DRAMA VAN DE „ZEVEN PROVINCIËN" IN DE SOENDASTRAAT. NA EEN LANGE BANGE WEEK. ZATERDAG 11 FEBRUARI 1933 GROOTE ONTSTELTENIS ONDER DE MUITERS- Na de overgave snelt van alle kanten liulp toe. VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE. LUITENANT TER ZEE DE VOS VAN STEENWIJK VERHAALT.... ONTSTELLENDE UITWERKING VAN DE BOM. De inheemsche muiterscommandant overleden. Europeesche muiter, die later spijt kreeg. NA DE OVERGAVE. DE AFLOOP VAN HET MUITERS- AVONTUUR. EEN GEVOEL VAN ONTSPANNING. CONTACT VAN DE „ALDEBARAN" MET HET MUITERSCHIP. DE SLACHTOFFERS. Aantal dooden tot 22 gestegen. EEN TELEGRAM VAN „ONZE VLOOT". Het oordeel van den minister van Koloniën. DE COMMANDANT UIT ZIJN AMBT DE SCHILDERIJEN VAN H. M. DE KONINGIN. VERKOOP VAN CONSUMPTIE- MELK. t HET EINDE DER MUITERIJ. ONDERWIJSFONDS VOOR DE SCHEEPVAART. BEDREIGINGEN VAN DE OPROERLINGEN. Mededeeling van het departement van Defensie. SMOKKELEN VAN WAPENS. DOUANEBUIT IN JANUARI- VERDRONKEN. BATAVIA, 10 Februari (ANETA). (Middernacht) Aneta's speciale correspon dent die op de torpedobootjager „Piet Hein" zoojuist terugkeerde van het tooneel van den strijd, met tien zwaar gewonden aan boord, waarvan gedurende de zeven-urige reis vier overleden, voegt thans aan het eerder geseinde verslag der feiten, de volgende gebeurtenissen van het treffen toe. 8.45 v.m. Vier vliegbooten bewegen zich te 8 uur 45 rondom de „Zeven Provinciën" vlie gende, in T-formatie. De afstand maakt her kenning van het vliegtuig-type onmogelijk. De hoogte waarop gevlogen wordt is circa 700 M. Terwijl twee schepen met de „De Zeven Pro vinciën" meevaren, nl. „De Orion" en „De Gouden Leeuw" gaan de „Java", Evertsen en de Piet Hein haar tegemoet, aldus een inslui- tingspolitiek volgend. Vanaf het seindek van de Java waar de ge beurtenissen worden waargenomen, kan de sommatie niet worden gehoord, doch van deze plaats af leidden wij met de opnieuw naderende vliegtuigen precies 9 uur 20 af wat er gebeurt. Het beslissend moment. Wij zien een geweldige rookmassa op het mid den van de „De Zeven Provinciën" waarbij de beide schoorsteenen voor ons onzichtbaar wor den. Weldra kunnen wij alleen de hoeken van het slagschip zien. Allen nemen de kijkers op, weten echter reeds, dat hier een voltreffer is gemaakt. Wij aanschouwen een vuurkolom, waaruit ieder concludeert, dat „De Zeven Provinciën in brand geraakt. Dan breekt het groote moment van spanning aan, spoedig verminderend wanneer de vlam men weldra verdwijnen. Ieder weet wat heeft plaats gehad. De radio-man komt ademloos aan gesneld om den eskadercommandant mee te deelen. dat het schip zich overgeeft. Tusschen het vallen van de bom en de over gave blijken slechts 12 minuten te zijn ver- loopen. De witte vlag wordt geheschen van de sig- naalbrug. „De Zeven Provinciën" geeft met de bekende letters het noodsein, waarbij al het aanwezig vlootmateriaal de „De Zeven Provinciën" na dert. Op het moment van het vallen van de bom, was de kruiser „Java" ruim 9000 meter van de „De Zeven Provinciën" verwijderd, op gelijke hoogte liggend. Een sleepboot, welke even voor het vallen van de bom plotseling te midden der strijd krachten verscheen, wat zeer hinderlijk werd gevonden is thans de eerste om te hulp te snel len, terwijl overal het strijken van sloepen wordt waargenomen. Van de „De Zeven Provinciën" springen een aantal matrozen in zee. Zij worden door de sleepboot opgepikt. 9 uur 45. Wij zien de vlet langszij van de „De Zeven Provinciën". De vlet wordt be mand. Bamboe-noodvlotten worden in zee ge smeten. Een der noodvlotten blijft haken aan voorplecht twee. Men kan zien, dat de Inlan ders zich vastgrijpen aan de bamboes, en dat zij uren lang in die positie blijven, omdat de aandacht van de motorsloepen geheel is gecon centreerd op andere punten van de „De Zeven Provinciën". De „Gouden Leeuw" en de „Java" hebben weldra vier sloepen langzij de „De Ze ven Provinciën" liggen. Wij zien een aantal officieren, waarbij ook een dokter, aan boord klimmen, terwijl van de „Java" met vlaggen wordt geseind: „Hebt gij gewonden?" Behalve voor het zoo haastig mogelijke overgeven van het bericht, zorgde de „De Zeven Provinciën" er op dit moment voor ijlings de witte vlag te hijschen. Hierbij dient terloops te worden opgemerkt, dat de „De Zeven Provinciën" steeds de Neder- landsche vlag heeft gevoerd gedurende haar tocht langs Sumatra. De vrees voor de vliegtuigen- Dat de vrees voor terugkeeren van de bom bardementsvliegtuigen, die voortdurend boven het tooneel van den strijd blijven cirkelen zeer groot is, blijkt uit het feit, dat de muitende be manning voldoet aan den eisch van den eskader commandant, om de witte vlag ook op het campagnedek te leggen, waardoor het mogelijk zal zijn, dat de vliegtuigen dit teeken van overgave zouden herkennen. Nu wordt het vlaggesein inzake de aanwezig heid van gewonden beantwoord door de „De Zeven Provinciën" met het vlaggesein: „Ver zoeke alle hulp zenden." Hierdoor weten wij voor het eerst met zeker heid, dat de treffer van de bom gewonden moet hebben veroorzaakt. Hulp van. allen kant. Thans blijven de vlaggeseinen onafgebroken aanhouden. Hr. Ms. „Java" waarschuwt de „Piet Hein" en de „Evertsen", die echter na de eerste woor den, die van de „Java" worden gegeven, reeds blijk geven, dat zij eveneens verzoek om hulp hebben ontvangen. Nu komt het gedenkwaardigste vlaggesein van den ochtend, n.l. dat waarbij de „De Zeven Provinciën" bericht: „Totaal 12 dooden en 25 gewonden." De spanning wordt grooter en de indruk die per. De vraag, die in allen oprijst, wordt wederom met vlaggen doorgegeven, en zij luidt: Wie zijn de gesneuvelden?", en de vraag: „Wie zijn de gewonden". De „De" Zeven Provinciën" seint terug: „De dokter verzoekt de zes zwaargewonden onmid dellijk naar Batavia „te vervoeren". Nu gelast de commandant van het eskader, dat de „Evertsen" zich zal gereed maken, om zoo snel mogelijk op te stoomen. Dit bevel wordt later vervangen door een in structie aan de „Piet Hein" om zich gereed te znaken voor een zoo snel mogelijken tocht naar Batavia. Be „De Zeven Provinciën" beantwoordt nu het verzoek, om opgave van de lijst van dooden en gewonden door mede te deelen dat deze nader zal worden opgegeven. Achteraf blijkt, dat enkele gesneuvelden onherkenbaar zijn, ter wijl bovendien aanvankelijk de getallen te op timistisch zijn opgegeven. Wij liggen nu zoo dicht bij de „De Zeven Provinciën" dat de gestalten aan boord van het muiterschip herkenbaar worden. Dit veroorzaakt aan boord van ons schip al lerlei uitroepen. Een van de officieren herkent op de „De Se ven Provinciën" zijn broer, die eveneens offi cier is bij de Marine, waardoor hem plotseling zekerheid wordt verschaft omtrent diens lot na een lange, bange week. Onder de bemanning heerscht eveneens agi tatie, die waar te nemen is bij de herkenning van hunne kameraden. Men rukt elkander den verrekijker uit de hand. „Handen omhoog". Aan boord van de „De Zeven Provinciën" blijken sommigen reeds over den eersten schrik te zijn heengekomen, hetgeen afgeleid kan wor den uit hun houding, die zij aannemen tegen over de officieren, die met revolvers in de hand rondgaan, „handen omhoog" bevelen en ieder een fouilleeren, waardoor een groot aantal mes sen weldra op een hoopje bijeenliggen. Dit laatste bewijst, dat de voorafgaande som matie om de wapens neer te gooien niet alge meen ten volle was opgevolgd. Een nieuw vlaggesein van den eskadercom mandant instrueert den commandeerenden offi cier van de „De Zeven Provinciën" om de Euro- peesche belhamels uit te zoeken en naar de „Evertsen" over te brengen, terwijl de Inheem- sche belhamels naar den kruiser „Java moeten worden gebracht. De doktoren leggen zoo snel mogelijk nood verbanden, terwijl ander personeel de zwaarst gewonden op brancards legt, in zeildoeken in naait, terwijl ook eenige gewonden, die nog loopen kunnen, meegaan. Er wordt een kort onderzoek gehouden, waar uit de voorloopige indruk verkregen wordt, dat zoowel de Europeesche als de Inlandsche leden van de bemanning aan de muiterij hebben mee gedaan. Dit wordt aan den eskadercommandant be richt. De sloep met gewonden vaart naar de „Piet Hein". Intusschen zwalken de sloepen met ge vangenen, waarin officieren, die met de revol ver dreigen, hebben plaatsgenomen, op zee in afwachting van het moment van hun insche ping op de voor hen bestemde schepen. De geivonden op de „Piet Hein". Wij stappen over op de „Piet Hein, teneinde Batavia zoo snel mogelijk te bereiken. De dokter liep hier van de eene hut naar de andere, zooals hij dat gedurende de uiterst snelle terugreis voortdurend had gedaan. In zeven uren tijd was de doodenlijst aange groeid met vier, en intusschen verergerde de toestand van den marinier Visser, terwijl ook de toestand van de vier andere zwaargewonden geen wijziging ten goede vertoonde. Het kwam ons voor dat de zes lichtgewonden het goed maakten. Onder hen bevond zich ook een Europeesch matroos, die na het vallen van de bom hard naar de radio was gesneld om de overgave van de muiters bekend te maken. De commandant van de „Piet Hein" de luite nant ter zee der eerste klasse De Meester, bracht de „Piet Hein" in recordtijd terug naar Tand- jong-Priok. Hierdoor was het mogelijk den droeven last zoo snel als maar eenigszins kon in gereed staande ambulance-auto's te vervoe ren. Te Tandjong-Priok was reeds belangstelling, ondanks het feit dat de aankomst, van de „Piet Hein" slechts weinigen bekend kon zijn. BATAVIA, 10 Februari 1933 (ANETA). Aan boord van de „Piet Hein" trof Aneta's speciale correspondent den lichtgewonden of ficier, luitenant ter zee der derde klasse De Vos van Steenwijk aan, die slechts beenwonden heeft, en de eenige is die te midden van vele anderen, ver van de plaats waar de bom viel, getroffen werd. Hij meent een schot achter zich te hebben gehoord, zoodat vermoed wordt, dat iemand door schrik zijn geweer heeft laten vallen of afgaan. Wij interviewden den heer De Vos van Steen- wijk in de eerste plaats over het vallen van de bom zelf, waarbij hij ons mededeelde, welk een ravage was aangebracht. De schoorsteen werd doorzeefd en in een der tenten werd een gat geslagen, waaruit de brand kan worden ver klaard. Van de commandobrug, waarop zich de in heemsche muiterscommandant temidden van een deel van zijn muitende etat major bevond, werd deze gansche groep weggeveegd. Deze „commandant" bevindt zich onder de zwaargewonden op de „Piet Hein", op welk schip hij twee uren na zijn opname in het hos pitaal, overleden is. De bom is gevallen juist achter de comman dobrug. De linkervleugel van de commando brug is totaal vernield. Ook het pantserdek werd beschadigd en hier werd de gevechts radio vernield. De lichamen van sommige gekwetsten werden als het ware uiteengescheurd. Er werden vele vleeschwonden geconstateerd en de zware bloe dingen die men zag, gaven bovendien een ont stellend beeld van de uitwerking van de bom. De luitenant ter zee De Vos van Steenwijk, die zich aan boord van het muiterschip be vond, had niet aanstonds een aanval verwacht. Deze zee-officier had wel begrepen, dat er iets z.xi gebeuren, en zulks ondanks het verhaal dat de ronde deed aan boord van de „Zeven Provinciën", en waarbij de muiters lachend de meening hadden uitgesproken dat ze wel stellig buiten schot zouden blijven. Het dbrhaal van de gebeurtenissen. Na deze mededeelingen deed luitenant ter zee De Vos van Steenwijk het verhaal van de ge beurtenissen vanaf het dramatische oogenblik toen op de reede van Olehleh, waar hij den avondloop deed tijdens de wacht, door hem werd opgemerkt, dat de Europeesche machinist Boschart met een aantal inheemsche matrozen bezig was de statietrap in te halen. De heer De Vos van Steenwijk legde de hand op zijn heup en stelde deze mannen de vraag wat dit beteefcende. Hierop staakten zij onmiddellijk het inha len van de statietrap. Verder gebeurde er niets. „Er was aldus vervolgde de heer Vos van Steenwijk zijn verhaal nu eenmaal veel ont stemming, doch op dit oogenblik niet merk baar meer dan gewoonlijk." Maar toen luitenant ter zee De Vós van Steenwijk reeds in zijn kooi lag, werd hij daar- uitgehaald en voorgeleid tegenover een troep Inheemsche schepelingen, die duidelijk den in druk maakten dat zij geen geweld in den zin hadden, mits de officieren beloofden dat zij dezelfde houding zouden aannemen. De muiters zetten aan dit verzoek kracht bij door het feit te releveeren dat zij reeds twee jonge officieren, de luitenants ter zee Kooi en Stegeman van hun bedden hadden gelicht, zoo mede eenige Europeesche onderofficieren, die onmiddellijk gedood zouden worden zoodra een schot mocht worden gelost. De heer De Vos van Steenwijk verklaarde, dat hij dien avond alles had geprobeerd. Hij was verder vrij in zijn doen en laten, doch hij moest het aanzien dat het schip ver trok. Bij dit alles bleven in het officierskwartier zestien officieren, waarvan de hoogste een lui tenant ter zee tweede klasse was, doch de mees ten waren luitenants ter zee derde klasse, voortleven zooals gewoonlijk, slechts op twee punten was er een afwijking van den gewonen gang van zaken, n.l. door de feiten, dat de Europeesche onderofficieren en hunne Inland sche collega's zich allen bij hen voegden (de bediening door de hutjongens, de kok, etc. ging voort alsof er niets gebeurd was) en ten twee de de natuurlijk ellendige omstandigheid dat het schip reeds onderweg was, zoodat de offi cieren zich overgeleverd voelden aan de mui ters. Luitenant de Vos van Steenwijk heeft, even de gelegenheid gehad om de radio te bedienen. Hij heeft toen den Commandant der Marine te Soerabaja opgeroepen en het radiostation Sche- veningen, maar beide stations waren bezet. De officier werd toen door den Européeschen machinist Boschaft van de radio verwijderd. Toen hij dit vertelde zeide de heer De Vos van Steenwijk„Nu zal men de vraag stellen: waarom hebben jullie niet een flinke bloed plas gemaakt maar alle omstandigheden wa ren tegen. Wij hadden op het critieke moment geen leiding, we hadden geen contact, we trachtten ieder op eigen gelegenheid iets te be ginnen. Wij hebben ook eenmaal een kleine verzetsactie gevoerd, maar toen is er onmid dellijk door de muiters op ons geschoten, maar bij die gelegenheid werd niemand nog geraakt. We beseften toen wederom, dat twee collega's hierdoor een zekeren dood zouden vinden, en datde Europeesche onderofficieren eveneens zouden worden vermoord, een consequentie, welke wij niet voor onze rekening hebben ge nomen. Er was nog een ander beletsel: een onzer had zich in conferentie met de muiters begeven en bij die gelegenheid onder den indruk van doods bedreiging aan de gijzelaars het eerewoord gepasseerd namens de officieren dat zij geen gewapend verzet, zouden plegen. Nu kunt ge daar verder over denken zooals ge wilt. Wij waren in omstandigheden die men zich on mogelijk kan indenken, omstandigheden, die men beleefd moet hebben om ze te kunnen be grijpen Wij vroegen den jongen zee-officier: maar hebt ge niet al die dagen in een hel geleefd? Hij antwoordde ons hierop met. de mededee- ling, dat. hem reeds Maandag door den Euro- peeschen machinist Boschart het bericht was getoond dat. het eskader ons tegemoet voer, met de bedoeling om zonder slag of stoot, den ouden toestand te herstellen. Hij voegde daar bij dat deze Boschart bovendien reeds toen ge noeg scheen te hebben van de demonstratie. Hij verloor door zijn overreding om er nu maai' mee uit te scheiden zijn invloed over de anderen en nam vanaf dat tijdperk een andere houding aan. terwijl de eigenlijke muiters con sequent. voortgingen. „Wij hebben aldus vervolgde luitenant de Vos van Steenwijk zijn verhaal echter elk oogenblik verwacht het eskader te ontmoeten. Wij hebben natuurlijk steeds daarnaar uitge zien. Wij werden behoorlijk behandeld en kre gen den indruk dat de demonstratie van de be manning naar buiten was bedoeld en stellig niet tegen ons. zoodat wij geen onheil verwachtten. Aan het betreurenswaardige wegvaren was al niets meer te doen. Dit. wegvaren is ook niet onze schuld. Die ligt aan den geheelen toestand. Eindelijk kwam dan hedenmorgen het es kader in zicht. Wij begrepen niet wat het wilde, doch toen wij de vliegtuigen zagen komen, ver wachtten wij dat er een waarschuwingsbom zou worden gegooid. Zulk een bom werd echter niet verwacht door de muiters die door het opzettelijk door een hunner van de waarborg van zich van actie te onthouden voorziene aanvulling van het es kader-persbericht blijkbaar in de meening ver keerde dat er rustig zou kunnen worden onder handeld. De naderende strijdkrachten wekten daar door eerder spot dan angst. De muiters verkeerden in de meening, dat thans het moment tot het stellen van hun eischen eerst recht gekomen was. Op dit moment viel de bom. Hiermede was de historie ineens ten einde. Begrafenis der slachtoffers van de ont ploffing in de Renault-fabriek.cn te Parijs De stemming onder het lagere personeel van de „Zeven Provinciën" Verder heeft men met het schip geen con tact meer gehad. BATAVIA, 10 Februari (ANETA). De speciale Aneta-verslaggever laat hieron der nog een enkel woord volgen over den in druk dien de operatie der Marinekrachten op de bemanning der „De Zeven Provinciën" heeft teweeggebracht, onmiddellijk nadat zekerheid was verkregen omtrent de grootte van de lijst der slachtoffers. Een zwaargebouwde Europeesche matroos, die zich goed heeft gehouden tijdens het trans port van de Inheemschen naar de „Piet Hein" tot op het laatste moment, doch die toen allen zeer rustig aan boord waren geheschen en zijn taak was afgeloopen in snikken uitbarstte, was een duidelijk voorbeeld van de diepe uitwer king die het gebeurde heeft gehad. Uit alles wat wij vernamen, en zoowel bij den eskadercommandant als bij den koksmaat, dien wij spraken, bleek ons dat de ernst van de beteekenis dezer actie is doorvoeld. Sommigen spraken van 'n keerpunt, anderen van de mogelijkheid om het schip te ontvolken en vervolgens naar den bodem van den Oceaan te zenden, opdat de naam van Hr. Ms. „De Zeven Provinciën" voor goed uit de Marine zou verdwijnen. Over het algemeen was door al dezen ernst heen ook een gevoel van ontspanning te con- stateeren door de wetenschap dat nu deze ge schiedenis weef ten einde is. Alvorens Hr. Ms. kruiser „Java" te verlaten hadden wij nog een kort onderhoud met den commandant van het eskader, den kapitein ter Zee Van Duim. die voorloopig rapport over de oorzaken van de muiterij had ontvangen, en die daarvan zeer onder den indruk was. De operatie zelve achtte hij helaas toch de finitief onvermijdelijk toen eenmaal aan de sommatie geen gevolg was gegeven, zoodat daarover verder geen discussie mogelijk was. Terwijl wij wegvoeren naar de „Piet Hein" was overal nog bedrijvigheid, die nog langen tijd zou duren. De Commissie van Onderzoek zou aanstonds worden benoemd en onmiddellijk zou men een begin maken met. het afnemen van de verhoo- ren. Juist hierom werden de belhamels onmiddel lijk afgezonderd. De stemming onder het la gere personeel aan boord van de „Piet Hein" kan o.a. getypeerd worden door de uitspraak van een der manschappen aan zijn kameraden, die luidde: „Als 't nu ook maar voor goed uit is". De „Piet Hein" brengt hen, die aan boord zijn overleden, morgen naar het eiland Onrust. De lichtgekwetsten, wier houding weinig door het gebeurde scheen te zijn gewijzigd, gingen onder gewapend geleide onmiddellijk in arrest. Een hunner werd herkend door een bootsman als iemand die op het schip waar hij diende geregeld moeilijkheden had veroorzaakt. Thans wordt de aandacht geconcentreerd op de resultaten van het onderzoek dat aan boord van de schepen in vollen gang is, terwijl morgen het stoffelijk overschot der gesneuvel den o.a. op het eiland Onrust ter aarde zal wor den besteld. TANDJONG PRIOK, 10 Februari (ANETA) De Aneta-correspondent, die thuisgevaren is met de „Piet Hein" bericht, dat thans de doo denlijst in de laatste uren gestegen is tot in totaal 22. Het zijn de tamboer tweede klas P. Bakker, de tamboer tweede klas J. C. de Bree, de mari nier tweede klas W. A. Kroeskop en 19 Inheem sche schepelingen, waarvan er vijf onherken baar verminkt zijn. Bij de in totaal zeven zwaargewonden bevindt zich een Europeaan, die nog niet is geïdentifi ceerd. Een voorloopige informatie aan boord van de „Piet Hein" bracht aan het licht, dat de zwaargewonde Inlandsche matroos eerste klasse Paradja een bekend instigator van onte vredenheid is, aan wien vrij groote invloed wordt toegeschreven. Voorts is aan boord van de „Piet Hein" over leden de Inlandsche schepeling Basir, die tijde lijk zou hebben gefungeerd als commandant van de „De Zeven Provinciën". De luitenant ter Zee De Vos van Steenwijk verklaarde hieromtrent overigens weinig met zekerheid te weten. Wel wist hij te vertellen, dat de navigatie ge durende den muiterstocht geleid werd door den Inlandschen schepeling Tuhumuna, hetgeen door den officier geen bijzondere kunst werd geacht. De Kon. Ned. Ver. „Onze Vloot" heeft een telegram gezonden aan den Minister van Defen sie, waarin zij, doordrongen van den ernst der gebeurtenissen bij de zeemacht in Nederlandsch- Indië, den hartgrondigen wensch uitspreekt, dat de door de Regeering bevolen en nog te nemen maatregelen mogen leiden tot een spoedig her- stél van orde en tucht op de Nederlandsche vloot, en gerustheid van de Nederlandsche natie omtrent de gezindheid van het gansche marine personeel. Naar aanleiding van de gebeurtenissen, welke zich in de Indische wateren hebben afgespeeld, heeft Aneta-Holland den Minister van Koloniën verzocht zijn oordeel te willen geven over den afloop der muiterij. Zijne Excellentie zeide, dat hij van oordeel was, dat de afloop der gebeurtenissen in het algemeen bevredigend is geweest, daargelaten de droeve omstandigheid, dat het menschen- levens heeft gekost, 't Aantal gevallenen is niet gering maar dit was niet anders te verwach ten. nu van de zijde van de muiters de ver dwazing tot het uiterste gedreven werd. Naar wij vernemen, is de commandant van „de Zeven Provinciën" van zijn ambt ont heven. Te Batavia aangebracht. BATAVIA, 10 Februari (ANETA). De schilderijencollectie van de Koningin is hier per m.s. „Indrapoera" aangebracht. Met de lossing is heden begonnen. De collectie staat on der toezicht van den adjudant der Koningin, majoor van Resteren. Met voldoening zal het bericht zijn ontvangen, dat op snelle wijze, na het bijeen- trekken van voldoende strijdkrachten en.n*J behoorlijke sommatie en bedenktijd, een eind is gemaakt aan het ongelukkige muiters- bedrijf aan boord van de „Zeven Provinciën Dat was voor ons prestige in binnen- en buitenland volstrekt noodzakelijk. Er ston den te hooge belangen op het spel. Wel zeer te betreuren is het, dat de muiters het nog op geweld hebben laten aankomen en dat er bloed is moeten vloeien. Maar de schuld hiervoor rust geheel op hen, die dit in roekelooze verblinding onver mijdelijk maakten. Het accentueert intusschen scherp den ernst van het geval en maakt een grondig en uitgebreid onderzoek naar de oorzaken, die zooiets mogelijk maakten, te dringender noodzakelijk. Evenals afdoende maatregelen. Dit onderzoek zal echter moeten worden gedaan en deze maatregelen zullen moeten worden genomen in een geest van vast beraden maar rustige kracht. Het Departement van Defensie deelt mede Volgens van den Gouverneur-Generaal ont vangen berichten heeft de „Aldebaran" na het vertrek van Oleh Leh, zoodra zij „De Zeven Provinciën" op voldoenden afstand genaderd was, geseind„Ik wensch U te spreken." Daarop werd van „De Zeven Provinciën" ge antwoord „Ik zal op sloepen vuren, wanneer zij trachten langszij te komen." Duidelijk werd vanaf de „Aldebaran" gezien, dat de kanonnen van 15 en 17 y3 c.M. van bak- boordgeschut op de Aldebaran werden gericht. De „Aldebaran" vergrootte daarop den af stand, waarop het geschut van „De Zeven Pro vinciën" weder in normalen stand werd ge draaid. Een kwartier daarna seinde „De Zeven Provinciën", vermoedelijk in antwoord op het sein van de Aldebaran„Neen, ik kan niet." Te 13.10 uur van 5 Februari seinde „De Ze ven Provinciën" aan de „Aldebaran"„In over leg met de officieren besloten zelf naar Soera baja te stoomen. „Aldebaran" kan volgen. Er zal niet van wapens gebruik gemaakt worden zoolang wij er niet toe gedwongen worden. Eén dag voor binnenkomst zullen commandant en officieren met vollen eerbied ontvangen wor den. (OnderteekendBemanning." Te 16.10 uur seint de overste Eikenboom aan den luitenant ter zee van Boven aan boord van „De Zeven Provinciën"„Tracht beman ning te overreden in hun eigen belang zoo spoe dig mogelijk onvoorwaardelijk bevel overge ven aan commandant. Terugkeer Oleh-Leh om rest equipage te embarkeeren. Daarna recht streeks naar Soerabaja. Voorwaarde bij over gave inlevering alle wapens per sloep aan „Al debaran". Daarop werd te 17.50 uur door ..De Zeven Provinciën" geseind„In overleg be manning houden wij vast aan reeds gezonden telegram". Dit sein werd onmiddellijk gevolgd door een bericht van den luitenant ter zee van Boven aan de „Aldebaran" luidende „Beman ning volhardt in besluit zelf schip naar Soéra- baja" te brengen en een dag voor aankomst te Soerabaja de wapens aan boord op te bergen en alsdan het schip aan commandant en offi cieren terug te geven, conform eerste telegram" Vergunning van de Crisis-Zuivel- Centrale vereischt. De Crisis-Zuivel-Centrale vestigt er de aan dacht op, dat bij ministerieele beschikking van 9 Februari 1933 no. 239 is bepaald, dat in de gemeenten: Amsterdam. Diemen, Ouder-Amstel, Nieu wer-Amstel, Oostzaam; Zaandam, Koog a.d. Zaan, Zaandijk, Wormer- veer, Wormer, Krommenie, Westzaan, Assen delft; Haarlem, Bloemendaal, Heemstede; Leiden, Oegstgeest; 's-Gravenhage, Wassenaar, Voorburg, Rijs wijk: Delft; Rotterdam, Hillegersberg, Schiebroek, Over- schie, Schieidam, Vlaardingen, Pernis; Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht; Gouda; Utrecht, De Bilt, Zeist, Zuiden, Oudenrijn, Maartensdijk, Jutphaas; Amersfoort; Hilversum, Bussum, Naarden; met ingang van 1 Maart 1933 voor het ver- koopen, vervoeren en afleveren van consump- tiemelk en daarmede gelijk te «tellen waren (room, karnemelk, yoghurt enz.) een vergun ning van de Crisis-Zuivel-Centrale vereischt zal zijn. Als consumptiemelk wordt ook be schouwd melk, geleverd aan hotels, café s, restaurants, gestichten, kantoren, ziekenhuizen, bakkers, banketbakkers, bereiders van con sumptie-ijs enz. Dit wil dus zeggen, dat ieder grossier en han delaar in consumptiemelk, melkslijters, melk inrichtingen enz., die in bovengenoemde plaat sen hun bedrijf uitoefenen, biervoor een ver gunning moeten hebben, afgegeven door de Crisis-Zuivel-Centrale. Aangezien hij, die op 1 Maart 1933 geen ver gunning bezit, stagnatie in zijn bedrijf zou on dervinden, wordt belanghebbenden aangera den. ten spoedigste de aanvraag voor een ver gunning in te dienen. Deze aanvraag moet ge schieden op een daarvoor vastgesteld formulier, welk formulier door ieder, die een vergunning wenscht, zelfstandig schriftelijk moet worden aangevraagd bij de Crisis - Zuivel - Centrale, afdeeling Consumptiemelk, Laan van Meerder- voort 84, te 's-Gravenhage, onder duidelijke vermelding van naam, voornaam en adres. Uitdrukkelijk zij erop gewezen, dat boeren, die consumptiemelk aan melkinrichtingen, melkslijters, grossiers, enz. verkoopen. 8ee." vergunning behoeven aan te vragen. Wel is zulks noodig voor boeren, die de door hen ge wonnen melk zelf aan verbruikers uitventen. ONVATBAARMAKEN TEGEN DIPHTHER1E De directeur van den Gemeentelijken Genees kundigen en Gezondheidsdienst te Amsterdam schrijft ons Eind Januari kwamen in de pers berichten, dat te Bourbon-Lancy verschillende kinderen ernstig ziek geworden waren na het onvatbaar- maken tegen diphtherie met anatoxine, het middel, dat in Nederland ook wordt, toegepast en door mij nog onlangs krachtig werd aanbe volen, o.m. per radio. Ik heb mij gewend tot het Institut Pasteur om nadere inlichtingen. De Directeur, dr. Roux schrijft mij In antwoord op uw verzoek om inlichtingen betreffende de ongevallen, voorgekomen te Bourbon-Lancy, na de inspuiting met anatoxme om onvatbaar te maken tegen diphtherie, heb ik de eer u te berichten, dat volgens het ondei - zoek van de Gezondheidsdiensten het Anatoxine als zoodanig hier geheel buiten staat. De onge vallen zijn het gevolg van de slechte toepas singstechniek. Op 172 kinderen, welke waren ingespoten, hebben zes verschillende ontstekingachtige ver schijnselen vertoond met vorming van abcessen. Een klein meisje, dat een etterende wond aan de hand had op het oogenblik van de inspuiting is gestorven ten gevolge van een phlegmone van de dij. De inspuitingen waren verricht in de dij, een verboden inspuitingsplaats, omdat deze plaats gemakkelijk bezoedeld kan worden door het schuren der kleeren, beladen met stof. Boven dien bevordert het loopen dit schuren en de infectie van de ingeënte plaats. De plaats, waar ingespoten moet worden, is de bovenarm, ter hoogte van het schouderblad, waar het kind met de hand moeilijk bij kan komen. Indien men in de dij inspuit, moet na de des infectie van de huid, de plaats van inspuiting beschermd worden door een verband en rust worden voorgeschreven. Kinderen, die etterende wonden hebben, mo gen niet worden ingespoten. Het anatoxine, te Bourbon-Lancy gebruikt, maakt deel uit van een partij, waarvan de steri liteit aangetoond kon worden. Tot zoover dr. Roux, een der vooraanstaande geleerden van Frankrijk. Hetgeen ik onmiddel lijk verwachtte, is hier bevestigd geworden, n.l. dat het onvatbaarmaken tegen diphtherie, vol gens dit procédé zonder gevaar is, mits men op de juiste wijze de inspuitingen toepast en ele mentaire fouten vermijdt. De bevolking kan dus zonder eenige onge rustheid doorgaan met haar kinderen te be schermen tegen deze ernstige ziekte. INBRAKEN. Te Oirscliot is ingebroken bij den landbou wer J. v. d. A. De inbraak werd eerst 's mor gens ontdekt. Vermist werd een geldbedrag '-an ƒ190, voorts een partjj spek en ham er Visar woIIêq dekena. De binnenvaartscholen en de huis vesting van schipperskinderen. Te Amsterdam hebben de jaarvergaderingen plaats gehad van de afdeelingen binnenvaart scholen en huisvesting van schipperskinderen voor het ontvangen van lager onderwijs van het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. Uit de jaarverslagen blijkt, dat de binnen vaartscholen in 1932 bezocht werden te Am- Amsterdam door 770, te Dordrecht door 233, te Gouda door 31, te Groningen door 353, te Harderwijk door 26, te Harlingen door 72, te Leeuwarden door 58, te Lemmer door 116, te Rotterdam door 587, te Vlissingen door 15, te Zwartsluis door 71 en te Zwolle door 404 leer lingen, totaal 2736 leerlingen. Examens voor schippers werden gehouden te Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Dor drecht en Vlissingen. Van de 156 candidaten slaagden 140. Examens voor machinist aan boord van stoom en/of motorschepen werden gehouden te Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht en Zwol le. Van de 61 candidaten slaagden 39. Tot voorzitter van deze afdeeling van het onderwijsfonds voor de scheepvaart werd be noemd de heer J. van 't Hoff te Dordrecht. Door de afdeeling Huisvesting van Schip perskinderen van het Onderwijsfonds werden in het afgeloopen jaar 979 schipperskinderen aan den wal geplaatst. Hiervan bezochten 334 kinderen openbare scholen, 464 kinderen R.K. scholen en 181 kinderen christelijke scholen. Het totaal aantal verpleegweken bedroeg 37.750. Aan steun werd in totaal uitgekeerd ƒ76.147. Aan het einde van het jaar waren plaatselijke commissies van huisvesting geves tigd te Amsterdam, Deventer. Dordrecht, Lem mer, Maastricht, Rotterdam, Sneek, Stavenisse, Terneuzen, Wemeldinge, Werkendam en Zwolle. Tot voorzitter van deze afdeeling van het Onderwijsfonds werd benoemd de heer R. ter Horst te Rotterdam. Vrijlating van een tweetal arrestanten. Door den heer Albarda waren aan den mi nister van justitie eenige vragen gesteld in ver band met de vrijlating door den Officier van Justitie te Breda van een tweetal wegens frau duleus vervoer van revolvers en patronen aan gehouden en te Antwerpen woonachtige Neder landers. Minister Donner heeft daarop geantwoord, dat inderdaad twee wegens frauduleuzen in voer o.a. van vuurwapenen en munitie op 30 December 1932 aangehouden te Antwerpen woonachtige personen, van wie een de Bel gische en de andere de Nederlandsche natio naliteit bezat, den daaropvolgenden dag, na voorgeleiding voor den officier van justitie te Bréda, op last van dezen op vrije voeten zijn gesteld. De officier van justitie vond geen voldoende termen tot aanhouding en had bovendien de verwachting welke zich ook ten deele ver wezenlijkt heeft, dat aldus de opsporing der achter deze smokkelarij werkende personen zou worden vergemakkelijkt. Dat de betrokkenen niet zouden worden vervolgd, moet op een mis verstand berusten. KRENKING TAN EEN VERDEDIGER DOOR EEN SUBST- OFFICIER VAN JUSTITIE? Door den heer Mendels zijn aan den minister van Justitie de volgende vragen gesteld: Kan de minister mededeelen, of het juist is, gelijk het desbetreffend verslag in het dag blad „Het Volk" van 3 Februari jl. vermeldt, dat ter terechtzitting van de arrondissements rechtbank te 's-Hertogenbosch op Donderdag 2 Februari jl.. bij de behandeling van een straf zaak tegen een jongeman, verdacht van straf bare bedreiging, de fungeerende substituut officier van justitie zich in zijn repliek op het pleidooi van den verdediger mr. Paul Tripels, deken van de Orde van Advocaten te Roermond, aldus of ongeveer aldus heeft uitgelaten: „Ik vind het bedroevend, dat menschen als deze verdachte nog een verdediger bereid vin- den de verdediging op zich te nemen Mocht dit zoo zijn, acht de minister dan deze of dergelijke uitlating niet onoorbaar: a. als een miskenning van aard- en strekking van het instituut der verdediging m strat- K als' in strijd met geest en inhoud van het Wetboek van Strafvordering; c. als een krenking van den bedoelden ver- diger? In de maand Januari werden in het district Aken in beslag genomen 7100 KG K.G. tabak. 312 500 sigaretten, 3500 sigaren, 8000 K.G. suiker, 1600 K.G. brood, 1150 K.G. meel, 1670 K.G. tarwe, 4100 boekjes sigaretten papier. Tegen 2208 smokkelaars werd een ver volging ingesteld. De 40-jarige landbouwer Berkhof te Vriezen- veen is in een sloot, loopende langs zijn weiland verdronken. Men veronderstelt, dat de man. na afloop van zijn werk, zijn handen heeft willen S einigen en toen voorover in het water is geval len met gemeld noodlottig gevolg. Sinds Zaterdag werd te Oldenzaal vermist de ongeveer 60-jarige C. S. employé van v. Gend en Loos. Des avonds werd te Denekamp aan de Dinkel zijn hoed gevonden, waarop de mare chaussee zijn gaan dreggen. Gistermiddag nu is zijn lijk uit de Dinkel opgehaald. ZIJN VROUW IN HET WATER GEDUWD De Vierde Kamer der Amsterdamsche recht bank heeft gister den 42-jarigen koopman, die op 13 April 1926 zijn vrouw, van wie hij ge scheiden was, tijdens een heftige woordenwis seling in de Ringvaart bij Diemen heeft geduwd. ■Waarin zij verdronk, veroordeeld tot anderhalf iaar gevangenisstraf, overeenkomstig den eiscR van hst Q, 34.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 3