MUITERIJ OP DE „ZEVEN PROVINCIËN1'
INLANDSCHE BEMANNING VAART WEG
MET HET PANTSERSCHIP
OFFICIEREN MET DE BAJONET IN
BEDWANG GEHOUDEN
VAN HET INDISCHE LEVEN.
-fAANDAG 6 FEBRUARI 1933
UIT ONZE OOST.
VERRASSENDE MEDEDEE-
LING VAN DE MUITERS.
INDRUK TE 's-GRAVENHAGE.
EEN FAMILIEDRAMA TE
BANJOEWANGI.
GEORGANISEERD OVERLEG.
In marinekringen met verbazing
geslagen.
„Een beweging, die dood moet loopen'
poetog wêh
PO&OE
OOTi0o
JAVA ZEE
t indoche r
DIENSTWEIGERING
Hr. Ms. „DE ZEVEN PROVINCIËN
H. M-'s pantserschip „De Zeven Provinciën'\
De on tevredenheid op de Indische vloot blijkt
in steeds ernstiger vormen tot uiting te ko
men. Hebben de vorige week in Soerabaja hon
derden meeren deels inlantfcche man
schappen den dienst geweigerd, wat Zaterdag
nacht in Oleh Lek is voorgevallen grent aan
het ongelooflijke; de schepelingen hebben zich
zonder meer van een oorlogsschip meester ge
maakt en zijn daarmede weggevaren, na de aan
boord zijnde officieren te hebben overmeesterd.
Wij laten hieronder de berichten volgen, zooals
ze ons over dit ongehoord gebeuren bereikten.
Het eerste bericht
Allereerst het laconieke eerste bericht, een
officieel communiqué dat Aneta d.d. Zaterdag
uit Batavia seinde:
BATAVIA, 5 Februari. (ANETA).
Het pantserschip „De Zeven Provinciën"
heeft de haven van Oleh Leh verlaten terwijl
de commandant en een gedeelte van den staf
aan land waren.
De commandant tracht aan boord van de
„Aldebaran" de „Zeven Provinciën" te ach
tervolgen.
Aldebaran begint 'n achter
volging.
BATAVIA, 5 Februari, (ANETA).
Een nader communique van het Departement
der Marine in Ned.-Indië meldt, dat blijkens
nadere berichten van den Gouverneur van
Atjeh muiterij heeft plaats gehad door het aan
boord van ,,De Zeven Provinciën" aanwezige
InlandsCh personeel.
„De Zeven Provinciën" heeft des nachts 2 uur
de reede van Oleh Leh verlaten en werd het
laatst gemeld bij Poeloe Breneh, koersende
om de Zuid.
Het civiel en militair bestuur in de omge
ving zijn gewaarschuwd.
Het sc-hip wordt achtervolgd door den gou-
vernementsstoomer „Aldebaran" aan boord van
welk schip zich de commandant van „de Zeven
Provinciën" heeft ingescheept, evenals offi
cieren, Europeesche onderofficieren en Euro
peesche manschappen.
Gouvernements stoomschip Aldebaran" de
„Zeven Provinciën" die de haven van Olehleh
verlaten heeft, nazit.
Wij varen naar Soerabaja-
Een nader bericht van Aneta Holland meldt,
dat bij het departement van Defensie van den
commandant der zeemacht in Nederlandseh
Indië een telegram is ontvangen volgens het
welk de muiterij aan boord van de Zeven Pro
vinciën blijkt uit te gaan van de inlandsche
schepelingen die zich van het schip meester
maakten na zich voorzien te hebben van ge
weren en munitie die in kasten aan dek klaar
staan voor het geval het schip in nood zou
moeten worden verlaten. Zij hebben de aan
boord aanwezige officieren en onder-officieren
overmand.
Overigens is hieromtrent nog niets bekend.
De commandant en zeven officieren, tien
Europeesche onder-officiereu en twintig kor
poraals en manschappen begeleiden het schip
op de „Aldebaran" langs de Westkunst van
Sumatra. Te twintig uur Indisdhen tijd waren
zij bewesten Melaboe.
Door de Zeven Provinciën is in omroep be
kend gemaakt, dat het schip naar Soerabaja
gaat.
De feiten.
BATAVIA, 6 Februari. (ANETA).
Tot nu toe zijn de volgende feiten met betrek
king tot de muitij door het aanwezig Inlandsch
personeel van „De Zeven Provinciën" bekend:
Zoodra „De Zeven Provinciën" de reede ver
liet, zijn een officier en een konstabel over
boord gesprongen. Zij bereiken een motorsloep
(welke blijkbaar van tevoren door de muiters
beschadigd was) en roeiden naar den wal.
De oficier spoedde zich naar den aan wal
zijnden commandant en deed dien het droeve
verhaal van de muiterij van de Inlandsche be
manning.
Volgens zijn mededeeling hadden de aan boord
gebleven officieren tijd om hun revolvers te
krijgen. De officier hoorde het ratelen van
geweren, welke waarschijnlijk van de rekken
werden genomen. Hij heeft geen schieten ge
hoord.
„De Zeven Provinciën" is tlians vanaf Zater
dagavond 10 uur onderweg en vaart in Zuide
lijke richting. 1-Iet schip werd het laatst gezien
bij Tjalang (Westkust van Atjeh).
Behalve de bemanning van 150 Inlanders
zijn er 50 Europeanen aan boord, van wie 16
officieren.
De Aldebaran" zal de Zeven Provinciën,
die een voorsprong lieeft van 3 uur, blijven
volgen op een afstand van vijf mijl. Ondertus-
schen zijn verschillende maatregelen genomen.
Beslissend optreden.
Hedenmorgen wordt een beslissend optreden
verwacht.
De bijzonderheden worden geheim gehouden.
Aan boord van de „Aldebaran" bevinden zich
10 officieren en een Europeesch detachement
infanterie onder commando van den comman
dant der „Zeven Provinciën".
Definitieve berichten omtrent het lot van de
16 officieren aan boord van „De Zeven Provin
ciën" zijn nog niet beschikbaar.
De namen der officieren
en onderofficieren.
De namen dezer officieren zijn: Van Boven,
de Kroon, de Vos van Steenwijk, Ritsema van
Eek. Stegeman, Beets, Cool, Modderman. Rey-
nierse, de officier van gezondheid Vos, Ageünk
van Rentergem, Koppen, Smits, de Wilde, van
Valkon en Dekker.
Positie van het schip.
BATAVIA, 6 Februari. (ANETA).
De positie van „De Zeven Provinciën" was
om 7 uur hedenmorgen: Breedte 3 graden,
24.5 minuten, Noord. Lengte 96 graden 27 mi
nuten Oost. (Deze positie opgaaf komt onge
veer overeen met de hoogte van het eiland
Simeuloeë ter westkust van Atjeh.)
MEDAN, 6 Februari. (ANETA).
Hedenmiddag om 1 uur werd van de „Zeven
Provinciën" de volgende positie opgegeven:
Het schip bevindt zich tussehen Tapatoean en
Sinabang en wordt nog steeds gevolgd door
de „Aldebaran". De draadlooze mededeeling
van de „Zeven Provinciën" blijkt ook elders
te zijn ontvangen.
De bemanning.
BATAVIA, 6 Februari (ANETA)
De bemanning van de „Zeven Provinciën"
wijkt van de officieele samenstelling af door
dat dertig Inheemschen meer en 20 Europee
sche bemanningsleden minder daarop zijn in
gedeeld.
De verhouding in de Inlieemsche bemanning
was, wat de samenstelling betreft, oorspron
kelijk 171 Javanen en 6S andere Inheemschen,
waaronder Ambonneezen en Menadoneezen.
Welke verhouding na de muiterij is ontstaan,
is nog niet bekend.
De wijze, waarop het schip vordert, met de
kust in zicht, maakt het aannemelijk dat een
Inheemsch kwartiermeester de navigatie voert,
aangezien een zoodanige kracht slechts onder
die omstandigheden zelfstandig kan doorva
ren. De moeilijkheden, wat de navigatie be
treft, zijn thans nog niet groot. Het radiosta
tion van de „Zeven Provinciën" blijkt voortdu
rend bezet, hetgeen wordt verklaard door het
missie ter voorbereiding vap een regeling van
den rechtstoestand van Indische ambtenaren".
Op 1 Mei 1922 bracht die commissie een ver
slag uit met voorstellen tot regeling der
materie in haar vollen omvang. De verwezen
lijking van die voorstellen zou echter zooveel
gekost hebben, dat de regeering er niet aan
dacht. De zaak werd op de lange baan ge
schoven. Wel kreeg de commissie opdracht
afzonderlijke regelingen in studie te nemen, in
de eerste plaats de regeling der administratie
ve straffen en het beroep daarop, maar de
vaart was eruit en kwam er voorloopig niet
meer in. Het duurde tot October 1929, eer de
zaak opnieuw ter hand werd genomen. De
commissie kreeg een nieuwe (bezoldigden)
voorzitter en zoo werden er dan in Septem
ber 1930 vier ontwerp-regelingen ingediend,
waarvan de voornaamste waren die inzake
straffen en beroep en georganiseerd overleg.
Gelijk gezegd, werd eindelijk in November
1932 de commissie voor het georganiseerd
overleg ingesteld, welke ook reeds advies heeft
uitgebracht over een aantal ontwerp-ordon-
nanties, inclusief die omtrent de straffen en
het beroep daarop.
Wel heeft de regeering in menig opzicht de
voorstellen der Rechtstoestandcommissie ge
volgd, maar op de kardinale punten is zij er,
juist in die ordonnanties welke voor de amb
tenaren van het grootste belang zijn, te weten
het georganiseerd overleg en de straffen en
beroep, van afgeweken.
Voor Hollandsche begrippen is het vanzelf
sprekend, dat een regeling van de straffen en
het beroep daarop pas dan beteekenis heeft,
wanneer er in hoogste instantie beslist wordt
door een onpartijdig college, dat dan ook in
de rechtstoestandcommissie ontworpen was
als raad van beroep. Het zal wel geen betoog
behoeven, dat voor voldoening aan den eisch
dat de rechtstoestand der ambtenaren geregeld
zal worden, zoo'n onafhankelijke raad van
beroep onmisbare voorwaarde is. De Neder-
landsche Ambtenarenwet van 1929 voorziet
daar dan ook in met groote zorg voor onpartij
digheid en hoogheid. De Indische regeering
weigerde echter den raad van beroep, eens
deels vanwege de kosten, anderdeels vanwege
feit dat er twee ïnheemsehe selnersra&ata aan
boord zijn.
Het vermoeden is, dat de muiters met het
schip verder uit de kust zullen gaan, aange
zien er bij de kust veel steenen zijn.
Vliegtuigen met onbeken
de bestemming.
BATAVIA, 6 Februari (ANETA)
De „Gouden Leeuw" is hedennacht twaalf
uur uit Tandjong-Priok vertrokken.
Drie Dernier-vliegbooten zijn uit Soerabaja
te Batavia aangekomen en zullen hedenmiddag
vertrekken met een niet op te geven bestem
ming.
Fantastisch radiotelegram-
BATAVIA, 6 Februari. (ANETA).*
Blijkens een officieel communiqué heeft een
later radiobericht vau „De Zeven Provinciën"
aan de „Aibeharan" gemeld, dat het de be
doeling der muiters is den commandant en het
overig marine-personeel een etmaal vóór de
aankomst te Soerabaja aan boord toe te laten,
waar zij met eerbewijzen zouden worden ont
vangen,
Intusschen zijn heteskader en voorts de sche
pen en vliegtuigen uit Soerabaja naar het
Westen gevaren voor begeleiding en bewaking.
De laatst bekende plaats van „De Zeven Pro
vinciën" was op 6 Februari 6 uur v. m. Zuide
lijk van Oedjoeng Radja, koers Zuid-Oost vaart
ongeveer zeven mijl.
Vertrek vliegtuigen ver
traagd.
TANDJONG—PRIOK, 6 Februari. (ANETA.)
Het vertrek van de „Dornier-Wall" vliegboo-
ten, di zich naair Telokbetong zouden begeven
en die onder commando staan van luitenant
ter zee der eerste klasse M. Schoo is vertraagd
door moeilijkheden, die zich hebben voorge
daan hij het inladen van benzine. Er bestaat
nog een mogelijkheid, dat de vliegbooten nog
heden zullen vertrekken, maar anders wordt
de toch'J pas morgenochtend ondernomen.
Een officieel relaas
BATAVIA, 6 Februari. (ANETA).
Een oficieel resumé van de gebeurtenissen
aan boord van de „Zeven Provinciën" luidt
als volgt:
Aan boord van de „Zeven Provinciën" is op
4 Februari te 10 uur n.m. muiterij uitgebro
ken.
De „Zeven Provinciën" lag op de reede van
Oleh Leh, terwijl de commandant, 15 officie
ren en ongeveer 100 onderofficieren en man
schappen aan wal waren.
Aan boord bevonden zich op dat oogenblik
16 officieren, 9 Europeesche onder-officieren,
benevens 140 (Inlandsche schepelingen. Deze
laatsten hebben de officieren en Europeesche
onderofficieren overmeesterd). Twee officieren
en een onderofficier sprongen over boord en
bereikten den wal.
Het schip ging onder stoom en bleef tot 2
uur v.m. op de reede kruisen. Het stoomde
daarna in westelijke richting en verdween uit
zicht.
De „Aldebaran" volgde met den comman
dant, 7 officieren, 10 Europeesche korporaals
en 20 Europeesche manschappen, gewapend
met karabijnen. De overige bemanning, be
staande uit ongeveer 40 officieren, 2 inland
sche onderofficieren en 17 Europeesche kor
poraals en minderen, benevens 104 inlandsche
schepelingen, is in Kota-Radja achtergebleven.
De „Zeven Provinciën" werd op 5 Februari
des ochtends door een motorschip gezien nabij
het eiland Poeloe Breueh, koers zettend naar
het Zuiden en loopende met geft-inge vaart.
de onaanvaardbaarheid voor den Indischen
dienst van een stelsel, waarbij de overheid
zelfs ten aanzien van een verleend ontslag
zich zou hebben te gedragen naar de uitspra
ken van een buiten de administratie staand
college
De regeering legde de beslissing in hoogste
instantie in handen van den naasthoogeren
chef van den strafopleger Het is duidelijk, dat
hiermee de regeling van den rechtstoestand
der Indische ambtenaren vrijwel eèn wassen
neus is.
Ook de Commissie voor het Georganiseerd
Overleg is nog lang niet, wat door de ambte
naren wordt verlangd. In geen geval is een uit
spraak van de commissie voor de regeering
op eenigerlei wijze bindend. Zij is niets meer
dan een adviseerend college, welks voorzitter
.door de regeering benoemd als schakel
fungeert tussehen de regeering en de ambte
naren. Waar nu de ervaring met den volks
raad, die toch heel wat meer is dan enkel een
adviseerend college geleerd heeft, dat de regee
ring zich zelden of nooit aan een advies stoort,
is het licht te hegrijpen, dat de vergelijking van
de fopspeen ten opzichte van de commissie
voor het georganiseerd overleg al meerdere ma
len dienst heeft gedaan.
De regeering heeft bovendien nog een van
die typische fouten van tact gemaakt, om dé
ambtenaren en alle verdere belangstellenden
vooral niet af te helpen van den indruk, dat
de regeering, van al die meepraters eigenlijk
een bitter beetje hebben moet. Integendeel, zij
heeft dien indruk ten zeerste versterkt, door
zelfs geen gewone beleefdheid in acht te nemen
tegenover een commissie, in het leven geroe
pen om met haar overleg te plegen inzake alge-
meene ambtenaarsbelangen.
Men realiseere zich nog even, dat de Indi
sche ambtenaren sinds 1920 (en eigenlijk nog
veel langer) gewacht hadden op een begin van
regeling van hun rechtstoestand. Eindelijk
komt dan op 24 Nov. 1932 voor het eerst de
commisie voor het georganiseerd overleg bij
een. Maar er is „geen kip" om de commissie te
installe'eren. Bij honderden ge^enheden stuurt
de regeejing een of anderen vertegenwoordiger,
maar nu een toch door haar ambtenaren als zoo
belangrijk bedoelde commissie voor het eerst
bijeenkwam, was er niemand, terwijl Batavia
vol zit van autoriteiten. Waarom bijv. den re-
geeringsgemachtigde voor algemeene zaken niet
opgedragen, de commissie met eenig vertoon
te installeeren7 Ook voor den voorzitter jhr.
De „Aldebaran" Bloot aan en begeleidde het
schip, dat langs de Westkust van Sumatra
in Zuidelijke richting voer.
Volgens een opgevangen radio-omroep van
de muitende bemanning is het doel Soerabaja.
Het schip blijft in Zuidelijke richting stoomen
met een vaart van 8 mijl.
Man doodt zijn vrouw en twee kinderen.
Officieren onder bedreiging
met de bajonet gevangen
genomen.
MEDAN, 5 Februari. (ANETA).
„De Deli-Courant" verneemt nader uit Koeta
Radja, dat gisteravond 9 uur plotseling alle
lichten van de „Zeven Provinciën" uitgin
gen om daarna weer te ontbranden.
De commandeerende officier is toen onmid
dellijk met een roeiboot naar de ter reede
liggende „Aldebaran" gevaren, welke hem naar
den wal bracht.
Hij begaf zich naar de Atjehclub waar zich
de commandant van de ,;Zeven Provinciën"
bevond om dezen te waarschuwen, dat de negen
aanboord vertoevende officieren door matro
zen met de bajonet op het geweer waren gevan
gen genomen.
Da commandant van de „Zeven Provinciën"
heeft zich met den militairen commandant van
Atjeh, kolonel Behrens en tien k twaalf ma
rineofficieren onmiddellijk ingescheept aan
boord van de .Aldebaran" om het muitende
schip te volgen.
„De Zeven Provinciën" kan ongeveer 15
knoopen loopen, doch thans waarschijnlijk
slechts S, en de „Aldebaran" 10 knoopen.
De namen van de onderofficieren, die zich
aan boord van „De Zeven Provinciën" bevinden
zijn: Van Ling; Rammer, Van de Wal, Daniels,
Floresteyn, Fonteyn, Isbruecker, Merkx en
Voogd.
De namen der korporaals en minderen zijn
niet bekend aangezien de rol zich aan boord
bevindt.
Eskader naar Sumatra ver
trokken.
Anèta Holland meldt dat bij het departement
van Defensie bericht ie ontvangen van den
Commandant van de Zeemacht in Nederlandsch-
Indië, dat 't Nederlandsohe eskader oefenende
bij de Zuidkust van Celebes onmiddellijk naar
de Atjehsche wateren vertrokken is, in verband
met het gebeurde met de „Zeven Provinciën",
waarop naar Aneta meldt muiterij is uitgebro
ken onder het inlandsche personeel, dat 9 of
ficieren gevangen heeft genomen, terwijl de
Commandant die met de meerderheid van den
staf aan land was, thans aan boord van het
(Van onzen K.-correspondent).
We komen langzamerhand aardig in onze
colleges en instellingen te zitten. We hebben
een Volksraad met een college van gedelegeer
den, dat zoo juist iederen aanslag op zijn be
staan energiek van de hand heeft gewezen. We
hebben provinciale raden met colleges van go-
deputeerden, regentschapsraden met colleges
van gecommitteerden en gemeenteraden met
colleges van burgemeesters en wethouders.
Alle tezamen zijn ze de verwezenlijking van
het streven: de medebesturende bevoegdheden
van de geheel landsbevolking grooter en groo-
ter te maken, teneinde geleidelijk te komen tot
bet moderne ideaal van den démocratisohen
staat, waarin een volk zichzelf bestuurt. Er
zou plaats zijn voor de gedachte, dat Indië
wellicht pas aan dit ideaal toe zal zijn, wan
neer het in andere deelen van de wereld juist
weer verlaten zal wezen voor een nieuw be
ginsel van staatsbestuur. Maar ik laat deze
gedachte liever ter uitwerking over aan de
fascistische liefhebbers.
Intusschen is er oogensehijnlijk geheel in
strijd met. de aan de Indische regeering met
toenemende heftigheid toegedichte neiging tot
het verwnarloozen en voorbijgaan van allerlei
vertegenwoordigende instanties, den volks
raad incluis weer een nieuw college bij
gekomen, dat mede bestemd is om met de
regeering te beraadslagen over de belangen des
volks, met name over de algemeene ambte
naarsbelangen.
Den 24sten November van bet voorbije jaar
vergaderde voor bet eerst de nieuw in het
leven geroepen commissie voor het georgani
seerd overleg inzake algemeene ambtenaars-
belangen, gelijk baar officieele naam luidt.
Misschien is er geen betere kijk te geven op
den Indischen geest en de Indische opvattin
gen, wat betreft het recht van medezeggen
schap van den werknemer incl. den ambtenaar,
dan door eenige punten aan te stippen uit de
geschiedenis van bet georganiseerd overleg.
Reeds in Juli 1920 werd ingesteld een „com-
In marinekringen in de Haag stond men op
het bericht van de muiterij aan boord van „De
Zeven Provinciën" met verbazing geslagen. Zoo
iets had men nu toch wel het allerminst ver
wacht.
Wij vroegen een bekend persoon uit die krin
gen of de salariskorting als de aanleiding van
de ongeregeldheden kon worden beschouwd.
Dat is inderdaad zeer waarschijnlijk ant
woordde hij. Alle Indische ambtenaren, die
onder den gouverneur generaal ressorteeren
worden met 7 pet. in hun salaris gekort. Deze
korting geldt niet voor het Europeesch mili
tair personeel, welks salaris in Holland word*,
vastgesteld.
Meent u, dat er voor 't Europeesch perso
neel geen aanleiding bestond om aan de mui
terij mee te doen?
.Zooals gebleken is te Soerabaja waren er ook
onder heb Euiropeesch personeel malconten
ten. Maar hoeter zich die ontevredenheid uit
strekt, valt vanhieruit niet te zeggen. Om dat
te kunnen beoordeelen moet men eerst weer
eenigen tijd met dat personeel hebben gewerkt.
Maar, aldus ging onze zegsman voort, ik kan
moeilijk gelooven, dat het Europeesch perso
neel zich vrijwillig in dit avontuur zou hebben
gestort. Iedereen, die zijn weerstand gebruikt,
zal toch moeten begrijpen, dat zoo'n beweging
moet doodloopen bij gemis aan steun te land.
De stemming aan land is overal nog vóór het
wettig gezag, zoodat de opvarenden nergens
aan land kunnen gaan om kolen te laden of te
proviandeeren, of zij worden ingerekend en
dan is bet spelletje uit.
Voor hoelang heeft men kolen aan boord.
Dat is niet zoo precies te zeggen. Ik geloof,
dat „De Zeven Provinciën" juist kolen gela
den had, maar 't kolen-verbruik hangt heele-
maal af van de snelheid, waarmee gevaren
wordt. De grootste vaart bedraagt 15,3 mijl en
de vaart bij voordeeltig kolenverbruik is 8
mijl. Bij de grootste vaart kan 2100 mijl worden
afgelegd en bij voordeelig kolenverbruik 5100
mijl. Maar bovendien kan het schip nog voor
anker gaan, zoadat onmogelijk is te zeggen,
hoelang de bemanning het op zee kan uithou
den.
Hoeveel man Europeesch en inlandsch
personeel is er normaal aan boord.
Ongeveer 350 man, n.l. 120 Europeanen en
230 inlanders, Telegrammen melden thans dat
er zich op 't oogenblik 50 Europeanen, waar
onder 16 officieren aan boord 'bevinden. Die
worden daar waarschijnlijk door gewapende in
landers in bedwang gehouden.
- Hoe kwam het dat de commandant aan
wal was, toen de opstand uitbrak. Is het juist,
wat wij hebben hooren verluiden, dat er een
feestje werd gegeven door den gouverneur van
Atjeh
Dat is heel goed mogelijk. Eenige dagen
geleden berichtten de bladen over een z.g.n.
instuif, dat is een feest, dat door de marine
wordt gegeven, wanneer zij eenigen tijd in
een havenplaats vertoeven. Later wordt dan
gewoonlijk door de burgerlijke autoriteiten
een feest geven ter eere van de marine. Waar
schijnlijk was de commandant met eenige offi-
SCHAM- UZJOOOQ
malakka
PONTIAHAK
RADJA
TJALAMG
MELABO
3ATAV1A
OC&AAh
mr. H. J. r. Vierssen Trip, vice-president van
het Hooggerechtshof en den secretaris, mr.
G. Mertens, die door de regeering benoemd
zijn en geen enkel honorarium krijgen voor
dit commissie-werk, dat waarlijk geen sine
cure is, moet een dergelijke volkomen afwe
zigheid van belangstelling en uiterlijke waar
deering weinig aanmoedigend zijn geweest.
De eerste opmerking die in de commissie ge
maakt werd, was dan ook: De regeering moet
in babr hart natuurlijk niets hebben van onze
commissie. We zijn maar bedoeld als fop
speen. Of dit de geest is, waarin het georgani
seerd overleg tussehen de regeering en haar
ambtenaren moet worden aangevangen, waag
ik toch te betwijfelen. Dat had heel anders
kunnen zijn en dat had nu eens niets
gekost. Behalve dan een beetje egards.
Intusschen is de commissie voor het georga
niseerd overleg hard aan het werk gegaan. Se
dert hare Instellingn heeft zij iedere week min
stens eenmaal, en herhaaldelijk twee en drie
maal per week vergaderd. Ondanks alle achter
docht tegenover de regeering, die ervan ver
dacht wordt, de heele commissie als een ge
dwongen fraaiigheid te beschouwen, bestaat er
toch zeer groote belangstelling voor bet werk
der commissie. Deze blijkt niet het minst uit
de groote aandacht die de pers eraan besteedt.
Dank zij de activiteit van het hoofdbestuur
van liet secretariaat voor R. K. ambtenaren en
particuliere werknemers heeft ook de Katho
lieke vakcentrale een vertegenwoordiger in de
commissie. De snelle groei der Katholieke vak-
vereenigingen rechtvaardigt deze vertegen
woordiging ten volle. In deze sombere tijden
neemt de vakbeweging in Indië met sprongen
toe. waarbij de Katholieken zeker niet achter
blijven. Intusschen is die vakbeweging nog zeer
weinig sterk. Een macht, gelijk in het moeder
land en andere Europeesche rijken, vormt zij
nog lang niet, hetgeen trouwens ook niet te
verwachten zou zijn. Maar wij voorspellen toch
een groote verandering ten goede op betrekke
lijk korten termijn. Het is goed, dat de regee
ring hieraan tijdig die aandacht schenkt, welke
zij verdient, en ook eens de gelegenheid aan
grijpt om een advies harer ambtenaren ter
harte te nemen. Anders zal er heel spoedig
een even onverkwikkelijke verhouding tus
sehen de regeering en de commissie voor het
Georganiseerd Overleg ontstaan als er reeds
bestaat tussehen de regeering en den volks
raad, waarbij tenslotte ook de regeering zelf
niet gebaat is. -jrrurrr
Te Banjoewangi beeft de heer Llem Hie
Swie in zijn woning een moordaanslag gepleegd
op zijn vrouw en drie jeugdige kinderen.
Met twee schoten uit een Winchester-kara-
bijn had hij aldus lezen wij in de „Ind.
Crt." een eind gemaakt aan het leven zijner
vrouw. Mevrouw Liem Hie Swie lag nog ta
slapen; zij werd door haar echtgenoot gewekt,
die daarop twee schoten op haar afvuurde,
waarvan het eerste het voorhoofd trof. blijk
baar niet doodelijk hij loste een tweede
schot in de maagstreek.
Vervolgens maakte hij zijn kinderen één voor
één wakker, om hen eveneens onder geweer
vuur te nemen. Vermoedelijk waren zijn pa
tronen verschoten, toen hij ook het derde kind
wilde dooden. althans hij bracht het een slag
met den kolf van zijn schietwapen op het
hoofd toe.
De lijken der drie dooden werden naar Ban
joewangi overgebracht.
Het verwonde kind wordt verpleegd in de
Banjoewangische kliniek; er is alle hoop op
herstel.
Den avond te voren was de heer Liem Hie
Swie nog met zijn echtgenoote bij den dokter
geweest; zij leed aan een kwaal, waarvoor
zij onder medische behandeling moest worden
gesteld.
Hetgeen den lieer Liem Hie Swie tot zijn
wanhoopsdaad heeft gedreven, is onbekend;
verteld wordt, dat hij, in verband met de on
gunst van den tijd. hij voerde het beheer
over een, aan zijn vader toebehoorende rijst-
pellerij, veel materieele moeilijkheden had
en zich de ziekte zijner vrouw op desperate
wijze aantrok. Zij waren nog slechts zeven
jaren in den echt vereenigd.
De heer Liem Hie Swie werd, in tegenwoor
digheid van den Assistent Resident van Ban
joewangi, die gewaarschuwd was. door
den commandant der veldpolitie van Genteng
gearresteerd. In huis staande, nog met zijn
geweer in de hand, gaf hij zich gewillig over.
Nieuwe arrestaties.
BATAVIA, 6 Febr. (ANETA). Hedenochtend
zijn aan den Oedjoeng (Soerabaja) vijf nieuwe
inheemsche dienstweigeraars gearresteerd.
MALANG, 8 Februari. (ANETA).
Hedennacht te 2 uur zijn twee compagnieën
marechaussees naar Soerabaja vertrokken als
preventieve maatregel.
eieren en een 20-tal Europeesche korporaals en
mansóhappen op een dergelijk feest, toen de
overrompeling van het schip door de muiters
plaats had.
Wat zou het te beteekenen hebben ge
had, dat de lichten op „De Zeven Provinciën"
plotseling uit- en daarna weer aangingen, zoo
als in een der telegrammen wordt gemeld
Vermoedelijk is dat het afgesproken
sein geweest voor de muiters. Men kan ge
makkelijk overal aan boord het licht uit- en
aandraaien. Het is in ieder geval een sein,
dat gemakkelijk te geven is en overal wordt
opgemerkt.
Hoe denkt u, dat de overrompeling heeft
plaats gehad
Hier staan we ook weer tegenover een
moeilijk op te lossen vraagstuk. Zoolang we
niet over nadere gegevens beschikken. De
officieren zijn door mindere met de bajonet
op het geweer gevangen genomen, meldt een
telegram.
Waren de officieren dan niet gewapend
Neen, alleen in oorlogstijd loopen de
officieren gewapend. Ze hebben ook nu wel
revolvers en patronen, maar die liggen ge
woonlijk in hun hutten. Misschien hebben de
muiters deze wapens te voren wel weggeno
men, zoodat de officieren geen tegenweer kon
den bieden.
En de minderen, hebben die munitie voor
hun geweren
Ja, natuurlijk. Ze behoeven heusch niet
alleen met hun bajonetten te schermen. Wie
in het bezit is van het schip, kan overal bij
en zich gemakkelijk van de noodige munitie
voorzien.
Heeft „De Zeven Provinciën" ook torpe-
do-laneeerbuizen
Ja, die heeft het schip tegenwoordig.
Maar ze hebben geen torpedo's aan boord, zoo
dat ze daar toch niets aan hebben.
Hoe kan de commandeerend officier naar
den wal zijn gegaan om den commandant te
waarschuwen
Dat zal ook wel niet zoo eenvoudig zijn
gegaan, dat hij met een sloep van boord is
geroeid. Zulks zou hem zeker door de muiters
belet zijn. Ik vermoed, dat hij kans heeft ge
zien om over boord te springen en toen naar
een drijvende sloep is gezwommen. Als een
schip op de zee ligt, liggen er altijd sloepen
op de hakspier, welke gebruikt worden voor
communicatie met den wal. Vermoedelijk
heeft de commandant een van deze sloepen
weten te bereiken en is hij daarmee naar de
„Aldebaran" geroeid. (Een later binnengeko
men telegram bevestigt de juistheid van deze
veronderstelling).
Welke rangen bekleedt het inlandsch
personeel aan boord, vroegen we ten slotte
nog.
Over het algemeen alleen lagere rangen.
Er is hoogstens een enkele inlander mef den
rang van sergeant aan boord.
Hr. Ms. pantserschip „De Zeven Provinciën",
dat onder commando staat van den kapitein
luitenant ter zee P. Eikenboom, werd in 1908
op de voormalige Rijkswerf te Amsterdam ge
bouwd en in 1909 te water gelaten, waarna het
In de tweede helft van 1910 in gebruik kon
worden genomen. Op 25 Februari 1911 kwam
het schip in Oost-Indië aan. Het was o.m. in
de eerste jaren van den wereldoorlog het vlag-
geschip van den vlootvoogd in Nederlandsen
Indië.
De waterverplaatsing van het schip bedraagt
6530 ton. Het heeft een pantseringgordel van
150100 m. M. S. Pantserdèk, commando- en
geschuttorens zijn gepantserd. De bewapening
bestaat uit 2 kanonnen van 28 c.m., 4 kanonneu
van 15 c.m. No. 5, 10 kanonnen van 7.5 c.m.
semiautomatisch No. 1, 2 kanonnen van 3.7 c.m.
en 2 mitrailleurs. Het schip bezit bovendien
twee torpedolanceerinrichtingen, doch heeft
momenteel geen torpedo's aan boord. De groot
ste snelheid van het schip bedraagt 15.3 mijl
met een werkingsstraal van 2100 tot 5100 mijl.
De capaciteit der machines bedraagt ruim S0O0
P.K. De bemanning telt normaal plm. 350 kojj-
pen, onder wie ongeveer 230 inlanders zijn, j