IlHp I m ill I "ff 1 f li DÖKiJERDAG 9 FEBRUARI 1939 DE VRACHTVERDEELING IN DE BINNENVAART. ANONIEME BRIEVEN GESCHREVEN? ,>"^V <-#'4 X. tJll i ipll lm; „HET VERSCHE KADETJE". VALSCHE CONSENT FORMULIEREN. MISBRUIK VAN VERTROUWEN. 'W f i k DE ONGEREGELDHEDEN TE Paramaribo. INTERN. RADIO-UNIE. DE WILDE SCHOLEN ORDONNANTIE beroovlng van een verpleegster. De moreele en sociale zijde van het wetsontwerp. Naar een bestaafisminimum. Elk crisis-wetsontwerp wekt voldoening, maar tegelijk ook vaak een felle reactie naar gelang de betrokkenen mogelijke voordeelen zullen ge nieten of mogelijke nadeelen vreezen. Dat echter het ontwerp ter zake van een evenredige vrachtverdeeling in de binnenscheep vaart een „storm" zou doen ontketenen,' was te voorzien, daar een zekere regeling in deze materie fel tegenovergestelde groepen treft en de factoren, die een oplossing in de onderhavi ge kwestie vragen, voortkomen uit een wijziging van de structuur van het vervoer en uit de ma laise. Wie evenwel nu het wetsontwerp onbevoor oordeeld leest, zal moeten toegeven, dat men te dezer zake niet mag volstaan met alleen den materieelen kant voor een groep te bekijken, maar moet, naast de financieele voordeelen voor de andere groep, ook de moreele en sociale zijde van het inderdaad doornige vraagstuk be zien. Voor een „fair play" is het derhalve ge- wenscht om tegenover de verklaringen op het congres voor scheepvaart, handel en industrie, ook de zienswijze der schippers, in belangrijke bonden georganiseerd, te publiceeren. Deze zienswijze, getrokken uit de brochure: Js voortbestaan van de particuliere binnen- schipperij een algemeen belangt" moge hier een plaats vinden. We lezen in genoemde brochure o.a. het vol gende: Eenige verbetering- De schippers zelf zien zeer goed in, dat hier geen sprake is van een oplossing van het ver- voervraagstuk, maar dat slechts gegeven wordt wat onder deze omstandigheden eenige verbete ring kan geven. En opdat de handel en industrie geen schade zullen lijden, en opdat de schipper geen mis bruik zal kunnen maken, is aan de Kamer van Koophandel zulk een bevoegdheid gegeven, dat eerder gevreesd kan worden voor te grooten in vloed en macht van deze Kamers dan van de «chippers. Van groote beteekenis echter is dit ontwerp, wanneer men het beschouwt in zijn sociale be teekenis. De schippers en hun levensomstandig heden immers kennende weten we, dat vele binnenschippers door armoede de wanhoop na bij zijn. Thans wordt gevaren voor vrachtprijzen, die na aftrek der noodzakelijke onkosten, vallende op de reis, voor de schippers minder voor le vensonderhoud overlaten dan dé uitkeering, welke Maatschappelijk Hulpbetoon aan nood- tijdenden doet. Op dikwijls immoreele wijze wordt een vracht tnaus duur gekocht. Verplicht herbergbezoek, hooge provisie enz. maken de slechte reizen nog slechter. Niet de bekwaamheid geeft meer malen den doorslag, maar de provisie, die de schipper betaalt enz. Door dit ontwerp worden deze praktijken fei telijk onmogelijk. De verhooging van den vracht prijs. „Het gevolg van dit ontwerp zal zijn een groote vrachtopdrijving", zoo wordt beweerd. Dat buitenlandsche schepen zullen komen om in onze binnenwateren de vrachten mee te ver voeren behoeft niet gevreesd te worden. Ons land is doorsneden van een samenstel van kanalen, van zoo verschillende afmetingen, wat lengten en breedten der sluizen en brug gen aangaat, dat daarop speciaal in de vaart gebracht zijn zeer verschillende typen van schepen, wat de afmetingen aangaat. Deze hier benoodigde scheepstypen heeft het buitenland niet. Welke factoren bepalen den vrachtprijs? Dat zijn toch zeker ontelbare andere dan alleen de kwestie van onbestaanbaar lage of een minimum bestaan laten vrachtprijs in het bin nenland? Of de vracht voor 2000 K.G. lijnzaad bijvoorbeeld van Rotterdam naar de Zaanstreek 1 of 1.25 is, maakt op den kostprijs van het eindproduct geen verschil, maar dat kleine verschil in vrachtprijs doet juist de schaal voor den schipper overslaan van onbestaanbaar tot een minimum bestaangevende vracht. Indien alleen bij abnormaal lage vrachtcijfers, beneden den kostprijs onze industrie in staat is om te concurreeren met het buitenland, dan is die concurrentie mogelijk gemaakt door de armoede van de schippers. Op deze wijze zou alleen die armoede onze industrie in staat stel len om stand te houden tegenover het buiten land. Stond de zaak zoo, dan was dit een bewijs, dat onze industrie gebaseerd is op slavenwerk. Om dus die industrie een mogelijkheid van be staan te geven, zou de schipper armoede moeten lijden. Maar wat bepaalt de keuze, of het vervoer te water of te land zal geschieden? Is dit alleen afhankelijk van den vrachtprijs, of spelen er niet geheel andere factoren een rol in. De aard van het goed; het traject; de bestemming en vele andere factoren. Onze zeehavens worden bedreigd door dit ont werp. Rotterdam en Amsterdam zullen hunne zeeschepen zien varen naar Antwerpen, omdat hier deze regeling tot stand is gekomen! Neen, dat hangt af van de andere omstandig heden, zooals de wijze van lossing, de meeste kans op verkoop, de graanbeurs, de retour vracht, het bunkeren, en«. enz. „Het vervoer zal aan soepelheid inboeten." Het ontwerp wil alle stroefheid vermijden. Vandaar het leggen van de uitvoering der wet in handen van de Kamers van Koophandel, terwijl in de bevrachtingscommissies de bij de bevrachting betrokken partijen vertegenwoor digd zullen zijn. Bestaansminimum en moreele steun. Overigens een concreet tegenvoorstel heeft men niet! Men stelt voor, dat een nieuwe com missie wordt benoemd en dat de schippers dan maar naar den steun moeten gaan. Duizenden schippers zijn in armoede, dat geeft iedereen toe. Zij vormen een stand van goede en ijverige middenstanders. Zij hebben steeds en overal hun werk verricht, zij hebben ons vervoer op een hoogte gebracht, welke bewonderenswaar dig is. De nood der tijden heeft nog duidelijker aan het licht gebracht de uitbuiting en de ontelbare misbruiken bij de bevrachting. Eigen initiatief heeft niet kunnen helpen om hen door de crisis heen te helpen: toen in Rotterdam het Cen traal Bevrachtingskantoor werd opgericht, is de steun en de medewerking van den handel gevraagd. Het is misschien van belang hier op te mer ken, dat het Centraal Bureau van Rijn- en Bin nenvaart in het geheel niet den Nederland- schen Particulieren schipper in ons land ver tegenwoordigt. Dit bureau bestaat uit reeders en transportondernemingen. Reeders transport ondernemers hebben belang bij een zeer lagen vrachtprijs der binnenschepen. Zij nemen hunne transporten over en ver voeren die met eigen schepen, alleen wanneer zij meer goed hebben dan ruimte komen zij op de beurs en moeten particuliere schepen aan nemen en dan la de kwestie van zoo goedkoop ,y-. Een bij Afferden in Limburg gevonden urn met beenderen uit 200 v. Chr., thans in onderzoek bij 't Museum van Oudheden te Leiden. mogelijk, opdat zij meer kunnen verdienen. Zelfs zijn er transportondernemers, die zelf geen enkel schip hebben en dus geheel van de beurs afhankelijk zijn. Dit geldt echter meer voor de Rijnvaart dan voor de binnenvaart. Gelukkig zijn er heel wat handelaren en fa brikanten in den lande, welke het aanvoelen als hun eigen belang om de zoo rijk gescha keerde particuliere binnenscheepvaart in stand te houden. Hoe denken de schippers zelf over dit wets ontwerp? Zeker, ook zij hebben bezwaren. Zij zijn bevreesd voor den grooten invloed, welke ge geven wordt aan de Kamers van Koophandel, wijl zij zeer goed begrijpen, dat het Reglement van zeer bijzondere beteekenis is. Zij begrijpen, dat van vrachtopdrijving geen sprake kan zijn, wijl de Bevrachtingscommissie een groote bevoegdheid heeft en zij individueel niet in staat zijn tot vrachtopdrijving. Zij begrijpen, dat, gelijk de Minister het zegt, zij, wanneer zij varen, een bestaansminimum zullen hebben, hetgeen thans in het geheel niet het geval is. Zij begrijpen, dat zij niet meer overgeleverd zijn aan vele ongure elementen in de bevrach ting. Zij begrijpen, dat zij verlost zijn van gedwon gen herbergbezoek, dat zij,vrij zijn van de bui tensporige fooien, welke meermalen gegeven moeten worden om maar een bekwaam schip per te zijn en een reisje machtig te kunnen worden. Van groote moreele beteekenis is dit wets ontwerp voor den schipper. Hij kan dan op eer lijke wijze zijn brood trachten te verdienen, hij behoeft geen extra kosten te maken voor zijn vracht, hij kan dan door zijn eigen be kwaamheid zijn vak uitoefenen. Was de beurtregeling in de oorlogsjaren in beginsel opgezet om den schipper vrij te hou den van den honger, alras moest de regeling dienst doen om te hooge opvoering der vracht te voorkomen. Als een stokpaardje tegen het thans inge diende ontwerp wordt meermalen op die beurt regeling gewezen. Maar men vergeet, dat toen goederenver voer per spoor bijna uitviel door gebrek aan steenkolen, motorbooten minder in aantal wa ren en door petroleumnood niet konden varen. Daarbij telde toen het vervoer per vracht auto afgezien van benzinegebrek feitelijk nog niet mee. Scheepsruimte was dus een zeer gezocht artikel Wie in het oog wil vatten de toen ter tijd hooge levenskosten, hoogen prijs voor scheepsbehoeften, maakt de schip perij van den toen genoten vrachtprijs geen verwijt. Vooral wanneer de handel de hand in eigen boezem wil steken, omtrent het toen genoten (genomen) winstrtiarge, dan past het zwijgen. Dit ontwerp heeft geen beurtregeling als wij toen gehad hebben, terwijl de omstandigheden geheel verschillen. Dit ontwerp poogt alleen schippers gedurende den reisduur aan 'n mini mum bestaan te helpen. STICHTING VOOR STUDIEREIZEN. Op initiatief van de leiders eener reis naar Griekenland, die in het voorjaar 1932 heeft plaats gevonden, is opgericht een stichting voor studiereizen die zich ten doel stelt bijdragen te verleenen aan studenten en anderen, die aan een studiereis, willen deelnemen of op eigen gelegenheid een studiereis ondernemen. De stichting stelt zich vooral ten doel, om, als er reizen gelijk de Grieksche worden ondernomen, ook hen, die om financieele overweging aan zulk een tocht niet kunnen deelnemen, daartoe in staat te stellen. Maar met opzet heeft zij haar statuten zoo ingericht, dat het bestuur de vrijheid bezit, ook in andere gevallen een toe lage te verleenen. Het bestuur der stichting bestaat uit de hee- ren: prof. dr. A. W. Byvanck voorzitter: dr. G. van Hoorn vice voorzitter; prof. dr. D. Co- hen secretaris mr. R. E. Kielstra, directeur kasvereeniging Amsterdam penningmeester; prof. dr. K. H. Bouman, prof. dr. F. J. de Waele, prof. dr. J. P. Kleiweg de Zwaan. De inkomsten der stichting zullen voorname lijk bestaan uit contributies en donaties welke gaarne van alle belangstellenden worden tege moet gezien. HET DROEVIG ONGEVAL TE OSS- Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat het kindje van mevrouw W. te Oss op Vrijdag 3 Febr. j.l. niet in het hoofdkussen gestikt is, doch dat de baby tengevolge van een kinder ziekte is overleden. Predikant voor het Hof. Het Gerechtshof te Amsterdam, onder presi dium van mr. J. Jolles, zette de behandeling voort van de strafzaak -tegen den Winterswijk- schen predikant, die op 9 Februari van het vorige jaar, door de Utrechtsche rechtbank wegens het schrijven van anonieme brieven en briefkaarten met beleedigenden inhoud, aan Jhr. W. A. Ortt, directeur van de stichting Zand bergen te Amersfoort, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, overeenkomstig den eisch van het O. M. Verdachte, tegen wien Jhr. Ortt een klacht had ingediend, bleef met klem ontkennen, op eenigerlei wijze betrokken te zijn bij tallooze anonieme schrifturen, welke nu al gedurende eenige jaren aan verscheidene personen direct of indirect bij genoemd gesticht betrokken, zijn gericht. Ongeveer zes jaar geleden ontving de schrij ver den eersten anoniemen brief. Bij de behandeling voor de rechtbank waren vier schriftkundigen eenstemmig van oordeel, dat er duidelijk overeenkomst bestaat tusschen het handschrift van den predikant en dat van den anoniemen schrijver. Na zijn veroordeeling heeft de predikant niet stil gezelun m in hooger beroep zijn onschuld te kunnen bewijzen. Daarom liet hij zich, in overleg met den burgemeester van Winterswijk, in April j.l. gedurende elf dagen „interneeren" bij den tuinier H. Buiten, op de Werkhorst, te Meppel. Strenge isolatie en bewaking werden toegepast. Niettemin werden ondertusschen be- leedigende anonieme briefkaarten ontvangen. Op 19 Mei j.l. diende de zaak voor het Hof te Amsterdam. Na het pleidooi ging het Hof in raadkamer waarna de president mededeelde, dat het Hof een nader onderziek van de jongste schrifturen tijdens en na de interheering ontvangen, wensche" lijk acht. De zaak werd teruggewezen naar den rechter-commissaris, om nu te worden voortge zet. De belangstelling was wederom zeer groot. De president begon met den verd. het bezwa rend materiaal en de conclusies van de deskun digen voor ie houden, doch de verdachte bleef er bij, volkomen onschuldig te zijn. Deskundige, dr. Hesselink, is tot de conclusie gekomen, dat er tien punten van overeenstem ming in het schrift zijn. De getuigen, die nog niet zijn gehoord, een veertiental, moeten de gehoorzaal verlaten. Dr. Hesselink gaat voort zijn rapport nader toe te lichten: ook uit de karaktereigenschap pen van het schrift blijkt, dat de anonymus en verd. een en dezelfde persoon zijn. Dr. Hesselink is ook naar Staphorst gegaan om de isolatie' na te gaan, daar hij zeker is, dat de briefkaarten door verd. zijn geschreven en er dus een lek in de isolatie moet zijn geweest. Deskundige was na zijn bezoek tot de con clusie gekomen, dat de isolatie niet afdoende was geweest, wél was er een deur verzegeld, maar door een andere deur kon hij b.v. in de W. C. komen, waar een tuimelraampje was. Ook ging verd. wel eens naar boven, waar ramen waren. „Ik wist zeker", aldus desk., „dat er een lek moest zijn en ik heb dat ook gevonden". Ik ben er zeker van, dat de briefkaarten, tijdens de isolatie ontvangen, óók door verd. zijn ge schreven. Ook wat de feiten op de briefkaarten vermeld betreft, is er ruimschoots tijd voor geweest om alles in orde te maken. Deskundige Hesselink, was er ook van over tuigd. dat men in Winterswijk wist. waar verd. zich tijdens de interneering bevond. Procureur-generaal, mr. Bauduin: „Het is in ieder geval gebleken, dat de isolatie verre van goed was; eerst is er gezegd; dat hij zoo nu en dan werd „uitgelaten" onder bewaking, maar het blijkt, dat hij vrij door het huis kon rond- loopen". Verd.: „Ik wist zelf niet eens, dat ik naar Meppel zou gaan. Maar zet U me nu eens een week in de interneering". Pres.: „Als we U veroordeelen, zal dat wel gebeuren. U hebt weer een advertentie geplaatst om tijdens deze terechtzitting voor een alibi te zorgen. De dominee heeft den anonymen „oud ver pleegde van Zandberg" verzocht, tijdens de terechtzitting een brief te doen bezorgen, waarin een zéér recente gebeurtenis wordt vermeld. De dominee had echter een brief terugge kregen, dat het nog niet zeker was of dit moge lijk was; tusschen twee en vijf kan hij niet schrijven, wel tusschen 12 en half twee. Pres.: „Daar hebben we niets aan; toen was U niet hier onder deze controle". Verd.: „Maar ik was onder controle van be trouwbare menschen". Pres.: (tot dr. Hesselink): „Als verd. nu ver oordeeld wordt, en, terwijl hij in de gevangenis zit. de brievenstroom doorgaat Is het niet. moge lijk, dat hij iemand geleerd heeft zijn schrift na te maken Dr. Hesselink: „Bij deze brieven is dat niet het geval". Desk. Van Ledden Hulsebosch, wisselt dr. Hesselink voor het getulgenhekje af. Deze heeft een onderhoud gehad met een contra schrift kundige. Desk. blijft voor 100 pCt. van meening, dat de vingerafdruk op een der brieven afkom stig is van verd. De contra deskundige Walt- man, wilde niet zoo ver in zijn conclusie gaan, daar hij geen materiaal genoeg had om even- tueele afwijkingen te kunnen oonstateeren. Vol gens deskundige Van Ledden Hulsebosch waren er meer dan genoeg punten van overéénkomst om met absolute zekerheid te ver klaren, dat de vingerafdruk van verd. afkom stig is. Dr. Schrijver wordt, eveneens als schriftkun dige gehoord. Hij heeft een onderzoek inge steld naar de briefkaarten en brieven, ontvangen tijdens de isolatie. Met absolute zekerheid, zoo verklaart desk. met klem, heeft de predikant óók deze schrif turen geschreven. In verschillende brieven zijn teekenen van camouflage. In de laatste brief kaarten komt duidelijk uit, dat het schrift is geteekend, de bijzondere G. van verdachte is zooveel mogelijk veranderd, omdat er vroeger door ons de aandacht op is gevestigd. Alle let tervormen, al is het schrift ook soms ver draaid, wijzen er op, dat verd. de brieven etc. heeft geschreven. Ook de schriftkundige v. d. Laan is van mee ning, dat het nu na zoo langen tijd wel mogelijk is, dat een medeplichtige het schrift van verd. heeft leeren namaken. De schriftkundige, H. Dulfers, Ieeraar i. d. plant- en dierkunde, te Den Haag. heeft op ver zoek van de verdediging een schriftkundig on derzoek ingesteld; hij is tot'de conclusie geko men. dat de verdachte niet de schrijver van de beleedigende brieven is. Hij is hier absoluut zeker van en in een uitvoerig rapport zet hij zijn meening nader uiteen. fBii-'n Htt E if réi Geleidelijk verdwijnt oud-Scheveningen, door maar weinigen betreurd. Krotwonin gen, aan de Vuurbaakstraat- die verdwijnen gaan. Ds. Roobol uit Winterswijk wordt nu als ge tuige gehoord. Hij verklaart wat hij ook al aan het Hof had geschreven dat de tuin man S„ hem na de eerste hofzitting had toe gevoegd: „zouden wij ook niet eens gaan schrij ven Tuinman S. wordt voorgeroepen. Hij geeft toe, Ds. Roobol dit voorstel te hebben gedaan, om verd. te helpen. Verd. merkt naar aanleiding van de verkla ringen van zijn collega, ds. Roobol op, dat ds. Roobol intertijd zelf dit voorstel heeft gedaan. De burgemeester van Winterswijk geeft ver volgens eenige inlichtingen over de isolatie. Verd. wist absoluut niet, waar hij zou worden geïnterneerd. Aanvankelijk was de verd. van meening, dat hij op het gemeentehuis te Win terswijk zou worden geïnterneerd. Uitvoerig beschrijft get. de maatregelen, die voor de isolatie zijn genomen. Get. ds. Kloot, is met verd. in Königswinter geweest, hij had hem daar scherp in het oog gehouden, de brievenstroom in Amersfoort e.o. was doorgegaan. De tuinman Buiten, die bij de vorige behan deling verklaard had, dat de dominé de kamer niet kon verlaten, zonder dat de zegels ver broken wei-den, blijft er bij, dat het voor verd. onmogelijk was, eenig contact met de buiten wereld tot ptand te brengen. Get. Stegeman, hoofd eener school te Winters wijk, heeft een avond 19 September in het gezelschap van verd. doorgebracht. Toch is er gedurende dien tijd een briefkaart ge schreven en verzonden. Een journalist uit Amersfoort, kreeg ook ver schillende anonieme brieven, zijn huisnummer, stond hierop steeds foutief aangegeven. Getuige verdacht den dominé en stuurde hem een kaart met zijn juiste adres. Na dien dag kreeg get. anonieme brieven, waarop het huisnummer goed was geschreven. De echtgenoote van den verd. geeft enkele data op, waarvan zij zeker weet, dat haar man den dag met haar had doorgebracht, o.a. ge durende de huwelijksreis naar Königswinter. Get. zegt, dat zij haar man nooit aan de brie ven heeft, zien schrijven. Maar zegt verd., naar aanleiding van een vraag van den president, of hij ,verd. een hectograaf heeft dat hij drie namen zou kunnen noemen van personen, dien hij ver denkt de brieven te hebben geschreven. Pres.: Noemt U ze dan.... Verd.: Niet in het openbaar, ik wil ze wel op een briefje schrijven. Verdachte doet dit en laat het briefje door den bode aan den president overhandigen. Na het getuigenverhoor worden de deskun digen décharge voor geroepen. De president vraagt hen, of zij er prijs op stellen kennis te nemen van het rapport van den desk. a décharge, dr. van Dulfen, waarin de vier desk. worden aangevallen. Dr. Schrijver: Dank U president, de deskun digheid van dr. van Dulfen is van te jongen datum, ook heeft dr. Van Dulfen eenigen tijd geleden geweigerd als deskundige op te treden, omdat hij geen schrift-expert is Dr. Van Dulfen bestrijdt deze meening van dr. Schrijver. De vier deskundigen charge geven te ken nen, dat zij de deskundigheid- van dr. Van Dulfen in twijfel trekken. Het O. M.: Op die manier komen we nooit aan een eind, morgen komt verdachte misschien weer met derde „deskundige" a décharge. Het Hof gaat in raadkamer en beslist, dat het debat tusschen de schriftkundigen, na inzage van het rapport, zal plaats hebben, op 13 Maart a.s. Tot dien dag wordt de behandeling ge schorst. Hoteldirecteur van rechtsvervolging ontslagen. Nadat de juridische geschiedenis van „het versche kadetje", dat door of namens de direc tie Iran hotel Suisse, te Amsterdam, gebakken werd en geleverd aan hotelgasten op een uur, dat dit volgens de wet niet geoorloofd is 's morgens voor tien uur voor alle rechter lijke Instanties was behandeld, verwees de Hooge Raad, na cassatie, dit event, geval van overtreding der arbeidswet naar het Amster- damsche Hof. De procureur-generaal had een gulden boete, subs, een dag hechtenis geëischt. Gisteren deed het Hof uitspraak en ontsloeg den directeur van het hotel, den heer J. F. Staal van alle rechtsvervolging, overwegende, dat het ten laste gelegde feit strafbaar is vol gens art. 35 lid 6 van de Arbeidswet, doch dat geen veroordeeling kon volgen, daar het brood niet in een hakkerij was gebakken, noch van daar uit werd geleverd, doch in de hotelkeuken werd bereid! Poging tot oplichting van de crisis- zuivel-centrale. De 41-jarige vethandelaar J. P. C. te Rotter dam, thans gedetineerd, heeft terecht gestaan wegens poging tot oplichting. C. heeft n.l. ten kantore der Crisis Zuivel Centrale aanvragen ingediend, waarbij hij o.m. bewijzen van invoer van vet over een periode van drie jaren moest inleveren. C. die een kwantum van 151.300 K.G. opgaf legde als bewijs van omzet e.d. eenige douaneverklaringen over, doch den ambtenaar met de contróle belast, viel het op, dat de for mulieren, die toch meermalen gebruikt moes ten zijn, er nog zoo ongekreukt uitzagen. Ook bleek hem, dat de inkt nog opmerkelijk versch was. Verdachte beweerde geen fraude te hebben gepleegd. Hij zou o.a. in Parijs vet hebben gekocht ten behoeve van een Rotterdamsche firma. De president vroeg verdachte hoe hij aan de blanco formulieren gekomen was. Verdachte zeide, dat hem die te Parijs aan het station waren verstrekt, hetgeen de president zeide erg onwaarschijnlijk te achten. Voorts bleek, dat verdachte zich bij de Crisis Zuivel Centrale op eigen naam liet aandienen, doch dat hij de formulieren met de namen van zijn broer P. J. C. invulde en ondertee- kende. Daar verdachte een en ander bestreed, wer den de door hem voor den rechter commissaris afgelegde verklaringen waarbij C. een beken tenis aflegde, door den griffier voorgelezen. Verder kwam vast te staan, dat C. eerst 8 dagen te Rotterdam domicilie had en voordien te Parijs vertoefde. Verdachte beweerde aan den president van de rechtbank een brief te hebben geschreven, waarin hij op zijn voor den rechter-commissa ris afgelegde verklaringen terug kwam. Mr. Blok, die het O. M. waarnam, zeide zeer sceptisch te staan tegenover de thans door ver dachte afgelegde verklaringen. Volgens spr. zijn diens voor den rechter-commissaris afge legde verklaringen juist en is mede uit de ver klaringen van den getuige komen vast, te staan, dat verdachte fraude heeft willen plegen door het inzenden van valsche consent-formulieren. Naar spr.'s meening moet tegen dergelijke handelingen gestreng worden opgetreden, om dat daardoor ernstige schade voor bona-fide handelaren kan ontstaan. Spr. eischte dan ook tegen C. wegens poging tot oplichting 1 jaar gevangenisstraf. Mr. Polak als raadsman pleitend betoogde uitvoerig, dat in casu het element oplichting niet aanwezig was, en dat er ook van bena deeling nóch van den Staat, nóch van de Crisis Zuivel Centrale sprake was. Pleiter concludeerde tot vrijspraak, subs, ontslag van rechtsvervolging. VERDUISTERING VAN 100.000. Het Isr. Weeshuis te Leiden. De Haagsche rechtbank heeft Dinsdag, zooals we reeds kortelijks meldden, behandeld de zaak tegen den Haagschen bioscoopexploitant en accountant E. V. Hij stond terecht ter zake dat hij te 's-Gravenhage in den loop van het tijdvak, gevormd door de jaren 1929 '32, herhaalde malen opzettelijk effecten in gelden tot een totaal waardebedrag van ongeveer 100.000—, een en ander toebehoorende aan het Centraal Isr. Wees- en Doorgangshuis „Machseh Lajezou- mim" te Leiden, althans aan één of meer anderen dan aan heirij verdachte, welke effecten en gel den hij als penningmeester van dat wees- en doorgangshuis en dus als beheerder van een in stelling van weldadigheid, althans stichting ais zoodanig onder zich had, zich heeft toegeëigend. Als eerste getuige werd gehoord prof. Palacne uit Amsterdam, hoogleeraar aldaar, voorzitter van het Centraal Israëlietisch Wees- en Door gangshuis te Leiden. Hij verklaarde sinds om streeks 10 jaren voorzitter te zijn van dit Ge sticht. In December 1927 is verdachte penning meester geworden. Hij had de gelden onder zich. De effecten moesten geborgen worden in de safe in het gesticht of bij een bank. Strenge be palingen staan daarover niet in de statuten. Wij leefden in de laatste jaren in de overtuiging, dat de effecten in open bewaren gegeven waren bij een bank. President, mr. de Joncheere: Hoe groot was het bedrag der effecten? Getuige: Ruim 102.000 gulden. Verdachte heeft tegefiover mij erkend, het geld verduisterd te hebben, althans te eigen bate te hebben aangewend. De verdediger, nir. Herzberger merkte op, wat art. 11 der statuten wel degelijk voorschrijft, hoe de effecten bewaard moesten worden. Prof. Palache: Er worden verschillende wijzen van bewaring ter keuze gesteld. Naar aanleiding van een vraag van den verdediger antwoordde getuige, dat verdachte zelf ook verklaard heeft, dat de effecten in open bewaring zich bevonden. Verdachte: Ik heb dat nooit gezegd. Getuige Palache: Het is mogelijk, dat hij ge zegd heeft: bewaring in plaats van open bewa- ring. Mr. Herzberger: Is het juist, dat prof. Palache erop heeft aangedrongen, geen aangifte te doen van deze verduistering en wat waren zijn be weegredenen? Prof. Palache: Dat is juist. Mijn eerste gedachte was: hoe redden wij nog iets van het geld en niet: Hoe kunnen wij V. in de gevangenis bren gen? Ook was er sprake van reorganisatie der ex ploitatie van het bioscooptheater, waarvan verd. directeur was. Op deze wijze bestond de moge lijkheid, dat er iets terecht zou komen van het geld. Accountant Dijkhuizen werd vervolgens als getuige gehoord. Hij gaf alleen inlichtingen over de positie der effecten hij de Twentsche Bank. De boekhouder A. Beekman was de laatste ge tuige. Hij is als boekhouder in betrekking ge weest bij verdachte V. Get. gaf inlichtingen over aanwezige kasgelden. Het lag niet op zijn weg te controleeren of de effecten aanwezig waren. Verdachte bekende de hem ten laste gelegde verduistering. Omdat verd. in Den Haag woonde, heeft hij de effecten in een safe van de Twent sche Bank te 's-Gravenhage geborgen. Hij heeft het gat, dat ontstaan was in de exploitatie van het Apollo-theater, willen stoppen. De officier, mr. Blok, zeide, dat de verduiste ring ten bedrage van omstreeks 100.000. wet tig en overtuigend bewezen is. Wel is naar voren gekomen, dat de contróle scherper had kunnen ziin. Daar staat tegenover, dat de regen ten geen reden hadden V. te wantrouwen. On juist is het, dat een accountant, wiens naam spr. niet noemen zal, zich niet heeft overtuigd of de effecten aanwezig waren. Hij heeft wel gezegd, dat dit niet op zijn weg lag, maar dan had hij de desbetreffende verklaring niet mogen onder teekenen. Dit is een ernstige fout geweest van dien accountant, maar vormt toch voor den ver dachte geen verontschuldiging. Het Apollothea- ter, waarin verd. financieel geïnteresseerd was, scheen niet soliede te zijn opgezet. Zelfs stond daarop een vijfde hypotheek. In ieder geval heeft verd., die maar groote zaken wilde doen, ernstig misbruik gemaakt van zijn positie. Het voort bestaan van het weeshuis heeft zelfs groot ge vaar geloopen. Spr. kan zich begrijpen, dat men hier geen aangifte wilde doen, maar juist is het niet. Deze man mag het leven niet verder onge straft doorgaan. Gezien de groote som, waarom het gaat en het misbruik van positie, dat verd gemaakt heeft, eischte de officier 3 jaar gevan genisstraf. Mr. Herzberger als verdediger van verdachte, pleitte verzachtende omstandigheden. Bewust verduisterd heeft verdachte niet. Hij had ge leend uit een kas, die hem was toevertrouwd. Deze man heeft een misdadig optimisme. Toen het Apollotheater verkeerd ging, heeft hij 10 a 15 duizend gulden aan effecten beleend met de bedoeling, te zijner tijd deze schuld weer af te lossen en de effecten weer terug te koopen. Van een geraffineerde streek is hier geen sprake. Men heeft verdachte steeds zijn gang laten gaan in de belegging der gelden en nooit eenige inlichting gevraagd. Waarom is hier iedere con tróle achterwege gebleven? Verdachte is een goed huisvader en gaf zich bovendien voor de gemeenschap. Hadden regenten gecontroleerd, dan ware het kapitaal niet zoek geweest. Boven dien had verdachte 12V4 jaar dag en nacht voor het weeshuis gewerkt. Wanneer hij veroordeeld moet worden, verzoekt pleiter uiterste clementie om hem in staat te stellen datgene weer goed te maken tegenover het weeshuis, dat hij heeft misdreven. De uitspraak werd bepaald op heden over 14 dagen. Spaarduitjes van oude menschen gestolen. De 27-jarige machinebankwerker C. L. D. V., thans gedetineerd, heeft terecht gestaan wegens diefstal. Verdachte heeft ten huize van het bejaard echtpaar P. aan de Reepstraat te Schevenin- gen geldsbedragen tot een totaal van 196, dat voor een gedeelte in een bed, en voor een ge deelte ad. 185 in een kast op de gang gebor gen was zich toegeëigend. Toen de diefstal ontdekt was, werd V. ter verantwoording geroepen en hij bekende in te genwoordigheid van de kinderen van de be stolenen, zich het geld te hebben toegeëigend. Aanvankelijk heeft verd. hun voorgesteld, het geld terug te geven, doch toen verdachte hieraan niet voldeed, volgde aangifte bij de politie. Wegens hoogen leeftijd kon het bestolen echt paar niet worden gehoord. De schoonzoon en diens vrouw verklaarden, dat verdachte veel bij de oude menschen aan huis kwam en daar verschillende huiselijke bezigheden verrichtte. Tegenover deze beide ge tuigen heeft verdachte naar zij verklaarden, deri diefstal bekend. Deze betwistte de afgelegde verklaringen en gaf slechts toe, dat hij den diefstal van het geld uit het bed, zijnde 11 had bekend, doch niet die van de 185 uit de gangkast. Het O. M. waargenomen door nir. Blok, eisch te mede gezien de antecedenten van V., die reeds eenige malen is veroordeeld, 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. De verdediger refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank. «jSptcc':'j i J f V Na de vorst is het werk aan de brug te Nijmegen hervat. De eerste noodbrug voor den bouw van 'n nieuwen pijler, is gelegd Door den heer IJzerman zijn aan den Mi nister van Koloniën de volgende vragen gesteld: le. Is de minister bereid een onderzoek te doen instellen naar de oorzaken en het verloop van de ernstige ongeregeldheden, welke blij kens een Aneta-telegram, gedagteekend 7 Febr. j.l. te Paramaribo hebben plaats gevonden? 2e. Zoo ja] is de Minister dan bereid, van de resultaten van dat onderzoek mededeeling aan da Kamac ts deen? DE KATHOLIEKE FILMCENTRALE. In een artikel van prof. Bemelmans in „Man- - nenadel en Vrouweneer" over de Filmkeuring In het algemeen en de katholieke nakeuring in het bijzonder, stelt deze de vraag of wij over den arbeid der Katholieke Filmcentrale te vreden kunnen zijn. Wij citeeren: De K.F.C. heeft haar werk van het begin af, goed aangepakt. In het begin vooral had ze een geweldigen achterstand in te halen, omdat gedurende het conflict (van den Bioscoopbond met de Ver. van N. Br. en Limb, gemeenten tot gezamenlijke filmkeuring. Red. Msb.) de keuring stopgestaan had. Dat daardoor het in richten van haar dienst niet vlotte, zooals men het graag had, is te begrijpen. Op het oogenblik evenwel functioneert alles goed en men hoort over de nakeuring van de C-fiims geen of althans weinig klachten. Als de kwaliteit van de films, die zij toelaat nog niet 18 karaats is, houde men in het oog, dat keuren een zeer moeilijk en persoonlijk werk is. Er zullen altijd klachten blijven, omdat de beste film niet deugt. Men kan, ook met de beste keuring niet alles weren, wil men niet alle films verbieden. Feit is, dat de K.F.C. 20 tot 30 pet. van de door de C.C. toegelaten films voor het Zuiden niet toelaat. Als men dus hier en daar nog wel eens dingen ziet, die men liever niet zou zien, zal men goed doen, dit in het oog te houden. Mocht men werke lijk ernstige klachten hebben, dan wende men zich tot M. A. Tepe, Steenschuur, Leiden, den voorzitter der K.F.C. Men is er van verzekerd, dat de klachten met zorg worden behandeld. Is dus met betrekking tot de C-films de zaak in orde, dan kan men nog niet zeggen, dat zulks over de heele linie het geval is. Over de kwaliteit der door de C.C. toegelaten A- en B- films hoort men klachten en ook wel gemoti veerde. Het zou dus wen'schelijk zijn, dat de K.F.C. ook de A- en B-films onder ha^ir keuring be trok. Om verschillende redenen is dat evenwel nog niet mogelijk. Op een manier kan men de goede zaak voor uit helpen, door aan de K.F.C. het noodige materiaal in handen te geven, waaruit blijkt dat er vele A- enB-films in omloop zijn, ook in het Zuiden, die niet door den beugel kun nen. Daardoor zal de K.F.C. in staat zijn, kracht bij te zetten aan haar wensch, om ook deze films te keuren. Door algemeene klachten bereikt men even wel niets. Alleen klachten over een bepaalde,- met name genoemde film met aangifte van de punten, waarover men klaagt, kunnen etfect hebben. En men kan verzekerd zijn dat deze klachten met zorg door de K.F.C. worden be handeld. De toestand, voor zoover hij te wenschea overlast,, kan alleen verbeterd worden door medewerking van allen. Conferentie geopend. BRUSSEL, 8 Februari (H.N.) Vandaag is da conferentie der internationale radiounie ge opend, welke over de verdeeling der Europee- sche golflengten zal beraadslagen. De confe rentie zal tot 18 Februari duren. „DE MATROZEN VAN CATARRO" VERBODEN VOOR MILITAIREN- De commandant van de Groningsche mili- tairen, luitenant-kolonel I. J. Froger, heeft het bijwonen van bet tooneelstuk „De matrozen van Catarro", hetwelk Zaterdag a.s. in den stadsschouwburg te Groningen door de ..Jong® Spelers", onder leiding van Ben Groeneveld zal worden gegeven, voor alle militairen van het garnizoen verboden. HET IN BESLAGGENOMEN SMOKKEL- SCHIP. De, in verband met een alcohol-smokkelzaak in beslaggenomen IJmuider motorbotter IJ. M. 336, is door de rechercheboot „Zeemeeuw" bin nendoor van IJmuiden naar Nieuwediep over gebracht, alwaar het vaartuig voor de verdere afwikkeling van deze smokkelaffare zal worden neergelegd. BATAVIA, 8 Februari. (ANETA). Het reeds aangekondigd, gewijzigd ontwerp, van een toezichtordonnantie op de wilde scho len is thans bij den Volksraad ingediend, con form de toezegging door de Regeering. Voor de Arnhemsrilie rechtbank heeft Dinsdag terecht gestaan een 34-jarige zwerver G. E., thans gedetineerd, die op 24 November 1932 een verpleegster van de stichting „Wolfheze die per rijwiel over het rijwielpad van Wolfheze naar Ede reed, heeft beroofd. Hij had het meisje vastgegrepen, van de fiets getrokken en op den grond geworpen. Vervolgens heeft hij zich meester gemaakt van haar handtaschje, waarin zich o. a. eenig geld bevond. In verband met, zijn zware strafregister (de man is reeds zes maal wegens soortgelijke delic ten veroordeeld) eischte het O. M. een gevange nisstraf van drie jaar, met daarna ter beschik king stelling vfln de regeering. LIJK OPGEHAALD. Uit de Zuid-Willemsvaart bij Bocholt onder Weert werd bij het passeeren van een schip door een staaldraad het lijk opgehaald van den 27-jarigen Mathijs Smeets die sedert een maand' uit de ouderUpM tro»iag werd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4