DE VEERTIG-UREN-WEEK TE GENEVE VRIJDAG 10 FEBRUARI 1933 n. HET STANDPUNT DER WERK GEVERS-GROEP. f DE ZONDAGSHEILIGING. t FINIS. DE LOURDES FEESTEN. DE REIS VAN DEN KARDINAAL LEGAAT. VETTE VARKENS NAAR RUSLAND? R.K, WEESHUIZEN EN OPVOEDINGS GESTICHTEN. KARDINAAL FRÜHWIRTH f VERVALSCHING VAN RIJWIEL- PLAATJES De werkplaats te Luik ontdekt en de daders gearresteerd. Opdracht voor een millioen plaatjes. DE WILDE STAKING TE ALMELO. ANTI-PAPISME IN DEN AETHER. DO MINE VAN HOOGEN HUY ZE VOOR DE MICROFOON. Meer dan ooit DE MUITERIJ OP DE ZEVEN PROVINCIËN HET MARINE-PERSONEEL TE AMSTERDAM. FRANSCH VLOOTBEZOEK UITGESTELD. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. m Het standpunt van de Werkgeversgroep was op één meer welwillende uitzonde ring na: die van den Italiaanschen groot industrieel Olivetti absoluut afwijzend. Van hun zijde werd tegen de 40-urige arbeidsweek in hoofdzaak het navolgende aangevoerd: Wat met dezen maatregel beoogd wordt, is iets anders dan de in verschillende landen vrijwillig in praktijk gebrachte „short time". Wat men wil is een algemeene en bij de wet opgelegde verkorting van den arbeids duur. De verkorting van den arbeidsduur, ge paard met een evenredige verhooging der uurloonen, zou een aanzienlijke verhooging van de productiekosten brengen en dus ook de verkoopprijzen doen stijgen, waar door de vraag zou verminderen en dus de werkloosheid zou vergroot worden. Er is inderdaad reden, om, ten einde te berekenen het deel der loonen, salarissen en sociale lasten in den kostprijs (en diens volgens den invloed van de kosten van den handenarbeid op het prijs-niveau) in be schouwing te nemen het totale bedrag van dit soort uitgaven in alle stadia van de productie en van de distributie, waarop deze maatregel betrekking zou hebben, in een bepaald product, en het is noodig aan elk van deze uitgaven voor handenarbeid haar beteekenis in het bepaalde product toe te kennen. Het handhaven van de weekloonen zou rechtstreeks leiden tot een gevaarlijke inflatie. Indien het weekloon werd vérlaagd, in evenredigheid aan den korteren arbeidstijd, zoodat dus de totale som, aan arbeidsloonen in een onderneming uitbetaald, onveranderd bleef, dan zou er geenszins een algemeene verhooging van koopkracht door ontstaan, te minder omdat zelfs in dat geval toch de kostprijs stijgen zou. Een verhooging van de productiekosten in de industrie zou de vraag naar industrieele producten bij de landbouwende bevolking nog doen inkrimpen. En wijl het vaststaat, dat de koopkracht van dit deel der bevol king reeds aanzienlijk verminderd is, zou de stand van onevenwichtigheid tusschen industrie en landbouw nog verergerd wor- den. De vergrooting van de koopkracht van het geheel der arbeiders, die het gevolg zou kunnen zijn van het tewerkstellen van een grooter aantal en het handhaven van de be staande weekloonen zou opgewogen worden door een evenredige vermindering van de koopkracht van de overige bevolking, zoo dat tenslotte de totale vraag naar industrieele goederen niet grooter zou worden. Om verschillende redenen bijv. door de onmogelijkheid om met afwisselende ploe gen te werken in de kleine ondernemingen, en het feit, dat thans reeds in verschillende ondernemingen short time (40 en minder uren per week) gewerkt wordt, zou de verplichte korting van den arbeidsduur weinig invloed uitoefenen op het scheppen Van nieuwe werkgelegenheid. Bezwaren van technischen aard, min of meer belangrijk in de verschillende landen, zouden het in vele gevallen feitelijk on mogelijk maken, om een groot aantal werk- loozen weer tewerk te stellen. Zoo bijv. de opleiding van werkloozen voor anderen arbeid; toeneming van het technisch en toe zicht houdend en leiding gevend personeel; verplaatsing van arbeiders naar een andere streek; onvoldoende werkplaatsen en machi nes', de moeilijkheid om voldoende vak bekwame arbeiders te vinden; gebrek aan voldoende woongelegenheid, enz. In verschillende landen, waar men ge woon is de arbeidsuren, loonen en arbeids voorwaarden bij collectieve arbeidsovereen komst te regelen, zal de verplichte ver korting van den arbeidsduur vele dezer overeenkomsten in de war staren en daar door oorzaak worden van ernstige conflicten in de industrie. De verplichte verkorting van den arbeids duur zou tot gevolg kunnen hebben een kunstmatige uitbreiding van de mechanisatie, om daardoor de vermindering der productie te keeren, en een verhooging van den kost prijs en daardoor een toenemende werkloos heid. De verschillende invloed van den korteren arbeidsdag op de kostprijzen en de verkoop prijzen der industrieën in de verschillende landen en als gevolg daarvan ongelijkheden in uitgangspunt wat betreft de loonen, den levensstandaard, bevolkingsdichtheid, econo mische voorwaarde^!, enz., zou het verschil in concurrentie-mogelijkheid in de verschil lende landen nog grooter doen worden, zou het economisch nationalisme nog aanscher pen en zou daarom tot gevolg hebben nieuwe belemmeringen voor den internationalen handel. Een algemeene nieuwe, uniforme en ver plichte reglementeering zou aan de industrie de niet te ontberen soepelheid ontnemen, zou de aanpassing aan de huidige voorwaar den bemoeilijken, zelfs onmogelijk maken en zou het economisch herstel tegenhouden. Iedere solutie moet internationaal zijn, en de bereids opgedane ervaring heeft be wezen, dat de Internationale Organisatie van den Arbeid niet in staat is, in zake den arbeidsduur, een internationaal instrument te verschaffen, dat dezelfde beteekenis heeft 'en alle landen, of dat geratificeerd en feite lijk toegepast wordt door alle Staten-leden; bovendien zou een zoodanig instrument geen toepassing vinden in de Staten, die geen lid van de Internationale Organisatie zijn (Rus land, Vereenigde Staten van Noord- Amerika);. overigens kan de uniformiteit van den arbeidsduur, wanneer zij niet ver gezeld gaat van de uniformiteit der loonen en andere arbeidsvoorwaarden, nooit de ge lijkheid tusschen de naties verzekeren. De eenige afdoende oplossing van het Werkloosheids-probleem ligt in de middelen tot herstel in de algemeene, financieele en economische moeilijkheden, waarmee de Economische Wereldconferentie zich zal kezig houden. Aldus luidden in hoofdzaak de door de werkgeversgroep aangevoerde bezwaren. Zij diende geen resolutie m, maar legde fcen tweetal verklaringen ^ei(^e tot strek- king hebbende uit te spreken, dat een inter nationale conventie tot verplichte invoering van de 40-urige arbeidsweek met zou moe ten tot stand komen. Anders was de houding van de overgroote meerderheid der regeeringsgedelegeerden. Ook zy zagen wel de bezwaren en moeilijk heden in, maar zij meenden, dat deze voor bereidende conferentie haar taak niet be hoorlijk zou hebben vervuld, wanneer zij het vraagstuk niet ook in zijn onderdeelen onderzocht had. Het wordt al meer gewoonte, de morgen uren van den Zondag te bestemmen voor allerlei bijeenkomst, die met het karakter van den dag des Heeren in strijd is. Waren het aanvankelijk de adepten der „Vrije gedachte" of van den atheïstischen „Dageraad", die gedurende den kerktijd filmvertooningen, concerten en lezingen organiseerden, het slechte voorbeeld vindt telkens meer navolging. Van twee zijden tegelijk ontvingen we dezer dagen 'n soortge lijke mededeeling. Van de Tooneel-liga, die een voordracht laat houden op Zondagmor gen en van het socialistische Instituut voor Arbeidersontwikkeling, dat zelfs een corft- plete tooneelvoorstelling annonceert, aan vang half 11. Wij geraken met deze verkeerde gewoonte op een zeer bedenkelijken weg. Het is te begrijpen, dat de propaganda voor het atheïsme zich er heel veilig bij voelt. Een reden te meer voor anderen, die onnaden kend misschien tot het succes van zulke Zondagmorgen-vertooningen medewerken, wij zien b.v., hoe diverse solisten van de Italiaansche Opera zich voor concert uitvoeringen leenen, om zich op het geval te bezinnen. Voor ontspanning op allerlei gebied is de Zondag lang genoeg. Het moge geen volkszede worden, dat ook nog op de mor genuren concertzaal en theater beslag leggen. Ligt hier voor de overheid wij denken aan onze verouderde Zondagswet niet een taak om tegen excessen te waken? Dertig jaar geleden rukte hij zich los van de Kerk. In toog sprak hij in socialistische vergaderingen en leerde aan katholieken, dat zij gerust socialist konden worden zonder hun geloof te verliezen. Hij werd een verwoed bestrijder van de Kerk, wier priester hij was geweest: een tijdlang was hij de trots van iedere anti- paapsche bijeenkomst en zijn naam stond jarenlang op de sprekerslijst van vrij denkersvergaderingen. De bladen, wier eenig doel is de Katho lieke Kerk te bespotten, vonden in hem een geregeld medev^erker. In de katholieke ge meenschap verstierf zelfs de herinnering aan zijn naam. Nu is hij, dr. Jan v. d. Brink, plotseling in Den Haag gestorven, uiterlijk onverzoend met de Kerk Zijn stoffelijk overschot zou heden worden verbrand. „Het is noodig, dat er ergernissen komen, maar wee den mensch, die ergernis geeft". Ons past geen oordeel over persoonlijke schuld. Laat ons kwaad met goed vergelden en bidden, dat God zijn arme ziel genadig zij Onze Parijsche correspondent schrijft ons dt. 8 dezer: Zijn Eminentie, kardinaal Binet .aartsbis schop van Besanqon, aan wien de H. Vader opdracht heeft gegeven, Hem als legaat te ver tegenwoordigen bij de jubileumfeesten van de Verschijningen van Lourdes, heeft hedenavond te 6.40 uur de reis naar het genadeoord atm den voet van de Pyreneeën aanvaard. De Fransche spoorwegmaatschappijen hebben voor den legaat en zijn gevolg een salonrijtuig beschikbaar gesteld en doen den trein door een vertegenwoordiger der directies vergezellen. Op het oogenblik, dat de kardinaal-legaat de stad van zijn aartsbisschoppelijken zetel ver liet, hebben de autoriteiten en de geloovigen den vertegenwoordiger van den H. Vader ge huldigd. Alle klokken werden geluid en de no tabelen der stad en de geestelijkheid, benevens een groot aantal der geloovigen waren aan het station aanwezig, om den legaat uitgeleide te doen. In de parochies langs den spoorweg zullen op het uur van het voorbijkomen van den trein met den legaat de kerkklokken worden geluid, als een hulde aan den H. Vader, te Lourdes heeft de spoorwegmaatschappij van de „Midi" een groote ontvangsthal in gereedheid gebracht, om den vertegenwoordiger van den H. Vader op waardige wijze te doen ontvangen. Aldaar vereenigen zich ook de civiele autori teiten ter begroeting van den Pauselijken le gaat. De trein wordt Donderdagmiddag te Lourdes verwacht. Onderhandelingen over uitvoer voortgezet. Naar wij van betrouwbare zijde vernemen, worden de onderhandelingen over den uitvoer van vette varkens naar Rusland, waarmede de Varkens Centrale reeds eenige maanden bezig is, voortgezet. Er beslaat kans, dat zij tot een resultaat zullen leiden. Intusschcn is het bij onderhandelingen met Rusland altijd goed met onverwachte wendingen rekening te houden. De R. K. Vereeniging ter behartiging der be langen van de R. K. Weeshuizen en Opvoedings gestichten in het bisdom Haarlem (B.W.O.) hield haar alg. Vergadering in 't R. K. Weeshuis, West Kruiskade te Rotterdam. In den morgen was een plechtige H. Mis van Requiem opgedragen voor de zielerust van Broeder Prudentius Wol- ters, docent in de Opvoedkunde aan den B.W.O. cursus, eerste redacteur van „Richtlijnen" en bestuurslid van de B.W.O. Bij den aanvang der vergadering werd hij door den voorzitter den Z.Eerw. heer H. M. van Spanje in waardeerende woorden herdacht. Vervolgens hield Br. Cajetanus van Dongen, secretaris van den Keurraad een inleiding over „Jeugdlectuur in onze gestchten". Hierna werd als conclusie der vorige lezing over „Jeugdbeweging" besproken, hoe er in vele gestichten gewerkt wordt met verschillende clubs in huis en over de aansluiting met de be wegingen onzer dagen als Graal, Padvinderij, enz. Door ruim 50 personen, werkzaam in diverse gestichten, was deze vergadering bezocht. Op bijna negentig-jarigen leeftijd heeft An dreas Kardinaal Frühwirth, van de Orde der Dominicanen, oudste lid van het Heilig Col lege, zijn zeldzaam rijk gezegend leven afge sloten. Het is bijna veertig jaar geleden, dat wij de zen grooten zoon van Sint Dominicus, die van geboorte een Oostenrijker was, voor het eerst ontmoetten. Pater Frühwirth was toen zelf nog geen vijftig jaar en reeds had hij toen sinds enkele jaren de hoogste waardigheid in zijn Orde verworven. Zes. en veertig jaren oud, was Pater Früh wirth reeds gekozen tot Magister-Generaal der Dominicanen-Orde en vertoefde hij op zijn eer ste visitatiereis in Holland. Wij, die toen vlak voor de intrede stonden van ons noviciaat, werden aan hem voorgesteld. En nog herinne ren wij ons in zijn kleine figuur de machtige als sterren stralende oogen, die tegelijk een eindelooze goedheid en minzaamheid en een onuitputtelijke energie en levenslust beduid den. De volle twaalf jaren, die aan het hooge ambt van magister-generaal zijn gesteld, heeft Pater Frühwirth uitgediend, en na zijn aftreden heeft hij nog vier-opvolgers gekend, van wie Kardinaal Frühwirth O.P de Hoogeerw. Paters Hvacinthe Cormier en Ludovicus Theissling, beiden de bijna volle ambtsjaren hebben uitgeleefd. Andreas Frühwirth weid op 21 Augustus te St. Anna am Aigen In Stiermarken geboren. In 1863 trad hij te Graz in de Dominicaner- Orde en werd in 1868 in den Grazer Dom tot priester gewijd. Als jong priester ging hij zijn thomistische studiën voltooien in het interna tionale College zijner Orde, de Sancta Maria sopra Minervam te Rome, waar hij in die ja ren getuige is geweest van het Vaticaansche Concilie en van de Dogma-verklaring der Pau selijke Onfeilbaarheid. Twee maanden na den intocht der Piemon- teezen binnen Rome, behaalde hij zijn docto raat in de philosofie en theologie, en verliet hij de Eeuwige Stad om zich naar Zuid-Frank rijk te begeven. Daar leerde hij als jong-priester reeds den Hoogeerw. Pater Hyacinthe Cormier kennen, die toen reeds Provinciaal der Dominicanen te Toulouse was, en die zelf later Pater Früh- wirth's opvolger zou worden als Generaal dei- Orde. Van 1876 tot 1891 vertoefde hij in Oosten rijk, waar hij te Graz de Philosophie en Theo logie doceerde en ook weldra tot Prior van zijn klooster werd gekozen. Daarna werd hij eerst Prior te Weenen en vervolgens Provin ciaal van de Oostenrijk-Hongaarsche Domini caner-provincie, in welke kwaliteit hij het hoogste aanzien genoot bij de kerkelijke en we reldlijke autoriteiten. Op het Generaal-Kapit- tel der Orde in 't jaar 1891, werd Pater Früh wirth, toen 46 jaar oud, gekozen tot den 74en opvolger van den heiligen Vader Dominicus, als Magister-Generaal der Orde, en vertrok hij andermaal naar Rome. Gedurende de twaalf jaren van zijn zegen rijk Generalaat onderscheidde hij zich bijzon der door zijn algemeene zendbrieven, onder welke die over „de Sacra Praedicatione" nog onvergetelijk voortleeft. Groote zorg besteedde hij aan de geschiedenis der Dominicaner-Orde, de uitgaven van de Acta van de Generaal-Ka- pittels van 1220 tot 1844, en het groote Ordens- tijdschrift „Analecta Ordinis Praedicatorum". Onder zijn bestuur werden van de nieuwe „Edi- tio Leonina" van St. Thomas' werken alleen reeds zes deelen uitgegeven. Viermaal was hij in die jaren voorzitter der Generaal-Kapittels, te Lyon, Aquila, Weenen en Ganyra. Een van zijn eerste daden als Magister-Ge neraal was den heiligen en voortreffelijken Pater Hyacinthe Cormier, dien hij als jong- priester in Zuid-Frankrijk had leeren kennen, als zijn socius te Rome te assumeeren, en in 1894 benoemde hij dezen zelfden Pater Cor mier tot Procurator Ordinis. In 1901 werd Pater Frühwirth gesteld voor de groote moeilijkheid betreffende de houding der Fraifcche Dominicanen ten opzichte van de nieuwe wetten op de religieuze Congrega ties, en als in die zeer moeilijke jaren de Or- densgeest der vele Fransche Dominicanen zoo gelukkig behouden is gebleven, dan is dit voor een zeer groot deel ook toe te schrijven aan liet wijze beleid en heilig voorgaan van den Magister-Generaal Pater Frühwirth. Op zijn laatste visitatie-reis door zijn vader land, ontving Pater Frühwirth de vereerende tijding, dat Paus Pius X hem aangewezen had tot Titulair Aartsbisschop van Heraclea, en hem tevens benoemde tot opvolger van Mgr. Capute, als Apostolisch Nuntius te Miinchen. Pater Frühwirth werd de eerste niet-Ita- liaansche nuntius te Miinchen. Acht jaren, van 1907 tot 1915, bleef Pater Frühwirth te Miinchen op zijn hoogen diplo- matieken post, tot groote tevredenheid van den H. Stoel en der Beyersche Regeering. Toen, in 1915, reeds 70 jaren oud, werd hij door Paus Benedictus XV weer naar Rome ge roepen en tot Kardinaal verheven. In het Hei lige Jaar van 1925 werd hij benoemd tot Groot- Penitencier en in 1927 tot Kanselier der H. Roomsche Kerk. Als Kardinaal en als Dominicaan heeft hij nog de groote voldoening mogen beleven van de Heiligverklaring van zijn beroemden Or- densgenoot Albertus den Groote, aan welk pro ces hij zijn leven had gewijd. Want in al zijn roemrijke levenspliasen, is Pater Frühwirth altijd een verknocht zoon van den H. Vader Dominicus gebleven. Toen hij in 1915 tot het Kardinalaat werd verheven schreef hij hoogstgelukkig aan den Magister- Generaal, Hyacinthe Cormier: „Ik beleef de groote vreugde U te kunnen mededeelen, dat ik ter gelegenheid van mijn verheffing tot het Kardinalaat het voorrecht heb bedongen, weer het witte kleed van Sint Dominicus te mogen aannemen." In verband met het onderzoek der Neder- landsche Centrale inzake Falcificatien naar den vervaardiger van de valsche rijwielbelasting- merken voor het jaar 1932/'33 kan thans worden bericht, dat de centrale er Maandag j.l. in samenwerking met de gerechtelijke politie te Luik in geslaagd is, aldaar de werkplaats te ontdekken, terwijl de vervaardigers konden worden gearresteerd. Het onderzoek, ingesteld in samenwerking met den recherchedienst der Invoerrechten en Accijnzen te Amsterdam wees uit, dat de val sche rijwielplaatjes te Luik werden vervaar digd. Nadat vastgesteld was, dat de maker wapensmid was, in het centrum woonachtig werd hierop een inval gedaan in zijn werk plaats, waar de pers, cliché's en verdere ingre diënten in beslag werden genomen. De maker die een volledige bekentenis aflegde, werd in arrest gesteld. Daarna werden de graveurs en stempelsnijders aangehouden. Bij een van hen werd nog een partij van 2000 valsche rijwiel- belastingmerken in beslag genomen. De politie heeft hier een goede vangst gedaan .aangezien de maker verklaarde, dat er over een bestelling van 1 millioen belastingmerken was gesproken. De opdrachtgever, zoomede de verspreiders werden intusschen reeds te Amsterdam en te Maastricht gearresteerd. Onze Brusselsche correspondent meldt ons nog: Sedert ongeveer een half jaar was de politie van Amsterdam er achter gekomen, dat duizen den valsche rijwielplaatjes op Nederlandsch grondgebied verspreid waren. Bij nader onder zoek meende zij reden te hebben om te ver onderstellen dat deze te Luik werden vervaar digd. Zij zond twee commissarissen en een ambtenaar van den fiscus naar deze stad, waar dezen zich met de plaatselijke politie in verbinding stelden. Na een kort onderzoek ontdekten zij bij een wapenmaker, zekeren J. B. een stel matrijzen, waarmede een Luiksche stempelsnijder ongeveer 2000 valsche plaatjes had vervaardigd. Laatstgenoemde verklaarde bezoek van een Hollander te hebben ontvangen die zeide door de Nederlandsche regeering ge zonden te zijn om dergelijke plaatjes te bestel len; deze werden naar Maastricht gezonden. In die stad heeft de politie thans zekeren O. en drie medeplichtigen gearresteerd, die in deze zaak zouden gemengd zijn. Carreerweverij bij Scholten stop gezet. Woensdag vergaderden de Organisaties „St. Lamfcertus", „Unitas" en „De Eendracht" met haar leden die bij de staking betrokken zijn. Vele arbeiders verklaarden daarbij wel te willen werken, maar uit vrees voor moeilijkheden en bedreigingen van den kant der stakers en hun aanhang den arbeid niet te durven hervatten. Woensdag wilden de stakers in optocht naai de fabrieken marcheeren om de fabrikanten te dwingen, hun het loon der vorige week, dat gewoonlijk op Woensdag uitbetaald wordt, uit te keeren. (Naar stakers mededeelden, hadden de fabrikanten geweigerd dat loon uit te be talen). Daarover heerschte groote ontevreden heid. Ook de Federatie, in wier handen de leiding der staking berust vergadert geregeld met de stakers. Op die vergaderingen worden zij door de leiders aangespoord tot volhouden en met alle macht te pogen hun eigen organisaties er toe te bewegen de kassen voor hen open te stel len om hen te steunen. Nog werd ons medegedeeld dat de carreer weverij der N.V. Katoen-Maatschappij v.h. Gebr. Scholten Co. aan de Haven-Zuidzijde is stop gezet, terwijl in de wit-weverij nog de helft van het aantal arbeiders aan 't werk is gebleven. Naar de directie mededeelde, is daar nog onge veer een 140-tal personen aan den arbeid. (Herplaatst wegens misstelling) Ruiten ingegooid bij werkwilligen. Bij den tweeden penningmeester van St. Lambertus" en bij andere werkwilligen te Almelo zijn de ruiten stuk gegooid. De avond van Woensdag verliep tamelijk rustig. Politie, marechaussées te paard en te voet alsmede Rijksveldwachters surveilleeren door de stra ten der stad en in de nabijheid der fabrieksge bouwen en zorgen voor opvolging van het verbod van samenscholing. Door leden van „De Eendracht" die bij de staking betrokken zijn is vergaderd met het doel hun bestuur over te halen zich bij de stakingsleiding aan te sluiten. De besturen van „St. Lambertus", -,,De Een dracht" en „Unitas" blijven wat de verantwoor delijkheid der staking betreft op hun standpunt staan. Zij kunnen die verantwoording niet op zich nemen. De neutraal-onafhankelijke orga nisatie neemt ten opzichte van steun aan hun bij de staking betrokken leden een eenigszins ander standpunt in, dan de drie genoemde orga- nisatiebesturen en meenen om verschillende redenen hun leden wel uitkeering te moeten geven, welk standpunt de andere organisaties niet kunnen aanvaarden. Een charge met de sabel. Nader meldt men ons: Gisterenmiddag te circa twee uur moest de politie een charge uitvoeren ter hoogte van het kanaal bij het Marktplein. Een fietsrijder, die daar blijkbaar niet op be dacht was, kreeg bij die gelegenheid een sabel houw op zijn hoofd, welke slag zoo ernstig aan kwam, dat hij hevig bloedend bij Dr. Westen berg werd binnengedragen om verbonden te worden. Nadat de man verbonden was kon hij zijn weg weer vervolgen. DE ZOMERTIJD. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het voorstel van wet van de heeren v. d. Heuvel en Bakker tot afschaf fing van den Zomertijd. Hieraan is ontleend: De indiening van dit iuitiatief-voorstel kon bij vele leden geen instemming vinden. Het was verscheidene leden niet duidelijk, welke beweegredenen de voorstellers tot de indiening van dat wetsvoorstel hebben geleid. Andere leden, die zich met het bovenstaande konden vereenigen, achtten bovendien het tijd stip der indiening zoo kort voor de Kamerver kiezingen, al zeer ongelukkig gekozen. Verscheidene leden, voorstanders van den zo mertijd, wezen er op, dat de laatste jaren in vele streken een streven bestaat om zich gelei delijk meer aan den huidigen toestand aan te passen, waaruit mag blijken, dat in het alge meen de bevolking met den zomertijd ver zoend is. SLUITZEGELS NAT. CRISIS-COMITé. Het Nationaal Crisis-Comité deelt ons mede: Eenige weken geleden hebben wij bekend ge maakt, dat de sluitzegels van ons Comité, waar van wij in het seizoen 19311932 een omzet bereikten van ruim 6 millioen, in een andere uitvoering verkrijgbaar worden gesteld bij een minimum-afneming van 1000 stuks. Gezien het aantal aanvragen voor kleinere hoeveelheden, hebben wij thans besloten, deze zegels oef st verkoopen bij hoeveelheden van 100 stukJ 1 (storting op giro no. 186000 onder vermelding: sluitzegels). Van „Goddank" en andere dingen. De K. R. O. bood ons volgend artikel ter plaatsing aan: Wij beleven tegenwoordig vreemde dingen met de radio-contröle-commissie. Of daar nog een katholiek zitting in heeft, weten wij niet, in ieder geval is zijn invloed niet van dien aard, dat hij, wat nu gebeurd is, heeft kunnen beletten. Want wat wij Zaterdagmiddag hoor den, toen wij luisterden naar een uitzending van den H.I.R.O., die zich aanmeldt als een neu trale omroeporganisatie, maar die blijkbaar de beruchte Evangelische Maatschappij in zich heeft opgenomen om Rome te bestrijden, gaat o.i. alle perken te guiten. Van den eersten spreker vernamen wij al leen de paar laatste zinnen van zijn betoog, waarin hij mededeelde, dat zijn strijd niet was tegen de Roomschen, maar alleen tegen de ultramontanen. Wij kennen dit deuntje. *t Is wel heel ouder- wetsch, maar het schijnt nog wel gaarne door anti-papisten gezongen te worden. Wat zeg ik: „anti-papisten"? Maar dat zijn de menschen van de Evangelische Maatschap pij niet. Ten minste dominé van Hoogen- huyze is het niet, zooals hij uitdrukkelijk voor de microfoon verklaarde. (Deze dominé was de tweede spreker). Hij verklaarde ook, dat hij' niets te maken had met de zoo beruchte juffrouw Bon, de bekende schandaalcolportrice in Amsterdam, hoewel deze in haar laatste pamflet den dominé bedankte voor zijn hulp haar verleend. Wij weten dus, wat de verkla ringen van ds. van Hoogenhuyze beteekenen. Welnu, die dominé had tot onderwerp ge kozen: „Nederland, waak tegen Rome". Het was van begin tot het einde een vermaan aan de protestanten om zich te verzetten tegen de groeiende macht van Rome. Dit was de posi tieve taak van het Protestantisme: zich zelf te versterken in den strijd tegen Rome. Nu weten wij, dat de dominé niet alleen van theorie houdt maar op het gebied van den anti-Romestrijd er practische middelen op na houdt. Wij noemen ze hier op; zooals hij ze voor de microfoon aangaf. Vooreerst moesten de protestanten zorgen, dat zij meer ziekenhuizen kregen in ons land. Want de Roomsche ziekenhuizen overtroffen in getal verreweg die der Protestanten, en men besefte niet, welke gevaren die Roomsche ziekenhuizen waren voor het ware Evangelie. a) onze zieken komen in Roomsche omge ving en worden beïnvloed door de zusters om Roomsch te worden. b) zij worden overgehaald om legaten en er fenissen aan de Roomsche Kerk en instellin gen te vermaken. Vervolgens moeten zij meer de protestant- sche kunst en kunstenaars ondersteunen. Als het zoo doorging als nu, zei de dominé, dan zou al heel spoedig de kunst in Nederland Roomsch zijn, wat natuurlijk zeer verderfelijk is! Ten derde, moest men de katholieke zaken- menschen niet bevoordeelen en koopen bij den protestantschen middenstand. De Roomschen koopen niet bij protestan ten, gaf hij te kennen, en daarom moesten zij het niet bij Roomschen doen, die toch al zoo veel vóór hadaen, omdat zij zoo gemakkelijk voor lage rente geld konden bekomen. (Natuur lijk van de rijke kloosters!!) Ten vierde moest men op politiek gebied een protestantsch front vormen, dat Nederland, een protestantsche natie op protestantsche wij ze zou regeeren weg met iedere coalitie! Ten vijfde, er zou gezorgd moeten worden, dat het geld. door den staat voor het onder wijs verschaft, niet in de zakken der klooster lingen kwam. En daarom moest naar het voor beeld van Spanje aan de kloosterlingen het recht ontzegd worden om onderwijs te geven. Tenslotte alle protestanten in ons land moes ten alle pogingen aanwenden om de goederen in de doode hand te doen belasten. (Dat de be lasting op de goederen in de doode hand een tweesnijdend zwaard is, dat het meest de pro testanten zou treffen, weet de dominé waar schijnlijk niet. Hij staart zich blind op de enor me rijkdommen der kloosters, die jammer ge noeg alléén maar in zijn fantasie bestaan). Na deze zeer papistische en liefde-ademende middelen ter bestrijding van de katholieke kerk in ons vaderland te hebben aangegeven kwam de dominé tot het tweede deel van zijn rede: de geestelijke middelen ter versterking van het Protestantisme. Dit deel besloeg op de 25 mi nuten spreektijd hem door den H.I.R.O. ge geven, nog geen drie minuten. Wel opmerkelijk. Wij hadden ons juist op dit deel gespitst, om dat wij wel eens wilden weten op welke manier het Protestantisme zich geestelijk versterken kan. Edoch 't was voor ons een deceptie van de ergste soort. Die geestelijke versterking be stond in de getuigenis der geloovigen en een zich doordringen van den geest der reforma toren. M.a.w. niet in de navolging van Chris tus, niet in 't zich eigen maken van verschil lende christelijke deugden, niet in het beoefe nen der naastenliefde, maar in een hernieuwd animo tot den strijd tegen de Katholieke Kerk. Waarvoor, zooals dominé dan ook had mede gedeeld, voor enkele jaren een Internationaal Verbond van het Protestantisme was opge richt, dat in 1934 zijn congres in Den Haag zou houden. De 25 minuten waren vol gesproken en ds. v. Hoogenhuyze, die volstrekt geen anti-papist is, had weer voor de zooveelste maal zijn ge- loofsgenooten tegen hun katholieke medebur gers in ons vaderland opgezet. Als onze geduldige lezer nu denkt, dat wij dit erg vinden, dan vergist hij zich. Heel dat dwaze en onnoozele gepraat gaat langs ons heen. Wij weten veel te goed, dat het getal gelijkgezinden achter ds. v. Hoogenhuyze met den dag kleiner wordt, dank zij de felheid van zijn optreden, maar wij vragen ons het volgende af: Voor ruim veertien dagen trad voor onze mi crofoon een spreker op, die eenige gedichten van den meest onschuldigen inhoud declameer de. Die versjes moesten worden opgezonden naar de controle-commissie van de radio. Het was heel moeilijk iets te vinden, wat ge schrapt kon worden. Maar toch, men slaagde. In één der gedichtjes kwam het woord „God dank" voor. Dit woord moest er uit, omdat men daar mede de orthodox protestanten ergerde. Aan dezen maatregel hebben wij ons onderworpen, omdat wij niemand willen ergeren. Maar diezelfde commissie keurde blijkbaar de rede van dominé van Hoogenhuyze goed. een opruiende rede tegen de katholieken, een echte anti-papistische rede. Nog erger. Diezelf de commissie vond geen termen aanwezig om ons katholieken het dubbel pijnlijk gevoel te sparen, dat openlijk tot den strijd tegen ons werd aangezet, tweedracht en vijandschap werd gepredikt tusschen burgers van eenzelfde va derland, midden in onzen zendtijd, toen onze luisteraars hun toestel hadden aanstaan. Maar het ergste van al was dit, dat deze commis sie niet belette, dat publiek voor geheel Neder land voor de microfoon geëischt werd een uit zonderingsmaatregel voor een bepaalde catego rie van Katholieken, even goede staatsburgers als welke protestant ook. Ds. van Hoogenhuyze spoorde n.l. zijn pro testantsche landgenooten aan om de klooster lingen buiten de grondwettige vrijheid te plaat sen, door l»un, op het voorbeeld van Spanje, het onderwijs te verbieden. Hiertegen vooral zij ons protest. Dominéé van Hoogenhuyze is niet wijzer. Die man is verblind door zijn anti-papisme. Met hem kunnen wij alleen medelijden hebben en voor hem bidden, dat O. L. Heer hem zijne oogen opene. Maar wat te zeggen van e«n contróle-cona- heeft men er nu voor te zorgen, dat U een verkoudheid direct met een beproefd middel bestrijdt, teneinde de griep te voorkomen. ASPIRIN is en blijft het middel bij uitne mendheid door onvergelijkelijke zuiverheid en steeds gelijk blijvende qualiteit. Maat let er tevens op, dat U ook ASPIRIN ontvangt, indien U ASPIRIN verlangt en laat U geen minderwaardige namaak, welke mis schien reeds jarenlang op een ondeugdelijke plaats bewaard is, in de hand stoppen. ASPIRIN is steeds te herkennen aan het Bayer-kruis en verkrijgbaar in oranjeband- buisjes van 20 tabletten a 70 cent en ia oranje-zakjes van 2 tabletten a 10 cent. Reel. 640DGVS missie, die zulk een rede laat passeeren en daardoor duidelijk maakt, dat een meten met twee maten bij haar mogelijk is? Wordt het niet meer dan tijd, dat na zulk een ervaring door den Minister een hooger be roep wordt ingesteld, opdat de wettelijke zeker heid worde vastgesteld voor degenen, die blij ken gedupeerd te worden? De K. R. O., die altijd getracht heeft alles te vermijden, wat andersdenkende luisteraars zou kunnen grieven, heeft zich veel bekrompen maatregelen van de controle-commissie laten welgevallen. Maar dit geval eischt toch wel een geduld in een heldhaftigen graad. Wij zullen dan ook dergelijk optreden van de radio-eontröle-commissie blijven signaleeren in de toekomst. Dit schijnt voorloopig wel het eenige middel te zijn, dat ons overblijft. Passagieren Luiten de stad verboden. Naar wij vernemen is het aan het marine personeel van hoog tot laag met ingang van gisterenavond verboden, buiten Amsterdam te gaan passagieren. DE HOUDING VAN 'T KATHOLIEKE MARINE-PERSONEEL. Dienstweigering en muiterij onvoor waardelijk afgekeurd. Te Den Helder is een goed bezette vergade ring gehouden van de R.K. Vereeniging van Marinepersoneel ter bespreking van de audiën tie met den Minister van Defensie op 3 Febr. gehouden ter zake van de salarisvermindering voor het marine-personeel in Indië, alsmede ter zake van de nader gevoerde actie van het hoofdbestuur in verband met de dienstweige ring en de muiterij. De voorzitter van het hoofdbestuur hield een uitvoerige inleiding over de positie van het marinepersoneel in Indië. De dienstweigering en de muiterij aan boord van de „Zeven Provinciën werd door de ver gadering onvaarwaardelijk afgekeurd. Uit de vergadering gingen stemmen op om vooral in dezen tijd krachtig achter de regeering te blijven staan. Men legde den nadruk op het feit dat de katholieken in samenwerking met den Bond van Christ. Marinepersoneel en de Vereeniging van Technici een groep van bijna 1100 leden vormen, die het in geen enkel op zicht met de actie van de socialistische marine bonden eens zijn en de daar gevoerde agitatie ten sterkste afkeuren. DE REACTIE OP DE JAVA. Onze bijzondere correspondent te Soerabaja telefoneerde eergisteren, dat, toen op de „Ja va" bekend werd, wat op „De Zeven Provin ciën" was geschied, het inlandsche deel der bemanning op den voorbak onder bewaking was gesteld. Naar aanleiding hiervan deelt men ons mede dat in 's-Gravenhage, noch op het departement van Defensie, noch op dat van Koloniën, eenig bericht hieromtrent is binnengekomen. DE RELLETJES TE PARAMARIBO. Orde hersteld. PARAMARIBO, 8 Februari. (ANETA.) De orde, welke alhier was verstoord door de agitatie van De Kom, is thans hersteld. In to taal zijn bij de relletjes twee personen gedood en 23 gewond. De immigranten zijn naar de plantages terug gekeerd en hebben hun werk hervat. BATAVIA, 9 Februari (ANETA.) Het bezoek van het Fransche oorlogsschip „Pnmauget met aan boord den vice-admiraal Berthelot, aan Tandjong-Priok, is uitgesteld. DE „MATROZEN VAN CATARRO" TE HAARLEM VERBODEN. Naar wij vernemen, heeft de burgemeester van Haarlem de opvoering van de „Matrozen van Catarro" voor zijn gemeente verboden. De „Ohoe" vertrokken. Gistermorgen om 5.50 uur is de Oehoe van Schiphol naar Nederlandsch-Indië vertrokken. Eén passagier maakt de reis tot Cairo mede. Aan boord bevinden zich 307.14 K G. post 4.6 K.G. pakketpost en 48.270 K.G. lading. De bemanning bestaat uit de heeren W. C. v. Veenendaal, eerste bestuurder, G. Bax, tweede bestuurder, Chr. Biesheuvel werktuigkundige en J. J. den Outer, radio-telegrai.st. De Oehoe" is gisteren te Rome geland. De Ijsvogel" is te Calcutta aangekomen. De „Pelikaan" is in Cairo aangekomen. STERFTE AAN INFLUENZA^RONCHITIS EN PNEUMONIE Het aantal sterfgevallen aan influenza, bron chitis en pneumonie in de 46 gemeenten met meer dan 20.000 zielen, omvattende op 1 Janu ari 1932 eene bevolking van 3.928.542 inwoners, voorgekomen gedurende de week van 29 Januari tot en met 4 Februari 1933 is: aan in fluenza 31, aan bronchitis (acuta, chronica) '24, aan bronchopneumonie (capillaire bronchitis) 78, aan lobaire pneumonie (croupeuze pneu monie) 23, aan pneumonie zonder meer 42. Totaal 167. N. MANSVELT t Gisterenmorgen is op de algemeene begraaf plaats te Heemstede onder veel belangstelling teraarde besteld, het stoffelijk overschot van dl. N. Mansvelt, in leven oud-superintendent van onderwijs der Zuid-Afrikaansche republiek. OVERREDEN EN GEDOOD- Gistermorgen is nabij de Wittelterbrug ds ongeveer 80-jarige zwakzinnige heer R. F. door de tram, komende van Smilde, overreden ea gedood.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 5