van 150 aan de beleedigde par tij, met de kosten. BRAND IN EEN GROENTENDROGERIJ. Te Capelle heeft een felle brand -gewoed in de groentendrogerij van de Vlinderco te Breda. De maalderij en opslagplaats met de daarin aanwezige voorraden werden een prooi der vlammen. Het bedrijf ondervindt echter geen stagnatie. De oorzaak van den brand is onbekend, ver zekering dokt de schade. De „Havik" naar Indië. Gistermorgen om 9.03 is het K.L.M.-vliegtuig de „Havik" naar Ned. Indië vertrokken. Aan boord bevindt zich 280,187 K.G. post 27.4S0 K.G. goederen en 7,150 K.G. pakketpost. Er zijn geen passagiers aan boord. De beman ning bestaat uit de heeren J. J. E. Duimelaar. J. J, Abspoel, J. J. Ruben en L. C. Dik, die respectievelijk de reis zullen zullen medemaken als eerste bestuurder," tweede bestuurder, werk tuigkundige en radio-telegrafist. De „Snip" (thuisreis) is gisteren te Cairo geland. De „Pelikaan" (heenreis) is gisteren te Jodhpur aangekomen. HET DRAMA IN DE KRANESTRAAT TE 'S-GRAVENHAGE De toestand van de vrouw. Naar wij vern.emen, is de toestand van de bij het drama in de Kranestraat In den nacht van Dinsdag op Woensdag ernstig gewonde vrouw, de 33-jarlge R.G., thans redelijk wel. Het stoffelijk overschot van haar Woensdag avond aan de bekomen verwondingen overle den echtgenoot, den 43-jarigen fotograaf H. R., Is zonder sectie-onderzoek vrijgegeven voor de teraardebestelling. Verdachte voor het Arnhemsche Gerechtshof. Voor het gerechtshof te Arnhem is gisteren in hooger beroep behandeld de zaak betreffende den moord te Zuilichem. Terecht stond de 35-jarige arbeider G. J C., wien ten laste was gelegd, dat hij in den nacht van 24 op 25 Sep tember 1932 te Zuilichem den 19-jarigen A. van Heusden met een mes in den buik heeft ge stoken, tengevolge waarvan deze is overleden. Verdachte was door de rechtbank te Tiel tot drie jaar en zes maanden gevangenisstraf ver oordeeld. Gisteren vroeg de procureur-generaal bevestiging van het vonnis, echter met aftrek van de preventieve hechtenis. De verdediger, mr. E. van Zinnicq Bergmann uit den Bosch, drong aan op een lichter straf. Uitspraak 2 Februari a.s. Hazardspel in den trein. De Amsterdamsche rechtbank veroordeelde gisteren een drietal Amsterdamsche .kooplie den" ieder tot vier maanden gevangenisstraf, conform den eisch van het O. M., wegens hazardspel. Het drietal had in den trein tusschen Amers foort en Amsterdam het spelletje met de drie notedopjes en het stukje kurk gespeeld. Tegen inzet mocht het publiek raden onder welk dopje het kurkje lag. Door de vingervlugheid van de spelers raadden de slachtoffers steeds mis. Een burger, die ook had meegespeeld, ontpopte zich aan het Centraal-Station als een agent in bur ger. Hij maakte proces-verbaal op wegens hazardspel, met bovenvermeld gevolg. DE DOODENDE STROOM. Voor de rechtbank te Groningen stonden gisteren terecht ing. W. en de monteur P., die ervan werden verdacht, dat aan hun grove on voorzichtigheid en roekeloosheid is te wijten, dat de monteur Ettema dezen zomer bij werk zaamheden aan het prov. electr. bedrijf door in aanraking te komen met den sterken stroom werd gedood. Na vele getuigenverklaringen con stateerde de Officier van Justitie, dat de mon teur P. zich niet schuldig gemaakt had aan de roekeloosheid, zoodat hij werd vrijgesproken. Daar de Officier van meening was, dat ing. W. de controle niet aan P. had moeten overlaten, aangezien deze niet op de hoogte was met de plaatselijke situatie en niet was verbonden aan het bedrijf, achtte hij hem wel schuldig en eischte één week hechtenis. DOODELIJKE AANRIJDING TE LEIDEN. In hooger beroep heeft voor het Haagsche Gerechtshof terecht gestaan de 19-jarige mon teur B. C. H. uit Voorschoten, die door de Haagsche rechtbank, wegens het schuldmis- drijf omschreven in art. 307 W.v.S., is ver oordeeld tot 6 maanden hechtenis met intrek king van het rijbewijs voor den tijd van één jaar. H. heeft, naar de verschillende ooggetuigen verklaarden, in den avond van 17 Juni 1932 te ongeveer 11 uur met een-door hem bestuur de auto gereden op den Maresingel te Leiden en daarbij ter hoogte van de Waldeck Pyrmont- straat zekere mevr. Kiel, die aldaar met haar zoon wandelde zoodanig aangereden, dat zij aan de gevolgen van die aanrijding is over leden. Verdachte beweerde, door eenige hem tegen komende wielrijders genoodzaakt te zijn ge worden plotseling een wending naar rechts te maken, waardoor hij in "anraking met het slachtoffer is gekomen. De advocaat-generaal mr. Brants, concludeer de tot bevestiging van het vonnis, op grond dat IJ. ondoordacht en roekeloos heeft gereden en hij om dezen reden de opgelegde straf in overeenstemming met den ernst van het feit achtte. Mr. L. Weijl uit^Leiden betoogde, dat de ge tuigenverklaringen niet precies klopten en er te veel tegenstrijdigheid in de beweringen ter getuigen is. Naar pleiter's gevoelen heeft men hier met een droeven samenloop van omstandigheden te doen, zoodat pleiter concludeerde tot vrij spraak, subs, oplegging van een zeer clemente straf. Arrest 1 Februari a.s. De opvarenden gered. Op de IJssel onder de gemeente Angerlo is gisterenmiddag omstreeks 2 uur het zeilschip „Josephine" van schipper de Beijer uit Gendt (Geld.) bij het opdraaien op eigen anker ge- loopen en gezonken. Ternauwernood wisten schipper de Beijer met vrouw en knecht zich nog te redden door in het roeibootje te sprin gen. Het schip, dat 200 ton meet, was geladen met grint en op weg naar Doesburg. Verzeke ring dekt de schade. De rijksbakenmeester heeft de noodige voorzieningen getroffen ter waarschuwing voor de scheepvaart. Veestapel omgekomen. Gisterennacht is de boerderij van H. v. d. Meer te Koudum, eigendom van den heer O. Miedema te Birdaard, door onbekende oor zaak tot den grond toe afgebrand. De bewoners konden slechts door in nacht gewaad te vluchten aan den dood ontkomen. Een paard en meer dan dertig stuks vee kwamen in de vlammen om. De schade wordt door verzekering gedekt. Donderdagavond omstreeks half 9 brak in de gebouwen der fa. Goossens aan het Hel- schriksel te Venlo in een der loodsen een brand Uit, die zich aanvankelijk zeer ernstig liet aanzien. De achtergebouwen zijn hoofdzake lijk tot pakhuizen ingericht en aan verschil lende firma's verhuurd. In de houten loods, waar het vuur uitbrak was het rollend mate riaal van den fruit- en groentehandelaar Rin- ner uit Venlo geborgen; o.a. bevonden er zich een vrachtauto, eenige venterskarren, verschil lende roomijswagentjes eenige fietsen, een groote partij autobanden en een benzinewagen tje. Een bewoner van het aangrenzende woon huis, die den brand ontdekte, trachtte, daarbij geholpen door inmiddels toegeschoten hulp den auto en den benzinewagen uit het brandende gebouw te redden in welke pogingen zij na veel moeite slaagden. De houten loods was spoedig een groote, laaiende fakkel. In het aangrenzende perceel, dat als garage der fa. Conrads is ingericht, waren vijf luxe auto's gestald, waarvan er drie verzekerd waren. Met vereende krachten kon men ook nog deze auto's redden. De deur en het dak van dit gebouw, waren intussclien ook reeds aan het branden. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, tastte het vuur van alle zijden aan. De houten loods, die geheel uit haar voegen hing, werd grootendeels omgetrokken, waar door het vuur spoedig doofde. Met eenige stra len bluschte men het begin van brand, in de garage. In een goed uur tijds was men het vuur geheel meester en kon de brandweer in rukken. In de drukke volksbuurt trok de brand groo te belangstelling. Naar men ons mededeelde, wordt de schade door verzekering gedekt. BEDRIEGLIJKE BANKBREUK. Een veehouder uit Lutjebroek (in de nabij heid van Alkmaar) werd in Juli j.l. failliet ver klaard. De man wilde uit het faillissement een kleine reserve overhouden en bracht daarom in den nacht vóórdat de curator zijn bezittingen kwam controleeren, vier koeien, een aantal pin ken, 600 contanten en een partij meubelen naar zijn zoon. Toen de curator navraag deed naar vee, contanten en inboedel, gaven, vader en zoon voor, zich niets meer te herinneren van de transactie. De zoon kreeg later berouw, toog naar den curator en vertelde, dat hij gekregen had, wat den crediteuren toekwam. De vader beweerde zijn zoon slechts „een geschenk" te hebben willen geven. De rechtbank te Alkmaar veroordeelde den vader wegens bedrieglijke bankbreuk tot zes maanden gevangenisstraf. Gisteren diende de zaak in hooger beroep. De procureur-generaal voor het Amsterdamsche Hof achtte kwade trouw aanwezig en requireerde bevestiging van het vonnis. De verdediger, mr. E. B. Asscher, pleitte vrijspraak, subs, clementie. Arrest 2 Februari. ƒ1400 VERDWENEN. De rechtbank heeft gisteren de behandeling voortgezet van de zaak tegen den gewezen pen ningmeester van den Uiteinde- en Middenpol der te Ter Aar, W. de B., die terecht heeft ge staan wegens valschheid in geschrifte en ver duistering van een bedrag van 1400. Mr. Van Asch van Wyck requisitoir nemend zeide, dat is vast komen te staan, dat de 1400 verdwenen zijn. Mocht de rechtbank de verduistering niet be wezen achten, dan blijft nog over de verval- sching en het gebruik maken van het ver- valschte stuk als zijnde echt en onvervalscht. Om deze redenen requireerde spr. tegen ver dachte 10 maanden gevangenisstraf. Vonnis 2 Februari a.s. ERNSTIGE AANRIJDING. Gisteren is de 50-jarige courantenbezorger v. d. S. door een auto, bestuurd door den heer T. uit Goutum (Fr.), bij het oversteken van den Groningschen straatweg onder Leeuwar den aangereden. De ongelukkige bekwam een arm- en beenbreuk henevens een zware hoofd wonde. Per brancard lp het slachtoffer naar het Stadsziekenhuis te Leeuwarden overge bracht. De auto is licht beschadigd. Den chauf feur treft geen schuld. In het verslag omtrent den toestand der N.V. „Het Concertgebouw" te Amsterdam over 1931 1932 wordt allereerst herinnerd aan de Haydn- herdenking. Uitgaande van Haydn werd verder een over zicht gegeven over de belangrijkste uitingen op symphonisch gebied der 18de, 19de en 20ste eeuw. Ook aan de hedendaagsche toonkunst werd weer een voorname plaats ingeruimd. Ver schillende componisten waren uitgenoodigd om hun eigen werken te vertolken. Sergei Proko- fieff en Ernst Toch speelden hun eigen piano concerten, Marguérite Long introduceerde Mau rice Ravel's nieuwe pianoconcert onder leiding van den componist, Alfredo Casella trad op als pianist en dirigent, aan werken van Alexander Glazounoff was een matinée gewijd, waarbij de componist op treffende wijze werd gehuldigd. Bij zijn afscheid als dirigent van het Concert gebouw werd de beteekenis van Cornelis Dop per als Nederlandsch componist door een Dop per-avond opnieuw gereleveerd. Verder werd een aanzienlijk aantal werken voor het eerst uitgevoerd. Goethe's 100ste sterfdag werd herdacht door een programma met composities naar werken van den dichter. Door het koor der „Maatschappij tot Bevorde ring der Toonkunst" werd de „Hohe Hesse" van Joh. Seb. Bach uitgevoerd, terwijl op Palm zondag weer de Matthaus-Passion belangstel lenden uit het geheele land in het Concertge bouw vereenigde. Buiten Nederland behaalde ons orkest onder leiding van Willem Mengelberg weer groote successen op een tournée in het Rijnland en te Brussel en Parijs, waar voor 't eerst in de Grand Opéra twee concerten werden gegeven." De financieele toestand. In economisch opzicht heeft het afgeloopen boekjaar voor de Vennootschap belangrijke fi nancieele gevolgen gehad. Het stond In het teeken eener streng doorgevoerde bezuiniging, waartoe de tijdsomstandigheden alle reden gaven. Wat de inkomsten betreft, valt het op, dat de opbrengst der abonnementen (contributiëu) daalde met ruim 17.000.die der entree gelden met 13.000.Op dit laatste hoofd was evenwel te vorigen jare een bate van 4.000 geboekt, die door wijziging in den opzet van sommige concerten thans aan de exploitatie van het orkest ten goede kwam. De meerdere inkom sten uit dezen hoofde 11.000) vonden, be halve in het vorenstaande, hun oorzaak voor namelijk in bezuinigingen op de reiskosten, de vervoerkosten der bagage en de honoraria der dirigenten, terwijl bovendien de medewerking van ons orkest voor enkele, onder deze rubriek vallende extra-concerten verbeterde de op brengst der Haag-concerten met bijna 3.000. De achteruitgang van de posten besproken plaatsen en vestiaire te zamen met bijna 6.000 is te wijten aan het geringere be zoek; de post zaalhuren bracht echter een hoogere bate van 500 in; de inkomsten uit het buffet stegen met eenzelfde bedrag. De nadeelige gevolgen van een vermindering in den omzet der programma's werden niet slechts door strenge bezuiniging gecompenseerd, doch de opbrengst vermeerderde met 1.100. De uitgaven verminderden bijna over de geheele linie: de post salarissen orkest met ongeveer 13.000, gevolg van het pensionneeren van een aantal oudere orkestleden, van de medewerking der dirigenten ten aanzien der minder her haalde vervanging van tijdelijk afwezigen en het in geringere mate doeri verrichten van overwerk; die der sojisten met welhaast 7.000, deels door het niet-engageeren van enkele zeer hoog gehonoreerde krachten, deels doordat verschillende hunner aan ons verzoek afstand te doen van een gedeelte van het over eengekomen honorarium bereidwillig hebben voldaan. De salarissen van het personeel stegen met ruim 3,000, grootendeels het gevolg eener juist in dit seizoen vallende periodieke verhooging. Deze hoogere uitgave werd voor tweederde ge compenseerd door de besparingen, bereikt op de posten bureaulisten en suppoosten en pen sioenfonds employé's. Een grooter gedeelte der pensioenpremie werd op de salarissen gekort. Groote zorgen baart de stijging der uitgaven voor het pensioenfonds van het orkest. Op de Gemeente Amsterdam zal wederom een beroep tot uitkeering van het suppletoir subsidie ad 25.000 moeten worden gedaan. De directe belastingen stegen met vijf percent. De overige uitgaven daalden in belangrijke mate. Parsifal. Op 13 Februari a.s. zal het, gelijk bekend, een halve eeuw geleden zijn, dat Richard Wagner te Venetië overleed. Ter herdenking van dit feit zal de Wagnervereeni- ging, met medewerking van het Concertge bouworkest, op Zaterdag 11 en Zondag 12 Fe bruari, des namiddags te 4 uur een ledenuit voering geven van „Parsifal", in den Stads schouwburg te Amsterdam. De muzikale leiding is in handen van Dr.. Willem Mengelberg. De bezetting is nagenoeg dezelfde als van de laatste uitvoeringen van „Parsifal" te Bayreuth. Solisten zijn o.a. M. Fuchs, F. Wolff, A. Kip nis, Th. Scheide en E. Habich. Op den sterfdag zelf zal een speciale herden kingsavond in het Concertgebouw plaats vin den. De herdenkingsrede zal worden uitge sproken door Thomas Mann. Voorts zal het Concertgebouw-orkest onder leiding van Wil lem Mengelberg enkele fragmenten uit de wer ken van Wagner ten gehoore brengen. Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken maakt bekend, dat op 4 Januari 1933 op het Secretariaat van den Volkenbond is Ingeschre ven de Nederlandsche akte van bekrachtiging van het verdrag betreffende de aanduiding van het gewicht op groote stukken, vervoerd per- schip, dat als ontwerp-verdrag werd aan genomen in de in 1929 te Genève gehouden twaalfde zitting der Internationale Arbeids- conferentie (Staatsblad 1932, no. 185). VADER RIJDT ZIJN EIGEN KIND DOOD. De melkrijder J. de G. te Schagerbrug reed met zijn vrachtauto achteruit zijn erf af, toen zijn tweejarig zoontje plotseling achter den wagen liep. De kleine kwam onder de wielen terecht en overleed spoedig aan de bekomen wonden. Blijkens een Reuter-bericht uit Serang is de Krakatau wederom voortdurend in werking en worden groote hoeveelheden lava uitgestoo- ten. Met welke kracht dat geschiedt, moge blij ken uit het feit, dat gisteren de gloeiende massa werd omhooggespoten tot de enorme hoogte vaa 4000 voet. M.. De oprichtingsvergadering. Woensdagavond is in de groote zaal van het gebouw „De Vereenigpng" in de Wlllemstraat te 's-Gravenhage de oprichtingsvergadering ge houden van den Katholiek Democratlschen Bond. Naar schatting waren ongeveer een 350 per sonen in de zaal aanwezig. De vergadering stond onder leiding van den voorzitter van het voorloopig comité prof. dr. J. A. Veraart. Prof. Veraart hield na opening der vergade ring een rede, waarin hij het crisis-beleid van de R. K. Staatspartij critiseerde en de misvor ming van het instituut der kwaliteitszetels en verklaarde tê passen voor de politiek van den „gulden middenweg". Hij richtte zich tegen de coalitie, tegen het kapitalisme, tegen „Stre berei" en tegen de Katholieke pers en zag de oplossing in een democratisch program-minis terie. Daarvoor had spreker een crisis-pro gram gereed. Hierna was gelegenheid om vragen te stellen. De heer Kuitenbrouwer merkte op, dat prof. Veraart gezegd heeft de eenheid te willen en te strijden tegen het kapitalisme en vroeg, of dan ook niet gestreden wordt tegen het werk, dat de arbeider verricht. De heer v. d. Pet meende, dat uit het Ka tholicisme het communisme moet komen. Daar deze spreker niet tot het stellen van een vraag kwam, werd hem het woord ont nomen. Hierop ontstond eenig rumoer. De heer Kasteel vroeg, of prof. Veraart, spre kende over vergif, bedoelde de heele Katho lieke pers en of daaronder ook de Maasbode werd bedoeld. Verder vroeg hij, of prof. Veraart bereid was een avond met hem te- de- batteeren over de politiek der Katholieke Staatspartij gedurende de laatste 4 jaren. De heer Ernst vroeg waarom de voorzitter hier het woord niet de vrije ruimte heeft ge geven voor gedachtenwisseling over democra tie. Voorts vroeg hij, of prof. Veraart werke lijk meent, dat diens zienswijze en actie dë redding zal brengen voor Nederland en of het geen ramp fs te achten, dat door deze bewe ging de eenheid verloren gaat. Waarom moest In 1929 de kwaliteitsactie zoo scherp opgevoerd worden dat prof. Veraart zich aan de politieke actie onttrok? De heer v. d. Laar vroeg, of er nog contact heeft bestaan tusschen het voorloopig comité van den Kath. Dem. Bond en de in de Staats partij gebleven leden der Democratische Club. Prof. Veraart, de vragers beantwoordend, meende, dat de heer Kuitenbrouwer kapitaal, kapitalisme en kapitaal-goederen verwart. Wij keeren, aldti£ spr., ons niet tegen kapitaal goederen. De vraag is, of het systeem van het kapitalisme niet een zoodanig gebruik van de kapitaalgoederen heeft gemaakt, dat daaraan de groote massa der arbeiders is opgeofferd. Da bedoeling van democratie, zooals spr. dat verstaat, ls om de arbeiders te brengen in het productieproces op de plaats waar zij rechtens behooren. Spr. herhaalde, wat hij ten opzichte van de Katholieke pers heeft gezegd. Er is meer dan een verschil van nuance tusschen hetgeen over spr.'s persoon In de Residentiebode en de Maasbode Is gezegd. Maar de bespreking in de Maasbode over spr.'s laatst verschenen Staat kundige kronieken, vindt spr. een schandaal. Tot een gedachtenwisseling met den heer. Kasteel verklaarde spr. zich ten volle bereid. Het vrije woord, dat de heer Ernst vroeg, kan vanavond niet gegeven worden, omdat' moet gebleven worden hij de oprichting van een Katholiek Democratischen Bond. Wat de eenheid betreft, zeide spr., dat hier thans niets wordlt gebroken, er wordt al leen geconstateerd. Het kwaliteitszetelvraagstuk van 1929 is voor spr. een bewijs, dat de overeenkomst van 1926 niet ernstig was gemeend. Of er voeling ig geweest tusschen het voor loopig comité van den Katholiek Dem. Bond en de leden van de Democratische Club die in de Katholieke Staatspartij zijn geble ven, is spr. niet bekend. Hierna werden de statuten behandeld en goedgekeurd, waarna de voorzitter den Katho liek Democratlschen Bond voor opgericht ver klaarde. Hierna werd het crisisprogram behandsld en goedgekeurd. Uit de statuten van den Katholiek-Democra- tischen Bond blijkt, dat deze een gewone poli tieke partij wil zijn, waarvan het lidmaatschap onvereenigbaar is met dat van een andere staatkundige partij. Deze nieuwe „partijformatie" en afscheiding van de R. K. Staatspartij wordt in het „crisis program" allerminst gerechtvaardigd. Bevordering van productieve werken, steun aan levensvatbare bedrijven en aan de groote gezinnen wil de Staatspartij ook. Het vraagstuk van de verkorting van den arbeidsdag wil dezelfde partij, blijkens de rede van haar fractie-voorzitter in Genève, ernstig zien onderzocht. Of handhaving daarbij van het arbeidsloon met het geheele welvaartspeil van het Nederlandsche volk, vooral tegenover de buitenlandsche concurrentie, overeen te bren gen is, zal juist het voornaamste punt van Onderzoek moeten uitmaken. Maar misschien moet er een nieuwe partij worden opgericht voor de vervanging van de Nederlandsche Bank door een Staatsclrculatie- en credietbank? Van een behoorlijk toezicht op het bankbedrijf, het voornaamste punt op het terrein van het credietwezen, is de R.K. Staats partij al wederom allerminst afkeerig. Of voor de instelling van een crisisfonds? Of voor verdere conversie? Of wil soms ook de R.K. Staatspartij bezuiniging op salarissen en onderwijs ook zonder, „uiterste noodzaak?" En tot inkrimping van de sociale wetgeving bleek ze nog in 't geheel niet bereid! Over financieele voorstellen als;progressieve crisisbelasting op de inkomens, verhoogde in voerrechten op artikelen van weelde, tegengaan van kapi taalvlucht, opheffing van het bankge heim valt ook zonder oprichting van een nieu we partij te praten. Maar de belangen van het zoo bedreigde bedrijfsleven mogen hierbij niet uit het oog worden verloren. Na de aanneming in de Tweede Kamer van het door een „Katholiek" amendement nog be langrijk gewijzigd ontwerp-Verschuur, ls voor al op het punt van publiekrechtelijke bedrijfs organisatie een aparte partij formeering van katholieke zijde wel bijzonder overbodig. De steriele versplintering vreet verder. UITBREIDINGSPLANNEN KRUISVAARDERS ST. JAN. Naar de Januari-aflevering van „De Nieuwe Kruistocht" der Kruisvaarders van St. Jan mededeelt, zal het dit jaar wederom tot uit* breiding moeten komen. Er moet nog veel ge bouwd worden, terwijl o.a. verscheidene werk plaatsen dienen te worden uitgebreid. Door middel van het St. Jozef-bouwfonds hoopt men dit jaar de plannen werkelijkheid te doen worden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4