HGEZOriDEH
kOTUKKEn
C5
CblH Y ïqACHV J51R.II
e I
DINSDAG 14 FEBRUARI 1933
SLIJTVERGUNNINGSKWESTIE.
Levering buiten de gemeente.
PASPOORTEN WORDEN DUURDER.
DOOR GAS BEDWELMD.
TRIBUNE-KWESTIE VOOR DEN
HOOGEN RAAD.
DRAMA IN EEN KIPPENHOK.
CONSUMPTIE-IJS NIET ONDER DE
WINKELSLUITINGSWET.
DUPLICATE WEDSTRIJDEN.
De versierde hal in den Stadsschouwburg te Amsterdam bij de herdenking van Wag
ners sterfdag voor 50 jaar. De buste in het midden is van mr. II. Viotta, oprichter
der Wagner vereeni ging.
Conclusie van rlen Advocaat-Generaal
bij den Hoogen Raad.
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad
mr. Wijnveldt heeft geconcludeerd in de zaak
van A. P. A. van G., die een slijtvergunning
te Schiedam heeft en verbaliseerd werd, om
dat hij een flesch jenever had geleverd aan
den inspecteur der volksgezondheid De Brey
te 's-Gravenhage, Daar deze in de dagvaarding
was aangeduid met een verkeerden naam,
sprak de kantonrechter te 's-Gravenhage v.
G. vrij, waarna de rechtbank hem tot 1 boete
veroordeelde. De rechtbank overwoog, dat de
verkoop van drank volgens do drankwet wat
anders is dan een overeenkomst van koop en
verkoop volgens het Burgerlijk Wetboek en
dat B. en W. van 's-Gravenhage aan v. G. geen
vergunning hebben verleend voor aflevering
te 's-Gravenhage, zoodat een strafbaar feit was
gepleegd.
De advocaat-generaal merkte op. dat onjuist
is, dat de geheele drankhandel aan de zijde
van v. G. zou staan. Hij citeerde het R.K. vak
orgaan „Sint Joseph", waarin staat, dat het
geen normale toepassing van de drankwet is,
als de levering plaats vindt soms op grooten
afstand van de plaats, waar het bedrijf wordt
uitgeoefend.
In het vakorgaan „Ons Belang" staat voorts,
dat een veroordeeling van v. G. zal worden
toegejuicht, omdat zij aan een misstand een
eind zal maken. Bij deze zaak zijn groote gel
delijke belangen betrokken. In de vakkringen
heerscht geen eenstemmige meening.
Een slijtvergunning, aldus de advocaat-
generaal, is een vergunning uitsluitend voor
de plaats, waarvoor zij is opgegeven. Het ver
schil met een tapvergunning moet worden ge
zocht niet in de plaats, maar in de omstan
digheden, waaronder hij plaats vindt. Bij een
tapvergunning wordt het gekochte ter plaatse
gebruikt. Bij een slijtvergunning moet het ge
bruikte elders worden gebruikt.
Art. 3 der drankwet bepaalt, dat hij, die
sterken drank in het klein wil verkoopeu, ver
gunning vraagt aan B. en W. in de gemeente,
waarin hij het bedrijf wenscht uit te oefenen.
Dit artikel bedoelt, het bedrijf van den ver
gunninghouder tot deze plaats te beperken. Het
spreekt van „uit te oefenen" en niet van „ves
tigen". Voorts wordt bij de geheele wet ge
dacht aan gemeentelijke regeling en de rege
ling van het maximum aantal vergunningen
zou veel van haar belang verliezen, als slijters
ook buiten de gemeente zouden mogen leveren.
Ook het vergunnings recht is zuiver gemeen
telijk. De drankwet strekt om de uitoefening
van het vergunningsrecht te binden aan het
gemeentelijk territoir.
Zonder deugdelijke gronden, aan de drank
wet zelve ontleend, kan men geen verschillen
de beteekenis geven aan het begrip „verkoop"
ten aanzien van tap- en van slijtvergunning.
Het vonnis is voldoende gemotiveerd.
Mitsdien concludeerde de advocaat-generaal
tot verwerping van het beroep.
Uitspraak 13 Maart.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
MISLEIDENDE FOTO.
Do onderofficieren behoorende tot de afdeeling
mariniers te Rotterdam verklaren, dat de foto,
voorkomende op de frontpagina van het dagblad
Voorwaarts van Woensdag 8 Februari j.l. voor
stellende een korporaal der mariniers een plaat
van de Zeven Provinciën bekijkende, met als
onderschrift: „Dank zij het verbod van Minister
Deckers, grijpen de marinemannen met meer
gretigheid dan te voren naar ons blad"! fotogra
fisch bedrog is en dat de persoon op deze foto
voorkomende niet tot het korps mariniers be
hoort en nimmer behoord heeft.
DE ONDEROFFICIEREN VOORNOEMD
Wegens «Ion nijpenden finaueieelen
toestand des rijks.
Ingédiend is een wetsontwerp tot wijziging
der wet op de kanselarijrechten.
In de memorie van toelichting wordt geme
moreerd, dat ingevolge de slötacte der inter
nationale paspoortenconferentie, die in 1920 te
Genève werd gehouden, de kosten van afgifte
en van verlenging der Nederlandsche buiten-
landsche paspoorten in 1927 zijn verlaagd tot
één gulden.
De regeering is thans tot de slotsom gekomen,
dat in verband met den nijpenden finaueieelen
toestand het noodzakelijk is de inkomsten uit
afgifte en verlenging van paspoorten te ver
meerderen. Zij is van oordeel, dat deze belas
ting niet kan worden geacht, zwaar op de be
volking te drukken, daar de beoogde hoogero
heffing grootendeels zal worden opgebracht
door het reizend publiek, waarvoor de paspoor-
te'nkosten slechts een gering onderdeel vormen
van het totaal der reiskosten.
Het ligt in het voornemen, zoodra de econo
mische toestand zulks zal gedoogen, voorstellen
te doen om de heffing terug tè brengen tot
het peil, in de aanbeveling der bovengenoemde
conferentie beoogd.
Het ligt voor de hand, het vroegere onder-
scheld tusschen paspoorten voor één persoon
en paspoorten voor twee of meer personen we
der in te voeren en voor de laatste paspoorten
een hooger bedrag te heffen.
De geldigheidsduur der paspoorten blijft op
twee jaren gehandhaafd.
De voorgestelde bedragen van 5 voor één
persoon en 7.50 voor meer personen blijven
nog beneden de vroeger voor de afgifte en de
verlenging der buitenlandsche paspoorten ver
schuldigde heffingen van 6.75 en 10.50.
Om practische redenen is het noodig, de in
werkingtreding der wijzigingen nader vast te
stellen op zoodanig tijdstip, dat de met de uit
voering belaste overheden tijdig vooraf op de
hoogte kunnen zijn gebracht en andere voor
bereidingsmaatregelen zijn getroffen.
De Wanroyschc moordzaak voor
het Bossche hof,
TWEE JAAR GEVANGENISSTRAF
GEEISCHT.
Het gerechtshof te 's-Hertcgcnbosch behan
delde gisteren in hooger beroep de strafzaak
tegen den 22-jarigen P. H. v. d. V. te Oosteind
(gemeente Oosterhout), assistent op een zuivel
fabriek, die door de rechtbank te 's-Hertogen-
bosch is vrijgesproken van doodslag, gepleegd
te Wanroy op 18 April 1931 op zijn oom P. van
der Vleugel, directeur der zuivelfabriek te Wan
roy. Deze was dien dag teruggekeerd van een
driedaagsche reis en had zich des avonds om
half elf naar de kippen-kooi achter zijn huis
begeven, om voor de kippen te zorgen. De ver
dachte, die gedurende de afwezigheid van zijn
oom het beheer over de fabriek had gevoerd,
volgde hem. In het kippenhok was de versla-
gene bezig met de broedmachine, toen hem een
slag met een flink ijzer op het hoofd werd ge
geven, zoodat hij neerviel. Zijn lcleeren werden
met petroleum overgoten en in brand gestoken.
Volgens verklaring van den gemeente-veld
wachter, was de verdachte des nachts hem
komen wekken voor de in overspannen toestand
afgelegde mededeeling. dat hij zijn oom had ge
slagen en deze misschien wel dood was. Hij
vroeg gevangen genomen te worden. Na ander-
halven dag vreéselijke pijnen geleden te heb
ben, is de heer van der Vleugel overleden, nadat
hij aan een verpleegster te kennen had gegeven,
dat zijn neef hem niets gedaan had.
De deskundigen, die verdachte psychiatrisch
onderzocht hadden, achtten verdachte niet in
staat zulk een beestachtige behandeling bewust
te plegen. Hij moet geen macht over zijn wil
gehad hebben. De rechtbank sprak verdachte
vrij.
Het O.M., dat vier jaar had geëischt, ging in
beroep.
Eerste getuige was wachtmeester P. Tromp
uit Boxmeer, die o.a. meedeelde, op de deur
van het kippenhok vegen als van bloedvlekken
gevonden te hebben. Sporen van orind waren
niet te zien, wel vlekken van petroleum. Bij
het onderzoek later door dokter Hesselink roken
de pantoffels van verdachte ook naar petro
leum. Getuige heeft op verdachte een aantal
foto's gevonden; op de meeste kwam, naar hij
op een vraag van den advocaat-generaal mee
deelt, de tante van verdachte voor.
De verdediger legt deze foto's aan Het Hof
over. Op sommige staat de tante in het geheel
niet.
Wachtmeester Tap heeft het ijzer gevonden,
daar zat geen bloed aan.
Getuige P. J. Cörnelissen, bakker te Wanroy
heeft in het kippenhuls wel geschroeide klee-
ren, doch geen verdere brandsporen gevonden.
Op verzoek van de vrouw van het slachtoffer
heeft hij alles opgeruimd. De broedmachine
brandde normaal.
De advocaat-generaal vraagt of get. door de
familie steeds wordt geroepen, als er iets is.
Hij antwoordt bevestigend. Thans echter in
het geheel niet.
Verder antwoordt hij op een vraag, dat hij
toen men hem vroeg den boel op te ruimen
niet den indruk had, dat dit spoedig moest ge
beuren. Van een verstandhouding f tusschen
verd. en zijn tante heeft hij nooit iets bemerkt.
De werkman J. Verheijen heeft vorige ge
tuige bij het opruimen geholpen. Ook hij heeft
olievlekken op den vloer gezien, maar geen
bloed. De broedmachine werkte normaal.
Tegenover de meening van dr. Hesselink, die
het niet mogelijk acht, dat kleeren in brand
genaken zonder met de vlam in aanraking te
zijn geweest, meent get. dat de hitte door brand
kan veroorzaakt hebben. Verder deelt get.', die
16-jaar bij v. d. V. aan huis kwam mee, dat
hij nooit iets van ongenoegen had gemerkt.
Verd. was een nette, fatsoenlijke jongen.
In verband met het feit, dat men in de fa
briek licht heeft gezien, dat aan- en uitging,
verklaart de machinist P. Reijnen, dat hij geen
licht heeft aan- of uitgedaan. In het verbran
den van kleeren had hij niets vreemds gezien,
daar het de gewoonte was, dat dingen, die op
geruimd moesten worden den ketel ingingen.
Het echtpaar v. d. V. was volgens get. zeer
gelukkig en nimmer heeft hij iets gemerkt van
een verhouding tusschen verd. en zijn tante.
Deze is een fatsoenlijke vrouw.
Get.-deskundige dr. Hesselink concludeert
uit de gevonden sporen: bloed, een stukje huid
van den duim en verbrande stof, dat het slacht
offer geprobeerd heeft de deur open te maken.
Merkwaardig is. dat de kleeren tot op zekere
hoogte intact zijn gebleven en dat op een be
paalde plaats het vuur naar binnen heeft ge
werkt, terwijl men juist verwachten zou, dat de
vlammen omhoog zouden gaan. Hoewel get. het
niet positief kan zeggen, acht hij toch het
meest juist de veronderstelling, dat het slacht
offer geslagen en gevallen is en daarna in brand
gestoken.
Verd. zegt zich niets te herinneren van het
gaan naar het kippenhok.
U houdt zich dus aan dit systeem, zegt de
president, waarop verd. antwoordt: er is hier
geen sprake van een systeem.
De gemeente-veldwachter Ansems, deelt mee,
dat hij door verdachte uit zijn bed was gehaald.
Hij vroeg hem in de gevangenis te zetten, daar
hij zijn oom met een ijzer had geslagen. Hij
voegde eraan toe: hij brandt ook.
Verder vroeg hij hem naar de pastorie of
den burgemeester te brengen, dan zou hij alles
vertellen.
Op een vraag van den president zegt get., dat
hij er niets van geloofde. Verdachte leek hem
zeer overstuur. Terwijl verd. naar den pastoor
ging, gevolgd door de vrouw, die verklaarde,
dat hij krankzinnig was, heeft getuige het
slachtoffer, die zeide het koud te hebben, naar
het warme kantoor gebracht. Terwijl hij daar
mee bezig was, kwamen de vrouw en verdachte
gearmd terug. Get. ging den dokter roepen.
Toen hij 10 minuten later terugkwam zag hij
in de fabriek het licht uitgaan. Hij heeft aan
het slachtoffer gevraagd, hoe het gebeurd was,
doch hij antwoordde, dat hij het niet wist. Get.
had de verklaring der vrouw, dat er een ont
ploffing was geweest, aannemelijk gevonden,
daar v. d. V. altijd met zijn broedmachine bezig
was. Van een verhouding tusschen verd. en de
vrouw heeft hij nooit iets bemerkt. Pas achter
af heeft hij er in het dorp over gehoord. Vol
gens getuige zouden de vrouw, verd. en een
ander gearmd zijn gezien in het station te
Nijmegen.
Verdachte wordt nog ondervraagd over zijn
zelfbeschuldiging. Hij verklaarde er zich niets
van te herinneren. Hetzelfde antwoord geeft
hij op de vraag van den president, of hij dien
nacht bij den pastoor gebiecht heeft.
Daarna is het pauze.
Om 2 uur zette het Bossche Gerechtshof de
behandeling dezer zaak voort.
Nadat de vrouw van veldwachter Ansems
diens verklaringen over het nachtelijk bezoek
van verd. bevestigd had, deelde mej. v. Exel,
dienstbode op de pastorie, mede dat verd. des
nachts den pastoor te spreken vroeg. Deze is
met hem in een spreekkamer gegaan. De vraag
van den president of er een stool in de pas
torie is en men er dus ook biecht kan spreken,
beantwoordt get. bevestigend; of er gebiecht
is weet zij niet. Volgens get. kwam kort daarna
de vrouw van den directeur en zei tegen verd.:
Kom, ga maar mee.
De verdediger merkt op, dat bij den rechter
commissaris daarvan niets is gezegd.
De zaadhandelaar A. Cörnelissen heeft den
verbranden man gezien. Toen hij vroeg wat er
gebeurd was, antwoordde diens vrouw dat hij
zich met de broedmachine gebrand had. De
vrouw was zeer bezorgd. Zij vertelde dat verd.
die naar bed was, erg overspannen was.
Dr. Arntz te MUI heeft de brandwonden ge
constateerd, die doodelijk waren.
Wat hem was opgevallen was, dat de vrouw
herhaaldelijk gewezen heeft op de wond welke
v. d. Vleugel op het achterhoofd had. Getuige
vond die wond niet zoo belangrijk; de brand
wonden waren het ergste.
Getuige heeft v. d. VI. gevraagd wat er
gebeurd was, maar hij zei zich niets te kunnen
herinneren.
Den volgenden dag heeft hij hem weer naar
de oorzaak gevraagd en toen hij vroeg of hij
soms met petroleum bezig was geweest, zei
v. d. Vleugel: nu het is niet met petroleum
gebeurd.
Verd. sliep. Get. achtte het een onnatuur-
lijken slaap waaruit hij moeilijk te wekken
was.
Op een vraag van den verdediger deelt get.
mede, dat de vrouw vol zorg was voor den
man. Toen hij kwam wis er aan gedaan wat
er aan gedaan kon worden door een leek.
Die zorg was kennelijk oprécht gemeend.
Dé leerling-verpleegster, mej. H. Canten, is
vier jaar bij de familie v. d. V. in huis ge
weest. Het was volgens haar een goed huwe
lijk. Toen de politie kwam heeft v. d. V. ge
zegd: Pierre heeft niets gedaan, het is allemaal
onzin
Drs. Nieuwenhuijzen en Mettrop verklaren
dat de brandwonden doodelijk waren, de won
de op het achterhoofd, die kan zijn toegebracht
met het gevonden ijzer, echter niet. Die is als
zwaar lichamelijk letsel aan te merken.
H. Giesbers, werkvrouw bij de familie v. d.
V., noemt verd. een fatsoenlijken jongen. Een
paar dagen voor 't gebeurde leek hij haar ech
ter vreemd. Hij zag er ongewasschen uit en
droeg een das, wat anders no'oit het geval was.
Getuige P. Cörnelissen, burgemeester te
Wanroy, deelde mede dat verd. gunstig bekend
staat. De vrouw staat moreel ongunstig bekend.
Als er sprake is van misdrijf, meent spr. dat
verd. gehandeld heeft onder den invloed der
vrouw.
Verd. wijst er op dat de burgemeester wel
omgang gezocht heeft maar zijn oom het niet
wilde.
Daarna werd anderhalf uur lang een zitting
gehouden met gesloten deuren tot het hooren
o.a. van prof. Bouman en de psychiaters.
Bij de voortzetting der openbare behandeling
beriep de wed. v. d. Vleugel zich op het ver-
schooningsrecht en werd daarom niet gehoord.
Ten slotte legden nog een aantal getuigen a
décharge zeer gunstige verklaringen omtrent
verdachte af, met name een broeder van het
slachtoffer en de heeren J. Berden, J. Kruip,
zuivel-inspecteur te Eindhoven, W. Bannenberg
directeur eener melkinrichting te Eindhoven
en J. Rooyen te Hom.
Verdachte hield vol niets te hebben gedaan
cn zich niets te herinneren van zijn verklaringen
aan den veldwachter en anderen.
Requisitoir van den Adv.-
generaal.
De advocaat-generaal mr. Couvée nam daarop
requisitoir. Hij noemde de houding van ver
dachte comedie. Als de genegenheid voor zijn
tante de aanleiding is geweest van den dood
slag zal hij liever sterven dan de daad te er
kennen. Zijn aanvankelijke bekentenis door 2
getuigen gehoord, was een teeken van berouw.
De psychiaters gelooven, dat verdachte is gaan
biechten. De pastoor daarnaar gevraagd beriep
zich op zijn ambtsgeheim. Spr. ging de verschil
lende feiten na om daaruit te concludeeren, dat
verdachte de dader is en niet een derde ze ge
pleegd heeft. Zijn voornemen om te dooden
blijkt uit zijn eigen verzoek aan den veld
wachter: „sluit me maar op, ik ben niet beter
waard". De tante gaf aan verdachte de voor
keur boven haar man. Zij liet haar man alleen
om verdachte op de pastorie te gaan halen.
Naar spr. meening heeft de vrouw den neef
overgehaald. Spr. neemt den opzet tot dooden
aan. Ook is 'er opzettelijke brandstichting. Ver
dachte meende, dat zijn oom al dood was en
stak hem in brand om de sporen van zijn daad
uit te wisschen. Echter zal verdachte alleen
veroordeeld kunnen worden wegens poging tot
doodslag met het ijzer. Spr. bestrijdt de theorie
der deskundigen, dat de brand er was voor den
slag, Het was andersom. De deskundigen vin
den het verklaarbaar, dat verdachte zich na den
brand niets herinnert. Verschillende dingen
echter weet hij heel goed.
De deskundigen verklaren wel, dat verdachte
de daad niet met opzet kan gedaan hebben,
maar zij motiveeren dit niet. Spr. eischt ten
slotte wegens poging tot doodslag 2 jaar ge
vangenisstraf.
De verdediger aan 't woord.
De verdediger mr. E. van Zinnicq Bergmann,
wenscht met eenige tirades uit zijn breed op
gezet pleidooi te volstaan ter respecte van ver
dachte, zijn ouders en zijn tante. De goede
trouw van de overtuiging van den advocaat-
generaal voorop stellende merkt spr. op, dat
deze een groote fout maakt, door niet te zeg
gen: dit is het motief en dan komt de daad,
doch: men heeft de daad en ik heb het motief.
Niemand weet iets mee te deelen over een ver
houding tusschen tante en neef, alleen de bur
gemeester heeft er na het drama wat over
hooren verluiden. Alle getuigen verklaren, dat
de vrouw een fatsoenlijk mensch is, slechts een
verklaart anders. Er is al ontzettend veel leed
over déze vrouw gekomen. Een straf van 2 jaar
zou niet voldoende zijn, als verdachte gedaan
had, wat hem was ten laste gelegd, want dan
zou hij een groot misdadiger zijn
Na nog het psychiatrisch rapport besproken
te hebben, wees spr. er op, dat de psychiaters
overtuigd zijn, dat deze jonge man, de daad
niet bedreven kan hebben. Het spijt spr., dat
de advocaat-generaal, na het verhoor der psy
chiaters niet van inzicht is veranderd en niet
vrijspraak heeft gevraagd en hij hoopt, dat in
het vrijsprekend vonnis een tirade zal komen,
waaruit de overtuiging van het Hof zal blijken.
Uitspraak 27 Februari.
VECHTPARTIJ.
Na afloop van een bal kregen Zondagnacht
onder Kleindijk, gem. Odoorn enkele cafébe
zoekers twist. Hierbij werd de 22-jarige A. J. uit
Emmen met een mes in de borst gestoken. In
ernstigen toestand werd de getroffene naar zijn
woning overgebracht. De politie stelt een onder
zoek in.
Beslissing van dén Hoogen Raad.
De Hooge Raad heeft gisteren uitspraak ge
daan in de zaak van den banketbakker van G.
te Monster, die in twee instanties veroordeeld
was wegens verkoop van consumptie-ijs in
sluitingstijd. Hiertegen was aangevoerd, dat,
daar art. 3 lid 1 der Winkelsluitingswet be
paalt, dat de wet niet van toepassing is op den
verkoop en de aflevering van ijs, hieronder
allo ijs, dus ook consumptie-ijs, moet worden
verstaan.
De Hooge Raad heeft v. G. van rechtsvervol
ging ontslagen.
BRANDSTICHTING.
De gedetineerde A. J. W. had zich Maandag
voor de rechtbank te Maastricht te verantwoor
den wegens het stichten van brand in zijne
woning te Kerkrade. Er waren in petroleum
gedrenkte doeken en couranten gevonden, be
nevens een massa kaarsen, zoo geplaatst dat
het vuur een snellen loop moest nemen. De in
boedel, nauwelijks ter waarde van 15 was
voor 1500 verzekerd, terwijl later bleek dat
verdachte bovendien alle voorwerpen van
eenige waarde als kleeren tijdig in veiligheid
had gebracht.
Het O.M. achtte de brandstichting zoomede de
opzet van verdachte om zich op onrechtmatige
wijze de verzekeringsgelden toé te eigenen be
wezen en eischte 2 jaren gevangenisstraf. De
verdediger mr. Ch. Paulussen vroeg vrijspraak.
Uitspraak 17 Februari.
HET ONGEVAL OP HET STATION
KWADENDAMME.
In den morgen van 16 Augustus van het vorig
jaar heeft aan het station te Kwadendammo
(Z.) een ongeval met doodelijken afloop plaats
gehad, doordat de motortrein der N.S., komen
de uit de richting Hoedekenskerke, niet aan
het station Kwadendamme stopte zooals voor
geschreven was, doch dit station voorbijreed.
De bestuurder van deze trein G. de N„ be
merkte niet dat op dat oogenblik de 67-jarige
J. Steenbakker zich op de rails bevond, waar
door deze overreden werd en eenige uren later
in het R.K. Ziekenhuis te Goes overleed.
De Rechtbank te Middelburg heeft den trein
bestuurder wegens overtreding van art. 307
N.v.S. veroordeeld tot een boete van 50 subs.
10 dagen van welk vonnis de veroordeelde in
hooger beroep voor het Haagsch Gerechtshof
terecht stond.
In deze zaak werden 5 getuigen gehoord on
der wie de ingenieur der Ned. Spoorwegen C.
T. J. Hagedoorn.
In zijn requisitoir wees de advocaat-generaal
mr. Brants er op dat vast is komen te staan dat
verdachte de voorschriften van het stoppen ter
plaatse heeft overtreden en daarom is hij dan
ook disciplinair gestraft.
Volgens spr. is verdachte's schuld, zij het dan
ook in verminderde mate, komen vast te staan.
Zeer zeker ligt ook hier schuld bij het slach-
offer, doch dit had zijn onvoorzichtigheid niet
met het leven behoeven te boeten indien ver
dachte oplettend ware geweest.
Een en ander in aanmerking nemend, meen
de spr. dat het vonnis der rechtbank behoorde
te worden bevestigd.
Mr. H. B. J. Waslander uit Utrecht, was van
meening, dat dit ongeval meer aan een samen
loop van omstandigheden dan aan de nalatig
heid of schuld van de zijde van verdachte te
wijten was en concludeerde tot vrijspraak.
Arrest 22 Febr. a.s.
Politie redt twee menschcn.
In 'n perceel aan de Lindengracht te A'dam
heeft zich een geval van gasbedwelming
voorgedaan, dat, ware niet juist bijtijds inge
grepen, aan twee personen het leven zou heb
ben gekost. In een vertrek van dit perceel
waren n.l. een 78-jarige muziekleeraar en een
15-jarige leerling blijkbaar zóó ijverig aan het
musiceeren, dat zij niet bemerkten, dat een
in de kamer aanwezig gaskraantje openstond.
Al heel spoedig was het geheele vertrek met
gas gevuld, met het gevolg, dat beide men-
schen bedwelmd geraakten. Buren, die een
gaslucht hadden waargenomen, waarschuwden
de politie. Twee agenten, die daarop de woning
binnendrongen, sloten den gastoever af, open
den de ramen en brachten de slachtoffers naar
een ander vertrek. De muziekleeraar was weer
spoedig op zijn verhaal, de jongen bleek er
erger aan toe te zijn en moest naar een zieken
huis worden vervoerd. Na daar behandeld te
zijn, heeft hij zich naar huis kunnen begeven.
BEKNELD GERAAKT-
Zaterdag geraakte de landbouwer E. Th. D. te
Gronsveld met zijn hals tusschen den trek
boom van een met 'n paard bespannen wage»
en een muur:
De man werd zoo ernstig gewond, dat hij ter
behandeling moest worden overgebracht naar
het ziekenhuis Calvariënberg te Maastricht.
BROEDERTWIST.
Door' de arrondissementsrechtbank te Maas
tricht is gisteren J. E. v. d. H., die te Heerlen
met 'n bijl z'n broer doodsloeg, vrijgesproken.
Het O. M. had tegen verdachte 5 maanden ge
vangenisstraf gevorderd.
Handhaving van het vonnis geëischt.
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad,
mr. Wijnveldt, heeft gisteren geconcludeerd Sn
de zaak van C. K. en T. A. S., die wegens
smaadschrift in „De Tribune" veroordeeld zijn
door het Amsterdamsche Hof respectievelijk
tot 250 en tot 100 boete.
Spr. was het, wat het vonnis van K. betreft,
niet eens met het cassatiemiddel van mrs. De
Jong en Van 't Hoff Stolk, volgens wie schen
ding, althans verkeerde toepassing, van art. 419
Wetboek van Strafrecht zou hebben plaats ge
vonden ten aanzien van de vraag, wie als druk
ker moet worden beschouwd. Spr. zette uiteen,
dat drukker is hij, die het drukkersberoep uit
oefent, dat requirant niet voor de daden der
Naamlooze Vennootschap maar voor zijn eigen
handelingen aansprakelijk is en dat het hier
zijn eigen handelingen betreft. 3
Met betrekking tot de rol van S., die het
artikel in het blad had opgenomen of doen
opnemen, herinnerde de advocaat-generaal er
aan, dat het artikel was gericht tegen een in
specteur van politie te Rotterdam, van wien
was geschreven, dat hij aanvallend en provo-
ceerend was opgetreden. In het verweer voor
cassatie was betoogd, dat dit niet krenkend
was voor de eer en den goeden naam van den
inspecteur, omdat de woorden „aanvallend" en
„provoceerend" geen ongunstige beteekenis zou
den hebben. De advocaat-generaal vond dit
onjuist. Het aanvallende optreden van den in
specteur was gesteld tegenover het rustige op
treden van arbeiders. De indruk we^ gewekt,
alsof het de politie was geweest, die de orde
had verstoord, alsof de inspecteur de arbeiders
had geprovoceerd. In het onderhavige verband
hebben de woorden een zeer ongunstige betee
kenis, zoodat het cassatiemiddel ondeugdelijk is.
De advocaat-generaal concludeerde tot ver
werping van de beide beroepen.
Uitspraak 13 Maart.
Wat wordt verstaan onder duplicate-bridge
Dit is een vraag, die velen zich gesteld zullen
hebbèn en die beantwoord zal moeten worden
alvorens over dit onderwerp te beginnen.
Onder duplicate-bridge dan wordt verstaan
het spelen van dezelfde spellen door tegen
elkaar spelende partijen. Wil men de krachts
verhouding van twee paren leeren kennen, dan
zal men dit het beste kunnen beoordeelen door
hen dezelfde spellen tegen dezelfde tegenstan
ders te doen spelen, maar dit gaat, niet ge
makkelijk, want na den eersten keer een spel
gespeeld hebben tegen paar A, zou het tegen
spelende paar dit spel reeds kennen als het
ditzelfde spel tegen paar B moet spelen en
daardoor altijd min of meer beïnvloed zijn.
Daarom neemt men daarvoor dan ook gewoon
lijk liever twee ongeveer gelijkwaardige paren,
ioodat men mag aannemen, dat ztj vrijwel ge
lijke resultaten met bieden en spelen zullen be
reiken.
Gemakkelijker is het teams duplicate te laten
spelen. Heeft meh b.v. twee teams ieder van
twee paren, dan laat men van team A het paar
no. 1 in de N—Z lijn spelen tegen paar no. 1
van team B en aan de andere tafel worden
dezelfde spellen gespeeld door paar no 2 van
team B in de N—Z lijn tegen paar no. 2 van
team A In de O—W lijn. Zoo spelen dus alle
paren van het eene team dezelfde spellen tegen
de paren van het andere team. Teneinde een
jou zuiver mogelijke vergelijking te krijgen,
wisselt men op de helft van den wedstrijd de
paren om, d.w.z indien begonnen zijn no. 1 A
tegen no. 1 B en no. 2 B tegen no. 2 A, dan
spelen na de eerste helft no. 1 A togen no. 2 B
en no. 1 B tegen no. 2 A.
Heeft men een wedstrijd van meerdere paren,
dan zal men noodig hebben zooveel tafels als
het aantal deelnemende paren gedeeld door
twee.
Deze tafels worden zoo mogelijk in een rij
geplaatst en genummerd. Gemakshalve noemt
men de richting der rij tafels de N—Z lijn. De
speler, die het eerst op N plaats neemt, blijft
den geheelen wedstrijd op N zitten en zijn maat
op Z. De speler rechts van N speelt op de Ö-
lljn, die links van N op de W-lijn. Wellicht ten
overvloede wijzen wij er op, dat met de letters
N, O, Z en ff de windstreken worden bedoeld.
Men heeft verschillende manieren om dé
paren zoodanig te doen verhulzen, dat óf elk
NZ paar tegen elk OW paar te spelen komt
öf dat alle paren tegen elkaar komen te spelen.
Wij komen daar straks op terug, nadat de meer
algemeene zaken besproken zijn.
Het aantal giften hangt af van het aantal
tafels en van den beschikbaren tijd. Zijn er
b.v. 4 tafels, dan zal een minimum van 16 gif
ten voldoende blijken, in elk geval moet het
aantal giften door 4 deelbaar zijn.
Stel er worden 15 giften gespeeld, dus 16
spellen, dan worden op elke tafel 4 duplicate-
borden en 4 spellen kaarten geplaatst. Die bor
den zijn voor tafel I gemerkt 1, 2, 3 en 4;
voor tafel II: 5, 6, 7 en 8, enz.
Zulk een duplicate-bord is feitelijk niet anders
dan een langwerpig of vierkant (minder goed)
bord, waarin gleuven zijn gemaakt en wel voor
elke hand (dertien kaarten) één gleus dus vier
gleuven. In de gleuf gemerkt N worden de
kaarten van den N-speler gestoken, in die ge
merkt O de kaarten van den O-speler en zoo
vervolgens. Nu heeft men dus een bord, waarin
de handen van eiken spaier afzonderlijk onver
wisselbaar zlin opgeborgen. Verhuist nu dit bord
naar een andere tafel, dan neemt de N-speler
daar de hand uit gleuf N, de O-speler die uit
gleuf O enz. Zoo Bpeelt dus elke gelijk ge
letterde speler dezelfde spellen als alle tafels.
Die borden worden van allerlei soorten mate
riaal gevormd, van karton, van fibre, van
aluminium. Buiten de letters, die de spelers
aanduiden, staat middels een pijl aangegeven,
wie het spel gegeven heeft, dus wie beginnen
moet te bieden en door het woord „vulnerable"
(kwetsbaar), welke partij kwetsbaar is. Dit
laatste Is noodig, omdat elk spel op zich zelf
beoordeeld wordt en dus elk nieuw spel met
een sehoonen stand begint. Gewoonlijk regelt
men het zoo, dat voor de eerste gift geen der
partijen kwetsbaar Is voor de tweede gift de
gever en zijn maat, voor de derde gift wederom
riê gever en zijn maat en voor de vierde gift
beide partijen. Dim staat dus op bord*no. 1
geen vermelding van kwetsbaarheid, op bord
no. 2. dat O—W kwetsbaar zijn, op bord no. 3
NZ en op bord no. 4 zoowel OW als NZ.
Aan elke tafel beginnen de spelers de spel
len te schudden, af te nemen en te geven,
waarna de verschillende handen in de juiüte
gleuven worden gedaan. Dit kan men begin
nen voor alle spellen tegelijk, maar men kan
ook eerst geven voor het eerste spel, het spel
op de gewone wijze afspelen en na afloop van
dit spel de handen in de juiste gleuven doen,
Waarna bord no. 1 terzijde wordt gelegd en zoo
vervolgens met de beide andere borden.
Nadat de borden van ons voorbeeld zijn afge
werkt, is het spel tusschen de beide paren af-
geloopen en moeten borden en één paar ver
huizen.
Voor dit echter te behandelen nog een enkel
woord over de behandeling der kaarten. Waar
ieder speler zijn eigen dertien kaarten in zijn
eigen gleuf moet doen, is het noodig, dat hij
zijn eigen kaarten gemakkelijk bij elkaar krijgt.
Dit kan op twee wijzen gebeuren en wel:
a. door zijn dertien kaarten op de rugzijden
te voorzien van zijn eigen letter (N, O, Z of
W) en na afloop van het spel dezo kaarten weer
uit het spel bijeen te zoeken. Dit merken brengt
nog al moeilijkheden mede en daarom bracht
de firma Goodall in Londen speciale wedstrijd
kaarten in den handel, op welker rugzijden zes
vakken, genummerd van 1 tot 6 zijn aange
bracht. In elk vak staan de letters N, O, Z en
W. aangegeven en nu heeft men slechts den
eersten keer, dat het spel gebruikt wordt, zijn
eigen letter door te schreppen en daarmede
zijn ieders kaarten gemerkt. Zulk een spel
kaarten kan dus voor zes wedstrijden gebruikt
worden en het aardige is, dat men later de
met die kaarten gespeelde spellen gemakkelijk
kan reproduceeren door ze weer op letter te
leggen. Met één spel kaarten kan men dus zes
gespeelde spellen reproduceeren;
b. Een andere methode, die algemeen in
Amerika en Engeland gevolgd wordt is deze:
de kaarten worden niet gemerkt, doch elk
speler legt zijn gespeelde kaart niet op het mid
den van de tafel, maar vlak voor zich neer.
Hebben alle vier de spelers bijgespeeld en is
uitgemaakt, wie den slag gewonnen heeft, dan
neemt elk speler zijn eigen kaart terug en legt
deze met de rugzijde boven voor zich neer en
wel met de lengte-as naar zich toe, als de slag
door ztln par t ij gewonnen werd en met de
breedte-as naar zich toe, als de slag door zijn
partij verloren werd.
Is nu het spel afgeloopen, dan heeft elk speler
zijn eigen kaarten voor zich en heeft zo dus
slechts even te controleeren door tellen, maar
hij behoeft ze niet meer uit te zoeken, hetgeen
veel tijd spaart. 'In den beginne is dit een weinig
onwennig, maar na enkele spellen doet men het
machinaal.
Een combinatie van beide methoden achten
wij de beste en wel: de kaarten worden gemerkt
als onder a maar verder behandeld als onder
b. Men heeft dan dus wel de moeite van het
merken met den daaraan verbonden tijd, maar
daartegenover staat, dat als er fouten in het
neerleggen zijn gemaakt, deze gemakkelijk kun
nen worden nagegaan en als er een of ander
ongelukje is gebeurd, b.v. het valien van kaar
ten é.d., de handen gemakkelijk gereconstrueerd
kunnen worden. Bovendien heeft men bij het
gebruik der speciale wedstrijdkaarten nog het
voordeel van het kunnen reconstrueeren van
zes gespeelde spellen.
Nadat vier borden aldus gespeeld zijn, wach-
de spelers (na hun afrekening gemaakt te heb
ben) op een sein van den wedstrijdleider om te
verhuizen. Het N-Z paar blijft zitten, doch is
verantwoordelijk voor de verhuizing der borden,
welke naar de eerstvolgende lager genummerde
tafel (dus van 4 naar 3, van 3 naar 2, maar van
1 naar de hoogst genummerde tafel). Het O-W
paar verhuist naar de eerst volgende hooger ge
nummerde tafel, dat van de hoogste tafel echter
naar tafel No. 1. De spelers verhuizen dus ln
omgekeerde richting van de borden.
Het noleeren.
Het noleeren geschiedt gewoonlijk voor N-Z
op witte en voor O-W op rose lijsten. Die lijsten
worden door horizontale en verticale lijnen in
vakken verdeeld. Voor elk bord is een horizon
taal vak; als regel zijn er 32 van zulke vakken
op één lijBt.
Verticaal worden de volgende kolommen ge
maakt:
1. Voor het nummer van het bord.
2. Voor het nummer van het bord tegenspe
lende paar.
3. Voor het eindbod b.v. 3 HN=3 Harten door
Noord, of 3 ZTW-3 Zondertroef door West Of
RZdO=5 Ruiten door Zuid gedubbeld door Oost.
4. Voor de gemaakte punten
5. Voor de gemaakte punten Wat N-Z dus
in de -)- kolom noteeren, wordt door O-W in de
kolom genoteerd.
6. Voor het totaal punten t)
tegen elk paar.
7. Voor het totaal punten
8. Voor de gedeeltelijke straf punten ingeval
daarvoor ltmites zijn bepaald.
Na afloop van dé zitting wordt door elke partij
de rekening opgemaakt (kolommen 4 t/m. 8) en
het verschil tusschen de kolommen 4 en 5 (dat
gelijk moet zijn aan dat tusschen 6 en 7) met
inrekening brengen van het getal ln kolom 8
geeft het eindresultaat der zitting aan.
Bli een even aantal tafels moet gebruik ge
maakt worden van een z.g. .relay-tafel", een
vervangingstafel, daar aiiflers dezelfde spelers
met dezelfde borden zouden komen te spelen.
Deze vervangingstafel behoort gevoegd te wor
den tusschen de eerste helft der tafels en de
tweede helft (dus bij 8 tafels tusschen IV en V).
Op deze vervangingstafel plaatst de speleider een
stel borden en wel hetgeen bestemd was voor
tafel V, deze tafel krijgt de borden bestemd
voor tafel VI, terwijl VI die voor Vil bestemd
krijgt en VII die voor VII bestemd waren. Zoo
doende krijgt tafel VIII geen borden, daarom
beginnen de *pelers aan die tafel hetzelfde spel
te spelen als die aan tafel I, nadat dit door
tafel I gespeeld is, waarop zij dus moeten wach
ten. Heeft tafel VIII het bord No. 1 eveneens
gespeeld, dan verhulst dit naar tafel VII en
daarna verhuizen de borden op de gewone wijze,
uitgezonderd die van tafel V, welke niet naar
tafel IV maar naar de vervangingstafel gaan,
terwijl tafel IV de borden van de vervangings
tafel krijgt. De spellen voor het êerste stel bor
den op de vervangingstafel worden gegeven
door den spelleider of door personen, door hem
aangewezen en niet tot de spelers behoorende.
Match-punten-
Men kan trachten den uitslag zuiverder te
maken door het toekennen van match-punten.
Hiertoe gaat met elk bord een .reizende notee
ring" mede en hebben de paren geen noteerings-
Hjsten. Deze reizende noteering wordt zoodanig
gevouwen dat zij met een der gespeelde handen
in een der gleuven gestoken kan worden en zoo
steeds met het bord mede verhuist. Op de ach
terzijde van die lijst wordt hetzelfde nummer
geplaatst als hetbord, waarmede het steeds
verhuist.
De lijst wordt dan zoodanig gevouwen, dat het
nummer zichtbaar blijft, dus met de voorzijde
binnenwaarts.
Ook deze lijst wordt door horizontale en
verticale lijnen en vlakken verdeeld. Het aantal
horizontale vakken wordt bepaald door het
aantal deelnemende paren gedeeld door twee,
want slechts de N-Z paren noteeren het resul
taat, daar dit gelijk is aan dat van het tegen
spelende 0-\V paar met dien verstande, daj wat
de een plus heeft de ander natuurlijk minus
heeft.
De verticale vakken worden als volgt gebruikt:
1. Voor het nummer van het tegenspelende
O-W paar.
2. Voor liet eindbod.
3. Voor de plus-noteering van N-Z.
4. Voor de minus-noteering van N-Z. Wanneer
het bord aan alle tafels gespeeld is, toont de
lijst dus de noteeringen van elk paar met het
spel gemaakt.
5. Voor de matchpunten van dit spel voor N-Z.
6. Voor de matchpunten van dit spel voor O-W.
Voor elk gewonnen spel wordt 1 matebpunt
toegekend dus aan b.v. 8 tafels kan van hoog
stens 7 andere paren een bepaald spel gewonnen
worden en kunnen dus 7 match-punten worden
toegekend voor een spei.
Soms maken eenige paren een gellik totaal
aati matchpunten; ln dat geval wordt het ge
middelde aan elk puar toegekend, dus bij b.v. 8
tafels cn twee gelijks noteeringen krijgen de
beide gelijke paren, die gelijkelijk de meeste
spellen wonnen, samen de hoogste plus de op
een na hoogste matchpunten dus 74-6, zoodat elk
paar de helft van 13—0% matchpunt krijgt. Zijn
er drie gelijke paren, dan (7 -1-0*4-5: 3=8 match
punten.
Het laagste paar krijgt 0 punten en bij een
meerder aantal paren met gelijke resultaten
wordt eveneens het gemiddelde berekend, doch
in omgekeerde richting! bij twee gelijke paren
(0+1): 2=ya; bij drie gelijke paren (0+1+2):
3=1 matchpunt.
Die matchpunten moeten door den spelleider
zelf of door assistenten worden ingevuld.
Nadat de punten op elke reizende noteering
zijn aangeteekend worden zij op een hoofdlijst
overgebracht in een lange horizontale kolom
voor elk paar en een verticale voor elk bord.
De eindnoteerlng voor elk paar wordt dan ver
kregen door optelling der cijfers in elke hori
zontale kolom. Het N-Z paar met het hoogste
aantal match-punten is natuurlijk winner in de
N-Z lijn en het O-W paar met het hoogste aan
tal punten in de N- Wlijn.
Deze classificatie middels match-punten per
bord wordt beter geacht dan die door optelling
der gemaakte totalen winst- of verliespunten,
aangezien dan één zeer gelukkig of ongelukkig
spel den doorslag kan geven. Bij match-punten
per spel worden de kansen over alle spellen
verdeeld vele goed gespeelde spellen geven dan
beter kans dan één bijzonder gelukkig gespeeld
spel. Echter wordt door velen gemeend, dat ook
dit niet goed is, maar dat match-punten per
tafel, dus berekend naar een zeker aantal spel
len, beter zou zijn De geleerden zijn het daar
over nog niet eens.
Beiveging.
Voor de bweging der paren, het wisselen, be
staan meer systemen. Hierboven werd dat van
Mitchell beschreven, dat van Howell, waarbij
elk paar tegen elk ander paar te spelen komt, is
veel ingewikkelder cn wordt daarom in Amerika
alleen in de eindronde van een kampioenswed
strijd gebruikt. Men heeft er geleide-kaarten
voor noodig, die de plaatsing van paren cn bor
den gedurende elke ronde aangeven, waaruit
volgt, dat voor elk aantal tafels een ander
schema met afzonderlijke geleide-kaarten ono-
dig is.
Een der bekendste leiders van duplicatie-
wedstrijden in Amerika, luitenant A. M. Gru-
enther, heeft een werkje uitgegeven over du-
plicatie-brldge met de noodige schema's, daar
onder is een methode, die voor elk soort wed
strijd bruikbaar is. Zij, die wat meer over deze
wijze van wedstrijdspelen willen weten, zullen
wel doen zich dit boekje aan te schaffen; elke
boekhandel zal het kunnen bestellen.
Correspondentie.
W. v. d. M. Dordrecht. Wij weten niet welke
deze handleiding is doch iaden u het werkje
van den heer Lucardle „Bridge" uitgave Blank-
waardt en Schoonhoven, Rijswijk, aan te schaf
fen. Het is met bridge net als met de school,
men begint op de lagere" vervolgt op de middel
bare en eindigt zijn studies op de hooge school.
De studieboeken voor de hooge school zijn nu
eenmaal voor de lagere school onbruikbaar ca
omgekeerd.