DE
TWEEDE KAMER CONTRA DE
REGEERING.
MINISTER DONNER GESTRUIKELD
-J
KAMERONTBINDING?
VRIJDAG 10 FEBRUARI 1933
MOTIE TEGEN ZIJN REORGANI
SATIE DER RECHTERLIJKE
MACHT AANVAARD.
Vergadering van Donderdag
H. M. HEDEN IN DEN HAAG
TERUG
BRAND AAN BOORD.
MARIE DRESSLER.
DE VERKLARING VAN MINISTER
DONNER.
De woordelijke tekst.
DE BETEEKENIS DER REGEE-
RINGSVERKLARING.
Geen ontslag van het kabinet.
GEEN OPENBARE VERGADERING
DER TWEEDE KAMER.
In verband met bet beraad van
bet Kabinet.
ARBEID VOOR ONVOLWAARDIGE
arbeidskrachten.
auto botst tegen een boom.
Voortgezet werd de behandeling van de
wetsontwerpen houdende nieuwe vaststelling
van het rechtsgebied en den zetel der recht
banken en kantongerechten c.a.
De MINISTER VAN JUSTITIE de heer
DONNER wil de vele geopperde bezwaren gaar
ne op hun waarde toetsen. Tegenover die be
zwaren staan echter bepaalde voorwaarden.
Bovendien hebben we te doen met bezuinigings
voorstellen.
Uit het oogpunt van werkzaamheid kan met
een minder aantal gerechten worden volstaan.
De cijfers doen alle meeningen, dat verminde
ring niet mogelijk zou zijn, verstommen. De
overweging dat de gerechten niet te ver van
de justitiabelen af moeten zijn, is te begrij
pen, doch de eisch van berechtbaarheid is be
trekkelijk anders zou wel elke plaats haar ge
recht kunnen hebben. Voorts denke men aan
de verbetering der verkeersmiddelen en van
het wegennet. De berechtbaarheid blijft veel
gunstiger dan die was bij de instelling der or
ganisatie. Het bezwaar der mindere berecht
baarheid geldt bovendien nog in hoofdzaak
voor de plaatsen in de nabijheid van het op te
heffen gerecht en wat de kantongerechten be
treft, is er niet zelden in het algemeen ver
beterde berechtbaarheid. Men vergelijke voorts
eens de nieuwe toestanden in de op te heffen
ressorten met die in menig bestaand en niet te
wijzigen ressort; dan valt de vergelijking zeer
dikwijls ten goede van de nieuwe indeeling
uit. In 1877"is trouwens iets dergelijks gebeurd.
Toen zijn er 11 rechtbanken en 43 kantonge
rechten opgeheven. Is het zoo vreemd dat we
nu iets dergelijks ter hand nemen?
Het innerlijk contact met de justitiabelen zou
niet voldoende blijven bestaan. Het is echter
een kwestie welke niet in de eerste plaats van
de indeeling der gerechten afhangt. Vele van
de kleinere rechtbanken zijn overigens als het
ware doorgangshuizen voor leden der rechter
lijke macht.
En hoe staat het daar met de Hoven met haar
nog veel grooter ressorten? En reeds thans zijn
we° door den omvang der taak van de kanton
rechters gekomen tot het instituut der kanton-
rechters-plaatsvervangers.
Spr. herinnert er aan hoe ook in 1877 veran
dering is gebracht in het karakter van het
ambt van kantonrechter; op de beteekenis voor
de kleinere plaatsen van het behoud der be
staande rechtbanken is door meer dan een afge
vaardigde gewezen. Spr. bedoelt echter eerder
belangen van rechtsbedeeling dan locale belan
gen. De staat stelt geen rechtbanken als kanton
gerechten in om eigenaars van huizen en vele
anderen te bevoordeelen noch om centra van
beschaving te stichten. Hetzelfde standpunt
werd in 1877 ingenomen. Bovendien wordt het
karakter van een plaats niet bepaald door de
af of niet aanwezigheid van een rechtbank. De
groei van plaatsen als Nijmegen en Roermond,
Deventer en Amersfoort en Zutfen (de recht
banken te Nijmegen en Deventer werden in 1877
opgeheven) heeft het tegendeel bewezen.
Het is niet te ontkennen dat de belangen der
advocaten in de plaatsen der op te heffen ge
rechten wel in het gedrang kunnen komen. Men
zie echter deze zaak in de groote proporties.
Na 1877 is dit ook reeds gebleken.
Er zijn bezwaren maar ze worden overdreven
en eenzijdig voorgesteld. Ook in 1877 is dit het
geval geweest.
De opheffing van kleine eenheden geeft ook
gelegenheid tot doelmatiger verdeeling van den
arbeid. In de eerste plaats hebben we ons te
richten naar de eischen des lands. De commis-
BieBos trouwens kwam reeds in 1923 tot de
conclusie dat vereenvoudiging raadzaam zou
zijn voor de rechtspraak. Afgescheiden van be
zuiniging is reorganisatie op zich zelf al ge
wenscht. Reeds werd dit in de Memorie van
Antwoord uitvoerig toegelicht. Meer dan eens
is aangedrongen op uitbreiding van het aan
tal rechters in sommige rechtbanken; doch in
de practijk bleek dikwijls dat dit geenszins
noodig was. Spreker wijst op eenige gevallen
van dien aard. Vervolgens noemt spr. nog eens
een aantal bezuinigingscijfers van de reorgani
satie te verwachten. Het bezwaar dat de bezui
niging pas geleidelijk wordt verkregen, is ook
al weer overdreven, mede door de gestelde
leeftijdsgrens voor rechterlijke ambtenaren.
Deskundigen bij uitnemendheid achten naast de
bezuiniging de reorganisatie noodzakelijk uit
een oogpunt van verbetering.
Er is gezegd dat de bezuiniging wel op andere
wijze ware te verkrijgen. Zoo wilde de heer
van Rappard vermin
dering van de rivier
politie. Maar dit is een
zaak welke met dit
wetsontwerp niets te
maken heeft. Bij de be
zetting van vacatures
overigens overweegt
de regeering steeds of
ter bezuiniging bezet
ting wel noodzakelijk
is. In de practijk zijn
de resultaten dier
overwegingen meer
dan eens gebleken. Er
is over dit voorstel ge
sproken van amputa
tie; dit «is het in geen
enkel opzfcht; het is een reorganisatie, een
verbetering. Inkrimping van het bestaande is
beslist te verwerpen voor de voorgestelde reor
ganisatie. Mogen er andere bezuinigingen mo
gelijk zijn, dan vormen ze geen alternatief;
dan werden of worden ze al toegepast naast
het voorgestelde.
Er is gesproken over verhooging van grif
fierechten. Maar reeds herhaaldelijk is spr. in
en buiten de Kamer lastig gevallen over de
hooge rechtskosten. Wat zou de kamer zeggen
als die in stede van verminderd nog verhoogd
zouden worden? Uitbreiding van kantongerech
ten zoowel als opsmelting der kantongerechten
in rechtbanken is aanbevolen. Spr. ontvouwt
zijn bezwaren tegen beide overwegingen. De
qualiteit van de rechtspraak zoo een belang
rijk punt voor den Hoogen Raad zal er door
spr.'s ontwerpen op vooruitgaan. Opsmelting
van kantongerechten in de rechtbanken heeft
onoverkomelijke bezwaren voor de straf recht
spraak, o.m. door de vermindering van het aan
tal instanties.
Trouwens, dit onderwerp is niet nieuw,
en reeds meer dan eens tot in alle bijzonderhe
den onder de oogen gezien. Het meer dan eens
geciteerde artikel van mr. van der Does over
de reorganisatie is niet anders dan een van alle
nuchtere zakelijkheid gespeende beschouwing.
Er is ook krenkende critiek op de ontwerpen
geoefend, o.a. door den heer Schaper; spr. zal
daar echter niet verder op ingaan. Men beoor-
deeie het wetsontwerp naar het bereikbare, men
zal zien dat het niet iets willekeurigs is, doch
wel degelijk stelselmatig opgebouwd, en het ge
wijzigde wetsontwerp is daarvan eveneens een
consequente toepassing. De wijziging bewijst
geenszins dat spr. tot de conclusie zou zijn ge
komen dat er in den oorspronkelijken opzet
fouten zouden zijn gemaakt. Voor eenigerlci
argwaan is er niet de minste reden, evenmin
voor anti-papistische tendenzen, als door de
heeren Kersten en Peereboom aangeduid.
Men heeft hier een bezuiniginig, iets reëels,
niet te vervangen door iets anders. Uit een
oogpunt van rechtsbedeeling is ze zelfs nood
zakelijk.
Voor den minister zelve zou 't op het einde
van zijn ambtsduur al zeer gemakkelijk zijn,
de zaak aan een commissie over te laten. De
kamer laadt een zeer zware verantwoordelijk
heid op zich door de wetsontwerpen af te wij
zen; de regeering moet daarop nadrukkelijk de
aandacht vestigen en moet de kamer dezen stap
ernstig ontraden.
De heer BOON (Lib.) repliceert. Spr. kan niet
erkennen dat het
voorgestelde een in
tegreerend deel is
van de bezuinigings
plannen der regee
ring en hoe is dit
overeen te brengen
met de in de oor
spronkelijke ontwer
pen aangebrachte
wijzigingen? Ook
had spr. liever ge
zien dat de minister
zelf was gekomen
met een voorstel om
een commissie in te
stellen. Het koppige
standpunt van den
minister kan spr.
zich niet begrijpen.
;ulk grof geschut aan om
H. M. de Koningin die, zooals men
weet in Zwitserland vertoeft, is gis
ternamiddag telegrafisch op de hoogte
gebracht, van hetgeen er in de Tweede
Kamer voorgevallen is.
Naar wij vernemen heeft H. M. in
verband met de politieke situatie, haar
verblijf in Lenzerheide beëindigd.
H. M. is op de terugreis en werd heden
in Der Haag verwacht.
Mr. Boon.
Waarom sleept deze
te schieten op musschen?
Motie-Boon
Minister Donner
Spr. stelt een motie waarin schorsing der be
raadslaging over deze ontwerpen wordt ge-
wenscht, in uitzicht. Deze motie zou gesteund
worden door leden van verschillende fracties.
De overweging der motie zou zijn dat bezuini
ging wel gewenscht is, doch niet op de voorge
stelde wijze.
Mevr. BAKKER—NORT (V.D.) repliceert.
Spr. gelooft niet dat na de reorganisatie vele
der wellicht nog verder overwogen bezuihigin-
gen nog mogelijk zullen zijn.
Mej. KATZ (C.H.) heeft eerbied voor de wijze
waarop de Minister de ontwerpen verdedigd
heeft. Allen willen we bezuinigen doch zijn niet
overtuigd dat de voorgestelde wijze de juiste
is. Spr. is niet overtuigd, dat de door den Minis
ter ingeslagen weg de eenig mogelijke is. Bo
vendien kan men het ressort van geen enkele
rechtbank met dat van een andere vergelijken
Het is trouwens opgevallen, dat de minister
altijd een voorstander van concentratie is ge
weest, zonder daarvoor de argumenten te ge
ven die nu zijn vernomen. De Kamerleden heb
ben het recht, te verlangen dat een zaak van
alle kanten wordt bekeken. Wat de minister
wil, is vernietiging. Voor spr. moet het eerst
blijken dat er iets anders niet mogelijk is. Een
bezwaar is voorts dat de minister het recht
voor de groote steden bevordert ten nadeele
van dat voor het platteland.
De heer DAMBRINK (A.R.) repliceert. Spr
heeft het over griffierechten gehad en daar
mede bedoeld die griffierechten, welke men
noemt: rolrechten. Spr. betoogt dat het voor
een goede rechtspraak noodzakelijk is dat de
strafrechter goed bekend is met de omgeving
van den delinquent. In deze tijdsomstandighe
den zijn de aanwezigheid van centra van jus
titie en politie van meer dan idcëele beteekenis.
De heer KERSTEN (Staatk. geref.) repliceert.
Spr. handhaaft zijn .bezwaren tegen de wets
ontwerpen. De bezuinigingen, er door bereikt,
zijn niet van dien aard en werken eerst op te
langen termijn, om er zoovele rechtbanken en
kantongerechten voor op te heffen, ten nadeele
niet het minst van menschen uit den werkenden
stand en de kleine middenklasse. Het platte
land mag ook niet verder worden achtergesteld
bij de groote steden. De verantwoordelijkheid
in deze materie berust niet bij de Kamer, zoo
als de minister het deed voorkomen, maar bij
de regeering zelve.
De heer SCHAPER (V.D.) repliceert: spr. zal
niet in herhalingen treden. Toen er in 1877
rechtbanken werden opgeheven, eh kantonge
rechten, telde ons land ruim 3 millioen inwo
ners, nu zijn het er meer dan 8 millioen, en
binnen betrekkelijk korten tijd zal het zijn 10
millioen. Daarom gaat de vergelijking met de
reorganisatie van 1877 niet op. Door zijn hals
starrig standpunt tast de minister het karakter
van de Kamer aan; er zit, zoo vlak voor de ver
kiezingen, een politieke speculatie in op de
zwakheid van sommige Kamerleden. Moet nu
in zulk een onschuldige bezuiniging een argu
ment voor de regeering worden gezocht om af
te treden Bovendien is een bezuiniging iets
dat niet alleen moet gaan in de breedte doch
ook in de diepte.
De minister stelt de kabinets
kwestie.
De Minister van Justitie, de heer DONNER,
dupliceert. Een andere wijze van bezuiniging
blijkt voor hem die in de realiteit staat, niet
mogelijk. Trouwens, deze aangelegenheid is
lang en in den breede overwogen. Men moet het
niet voorstellen alsof het bij spr. gaat om con
centratie. Bezuiniging van dezen aard met be
houd der bestaande organisatie is niet te ver
wezenlijken. Alle bezwaren, tegen de onderwer
pen aangevoerd, heeft spr. weerlegd. Wil men
reorganiseeren, dan zijn zekere gevolgen onver
mijdelijk, maar die worden niet op den voor
grond gesteld.
Op alle details kan spr. .echter nu niet meer
ingaan, na dit in eersten termijn te hebben ge
daan. In het stelsel van bezuinigingen der re
geering moet spr. als lid daarvan voor zijn aan
deel meewerken; niet omdat reorganiseeren zoo
prettig is. Er moet bezuinigd worden: dat is een
feit. Spr. had gehoopt dat spr.'s argumenten
voldoende waren geweest om de Kamer te over
tuigen. Door opschorting zou er binnen afzien-
baren tijd niets voor bezuiniging worden ge
daan.
Het kabinet zou dus in een motie als in
uitzicht gesteld, niet kunnen berusten, dit zal
wel duidelijk zijn.
De motie-Boon ingediend.
De heer BOON (Lib.) dient thans de door
hem aangekondigde schorsingsmotie in.
De motie wordt ondersteund door den heer
Schaper, mej. Katz, mevr. Bakker—Nort en den
heer Kersten. Ze wordt dadelijk behandeld.
De heer SNOECK HENKEMANS CJHJ aal
voor de motie stemmen. Spr. heeft zijn bezwaren
tevoren zeer ernstig aan het kabinet medege
deeld. Spr. kan niet voor het wetsontwerp stem
men. Wat de Minister zeide kan beteekenen
het ontbinden van de Kamer en ook aftreding
van 't kabinet (interrupties). Door de bezuini
ging is een betrekkelijk kort uitstel van geen
bezwaar. Het gaat hier niet om zulk een groote
zaak om een kabinetskwestie te rechtvaardi
gen (rumoer in de Kamer).
De heer GOSELING (R.K.) verklaart, niet
goed te begrijpen waarom men na de presicee-
ring van de regeering met de motie komt. Door
die motie gebeurt er vooralsnog niets. De voor
stellen liggen volkomen in het kader der be
zuinigingen en zijn juister dan allerlei platoni
sche liefdesbetuigingen voor bezuiniging.
De heer BEUMER (A.R.) kan aan de motie
zijn stem niet geven. Ze beteekent verwerping
der ontwerpen en is een uitspraak dat men niet
bezuinigen wil. Ze houdt iets anders in dan er
mede bedoeld wordt. Practisch beteekent de
motie dat er niet bezuinigd wordt. Spr. ver
wondert zich er over dat de heer Boon haar
voorstelde, terwijl de Vrijheidsbond bezuiniging
op overheidsuitgaven als no. één op zijn pro
gram heeft.
De heer MARCHANT (V.D.) is het met den
vorigen spreker niet eens. Ligt het op den weg
van de Kamer om bij den minister te informee-
ren naar de bedoelingen van de regeering, zoo
als de heer Snoek Henkemans scheen te be
doelen? Is het gemotiveerd dat om een zaak
als deze de regeering aan de Kroon zou advi-
seeren, de Kamer te ontbinden, en het volk te
doen uitmaken aan welke zijde het zich
schaart? De regeering kan om een onbelang
rijke zaak alleen de kabinetskwestie stellen als
het gaat om een onderdeel van ondeelbare
plannen. Maar daarvan is hier niets gebleken.
En deze minister van Justitie is zelfs het enfant
chéri der Kamer. Gaat het aan, om zoo'n kin
derachtige aangelegenheid de Kamer zoo
ernstig te waarschuwen. Spr. gelooft bijna aan
een grap, waardoor de Kamer zich niet moet
laten afschrikken.
De heer KNOTTENBELT (Lib.) gelooft dat
er verschillende twijfelaars in de Kamer nu
juist genoopt zullen worden vóór de motie te
stemmen.
De Kamer kan niet anders stemmen dan ze
zonder de verklaring van den minister zou
hebben gedaan. Spr. protesteert tegen die ver
klaring.
De heer KERSTEN (Staatk. geref.) verde
digt zijn standpunt nader.
MEJ. KATZ (C.H.) komt op tegen de rede
van den heer Beumer. Spr. heeft de motie
mede-onderteekend en Iaat zich niet een be
teekenis ervan in de schoenen schuiven als
door den heer Beumer, zelfs niet door den heer
Beumer die hier denkt, alles te mogen doen
(applaus bij een aantal kamerleden). De motie
spreekt zich niet uit tegen elke bezuiniging. De
motie acht wel degelijk bezuiniging noodig;
wie er vóór stemt, stemt voor bezuiniging.
De heer WIJNKOOP (Comm.) stemt vóór de
motie, daar zij een protest is tegen de behan
deling van de Kamer door de regeering.
DE MOTIE-BOON, IN STEMMING GE
BRACHT, WORDT AANGENOMEN MET 51
TEGEN 38 STEMMEN (R.K. en A.R.).
De VOORZITTER sluit de vergadering te
4.55 uur.
Maatregelen tot liet voorkomen eii
blusschen van scheepsbranden.
Zooals bekend, heeft de Nederlandsche Ree-
dersvereeniging onlangs naar aanleiding van
het den laatsten tijd veelvuldig voorkomen van
scheepsbranden op groote zeeschepen een com
missie ingesteld, die ten doel heeft, te onder
zoeken wat nog kan worden gedaan ten einde
van de ondervindingen, daarbij opgedaan, partij
te trekken en de brandveiligheid op onze zee
schepen nog meer dan tot nu te verzekeren.
De stoomvaartmaatschappijen „Nederland" en
de „Rotterdamsche Lloyd" hebben intusschen
niet stil gezeten en hangende het onderzoek
dezer commissie, die pas haar eerste vergade
ring heeft gehouden, alvast een aantal maatre
gelen genomen, waaromtrent de heer M. C.
Koning, directeur der Maatschappij „Nederland"
ons mededeeling heeft gedaan.
Bij scheepsbranden in 't algemeen vertelde
de heer Koning moet onderscheid gemaakt
worden tusschen brand in de ruimen en brand
in den bovenbouw» Het ergst zijn in den regel
branden, welke uitbreken op passagiersschepen
of passagiers-vrachtschepen in den z.g. boven
bouw.
In het z.g. „Veiligheidverdrag" van Londen,
dat 1 Januari 1933 in werking is getreden, zijn
voorschriften vastgelegd waarvan het doel is, in
de eerste plaats door middel van het bouwen
van z.g. brandschotten den bovenbouw zoodanig
te verdeelen, dat brand tusschen twee schotten
beperkt zal kunnen worden.
.Voorts zijn uitvoerige voorschriften gegeven
omtrent den aanleg van brandbluschleidingen,
Dit verdrag is, hoewel het pas officieel is gaan
werken, reeds vele jaren toegepast door de
meeste landen. Wat de bovenbouw betreft, is
voorschriften niet voldoende zijn. Een brand als
echter bij de laatste branden gebleken, dat deze
die van de „George Philippar" is noodig ge
weest om duidelijk aan te toonen hoe gevaarlijk
het is, dezen bovenbouw te laten bestaan uit
gedeeltelijk licht brandbaar materiaal. De
bovenbouw zal dus uit ander materiaal moeten
worden opgetrokken. De beide bovengenoemde
maatschappijen zullen echter alvast trachten
door het vermeerderen van de brandvrije schot
ten en het gebruiken van brandvrije verf in de
passagiersinrichting beperking van den brand te
bereiken.
..Ook het belang, dat er gelegen Is in het zoo
lang mogelijk bewoonbaar blijven van de Mar-
conihut en van de bovenbrug zal medebrengen,
dat ook op de bestaande schepen aan de be
scherming van deze vitale deelen van het schip,
bijv. door een tweede draadloos seinapparaat
aandacht zal worden gewijd.
Ontdekken van den brand
en ivaarschuwen.
De noodzakelijkheid is wel gebleken, te
trachten, elk begin van brand in de kiem te
smoren. Verschillende automatische brandmeld-
systemen zijn reeds jaren geleden aan boord van
de groote passagiersschepen aangebracht. Het
meest afdoende echter zal ongetwijfeld zijn het
laten verrichten van ronden door het scheeps-
personeel. De beide maatschappijen hebben i
meend nog meer te moeten doen; zij hebben,
regelmatig over de schepen verdeeld, brand
schellen doen aanbrengen met in de nabijheid
een brandbluschapparaat. Op alle dekken zijn
deze brandschellen zoodanig verdeeld, dat
iedereen ten hoogste 20 meter zal moeten loopen
om een schel te bereiken.
Verlaat de film.
De 61-jarige filmster trekt zich uit de studio
terug.
Toen zij naar Hollywood kwam, was het
haar bedoeling slechts aan één film mee te
werken, maar door den onverwacht grooten bij
val was deze het begin van een schitterende
filmcarrière op een leeftijd, dat de meeste film
sterren reeds lang vergeten zijn. Men vroeg
steeds meer van haar krachten en (hans, na
voltooiing van haar laatste film, Prosperity,
heeft zij haar koffers gepakt en gaat Holly
wood verlaten.
Haar ongewoon filmisch kunnen blijkt wei
uit de omstandigheid dat deze oude vrouw, met
haar nobel maar bepaald leelijk gezicht, het
publiek stormenderhand heeft weten te ver
overen zonder één van de middelen, die haar
Op 't onverwachtst terwijl de Koningin
in Zwitserland vertoefde en het vice-presi-
dentschap van den Raad van State nog niet
is vervuld en onder omstandigheden, die
verre van rooskleurig zijn, waarbij men al
leen maar aan de gebeurtenissen in de In
dische wateren behoeft te denken, is de
ernstigste staatkundige crisis uitgebroken,
die ons land kan treffen: een conflict tus
schen Kabinet en Volksvertegenwoordiging,
die gistermiddag met 51 tegen 38 stemmen
de motie-Boon aannam, strekkende tot
schorsing van de beraadslaging over de ver
deeling der rechtsgebieden, een motie, wel
ke Minister Donner met verwerping had
WÊ gelijk gesteld en welke hij tot casus belli
beroemde collega's groot hebben gemaakt. Geen I tusschen Kamer en Kabinet had verklaard.
zoete idealiseering. geen mooie toiletten, geen
sex-appeal. Marie Dressier speelde slechts
zichzelf.
Ik ga naar huis,' verklaarde zij ui een inter
view, „en ga daar nu heelemaal mijzelf spelen
Ik heb genoeg van x*oem en bijval. Ik geloof, dat
de wereld op het oogenblik doende is de les te
leeren uit hef feit, dat zij te eerzuchtig is.
Voor velen is echter ondervinding een slechte
leermeester: de meesten beginnen opnieuw en
maken dezelfde fouten. Dat is de oorzaak van
de tegenwoordige crisis: die zal voorbijgaan,
en dan gaan we de volgende voorbereiden. Ik
weet dat, want in het klein is mij dat ook
Dat aan de ernstige beteekenis van zijn
woord niet moest getwijfeld worden, bewees
ook de aanwezigheid van den Premier.
Van den aanvang af hebben wij ons ver
baasd over de meening dergenen, die een
eventueele verwerping van Minister Don-
ner's voorstel als" een incidenteel geval be
schouwden. Wie de Memorie van Antwoord
op het ontwerp heeft gelezen, kon dat niet
denken. De toon van dit stuk was zoo ern
stig, dat er geen twijfel meer kon bestaan
„Aan dit negativisme" 'n terugneming
van zijn voorstel, zoo schreef Minister Don-
eebeurd Maar ik zal dezelfde fout geen twee- ner kan de 0ndergeteekende onder geen
-r-, 1kopsfprrlp ii
In verband met het voorgevallene in de
Tweede-Kamervergadering van gisteren laten
wij hier den woordelijken tekst volgen van de
verklaring, door Minister Donner afgelegd:
„Niet te verwachten is, dat het kabinet in het
gebrek aan medewerking, dat zich in de ter
zijdestelling van dit voorstel al dan niet bij
wege van motie zal betoonen, zal kunnen
berusten."
Of deze Minister heen gaat of niet, wij stellen
het op prijs hem van deze plaats te prijzen
voor zijn werk, dat beter had verdiend dan dit
votum.
Het is wel merkwaardig, dat deze onpoli
tieke Minister op dusdanige wijze wordt ge-
troffen door de c. h. fractie en schier onge
looflijk, dat juist hij de aanleiding tot de cri
sis werd. Indien men daarachter een vrij sterke
vanmiddag in de Kamer wel scherp aan den
dag tredende divergentie tusschen c. h.'s en
a. r.'s zoekt, is men zeker niet ver bezijden de
waarheid.
Het Nederlandsche correspondentrebureau
voor dagbladen te 's Gravenhage meldt:
Naar ons uit inlichtingen uit de beste bron
gebleken is, zijn alle gevolgtrekkingen ten aan
zien van de regeering. verbonden aan het voor
gevallene in de Tweede-Kamervergadering van
gistermiddag, voorbarig. Met name de conclu
sie van ontslag van het kabinet is abspluut in
strijd met de waarheid.
De voorzitter van de Tweede Kamer heeft
gisteren van den Minister van Binnenlandsche
Zaken, voorzitter van den Raad van Ministers,
het verzoek ontvangen, om, in verband met
het beraad van het Kabinet naar aanleiding van
de aanneming in de vergadering van gisteren
van een motie tot schorsing van de beraad
slaging over de wetsontwerpen tot bezuiniging
door gewijzigde indeeling van de rechtsgebie
den en opheffing van een aantal rechtbanken
en kantongerechten, de verdere behandeling
van aangelegenheden bij welke de aanwezig
heid van een of meer leden van het Kabinet
gevorderd wordt, voorloopig te schorsen.
Tengevolge van dit verzoek ging de open
bare vergadering van heden niet door en zal
tot nader bericht geen openbare vergadering
worden uitgeschreven.
Bestrijding van het vuur.
Voor het geval aan boord brand mocht uit
breken, is een indeeling der bemanning ge
maakt. Bij het houden van de sloepenrol, vóór
het vertrek wordt aan alle betrokkenen een
kaart uitgereikt, waarop hun plaats en taak in
geval van brand is aangegeven. De oproep ge
schiedt door middel van een claxon, geplaatst
in de verschillende verblijven. Aan den wal zoo
wel als aan boord worden geregeld oefeningen
gehouden. Ook een gedeelte van de dek-equi-
page wordt voor dit doel speciaal opgeleid. Be
halve van rookmaskers moeten deze menschen
voorzien zijn van zooveel mogelijk brandvrije
kleeding. Door het schip vóór den wind te leg
gen en vaart te verminderen, wordt de natuur
lijke trekking in het schip tot een minimum
teruggebracht. Voorts worden alle branddeuren
in de bestaande brandschotten gesloten, alle
mechanische ventilatie-inrichtingen afgezet.
Deze maatschappijen verwachten, dat door al
deze maatregelen rampen van varende schepen,
als nu zijn voorgekomen zich op onze vloten
niet zullen voordoen.
Medewerking van passagiers
Een zeer belangrijk punt is echter ook, dat
passagiers zelf doordrongen moeten zijn van het
groote gevaar, dat gelegen is in het onvoorzich
tig weggooien van brandende sigaretten. Er is
alle kans, dat een weggeworpen sigaret door
één der vele openingen van het schip wordt
aangezogen. Hetzelfde geldt voor het rooken in
de hutten, dat ondanks het strenge verbod nog
menigmaal gebeurt en waarbij het neerleggen
van een half opgerookte sigaret dikwijls
van brand doet ontstaan.
EEN GEVAARLIJKE VERPLEGER.
De 33-jarige ziekenverpleger G. A. H., was
in October van het vorige jaar als verpleger
te Huizen werkzaam. Hij maakte kennis met
een gehuwde vrouw en wist haar over te halen
van haar man te scheiden. Onder voorspiege
ling. dat hij te Heemstede hoofdverpleger zou
worden tegen een salaris van 500.per
maand en dat hij van den „bond" ƒ2500.zou
krijgen wist hij van de vrouw 85.los te
krijgen, z.g.n. voor zegels.
Voorts was hij op zekeren dag bij een Am-
sterdamschen poelier binnen komen stappen,
die bevriend was met de familie van de vrouw.
Hij vertelde, dat hij met zijn a.s. vrouw bij
een advocaat was om de voogdij van de kin
deren te regelen. Hij kwam ƒ45.te kort. De
poelier leende in goed vertrouwen het geld
aan den a.s. „hoofdverpleger".
Woensdag nam de verpleger in het verdach
tenbankje van de Amsterdamsche rechtbank
plaats, verdachte van oplichting. Hij bekende
volmondig. He verhaal over zijn a.s. betrek
king en den „bond" was uit de lucht gegrepen
maar hij zou wel het plan hebben gehad met
de vrouw die thans gescheiden is en als
werkster den kost verdient te trouwen. Dit
kon den officier niet zachter stemmen. Mede
met het oog op verd.'s verre van smetteloos
verleden vorderde hij wegens oplichting acht
maanden gevangenisstraf.
Vonnis 22 Februari.
den keer maken. Eens, lang geleden, koesterde
ik den wensch een millioen dollar bij elkaar te
verdienen. Nu ben ik in staat dat millioen te
verdienen, maar nu wil ik niet meer. k zou
mij er voor moeten inspannen, en tenslotte zou
ik verliezen wat ik win; want het werk, waar
mede ik het millioen zou verdienen, zou de
energie opbranden, die ik noodig zou hebben
«m van h« milten ie genielen. Ik heb mj een»
teruggetrokken, en ben teruggekomen, nu trek
ik mij weer terug, doch keer met weer.
WEELDEVERTERINGSBELASTING.
De Ver. van Ned. Tapijtfabrikanten heeft een
adres gezonden aan de Tweede Kamer in ver
band met de ophanden zijnde besprekmg van
het Ontwerp-Weeldeverteringsbelasting, waar
in o.m. wordt opgemerkt, dat sinds jare
Nederland een karpet of traplooper mhet ge
heel geen luxe meer is. In ieder Nederlandsch
gezin hoe klein de beurs ook moge zijni is
de aanwezigheid van een karpet of kleedje
even noodzakelijk als die van een stoel ol
tafel. Men kan dus hierbij zonder twijfel spre
ken van een volks-verbruiksartikel, met uit
zondering van de duurder soorten.
De gevolgen zijn voor de tapijtindustrie, b J
invoering van een belasting op tapijten, nood
lottig. Het directe gevolg is, dat de verbruikeis
eoedkoopere kwaliteiten gaan koopen, met on
middellijk daaruit voortvloeiende vermindering
van productie en omzet, hetgeen beteekent:
korter werktijd, minder loon, meerder werk-
loosheid en minder inkomsten ter bestnjdmg
van algemeene fabrieksonkosten. Dit zou weer
leiden tot hooger verkoopsprijzen, waarop de
vicieuse cirkel met „minder omzet" opnieuw
begint.
De Vrouwen Electriciteits-vereeniging, heeft
een bezwaarschrift gericht tot den Minister van
Financiën, alsmede een adres aan de leden
van de Tweede Kamer der Staten Generaal
naar aanleiding van het ontwerp van wet in
zake de heffing eener weeldevertenngsbetas-
ting.
CRISISPACHTWET.
Verschenen is het voorloopig verslag der 2de
kamer over het wetsontwerp tot wijziging der
crisispachtwet.
Verscheidene leden stélden voorop, dat de
crisispachtwet 1932 in de practijk niet aan de
gestelde verwachtingen heeft beantwoord.
Vrij a!geme,en werd instemming betuigd met
de indiening van dit wetsontwerp.
Verscheidene leden betreurden echter, dat de
regeering nog niet meer punten ter herziening
heeft voorgesteld. In de eerste plaats werd
gewezen op de wenschelijkheid, van hooger
beroep.
Vele leden drongen aan op opheffing van net
kosteloos zijn der precedure. Krachtens art. 10.
Men achtte financiëel zwakke pachters in dit
opzicht voldoende beschermd door de gewone
regels betreffende de toelating van kosteloos te
procedeeren.
Verscheidene leden hadden bezwaar tegen
een rentevergoeding over dat deel van de
pachtsom, dat de pachter volgens uitspraak van
de Kamer voor crisispachtzaken meer zal moe
ten betalen dan door den Kantonrechter voor
loopig is bepaald.
VERSLAGBOEK VAN HET I.C.V.
Door het secretariaat' van het Internationaal
Christelijk Vakverbond is thans het nieuwe
verslagboek over de jaren 1928 tot 1932 in den
handel gebracht.
In een boekwerk van bijna zeshonderd pa
gina's geeft de secretaris een uitvoerig over
zicht van de ontwikkeling en het werk der in
ternationale christelijke vakbeweging in de
laatste vier jaren.
Hierbij wordt natuurlijk ook de noodige aan
dacht besteed aan het sociale en economische
werk van Genève en aan de samenwerking met
andere internationale organisaties en instellin-
gen.
Over de nationale christelijke vakbeweging
in de aangesloten landen, zoowel als over he
werk der vijftien christelijke vakinternati -
nales bevat het boek eveneens een schat
Het boek is verschenen in het Duitsch en in
het Fransch, de beide officieele talen van ie
I. C. V.
Ook typografisch is het welverzorgd. De band
is geheel in linnen uitgeveerd en voorzien van
een fraaie houtsnede.
Toch is de prijs zoo laag mogelijk gesteld
namelijk op 2^50 per Duitsch of Fransch
exemplaar, om zoodoende een verbreiding op
grootere schaal mogelijk te maken.
Administratie-adres het secretariaat van het
I.C.V., Drift 12, Utrecht.
DOODELI.IK ONGELUK.
Woensdagmiddag is de arbeider H. H. Meerts
wonende te- Stein lL.1, op de cokesfabviek van
Staatsmijn Maurits tijdens reparatie-werkzaam
heden onder een omvallende ovendeur geraakt
en op slag gedood. Hij was 42 jaar oud, gehuwd
en vader van 3 kinderen.
BRANDEN.
In Slappeterk bij Franeker brak brand uit
in een werkplaats voor de bewerking van vlas,
van den heer Y. Bruinsma aldaar. Het vuur
greep snel om zich heen, doch het aanwezige
vee kon nog bijtijds in veiligheid worden ge
bracht.
Het materiaal evenwel, twee zwingel- en een
braakmachine, alsmede een partij bewerkt en
onbewerkt vlas, werden een prooi der vlam
men. Verzekering dekt 4e schade.
voorwaarde medewerken". En even verder;
„Werden de onderhavige ontwerpen prijs
gegeven om in de plaats daarvan eene com
missie in te stellen (wat een groot deel der
tegenstanders wenschte) men zou iets reëels
opgeven voor een schaduw. En zelfs tien
schaduwen brengen geen cent reëele bezui
niging".
Het is dus duidelijk in welk licht men de
ingetreden crisis heeft te zien. Minister
Donner's ontwerp van bezuiniging op een
tak van staatsdienst, gedekt door het heele
Kabinet, is een deel van het complex der
bezuiniging, welke naar de overtuiging der
Regeering tot stand moet komen, gezien de
positie van 's lands financiën. Men kon lich
te mitigatie van dit voorstel verwachten en
dé Minister van Justitie is met zijn conces
sies tot het uiterste gegaan, maar het prin
cipe van zijn beleid kon het Kabinet niet
prijs geven.
De Kamer heeft dit beleid niet willen vol
gen. Welke motieven haar daarbij hebben
geleid, kan hier buiten bespreking blijven,
temopr daar deze motieven zoo uiteenloo
pend zijn, maar vast staat, dat zij, ondanks
de tegemoetkomende houding der Regee
ring, geen neiging heeft getoond haar in
meerderheid het noodige vertrouwen te
schenken om voort te gaan op den weg,
dien zij in 's lands belang de juiste achtte.
Mr. Boon, die in de Kamer beweerde, dat
de Regeering met zwaar geschut op mus
schen schoot, en mr. Marchant, die zeide,
dat men toch geen verkiezingen kan voeren
onder den kreet: „Voor of tegen Zutphen",
hebben naar onze meening de situatie ver
keerd gezien. Want 't ging gisterenmiddag
niet om de opheffing van wat rechtbanken
en kantongerechten, maar de vraag, bezui
niging of niet, of als men wil de vraag: be
zuiniging en hoe, was in debat.
De Kamer heeft zuiver negatief geant
woord. Dit is het beste, wat men van haar
votum kan zeggen. Zij heeft daarmee haar
onwil of onmacht getoond om te bezuinigen.
Het woord zal naar wij verwachten gegeven
worden aan de kiezers en deze verwachting
baseeren wij mede op Minister Donnet s
verklaring in tweede instantie. W ant Z. Exc.
zeide toen niet, zooals gebruikelijk is te
doen, dat bij aanneming der motie het kabi
net niet meer de verantwoordelijkheid kon
dragen, maar dat het zich daarbij niet zou
kunnen neerleggen.
Zelfs indien zich momenteel geen buiten
gewone precaire geschiedenis afspeelde in
het Rijk overzee, die het aanblijven van de
regeering dringend noodig maakt, zou m de
gegeven omstandigheden Kamerontbinding
nog de voorkeur hebben boven het heengaan
der Regeering, nu beide het oneens zijn over
den, in 's lands belang te volgen weg. Hét
lijdt voor ons geen twijfel of het kabinet zal
de Kroon adviseeren de Kamer te ontbinden,
en vervroegde verkiezingen uit te schrijven.
Hoe dan de situatie zal zijn is moeilijk te
voorspellen. Zij, die nu de kabinetscrisis heb
ben veroorzaakt en daarmee een stilstand in
de wetgeving, welke tenzij misschien
noodontwerpen worden behandeld aan de
boeren millioenen kan kosten en o.a. de
schippers dupeert, om maar te zwijgen over
verdere voorziening in het financieel even
wicht, die o.a. van de Weeldeverteringsbelas-
ting moest komen, hebben, walt Minister
Donner noemde, een „zware verantwoorde
lijkheid" op zich geladen. Zij zullen voor de
kiezers moeten rechtvaardigen, waarom zij
in de huidige omstandigheden, een wetsvoor
stel torpedeerden, waarvan zij konden weten
dat de regeeering het beschouwde als ondei-
deel van"haar bezuinigingspolitiek. Zij ko
men er niet mee klaar, te Deweren, dat deze
bezuiniging hun niet groot genoeg was, ze
ker niet in zoover ze ook andere bezuinigings-
maatregeleh afwezen.
De Katholieke Staatspartij kan deze ver
kiezingen, die naar onze meening onafwend
baar zijn, rustig tegemoet gaan. Zij heeft
geen kiezersangst getoond, maar naar best
vermogen deze regeering, die allengs een
crisiskabinet was geworden, gesteund. Wij
voorspellen, dat zij de stembus met behoeft
te vreezen, al zou zij in 's lands belang lie
ver normale verkiezingen hebben gewenscht.
Het Bossche gebouw plechtig ingezegend
De Vicaris-generaal van het Bossche diocees,
mgr. F. Hendrikx, heeft Woensdag in de Kei
zerstraat te 's Hertogenbosch het gebouw der
A. V. O. plechtig ingezegend. Na deze plechtig
heid hield hij een rede, waarin hij de hoop
uitsprak, dat God dit nieuwe werk zou zegenen.
De voorzitter van het A. V. O.-comité, stich
ting Nazorg, ir. E. baron van Voorst tot Voorst
verklaarde vervolgens bij de Uitvoering van de
plannen groote sympathie en hartelijke mede
werking te hebben ondervonden; daarvoor
zegde hij thans hartelijk dank. Met voldoening
dankte hij voorts de Broeders uit Dongen, die
de moeilijke taak belangeloos aanvaarden, in
welk verband hij de menschlievendheid dezer
congregatie roemde.
Nadat de Generaal-overste dank had gebracht
voor de aan zijn Congregatie gebrachte hulde
en de toezegging had gegeven, dat zijn Broe
ders naar best vermogen hier zullen arbeiden,
uitte wethouder Krijgsman namens het ge
meentebestuur groote waardeering voor het
hier begonnen werk. Hij zegde gaarne blij -
venden steun tóe.
Namens het A. V. O.-comité werd nog het
woord gevoerd door Mr. Manders. De heer van
I Voorst Voorst sprak daarna dankwoord.
Een der inzittenden zwaar
gewónd.
Donderdagmiddag reden de heeren M. Vossen
eü E. Kimenade, beiden uit Weert, met hun
auto op den weg Roermond-Posterholt. Door
eene tot nu toe niet opgehelderde oorzaak
begon de auto plots hevig te slingeren en
botste met volle kracht tegen een langs den
weg staanden boom.
De heer Vossen kreeg ernstige verwondin
gen aan oog en kin, terwijl hij zware inwen
dige kneuzingen opliep. In zorgwekkenden
toestand werd hij naar het R.K. Ziekenhuis te
Roermond overgebracht.
Ook de heer Kimenade kreeg enkele ver
wondingen, welke echter gelukkig van geen
ernstigen aard bleken te zijn. De auto werd
grootendeels vernield.
INTERN. POOLJAAR.
Z. K. H. de Prins heeft van zijn belangstel
ling doen blijken in bet Internationale Pool-
jaar door een bijdrage te bestemmen voor het
.Aer-nlngisfli' station nabij Reykjavik,