MUITERIJ OP DE „ZEVEN PROVINCIËN1' INLANDSCHE BEMANNING VAART WEG MET HET PANTSERSCHIP OFFICIEREN MET DE BAJONET IN BEDWANG GEHOUDEN VAN HET INDISCHE LEVEN. -fAANDAG 6 FEBRUARI 1933 UIT ONZE OOST. VERRASSENDE MEDEDEE- LING VAN DE MUITERS. INDRUK TE 's-GRAVENHAGE. EEN FAMILIEDRAMA TE BANJOEWANGI. GEORGANISEERD OVERLEG. In marinekringen met verbazing geslagen. „Een beweging, die dood moet loopen' poetog wêh PO&OE OOTi0o JAVA ZEE t indoche r DIENSTWEIGERING Hr. Ms. „DE ZEVEN PROVINCIËN H. M-'s pantserschip „De Zeven Provinciën'\ De on tevredenheid op de Indische vloot blijkt in steeds ernstiger vormen tot uiting te ko men. Hebben de vorige week in Soerabaja hon derden meeren deels inlantfcche man schappen den dienst geweigerd, wat Zaterdag nacht in Oleh Lek is voorgevallen grent aan het ongelooflijke; de schepelingen hebben zich zonder meer van een oorlogsschip meester ge maakt en zijn daarmede weggevaren, na de aan boord zijnde officieren te hebben overmeesterd. Wij laten hieronder de berichten volgen, zooals ze ons over dit ongehoord gebeuren bereikten. Het eerste bericht Allereerst het laconieke eerste bericht, een officieel communiqué dat Aneta d.d. Zaterdag uit Batavia seinde: BATAVIA, 5 Februari. (ANETA). Het pantserschip „De Zeven Provinciën" heeft de haven van Oleh Leh verlaten terwijl de commandant en een gedeelte van den staf aan land waren. De commandant tracht aan boord van de „Aldebaran" de „Zeven Provinciën" te ach tervolgen. Aldebaran begint 'n achter volging. BATAVIA, 5 Februari, (ANETA). Een nader communique van het Departement der Marine in Ned.-Indië meldt, dat blijkens nadere berichten van den Gouverneur van Atjeh muiterij heeft plaats gehad door het aan boord van ,,De Zeven Provinciën" aanwezige InlandsCh personeel. „De Zeven Provinciën" heeft des nachts 2 uur de reede van Oleh Leh verlaten en werd het laatst gemeld bij Poeloe Breneh, koersende om de Zuid. Het civiel en militair bestuur in de omge ving zijn gewaarschuwd. Het sc-hip wordt achtervolgd door den gou- vernementsstoomer „Aldebaran" aan boord van welk schip zich de commandant van „de Zeven Provinciën" heeft ingescheept, evenals offi cieren, Europeesche onderofficieren en Euro peesche manschappen. Gouvernements stoomschip Aldebaran" de „Zeven Provinciën" die de haven van Olehleh verlaten heeft, nazit. Wij varen naar Soerabaja- Een nader bericht van Aneta Holland meldt, dat bij het departement van Defensie van den commandant der zeemacht in Nederlandseh Indië een telegram is ontvangen volgens het welk de muiterij aan boord van de Zeven Pro vinciën blijkt uit te gaan van de inlandsche schepelingen die zich van het schip meester maakten na zich voorzien te hebben van ge weren en munitie die in kasten aan dek klaar staan voor het geval het schip in nood zou moeten worden verlaten. Zij hebben de aan boord aanwezige officieren en onder-officieren overmand. Overigens is hieromtrent nog niets bekend. De commandant en zeven officieren, tien Europeesche onder-officiereu en twintig kor poraals en manschappen begeleiden het schip op de „Aldebaran" langs de Westkunst van Sumatra. Te twintig uur Indisdhen tijd waren zij bewesten Melaboe. Door de Zeven Provinciën is in omroep be kend gemaakt, dat het schip naar Soerabaja gaat. De feiten. BATAVIA, 6 Februari. (ANETA). Tot nu toe zijn de volgende feiten met betrek king tot de muitij door het aanwezig Inlandsch personeel van „De Zeven Provinciën" bekend: Zoodra „De Zeven Provinciën" de reede ver liet, zijn een officier en een konstabel over boord gesprongen. Zij bereiken een motorsloep (welke blijkbaar van tevoren door de muiters beschadigd was) en roeiden naar den wal. De oficier spoedde zich naar den aan wal zijnden commandant en deed dien het droeve verhaal van de muiterij van de Inlandsche be manning. Volgens zijn mededeeling hadden de aan boord gebleven officieren tijd om hun revolvers te krijgen. De officier hoorde het ratelen van geweren, welke waarschijnlijk van de rekken werden genomen. Hij heeft geen schieten ge hoord. „De Zeven Provinciën" is tlians vanaf Zater dagavond 10 uur onderweg en vaart in Zuide lijke richting. 1-Iet schip werd het laatst gezien bij Tjalang (Westkust van Atjeh). Behalve de bemanning van 150 Inlanders zijn er 50 Europeanen aan boord, van wie 16 officieren. De Aldebaran" zal de Zeven Provinciën, die een voorsprong lieeft van 3 uur, blijven volgen op een afstand van vijf mijl. Ondertus- schen zijn verschillende maatregelen genomen. Beslissend optreden. Hedenmorgen wordt een beslissend optreden verwacht. De bijzonderheden worden geheim gehouden. Aan boord van de „Aldebaran" bevinden zich 10 officieren en een Europeesch detachement infanterie onder commando van den comman dant der „Zeven Provinciën". Definitieve berichten omtrent het lot van de 16 officieren aan boord van „De Zeven Provin ciën" zijn nog niet beschikbaar. De namen der officieren en onderofficieren. De namen dezer officieren zijn: Van Boven, de Kroon, de Vos van Steenwijk, Ritsema van Eek. Stegeman, Beets, Cool, Modderman. Rey- nierse, de officier van gezondheid Vos, Ageünk van Rentergem, Koppen, Smits, de Wilde, van Valkon en Dekker. Positie van het schip. BATAVIA, 6 Februari. (ANETA). De positie van „De Zeven Provinciën" was om 7 uur hedenmorgen: Breedte 3 graden, 24.5 minuten, Noord. Lengte 96 graden 27 mi nuten Oost. (Deze positie opgaaf komt onge veer overeen met de hoogte van het eiland Simeuloeë ter westkust van Atjeh.) MEDAN, 6 Februari. (ANETA). Hedenmiddag om 1 uur werd van de „Zeven Provinciën" de volgende positie opgegeven: Het schip bevindt zich tussehen Tapatoean en Sinabang en wordt nog steeds gevolgd door de „Aldebaran". De draadlooze mededeeling van de „Zeven Provinciën" blijkt ook elders te zijn ontvangen. De bemanning. BATAVIA, 6 Februari (ANETA) De bemanning van de „Zeven Provinciën" wijkt van de officieele samenstelling af door dat dertig Inheemschen meer en 20 Europee sche bemanningsleden minder daarop zijn in gedeeld. De verhouding in de Inlieemsche bemanning was, wat de samenstelling betreft, oorspron kelijk 171 Javanen en 6S andere Inheemschen, waaronder Ambonneezen en Menadoneezen. Welke verhouding na de muiterij is ontstaan, is nog niet bekend. De wijze, waarop het schip vordert, met de kust in zicht, maakt het aannemelijk dat een Inheemsch kwartiermeester de navigatie voert, aangezien een zoodanige kracht slechts onder die omstandigheden zelfstandig kan doorva ren. De moeilijkheden, wat de navigatie be treft, zijn thans nog niet groot. Het radiosta tion van de „Zeven Provinciën" blijkt voortdu rend bezet, hetgeen wordt verklaard door het missie ter voorbereiding vap een regeling van den rechtstoestand van Indische ambtenaren". Op 1 Mei 1922 bracht die commissie een ver slag uit met voorstellen tot regeling der materie in haar vollen omvang. De verwezen lijking van die voorstellen zou echter zooveel gekost hebben, dat de regeering er niet aan dacht. De zaak werd op de lange baan ge schoven. Wel kreeg de commissie opdracht afzonderlijke regelingen in studie te nemen, in de eerste plaats de regeling der administratie ve straffen en het beroep daarop, maar de vaart was eruit en kwam er voorloopig niet meer in. Het duurde tot October 1929, eer de zaak opnieuw ter hand werd genomen. De commissie kreeg een nieuwe (bezoldigden) voorzitter en zoo werden er dan in Septem ber 1930 vier ontwerp-regelingen ingediend, waarvan de voornaamste waren die inzake straffen en beroep en georganiseerd overleg. Gelijk gezegd, werd eindelijk in November 1932 de commissie voor het georganiseerd overleg ingesteld, welke ook reeds advies heeft uitgebracht over een aantal ontwerp-ordon- nanties, inclusief die omtrent de straffen en het beroep daarop. Wel heeft de regeering in menig opzicht de voorstellen der Rechtstoestandcommissie ge volgd, maar op de kardinale punten is zij er, juist in die ordonnanties welke voor de amb tenaren van het grootste belang zijn, te weten het georganiseerd overleg en de straffen en beroep, van afgeweken. Voor Hollandsche begrippen is het vanzelf sprekend, dat een regeling van de straffen en het beroep daarop pas dan beteekenis heeft, wanneer er in hoogste instantie beslist wordt door een onpartijdig college, dat dan ook in de rechtstoestandcommissie ontworpen was als raad van beroep. Het zal wel geen betoog behoeven, dat voor voldoening aan den eisch dat de rechtstoestand der ambtenaren geregeld zal worden, zoo'n onafhankelijke raad van beroep onmisbare voorwaarde is. De Neder- landsche Ambtenarenwet van 1929 voorziet daar dan ook in met groote zorg voor onpartij digheid en hoogheid. De Indische regeering weigerde echter den raad van beroep, eens deels vanwege de kosten, anderdeels vanwege feit dat er twee ïnheemsehe selnersra&ata aan boord zijn. Het vermoeden is, dat de muiters met het schip verder uit de kust zullen gaan, aange zien er bij de kust veel steenen zijn. Vliegtuigen met onbeken de bestemming. BATAVIA, 6 Februari (ANETA) De „Gouden Leeuw" is hedennacht twaalf uur uit Tandjong-Priok vertrokken. Drie Dernier-vliegbooten zijn uit Soerabaja te Batavia aangekomen en zullen hedenmiddag vertrekken met een niet op te geven bestem ming. Fantastisch radiotelegram- BATAVIA, 6 Februari. (ANETA).* Blijkens een officieel communiqué heeft een later radiobericht vau „De Zeven Provinciën" aan de „Aibeharan" gemeld, dat het de be doeling der muiters is den commandant en het overig marine-personeel een etmaal vóór de aankomst te Soerabaja aan boord toe te laten, waar zij met eerbewijzen zouden worden ont vangen, Intusschen zijn heteskader en voorts de sche pen en vliegtuigen uit Soerabaja naar het Westen gevaren voor begeleiding en bewaking. De laatst bekende plaats van „De Zeven Pro vinciën" was op 6 Februari 6 uur v. m. Zuide lijk van Oedjoeng Radja, koers Zuid-Oost vaart ongeveer zeven mijl. Vertrek vliegtuigen ver traagd. TANDJONG—PRIOK, 6 Februari. (ANETA.) Het vertrek van de „Dornier-Wall" vliegboo- ten, di zich naair Telokbetong zouden begeven en die onder commando staan van luitenant ter zee der eerste klasse M. Schoo is vertraagd door moeilijkheden, die zich hebben voorge daan hij het inladen van benzine. Er bestaat nog een mogelijkheid, dat de vliegbooten nog heden zullen vertrekken, maar anders wordt de toch'J pas morgenochtend ondernomen. Een officieel relaas BATAVIA, 6 Februari. (ANETA). Een oficieel resumé van de gebeurtenissen aan boord van de „Zeven Provinciën" luidt als volgt: Aan boord van de „Zeven Provinciën" is op 4 Februari te 10 uur n.m. muiterij uitgebro ken. De „Zeven Provinciën" lag op de reede van Oleh Leh, terwijl de commandant, 15 officie ren en ongeveer 100 onderofficieren en man schappen aan wal waren. Aan boord bevonden zich op dat oogenblik 16 officieren, 9 Europeesche onder-officieren, benevens 140 (Inlandsche schepelingen. Deze laatsten hebben de officieren en Europeesche onderofficieren overmeesterd). Twee officieren en een onderofficier sprongen over boord en bereikten den wal. Het schip ging onder stoom en bleef tot 2 uur v.m. op de reede kruisen. Het stoomde daarna in westelijke richting en verdween uit zicht. De „Aldebaran" volgde met den comman dant, 7 officieren, 10 Europeesche korporaals en 20 Europeesche manschappen, gewapend met karabijnen. De overige bemanning, be staande uit ongeveer 40 officieren, 2 inland sche onderofficieren en 17 Europeesche kor poraals en minderen, benevens 104 inlandsche schepelingen, is in Kota-Radja achtergebleven. De „Zeven Provinciën" werd op 5 Februari des ochtends door een motorschip gezien nabij het eiland Poeloe Breueh, koers zettend naar het Zuiden en loopende met geft-inge vaart. de onaanvaardbaarheid voor den Indischen dienst van een stelsel, waarbij de overheid zelfs ten aanzien van een verleend ontslag zich zou hebben te gedragen naar de uitspra ken van een buiten de administratie staand college De regeering legde de beslissing in hoogste instantie in handen van den naasthoogeren chef van den strafopleger Het is duidelijk, dat hiermee de regeling van den rechtstoestand der Indische ambtenaren vrijwel eèn wassen neus is. Ook de Commissie voor het Georganiseerd Overleg is nog lang niet, wat door de ambte naren wordt verlangd. In geen geval is een uit spraak van de commissie voor de regeering op eenigerlei wijze bindend. Zij is niets meer dan een adviseerend college, welks voorzitter .door de regeering benoemd als schakel fungeert tussehen de regeering en de ambte naren. Waar nu de ervaring met den volks raad, die toch heel wat meer is dan enkel een adviseerend college geleerd heeft, dat de regee ring zich zelden of nooit aan een advies stoort, is het licht te hegrijpen, dat de vergelijking van de fopspeen ten opzichte van de commissie voor het georganiseerd overleg al meerdere ma len dienst heeft gedaan. De regeering heeft bovendien nog een van die typische fouten van tact gemaakt, om dé ambtenaren en alle verdere belangstellenden vooral niet af te helpen van den indruk, dat de regeering, van al die meepraters eigenlijk een bitter beetje hebben moet. Integendeel, zij heeft dien indruk ten zeerste versterkt, door zelfs geen gewone beleefdheid in acht te nemen tegenover een commissie, in het leven geroe pen om met haar overleg te plegen inzake alge- meene ambtenaarsbelangen. Men realiseere zich nog even, dat de Indi sche ambtenaren sinds 1920 (en eigenlijk nog veel langer) gewacht hadden op een begin van regeling van hun rechtstoestand. Eindelijk komt dan op 24 Nov. 1932 voor het eerst de commisie voor het georganiseerd overleg bij een. Maar er is „geen kip" om de commissie te installe'eren. Bij honderden ge^enheden stuurt de regeejing een of anderen vertegenwoordiger, maar nu een toch door haar ambtenaren als zoo belangrijk bedoelde commissie voor het eerst bijeenkwam, was er niemand, terwijl Batavia vol zit van autoriteiten. Waarom bijv. den re- geeringsgemachtigde voor algemeene zaken niet opgedragen, de commissie met eenig vertoon te installeeren7 Ook voor den voorzitter jhr. De „Aldebaran" Bloot aan en begeleidde het schip, dat langs de Westkust van Sumatra in Zuidelijke richting voer. Volgens een opgevangen radio-omroep van de muitende bemanning is het doel Soerabaja. Het schip blijft in Zuidelijke richting stoomen met een vaart van 8 mijl. Man doodt zijn vrouw en twee kinderen. Officieren onder bedreiging met de bajonet gevangen genomen. MEDAN, 5 Februari. (ANETA). „De Deli-Courant" verneemt nader uit Koeta Radja, dat gisteravond 9 uur plotseling alle lichten van de „Zeven Provinciën" uitgin gen om daarna weer te ontbranden. De commandeerende officier is toen onmid dellijk met een roeiboot naar de ter reede liggende „Aldebaran" gevaren, welke hem naar den wal bracht. Hij begaf zich naar de Atjehclub waar zich de commandant van de ,;Zeven Provinciën" bevond om dezen te waarschuwen, dat de negen aanboord vertoevende officieren door matro zen met de bajonet op het geweer waren gevan gen genomen. Da commandant van de „Zeven Provinciën" heeft zich met den militairen commandant van Atjeh, kolonel Behrens en tien k twaalf ma rineofficieren onmiddellijk ingescheept aan boord van de .Aldebaran" om het muitende schip te volgen. „De Zeven Provinciën" kan ongeveer 15 knoopen loopen, doch thans waarschijnlijk slechts S, en de „Aldebaran" 10 knoopen. De namen van de onderofficieren, die zich aan boord van „De Zeven Provinciën" bevinden zijn: Van Ling; Rammer, Van de Wal, Daniels, Floresteyn, Fonteyn, Isbruecker, Merkx en Voogd. De namen der korporaals en minderen zijn niet bekend aangezien de rol zich aan boord bevindt. Eskader naar Sumatra ver trokken. Anèta Holland meldt dat bij het departement van Defensie bericht ie ontvangen van den Commandant van de Zeemacht in Nederlandsch- Indië, dat 't Nederlandsohe eskader oefenende bij de Zuidkust van Celebes onmiddellijk naar de Atjehsche wateren vertrokken is, in verband met het gebeurde met de „Zeven Provinciën", waarop naar Aneta meldt muiterij is uitgebro ken onder het inlandsche personeel, dat 9 of ficieren gevangen heeft genomen, terwijl de Commandant die met de meerderheid van den staf aan land was, thans aan boord van het (Van onzen K.-correspondent). We komen langzamerhand aardig in onze colleges en instellingen te zitten. We hebben een Volksraad met een college van gedelegeer den, dat zoo juist iederen aanslag op zijn be staan energiek van de hand heeft gewezen. We hebben provinciale raden met colleges van go- deputeerden, regentschapsraden met colleges van gecommitteerden en gemeenteraden met colleges van burgemeesters en wethouders. Alle tezamen zijn ze de verwezenlijking van het streven: de medebesturende bevoegdheden van de geheel landsbevolking grooter en groo- ter te maken, teneinde geleidelijk te komen tot bet moderne ideaal van den démocratisohen staat, waarin een volk zichzelf bestuurt. Er zou plaats zijn voor de gedachte, dat Indië wellicht pas aan dit ideaal toe zal zijn, wan neer het in andere deelen van de wereld juist weer verlaten zal wezen voor een nieuw be ginsel van staatsbestuur. Maar ik laat deze gedachte liever ter uitwerking over aan de fascistische liefhebbers. Intusschen is er oogensehijnlijk geheel in strijd met. de aan de Indische regeering met toenemende heftigheid toegedichte neiging tot het verwnarloozen en voorbijgaan van allerlei vertegenwoordigende instanties, den volks raad incluis weer een nieuw college bij gekomen, dat mede bestemd is om met de regeering te beraadslagen over de belangen des volks, met name over de algemeene ambte naarsbelangen. Den 24sten November van bet voorbije jaar vergaderde voor bet eerst de nieuw in het leven geroepen commissie voor het georgani seerd overleg inzake algemeene ambtenaars- belangen, gelijk baar officieele naam luidt. Misschien is er geen betere kijk te geven op den Indischen geest en de Indische opvattin gen, wat betreft het recht van medezeggen schap van den werknemer incl. den ambtenaar, dan door eenige punten aan te stippen uit de geschiedenis van bet georganiseerd overleg. Reeds in Juli 1920 werd ingesteld een „com- In marinekringen in de Haag stond men op het bericht van de muiterij aan boord van „De Zeven Provinciën" met verbazing geslagen. Zoo iets had men nu toch wel het allerminst ver wacht. Wij vroegen een bekend persoon uit die krin gen of de salariskorting als de aanleiding van de ongeregeldheden kon worden beschouwd. Dat is inderdaad zeer waarschijnlijk ant woordde hij. Alle Indische ambtenaren, die onder den gouverneur generaal ressorteeren worden met 7 pet. in hun salaris gekort. Deze korting geldt niet voor het Europeesch mili tair personeel, welks salaris in Holland word*, vastgesteld. Meent u, dat er voor 't Europeesch perso neel geen aanleiding bestond om aan de mui terij mee te doen? .Zooals gebleken is te Soerabaja waren er ook onder heb Euiropeesch personeel malconten ten. Maar hoeter zich die ontevredenheid uit strekt, valt vanhieruit niet te zeggen. Om dat te kunnen beoordeelen moet men eerst weer eenigen tijd met dat personeel hebben gewerkt. Maar, aldus ging onze zegsman voort, ik kan moeilijk gelooven, dat het Europeesch perso neel zich vrijwillig in dit avontuur zou hebben gestort. Iedereen, die zijn weerstand gebruikt, zal toch moeten begrijpen, dat zoo'n beweging moet doodloopen bij gemis aan steun te land. De stemming aan land is overal nog vóór het wettig gezag, zoodat de opvarenden nergens aan land kunnen gaan om kolen te laden of te proviandeeren, of zij worden ingerekend en dan is bet spelletje uit. Voor hoelang heeft men kolen aan boord. Dat is niet zoo precies te zeggen. Ik geloof, dat „De Zeven Provinciën" juist kolen gela den had, maar 't kolen-verbruik hangt heele- maal af van de snelheid, waarmee gevaren wordt. De grootste vaart bedraagt 15,3 mijl en de vaart bij voordeeltig kolenverbruik is 8 mijl. Bij de grootste vaart kan 2100 mijl worden afgelegd en bij voordeelig kolenverbruik 5100 mijl. Maar bovendien kan het schip nog voor anker gaan, zoadat onmogelijk is te zeggen, hoelang de bemanning het op zee kan uithou den. Hoeveel man Europeesch en inlandsch personeel is er normaal aan boord. Ongeveer 350 man, n.l. 120 Europeanen en 230 inlanders, Telegrammen melden thans dat er zich op 't oogenblik 50 Europeanen, waar onder 16 officieren aan boord 'bevinden. Die worden daar waarschijnlijk door gewapende in landers in bedwang gehouden. - Hoe kwam het dat de commandant aan wal was, toen de opstand uitbrak. Is het juist, wat wij hebben hooren verluiden, dat er een feestje werd gegeven door den gouverneur van Atjeh Dat is heel goed mogelijk. Eenige dagen geleden berichtten de bladen over een z.g.n. instuif, dat is een feest, dat door de marine wordt gegeven, wanneer zij eenigen tijd in een havenplaats vertoeven. Later wordt dan gewoonlijk door de burgerlijke autoriteiten een feest geven ter eere van de marine. Waar schijnlijk was de commandant met eenige offi- SCHAM- UZJOOOQ malakka PONTIAHAK RADJA TJALAMG MELABO 3ATAV1A OC&AAh mr. H. J. r. Vierssen Trip, vice-president van het Hooggerechtshof en den secretaris, mr. G. Mertens, die door de regeering benoemd zijn en geen enkel honorarium krijgen voor dit commissie-werk, dat waarlijk geen sine cure is, moet een dergelijke volkomen afwe zigheid van belangstelling en uiterlijke waar deering weinig aanmoedigend zijn geweest. De eerste opmerking die in de commissie ge maakt werd, was dan ook: De regeering moet in babr hart natuurlijk niets hebben van onze commissie. We zijn maar bedoeld als fop speen. Of dit de geest is, waarin het georgani seerd overleg tussehen de regeering en haar ambtenaren moet worden aangevangen, waag ik toch te betwijfelen. Dat had heel anders kunnen zijn en dat had nu eens niets gekost. Behalve dan een beetje egards. Intusschen is de commissie voor het georga niseerd overleg hard aan het werk gegaan. Se dert hare Instellingn heeft zij iedere week min stens eenmaal, en herhaaldelijk twee en drie maal per week vergaderd. Ondanks alle achter docht tegenover de regeering, die ervan ver dacht wordt, de heele commissie als een ge dwongen fraaiigheid te beschouwen, bestaat er toch zeer groote belangstelling voor bet werk der commissie. Deze blijkt niet het minst uit de groote aandacht die de pers eraan besteedt. Dank zij de activiteit van het hoofdbestuur van liet secretariaat voor R. K. ambtenaren en particuliere werknemers heeft ook de Katho lieke vakcentrale een vertegenwoordiger in de commissie. De snelle groei der Katholieke vak- vereenigingen rechtvaardigt deze vertegen woordiging ten volle. In deze sombere tijden neemt de vakbeweging in Indië met sprongen toe. waarbij de Katholieken zeker niet achter blijven. Intusschen is die vakbeweging nog zeer weinig sterk. Een macht, gelijk in het moeder land en andere Europeesche rijken, vormt zij nog lang niet, hetgeen trouwens ook niet te verwachten zou zijn. Maar wij voorspellen toch een groote verandering ten goede op betrekke lijk korten termijn. Het is goed, dat de regee ring hieraan tijdig die aandacht schenkt, welke zij verdient, en ook eens de gelegenheid aan grijpt om een advies harer ambtenaren ter harte te nemen. Anders zal er heel spoedig een even onverkwikkelijke verhouding tus sehen de regeering en de commissie voor het Georganiseerd Overleg ontstaan als er reeds bestaat tussehen de regeering en den volks raad, waarbij tenslotte ook de regeering zelf niet gebaat is. -jrrurrr Te Banjoewangi beeft de heer Llem Hie Swie in zijn woning een moordaanslag gepleegd op zijn vrouw en drie jeugdige kinderen. Met twee schoten uit een Winchester-kara- bijn had hij aldus lezen wij in de „Ind. Crt." een eind gemaakt aan het leven zijner vrouw. Mevrouw Liem Hie Swie lag nog ta slapen; zij werd door haar echtgenoot gewekt, die daarop twee schoten op haar afvuurde, waarvan het eerste het voorhoofd trof. blijk baar niet doodelijk hij loste een tweede schot in de maagstreek. Vervolgens maakte hij zijn kinderen één voor één wakker, om hen eveneens onder geweer vuur te nemen. Vermoedelijk waren zijn pa tronen verschoten, toen hij ook het derde kind wilde dooden. althans hij bracht het een slag met den kolf van zijn schietwapen op het hoofd toe. De lijken der drie dooden werden naar Ban joewangi overgebracht. Het verwonde kind wordt verpleegd in de Banjoewangische kliniek; er is alle hoop op herstel. Den avond te voren was de heer Liem Hie Swie nog met zijn echtgenoote bij den dokter geweest; zij leed aan een kwaal, waarvoor zij onder medische behandeling moest worden gesteld. Hetgeen den lieer Liem Hie Swie tot zijn wanhoopsdaad heeft gedreven, is onbekend; verteld wordt, dat hij, in verband met de on gunst van den tijd. hij voerde het beheer over een, aan zijn vader toebehoorende rijst- pellerij, veel materieele moeilijkheden had en zich de ziekte zijner vrouw op desperate wijze aantrok. Zij waren nog slechts zeven jaren in den echt vereenigd. De heer Liem Hie Swie werd, in tegenwoor digheid van den Assistent Resident van Ban joewangi, die gewaarschuwd was. door den commandant der veldpolitie van Genteng gearresteerd. In huis staande, nog met zijn geweer in de hand, gaf hij zich gewillig over. Nieuwe arrestaties. BATAVIA, 6 Febr. (ANETA). Hedenochtend zijn aan den Oedjoeng (Soerabaja) vijf nieuwe inheemsche dienstweigeraars gearresteerd. MALANG, 8 Februari. (ANETA). Hedennacht te 2 uur zijn twee compagnieën marechaussees naar Soerabaja vertrokken als preventieve maatregel. eieren en een 20-tal Europeesche korporaals en mansóhappen op een dergelijk feest, toen de overrompeling van het schip door de muiters plaats had. Wat zou het te beteekenen hebben ge had, dat de lichten op „De Zeven Provinciën" plotseling uit- en daarna weer aangingen, zoo als in een der telegrammen wordt gemeld Vermoedelijk is dat het afgesproken sein geweest voor de muiters. Men kan ge makkelijk overal aan boord het licht uit- en aandraaien. Het is in ieder geval een sein, dat gemakkelijk te geven is en overal wordt opgemerkt. Hoe denkt u, dat de overrompeling heeft plaats gehad Hier staan we ook weer tegenover een moeilijk op te lossen vraagstuk. Zoolang we niet over nadere gegevens beschikken. De officieren zijn door mindere met de bajonet op het geweer gevangen genomen, meldt een telegram. Waren de officieren dan niet gewapend Neen, alleen in oorlogstijd loopen de officieren gewapend. Ze hebben ook nu wel revolvers en patronen, maar die liggen ge woonlijk in hun hutten. Misschien hebben de muiters deze wapens te voren wel weggeno men, zoodat de officieren geen tegenweer kon den bieden. En de minderen, hebben die munitie voor hun geweren Ja, natuurlijk. Ze behoeven heusch niet alleen met hun bajonetten te schermen. Wie in het bezit is van het schip, kan overal bij en zich gemakkelijk van de noodige munitie voorzien. Heeft „De Zeven Provinciën" ook torpe- do-laneeerbuizen Ja, die heeft het schip tegenwoordig. Maar ze hebben geen torpedo's aan boord, zoo dat ze daar toch niets aan hebben. Hoe kan de commandeerend officier naar den wal zijn gegaan om den commandant te waarschuwen Dat zal ook wel niet zoo eenvoudig zijn gegaan, dat hij met een sloep van boord is geroeid. Zulks zou hem zeker door de muiters belet zijn. Ik vermoed, dat hij kans heeft ge zien om over boord te springen en toen naar een drijvende sloep is gezwommen. Als een schip op de zee ligt, liggen er altijd sloepen op de hakspier, welke gebruikt worden voor communicatie met den wal. Vermoedelijk heeft de commandant een van deze sloepen weten te bereiken en is hij daarmee naar de „Aldebaran" geroeid. (Een later binnengeko men telegram bevestigt de juistheid van deze veronderstelling). Welke rangen bekleedt het inlandsch personeel aan boord, vroegen we ten slotte nog. Over het algemeen alleen lagere rangen. Er is hoogstens een enkele inlander mef den rang van sergeant aan boord. Hr. Ms. pantserschip „De Zeven Provinciën", dat onder commando staat van den kapitein luitenant ter zee P. Eikenboom, werd in 1908 op de voormalige Rijkswerf te Amsterdam ge bouwd en in 1909 te water gelaten, waarna het In de tweede helft van 1910 in gebruik kon worden genomen. Op 25 Februari 1911 kwam het schip in Oost-Indië aan. Het was o.m. in de eerste jaren van den wereldoorlog het vlag- geschip van den vlootvoogd in Nederlandsen Indië. De waterverplaatsing van het schip bedraagt 6530 ton. Het heeft een pantseringgordel van 150100 m. M. S. Pantserdèk, commando- en geschuttorens zijn gepantserd. De bewapening bestaat uit 2 kanonnen van 28 c.m., 4 kanonneu van 15 c.m. No. 5, 10 kanonnen van 7.5 c.m. semiautomatisch No. 1, 2 kanonnen van 3.7 c.m. en 2 mitrailleurs. Het schip bezit bovendien twee torpedolanceerinrichtingen, doch heeft momenteel geen torpedo's aan boord. De groot ste snelheid van het schip bedraagt 15.3 mijl met een werkingsstraal van 2100 tot 5100 mijl. De capaciteit der machines bedraagt ruim S0O0 P.K. De bemanning telt normaal plm. 350 kojj- pen, onder wie ongeveer 230 inlanders zijn, j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 5