IlHp
I m
ill I "ff
1
f li
DÖKiJERDAG 9 FEBRUARI 1939
DE VRACHTVERDEELING IN DE
BINNENVAART.
ANONIEME BRIEVEN GESCHREVEN?
,>"^V
<-#'4
X.
tJll i
ipll lm;
„HET VERSCHE KADETJE".
VALSCHE CONSENT FORMULIEREN.
MISBRUIK VAN VERTROUWEN.
'W
f i
k
DE ONGEREGELDHEDEN TE
Paramaribo.
INTERN. RADIO-UNIE.
DE WILDE SCHOLEN ORDONNANTIE
beroovlng van een verpleegster.
De moreele en sociale zijde van
het wetsontwerp.
Naar een bestaafisminimum.
Elk crisis-wetsontwerp wekt voldoening, maar
tegelijk ook vaak een felle reactie naar gelang
de betrokkenen mogelijke voordeelen zullen ge
nieten of mogelijke nadeelen vreezen.
Dat echter het ontwerp ter zake van een
evenredige vrachtverdeeling in de binnenscheep
vaart een „storm" zou doen ontketenen,' was
te voorzien, daar een zekere regeling in deze
materie fel tegenovergestelde groepen treft en
de factoren, die een oplossing in de onderhavi
ge kwestie vragen, voortkomen uit een wijziging
van de structuur van het vervoer en uit de ma
laise.
Wie evenwel nu het wetsontwerp onbevoor
oordeeld leest, zal moeten toegeven, dat men
te dezer zake niet mag volstaan met alleen den
materieelen kant voor een groep te bekijken,
maar moet, naast de financieele voordeelen
voor de andere groep, ook de moreele en sociale
zijde van het inderdaad doornige vraagstuk be
zien.
Voor een „fair play" is het derhalve ge-
wenscht om tegenover de verklaringen op het
congres voor scheepvaart, handel en industrie,
ook de zienswijze der schippers, in belangrijke
bonden georganiseerd, te publiceeren.
Deze zienswijze, getrokken uit de brochure:
Js voortbestaan van de particuliere binnen-
schipperij een algemeen belangt" moge hier
een plaats vinden.
We lezen in genoemde brochure o.a. het vol
gende:
Eenige verbetering-
De schippers zelf zien zeer goed in, dat hier
geen sprake is van een oplossing van het ver-
voervraagstuk, maar dat slechts gegeven wordt
wat onder deze omstandigheden eenige verbete
ring kan geven.
En opdat de handel en industrie geen schade
zullen lijden, en opdat de schipper geen mis
bruik zal kunnen maken, is aan de Kamer van
Koophandel zulk een bevoegdheid gegeven, dat
eerder gevreesd kan worden voor te grooten in
vloed en macht van deze Kamers dan van de
«chippers.
Van groote beteekenis echter is dit ontwerp,
wanneer men het beschouwt in zijn sociale be
teekenis. De schippers en hun levensomstandig
heden immers kennende weten we, dat vele
binnenschippers door armoede de wanhoop na
bij zijn.
Thans wordt gevaren voor vrachtprijzen, die
na aftrek der noodzakelijke onkosten, vallende
op de reis, voor de schippers minder voor le
vensonderhoud overlaten dan dé uitkeering,
welke Maatschappelijk Hulpbetoon aan nood-
tijdenden doet.
Op dikwijls immoreele wijze wordt een vracht
tnaus duur gekocht. Verplicht herbergbezoek,
hooge provisie enz. maken de slechte reizen
nog slechter. Niet de bekwaamheid geeft meer
malen den doorslag, maar de provisie, die de
schipper betaalt enz.
Door dit ontwerp worden deze praktijken fei
telijk onmogelijk.
De verhooging van den vracht
prijs.
„Het gevolg van dit ontwerp zal zijn een
groote vrachtopdrijving", zoo wordt beweerd.
Dat buitenlandsche schepen zullen komen om
in onze binnenwateren de vrachten mee te ver
voeren behoeft niet gevreesd te worden.
Ons land is doorsneden van een samenstel
van kanalen, van zoo verschillende afmetingen,
wat lengten en breedten der sluizen en brug
gen aangaat, dat daarop speciaal in de vaart
gebracht zijn zeer verschillende typen van
schepen, wat de afmetingen aangaat.
Deze hier benoodigde scheepstypen heeft het
buitenland niet.
Welke factoren bepalen den vrachtprijs?
Dat zijn toch zeker ontelbare andere dan
alleen de kwestie van onbestaanbaar lage of een
minimum bestaan laten vrachtprijs in het bin
nenland? Of de vracht voor 2000 K.G. lijnzaad
bijvoorbeeld van Rotterdam naar de Zaanstreek
1 of 1.25 is, maakt op den kostprijs van
het eindproduct geen verschil, maar dat kleine
verschil in vrachtprijs doet juist de schaal
voor den schipper overslaan van onbestaanbaar
tot een minimum bestaangevende vracht.
Indien alleen bij abnormaal lage vrachtcijfers,
beneden den kostprijs onze industrie in staat
is om te concurreeren met het buitenland, dan
is die concurrentie mogelijk gemaakt door de
armoede van de schippers. Op deze wijze zou
alleen die armoede onze industrie in staat stel
len om stand te houden tegenover het buiten
land. Stond de zaak zoo, dan was dit een bewijs,
dat onze industrie gebaseerd is op slavenwerk.
Om dus die industrie een mogelijkheid van be
staan te geven, zou de schipper armoede moeten
lijden.
Maar wat bepaalt de keuze, of het vervoer te
water of te land zal geschieden? Is dit alleen
afhankelijk van den vrachtprijs, of spelen er
niet geheel andere factoren een rol in. De aard
van het goed; het traject; de bestemming en
vele andere factoren.
Onze zeehavens worden bedreigd door dit ont
werp. Rotterdam en Amsterdam zullen hunne
zeeschepen zien varen naar Antwerpen, omdat
hier deze regeling tot stand is gekomen!
Neen, dat hangt af van de andere omstandig
heden, zooals de wijze van lossing, de meeste
kans op verkoop, de graanbeurs, de retour
vracht, het bunkeren, en«. enz.
„Het vervoer zal aan soepelheid inboeten."
Het ontwerp wil alle stroefheid vermijden.
Vandaar het leggen van de uitvoering der wet
in handen van de Kamers van Koophandel,
terwijl in de bevrachtingscommissies de bij de
bevrachting betrokken partijen vertegenwoor
digd zullen zijn.
Bestaansminimum en moreele
steun.
Overigens een concreet tegenvoorstel heeft
men niet! Men stelt voor, dat een nieuwe com
missie wordt benoemd en dat de schippers dan
maar naar den steun moeten gaan. Duizenden
schippers zijn in armoede, dat geeft iedereen
toe. Zij vormen een stand van goede en ijverige
middenstanders. Zij hebben steeds en overal
hun werk verricht, zij hebben ons vervoer op
een hoogte gebracht, welke bewonderenswaar
dig is.
De nood der tijden heeft nog duidelijker aan
het licht gebracht de uitbuiting en de ontelbare
misbruiken bij de bevrachting. Eigen initiatief
heeft niet kunnen helpen om hen door de crisis
heen te helpen: toen in Rotterdam het Cen
traal Bevrachtingskantoor werd opgericht, is
de steun en de medewerking van den handel
gevraagd.
Het is misschien van belang hier op te mer
ken, dat het Centraal Bureau van Rijn- en Bin
nenvaart in het geheel niet den Nederland-
schen Particulieren schipper in ons land ver
tegenwoordigt. Dit bureau bestaat uit reeders
en transportondernemingen. Reeders transport
ondernemers hebben belang bij een zeer lagen
vrachtprijs der binnenschepen.
Zij nemen hunne transporten over en ver
voeren die met eigen schepen, alleen wanneer
zij meer goed hebben dan ruimte komen zij
op de beurs en moeten particuliere schepen aan
nemen en dan la de kwestie van zoo goedkoop
,y-.
Een bij Afferden in Limburg gevonden
urn met beenderen uit 200 v. Chr., thans
in onderzoek bij 't Museum van Oudheden
te Leiden.
mogelijk, opdat zij meer kunnen verdienen.
Zelfs zijn er transportondernemers, die zelf
geen enkel schip hebben en dus geheel van de
beurs afhankelijk zijn. Dit geldt echter meer
voor de Rijnvaart dan voor de binnenvaart.
Gelukkig zijn er heel wat handelaren en fa
brikanten in den lande, welke het aanvoelen
als hun eigen belang om de zoo rijk gescha
keerde particuliere binnenscheepvaart in stand
te houden.
Hoe denken de schippers zelf over dit wets
ontwerp?
Zeker, ook zij hebben bezwaren. Zij zijn
bevreesd voor den grooten invloed, welke ge
geven wordt aan de Kamers van Koophandel,
wijl zij zeer goed begrijpen, dat het Reglement
van zeer bijzondere beteekenis is.
Zij begrijpen, dat van vrachtopdrijving geen
sprake kan zijn, wijl de Bevrachtingscommissie
een groote bevoegdheid heeft en zij individueel
niet in staat zijn tot vrachtopdrijving.
Zij begrijpen, dat, gelijk de Minister het zegt,
zij, wanneer zij varen, een bestaansminimum
zullen hebben, hetgeen thans in het geheel
niet het geval is.
Zij begrijpen, dat zij niet meer overgeleverd
zijn aan vele ongure elementen in de bevrach
ting.
Zij begrijpen, dat zij verlost zijn van gedwon
gen herbergbezoek, dat zij,vrij zijn van de bui
tensporige fooien, welke meermalen gegeven
moeten worden om maar een bekwaam schip
per te zijn en een reisje machtig te kunnen
worden.
Van groote moreele beteekenis is dit wets
ontwerp voor den schipper. Hij kan dan op eer
lijke wijze zijn brood trachten te verdienen,
hij behoeft geen extra kosten te maken voor
zijn vracht, hij kan dan door zijn eigen be
kwaamheid zijn vak uitoefenen.
Was de beurtregeling in de oorlogsjaren in
beginsel opgezet om den schipper vrij te hou
den van den honger, alras moest de regeling
dienst doen om te hooge opvoering der vracht
te voorkomen.
Als een stokpaardje tegen het thans inge
diende ontwerp wordt meermalen op die beurt
regeling gewezen.
Maar men vergeet, dat toen goederenver
voer per spoor bijna uitviel door gebrek aan
steenkolen, motorbooten minder in aantal wa
ren en door petroleumnood niet konden varen.
Daarbij telde toen het vervoer per vracht
auto afgezien van benzinegebrek feitelijk
nog niet mee. Scheepsruimte was dus een zeer
gezocht artikel Wie in het oog wil vatten
de toen ter tijd hooge levenskosten, hoogen
prijs voor scheepsbehoeften, maakt de schip
perij van den toen genoten vrachtprijs geen
verwijt.
Vooral wanneer de handel de hand in eigen
boezem wil steken, omtrent het toen genoten
(genomen) winstrtiarge, dan past het zwijgen.
Dit ontwerp heeft geen beurtregeling als wij
toen gehad hebben, terwijl de omstandigheden
geheel verschillen. Dit ontwerp poogt alleen
schippers gedurende den reisduur aan 'n mini
mum bestaan te helpen.
STICHTING VOOR STUDIEREIZEN.
Op initiatief van de leiders eener reis naar
Griekenland, die in het voorjaar 1932 heeft
plaats gevonden, is opgericht een stichting voor
studiereizen die zich ten doel stelt bijdragen te
verleenen aan studenten en anderen, die aan
een studiereis, willen deelnemen of op eigen
gelegenheid een studiereis ondernemen. De
stichting stelt zich vooral ten doel, om, als er
reizen gelijk de Grieksche worden ondernomen,
ook hen, die om financieele overweging aan
zulk een tocht niet kunnen deelnemen, daartoe
in staat te stellen. Maar met opzet heeft zij
haar statuten zoo ingericht, dat het bestuur de
vrijheid bezit, ook in andere gevallen een toe
lage te verleenen.
Het bestuur der stichting bestaat uit de hee-
ren: prof. dr. A. W. Byvanck voorzitter: dr.
G. van Hoorn vice voorzitter; prof. dr. D. Co-
hen secretaris mr. R. E. Kielstra, directeur
kasvereeniging Amsterdam penningmeester;
prof. dr. K. H. Bouman, prof. dr. F. J. de Waele,
prof. dr. J. P. Kleiweg de Zwaan.
De inkomsten der stichting zullen voorname
lijk bestaan uit contributies en donaties welke
gaarne van alle belangstellenden worden tege
moet gezien.
HET DROEVIG ONGEVAL TE OSS-
Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat
het kindje van mevrouw W. te Oss op Vrijdag
3 Febr. j.l. niet in het hoofdkussen gestikt is,
doch dat de baby tengevolge van een kinder
ziekte is overleden.
Predikant voor het Hof.
Het Gerechtshof te Amsterdam, onder presi
dium van mr. J. Jolles, zette de behandeling
voort van de strafzaak -tegen den Winterswijk-
schen predikant, die op 9 Februari van het
vorige jaar, door de Utrechtsche rechtbank
wegens het schrijven van anonieme brieven en
briefkaarten met beleedigenden inhoud, aan
Jhr. W. A. Ortt, directeur van de stichting Zand
bergen te Amersfoort, is veroordeeld tot een
gevangenisstraf van één maand, overeenkomstig
den eisch van het O. M.
Verdachte, tegen wien Jhr. Ortt een klacht
had ingediend, bleef met klem ontkennen, op
eenigerlei wijze betrokken te zijn bij tallooze
anonieme schrifturen, welke nu al gedurende
eenige jaren aan verscheidene personen direct
of indirect bij genoemd gesticht betrokken, zijn
gericht.
Ongeveer zes jaar geleden ontving de schrij
ver den eersten anoniemen brief.
Bij de behandeling voor de rechtbank waren
vier schriftkundigen eenstemmig van oordeel,
dat er duidelijk overeenkomst bestaat tusschen
het handschrift van den predikant en dat van
den anoniemen schrijver.
Na zijn veroordeeling heeft de predikant niet
stil gezelun m in hooger beroep zijn onschuld
te kunnen bewijzen. Daarom liet hij zich, in
overleg met den burgemeester van Winterswijk,
in April j.l. gedurende elf dagen „interneeren"
bij den tuinier H. Buiten, op de Werkhorst, te
Meppel. Strenge isolatie en bewaking werden
toegepast. Niettemin werden ondertusschen be-
leedigende anonieme briefkaarten ontvangen.
Op 19 Mei j.l. diende de zaak voor het Hof
te Amsterdam.
Na het pleidooi ging het Hof in raadkamer
waarna de president mededeelde, dat het Hof
een nader onderziek van de jongste schrifturen
tijdens en na de interheering ontvangen, wensche"
lijk acht. De zaak werd teruggewezen naar den
rechter-commissaris, om nu te worden voortge
zet.
De belangstelling was wederom zeer groot.
De president begon met den verd. het bezwa
rend materiaal en de conclusies van de deskun
digen voor ie houden, doch de verdachte bleef
er bij, volkomen onschuldig te zijn.
Deskundige, dr. Hesselink, is tot de conclusie
gekomen, dat er tien punten van overeenstem
ming in het schrift zijn. De getuigen, die nog
niet zijn gehoord, een veertiental, moeten de
gehoorzaal verlaten.
Dr. Hesselink gaat voort zijn rapport nader
toe te lichten: ook uit de karaktereigenschap
pen van het schrift blijkt, dat de anonymus
en verd. een en dezelfde persoon zijn.
Dr. Hesselink is ook naar Staphorst gegaan
om de isolatie' na te gaan, daar hij zeker is,
dat de briefkaarten door verd. zijn geschreven
en er dus een lek in de isolatie moet zijn
geweest.
Deskundige was na zijn bezoek tot de con
clusie gekomen, dat de isolatie niet afdoende was
geweest, wél was er een deur verzegeld, maar
door een andere deur kon hij b.v. in de W. C.
komen, waar een tuimelraampje was. Ook ging
verd. wel eens naar boven, waar ramen waren.
„Ik wist zeker", aldus desk., „dat er een lek
moest zijn en ik heb dat ook gevonden". Ik
ben er zeker van, dat de briefkaarten, tijdens
de isolatie ontvangen, óók door verd. zijn ge
schreven. Ook wat de feiten op de briefkaarten
vermeld betreft, is er ruimschoots tijd voor
geweest om alles in orde te maken.
Deskundige Hesselink, was er ook van over
tuigd. dat men in Winterswijk wist. waar verd.
zich tijdens de interneering bevond.
Procureur-generaal, mr. Bauduin: „Het is in
ieder geval gebleken, dat de isolatie verre van
goed was; eerst is er gezegd; dat hij zoo nu en
dan werd „uitgelaten" onder bewaking, maar
het blijkt, dat hij vrij door het huis kon rond-
loopen".
Verd.: „Ik wist zelf niet eens, dat ik naar
Meppel zou gaan. Maar zet U me nu eens een
week in de interneering".
Pres.: „Als we U veroordeelen, zal dat wel
gebeuren. U hebt weer een advertentie geplaatst
om tijdens deze terechtzitting voor een alibi te
zorgen.
De dominee heeft den anonymen „oud ver
pleegde van Zandberg" verzocht, tijdens de
terechtzitting een brief te doen bezorgen, waarin
een zéér recente gebeurtenis wordt vermeld.
De dominee had echter een brief terugge
kregen, dat het nog niet zeker was of dit moge
lijk was; tusschen twee en vijf kan hij niet
schrijven, wel tusschen 12 en half twee.
Pres.: „Daar hebben we niets aan; toen was
U niet hier onder deze controle".
Verd.: „Maar ik was onder controle van be
trouwbare menschen".
Pres.: (tot dr. Hesselink): „Als verd. nu ver
oordeeld wordt, en, terwijl hij in de gevangenis
zit. de brievenstroom doorgaat Is het niet. moge
lijk, dat hij iemand geleerd heeft zijn schrift na
te maken
Dr. Hesselink: „Bij deze brieven is dat niet
het geval".
Desk. Van Ledden Hulsebosch, wisselt dr.
Hesselink voor het getulgenhekje af. Deze heeft
een onderhoud gehad met een contra schrift
kundige. Desk. blijft voor 100 pCt. van meening,
dat de vingerafdruk op een der brieven afkom
stig is van verd. De contra deskundige Walt-
man, wilde niet zoo ver in zijn conclusie gaan,
daar hij geen materiaal genoeg had om even-
tueele afwijkingen te kunnen oonstateeren. Vol
gens deskundige Van Ledden Hulsebosch waren
er meer dan genoeg punten van overéénkomst
om met absolute zekerheid te ver
klaren, dat de vingerafdruk van verd. afkom
stig is.
Dr. Schrijver wordt, eveneens als schriftkun
dige gehoord. Hij heeft een onderzoek inge
steld naar de briefkaarten en brieven, ontvangen
tijdens de isolatie.
Met absolute zekerheid, zoo verklaart desk.
met klem, heeft de predikant óók deze schrif
turen geschreven. In verschillende brieven zijn
teekenen van camouflage. In de laatste brief
kaarten komt duidelijk uit, dat het schrift is
geteekend, de bijzondere G. van verdachte is
zooveel mogelijk veranderd, omdat er vroeger
door ons de aandacht op is gevestigd. Alle let
tervormen, al is het schrift ook soms ver
draaid, wijzen er op, dat verd. de brieven etc.
heeft geschreven.
Ook de schriftkundige v. d. Laan is van mee
ning, dat het nu na zoo langen tijd wel
mogelijk is, dat een medeplichtige het schrift
van verd. heeft leeren namaken.
De schriftkundige, H. Dulfers, Ieeraar i. d.
plant- en dierkunde, te Den Haag. heeft op ver
zoek van de verdediging een schriftkundig on
derzoek ingesteld; hij is tot'de conclusie geko
men. dat de verdachte niet de schrijver van
de beleedigende brieven is. Hij is hier absoluut
zeker van en in een uitvoerig rapport zet hij
zijn meening nader uiteen.
fBii-'n Htt E
if réi
Geleidelijk verdwijnt oud-Scheveningen, door maar weinigen betreurd. Krotwonin
gen, aan de Vuurbaakstraat- die verdwijnen gaan.
Ds. Roobol uit Winterswijk wordt nu als ge
tuige gehoord. Hij verklaart wat hij ook
al aan het Hof had geschreven dat de tuin
man S„ hem na de eerste hofzitting had toe
gevoegd: „zouden wij ook niet eens gaan schrij
ven
Tuinman S. wordt voorgeroepen. Hij geeft
toe, Ds. Roobol dit voorstel te hebben gedaan,
om verd. te helpen.
Verd. merkt naar aanleiding van de verkla
ringen van zijn collega, ds. Roobol op, dat ds.
Roobol intertijd zelf dit voorstel heeft gedaan.
De burgemeester van Winterswijk geeft ver
volgens eenige inlichtingen over de isolatie.
Verd. wist absoluut niet, waar hij zou worden
geïnterneerd. Aanvankelijk was de verd. van
meening, dat hij op het gemeentehuis te Win
terswijk zou worden geïnterneerd.
Uitvoerig beschrijft get. de maatregelen, die
voor de isolatie zijn genomen.
Get. ds. Kloot, is met verd. in Königswinter
geweest, hij had hem daar scherp in het oog
gehouden, de brievenstroom in Amersfoort e.o.
was doorgegaan.
De tuinman Buiten, die bij de vorige behan
deling verklaard had, dat de dominé de kamer
niet kon verlaten, zonder dat de zegels ver
broken wei-den, blijft er bij, dat het voor verd.
onmogelijk was, eenig contact met de buiten
wereld tot ptand te brengen.
Get. Stegeman, hoofd eener school te Winters
wijk, heeft een avond 19 September in
het gezelschap van verd. doorgebracht. Toch
is er gedurende dien tijd een briefkaart ge
schreven en verzonden.
Een journalist uit Amersfoort, kreeg ook ver
schillende anonieme brieven, zijn huisnummer,
stond hierop steeds foutief aangegeven. Getuige
verdacht den dominé en stuurde hem een kaart
met zijn juiste adres. Na dien dag kreeg get.
anonieme brieven, waarop het huisnummer
goed was geschreven.
De echtgenoote van den verd. geeft enkele
data op, waarvan zij zeker weet, dat haar man
den dag met haar had doorgebracht, o.a. ge
durende de huwelijksreis naar Königswinter.
Get. zegt, dat zij haar man nooit aan de brie
ven heeft, zien schrijven.
Maar zegt verd., naar aanleiding van een
vraag van den president, of hij ,verd.
een hectograaf heeft dat hij drie namen zou
kunnen noemen van personen, dien hij ver
denkt de brieven te hebben geschreven.
Pres.: Noemt U ze dan....
Verd.: Niet in het openbaar, ik wil ze wel op
een briefje schrijven.
Verdachte doet dit en laat het briefje door
den bode aan den president overhandigen.
Na het getuigenverhoor worden de deskun
digen décharge voor geroepen. De president
vraagt hen, of zij er prijs op stellen kennis te
nemen van het rapport van den desk. a décharge,
dr. van Dulfen, waarin de vier desk. worden
aangevallen.
Dr. Schrijver: Dank U president, de deskun
digheid van dr. van Dulfen is van te jongen
datum, ook heeft dr. Van Dulfen eenigen tijd
geleden geweigerd als deskundige op te treden,
omdat hij geen schrift-expert is
Dr. Van Dulfen bestrijdt deze meening van
dr. Schrijver.
De vier deskundigen charge geven te ken
nen, dat zij de deskundigheid- van dr. Van
Dulfen in twijfel trekken.
Het O. M.: Op die manier komen we nooit
aan een eind, morgen komt verdachte misschien
weer met derde „deskundige" a décharge.
Het Hof gaat in raadkamer en beslist, dat het
debat tusschen de schriftkundigen, na inzage
van het rapport, zal plaats hebben, op 13 Maart
a.s. Tot dien dag wordt de behandeling ge
schorst.
Hoteldirecteur van rechtsvervolging
ontslagen.
Nadat de juridische geschiedenis van „het
versche kadetje", dat door of namens de direc
tie Iran hotel Suisse, te Amsterdam, gebakken
werd en geleverd aan hotelgasten op een uur,
dat dit volgens de wet niet geoorloofd is
's morgens voor tien uur voor alle rechter
lijke Instanties was behandeld, verwees de
Hooge Raad, na cassatie, dit event, geval van
overtreding der arbeidswet naar het Amster-
damsche Hof. De procureur-generaal had een
gulden boete, subs, een dag hechtenis geëischt.
Gisteren deed het Hof uitspraak en ontsloeg
den directeur van het hotel, den heer J. F.
Staal van alle rechtsvervolging, overwegende,
dat het ten laste gelegde feit strafbaar is vol
gens art. 35 lid 6 van de Arbeidswet, doch dat
geen veroordeeling kon volgen, daar het brood
niet in een hakkerij was gebakken, noch van
daar uit werd geleverd, doch in de hotelkeuken
werd bereid!
Poging tot oplichting van de crisis-
zuivel-centrale.
De 41-jarige vethandelaar J. P. C. te Rotter
dam, thans gedetineerd, heeft terecht gestaan
wegens poging tot oplichting. C. heeft n.l. ten
kantore der Crisis Zuivel Centrale aanvragen
ingediend, waarbij hij o.m. bewijzen van invoer
van vet over een periode van drie jaren moest
inleveren. C. die een kwantum van 151.300 K.G.
opgaf legde als bewijs van omzet e.d. eenige
douaneverklaringen over, doch den ambtenaar
met de contróle belast, viel het op, dat de for
mulieren, die toch meermalen gebruikt moes
ten zijn, er nog zoo ongekreukt uitzagen. Ook
bleek hem, dat de inkt nog opmerkelijk versch
was.
Verdachte beweerde geen fraude te hebben
gepleegd. Hij zou o.a. in Parijs vet hebben
gekocht ten behoeve van een Rotterdamsche
firma.
De president vroeg verdachte hoe hij aan de
blanco formulieren gekomen was. Verdachte
zeide, dat hem die te Parijs aan het station
waren verstrekt, hetgeen de president zeide
erg onwaarschijnlijk te achten.
Voorts bleek, dat verdachte zich bij de Crisis
Zuivel Centrale op eigen naam liet aandienen,
doch dat hij de formulieren met de namen
van zijn broer P. J. C. invulde en ondertee-
kende.
Daar verdachte een en ander bestreed, wer
den de door hem voor den rechter commissaris
afgelegde verklaringen waarbij C. een beken
tenis aflegde, door den griffier voorgelezen.
Verder kwam vast te staan, dat C. eerst 8
dagen te Rotterdam domicilie had en voordien
te Parijs vertoefde.
Verdachte beweerde aan den president van
de rechtbank een brief te hebben geschreven,
waarin hij op zijn voor den rechter-commissa
ris afgelegde verklaringen terug kwam.
Mr. Blok, die het O. M. waarnam, zeide zeer
sceptisch te staan tegenover de thans door ver
dachte afgelegde verklaringen. Volgens spr.
zijn diens voor den rechter-commissaris afge
legde verklaringen juist en is mede uit de ver
klaringen van den getuige komen vast, te staan,
dat verdachte fraude heeft willen plegen door
het inzenden van valsche consent-formulieren.
Naar spr.'s meening moet tegen dergelijke
handelingen gestreng worden opgetreden, om
dat daardoor ernstige schade voor bona-fide
handelaren kan ontstaan.
Spr. eischte dan ook tegen C. wegens poging
tot oplichting 1 jaar gevangenisstraf.
Mr. Polak als raadsman pleitend betoogde
uitvoerig, dat in casu het element oplichting
niet aanwezig was, en dat er ook van bena
deeling nóch van den Staat, nóch van de Crisis
Zuivel Centrale sprake was.
Pleiter concludeerde tot vrijspraak, subs,
ontslag van rechtsvervolging.
VERDUISTERING VAN 100.000.
Het Isr. Weeshuis te Leiden.
De Haagsche rechtbank heeft Dinsdag, zooals
we reeds kortelijks meldden, behandeld de zaak
tegen den Haagschen bioscoopexploitant en
accountant E. V. Hij stond terecht ter zake dat
hij te 's-Gravenhage in den loop van het tijdvak,
gevormd door de jaren 1929 '32, herhaalde
malen opzettelijk effecten in gelden tot een
totaal waardebedrag van ongeveer 100.000—,
een en ander toebehoorende aan het Centraal
Isr. Wees- en Doorgangshuis „Machseh Lajezou-
mim" te Leiden, althans aan één of meer anderen
dan aan heirij verdachte, welke effecten en gel
den hij als penningmeester van dat wees- en
doorgangshuis en dus als beheerder van een in
stelling van weldadigheid, althans stichting ais
zoodanig onder zich had, zich heeft toegeëigend.
Als eerste getuige werd gehoord prof. Palacne
uit Amsterdam, hoogleeraar aldaar, voorzitter
van het Centraal Israëlietisch Wees- en Door
gangshuis te Leiden. Hij verklaarde sinds om
streeks 10 jaren voorzitter te zijn van dit Ge
sticht. In December 1927 is verdachte penning
meester geworden. Hij had de gelden onder zich.
De effecten moesten geborgen worden in de
safe in het gesticht of bij een bank. Strenge be
palingen staan daarover niet in de statuten. Wij
leefden in de laatste jaren in de overtuiging, dat
de effecten in open bewaren gegeven waren bij
een bank.
President, mr. de Joncheere: Hoe groot was
het bedrag der effecten?
Getuige: Ruim 102.000 gulden.
Verdachte heeft tegefiover mij erkend, het
geld verduisterd te hebben, althans te eigen bate
te hebben aangewend.
De verdediger, nir. Herzberger merkte op, wat
art. 11 der statuten wel degelijk voorschrijft,
hoe de effecten bewaard moesten worden.
Prof. Palache: Er worden verschillende wijzen
van bewaring ter keuze gesteld. Naar aanleiding
van een vraag van den verdediger antwoordde
getuige, dat verdachte zelf ook verklaard heeft,
dat de effecten in open bewaring zich bevonden.
Verdachte: Ik heb dat nooit gezegd.
Getuige Palache: Het is mogelijk, dat hij ge
zegd heeft: bewaring in plaats van open bewa-
ring.
Mr. Herzberger: Is het juist, dat prof. Palache
erop heeft aangedrongen, geen aangifte te doen
van deze verduistering en wat waren zijn be
weegredenen?
Prof. Palache: Dat is juist. Mijn eerste gedachte
was: hoe redden wij nog iets van het geld en
niet: Hoe kunnen wij V. in de gevangenis bren
gen?
Ook was er sprake van reorganisatie der ex
ploitatie van het bioscooptheater, waarvan verd.
directeur was. Op deze wijze bestond de moge
lijkheid, dat er iets terecht zou komen van het
geld.
Accountant Dijkhuizen werd vervolgens als
getuige gehoord. Hij gaf alleen inlichtingen over
de positie der effecten hij de Twentsche Bank.
De boekhouder A. Beekman was de laatste ge
tuige. Hij is als boekhouder in betrekking ge
weest bij verdachte V. Get. gaf inlichtingen over
aanwezige kasgelden. Het lag niet op zijn weg
te controleeren of de effecten aanwezig waren.
Verdachte bekende de hem ten laste gelegde
verduistering. Omdat verd. in Den Haag woonde,
heeft hij de effecten in een safe van de Twent
sche Bank te 's-Gravenhage geborgen. Hij heeft
het gat, dat ontstaan was in de exploitatie van
het Apollo-theater, willen stoppen.
De officier, mr. Blok, zeide, dat de verduiste
ring ten bedrage van omstreeks 100.000. wet
tig en overtuigend bewezen is. Wel is naar
voren gekomen, dat de contróle scherper had
kunnen ziin. Daar staat tegenover, dat de regen
ten geen reden hadden V. te wantrouwen. On
juist is het, dat een accountant, wiens naam spr.
niet noemen zal, zich niet heeft overtuigd of de
effecten aanwezig waren. Hij heeft wel gezegd,
dat dit niet op zijn weg lag, maar dan had hij
de desbetreffende verklaring niet mogen onder
teekenen. Dit is een ernstige fout geweest van
dien accountant, maar vormt toch voor den ver
dachte geen verontschuldiging. Het Apollothea-
ter, waarin verd. financieel geïnteresseerd was,
scheen niet soliede te zijn opgezet. Zelfs stond
daarop een vijfde hypotheek. In ieder geval heeft
verd., die maar groote zaken wilde doen, ernstig
misbruik gemaakt van zijn positie. Het voort
bestaan van het weeshuis heeft zelfs groot ge
vaar geloopen. Spr. kan zich begrijpen, dat men
hier geen aangifte wilde doen, maar juist is het
niet. Deze man mag het leven niet verder onge
straft doorgaan. Gezien de groote som, waarom
het gaat en het misbruik van positie, dat verd
gemaakt heeft, eischte de officier 3 jaar gevan
genisstraf.
Mr. Herzberger als verdediger van verdachte,
pleitte verzachtende omstandigheden. Bewust
verduisterd heeft verdachte niet. Hij had ge
leend uit een kas, die hem was toevertrouwd.
Deze man heeft een misdadig optimisme. Toen
het Apollotheater verkeerd ging, heeft hij 10 a
15 duizend gulden aan effecten beleend met de
bedoeling, te zijner tijd deze schuld weer af te
lossen en de effecten weer terug te koopen. Van
een geraffineerde streek is hier geen sprake.
Men heeft verdachte steeds zijn gang laten
gaan in de belegging der gelden en nooit eenige
inlichting gevraagd. Waarom is hier iedere con
tróle achterwege gebleven? Verdachte is een
goed huisvader en gaf zich bovendien voor de
gemeenschap. Hadden regenten gecontroleerd,
dan ware het kapitaal niet zoek geweest. Boven
dien had verdachte 12V4 jaar dag en nacht voor
het weeshuis gewerkt. Wanneer hij veroordeeld
moet worden, verzoekt pleiter uiterste clementie
om hem in staat te stellen datgene weer goed te
maken tegenover het weeshuis, dat hij heeft
misdreven.
De uitspraak werd bepaald op heden over 14
dagen.
Spaarduitjes van oude menschen gestolen.
De 27-jarige machinebankwerker C. L. D. V.,
thans gedetineerd, heeft terecht gestaan wegens
diefstal.
Verdachte heeft ten huize van het bejaard
echtpaar P. aan de Reepstraat te Schevenin-
gen geldsbedragen tot een totaal van 196, dat
voor een gedeelte in een bed, en voor een ge
deelte ad. 185 in een kast op de gang gebor
gen was zich toegeëigend.
Toen de diefstal ontdekt was, werd V. ter
verantwoording geroepen en hij bekende in te
genwoordigheid van de kinderen van de be
stolenen, zich het geld te hebben toegeëigend.
Aanvankelijk heeft verd. hun voorgesteld,
het geld terug te geven, doch toen verdachte
hieraan niet voldeed, volgde aangifte bij de
politie.
Wegens hoogen leeftijd kon het bestolen echt
paar niet worden gehoord.
De schoonzoon en diens vrouw verklaarden,
dat verdachte veel bij de oude menschen aan
huis kwam en daar verschillende huiselijke
bezigheden verrichtte. Tegenover deze beide ge
tuigen heeft verdachte naar zij verklaarden,
deri diefstal bekend.
Deze betwistte de afgelegde verklaringen en
gaf slechts toe, dat hij den diefstal van het
geld uit het bed, zijnde 11 had bekend, doch
niet die van de 185 uit de gangkast.
Het O. M. waargenomen door nir. Blok, eisch
te mede gezien de antecedenten van V., die
reeds eenige malen is veroordeeld, 1 jaar en 6
maanden gevangenisstraf.
De verdediger refereerde zich aan het oordeel
van de rechtbank.
«jSptcc':'j
i
J f V
Na de vorst is het werk aan de brug te
Nijmegen hervat. De eerste noodbrug voor
den bouw van 'n nieuwen pijler, is gelegd
Door den heer IJzerman zijn aan den Mi
nister van Koloniën de volgende vragen gesteld:
le. Is de minister bereid een onderzoek te
doen instellen naar de oorzaken en het verloop
van de ernstige ongeregeldheden, welke blij
kens een Aneta-telegram, gedagteekend 7 Febr.
j.l. te Paramaribo hebben plaats gevonden?
2e. Zoo ja] is de Minister dan bereid, van
de resultaten van dat onderzoek mededeeling
aan da Kamac ts deen?
DE KATHOLIEKE FILMCENTRALE.
In een artikel van prof. Bemelmans in „Man- -
nenadel en Vrouweneer" over de Filmkeuring
In het algemeen en de katholieke nakeuring in
het bijzonder, stelt deze de vraag of wij over
den arbeid der Katholieke Filmcentrale te
vreden kunnen zijn. Wij citeeren:
De K.F.C. heeft haar werk van het begin af,
goed aangepakt. In het begin vooral had ze
een geweldigen achterstand in te halen, omdat
gedurende het conflict (van den Bioscoopbond
met de Ver. van N. Br. en Limb, gemeenten tot
gezamenlijke filmkeuring. Red. Msb.) de
keuring stopgestaan had. Dat daardoor het in
richten van haar dienst niet vlotte, zooals men
het graag had, is te begrijpen.
Op het oogenblik evenwel functioneert alles
goed en men hoort over de nakeuring van de
C-fiims geen of althans weinig klachten. Als
de kwaliteit van de films, die zij toelaat nog
niet 18 karaats is, houde men in het oog, dat
keuren een zeer moeilijk en persoonlijk werk
is. Er zullen altijd klachten blijven, omdat de
beste film niet deugt. Men kan, ook met de
beste keuring niet alles weren, wil men niet
alle films verbieden. Feit is, dat de K.F.C. 20
tot 30 pet. van de door de C.C. toegelaten
films voor het Zuiden niet toelaat. Als men
dus hier en daar nog wel eens dingen ziet, die
men liever niet zou zien, zal men goed doen,
dit in het oog te houden. Mocht men werke
lijk ernstige klachten hebben, dan wende men
zich tot M. A. Tepe, Steenschuur, Leiden, den
voorzitter der K.F.C. Men is er van verzekerd,
dat de klachten met zorg worden behandeld.
Is dus met betrekking tot de C-films de zaak
in orde, dan kan men nog niet zeggen, dat
zulks over de heele linie het geval is. Over de
kwaliteit der door de C.C. toegelaten A- en B-
films hoort men klachten en ook wel gemoti
veerde.
Het zou dus wen'schelijk zijn, dat de K.F.C.
ook de A- en B-films onder ha^ir keuring be
trok.
Om verschillende redenen is dat evenwel
nog niet mogelijk.
Op een manier kan men de goede zaak voor
uit helpen, door aan de K.F.C. het noodige
materiaal in handen te geven, waaruit blijkt
dat er vele A- enB-films in omloop zijn, ook
in het Zuiden, die niet door den beugel kun
nen. Daardoor zal de K.F.C. in staat zijn,
kracht bij te zetten aan haar wensch, om ook
deze films te keuren.
Door algemeene klachten bereikt men even
wel niets. Alleen klachten over een bepaalde,-
met name genoemde film met aangifte van de
punten, waarover men klaagt, kunnen etfect
hebben. En men kan verzekerd zijn dat deze
klachten met zorg door de K.F.C. worden be
handeld.
De toestand, voor zoover hij te wenschea
overlast,, kan alleen verbeterd worden door
medewerking van allen.
Conferentie geopend.
BRUSSEL, 8 Februari (H.N.) Vandaag is da
conferentie der internationale radiounie ge
opend, welke over de verdeeling der Europee-
sche golflengten zal beraadslagen. De confe
rentie zal tot 18 Februari duren.
„DE MATROZEN VAN CATARRO"
VERBODEN VOOR MILITAIREN-
De commandant van de Groningsche mili-
tairen, luitenant-kolonel I. J. Froger, heeft het
bijwonen van bet tooneelstuk „De matrozen
van Catarro", hetwelk Zaterdag a.s. in den
stadsschouwburg te Groningen door de ..Jong®
Spelers", onder leiding van Ben Groeneveld
zal worden gegeven, voor alle militairen van
het garnizoen verboden.
HET IN BESLAGGENOMEN SMOKKEL-
SCHIP.
De, in verband met een alcohol-smokkelzaak
in beslaggenomen IJmuider motorbotter IJ. M.
336, is door de rechercheboot „Zeemeeuw" bin
nendoor van IJmuiden naar Nieuwediep over
gebracht, alwaar het vaartuig voor de verdere
afwikkeling van deze smokkelaffare zal worden
neergelegd.
BATAVIA, 8 Februari. (ANETA).
Het reeds aangekondigd, gewijzigd ontwerp,
van een toezichtordonnantie op de wilde scho
len is thans bij den Volksraad ingediend, con
form de toezegging door de Regeering.
Voor de Arnhemsrilie rechtbank heeft Dinsdag
terecht gestaan een 34-jarige zwerver G. E.,
thans gedetineerd, die op 24 November 1932
een verpleegster van de stichting „Wolfheze
die per rijwiel over het rijwielpad van Wolfheze
naar Ede reed, heeft beroofd. Hij had het
meisje vastgegrepen, van de fiets getrokken en
op den grond geworpen. Vervolgens heeft hij
zich meester gemaakt van haar handtaschje,
waarin zich o. a. eenig geld bevond.
In verband met, zijn zware strafregister (de
man is reeds zes maal wegens soortgelijke delic
ten veroordeeld) eischte het O. M. een gevange
nisstraf van drie jaar, met daarna ter beschik
king stelling vfln de regeering.
LIJK OPGEHAALD.
Uit de Zuid-Willemsvaart bij Bocholt onder
Weert werd bij het passeeren van een schip
door een staaldraad het lijk opgehaald van den
27-jarigen Mathijs Smeets die sedert een maand'
uit de ouderUpM tro»iag werd.