DE TWEEDE KAMER CONTRA DE REGEERING. MINISTER DONNER GESTRUIKELD -J KAMERONTBINDING? VRIJDAG 10 FEBRUARI 1933 MOTIE TEGEN ZIJN REORGANI SATIE DER RECHTERLIJKE MACHT AANVAARD. Vergadering van Donderdag H. M. HEDEN IN DEN HAAG TERUG BRAND AAN BOORD. MARIE DRESSLER. DE VERKLARING VAN MINISTER DONNER. De woordelijke tekst. DE BETEEKENIS DER REGEE- RINGSVERKLARING. Geen ontslag van het kabinet. GEEN OPENBARE VERGADERING DER TWEEDE KAMER. In verband met bet beraad van bet Kabinet. ARBEID VOOR ONVOLWAARDIGE arbeidskrachten. auto botst tegen een boom. Voortgezet werd de behandeling van de wetsontwerpen houdende nieuwe vaststelling van het rechtsgebied en den zetel der recht banken en kantongerechten c.a. De MINISTER VAN JUSTITIE de heer DONNER wil de vele geopperde bezwaren gaar ne op hun waarde toetsen. Tegenover die be zwaren staan echter bepaalde voorwaarden. Bovendien hebben we te doen met bezuinigings voorstellen. Uit het oogpunt van werkzaamheid kan met een minder aantal gerechten worden volstaan. De cijfers doen alle meeningen, dat verminde ring niet mogelijk zou zijn, verstommen. De overweging dat de gerechten niet te ver van de justitiabelen af moeten zijn, is te begrij pen, doch de eisch van berechtbaarheid is be trekkelijk anders zou wel elke plaats haar ge recht kunnen hebben. Voorts denke men aan de verbetering der verkeersmiddelen en van het wegennet. De berechtbaarheid blijft veel gunstiger dan die was bij de instelling der or ganisatie. Het bezwaar der mindere berecht baarheid geldt bovendien nog in hoofdzaak voor de plaatsen in de nabijheid van het op te heffen gerecht en wat de kantongerechten be treft, is er niet zelden in het algemeen ver beterde berechtbaarheid. Men vergelijke voorts eens de nieuwe toestanden in de op te heffen ressorten met die in menig bestaand en niet te wijzigen ressort; dan valt de vergelijking zeer dikwijls ten goede van de nieuwe indeeling uit. In 1877"is trouwens iets dergelijks gebeurd. Toen zijn er 11 rechtbanken en 43 kantonge rechten opgeheven. Is het zoo vreemd dat we nu iets dergelijks ter hand nemen? Het innerlijk contact met de justitiabelen zou niet voldoende blijven bestaan. Het is echter een kwestie welke niet in de eerste plaats van de indeeling der gerechten afhangt. Vele van de kleinere rechtbanken zijn overigens als het ware doorgangshuizen voor leden der rechter lijke macht. En hoe staat het daar met de Hoven met haar nog veel grooter ressorten? En reeds thans zijn we° door den omvang der taak van de kanton rechters gekomen tot het instituut der kanton- rechters-plaatsvervangers. Spr. herinnert er aan hoe ook in 1877 veran dering is gebracht in het karakter van het ambt van kantonrechter; op de beteekenis voor de kleinere plaatsen van het behoud der be staande rechtbanken is door meer dan een afge vaardigde gewezen. Spr. bedoelt echter eerder belangen van rechtsbedeeling dan locale belan gen. De staat stelt geen rechtbanken als kanton gerechten in om eigenaars van huizen en vele anderen te bevoordeelen noch om centra van beschaving te stichten. Hetzelfde standpunt werd in 1877 ingenomen. Bovendien wordt het karakter van een plaats niet bepaald door de af of niet aanwezigheid van een rechtbank. De groei van plaatsen als Nijmegen en Roermond, Deventer en Amersfoort en Zutfen (de recht banken te Nijmegen en Deventer werden in 1877 opgeheven) heeft het tegendeel bewezen. Het is niet te ontkennen dat de belangen der advocaten in de plaatsen der op te heffen ge rechten wel in het gedrang kunnen komen. Men zie echter deze zaak in de groote proporties. Na 1877 is dit ook reeds gebleken. Er zijn bezwaren maar ze worden overdreven en eenzijdig voorgesteld. Ook in 1877 is dit het geval geweest. De opheffing van kleine eenheden geeft ook gelegenheid tot doelmatiger verdeeling van den arbeid. In de eerste plaats hebben we ons te richten naar de eischen des lands. De commis- BieBos trouwens kwam reeds in 1923 tot de conclusie dat vereenvoudiging raadzaam zou zijn voor de rechtspraak. Afgescheiden van be zuiniging is reorganisatie op zich zelf al ge wenscht. Reeds werd dit in de Memorie van Antwoord uitvoerig toegelicht. Meer dan eens is aangedrongen op uitbreiding van het aan tal rechters in sommige rechtbanken; doch in de practijk bleek dikwijls dat dit geenszins noodig was. Spreker wijst op eenige gevallen van dien aard. Vervolgens noemt spr. nog eens een aantal bezuinigingscijfers van de reorgani satie te verwachten. Het bezwaar dat de bezui niging pas geleidelijk wordt verkregen, is ook al weer overdreven, mede door de gestelde leeftijdsgrens voor rechterlijke ambtenaren. Deskundigen bij uitnemendheid achten naast de bezuiniging de reorganisatie noodzakelijk uit een oogpunt van verbetering. Er is gezegd dat de bezuiniging wel op andere wijze ware te verkrijgen. Zoo wilde de heer van Rappard vermin dering van de rivier politie. Maar dit is een zaak welke met dit wetsontwerp niets te maken heeft. Bij de be zetting van vacatures overigens overweegt de regeering steeds of ter bezuiniging bezet ting wel noodzakelijk is. In de practijk zijn de resultaten dier overwegingen meer dan eens gebleken. Er is over dit voorstel ge sproken van amputa tie; dit «is het in geen enkel opzfcht; het is een reorganisatie, een verbetering. Inkrimping van het bestaande is beslist te verwerpen voor de voorgestelde reor ganisatie. Mogen er andere bezuinigingen mo gelijk zijn, dan vormen ze geen alternatief; dan werden of worden ze al toegepast naast het voorgestelde. Er is gesproken over verhooging van grif fierechten. Maar reeds herhaaldelijk is spr. in en buiten de Kamer lastig gevallen over de hooge rechtskosten. Wat zou de kamer zeggen als die in stede van verminderd nog verhoogd zouden worden? Uitbreiding van kantongerech ten zoowel als opsmelting der kantongerechten in rechtbanken is aanbevolen. Spr. ontvouwt zijn bezwaren tegen beide overwegingen. De qualiteit van de rechtspraak zoo een belang rijk punt voor den Hoogen Raad zal er door spr.'s ontwerpen op vooruitgaan. Opsmelting van kantongerechten in de rechtbanken heeft onoverkomelijke bezwaren voor de straf recht spraak, o.m. door de vermindering van het aan tal instanties. Trouwens, dit onderwerp is niet nieuw, en reeds meer dan eens tot in alle bijzonderhe den onder de oogen gezien. Het meer dan eens geciteerde artikel van mr. van der Does over de reorganisatie is niet anders dan een van alle nuchtere zakelijkheid gespeende beschouwing. Er is ook krenkende critiek op de ontwerpen geoefend, o.a. door den heer Schaper; spr. zal daar echter niet verder op ingaan. Men beoor- deeie het wetsontwerp naar het bereikbare, men zal zien dat het niet iets willekeurigs is, doch wel degelijk stelselmatig opgebouwd, en het ge wijzigde wetsontwerp is daarvan eveneens een consequente toepassing. De wijziging bewijst geenszins dat spr. tot de conclusie zou zijn ge komen dat er in den oorspronkelijken opzet fouten zouden zijn gemaakt. Voor eenigerlci argwaan is er niet de minste reden, evenmin voor anti-papistische tendenzen, als door de heeren Kersten en Peereboom aangeduid. Men heeft hier een bezuiniginig, iets reëels, niet te vervangen door iets anders. Uit een oogpunt van rechtsbedeeling is ze zelfs nood zakelijk. Voor den minister zelve zou 't op het einde van zijn ambtsduur al zeer gemakkelijk zijn, de zaak aan een commissie over te laten. De kamer laadt een zeer zware verantwoordelijk heid op zich door de wetsontwerpen af te wij zen; de regeering moet daarop nadrukkelijk de aandacht vestigen en moet de kamer dezen stap ernstig ontraden. De heer BOON (Lib.) repliceert. Spr. kan niet erkennen dat het voorgestelde een in tegreerend deel is van de bezuinigings plannen der regee ring en hoe is dit overeen te brengen met de in de oor spronkelijke ontwer pen aangebrachte wijzigingen? Ook had spr. liever ge zien dat de minister zelf was gekomen met een voorstel om een commissie in te stellen. Het koppige standpunt van den minister kan spr. zich niet begrijpen. ;ulk grof geschut aan om H. M. de Koningin die, zooals men weet in Zwitserland vertoeft, is gis ternamiddag telegrafisch op de hoogte gebracht, van hetgeen er in de Tweede Kamer voorgevallen is. Naar wij vernemen heeft H. M. in verband met de politieke situatie, haar verblijf in Lenzerheide beëindigd. H. M. is op de terugreis en werd heden in Der Haag verwacht. Mr. Boon. Waarom sleept deze te schieten op musschen? Motie-Boon Minister Donner Spr. stelt een motie waarin schorsing der be raadslaging over deze ontwerpen wordt ge- wenscht, in uitzicht. Deze motie zou gesteund worden door leden van verschillende fracties. De overweging der motie zou zijn dat bezuini ging wel gewenscht is, doch niet op de voorge stelde wijze. Mevr. BAKKER—NORT (V.D.) repliceert. Spr. gelooft niet dat na de reorganisatie vele der wellicht nog verder overwogen bezuihigin- gen nog mogelijk zullen zijn. Mej. KATZ (C.H.) heeft eerbied voor de wijze waarop de Minister de ontwerpen verdedigd heeft. Allen willen we bezuinigen doch zijn niet overtuigd dat de voorgestelde wijze de juiste is. Spr. is niet overtuigd, dat de door den Minis ter ingeslagen weg de eenig mogelijke is. Bo vendien kan men het ressort van geen enkele rechtbank met dat van een andere vergelijken Het is trouwens opgevallen, dat de minister altijd een voorstander van concentratie is ge weest, zonder daarvoor de argumenten te ge ven die nu zijn vernomen. De Kamerleden heb ben het recht, te verlangen dat een zaak van alle kanten wordt bekeken. Wat de minister wil, is vernietiging. Voor spr. moet het eerst blijken dat er iets anders niet mogelijk is. Een bezwaar is voorts dat de minister het recht voor de groote steden bevordert ten nadeele van dat voor het platteland. De heer DAMBRINK (A.R.) repliceert. Spr heeft het over griffierechten gehad en daar mede bedoeld die griffierechten, welke men noemt: rolrechten. Spr. betoogt dat het voor een goede rechtspraak noodzakelijk is dat de strafrechter goed bekend is met de omgeving van den delinquent. In deze tijdsomstandighe den zijn de aanwezigheid van centra van jus titie en politie van meer dan idcëele beteekenis. De heer KERSTEN (Staatk. geref.) repliceert. Spr. handhaaft zijn .bezwaren tegen de wets ontwerpen. De bezuinigingen, er door bereikt, zijn niet van dien aard en werken eerst op te langen termijn, om er zoovele rechtbanken en kantongerechten voor op te heffen, ten nadeele niet het minst van menschen uit den werkenden stand en de kleine middenklasse. Het platte land mag ook niet verder worden achtergesteld bij de groote steden. De verantwoordelijkheid in deze materie berust niet bij de Kamer, zoo als de minister het deed voorkomen, maar bij de regeering zelve. De heer SCHAPER (V.D.) repliceert: spr. zal niet in herhalingen treden. Toen er in 1877 rechtbanken werden opgeheven, eh kantonge rechten, telde ons land ruim 3 millioen inwo ners, nu zijn het er meer dan 8 millioen, en binnen betrekkelijk korten tijd zal het zijn 10 millioen. Daarom gaat de vergelijking met de reorganisatie van 1877 niet op. Door zijn hals starrig standpunt tast de minister het karakter van de Kamer aan; er zit, zoo vlak voor de ver kiezingen, een politieke speculatie in op de zwakheid van sommige Kamerleden. Moet nu in zulk een onschuldige bezuiniging een argu ment voor de regeering worden gezocht om af te treden Bovendien is een bezuiniging iets dat niet alleen moet gaan in de breedte doch ook in de diepte. De minister stelt de kabinets kwestie. De Minister van Justitie, de heer DONNER, dupliceert. Een andere wijze van bezuiniging blijkt voor hem die in de realiteit staat, niet mogelijk. Trouwens, deze aangelegenheid is lang en in den breede overwogen. Men moet het niet voorstellen alsof het bij spr. gaat om con centratie. Bezuiniging van dezen aard met be houd der bestaande organisatie is niet te ver wezenlijken. Alle bezwaren, tegen de onderwer pen aangevoerd, heeft spr. weerlegd. Wil men reorganiseeren, dan zijn zekere gevolgen onver mijdelijk, maar die worden niet op den voor grond gesteld. Op alle details kan spr. .echter nu niet meer ingaan, na dit in eersten termijn te hebben ge daan. In het stelsel van bezuinigingen der re geering moet spr. als lid daarvan voor zijn aan deel meewerken; niet omdat reorganiseeren zoo prettig is. Er moet bezuinigd worden: dat is een feit. Spr. had gehoopt dat spr.'s argumenten voldoende waren geweest om de Kamer te over tuigen. Door opschorting zou er binnen afzien- baren tijd niets voor bezuiniging worden ge daan. Het kabinet zou dus in een motie als in uitzicht gesteld, niet kunnen berusten, dit zal wel duidelijk zijn. De motie-Boon ingediend. De heer BOON (Lib.) dient thans de door hem aangekondigde schorsingsmotie in. De motie wordt ondersteund door den heer Schaper, mej. Katz, mevr. Bakker—Nort en den heer Kersten. Ze wordt dadelijk behandeld. De heer SNOECK HENKEMANS CJHJ aal voor de motie stemmen. Spr. heeft zijn bezwaren tevoren zeer ernstig aan het kabinet medege deeld. Spr. kan niet voor het wetsontwerp stem men. Wat de Minister zeide kan beteekenen het ontbinden van de Kamer en ook aftreding van 't kabinet (interrupties). Door de bezuini ging is een betrekkelijk kort uitstel van geen bezwaar. Het gaat hier niet om zulk een groote zaak om een kabinetskwestie te rechtvaardi gen (rumoer in de Kamer). De heer GOSELING (R.K.) verklaart, niet goed te begrijpen waarom men na de presicee- ring van de regeering met de motie komt. Door die motie gebeurt er vooralsnog niets. De voor stellen liggen volkomen in het kader der be zuinigingen en zijn juister dan allerlei platoni sche liefdesbetuigingen voor bezuiniging. De heer BEUMER (A.R.) kan aan de motie zijn stem niet geven. Ze beteekent verwerping der ontwerpen en is een uitspraak dat men niet bezuinigen wil. Ze houdt iets anders in dan er mede bedoeld wordt. Practisch beteekent de motie dat er niet bezuinigd wordt. Spr. ver wondert zich er over dat de heer Boon haar voorstelde, terwijl de Vrijheidsbond bezuiniging op overheidsuitgaven als no. één op zijn pro gram heeft. De heer MARCHANT (V.D.) is het met den vorigen spreker niet eens. Ligt het op den weg van de Kamer om bij den minister te informee- ren naar de bedoelingen van de regeering, zoo als de heer Snoek Henkemans scheen te be doelen? Is het gemotiveerd dat om een zaak als deze de regeering aan de Kroon zou advi- seeren, de Kamer te ontbinden, en het volk te doen uitmaken aan welke zijde het zich schaart? De regeering kan om een onbelang rijke zaak alleen de kabinetskwestie stellen als het gaat om een onderdeel van ondeelbare plannen. Maar daarvan is hier niets gebleken. En deze minister van Justitie is zelfs het enfant chéri der Kamer. Gaat het aan, om zoo'n kin derachtige aangelegenheid de Kamer zoo ernstig te waarschuwen. Spr. gelooft bijna aan een grap, waardoor de Kamer zich niet moet laten afschrikken. De heer KNOTTENBELT (Lib.) gelooft dat er verschillende twijfelaars in de Kamer nu juist genoopt zullen worden vóór de motie te stemmen. De Kamer kan niet anders stemmen dan ze zonder de verklaring van den minister zou hebben gedaan. Spr. protesteert tegen die ver klaring. De heer KERSTEN (Staatk. geref.) verde digt zijn standpunt nader. MEJ. KATZ (C.H.) komt op tegen de rede van den heer Beumer. Spr. heeft de motie mede-onderteekend en Iaat zich niet een be teekenis ervan in de schoenen schuiven als door den heer Beumer, zelfs niet door den heer Beumer die hier denkt, alles te mogen doen (applaus bij een aantal kamerleden). De motie spreekt zich niet uit tegen elke bezuiniging. De motie acht wel degelijk bezuiniging noodig; wie er vóór stemt, stemt voor bezuiniging. De heer WIJNKOOP (Comm.) stemt vóór de motie, daar zij een protest is tegen de behan deling van de Kamer door de regeering. DE MOTIE-BOON, IN STEMMING GE BRACHT, WORDT AANGENOMEN MET 51 TEGEN 38 STEMMEN (R.K. en A.R.). De VOORZITTER sluit de vergadering te 4.55 uur. Maatregelen tot liet voorkomen eii blusschen van scheepsbranden. Zooals bekend, heeft de Nederlandsche Ree- dersvereeniging onlangs naar aanleiding van het den laatsten tijd veelvuldig voorkomen van scheepsbranden op groote zeeschepen een com missie ingesteld, die ten doel heeft, te onder zoeken wat nog kan worden gedaan ten einde van de ondervindingen, daarbij opgedaan, partij te trekken en de brandveiligheid op onze zee schepen nog meer dan tot nu te verzekeren. De stoomvaartmaatschappijen „Nederland" en de „Rotterdamsche Lloyd" hebben intusschen niet stil gezeten en hangende het onderzoek dezer commissie, die pas haar eerste vergade ring heeft gehouden, alvast een aantal maatre gelen genomen, waaromtrent de heer M. C. Koning, directeur der Maatschappij „Nederland" ons mededeeling heeft gedaan. Bij scheepsbranden in 't algemeen vertelde de heer Koning moet onderscheid gemaakt worden tusschen brand in de ruimen en brand in den bovenbouw» Het ergst zijn in den regel branden, welke uitbreken op passagiersschepen of passagiers-vrachtschepen in den z.g. boven bouw. In het z.g. „Veiligheidverdrag" van Londen, dat 1 Januari 1933 in werking is getreden, zijn voorschriften vastgelegd waarvan het doel is, in de eerste plaats door middel van het bouwen van z.g. brandschotten den bovenbouw zoodanig te verdeelen, dat brand tusschen twee schotten beperkt zal kunnen worden. .Voorts zijn uitvoerige voorschriften gegeven omtrent den aanleg van brandbluschleidingen, Dit verdrag is, hoewel het pas officieel is gaan werken, reeds vele jaren toegepast door de meeste landen. Wat de bovenbouw betreft, is voorschriften niet voldoende zijn. Een brand als echter bij de laatste branden gebleken, dat deze die van de „George Philippar" is noodig ge weest om duidelijk aan te toonen hoe gevaarlijk het is, dezen bovenbouw te laten bestaan uit gedeeltelijk licht brandbaar materiaal. De bovenbouw zal dus uit ander materiaal moeten worden opgetrokken. De beide bovengenoemde maatschappijen zullen echter alvast trachten door het vermeerderen van de brandvrije schot ten en het gebruiken van brandvrije verf in de passagiersinrichting beperking van den brand te bereiken. ..Ook het belang, dat er gelegen Is in het zoo lang mogelijk bewoonbaar blijven van de Mar- conihut en van de bovenbrug zal medebrengen, dat ook op de bestaande schepen aan de be scherming van deze vitale deelen van het schip, bijv. door een tweede draadloos seinapparaat aandacht zal worden gewijd. Ontdekken van den brand en ivaarschuwen. De noodzakelijkheid is wel gebleken, te trachten, elk begin van brand in de kiem te smoren. Verschillende automatische brandmeld- systemen zijn reeds jaren geleden aan boord van de groote passagiersschepen aangebracht. Het meest afdoende echter zal ongetwijfeld zijn het laten verrichten van ronden door het scheeps- personeel. De beide maatschappijen hebben i meend nog meer te moeten doen; zij hebben, regelmatig over de schepen verdeeld, brand schellen doen aanbrengen met in de nabijheid een brandbluschapparaat. Op alle dekken zijn deze brandschellen zoodanig verdeeld, dat iedereen ten hoogste 20 meter zal moeten loopen om een schel te bereiken. Verlaat de film. De 61-jarige filmster trekt zich uit de studio terug. Toen zij naar Hollywood kwam, was het haar bedoeling slechts aan één film mee te werken, maar door den onverwacht grooten bij val was deze het begin van een schitterende filmcarrière op een leeftijd, dat de meeste film sterren reeds lang vergeten zijn. Men vroeg steeds meer van haar krachten en (hans, na voltooiing van haar laatste film, Prosperity, heeft zij haar koffers gepakt en gaat Holly wood verlaten. Haar ongewoon filmisch kunnen blijkt wei uit de omstandigheid dat deze oude vrouw, met haar nobel maar bepaald leelijk gezicht, het publiek stormenderhand heeft weten te ver overen zonder één van de middelen, die haar Op 't onverwachtst terwijl de Koningin in Zwitserland vertoefde en het vice-presi- dentschap van den Raad van State nog niet is vervuld en onder omstandigheden, die verre van rooskleurig zijn, waarbij men al leen maar aan de gebeurtenissen in de In dische wateren behoeft te denken, is de ernstigste staatkundige crisis uitgebroken, die ons land kan treffen: een conflict tus schen Kabinet en Volksvertegenwoordiging, die gistermiddag met 51 tegen 38 stemmen de motie-Boon aannam, strekkende tot schorsing van de beraadslaging over de ver deeling der rechtsgebieden, een motie, wel ke Minister Donner met verwerping had WÊ gelijk gesteld en welke hij tot casus belli beroemde collega's groot hebben gemaakt. Geen I tusschen Kamer en Kabinet had verklaard. zoete idealiseering. geen mooie toiletten, geen sex-appeal. Marie Dressier speelde slechts zichzelf. Ik ga naar huis,' verklaarde zij ui een inter view, „en ga daar nu heelemaal mijzelf spelen Ik heb genoeg van x*oem en bijval. Ik geloof, dat de wereld op het oogenblik doende is de les te leeren uit hef feit, dat zij te eerzuchtig is. Voor velen is echter ondervinding een slechte leermeester: de meesten beginnen opnieuw en maken dezelfde fouten. Dat is de oorzaak van de tegenwoordige crisis: die zal voorbijgaan, en dan gaan we de volgende voorbereiden. Ik weet dat, want in het klein is mij dat ook Dat aan de ernstige beteekenis van zijn woord niet moest getwijfeld worden, bewees ook de aanwezigheid van den Premier. Van den aanvang af hebben wij ons ver baasd over de meening dergenen, die een eventueele verwerping van Minister Don- ner's voorstel als" een incidenteel geval be schouwden. Wie de Memorie van Antwoord op het ontwerp heeft gelezen, kon dat niet denken. De toon van dit stuk was zoo ern stig, dat er geen twijfel meer kon bestaan „Aan dit negativisme" 'n terugneming van zijn voorstel, zoo schreef Minister Don- eebeurd Maar ik zal dezelfde fout geen twee- ner kan de 0ndergeteekende onder geen -r-, 1kopsfprrlp ii In verband met het voorgevallene in de Tweede-Kamervergadering van gisteren laten wij hier den woordelijken tekst volgen van de verklaring, door Minister Donner afgelegd: „Niet te verwachten is, dat het kabinet in het gebrek aan medewerking, dat zich in de ter zijdestelling van dit voorstel al dan niet bij wege van motie zal betoonen, zal kunnen berusten." Of deze Minister heen gaat of niet, wij stellen het op prijs hem van deze plaats te prijzen voor zijn werk, dat beter had verdiend dan dit votum. Het is wel merkwaardig, dat deze onpoli tieke Minister op dusdanige wijze wordt ge- troffen door de c. h. fractie en schier onge looflijk, dat juist hij de aanleiding tot de cri sis werd. Indien men daarachter een vrij sterke vanmiddag in de Kamer wel scherp aan den dag tredende divergentie tusschen c. h.'s en a. r.'s zoekt, is men zeker niet ver bezijden de waarheid. Het Nederlandsche correspondentrebureau voor dagbladen te 's Gravenhage meldt: Naar ons uit inlichtingen uit de beste bron gebleken is, zijn alle gevolgtrekkingen ten aan zien van de regeering. verbonden aan het voor gevallene in de Tweede-Kamervergadering van gistermiddag, voorbarig. Met name de conclu sie van ontslag van het kabinet is abspluut in strijd met de waarheid. De voorzitter van de Tweede Kamer heeft gisteren van den Minister van Binnenlandsche Zaken, voorzitter van den Raad van Ministers, het verzoek ontvangen, om, in verband met het beraad van het Kabinet naar aanleiding van de aanneming in de vergadering van gisteren van een motie tot schorsing van de beraad slaging over de wetsontwerpen tot bezuiniging door gewijzigde indeeling van de rechtsgebie den en opheffing van een aantal rechtbanken en kantongerechten, de verdere behandeling van aangelegenheden bij welke de aanwezig heid van een of meer leden van het Kabinet gevorderd wordt, voorloopig te schorsen. Tengevolge van dit verzoek ging de open bare vergadering van heden niet door en zal tot nader bericht geen openbare vergadering worden uitgeschreven. Bestrijding van het vuur. Voor het geval aan boord brand mocht uit breken, is een indeeling der bemanning ge maakt. Bij het houden van de sloepenrol, vóór het vertrek wordt aan alle betrokkenen een kaart uitgereikt, waarop hun plaats en taak in geval van brand is aangegeven. De oproep ge schiedt door middel van een claxon, geplaatst in de verschillende verblijven. Aan den wal zoo wel als aan boord worden geregeld oefeningen gehouden. Ook een gedeelte van de dek-equi- page wordt voor dit doel speciaal opgeleid. Be halve van rookmaskers moeten deze menschen voorzien zijn van zooveel mogelijk brandvrije kleeding. Door het schip vóór den wind te leg gen en vaart te verminderen, wordt de natuur lijke trekking in het schip tot een minimum teruggebracht. Voorts worden alle branddeuren in de bestaande brandschotten gesloten, alle mechanische ventilatie-inrichtingen afgezet. Deze maatschappijen verwachten, dat door al deze maatregelen rampen van varende schepen, als nu zijn voorgekomen zich op onze vloten niet zullen voordoen. Medewerking van passagiers Een zeer belangrijk punt is echter ook, dat passagiers zelf doordrongen moeten zijn van het groote gevaar, dat gelegen is in het onvoorzich tig weggooien van brandende sigaretten. Er is alle kans, dat een weggeworpen sigaret door één der vele openingen van het schip wordt aangezogen. Hetzelfde geldt voor het rooken in de hutten, dat ondanks het strenge verbod nog menigmaal gebeurt en waarbij het neerleggen van een half opgerookte sigaret dikwijls van brand doet ontstaan. EEN GEVAARLIJKE VERPLEGER. De 33-jarige ziekenverpleger G. A. H., was in October van het vorige jaar als verpleger te Huizen werkzaam. Hij maakte kennis met een gehuwde vrouw en wist haar over te halen van haar man te scheiden. Onder voorspiege ling. dat hij te Heemstede hoofdverpleger zou worden tegen een salaris van 500.per maand en dat hij van den „bond" ƒ2500.zou krijgen wist hij van de vrouw 85.los te krijgen, z.g.n. voor zegels. Voorts was hij op zekeren dag bij een Am- sterdamschen poelier binnen komen stappen, die bevriend was met de familie van de vrouw. Hij vertelde, dat hij met zijn a.s. vrouw bij een advocaat was om de voogdij van de kin deren te regelen. Hij kwam ƒ45.te kort. De poelier leende in goed vertrouwen het geld aan den a.s. „hoofdverpleger". Woensdag nam de verpleger in het verdach tenbankje van de Amsterdamsche rechtbank plaats, verdachte van oplichting. Hij bekende volmondig. He verhaal over zijn a.s. betrek king en den „bond" was uit de lucht gegrepen maar hij zou wel het plan hebben gehad met de vrouw die thans gescheiden is en als werkster den kost verdient te trouwen. Dit kon den officier niet zachter stemmen. Mede met het oog op verd.'s verre van smetteloos verleden vorderde hij wegens oplichting acht maanden gevangenisstraf. Vonnis 22 Februari. den keer maken. Eens, lang geleden, koesterde ik den wensch een millioen dollar bij elkaar te verdienen. Nu ben ik in staat dat millioen te verdienen, maar nu wil ik niet meer. k zou mij er voor moeten inspannen, en tenslotte zou ik verliezen wat ik win; want het werk, waar mede ik het millioen zou verdienen, zou de energie opbranden, die ik noodig zou hebben «m van h« milten ie genielen. Ik heb mj een» teruggetrokken, en ben teruggekomen, nu trek ik mij weer terug, doch keer met weer. WEELDEVERTERINGSBELASTING. De Ver. van Ned. Tapijtfabrikanten heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer in ver band met de ophanden zijnde besprekmg van het Ontwerp-Weeldeverteringsbelasting, waar in o.m. wordt opgemerkt, dat sinds jare Nederland een karpet of traplooper mhet ge heel geen luxe meer is. In ieder Nederlandsch gezin hoe klein de beurs ook moge zijni is de aanwezigheid van een karpet of kleedje even noodzakelijk als die van een stoel ol tafel. Men kan dus hierbij zonder twijfel spre ken van een volks-verbruiksartikel, met uit zondering van de duurder soorten. De gevolgen zijn voor de tapijtindustrie, b J invoering van een belasting op tapijten, nood lottig. Het directe gevolg is, dat de verbruikeis eoedkoopere kwaliteiten gaan koopen, met on middellijk daaruit voortvloeiende vermindering van productie en omzet, hetgeen beteekent: korter werktijd, minder loon, meerder werk- loosheid en minder inkomsten ter bestnjdmg van algemeene fabrieksonkosten. Dit zou weer leiden tot hooger verkoopsprijzen, waarop de vicieuse cirkel met „minder omzet" opnieuw begint. De Vrouwen Electriciteits-vereeniging, heeft een bezwaarschrift gericht tot den Minister van Financiën, alsmede een adres aan de leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal naar aanleiding van het ontwerp van wet in zake de heffing eener weeldevertenngsbetas- ting. CRISISPACHTWET. Verschenen is het voorloopig verslag der 2de kamer over het wetsontwerp tot wijziging der crisispachtwet. Verscheidene leden stélden voorop, dat de crisispachtwet 1932 in de practijk niet aan de gestelde verwachtingen heeft beantwoord. Vrij a!geme,en werd instemming betuigd met de indiening van dit wetsontwerp. Verscheidene leden betreurden echter, dat de regeering nog niet meer punten ter herziening heeft voorgesteld. In de eerste plaats werd gewezen op de wenschelijkheid, van hooger beroep. Vele leden drongen aan op opheffing van net kosteloos zijn der precedure. Krachtens art. 10. Men achtte financiëel zwakke pachters in dit opzicht voldoende beschermd door de gewone regels betreffende de toelating van kosteloos te procedeeren. Verscheidene leden hadden bezwaar tegen een rentevergoeding over dat deel van de pachtsom, dat de pachter volgens uitspraak van de Kamer voor crisispachtzaken meer zal moe ten betalen dan door den Kantonrechter voor loopig is bepaald. VERSLAGBOEK VAN HET I.C.V. Door het secretariaat' van het Internationaal Christelijk Vakverbond is thans het nieuwe verslagboek over de jaren 1928 tot 1932 in den handel gebracht. In een boekwerk van bijna zeshonderd pa gina's geeft de secretaris een uitvoerig over zicht van de ontwikkeling en het werk der in ternationale christelijke vakbeweging in de laatste vier jaren. Hierbij wordt natuurlijk ook de noodige aan dacht besteed aan het sociale en economische werk van Genève en aan de samenwerking met andere internationale organisaties en instellin- gen. Over de nationale christelijke vakbeweging in de aangesloten landen, zoowel als over he werk der vijftien christelijke vakinternati - nales bevat het boek eveneens een schat Het boek is verschenen in het Duitsch en in het Fransch, de beide officieele talen van ie I. C. V. Ook typografisch is het welverzorgd. De band is geheel in linnen uitgeveerd en voorzien van een fraaie houtsnede. Toch is de prijs zoo laag mogelijk gesteld namelijk op 2^50 per Duitsch of Fransch exemplaar, om zoodoende een verbreiding op grootere schaal mogelijk te maken. Administratie-adres het secretariaat van het I.C.V., Drift 12, Utrecht. DOODELI.IK ONGELUK. Woensdagmiddag is de arbeider H. H. Meerts wonende te- Stein lL.1, op de cokesfabviek van Staatsmijn Maurits tijdens reparatie-werkzaam heden onder een omvallende ovendeur geraakt en op slag gedood. Hij was 42 jaar oud, gehuwd en vader van 3 kinderen. BRANDEN. In Slappeterk bij Franeker brak brand uit in een werkplaats voor de bewerking van vlas, van den heer Y. Bruinsma aldaar. Het vuur greep snel om zich heen, doch het aanwezige vee kon nog bijtijds in veiligheid worden ge bracht. Het materiaal evenwel, twee zwingel- en een braakmachine, alsmede een partij bewerkt en onbewerkt vlas, werden een prooi der vlam men. Verzekering dekt 4e schade. voorwaarde medewerken". En even verder; „Werden de onderhavige ontwerpen prijs gegeven om in de plaats daarvan eene com missie in te stellen (wat een groot deel der tegenstanders wenschte) men zou iets reëels opgeven voor een schaduw. En zelfs tien schaduwen brengen geen cent reëele bezui niging". Het is dus duidelijk in welk licht men de ingetreden crisis heeft te zien. Minister Donner's ontwerp van bezuiniging op een tak van staatsdienst, gedekt door het heele Kabinet, is een deel van het complex der bezuiniging, welke naar de overtuiging der Regeering tot stand moet komen, gezien de positie van 's lands financiën. Men kon lich te mitigatie van dit voorstel verwachten en dé Minister van Justitie is met zijn conces sies tot het uiterste gegaan, maar het prin cipe van zijn beleid kon het Kabinet niet prijs geven. De Kamer heeft dit beleid niet willen vol gen. Welke motieven haar daarbij hebben geleid, kan hier buiten bespreking blijven, temopr daar deze motieven zoo uiteenloo pend zijn, maar vast staat, dat zij, ondanks de tegemoetkomende houding der Regee ring, geen neiging heeft getoond haar in meerderheid het noodige vertrouwen te schenken om voort te gaan op den weg, dien zij in 's lands belang de juiste achtte. Mr. Boon, die in de Kamer beweerde, dat de Regeering met zwaar geschut op mus schen schoot, en mr. Marchant, die zeide, dat men toch geen verkiezingen kan voeren onder den kreet: „Voor of tegen Zutphen", hebben naar onze meening de situatie ver keerd gezien. Want 't ging gisterenmiddag niet om de opheffing van wat rechtbanken en kantongerechten, maar de vraag, bezui niging of niet, of als men wil de vraag: be zuiniging en hoe, was in debat. De Kamer heeft zuiver negatief geant woord. Dit is het beste, wat men van haar votum kan zeggen. Zij heeft daarmee haar onwil of onmacht getoond om te bezuinigen. Het woord zal naar wij verwachten gegeven worden aan de kiezers en deze verwachting baseeren wij mede op Minister Donnet s verklaring in tweede instantie. W ant Z. Exc. zeide toen niet, zooals gebruikelijk is te doen, dat bij aanneming der motie het kabi net niet meer de verantwoordelijkheid kon dragen, maar dat het zich daarbij niet zou kunnen neerleggen. Zelfs indien zich momenteel geen buiten gewone precaire geschiedenis afspeelde in het Rijk overzee, die het aanblijven van de regeering dringend noodig maakt, zou m de gegeven omstandigheden Kamerontbinding nog de voorkeur hebben boven het heengaan der Regeering, nu beide het oneens zijn over den, in 's lands belang te volgen weg. Hét lijdt voor ons geen twijfel of het kabinet zal de Kroon adviseeren de Kamer te ontbinden, en vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Hoe dan de situatie zal zijn is moeilijk te voorspellen. Zij, die nu de kabinetscrisis heb ben veroorzaakt en daarmee een stilstand in de wetgeving, welke tenzij misschien noodontwerpen worden behandeld aan de boeren millioenen kan kosten en o.a. de schippers dupeert, om maar te zwijgen over verdere voorziening in het financieel even wicht, die o.a. van de Weeldeverteringsbelas- ting moest komen, hebben, walt Minister Donner noemde, een „zware verantwoorde lijkheid" op zich geladen. Zij zullen voor de kiezers moeten rechtvaardigen, waarom zij in de huidige omstandigheden, een wetsvoor stel torpedeerden, waarvan zij konden weten dat de regeeering het beschouwde als ondei- deel van"haar bezuinigingspolitiek. Zij ko men er niet mee klaar, te Deweren, dat deze bezuiniging hun niet groot genoeg was, ze ker niet in zoover ze ook andere bezuinigings- maatregeleh afwezen. De Katholieke Staatspartij kan deze ver kiezingen, die naar onze meening onafwend baar zijn, rustig tegemoet gaan. Zij heeft geen kiezersangst getoond, maar naar best vermogen deze regeering, die allengs een crisiskabinet was geworden, gesteund. Wij voorspellen, dat zij de stembus met behoeft te vreezen, al zou zij in 's lands belang lie ver normale verkiezingen hebben gewenscht. Het Bossche gebouw plechtig ingezegend De Vicaris-generaal van het Bossche diocees, mgr. F. Hendrikx, heeft Woensdag in de Kei zerstraat te 's Hertogenbosch het gebouw der A. V. O. plechtig ingezegend. Na deze plechtig heid hield hij een rede, waarin hij de hoop uitsprak, dat God dit nieuwe werk zou zegenen. De voorzitter van het A. V. O.-comité, stich ting Nazorg, ir. E. baron van Voorst tot Voorst verklaarde vervolgens bij de Uitvoering van de plannen groote sympathie en hartelijke mede werking te hebben ondervonden; daarvoor zegde hij thans hartelijk dank. Met voldoening dankte hij voorts de Broeders uit Dongen, die de moeilijke taak belangeloos aanvaarden, in welk verband hij de menschlievendheid dezer congregatie roemde. Nadat de Generaal-overste dank had gebracht voor de aan zijn Congregatie gebrachte hulde en de toezegging had gegeven, dat zijn Broe ders naar best vermogen hier zullen arbeiden, uitte wethouder Krijgsman namens het ge meentebestuur groote waardeering voor het hier begonnen werk. Hij zegde gaarne blij - venden steun tóe. Namens het A. V. O.-comité werd nog het woord gevoerd door Mr. Manders. De heer van I Voorst Voorst sprak daarna dankwoord. Een der inzittenden zwaar gewónd. Donderdagmiddag reden de heeren M. Vossen eü E. Kimenade, beiden uit Weert, met hun auto op den weg Roermond-Posterholt. Door eene tot nu toe niet opgehelderde oorzaak begon de auto plots hevig te slingeren en botste met volle kracht tegen een langs den weg staanden boom. De heer Vossen kreeg ernstige verwondin gen aan oog en kin, terwijl hij zware inwen dige kneuzingen opliep. In zorgwekkenden toestand werd hij naar het R.K. Ziekenhuis te Roermond overgebracht. Ook de heer Kimenade kreeg enkele ver wondingen, welke echter gelukkig van geen ernstigen aard bleken te zijn. De auto werd grootendeels vernield. INTERN. POOLJAAR. Z. K. H. de Prins heeft van zijn belangstel ling doen blijken in bet Internationale Pool- jaar door een bijdrage te bestemmen voor het .Aer-nlngisfli' station nabij Reykjavik,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4