DRAMA VAN DE „ZEVEN PROVINCIËN"
IN DE SOENDASTRAAT.
NA EEN LANGE BANGE WEEK.
ZATERDAG 11 FEBRUARI 1933
GROOTE ONTSTELTENIS
ONDER DE MUITERS-
Na de overgave snelt van alle
kanten liulp toe.
VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE.
LUITENANT TER ZEE DE VOS
VAN STEENWIJK VERHAALT....
ONTSTELLENDE UITWERKING
VAN DE BOM.
De inheemsche muiterscommandant
overleden.
Europeesche muiter, die later
spijt kreeg.
NA DE OVERGAVE.
DE AFLOOP VAN HET MUITERS-
AVONTUUR.
EEN GEVOEL VAN ONTSPANNING.
CONTACT VAN DE „ALDEBARAN"
MET HET MUITERSCHIP.
DE SLACHTOFFERS.
Aantal dooden tot 22 gestegen.
EEN TELEGRAM VAN „ONZE
VLOOT".
Het oordeel van den minister
van Koloniën.
DE COMMANDANT UIT ZIJN
AMBT
DE SCHILDERIJEN VAN H. M. DE
KONINGIN.
VERKOOP VAN CONSUMPTIE-
MELK.
t HET EINDE DER MUITERIJ.
ONDERWIJSFONDS VOOR DE
SCHEEPVAART.
BEDREIGINGEN VAN DE
OPROERLINGEN.
Mededeeling van het departement van
Defensie.
SMOKKELEN VAN WAPENS.
DOUANEBUIT IN JANUARI-
VERDRONKEN.
BATAVIA, 10 Februari (ANETA).
(Middernacht) Aneta's speciale correspon
dent die op de torpedobootjager „Piet Hein"
zoojuist terugkeerde van het tooneel van den
strijd, met tien zwaar gewonden aan boord,
waarvan gedurende de zeven-urige reis vier
overleden, voegt thans aan het eerder geseinde
verslag der feiten, de volgende gebeurtenissen
van het treffen toe.
8.45 v.m. Vier vliegbooten bewegen zich te
8 uur 45 rondom de „Zeven Provinciën" vlie
gende, in T-formatie. De afstand maakt her
kenning van het vliegtuig-type onmogelijk. De
hoogte waarop gevlogen wordt is circa 700 M.
Terwijl twee schepen met de „De Zeven Pro
vinciën" meevaren, nl. „De Orion" en „De
Gouden Leeuw" gaan de „Java", Evertsen en
de Piet Hein haar tegemoet, aldus een inslui-
tingspolitiek volgend.
Vanaf het seindek van de Java waar de ge
beurtenissen worden waargenomen, kan de
sommatie niet worden gehoord, doch van deze
plaats af leidden wij met de opnieuw naderende
vliegtuigen precies 9 uur 20 af wat er gebeurt.
Het beslissend moment.
Wij zien een geweldige rookmassa op het mid
den van de „De Zeven Provinciën" waarbij de
beide schoorsteenen voor ons onzichtbaar wor
den. Weldra kunnen wij alleen de hoeken van
het slagschip zien.
Allen nemen de kijkers op, weten echter
reeds, dat hier een voltreffer is gemaakt. Wij
aanschouwen een vuurkolom, waaruit ieder
concludeert, dat „De Zeven Provinciën in brand
geraakt.
Dan breekt het groote moment van spanning
aan, spoedig verminderend wanneer de vlam
men weldra verdwijnen. Ieder weet wat heeft
plaats gehad. De radio-man komt ademloos aan
gesneld om den eskadercommandant mee te
deelen. dat het schip zich overgeeft.
Tusschen het vallen van de bom en de over
gave blijken slechts 12 minuten te zijn ver-
loopen.
De witte vlag wordt geheschen van de sig-
naalbrug.
„De Zeven Provinciën" geeft met de bekende
letters het noodsein, waarbij al het aanwezig
vlootmateriaal de „De Zeven Provinciën" na
dert.
Op het moment van het vallen van de bom,
was de kruiser „Java" ruim 9000 meter van de
„De Zeven Provinciën" verwijderd, op gelijke
hoogte liggend.
Een sleepboot, welke even voor het vallen
van de bom plotseling te midden der strijd
krachten verscheen, wat zeer hinderlijk werd
gevonden is thans de eerste om te hulp te snel
len, terwijl overal het strijken van sloepen
wordt waargenomen.
Van de „De Zeven Provinciën" springen een
aantal matrozen in zee. Zij worden door de
sleepboot opgepikt.
9 uur 45. Wij zien de vlet langszij van de
„De Zeven Provinciën". De vlet wordt be
mand. Bamboe-noodvlotten worden in zee ge
smeten. Een der noodvlotten blijft haken aan
voorplecht twee. Men kan zien, dat de Inlan
ders zich vastgrijpen aan de bamboes, en dat
zij uren lang in die positie blijven, omdat de
aandacht van de motorsloepen geheel is gecon
centreerd op andere punten van de „De Zeven
Provinciën". De „Gouden Leeuw" en de „Java"
hebben weldra vier sloepen langzij de „De Ze
ven Provinciën" liggen. Wij zien een aantal
officieren, waarbij ook een dokter, aan boord
klimmen, terwijl van de „Java" met vlaggen
wordt geseind: „Hebt gij gewonden?" Behalve
voor het zoo haastig mogelijke overgeven van
het bericht, zorgde de „De Zeven Provinciën" er
op dit moment voor ijlings de witte vlag te
hijschen.
Hierbij dient terloops te worden opgemerkt,
dat de „De Zeven Provinciën" steeds de Neder-
landsche vlag heeft gevoerd gedurende haar
tocht langs Sumatra.
De vrees voor de vliegtuigen-
Dat de vrees voor terugkeeren van de bom
bardementsvliegtuigen, die voortdurend boven
het tooneel van den strijd blijven cirkelen zeer
groot is, blijkt uit het feit, dat de muitende be
manning voldoet aan den eisch van den eskader
commandant, om de witte vlag ook op het
campagnedek te leggen, waardoor het mogelijk
zal zijn, dat de vliegtuigen dit teeken van
overgave zouden herkennen.
Nu wordt het vlaggesein inzake de aanwezig
heid van gewonden beantwoord door de „De
Zeven Provinciën" met het vlaggesein: „Ver
zoeke alle hulp zenden."
Hierdoor weten wij voor het eerst met zeker
heid, dat de treffer van de bom gewonden moet
hebben veroorzaakt.
Hulp van. allen kant.
Thans blijven de vlaggeseinen onafgebroken
aanhouden.
Hr. Ms. „Java" waarschuwt de „Piet Hein"
en de „Evertsen", die echter na de eerste woor
den, die van de „Java" worden gegeven, reeds
blijk geven, dat zij eveneens verzoek om hulp
hebben ontvangen.
Nu komt het gedenkwaardigste vlaggesein
van den ochtend, n.l. dat waarbij de „De Zeven
Provinciën" bericht: „Totaal 12 dooden en 25
gewonden."
De spanning wordt grooter en de indruk die
per.
De vraag, die in allen oprijst, wordt wederom
met vlaggen doorgegeven, en zij luidt:
Wie zijn de gesneuvelden?", en de vraag: „Wie
zijn de gewonden".
De „De" Zeven Provinciën" seint terug: „De
dokter verzoekt de zes zwaargewonden onmid
dellijk naar Batavia „te vervoeren".
Nu gelast de commandant van het eskader,
dat de „Evertsen" zich zal gereed maken, om
zoo snel mogelijk op te stoomen.
Dit bevel wordt later vervangen door een in
structie aan de „Piet Hein" om zich gereed te
znaken voor een zoo snel mogelijken tocht naar
Batavia.
Be „De Zeven Provinciën" beantwoordt nu
het verzoek, om opgave van de lijst van dooden
en gewonden door mede te deelen dat deze
nader zal worden opgegeven. Achteraf blijkt,
dat enkele gesneuvelden onherkenbaar zijn, ter
wijl bovendien aanvankelijk de getallen te op
timistisch zijn opgegeven.
Wij liggen nu zoo dicht bij de „De Zeven
Provinciën" dat de gestalten aan boord van het
muiterschip herkenbaar worden.
Dit veroorzaakt aan boord van ons schip al
lerlei uitroepen.
Een van de officieren herkent op de „De
Se ven Provinciën" zijn broer, die eveneens offi
cier is bij de Marine, waardoor hem plotseling
zekerheid wordt verschaft omtrent diens lot na
een lange, bange week.
Onder de bemanning heerscht eveneens agi
tatie, die waar te nemen is bij de herkenning
van hunne kameraden.
Men rukt elkander den verrekijker uit de
hand.
„Handen omhoog".
Aan boord van de „De Zeven Provinciën"
blijken sommigen reeds over den eersten schrik
te zijn heengekomen, hetgeen afgeleid kan wor
den uit hun houding, die zij aannemen tegen
over de officieren, die met revolvers in de hand
rondgaan, „handen omhoog" bevelen en ieder
een fouilleeren, waardoor een groot aantal mes
sen weldra op een hoopje bijeenliggen.
Dit laatste bewijst, dat de voorafgaande som
matie om de wapens neer te gooien niet alge
meen ten volle was opgevolgd.
Een nieuw vlaggesein van den eskadercom
mandant instrueert den commandeerenden offi
cier van de „De Zeven Provinciën" om de Euro-
peesche belhamels uit te zoeken en naar de
„Evertsen" over te brengen, terwijl de Inheem-
sche belhamels naar den kruiser „Java moeten
worden gebracht.
De doktoren leggen zoo snel mogelijk nood
verbanden, terwijl ander personeel de zwaarst
gewonden op brancards legt, in zeildoeken in
naait, terwijl ook eenige gewonden, die nog
loopen kunnen, meegaan.
Er wordt een kort onderzoek gehouden, waar
uit de voorloopige indruk verkregen wordt, dat
zoowel de Europeesche als de Inlandsche leden
van de bemanning aan de muiterij hebben mee
gedaan.
Dit wordt aan den eskadercommandant be
richt.
De sloep met gewonden vaart naar de „Piet
Hein". Intusschen zwalken de sloepen met ge
vangenen, waarin officieren, die met de revol
ver dreigen, hebben plaatsgenomen, op zee in
afwachting van het moment van hun insche
ping op de voor hen bestemde schepen.
De geivonden op de „Piet Hein".
Wij stappen over op de „Piet Hein, teneinde
Batavia zoo snel mogelijk te bereiken.
De dokter liep hier van de eene hut naar de
andere, zooals hij dat gedurende de uiterst
snelle terugreis voortdurend had gedaan.
In zeven uren tijd was de doodenlijst aange
groeid met vier, en intusschen verergerde de
toestand van den marinier Visser, terwijl ook
de toestand van de vier andere zwaargewonden
geen wijziging ten goede vertoonde.
Het kwam ons voor dat de zes lichtgewonden
het goed maakten.
Onder hen bevond zich ook een Europeesch
matroos, die na het vallen van de bom hard
naar de radio was gesneld om de overgave van
de muiters bekend te maken.
De commandant van de „Piet Hein" de luite
nant ter zee der eerste klasse De Meester, bracht
de „Piet Hein" in recordtijd terug naar Tand-
jong-Priok. Hierdoor was het mogelijk den
droeven last zoo snel als maar eenigszins kon
in gereed staande ambulance-auto's te vervoe
ren.
Te Tandjong-Priok was reeds belangstelling,
ondanks het feit dat de aankomst, van de „Piet
Hein" slechts weinigen bekend kon zijn.
BATAVIA, 10 Februari 1933 (ANETA).
Aan boord van de „Piet Hein" trof Aneta's
speciale correspondent den lichtgewonden of
ficier, luitenant ter zee der derde klasse De
Vos van Steenwijk aan, die slechts beenwonden
heeft, en de eenige is die te midden van vele
anderen, ver van de plaats waar de bom viel,
getroffen werd.
Hij meent een schot achter zich te hebben
gehoord, zoodat vermoed wordt, dat iemand
door schrik zijn geweer heeft laten vallen of
afgaan.
Wij interviewden den heer De Vos van Steen-
wijk in de eerste plaats over het vallen van
de bom zelf, waarbij hij ons mededeelde, welk
een ravage was aangebracht. De schoorsteen
werd doorzeefd en in een der tenten werd een
gat geslagen, waaruit de brand kan worden ver
klaard.
Van de commandobrug, waarop zich de in
heemsche muiterscommandant temidden van
een deel van zijn muitende etat major bevond,
werd deze gansche groep weggeveegd.
Deze „commandant" bevindt zich onder de
zwaargewonden op de „Piet Hein", op welk
schip hij twee uren na zijn opname in het hos
pitaal, overleden is.
De bom is gevallen juist achter de comman
dobrug. De linkervleugel van de commando
brug is totaal vernield. Ook het pantserdek
werd beschadigd en hier werd de gevechts
radio vernield.
De lichamen van sommige gekwetsten werden
als het ware uiteengescheurd. Er werden vele
vleeschwonden geconstateerd en de zware bloe
dingen die men zag, gaven bovendien een ont
stellend beeld van de uitwerking van de bom.
De luitenant ter zee De Vos van Steenwijk,
die zich aan boord van het muiterschip be
vond, had niet aanstonds een aanval verwacht.
Deze zee-officier had wel begrepen, dat er iets
z.xi gebeuren, en zulks ondanks het verhaal
dat de ronde deed aan boord van de „Zeven
Provinciën", en waarbij de muiters lachend
de meening hadden uitgesproken dat ze wel
stellig buiten schot zouden blijven.
Het dbrhaal van de gebeurtenissen.
Na deze mededeelingen deed luitenant ter zee
De Vos van Steenwijk het verhaal van de ge
beurtenissen vanaf het dramatische oogenblik
toen op de reede van Olehleh, waar hij den
avondloop deed tijdens de wacht, door hem
werd opgemerkt, dat de Europeesche machinist
Boschart met een aantal inheemsche matrozen
bezig was de statietrap in te halen.
De heer De Vos van Steenwijk legde de hand
op zijn heup en stelde deze mannen de vraag
wat dit beteefcende.
Hierop staakten zij onmiddellijk het inha
len van de statietrap.
Verder gebeurde er niets.
„Er was aldus vervolgde de heer Vos van
Steenwijk zijn verhaal nu eenmaal veel ont
stemming, doch op dit oogenblik niet merk
baar meer dan gewoonlijk."
Maar toen luitenant ter zee De Vós van
Steenwijk reeds in zijn kooi lag, werd hij daar-
uitgehaald en voorgeleid tegenover een troep
Inheemsche schepelingen, die duidelijk den in
druk maakten dat zij geen geweld in den zin
hadden, mits de officieren beloofden dat zij
dezelfde houding zouden aannemen.
De muiters zetten aan dit verzoek kracht bij
door het feit te releveeren dat zij reeds twee
jonge officieren, de luitenants ter zee Kooi en
Stegeman van hun bedden hadden gelicht, zoo
mede eenige Europeesche onderofficieren, die
onmiddellijk gedood zouden worden zoodra een
schot mocht worden gelost.
De heer De Vos van Steenwijk verklaarde,
dat hij dien avond alles had geprobeerd.
Hij was verder vrij in zijn doen en laten,
doch hij moest het aanzien dat het schip ver
trok.
Bij dit alles bleven in het officierskwartier
zestien officieren, waarvan de hoogste een lui
tenant ter zee tweede klasse was, doch de mees
ten waren luitenants ter zee derde klasse,
voortleven zooals gewoonlijk, slechts op twee
punten was er een afwijking van den gewonen
gang van zaken, n.l. door de feiten, dat de
Europeesche onderofficieren en hunne Inland
sche collega's zich allen bij hen voegden (de
bediening door de hutjongens, de kok, etc. ging
voort alsof er niets gebeurd was) en ten twee
de de natuurlijk ellendige omstandigheid dat
het schip reeds onderweg was, zoodat de offi
cieren zich overgeleverd voelden aan de mui
ters.
Luitenant de Vos van Steenwijk heeft, even
de gelegenheid gehad om de radio te bedienen.
Hij heeft toen den Commandant der Marine te
Soerabaja opgeroepen en het radiostation Sche-
veningen, maar beide stations waren bezet.
De officier werd toen door den Européeschen
machinist Boschaft van de radio verwijderd.
Toen hij dit vertelde zeide de heer De Vos
van Steenwijk„Nu zal men de vraag stellen:
waarom hebben jullie niet een flinke bloed
plas gemaakt maar alle omstandigheden wa
ren tegen. Wij hadden op het critieke moment
geen leiding, we hadden geen contact, we
trachtten ieder op eigen gelegenheid iets te be
ginnen. Wij hebben ook eenmaal een kleine
verzetsactie gevoerd, maar toen is er onmid
dellijk door de muiters op ons geschoten, maar
bij die gelegenheid werd niemand nog geraakt.
We beseften toen wederom, dat twee collega's
hierdoor een zekeren dood zouden vinden, en
datde Europeesche onderofficieren eveneens
zouden worden vermoord, een consequentie,
welke wij niet voor onze rekening hebben ge
nomen.
Er was nog een ander beletsel: een onzer had
zich in conferentie met de muiters begeven en
bij die gelegenheid onder den indruk van doods
bedreiging aan de gijzelaars het eerewoord
gepasseerd namens de officieren dat zij geen
gewapend verzet, zouden plegen. Nu kunt ge
daar verder over denken zooals ge wilt. Wij
waren in omstandigheden die men zich on
mogelijk kan indenken, omstandigheden, die
men beleefd moet hebben om ze te kunnen be
grijpen
Wij vroegen den jongen zee-officier: maar
hebt ge niet al die dagen in een hel geleefd?
Hij antwoordde ons hierop met. de mededee-
ling, dat. hem reeds Maandag door den Euro-
peeschen machinist Boschart het bericht was
getoond dat. het eskader ons tegemoet voer,
met de bedoeling om zonder slag of stoot, den
ouden toestand te herstellen. Hij voegde daar
bij dat deze Boschart bovendien reeds toen ge
noeg scheen te hebben van de demonstratie.
Hij verloor door zijn overreding om er nu
maai' mee uit te scheiden zijn invloed over de
anderen en nam vanaf dat tijdperk een andere
houding aan. terwijl de eigenlijke muiters con
sequent. voortgingen.
„Wij hebben aldus vervolgde luitenant de
Vos van Steenwijk zijn verhaal echter elk
oogenblik verwacht het eskader te ontmoeten.
Wij hebben natuurlijk steeds daarnaar uitge
zien. Wij werden behoorlijk behandeld en kre
gen den indruk dat de demonstratie van de be
manning naar buiten was bedoeld en stellig niet
tegen ons. zoodat wij geen onheil verwachtten.
Aan het betreurenswaardige wegvaren was al
niets meer te doen. Dit. wegvaren is ook niet
onze schuld. Die ligt aan den geheelen toestand.
Eindelijk kwam dan hedenmorgen het es
kader in zicht. Wij begrepen niet wat het wilde,
doch toen wij de vliegtuigen zagen komen, ver
wachtten wij dat er een waarschuwingsbom zou
worden gegooid.
Zulk een bom werd echter niet verwacht door
de muiters die door het opzettelijk door een
hunner van de waarborg van zich van actie te
onthouden voorziene aanvulling van het es
kader-persbericht blijkbaar in de meening ver
keerde dat er rustig zou kunnen worden onder
handeld.
De naderende strijdkrachten wekten daar
door eerder spot dan angst.
De muiters verkeerden in de meening, dat
thans het moment tot het stellen van hun eischen
eerst recht gekomen was.
Op dit moment viel de bom.
Hiermede was de historie ineens ten einde.
Begrafenis der slachtoffers van de ont
ploffing in de Renault-fabriek.cn te Parijs
De stemming onder het lagere
personeel van de „Zeven
Provinciën"
Verder heeft men met het schip geen con
tact meer gehad.
BATAVIA, 10 Februari (ANETA).
De speciale Aneta-verslaggever laat hieron
der nog een enkel woord volgen over den in
druk dien de operatie der Marinekrachten op de
bemanning der „De Zeven Provinciën" heeft
teweeggebracht, onmiddellijk nadat zekerheid
was verkregen omtrent de grootte van de lijst
der slachtoffers.
Een zwaargebouwde Europeesche matroos,
die zich goed heeft gehouden tijdens het trans
port van de Inheemschen naar de „Piet Hein"
tot op het laatste moment, doch die toen allen
zeer rustig aan boord waren geheschen en zijn
taak was afgeloopen in snikken uitbarstte, was
een duidelijk voorbeeld van de diepe uitwer
king die het gebeurde heeft gehad.
Uit alles wat wij vernamen, en zoowel bij
den eskadercommandant als bij den koksmaat,
dien wij spraken, bleek ons dat de ernst van de
beteekenis dezer actie is doorvoeld.
Sommigen spraken van 'n keerpunt, anderen
van de mogelijkheid om het schip te ontvolken
en vervolgens naar den bodem van den Oceaan
te zenden, opdat de naam van Hr. Ms. „De
Zeven Provinciën" voor goed uit de Marine
zou verdwijnen.
Over het algemeen was door al dezen ernst
heen ook een gevoel van ontspanning te con-
stateeren door de wetenschap dat nu deze ge
schiedenis weef ten einde is.
Alvorens Hr. Ms. kruiser „Java" te verlaten
hadden wij nog een kort onderhoud met den
commandant van het eskader, den kapitein ter
Zee Van Duim. die voorloopig rapport over de
oorzaken van de muiterij had ontvangen, en die
daarvan zeer onder den indruk was.
De operatie zelve achtte hij helaas toch de
finitief onvermijdelijk toen eenmaal aan de
sommatie geen gevolg was gegeven, zoodat
daarover verder geen discussie mogelijk was.
Terwijl wij wegvoeren naar de „Piet Hein"
was overal nog bedrijvigheid, die nog langen
tijd zou duren.
De Commissie van Onderzoek zou aanstonds
worden benoemd en onmiddellijk zou men een
begin maken met. het afnemen van de verhoo-
ren.
Juist hierom werden de belhamels onmiddel
lijk afgezonderd. De stemming onder het la
gere personeel aan boord van de „Piet Hein"
kan o.a. getypeerd worden door de uitspraak
van een der manschappen aan zijn kameraden,
die luidde: „Als 't nu ook maar voor goed uit
is". De „Piet Hein" brengt hen, die aan boord
zijn overleden, morgen naar het eiland Onrust.
De lichtgekwetsten, wier houding weinig
door het gebeurde scheen te zijn gewijzigd,
gingen onder gewapend geleide onmiddellijk in
arrest. Een hunner werd herkend door een
bootsman als iemand die op het schip waar hij
diende geregeld moeilijkheden had veroorzaakt.
Thans wordt de aandacht geconcentreerd op
de resultaten van het onderzoek dat aan boord
van de schepen in vollen gang is, terwijl
morgen het stoffelijk overschot der gesneuvel
den o.a. op het eiland Onrust ter aarde zal wor
den besteld.
TANDJONG PRIOK, 10 Februari (ANETA)
De Aneta-correspondent, die thuisgevaren is
met de „Piet Hein" bericht, dat thans de doo
denlijst in de laatste uren gestegen is tot in
totaal 22.
Het zijn de tamboer tweede klas P. Bakker,
de tamboer tweede klas J. C. de Bree, de mari
nier tweede klas W. A. Kroeskop en 19 Inheem
sche schepelingen, waarvan er vijf onherken
baar verminkt zijn.
Bij de in totaal zeven zwaargewonden bevindt
zich een Europeaan, die nog niet is geïdentifi
ceerd. Een voorloopige informatie aan boord
van de „Piet Hein" bracht aan het licht, dat
de zwaargewonde Inlandsche matroos eerste
klasse Paradja een bekend instigator van onte
vredenheid is, aan wien vrij groote invloed
wordt toegeschreven.
Voorts is aan boord van de „Piet Hein" over
leden de Inlandsche schepeling Basir, die tijde
lijk zou hebben gefungeerd als commandant
van de „De Zeven Provinciën".
De luitenant ter Zee De Vos van Steenwijk
verklaarde hieromtrent overigens weinig met
zekerheid te weten.
Wel wist hij te vertellen, dat de navigatie ge
durende den muiterstocht geleid werd door den
Inlandschen schepeling Tuhumuna, hetgeen door
den officier geen bijzondere kunst werd geacht.
De Kon. Ned. Ver. „Onze Vloot" heeft een
telegram gezonden aan den Minister van Defen
sie, waarin zij, doordrongen van den ernst der
gebeurtenissen bij de zeemacht in Nederlandsch-
Indië, den hartgrondigen wensch uitspreekt, dat
de door de Regeering bevolen en nog te nemen
maatregelen mogen leiden tot een spoedig her-
stél van orde en tucht op de Nederlandsche
vloot, en gerustheid van de Nederlandsche natie
omtrent de gezindheid van het gansche marine
personeel.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen, welke
zich in de Indische wateren hebben afgespeeld,
heeft Aneta-Holland den Minister van Koloniën
verzocht zijn oordeel te willen geven over den
afloop der muiterij.
Zijne Excellentie zeide, dat hij van oordeel
was, dat de afloop der gebeurtenissen in het
algemeen bevredigend is geweest, daargelaten
de droeve omstandigheid, dat het menschen-
levens heeft gekost, 't Aantal gevallenen is niet
gering maar dit was niet anders te verwach
ten. nu van de zijde van de muiters de ver
dwazing tot het uiterste gedreven werd.
Naar wij vernemen, is de commandant van
„de Zeven Provinciën" van zijn ambt ont
heven.
Te Batavia aangebracht.
BATAVIA, 10 Februari (ANETA).
De schilderijencollectie van de Koningin is
hier per m.s. „Indrapoera" aangebracht. Met de
lossing is heden begonnen. De collectie staat on
der toezicht van den adjudant der Koningin,
majoor van Resteren.
Met voldoening zal het bericht zijn
ontvangen, dat op snelle wijze, na het bijeen-
trekken van voldoende strijdkrachten en.n*J
behoorlijke sommatie en bedenktijd, een eind
is gemaakt aan het ongelukkige muiters-
bedrijf aan boord van de „Zeven Provinciën
Dat was voor ons prestige in binnen- en
buitenland volstrekt noodzakelijk. Er ston
den te hooge belangen op het spel.
Wel zeer te betreuren is het, dat de
muiters het nog op geweld hebben laten
aankomen en dat er bloed is moeten vloeien.
Maar de schuld hiervoor rust geheel op
hen, die dit in roekelooze verblinding onver
mijdelijk maakten.
Het accentueert intusschen scherp den
ernst van het geval en maakt een grondig
en uitgebreid onderzoek naar de oorzaken,
die zooiets mogelijk maakten, te dringender
noodzakelijk.
Evenals afdoende maatregelen.
Dit onderzoek zal echter moeten worden
gedaan en deze maatregelen zullen moeten
worden genomen in een geest van vast
beraden maar rustige kracht.
Het Departement van Defensie deelt mede
Volgens van den Gouverneur-Generaal ont
vangen berichten heeft de „Aldebaran" na het
vertrek van Oleh Leh, zoodra zij „De Zeven
Provinciën" op voldoenden afstand genaderd
was, geseind„Ik wensch U te spreken."
Daarop werd van „De Zeven Provinciën" ge
antwoord „Ik zal op sloepen vuren, wanneer
zij trachten langszij te komen."
Duidelijk werd vanaf de „Aldebaran" gezien,
dat de kanonnen van 15 en 17 y3 c.M. van bak-
boordgeschut op de Aldebaran werden gericht.
De „Aldebaran" vergrootte daarop den af
stand, waarop het geschut van „De Zeven Pro
vinciën" weder in normalen stand werd ge
draaid. Een kwartier daarna seinde „De Zeven
Provinciën", vermoedelijk in antwoord op het
sein van de Aldebaran„Neen, ik kan niet."
Te 13.10 uur van 5 Februari seinde „De Ze
ven Provinciën" aan de „Aldebaran"„In over
leg met de officieren besloten zelf naar Soera
baja te stoomen. „Aldebaran" kan volgen. Er
zal niet van wapens gebruik gemaakt worden
zoolang wij er niet toe gedwongen worden. Eén
dag voor binnenkomst zullen commandant en
officieren met vollen eerbied ontvangen wor
den. (OnderteekendBemanning."
Te 16.10 uur seint de overste Eikenboom aan
den luitenant ter zee van Boven aan boord
van „De Zeven Provinciën"„Tracht beman
ning te overreden in hun eigen belang zoo spoe
dig mogelijk onvoorwaardelijk bevel overge
ven aan commandant. Terugkeer Oleh-Leh om
rest equipage te embarkeeren. Daarna recht
streeks naar Soerabaja. Voorwaarde bij over
gave inlevering alle wapens per sloep aan „Al
debaran". Daarop werd te 17.50 uur door ..De
Zeven Provinciën" geseind„In overleg be
manning houden wij vast aan reeds gezonden
telegram". Dit sein werd onmiddellijk gevolgd
door een bericht van den luitenant ter zee van
Boven aan de „Aldebaran" luidende „Beman
ning volhardt in besluit zelf schip naar Soéra-
baja" te brengen en een dag voor aankomst te
Soerabaja de wapens aan boord op te bergen
en alsdan het schip aan commandant en offi
cieren terug te geven, conform eerste telegram"
Vergunning van de Crisis-Zuivel-
Centrale vereischt.
De Crisis-Zuivel-Centrale vestigt er de aan
dacht op, dat bij ministerieele beschikking van
9 Februari 1933 no. 239 is bepaald, dat in de
gemeenten:
Amsterdam. Diemen, Ouder-Amstel, Nieu
wer-Amstel, Oostzaam;
Zaandam, Koog a.d. Zaan, Zaandijk, Wormer-
veer, Wormer, Krommenie, Westzaan, Assen
delft;
Haarlem, Bloemendaal, Heemstede;
Leiden, Oegstgeest;
's-Gravenhage, Wassenaar, Voorburg, Rijs
wijk:
Delft;
Rotterdam, Hillegersberg, Schiebroek, Over-
schie, Schieidam, Vlaardingen, Pernis;
Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht;
Gouda;
Utrecht, De Bilt, Zeist, Zuiden, Oudenrijn,
Maartensdijk, Jutphaas;
Amersfoort;
Hilversum, Bussum, Naarden;
met ingang van 1 Maart 1933 voor het ver-
koopen, vervoeren en afleveren van consump-
tiemelk en daarmede gelijk te «tellen waren
(room, karnemelk, yoghurt enz.) een vergun
ning van de Crisis-Zuivel-Centrale vereischt
zal zijn. Als consumptiemelk wordt ook be
schouwd melk, geleverd aan hotels, café s,
restaurants, gestichten, kantoren, ziekenhuizen,
bakkers, banketbakkers, bereiders van con
sumptie-ijs enz.
Dit wil dus zeggen, dat ieder grossier en han
delaar in consumptiemelk, melkslijters, melk
inrichtingen enz., die in bovengenoemde plaat
sen hun bedrijf uitoefenen, biervoor een ver
gunning moeten hebben, afgegeven door de
Crisis-Zuivel-Centrale.
Aangezien hij, die op 1 Maart 1933 geen ver
gunning bezit, stagnatie in zijn bedrijf zou on
dervinden, wordt belanghebbenden aangera
den. ten spoedigste de aanvraag voor een ver
gunning in te dienen. Deze aanvraag moet ge
schieden op een daarvoor vastgesteld formulier,
welk formulier door ieder, die een vergunning
wenscht, zelfstandig schriftelijk moet worden
aangevraagd bij de Crisis - Zuivel - Centrale,
afdeeling Consumptiemelk, Laan van Meerder-
voort 84, te 's-Gravenhage, onder duidelijke
vermelding van naam, voornaam en adres.
Uitdrukkelijk zij erop gewezen, dat boeren,
die consumptiemelk aan melkinrichtingen,
melkslijters, grossiers, enz. verkoopen. 8ee."
vergunning behoeven aan te vragen. Wel is
zulks noodig voor boeren, die de door hen ge
wonnen melk zelf aan verbruikers uitventen.
ONVATBAARMAKEN TEGEN DIPHTHER1E
De directeur van den Gemeentelijken Genees
kundigen en Gezondheidsdienst te Amsterdam
schrijft ons
Eind Januari kwamen in de pers berichten,
dat te Bourbon-Lancy verschillende kinderen
ernstig ziek geworden waren na het onvatbaar-
maken tegen diphtherie met anatoxine, het
middel, dat in Nederland ook wordt, toegepast
en door mij nog onlangs krachtig werd aanbe
volen, o.m. per radio.
Ik heb mij gewend tot het Institut Pasteur om
nadere inlichtingen. De Directeur, dr. Roux
schrijft mij
In antwoord op uw verzoek om inlichtingen
betreffende de ongevallen, voorgekomen te
Bourbon-Lancy, na de inspuiting met anatoxme
om onvatbaar te maken tegen diphtherie, heb
ik de eer u te berichten, dat volgens het ondei -
zoek van de Gezondheidsdiensten het Anatoxine
als zoodanig hier geheel buiten staat. De onge
vallen zijn het gevolg van de slechte toepas
singstechniek.
Op 172 kinderen, welke waren ingespoten,
hebben zes verschillende ontstekingachtige ver
schijnselen vertoond met vorming van abcessen.
Een klein meisje, dat een etterende wond aan
de hand had op het oogenblik van de inspuiting
is gestorven ten gevolge van een phlegmone
van de dij.
De inspuitingen waren verricht in de dij, een
verboden inspuitingsplaats, omdat deze plaats
gemakkelijk bezoedeld kan worden door het
schuren der kleeren, beladen met stof. Boven
dien bevordert het loopen dit schuren en de
infectie van de ingeënte plaats.
De plaats, waar ingespoten moet worden, is
de bovenarm, ter hoogte van het schouderblad,
waar het kind met de hand moeilijk bij kan
komen.
Indien men in de dij inspuit, moet na de des
infectie van de huid, de plaats van inspuiting
beschermd worden door een verband en rust
worden voorgeschreven.
Kinderen, die etterende wonden hebben, mo
gen niet worden ingespoten.
Het anatoxine, te Bourbon-Lancy gebruikt,
maakt deel uit van een partij, waarvan de steri
liteit aangetoond kon worden.
Tot zoover dr. Roux, een der vooraanstaande
geleerden van Frankrijk. Hetgeen ik onmiddel
lijk verwachtte, is hier bevestigd geworden, n.l.
dat het onvatbaarmaken tegen diphtherie, vol
gens dit procédé zonder gevaar is, mits men op
de juiste wijze de inspuitingen toepast en ele
mentaire fouten vermijdt.
De bevolking kan dus zonder eenige onge
rustheid doorgaan met haar kinderen te be
schermen tegen deze ernstige ziekte.
INBRAKEN.
Te Oirscliot is ingebroken bij den landbou
wer J. v. d. A. De inbraak werd eerst 's mor
gens ontdekt. Vermist werd een geldbedrag
'-an ƒ190, voorts een partjj spek en ham er
Visar woIIêq dekena.
De binnenvaartscholen en de huis
vesting van schipperskinderen.
Te Amsterdam hebben de jaarvergaderingen
plaats gehad van de afdeelingen binnenvaart
scholen en huisvesting van schipperskinderen
voor het ontvangen van lager onderwijs van
het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart.
Uit de jaarverslagen blijkt, dat de binnen
vaartscholen in 1932 bezocht werden te Am-
Amsterdam door 770, te Dordrecht door 233,
te Gouda door 31, te Groningen door 353, te
Harderwijk door 26, te Harlingen door 72, te
Leeuwarden door 58, te Lemmer door 116, te
Rotterdam door 587, te Vlissingen door 15, te
Zwartsluis door 71 en te Zwolle door 404 leer
lingen, totaal 2736 leerlingen.
Examens voor schippers werden gehouden
te Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Dor
drecht en Vlissingen. Van de 156 candidaten
slaagden 140.
Examens voor machinist aan boord van
stoom en/of motorschepen werden gehouden
te Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht en Zwol
le. Van de 61 candidaten slaagden 39.
Tot voorzitter van deze afdeeling van het
onderwijsfonds voor de scheepvaart werd be
noemd de heer J. van 't Hoff te Dordrecht.
Door de afdeeling Huisvesting van Schip
perskinderen van het Onderwijsfonds werden
in het afgeloopen jaar 979 schipperskinderen
aan den wal geplaatst. Hiervan bezochten 334
kinderen openbare scholen, 464 kinderen R.K.
scholen en 181 kinderen christelijke scholen.
Het totaal aantal verpleegweken bedroeg
37.750. Aan steun werd in totaal uitgekeerd
ƒ76.147. Aan het einde van het jaar waren
plaatselijke commissies van huisvesting geves
tigd te Amsterdam, Deventer. Dordrecht, Lem
mer, Maastricht, Rotterdam, Sneek, Stavenisse,
Terneuzen, Wemeldinge, Werkendam en
Zwolle.
Tot voorzitter van deze afdeeling van het
Onderwijsfonds werd benoemd de heer R. ter
Horst te Rotterdam.
Vrijlating van een tweetal arrestanten.
Door den heer Albarda waren aan den mi
nister van justitie eenige vragen gesteld in ver
band met de vrijlating door den Officier van
Justitie te Breda van een tweetal wegens frau
duleus vervoer van revolvers en patronen aan
gehouden en te Antwerpen woonachtige Neder
landers.
Minister Donner heeft daarop geantwoord,
dat inderdaad twee wegens frauduleuzen in
voer o.a. van vuurwapenen en munitie op 30
December 1932 aangehouden te Antwerpen
woonachtige personen, van wie een de Bel
gische en de andere de Nederlandsche natio
naliteit bezat, den daaropvolgenden dag, na
voorgeleiding voor den officier van justitie te
Bréda, op last van dezen op vrije voeten zijn
gesteld.
De officier van justitie vond geen voldoende
termen tot aanhouding en had bovendien de
verwachting welke zich ook ten deele ver
wezenlijkt heeft, dat aldus de opsporing der
achter deze smokkelarij werkende personen zou
worden vergemakkelijkt. Dat de betrokkenen
niet zouden worden vervolgd, moet op een mis
verstand berusten.
KRENKING TAN EEN VERDEDIGER
DOOR EEN SUBST- OFFICIER VAN
JUSTITIE?
Door den heer Mendels zijn aan den minister
van Justitie de volgende vragen gesteld:
Kan de minister mededeelen, of het juist is,
gelijk het desbetreffend verslag in het dag
blad „Het Volk" van 3 Februari jl. vermeldt,
dat ter terechtzitting van de arrondissements
rechtbank te 's-Hertogenbosch op Donderdag
2 Februari jl.. bij de behandeling van een straf
zaak tegen een jongeman, verdacht van straf
bare bedreiging, de fungeerende substituut
officier van justitie zich in zijn repliek op het
pleidooi van den verdediger mr. Paul Tripels,
deken van de Orde van Advocaten te Roermond,
aldus of ongeveer aldus heeft uitgelaten:
„Ik vind het bedroevend, dat menschen als
deze verdachte nog een verdediger bereid vin-
den de verdediging op zich te nemen
Mocht dit zoo zijn, acht de minister dan deze
of dergelijke uitlating niet onoorbaar:
a. als een miskenning van aard- en strekking
van het instituut der verdediging m strat-
K als' in strijd met geest en inhoud van het
Wetboek van Strafvordering;
c. als een krenking van den bedoelden ver-
diger?
In de maand Januari werden in het district
Aken in beslag genomen 7100 KG
K.G. tabak. 312 500 sigaretten, 3500 sigaren,
8000 K.G. suiker, 1600 K.G. brood, 1150 K.G.
meel, 1670 K.G. tarwe, 4100 boekjes sigaretten
papier. Tegen 2208 smokkelaars werd een ver
volging ingesteld.
De 40-jarige landbouwer Berkhof te Vriezen-
veen is in een sloot, loopende langs zijn weiland
verdronken. Men veronderstelt, dat de man. na
afloop van zijn werk, zijn handen heeft willen
S einigen en toen voorover in het water is geval
len met gemeld noodlottig gevolg.
Sinds Zaterdag werd te Oldenzaal vermist de
ongeveer 60-jarige C. S. employé van v. Gend
en Loos. Des avonds werd te Denekamp aan de
Dinkel zijn hoed gevonden, waarop de mare
chaussee zijn gaan dreggen. Gistermiddag nu
is zijn lijk uit de Dinkel opgehaald.
ZIJN VROUW IN HET WATER GEDUWD
De Vierde Kamer der Amsterdamsche recht
bank heeft gister den 42-jarigen koopman, die
op 13 April 1926 zijn vrouw, van wie hij ge
scheiden was, tijdens een heftige woordenwis
seling in de Ringvaart bij Diemen heeft geduwd.
■Waarin zij verdronk, veroordeeld tot anderhalf
iaar gevangenisstraf, overeenkomstig den eiscR
van hst Q, 34.