DE VEERTIG-UREN-WEEK TE GENEVE
VRIJDAG 10 FEBRUARI 1933
n.
HET STANDPUNT DER WERK
GEVERS-GROEP.
f DE ZONDAGSHEILIGING.
t FINIS.
DE LOURDES FEESTEN.
DE REIS VAN DEN KARDINAAL
LEGAAT.
VETTE VARKENS NAAR RUSLAND?
R.K, WEESHUIZEN EN OPVOEDINGS
GESTICHTEN.
KARDINAAL FRÜHWIRTH f
VERVALSCHING VAN RIJWIEL-
PLAATJES
De werkplaats te Luik ontdekt en
de daders gearresteerd.
Opdracht voor een millioen plaatjes.
DE WILDE STAKING TE ALMELO.
ANTI-PAPISME IN DEN AETHER.
DO MINE VAN HOOGEN HUY ZE
VOOR DE MICROFOON.
Meer dan ooit
DE MUITERIJ OP DE ZEVEN
PROVINCIËN
HET MARINE-PERSONEEL TE
AMSTERDAM.
FRANSCH VLOOTBEZOEK
UITGESTELD.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
m
Het standpunt van de Werkgeversgroep
was op één meer welwillende uitzonde
ring na: die van den Italiaanschen groot
industrieel Olivetti absoluut afwijzend.
Van hun zijde werd tegen de 40-urige
arbeidsweek in hoofdzaak het navolgende
aangevoerd:
Wat met dezen maatregel beoogd wordt,
is iets anders dan de in verschillende landen
vrijwillig in praktijk gebrachte „short time".
Wat men wil is een algemeene en bij de
wet opgelegde verkorting van den arbeids
duur.
De verkorting van den arbeidsduur, ge
paard met een evenredige verhooging der
uurloonen, zou een aanzienlijke verhooging
van de productiekosten brengen en dus
ook de verkoopprijzen doen stijgen, waar
door de vraag zou verminderen en dus de
werkloosheid zou vergroot worden.
Er is inderdaad reden, om, ten einde te
berekenen het deel der loonen, salarissen en
sociale lasten in den kostprijs (en diens
volgens den invloed van de kosten van den
handenarbeid op het prijs-niveau) in be
schouwing te nemen het totale bedrag van
dit soort uitgaven in alle stadia van de
productie en van de distributie, waarop
deze maatregel betrekking zou hebben, in
een bepaald product, en het is noodig aan
elk van deze uitgaven voor handenarbeid
haar beteekenis in het bepaalde product toe
te kennen.
Het handhaven van de weekloonen zou
rechtstreeks leiden tot een gevaarlijke
inflatie.
Indien het weekloon werd vérlaagd, in
evenredigheid aan den korteren arbeidstijd,
zoodat dus de totale som, aan arbeidsloonen
in een onderneming uitbetaald, onveranderd
bleef, dan zou er geenszins een algemeene
verhooging van koopkracht door ontstaan,
te minder omdat zelfs in dat geval toch de
kostprijs stijgen zou.
Een verhooging van de productiekosten
in de industrie zou de vraag naar industrieele
producten bij de landbouwende bevolking
nog doen inkrimpen. En wijl het vaststaat,
dat de koopkracht van dit deel der bevol
king reeds aanzienlijk verminderd is, zou
de stand van onevenwichtigheid tusschen
industrie en landbouw nog verergerd wor-
den.
De vergrooting van de koopkracht van
het geheel der arbeiders, die het gevolg zou
kunnen zijn van het tewerkstellen van een
grooter aantal en het handhaven van de be
staande weekloonen zou opgewogen worden
door een evenredige vermindering van de
koopkracht van de overige bevolking, zoo
dat tenslotte de totale vraag naar industrieele
goederen niet grooter zou worden.
Om verschillende redenen bijv. door de
onmogelijkheid om met afwisselende ploe
gen te werken in de kleine ondernemingen,
en het feit, dat thans reeds in verschillende
ondernemingen short time (40 en minder
uren per week) gewerkt wordt, zou de
verplichte korting van den arbeidsduur
weinig invloed uitoefenen op het scheppen
Van nieuwe werkgelegenheid.
Bezwaren van technischen aard, min of
meer belangrijk in de verschillende landen,
zouden het in vele gevallen feitelijk on
mogelijk maken, om een groot aantal werk-
loozen weer tewerk te stellen. Zoo bijv. de
opleiding van werkloozen voor anderen
arbeid; toeneming van het technisch en toe
zicht houdend en leiding gevend personeel;
verplaatsing van arbeiders naar een andere
streek; onvoldoende werkplaatsen en machi
nes', de moeilijkheid om voldoende vak
bekwame arbeiders te vinden; gebrek aan
voldoende woongelegenheid, enz.
In verschillende landen, waar men ge
woon is de arbeidsuren, loonen en arbeids
voorwaarden bij collectieve arbeidsovereen
komst te regelen, zal de verplichte ver
korting van den arbeidsduur vele dezer
overeenkomsten in de war staren en daar
door oorzaak worden van ernstige conflicten
in de industrie.
De verplichte verkorting van den arbeids
duur zou tot gevolg kunnen hebben een
kunstmatige uitbreiding van de mechanisatie,
om daardoor de vermindering der productie
te keeren, en een verhooging van den kost
prijs en daardoor een toenemende werkloos
heid.
De verschillende invloed van den korteren
arbeidsdag op de kostprijzen en de verkoop
prijzen der industrieën in de verschillende
landen en als gevolg daarvan ongelijkheden
in uitgangspunt wat betreft de loonen, den
levensstandaard, bevolkingsdichtheid, econo
mische voorwaarde^!, enz., zou het verschil
in concurrentie-mogelijkheid in de verschil
lende landen nog grooter doen worden, zou
het economisch nationalisme nog aanscher
pen en zou daarom tot gevolg hebben nieuwe
belemmeringen voor den internationalen
handel.
Een algemeene nieuwe, uniforme en ver
plichte reglementeering zou aan de industrie
de niet te ontberen soepelheid ontnemen,
zou de aanpassing aan de huidige voorwaar
den bemoeilijken, zelfs onmogelijk maken
en zou het economisch herstel tegenhouden.
Iedere solutie moet internationaal zijn,
en de bereids opgedane ervaring heeft be
wezen, dat de Internationale Organisatie
van den Arbeid niet in staat is, in zake den
arbeidsduur, een internationaal instrument
te verschaffen, dat dezelfde beteekenis heeft
'en alle landen, of dat geratificeerd en feite
lijk toegepast wordt door alle Staten-leden;
bovendien zou een zoodanig instrument geen
toepassing vinden in de Staten, die geen lid
van de Internationale Organisatie zijn (Rus
land, Vereenigde Staten van Noord-
Amerika);. overigens kan de uniformiteit
van den arbeidsduur, wanneer zij niet ver
gezeld gaat van de uniformiteit der loonen
en andere arbeidsvoorwaarden, nooit de ge
lijkheid tusschen de naties verzekeren.
De eenige afdoende oplossing van het
Werkloosheids-probleem ligt in de middelen
tot herstel in de algemeene, financieele en
economische moeilijkheden, waarmee de
Economische Wereldconferentie zich zal
kezig houden.
Aldus luidden in hoofdzaak de door de
werkgeversgroep aangevoerde bezwaren.
Zij diende geen resolutie m, maar legde
fcen tweetal verklaringen ^ei(^e tot strek-
king hebbende uit te spreken, dat een inter
nationale conventie tot verplichte invoering
van de 40-urige arbeidsweek met zou moe
ten tot stand komen.
Anders was de houding van de overgroote
meerderheid der regeeringsgedelegeerden.
Ook zy zagen wel de bezwaren en moeilijk
heden in, maar zij meenden, dat deze voor
bereidende conferentie haar taak niet be
hoorlijk zou hebben vervuld, wanneer zij
het vraagstuk niet ook in zijn onderdeelen
onderzocht had.
Het wordt al meer gewoonte, de morgen
uren van den Zondag te bestemmen voor
allerlei bijeenkomst, die met het karakter
van den dag des Heeren in strijd is.
Waren het aanvankelijk de adepten der
„Vrije gedachte" of van den atheïstischen
„Dageraad", die gedurende den kerktijd
filmvertooningen, concerten en lezingen
organiseerden, het slechte voorbeeld vindt
telkens meer navolging. Van twee zijden
tegelijk ontvingen we dezer dagen 'n soortge
lijke mededeeling. Van de Tooneel-liga, die
een voordracht laat houden op Zondagmor
gen en van het socialistische Instituut voor
Arbeidersontwikkeling, dat zelfs een corft-
plete tooneelvoorstelling annonceert, aan
vang half 11.
Wij geraken met deze verkeerde gewoonte
op een zeer bedenkelijken weg. Het is te
begrijpen, dat de propaganda voor het
atheïsme zich er heel veilig bij voelt. Een
reden te meer voor anderen, die onnaden
kend misschien tot het succes van zulke
Zondagmorgen-vertooningen medewerken,
wij zien b.v., hoe diverse solisten van
de Italiaansche Opera zich voor concert
uitvoeringen leenen, om zich op het geval
te bezinnen.
Voor ontspanning op allerlei gebied is
de Zondag lang genoeg. Het moge geen
volkszede worden, dat ook nog op de mor
genuren concertzaal en theater beslag leggen.
Ligt hier voor de overheid wij denken
aan onze verouderde Zondagswet niet
een taak om tegen excessen te waken?
Dertig jaar geleden rukte hij zich los van
de Kerk. In toog sprak hij in socialistische
vergaderingen en leerde aan katholieken, dat
zij gerust socialist konden worden zonder
hun geloof te verliezen.
Hij werd een verwoed bestrijder van de
Kerk, wier priester hij was geweest: een
tijdlang was hij de trots van iedere anti-
paapsche bijeenkomst en zijn naam stond
jarenlang op de sprekerslijst van vrij
denkersvergaderingen.
De bladen, wier eenig doel is de Katho
lieke Kerk te bespotten, vonden in hem een
geregeld medev^erker. In de katholieke ge
meenschap verstierf zelfs de herinnering aan
zijn naam.
Nu is hij, dr. Jan v. d. Brink, plotseling
in Den Haag gestorven, uiterlijk onverzoend
met de Kerk Zijn stoffelijk overschot zou
heden worden verbrand.
„Het is noodig, dat er ergernissen komen,
maar wee den mensch, die ergernis geeft".
Ons past geen oordeel over persoonlijke
schuld.
Laat ons kwaad met goed vergelden en
bidden, dat God zijn arme ziel genadig zij
Onze Parijsche correspondent schrijft ons dt.
8 dezer:
Zijn Eminentie, kardinaal Binet .aartsbis
schop van Besanqon, aan wien de H. Vader
opdracht heeft gegeven, Hem als legaat te ver
tegenwoordigen bij de jubileumfeesten van de
Verschijningen van Lourdes, heeft hedenavond
te 6.40 uur de reis naar het genadeoord atm
den voet van de Pyreneeën aanvaard.
De Fransche spoorwegmaatschappijen hebben
voor den legaat en zijn gevolg een salonrijtuig
beschikbaar gesteld en doen den trein door een
vertegenwoordiger der directies vergezellen.
Op het oogenblik, dat de kardinaal-legaat de
stad van zijn aartsbisschoppelijken zetel ver
liet, hebben de autoriteiten en de geloovigen
den vertegenwoordiger van den H. Vader ge
huldigd. Alle klokken werden geluid en de no
tabelen der stad en de geestelijkheid, benevens
een groot aantal der geloovigen waren aan
het station aanwezig, om den legaat uitgeleide
te doen.
In de parochies langs den spoorweg zullen
op het uur van het voorbijkomen van den trein
met den legaat de kerkklokken worden geluid,
als een hulde aan den H. Vader, te Lourdes
heeft de spoorwegmaatschappij van de „Midi"
een groote ontvangsthal in gereedheid
gebracht, om den vertegenwoordiger van den
H. Vader op waardige wijze te doen ontvangen.
Aldaar vereenigen zich ook de civiele autori
teiten ter begroeting van den Pauselijken le
gaat.
De trein wordt Donderdagmiddag te Lourdes
verwacht.
Onderhandelingen over uitvoer
voortgezet.
Naar wij van betrouwbare zijde vernemen,
worden de onderhandelingen over den uitvoer
van vette varkens naar Rusland, waarmede de
Varkens Centrale reeds eenige maanden bezig
is, voortgezet. Er beslaat kans, dat zij tot een
resultaat zullen leiden. Intusschcn is het bij
onderhandelingen met Rusland altijd goed met
onverwachte wendingen rekening te houden.
De R. K. Vereeniging ter behartiging der be
langen van de R. K. Weeshuizen en Opvoedings
gestichten in het bisdom Haarlem (B.W.O.) hield
haar alg. Vergadering in 't R. K. Weeshuis, West
Kruiskade te Rotterdam. In den morgen was
een plechtige H. Mis van Requiem opgedragen
voor de zielerust van Broeder Prudentius Wol-
ters, docent in de Opvoedkunde aan den B.W.O.
cursus, eerste redacteur van „Richtlijnen" en
bestuurslid van de B.W.O.
Bij den aanvang der vergadering werd hij
door den voorzitter den Z.Eerw. heer H. M.
van Spanje in waardeerende woorden herdacht.
Vervolgens hield Br. Cajetanus van Dongen,
secretaris van den Keurraad een inleiding over
„Jeugdlectuur in onze gestchten".
Hierna werd als conclusie der vorige lezing
over „Jeugdbeweging" besproken, hoe er in vele
gestichten gewerkt wordt met verschillende
clubs in huis en over de aansluiting met de be
wegingen onzer dagen als Graal, Padvinderij,
enz.
Door ruim 50 personen, werkzaam in diverse
gestichten, was deze vergadering bezocht.
Op bijna negentig-jarigen leeftijd heeft An
dreas Kardinaal Frühwirth, van de Orde der
Dominicanen, oudste lid van het Heilig Col
lege, zijn zeldzaam rijk gezegend leven afge
sloten.
Het is bijna veertig jaar geleden, dat wij de
zen grooten zoon van Sint Dominicus, die van
geboorte een Oostenrijker was, voor het eerst
ontmoetten. Pater Frühwirth was toen zelf
nog geen vijftig jaar en reeds had hij toen
sinds enkele jaren de hoogste waardigheid in
zijn Orde verworven.
Zes. en veertig jaren oud, was Pater Früh
wirth reeds gekozen tot Magister-Generaal der
Dominicanen-Orde en vertoefde hij op zijn eer
ste visitatiereis in Holland. Wij, die toen vlak
voor de intrede stonden van ons noviciaat,
werden aan hem voorgesteld. En nog herinne
ren wij ons in zijn kleine figuur de machtige
als sterren stralende oogen, die tegelijk een
eindelooze goedheid en minzaamheid en een
onuitputtelijke energie en levenslust beduid
den.
De volle twaalf jaren, die aan het hooge
ambt van magister-generaal zijn gesteld, heeft
Pater Frühwirth uitgediend, en na zijn aftreden
heeft hij nog vier-opvolgers gekend, van wie
Kardinaal Frühwirth O.P
de Hoogeerw. Paters Hvacinthe Cormier en
Ludovicus Theissling, beiden de bijna volle
ambtsjaren hebben uitgeleefd.
Andreas Frühwirth weid op 21 Augustus te
St. Anna am Aigen In Stiermarken geboren.
In 1863 trad hij te Graz in de Dominicaner-
Orde en werd in 1868 in den Grazer Dom tot
priester gewijd. Als jong priester ging hij zijn
thomistische studiën voltooien in het interna
tionale College zijner Orde, de Sancta Maria
sopra Minervam te Rome, waar hij in die ja
ren getuige is geweest van het Vaticaansche
Concilie en van de Dogma-verklaring der Pau
selijke Onfeilbaarheid.
Twee maanden na den intocht der Piemon-
teezen binnen Rome, behaalde hij zijn docto
raat in de philosofie en theologie, en verliet
hij de Eeuwige Stad om zich naar Zuid-Frank
rijk te begeven.
Daar leerde hij als jong-priester reeds den
Hoogeerw. Pater Hyacinthe Cormier kennen,
die toen reeds Provinciaal der Dominicanen
te Toulouse was, en die zelf later Pater Früh-
wirth's opvolger zou worden als Generaal dei-
Orde.
Van 1876 tot 1891 vertoefde hij in Oosten
rijk, waar hij te Graz de Philosophie en Theo
logie doceerde en ook weldra tot Prior van
zijn klooster werd gekozen. Daarna werd hij
eerst Prior te Weenen en vervolgens Provin
ciaal van de Oostenrijk-Hongaarsche Domini
caner-provincie, in welke kwaliteit hij het
hoogste aanzien genoot bij de kerkelijke en we
reldlijke autoriteiten. Op het Generaal-Kapit-
tel der Orde in 't jaar 1891, werd Pater Früh
wirth, toen 46 jaar oud, gekozen tot den 74en
opvolger van den heiligen Vader Dominicus,
als Magister-Generaal der Orde, en vertrok hij
andermaal naar Rome.
Gedurende de twaalf jaren van zijn zegen
rijk Generalaat onderscheidde hij zich bijzon
der door zijn algemeene zendbrieven, onder
welke die over „de Sacra Praedicatione" nog
onvergetelijk voortleeft. Groote zorg besteedde
hij aan de geschiedenis der Dominicaner-Orde,
de uitgaven van de Acta van de Generaal-Ka-
pittels van 1220 tot 1844, en het groote Ordens-
tijdschrift „Analecta Ordinis Praedicatorum".
Onder zijn bestuur werden van de nieuwe „Edi-
tio Leonina" van St. Thomas' werken alleen
reeds zes deelen uitgegeven.
Viermaal was hij in die jaren voorzitter der
Generaal-Kapittels, te Lyon, Aquila, Weenen
en Ganyra.
Een van zijn eerste daden als Magister-Ge
neraal was den heiligen en voortreffelijken
Pater Hyacinthe Cormier, dien hij als jong-
priester in Zuid-Frankrijk had leeren kennen,
als zijn socius te Rome te assumeeren, en in
1894 benoemde hij dezen zelfden Pater Cor
mier tot Procurator Ordinis.
In 1901 werd Pater Frühwirth gesteld voor
de groote moeilijkheid betreffende de houding
der Fraifcche Dominicanen ten opzichte van
de nieuwe wetten op de religieuze Congrega
ties, en als in die zeer moeilijke jaren de Or-
densgeest der vele Fransche Dominicanen zoo
gelukkig behouden is gebleven, dan is dit voor
een zeer groot deel ook toe te schrijven aan
liet wijze beleid en heilig voorgaan van den
Magister-Generaal Pater Frühwirth.
Op zijn laatste visitatie-reis door zijn vader
land, ontving Pater Frühwirth de vereerende
tijding, dat Paus Pius X hem aangewezen had
tot Titulair Aartsbisschop van Heraclea, en
hem tevens benoemde tot opvolger van Mgr.
Capute, als Apostolisch Nuntius te Miinchen.
Pater Frühwirth werd de eerste niet-Ita-
liaansche nuntius te Miinchen.
Acht jaren, van 1907 tot 1915, bleef Pater
Frühwirth te Miinchen op zijn hoogen diplo-
matieken post, tot groote tevredenheid van
den H. Stoel en der Beyersche Regeering.
Toen, in 1915, reeds 70 jaren oud, werd hij
door Paus Benedictus XV weer naar Rome ge
roepen en tot Kardinaal verheven. In het Hei
lige Jaar van 1925 werd hij benoemd tot Groot-
Penitencier en in 1927 tot Kanselier der H.
Roomsche Kerk.
Als Kardinaal en als Dominicaan heeft hij
nog de groote voldoening mogen beleven van
de Heiligverklaring van zijn beroemden Or-
densgenoot Albertus den Groote, aan welk pro
ces hij zijn leven had gewijd.
Want in al zijn roemrijke levenspliasen, is
Pater Frühwirth altijd een verknocht zoon van
den H. Vader Dominicus gebleven. Toen hij
in 1915 tot het Kardinalaat werd verheven
schreef hij hoogstgelukkig aan den Magister-
Generaal, Hyacinthe Cormier: „Ik beleef de
groote vreugde U te kunnen mededeelen, dat
ik ter gelegenheid van mijn verheffing tot
het Kardinalaat het voorrecht heb bedongen,
weer het witte kleed van Sint Dominicus te
mogen aannemen."
In verband met het onderzoek der Neder-
landsche Centrale inzake Falcificatien naar den
vervaardiger van de valsche rijwielbelasting-
merken voor het jaar 1932/'33 kan thans worden
bericht, dat de centrale er Maandag j.l. in
samenwerking met de gerechtelijke politie te
Luik in geslaagd is, aldaar de werkplaats te
ontdekken, terwijl de vervaardigers konden
worden gearresteerd.
Het onderzoek, ingesteld in samenwerking
met den recherchedienst der Invoerrechten en
Accijnzen te Amsterdam wees uit, dat de val
sche rijwielplaatjes te Luik werden vervaar
digd. Nadat vastgesteld was, dat de maker
wapensmid was, in het centrum woonachtig
werd hierop een inval gedaan in zijn werk
plaats, waar de pers, cliché's en verdere ingre
diënten in beslag werden genomen. De maker
die een volledige bekentenis aflegde, werd in
arrest gesteld. Daarna werden de graveurs en
stempelsnijders aangehouden. Bij een van hen
werd nog een partij van 2000 valsche rijwiel-
belastingmerken in beslag genomen. De politie
heeft hier een goede vangst gedaan .aangezien
de maker verklaarde, dat er over een bestelling
van 1 millioen belastingmerken was gesproken.
De opdrachtgever, zoomede de verspreiders
werden intusschen reeds te Amsterdam en te
Maastricht gearresteerd.
Onze Brusselsche correspondent meldt ons
nog:
Sedert ongeveer een half jaar was de politie
van Amsterdam er achter gekomen, dat duizen
den valsche rijwielplaatjes op Nederlandsch
grondgebied verspreid waren. Bij nader onder
zoek meende zij reden te hebben om te ver
onderstellen dat deze te Luik werden vervaar
digd. Zij zond twee commissarissen en een
ambtenaar van den fiscus naar deze stad,
waar dezen zich met de plaatselijke politie in
verbinding stelden. Na een kort onderzoek
ontdekten zij bij een wapenmaker, zekeren J.
B. een stel matrijzen, waarmede een Luiksche
stempelsnijder ongeveer 2000 valsche plaatjes
had vervaardigd. Laatstgenoemde verklaarde
bezoek van een Hollander te hebben ontvangen
die zeide door de Nederlandsche regeering ge
zonden te zijn om dergelijke plaatjes te bestel
len; deze werden naar Maastricht gezonden. In
die stad heeft de politie thans zekeren O. en
drie medeplichtigen gearresteerd, die in deze
zaak zouden gemengd zijn.
Carreerweverij bij Scholten stop gezet.
Woensdag vergaderden de Organisaties „St.
Lamfcertus", „Unitas" en „De Eendracht" met
haar leden die bij de staking betrokken zijn. Vele
arbeiders verklaarden daarbij wel te willen
werken, maar uit vrees voor moeilijkheden en
bedreigingen van den kant der stakers en hun
aanhang den arbeid niet te durven hervatten.
Woensdag wilden de stakers in optocht naai
de fabrieken marcheeren om de fabrikanten te
dwingen, hun het loon der vorige week, dat
gewoonlijk op Woensdag uitbetaald wordt, uit
te keeren. (Naar stakers mededeelden, hadden
de fabrikanten geweigerd dat loon uit te be
talen). Daarover heerschte groote ontevreden
heid.
Ook de Federatie, in wier handen de leiding
der staking berust vergadert geregeld met de
stakers. Op die vergaderingen worden zij door
de leiders aangespoord tot volhouden en met
alle macht te pogen hun eigen organisaties er
toe te bewegen de kassen voor hen open te stel
len om hen te steunen.
Nog werd ons medegedeeld dat de carreer
weverij der N.V. Katoen-Maatschappij v.h. Gebr.
Scholten Co. aan de Haven-Zuidzijde is stop
gezet, terwijl in de wit-weverij nog de helft van
het aantal arbeiders aan 't werk is gebleven.
Naar de directie mededeelde, is daar nog onge
veer een 140-tal personen aan den arbeid.
(Herplaatst wegens misstelling)
Ruiten ingegooid bij werkwilligen.
Bij den tweeden penningmeester van St.
Lambertus" en bij andere werkwilligen te
Almelo zijn de ruiten stuk gegooid. De avond
van Woensdag verliep tamelijk rustig. Politie,
marechaussées te paard en te voet alsmede
Rijksveldwachters surveilleeren door de stra
ten der stad en in de nabijheid der fabrieksge
bouwen en zorgen voor opvolging van het
verbod van samenscholing.
Door leden van „De Eendracht" die bij de
staking betrokken zijn is vergaderd met het
doel hun bestuur over te halen zich bij de
stakingsleiding aan te sluiten.
De besturen van „St. Lambertus", -,,De Een
dracht" en „Unitas" blijven wat de verantwoor
delijkheid der staking betreft op hun standpunt
staan. Zij kunnen die verantwoording niet op
zich nemen. De neutraal-onafhankelijke orga
nisatie neemt ten opzichte van steun aan hun
bij de staking betrokken leden een eenigszins
ander standpunt in, dan de drie genoemde orga-
nisatiebesturen en meenen om verschillende
redenen hun leden wel uitkeering te moeten
geven, welk standpunt de andere organisaties
niet kunnen aanvaarden.
Een charge met de sabel.
Nader meldt men ons:
Gisterenmiddag te circa twee uur moest de
politie een charge uitvoeren ter hoogte van het
kanaal bij het Marktplein.
Een fietsrijder, die daar blijkbaar niet op be
dacht was, kreeg bij die gelegenheid een sabel
houw op zijn hoofd, welke slag zoo ernstig aan
kwam, dat hij hevig bloedend bij Dr. Westen
berg werd binnengedragen om verbonden te
worden. Nadat de man verbonden was kon hij
zijn weg weer vervolgen.
DE ZOMERTIJD.
Verschenen is het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer over het voorstel van wet van
de heeren v. d. Heuvel en Bakker tot afschaf
fing van den Zomertijd. Hieraan is ontleend:
De indiening van dit iuitiatief-voorstel kon
bij vele leden geen instemming vinden.
Het was verscheidene leden niet duidelijk,
welke beweegredenen de voorstellers tot de
indiening van dat wetsvoorstel hebben geleid.
Andere leden, die zich met het bovenstaande
konden vereenigen, achtten bovendien het tijd
stip der indiening zoo kort voor de Kamerver
kiezingen, al zeer ongelukkig gekozen.
Verscheidene leden, voorstanders van den zo
mertijd, wezen er op, dat de laatste jaren in
vele streken een streven bestaat om zich gelei
delijk meer aan den huidigen toestand aan te
passen, waaruit mag blijken, dat in het alge
meen de bevolking met den zomertijd ver
zoend is.
SLUITZEGELS NAT. CRISIS-COMITé.
Het Nationaal Crisis-Comité deelt ons mede:
Eenige weken geleden hebben wij bekend ge
maakt, dat de sluitzegels van ons Comité, waar
van wij in het seizoen 19311932 een omzet
bereikten van ruim 6 millioen, in een andere
uitvoering verkrijgbaar worden gesteld bij een
minimum-afneming van 1000 stuks.
Gezien het aantal aanvragen voor kleinere
hoeveelheden, hebben wij thans besloten, deze
zegels oef st verkoopen bij hoeveelheden van
100 stukJ 1 (storting op giro no. 186000
onder vermelding: sluitzegels).
Van „Goddank" en andere dingen.
De K. R. O. bood ons volgend artikel ter
plaatsing aan:
Wij beleven tegenwoordig vreemde dingen
met de radio-contröle-commissie. Of daar nog
een katholiek zitting in heeft, weten wij niet,
in ieder geval is zijn invloed niet van dien
aard, dat hij, wat nu gebeurd is, heeft kunnen
beletten. Want wat wij Zaterdagmiddag hoor
den, toen wij luisterden naar een uitzending
van den H.I.R.O., die zich aanmeldt als een neu
trale omroeporganisatie, maar die blijkbaar de
beruchte Evangelische Maatschappij in zich
heeft opgenomen om Rome te bestrijden, gaat
o.i. alle perken te guiten.
Van den eersten spreker vernamen wij al
leen de paar laatste zinnen van zijn betoog,
waarin hij mededeelde, dat zijn strijd niet was
tegen de Roomschen, maar alleen tegen de
ultramontanen.
Wij kennen dit deuntje. *t Is wel heel ouder-
wetsch, maar het schijnt nog wel gaarne door
anti-papisten gezongen te worden.
Wat zeg ik: „anti-papisten"? Maar dat zijn
de menschen van de Evangelische Maatschap
pij niet. Ten minste dominé van Hoogen-
huyze is het niet, zooals hij uitdrukkelijk
voor de microfoon verklaarde. (Deze dominé
was de tweede spreker). Hij verklaarde ook,
dat hij' niets te maken had met de zoo beruchte
juffrouw Bon, de bekende schandaalcolportrice
in Amsterdam, hoewel deze in haar laatste
pamflet den dominé bedankte voor zijn hulp
haar verleend. Wij weten dus, wat de verkla
ringen van ds. van Hoogenhuyze beteekenen.
Welnu, die dominé had tot onderwerp ge
kozen: „Nederland, waak tegen Rome".
Het was van begin tot het einde een vermaan
aan de protestanten om zich te verzetten tegen
de groeiende macht van Rome. Dit was de posi
tieve taak van het Protestantisme: zich zelf te
versterken in den strijd tegen Rome.
Nu weten wij, dat de dominé niet alleen van
theorie houdt maar op het gebied van den
anti-Romestrijd er practische middelen op na
houdt. Wij noemen ze hier op; zooals hij ze
voor de microfoon aangaf.
Vooreerst moesten de protestanten zorgen,
dat zij meer ziekenhuizen kregen in ons land.
Want de Roomsche ziekenhuizen overtroffen
in getal verreweg die der Protestanten, en men
besefte niet, welke gevaren die Roomsche
ziekenhuizen waren voor het ware Evangelie.
a) onze zieken komen in Roomsche omge
ving en worden beïnvloed door de zusters om
Roomsch te worden.
b) zij worden overgehaald om legaten en er
fenissen aan de Roomsche Kerk en instellin
gen te vermaken.
Vervolgens moeten zij meer de protestant-
sche kunst en kunstenaars ondersteunen. Als
het zoo doorging als nu, zei de dominé, dan
zou al heel spoedig de kunst in Nederland
Roomsch zijn, wat natuurlijk zeer verderfelijk
is!
Ten derde, moest men de katholieke zaken-
menschen niet bevoordeelen en koopen bij den
protestantschen middenstand.
De Roomschen koopen niet bij protestan
ten, gaf hij te kennen, en daarom moesten zij
het niet bij Roomschen doen, die toch al zoo
veel vóór hadaen, omdat zij zoo gemakkelijk
voor lage rente geld konden bekomen. (Natuur
lijk van de rijke kloosters!!)
Ten vierde moest men op politiek gebied een
protestantsch front vormen, dat Nederland, een
protestantsche natie op protestantsche wij
ze zou regeeren weg met iedere coalitie!
Ten vijfde, er zou gezorgd moeten worden,
dat het geld. door den staat voor het onder
wijs verschaft, niet in de zakken der klooster
lingen kwam. En daarom moest naar het voor
beeld van Spanje aan de kloosterlingen het
recht ontzegd worden om onderwijs te geven.
Tenslotte alle protestanten in ons land moes
ten alle pogingen aanwenden om de goederen
in de doode hand te doen belasten. (Dat de be
lasting op de goederen in de doode hand een
tweesnijdend zwaard is, dat het meest de pro
testanten zou treffen, weet de dominé waar
schijnlijk niet. Hij staart zich blind op de enor
me rijkdommen der kloosters, die jammer ge
noeg alléén maar in zijn fantasie bestaan).
Na deze zeer papistische en liefde-ademende
middelen ter bestrijding van de katholieke kerk
in ons vaderland te hebben aangegeven kwam
de dominé tot het tweede deel van zijn rede:
de geestelijke middelen ter versterking van het
Protestantisme. Dit deel besloeg op de 25 mi
nuten spreektijd hem door den H.I.R.O. ge
geven, nog geen drie minuten. Wel opmerkelijk.
Wij hadden ons juist op dit deel gespitst, om
dat wij wel eens wilden weten op welke manier
het Protestantisme zich geestelijk versterken
kan. Edoch 't was voor ons een deceptie van
de ergste soort. Die geestelijke versterking be
stond in de getuigenis der geloovigen en een
zich doordringen van den geest der reforma
toren. M.a.w. niet in de navolging van Chris
tus, niet in 't zich eigen maken van verschil
lende christelijke deugden, niet in het beoefe
nen der naastenliefde, maar in een hernieuwd
animo tot den strijd tegen de Katholieke Kerk.
Waarvoor, zooals dominé dan ook had mede
gedeeld, voor enkele jaren een Internationaal
Verbond van het Protestantisme was opge
richt, dat in 1934 zijn congres in Den Haag zou
houden.
De 25 minuten waren vol gesproken en ds.
v. Hoogenhuyze, die volstrekt geen anti-papist
is, had weer voor de zooveelste maal zijn ge-
loofsgenooten tegen hun katholieke medebur
gers in ons vaderland opgezet.
Als onze geduldige lezer nu denkt, dat wij
dit erg vinden, dan vergist hij zich. Heel dat
dwaze en onnoozele gepraat gaat langs ons
heen. Wij weten veel te goed, dat het getal
gelijkgezinden achter ds. v. Hoogenhuyze met
den dag kleiner wordt, dank zij de felheid
van zijn optreden, maar wij vragen ons het
volgende af:
Voor ruim veertien dagen trad voor onze mi
crofoon een spreker op, die eenige gedichten
van den meest onschuldigen inhoud declameer
de. Die versjes moesten worden opgezonden
naar de controle-commissie van de radio. Het
was heel moeilijk iets te vinden, wat ge
schrapt kon worden. Maar toch, men slaagde.
In één der gedichtjes kwam het woord „God
dank" voor.
Dit woord moest er uit, omdat men daar
mede de orthodox protestanten ergerde. Aan
dezen maatregel hebben wij ons onderworpen,
omdat wij niemand willen ergeren.
Maar diezelfde commissie keurde blijkbaar
de rede van dominé van Hoogenhuyze goed.
een opruiende rede tegen de katholieken, een
echte anti-papistische rede. Nog erger. Diezelf
de commissie vond geen termen aanwezig om
ons katholieken het dubbel pijnlijk gevoel te
sparen, dat openlijk tot den strijd tegen ons
werd aangezet, tweedracht en vijandschap werd
gepredikt tusschen burgers van eenzelfde va
derland, midden in onzen zendtijd, toen onze
luisteraars hun toestel hadden aanstaan. Maar
het ergste van al was dit, dat deze commis
sie niet belette, dat publiek voor geheel Neder
land voor de microfoon geëischt werd een uit
zonderingsmaatregel voor een bepaalde catego
rie van Katholieken, even goede staatsburgers
als welke protestant ook.
Ds. van Hoogenhuyze spoorde n.l. zijn pro
testantsche landgenooten aan om de klooster
lingen buiten de grondwettige vrijheid te plaat
sen, door l»un, op het voorbeeld van Spanje,
het onderwijs te verbieden.
Hiertegen vooral zij ons protest.
Dominéé van Hoogenhuyze is niet wijzer. Die
man is verblind door zijn anti-papisme. Met
hem kunnen wij alleen medelijden hebben en
voor hem bidden, dat O. L. Heer hem zijne
oogen opene.
Maar wat te zeggen van e«n contróle-cona-
heeft men er nu voor te zorgen, dat U een
verkoudheid direct met een beproefd middel
bestrijdt, teneinde de griep te voorkomen.
ASPIRIN is en blijft het middel bij uitne
mendheid door onvergelijkelijke zuiverheid en
steeds gelijk blijvende qualiteit.
Maat let er tevens op, dat U ook ASPIRIN
ontvangt, indien U ASPIRIN verlangt en laat
U geen minderwaardige namaak, welke mis
schien reeds jarenlang op een ondeugdelijke
plaats bewaard is, in de hand stoppen.
ASPIRIN is steeds te herkennen aan het
Bayer-kruis en verkrijgbaar in oranjeband-
buisjes van 20 tabletten a 70 cent en ia
oranje-zakjes van 2 tabletten a 10 cent.
Reel. 640DGVS
missie, die zulk een rede laat passeeren en
daardoor duidelijk maakt, dat een meten met
twee maten bij haar mogelijk is?
Wordt het niet meer dan tijd, dat na zulk
een ervaring door den Minister een hooger be
roep wordt ingesteld, opdat de wettelijke zeker
heid worde vastgesteld voor degenen, die blij
ken gedupeerd te worden?
De K. R. O., die altijd getracht heeft alles
te vermijden, wat andersdenkende luisteraars
zou kunnen grieven, heeft zich veel bekrompen
maatregelen van de controle-commissie laten
welgevallen. Maar dit geval eischt toch wel
een geduld in een heldhaftigen graad.
Wij zullen dan ook dergelijk optreden van de
radio-eontröle-commissie blijven signaleeren
in de toekomst.
Dit schijnt voorloopig wel het eenige middel
te zijn, dat ons overblijft.
Passagieren Luiten de stad verboden.
Naar wij vernemen is het aan het marine
personeel van hoog tot laag met ingang van
gisterenavond verboden, buiten Amsterdam te
gaan passagieren.
DE HOUDING VAN 'T KATHOLIEKE
MARINE-PERSONEEL.
Dienstweigering en muiterij onvoor
waardelijk afgekeurd.
Te Den Helder is een goed bezette vergade
ring gehouden van de R.K. Vereeniging van
Marinepersoneel ter bespreking van de audiën
tie met den Minister van Defensie op 3 Febr.
gehouden ter zake van de salarisvermindering
voor het marine-personeel in Indië, alsmede
ter zake van de nader gevoerde actie van het
hoofdbestuur in verband met de dienstweige
ring en de muiterij.
De voorzitter van het hoofdbestuur hield een
uitvoerige inleiding over de positie van het
marinepersoneel in Indië.
De dienstweigering en de muiterij aan boord
van de „Zeven Provinciën werd door de ver
gadering onvaarwaardelijk afgekeurd.
Uit de vergadering gingen stemmen op om
vooral in dezen tijd krachtig achter de regeering
te blijven staan. Men legde den nadruk op het
feit dat de katholieken in samenwerking met
den Bond van Christ. Marinepersoneel en de
Vereeniging van Technici een groep van bijna
1100 leden vormen, die het in geen enkel op
zicht met de actie van de socialistische marine
bonden eens zijn en de daar gevoerde agitatie
ten sterkste afkeuren.
DE REACTIE OP DE JAVA.
Onze bijzondere correspondent te Soerabaja
telefoneerde eergisteren, dat, toen op de „Ja
va" bekend werd, wat op „De Zeven Provin
ciën" was geschied, het inlandsche deel der
bemanning op den voorbak onder bewaking
was gesteld.
Naar aanleiding hiervan deelt men ons mede
dat in 's-Gravenhage, noch op het departement
van Defensie, noch op dat van Koloniën, eenig
bericht hieromtrent is binnengekomen.
DE RELLETJES TE PARAMARIBO.
Orde hersteld.
PARAMARIBO, 8 Februari. (ANETA.)
De orde, welke alhier was verstoord door de
agitatie van De Kom, is thans hersteld. In to
taal zijn bij de relletjes twee personen gedood
en 23 gewond.
De immigranten zijn naar de plantages terug
gekeerd en hebben hun werk hervat.
BATAVIA, 9 Februari (ANETA.) Het bezoek
van het Fransche oorlogsschip „Pnmauget
met aan boord den vice-admiraal Berthelot, aan
Tandjong-Priok, is uitgesteld.
DE „MATROZEN VAN CATARRO" TE
HAARLEM VERBODEN.
Naar wij vernemen, heeft de burgemeester
van Haarlem de opvoering van de „Matrozen
van Catarro" voor zijn gemeente verboden.
De „Ohoe" vertrokken.
Gistermorgen om 5.50 uur is de Oehoe van
Schiphol naar Nederlandsch-Indië vertrokken.
Eén passagier maakt de reis tot Cairo mede.
Aan boord bevinden zich 307.14 K G. post
4.6 K.G. pakketpost en 48.270 K.G. lading.
De bemanning bestaat uit de heeren W. C. v.
Veenendaal, eerste bestuurder, G. Bax, tweede
bestuurder, Chr. Biesheuvel werktuigkundige
en J. J. den Outer, radio-telegrai.st.
De Oehoe" is gisteren te Rome geland.
De Ijsvogel" is te Calcutta aangekomen.
De „Pelikaan" is in Cairo aangekomen.
STERFTE AAN INFLUENZA^RONCHITIS
EN PNEUMONIE
Het aantal sterfgevallen aan influenza, bron
chitis en pneumonie in de 46 gemeenten met
meer dan 20.000 zielen, omvattende op 1 Janu
ari 1932 eene bevolking van 3.928.542 inwoners,
voorgekomen gedurende de week van 29
Januari tot en met 4 Februari 1933 is: aan in
fluenza 31, aan bronchitis (acuta, chronica) '24,
aan bronchopneumonie (capillaire bronchitis)
78, aan lobaire pneumonie (croupeuze pneu
monie) 23, aan pneumonie zonder meer 42.
Totaal 167.
N. MANSVELT t
Gisterenmorgen is op de algemeene begraaf
plaats te Heemstede onder veel belangstelling
teraarde besteld, het stoffelijk overschot van dl.
N. Mansvelt, in leven oud-superintendent van
onderwijs der Zuid-Afrikaansche republiek.
OVERREDEN EN GEDOOD-
Gistermorgen is nabij de Wittelterbrug ds
ongeveer 80-jarige zwakzinnige heer R. F. door
de tram, komende van Smilde, overreden ea
gedood.