HGEZOriDEH kOTUKKEn C5 CblH Y ïqACHV J51R.II e I DINSDAG 14 FEBRUARI 1933 SLIJTVERGUNNINGSKWESTIE. Levering buiten de gemeente. PASPOORTEN WORDEN DUURDER. DOOR GAS BEDWELMD. TRIBUNE-KWESTIE VOOR DEN HOOGEN RAAD. DRAMA IN EEN KIPPENHOK. CONSUMPTIE-IJS NIET ONDER DE WINKELSLUITINGSWET. DUPLICATE WEDSTRIJDEN. De versierde hal in den Stadsschouwburg te Amsterdam bij de herdenking van Wag ners sterfdag voor 50 jaar. De buste in het midden is van mr. II. Viotta, oprichter der Wagner vereeni ging. Conclusie van rlen Advocaat-Generaal bij den Hoogen Raad. De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad mr. Wijnveldt heeft geconcludeerd in de zaak van A. P. A. van G., die een slijtvergunning te Schiedam heeft en verbaliseerd werd, om dat hij een flesch jenever had geleverd aan den inspecteur der volksgezondheid De Brey te 's-Gravenhage, Daar deze in de dagvaarding was aangeduid met een verkeerden naam, sprak de kantonrechter te 's-Gravenhage v. G. vrij, waarna de rechtbank hem tot 1 boete veroordeelde. De rechtbank overwoog, dat de verkoop van drank volgens do drankwet wat anders is dan een overeenkomst van koop en verkoop volgens het Burgerlijk Wetboek en dat B. en W. van 's-Gravenhage aan v. G. geen vergunning hebben verleend voor aflevering te 's-Gravenhage, zoodat een strafbaar feit was gepleegd. De advocaat-generaal merkte op. dat onjuist is, dat de geheele drankhandel aan de zijde van v. G. zou staan. Hij citeerde het R.K. vak orgaan „Sint Joseph", waarin staat, dat het geen normale toepassing van de drankwet is, als de levering plaats vindt soms op grooten afstand van de plaats, waar het bedrijf wordt uitgeoefend. In het vakorgaan „Ons Belang" staat voorts, dat een veroordeeling van v. G. zal worden toegejuicht, omdat zij aan een misstand een eind zal maken. Bij deze zaak zijn groote gel delijke belangen betrokken. In de vakkringen heerscht geen eenstemmige meening. Een slijtvergunning, aldus de advocaat- generaal, is een vergunning uitsluitend voor de plaats, waarvoor zij is opgegeven. Het ver schil met een tapvergunning moet worden ge zocht niet in de plaats, maar in de omstan digheden, waaronder hij plaats vindt. Bij een tapvergunning wordt het gekochte ter plaatse gebruikt. Bij een slijtvergunning moet het ge bruikte elders worden gebruikt. Art. 3 der drankwet bepaalt, dat hij, die sterken drank in het klein wil verkoopeu, ver gunning vraagt aan B. en W. in de gemeente, waarin hij het bedrijf wenscht uit te oefenen. Dit artikel bedoelt, het bedrijf van den ver gunninghouder tot deze plaats te beperken. Het spreekt van „uit te oefenen" en niet van „ves tigen". Voorts wordt bij de geheele wet ge dacht aan gemeentelijke regeling en de rege ling van het maximum aantal vergunningen zou veel van haar belang verliezen, als slijters ook buiten de gemeente zouden mogen leveren. Ook het vergunnings recht is zuiver gemeen telijk. De drankwet strekt om de uitoefening van het vergunningsrecht te binden aan het gemeentelijk territoir. Zonder deugdelijke gronden, aan de drank wet zelve ontleend, kan men geen verschillen de beteekenis geven aan het begrip „verkoop" ten aanzien van tap- en van slijtvergunning. Het vonnis is voldoende gemotiveerd. Mitsdien concludeerde de advocaat-generaal tot verwerping van het beroep. Uitspraak 13 Maart. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). MISLEIDENDE FOTO. Do onderofficieren behoorende tot de afdeeling mariniers te Rotterdam verklaren, dat de foto, voorkomende op de frontpagina van het dagblad Voorwaarts van Woensdag 8 Februari j.l. voor stellende een korporaal der mariniers een plaat van de Zeven Provinciën bekijkende, met als onderschrift: „Dank zij het verbod van Minister Deckers, grijpen de marinemannen met meer gretigheid dan te voren naar ons blad"! fotogra fisch bedrog is en dat de persoon op deze foto voorkomende niet tot het korps mariniers be hoort en nimmer behoord heeft. DE ONDEROFFICIEREN VOORNOEMD Wegens «Ion nijpenden finaueieelen toestand des rijks. Ingédiend is een wetsontwerp tot wijziging der wet op de kanselarijrechten. In de memorie van toelichting wordt geme moreerd, dat ingevolge de slötacte der inter nationale paspoortenconferentie, die in 1920 te Genève werd gehouden, de kosten van afgifte en van verlenging der Nederlandsche buiten- landsche paspoorten in 1927 zijn verlaagd tot één gulden. De regeering is thans tot de slotsom gekomen, dat in verband met den nijpenden finaueieelen toestand het noodzakelijk is de inkomsten uit afgifte en verlenging van paspoorten te ver meerderen. Zij is van oordeel, dat deze belas ting niet kan worden geacht, zwaar op de be volking te drukken, daar de beoogde hoogero heffing grootendeels zal worden opgebracht door het reizend publiek, waarvoor de paspoor- te'nkosten slechts een gering onderdeel vormen van het totaal der reiskosten. Het ligt in het voornemen, zoodra de econo mische toestand zulks zal gedoogen, voorstellen te doen om de heffing terug tè brengen tot het peil, in de aanbeveling der bovengenoemde conferentie beoogd. Het ligt voor de hand, het vroegere onder- scheld tusschen paspoorten voor één persoon en paspoorten voor twee of meer personen we der in te voeren en voor de laatste paspoorten een hooger bedrag te heffen. De geldigheidsduur der paspoorten blijft op twee jaren gehandhaafd. De voorgestelde bedragen van 5 voor één persoon en 7.50 voor meer personen blijven nog beneden de vroeger voor de afgifte en de verlenging der buitenlandsche paspoorten ver schuldigde heffingen van 6.75 en 10.50. Om practische redenen is het noodig, de in werkingtreding der wijzigingen nader vast te stellen op zoodanig tijdstip, dat de met de uit voering belaste overheden tijdig vooraf op de hoogte kunnen zijn gebracht en andere voor bereidingsmaatregelen zijn getroffen. De Wanroyschc moordzaak voor het Bossche hof, TWEE JAAR GEVANGENISSTRAF GEEISCHT. Het gerechtshof te 's-Hertcgcnbosch behan delde gisteren in hooger beroep de strafzaak tegen den 22-jarigen P. H. v. d. V. te Oosteind (gemeente Oosterhout), assistent op een zuivel fabriek, die door de rechtbank te 's-Hertogen- bosch is vrijgesproken van doodslag, gepleegd te Wanroy op 18 April 1931 op zijn oom P. van der Vleugel, directeur der zuivelfabriek te Wan roy. Deze was dien dag teruggekeerd van een driedaagsche reis en had zich des avonds om half elf naar de kippen-kooi achter zijn huis begeven, om voor de kippen te zorgen. De ver dachte, die gedurende de afwezigheid van zijn oom het beheer over de fabriek had gevoerd, volgde hem. In het kippenhok was de versla- gene bezig met de broedmachine, toen hem een slag met een flink ijzer op het hoofd werd ge geven, zoodat hij neerviel. Zijn lcleeren werden met petroleum overgoten en in brand gestoken. Volgens verklaring van den gemeente-veld wachter, was de verdachte des nachts hem komen wekken voor de in overspannen toestand afgelegde mededeeling. dat hij zijn oom had ge slagen en deze misschien wel dood was. Hij vroeg gevangen genomen te worden. Na ander- halven dag vreéselijke pijnen geleden te heb ben, is de heer van der Vleugel overleden, nadat hij aan een verpleegster te kennen had gegeven, dat zijn neef hem niets gedaan had. De deskundigen, die verdachte psychiatrisch onderzocht hadden, achtten verdachte niet in staat zulk een beestachtige behandeling bewust te plegen. Hij moet geen macht over zijn wil gehad hebben. De rechtbank sprak verdachte vrij. Het O.M., dat vier jaar had geëischt, ging in beroep. Eerste getuige was wachtmeester P. Tromp uit Boxmeer, die o.a. meedeelde, op de deur van het kippenhok vegen als van bloedvlekken gevonden te hebben. Sporen van orind waren niet te zien, wel vlekken van petroleum. Bij het onderzoek later door dokter Hesselink roken de pantoffels van verdachte ook naar petro leum. Getuige heeft op verdachte een aantal foto's gevonden; op de meeste kwam, naar hij op een vraag van den advocaat-generaal mee deelt, de tante van verdachte voor. De verdediger legt deze foto's aan Het Hof over. Op sommige staat de tante in het geheel niet. Wachtmeester Tap heeft het ijzer gevonden, daar zat geen bloed aan. Getuige P. J. Cörnelissen, bakker te Wanroy heeft in het kippenhuls wel geschroeide klee- ren, doch geen verdere brandsporen gevonden. Op verzoek van de vrouw van het slachtoffer heeft hij alles opgeruimd. De broedmachine brandde normaal. De advocaat-generaal vraagt of get. door de familie steeds wordt geroepen, als er iets is. Hij antwoordt bevestigend. Thans echter in het geheel niet. Verder antwoordt hij op een vraag, dat hij toen men hem vroeg den boel op te ruimen niet den indruk had, dat dit spoedig moest ge beuren. Van een verstandhouding f tusschen verd. en zijn tante heeft hij nooit iets bemerkt. De werkman J. Verheijen heeft vorige ge tuige bij het opruimen geholpen. Ook hij heeft olievlekken op den vloer gezien, maar geen bloed. De broedmachine werkte normaal. Tegenover de meening van dr. Hesselink, die het niet mogelijk acht, dat kleeren in brand genaken zonder met de vlam in aanraking te zijn geweest, meent get. dat de hitte door brand kan veroorzaakt hebben. Verder deelt get.', die 16-jaar bij v. d. V. aan huis kwam mee, dat hij nooit iets van ongenoegen had gemerkt. Verd. was een nette, fatsoenlijke jongen. In verband met het feit, dat men in de fa briek licht heeft gezien, dat aan- en uitging, verklaart de machinist P. Reijnen, dat hij geen licht heeft aan- of uitgedaan. In het verbran den van kleeren had hij niets vreemds gezien, daar het de gewoonte was, dat dingen, die op geruimd moesten worden den ketel ingingen. Het echtpaar v. d. V. was volgens get. zeer gelukkig en nimmer heeft hij iets gemerkt van een verhouding tusschen verd. en zijn tante. Deze is een fatsoenlijke vrouw. Get.-deskundige dr. Hesselink concludeert uit de gevonden sporen: bloed, een stukje huid van den duim en verbrande stof, dat het slacht offer geprobeerd heeft de deur open te maken. Merkwaardig is. dat de kleeren tot op zekere hoogte intact zijn gebleven en dat op een be paalde plaats het vuur naar binnen heeft ge werkt, terwijl men juist verwachten zou, dat de vlammen omhoog zouden gaan. Hoewel get. het niet positief kan zeggen, acht hij toch het meest juist de veronderstelling, dat het slacht offer geslagen en gevallen is en daarna in brand gestoken. Verd. zegt zich niets te herinneren van het gaan naar het kippenhok. U houdt zich dus aan dit systeem, zegt de president, waarop verd. antwoordt: er is hier geen sprake van een systeem. De gemeente-veldwachter Ansems, deelt mee, dat hij door verdachte uit zijn bed was gehaald. Hij vroeg hem in de gevangenis te zetten, daar hij zijn oom met een ijzer had geslagen. Hij voegde eraan toe: hij brandt ook. Verder vroeg hij hem naar de pastorie of den burgemeester te brengen, dan zou hij alles vertellen. Op een vraag van den president zegt get., dat hij er niets van geloofde. Verdachte leek hem zeer overstuur. Terwijl verd. naar den pastoor ging, gevolgd door de vrouw, die verklaarde, dat hij krankzinnig was, heeft getuige het slachtoffer, die zeide het koud te hebben, naar het warme kantoor gebracht. Terwijl hij daar mee bezig was, kwamen de vrouw en verdachte gearmd terug. Get. ging den dokter roepen. Toen hij 10 minuten later terugkwam zag hij in de fabriek het licht uitgaan. Hij heeft aan het slachtoffer gevraagd, hoe het gebeurd was, doch hij antwoordde, dat hij het niet wist. Get. had de verklaring der vrouw, dat er een ont ploffing was geweest, aannemelijk gevonden, daar v. d. V. altijd met zijn broedmachine bezig was. Van een verhouding tusschen verd. en de vrouw heeft hij nooit iets bemerkt. Pas achter af heeft hij er in het dorp over gehoord. Vol gens getuige zouden de vrouw, verd. en een ander gearmd zijn gezien in het station te Nijmegen. Verdachte wordt nog ondervraagd over zijn zelfbeschuldiging. Hij verklaarde er zich niets van te herinneren. Hetzelfde antwoord geeft hij op de vraag van den president, of hij dien nacht bij den pastoor gebiecht heeft. Daarna is het pauze. Om 2 uur zette het Bossche Gerechtshof de behandeling dezer zaak voort. Nadat de vrouw van veldwachter Ansems diens verklaringen over het nachtelijk bezoek van verd. bevestigd had, deelde mej. v. Exel, dienstbode op de pastorie, mede dat verd. des nachts den pastoor te spreken vroeg. Deze is met hem in een spreekkamer gegaan. De vraag van den president of er een stool in de pas torie is en men er dus ook biecht kan spreken, beantwoordt get. bevestigend; of er gebiecht is weet zij niet. Volgens get. kwam kort daarna de vrouw van den directeur en zei tegen verd.: Kom, ga maar mee. De verdediger merkt op, dat bij den rechter commissaris daarvan niets is gezegd. De zaadhandelaar A. Cörnelissen heeft den verbranden man gezien. Toen hij vroeg wat er gebeurd was, antwoordde diens vrouw dat hij zich met de broedmachine gebrand had. De vrouw was zeer bezorgd. Zij vertelde dat verd. die naar bed was, erg overspannen was. Dr. Arntz te MUI heeft de brandwonden ge constateerd, die doodelijk waren. Wat hem was opgevallen was, dat de vrouw herhaaldelijk gewezen heeft op de wond welke v. d. Vleugel op het achterhoofd had. Getuige vond die wond niet zoo belangrijk; de brand wonden waren het ergste. Getuige heeft v. d. VI. gevraagd wat er gebeurd was, maar hij zei zich niets te kunnen herinneren. Den volgenden dag heeft hij hem weer naar de oorzaak gevraagd en toen hij vroeg of hij soms met petroleum bezig was geweest, zei v. d. Vleugel: nu het is niet met petroleum gebeurd. Verd. sliep. Get. achtte het een onnatuur- lijken slaap waaruit hij moeilijk te wekken was. Op een vraag van den verdediger deelt get. mede, dat de vrouw vol zorg was voor den man. Toen hij kwam wis er aan gedaan wat er aan gedaan kon worden door een leek. Die zorg was kennelijk oprécht gemeend. Dé leerling-verpleegster, mej. H. Canten, is vier jaar bij de familie v. d. V. in huis ge weest. Het was volgens haar een goed huwe lijk. Toen de politie kwam heeft v. d. V. ge zegd: Pierre heeft niets gedaan, het is allemaal onzin Drs. Nieuwenhuijzen en Mettrop verklaren dat de brandwonden doodelijk waren, de won de op het achterhoofd, die kan zijn toegebracht met het gevonden ijzer, echter niet. Die is als zwaar lichamelijk letsel aan te merken. H. Giesbers, werkvrouw bij de familie v. d. V., noemt verd. een fatsoenlijken jongen. Een paar dagen voor 't gebeurde leek hij haar ech ter vreemd. Hij zag er ongewasschen uit en droeg een das, wat anders no'oit het geval was. Getuige P. Cörnelissen, burgemeester te Wanroy, deelde mede dat verd. gunstig bekend staat. De vrouw staat moreel ongunstig bekend. Als er sprake is van misdrijf, meent spr. dat verd. gehandeld heeft onder den invloed der vrouw. Verd. wijst er op dat de burgemeester wel omgang gezocht heeft maar zijn oom het niet wilde. Daarna werd anderhalf uur lang een zitting gehouden met gesloten deuren tot het hooren o.a. van prof. Bouman en de psychiaters. Bij de voortzetting der openbare behandeling beriep de wed. v. d. Vleugel zich op het ver- schooningsrecht en werd daarom niet gehoord. Ten slotte legden nog een aantal getuigen a décharge zeer gunstige verklaringen omtrent verdachte af, met name een broeder van het slachtoffer en de heeren J. Berden, J. Kruip, zuivel-inspecteur te Eindhoven, W. Bannenberg directeur eener melkinrichting te Eindhoven en J. Rooyen te Hom. Verdachte hield vol niets te hebben gedaan cn zich niets te herinneren van zijn verklaringen aan den veldwachter en anderen. Requisitoir van den Adv.- generaal. De advocaat-generaal mr. Couvée nam daarop requisitoir. Hij noemde de houding van ver dachte comedie. Als de genegenheid voor zijn tante de aanleiding is geweest van den dood slag zal hij liever sterven dan de daad te er kennen. Zijn aanvankelijke bekentenis door 2 getuigen gehoord, was een teeken van berouw. De psychiaters gelooven, dat verdachte is gaan biechten. De pastoor daarnaar gevraagd beriep zich op zijn ambtsgeheim. Spr. ging de verschil lende feiten na om daaruit te concludeeren, dat verdachte de dader is en niet een derde ze ge pleegd heeft. Zijn voornemen om te dooden blijkt uit zijn eigen verzoek aan den veld wachter: „sluit me maar op, ik ben niet beter waard". De tante gaf aan verdachte de voor keur boven haar man. Zij liet haar man alleen om verdachte op de pastorie te gaan halen. Naar spr. meening heeft de vrouw den neef overgehaald. Spr. neemt den opzet tot dooden aan. Ook is 'er opzettelijke brandstichting. Ver dachte meende, dat zijn oom al dood was en stak hem in brand om de sporen van zijn daad uit te wisschen. Echter zal verdachte alleen veroordeeld kunnen worden wegens poging tot doodslag met het ijzer. Spr. bestrijdt de theorie der deskundigen, dat de brand er was voor den slag, Het was andersom. De deskundigen vin den het verklaarbaar, dat verdachte zich na den brand niets herinnert. Verschillende dingen echter weet hij heel goed. De deskundigen verklaren wel, dat verdachte de daad niet met opzet kan gedaan hebben, maar zij motiveeren dit niet. Spr. eischt ten slotte wegens poging tot doodslag 2 jaar ge vangenisstraf. De verdediger aan 't woord. De verdediger mr. E. van Zinnicq Bergmann, wenscht met eenige tirades uit zijn breed op gezet pleidooi te volstaan ter respecte van ver dachte, zijn ouders en zijn tante. De goede trouw van de overtuiging van den advocaat- generaal voorop stellende merkt spr. op, dat deze een groote fout maakt, door niet te zeg gen: dit is het motief en dan komt de daad, doch: men heeft de daad en ik heb het motief. Niemand weet iets mee te deelen over een ver houding tusschen tante en neef, alleen de bur gemeester heeft er na het drama wat over hooren verluiden. Alle getuigen verklaren, dat de vrouw een fatsoenlijk mensch is, slechts een verklaart anders. Er is al ontzettend veel leed over déze vrouw gekomen. Een straf van 2 jaar zou niet voldoende zijn, als verdachte gedaan had, wat hem was ten laste gelegd, want dan zou hij een groot misdadiger zijn Na nog het psychiatrisch rapport besproken te hebben, wees spr. er op, dat de psychiaters overtuigd zijn, dat deze jonge man, de daad niet bedreven kan hebben. Het spijt spr., dat de advocaat-generaal, na het verhoor der psy chiaters niet van inzicht is veranderd en niet vrijspraak heeft gevraagd en hij hoopt, dat in het vrijsprekend vonnis een tirade zal komen, waaruit de overtuiging van het Hof zal blijken. Uitspraak 27 Februari. VECHTPARTIJ. Na afloop van een bal kregen Zondagnacht onder Kleindijk, gem. Odoorn enkele cafébe zoekers twist. Hierbij werd de 22-jarige A. J. uit Emmen met een mes in de borst gestoken. In ernstigen toestand werd de getroffene naar zijn woning overgebracht. De politie stelt een onder zoek in. Beslissing van dén Hoogen Raad. De Hooge Raad heeft gisteren uitspraak ge daan in de zaak van den banketbakker van G. te Monster, die in twee instanties veroordeeld was wegens verkoop van consumptie-ijs in sluitingstijd. Hiertegen was aangevoerd, dat, daar art. 3 lid 1 der Winkelsluitingswet be paalt, dat de wet niet van toepassing is op den verkoop en de aflevering van ijs, hieronder allo ijs, dus ook consumptie-ijs, moet worden verstaan. De Hooge Raad heeft v. G. van rechtsvervol ging ontslagen. BRANDSTICHTING. De gedetineerde A. J. W. had zich Maandag voor de rechtbank te Maastricht te verantwoor den wegens het stichten van brand in zijne woning te Kerkrade. Er waren in petroleum gedrenkte doeken en couranten gevonden, be nevens een massa kaarsen, zoo geplaatst dat het vuur een snellen loop moest nemen. De in boedel, nauwelijks ter waarde van 15 was voor 1500 verzekerd, terwijl later bleek dat verdachte bovendien alle voorwerpen van eenige waarde als kleeren tijdig in veiligheid had gebracht. Het O.M. achtte de brandstichting zoomede de opzet van verdachte om zich op onrechtmatige wijze de verzekeringsgelden toé te eigenen be wezen en eischte 2 jaren gevangenisstraf. De verdediger mr. Ch. Paulussen vroeg vrijspraak. Uitspraak 17 Februari. HET ONGEVAL OP HET STATION KWADENDAMME. In den morgen van 16 Augustus van het vorig jaar heeft aan het station te Kwadendammo (Z.) een ongeval met doodelijken afloop plaats gehad, doordat de motortrein der N.S., komen de uit de richting Hoedekenskerke, niet aan het station Kwadendamme stopte zooals voor geschreven was, doch dit station voorbijreed. De bestuurder van deze trein G. de N„ be merkte niet dat op dat oogenblik de 67-jarige J. Steenbakker zich op de rails bevond, waar door deze overreden werd en eenige uren later in het R.K. Ziekenhuis te Goes overleed. De Rechtbank te Middelburg heeft den trein bestuurder wegens overtreding van art. 307 N.v.S. veroordeeld tot een boete van 50 subs. 10 dagen van welk vonnis de veroordeelde in hooger beroep voor het Haagsch Gerechtshof terecht stond. In deze zaak werden 5 getuigen gehoord on der wie de ingenieur der Ned. Spoorwegen C. T. J. Hagedoorn. In zijn requisitoir wees de advocaat-generaal mr. Brants er op dat vast is komen te staan dat verdachte de voorschriften van het stoppen ter plaatse heeft overtreden en daarom is hij dan ook disciplinair gestraft. Volgens spr. is verdachte's schuld, zij het dan ook in verminderde mate, komen vast te staan. Zeer zeker ligt ook hier schuld bij het slach- offer, doch dit had zijn onvoorzichtigheid niet met het leven behoeven te boeten indien ver dachte oplettend ware geweest. Een en ander in aanmerking nemend, meen de spr. dat het vonnis der rechtbank behoorde te worden bevestigd. Mr. H. B. J. Waslander uit Utrecht, was van meening, dat dit ongeval meer aan een samen loop van omstandigheden dan aan de nalatig heid of schuld van de zijde van verdachte te wijten was en concludeerde tot vrijspraak. Arrest 22 Febr. a.s. Politie redt twee menschcn. In 'n perceel aan de Lindengracht te A'dam heeft zich een geval van gasbedwelming voorgedaan, dat, ware niet juist bijtijds inge grepen, aan twee personen het leven zou heb ben gekost. In een vertrek van dit perceel waren n.l. een 78-jarige muziekleeraar en een 15-jarige leerling blijkbaar zóó ijverig aan het musiceeren, dat zij niet bemerkten, dat een in de kamer aanwezig gaskraantje openstond. Al heel spoedig was het geheele vertrek met gas gevuld, met het gevolg, dat beide men- schen bedwelmd geraakten. Buren, die een gaslucht hadden waargenomen, waarschuwden de politie. Twee agenten, die daarop de woning binnendrongen, sloten den gastoever af, open den de ramen en brachten de slachtoffers naar een ander vertrek. De muziekleeraar was weer spoedig op zijn verhaal, de jongen bleek er erger aan toe te zijn en moest naar een zieken huis worden vervoerd. Na daar behandeld te zijn, heeft hij zich naar huis kunnen begeven. BEKNELD GERAAKT- Zaterdag geraakte de landbouwer E. Th. D. te Gronsveld met zijn hals tusschen den trek boom van een met 'n paard bespannen wage» en een muur: De man werd zoo ernstig gewond, dat hij ter behandeling moest worden overgebracht naar het ziekenhuis Calvariënberg te Maastricht. BROEDERTWIST. Door' de arrondissementsrechtbank te Maas tricht is gisteren J. E. v. d. H., die te Heerlen met 'n bijl z'n broer doodsloeg, vrijgesproken. Het O. M. had tegen verdachte 5 maanden ge vangenisstraf gevorderd. Handhaving van het vonnis geëischt. De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Wijnveldt, heeft gisteren geconcludeerd Sn de zaak van C. K. en T. A. S., die wegens smaadschrift in „De Tribune" veroordeeld zijn door het Amsterdamsche Hof respectievelijk tot 250 en tot 100 boete. Spr. was het, wat het vonnis van K. betreft, niet eens met het cassatiemiddel van mrs. De Jong en Van 't Hoff Stolk, volgens wie schen ding, althans verkeerde toepassing, van art. 419 Wetboek van Strafrecht zou hebben plaats ge vonden ten aanzien van de vraag, wie als druk ker moet worden beschouwd. Spr. zette uiteen, dat drukker is hij, die het drukkersberoep uit oefent, dat requirant niet voor de daden der Naamlooze Vennootschap maar voor zijn eigen handelingen aansprakelijk is en dat het hier zijn eigen handelingen betreft. 3 Met betrekking tot de rol van S., die het artikel in het blad had opgenomen of doen opnemen, herinnerde de advocaat-generaal er aan, dat het artikel was gericht tegen een in specteur van politie te Rotterdam, van wien was geschreven, dat hij aanvallend en provo- ceerend was opgetreden. In het verweer voor cassatie was betoogd, dat dit niet krenkend was voor de eer en den goeden naam van den inspecteur, omdat de woorden „aanvallend" en „provoceerend" geen ongunstige beteekenis zou den hebben. De advocaat-generaal vond dit onjuist. Het aanvallende optreden van den in specteur was gesteld tegenover het rustige op treden van arbeiders. De indruk we^ gewekt, alsof het de politie was geweest, die de orde had verstoord, alsof de inspecteur de arbeiders had geprovoceerd. In het onderhavige verband hebben de woorden een zeer ongunstige betee kenis, zoodat het cassatiemiddel ondeugdelijk is. De advocaat-generaal concludeerde tot ver werping van de beide beroepen. Uitspraak 13 Maart. Wat wordt verstaan onder duplicate-bridge Dit is een vraag, die velen zich gesteld zullen hebbèn en die beantwoord zal moeten worden alvorens over dit onderwerp te beginnen. Onder duplicate-bridge dan wordt verstaan het spelen van dezelfde spellen door tegen elkaar spelende partijen. Wil men de krachts verhouding van twee paren leeren kennen, dan zal men dit het beste kunnen beoordeelen door hen dezelfde spellen tegen dezelfde tegenstan ders te doen spelen, maar dit gaat, niet ge makkelijk, want na den eersten keer een spel gespeeld hebben tegen paar A, zou het tegen spelende paar dit spel reeds kennen als het ditzelfde spel tegen paar B moet spelen en daardoor altijd min of meer beïnvloed zijn. Daarom neemt men daarvoor dan ook gewoon lijk liever twee ongeveer gelijkwaardige paren, ioodat men mag aannemen, dat ztj vrijwel ge lijke resultaten met bieden en spelen zullen be reiken. Gemakkelijker is het teams duplicate te laten spelen. Heeft meh b.v. twee teams ieder van twee paren, dan laat men van team A het paar no. 1 in de N—Z lijn spelen tegen paar no. 1 van team B en aan de andere tafel worden dezelfde spellen gespeeld door paar no 2 van team B in de N—Z lijn tegen paar no. 2 van team A In de O—W lijn. Zoo spelen dus alle paren van het eene team dezelfde spellen tegen de paren van het andere team. Teneinde een jou zuiver mogelijke vergelijking te krijgen, wisselt men op de helft van den wedstrijd de paren om, d.w.z indien begonnen zijn no. 1 A tegen no. 1 B en no. 2 B tegen no. 2 A, dan spelen na de eerste helft no. 1 A togen no. 2 B en no. 1 B tegen no. 2 A. Heeft men een wedstrijd van meerdere paren, dan zal men noodig hebben zooveel tafels als het aantal deelnemende paren gedeeld door twee. Deze tafels worden zoo mogelijk in een rij geplaatst en genummerd. Gemakshalve noemt men de richting der rij tafels de N—Z lijn. De speler, die het eerst op N plaats neemt, blijft den geheelen wedstrijd op N zitten en zijn maat op Z. De speler rechts van N speelt op de Ö- lljn, die links van N op de W-lijn. Wellicht ten overvloede wijzen wij er op, dat met de letters N, O, Z en ff de windstreken worden bedoeld. Men heeft verschillende manieren om dé paren zoodanig te doen verhulzen, dat óf elk NZ paar tegen elk OW paar te spelen komt öf dat alle paren tegen elkaar komen te spelen. Wij komen daar straks op terug, nadat de meer algemeene zaken besproken zijn. Het aantal giften hangt af van het aantal tafels en van den beschikbaren tijd. Zijn er b.v. 4 tafels, dan zal een minimum van 16 gif ten voldoende blijken, in elk geval moet het aantal giften door 4 deelbaar zijn. Stel er worden 15 giften gespeeld, dus 16 spellen, dan worden op elke tafel 4 duplicate- borden en 4 spellen kaarten geplaatst. Die bor den zijn voor tafel I gemerkt 1, 2, 3 en 4; voor tafel II: 5, 6, 7 en 8, enz. Zulk een duplicate-bord is feitelijk niet anders dan een langwerpig of vierkant (minder goed) bord, waarin gleuven zijn gemaakt en wel voor elke hand (dertien kaarten) één gleus dus vier gleuven. In de gleuf gemerkt N worden de kaarten van den N-speler gestoken, in die ge merkt O de kaarten van den O-speler en zoo vervolgens. Nu heeft men dus een bord, waarin de handen van eiken spaier afzonderlijk onver wisselbaar zlin opgeborgen. Verhuist nu dit bord naar een andere tafel, dan neemt de N-speler daar de hand uit gleuf N, de O-speler die uit gleuf O enz. Zoo Bpeelt dus elke gelijk ge letterde speler dezelfde spellen als alle tafels. Die borden worden van allerlei soorten mate riaal gevormd, van karton, van fibre, van aluminium. Buiten de letters, die de spelers aanduiden, staat middels een pijl aangegeven, wie het spel gegeven heeft, dus wie beginnen moet te bieden en door het woord „vulnerable" (kwetsbaar), welke partij kwetsbaar is. Dit laatste Is noodig, omdat elk spel op zich zelf beoordeeld wordt en dus elk nieuw spel met een sehoonen stand begint. Gewoonlijk regelt men het zoo, dat voor de eerste gift geen der partijen kwetsbaar Is voor de tweede gift de gever en zijn maat, voor de derde gift wederom riê gever en zijn maat en voor de vierde gift beide partijen. Dim staat dus op bord*no. 1 geen vermelding van kwetsbaarheid, op bord no. 2. dat O—W kwetsbaar zijn, op bord no. 3 NZ en op bord no. 4 zoowel OW als NZ. Aan elke tafel beginnen de spelers de spel len te schudden, af te nemen en te geven, waarna de verschillende handen in de juiüte gleuven worden gedaan. Dit kan men begin nen voor alle spellen tegelijk, maar men kan ook eerst geven voor het eerste spel, het spel op de gewone wijze afspelen en na afloop van dit spel de handen in de juiste gleuven doen, Waarna bord no. 1 terzijde wordt gelegd en zoo vervolgens met de beide andere borden. Nadat de borden van ons voorbeeld zijn afge werkt, is het spel tusschen de beide paren af- geloopen en moeten borden en één paar ver huizen. Voor dit echter te behandelen nog een enkel woord over de behandeling der kaarten. Waar ieder speler zijn eigen dertien kaarten in zijn eigen gleuf moet doen, is het noodig, dat hij zijn eigen kaarten gemakkelijk bij elkaar krijgt. Dit kan op twee wijzen gebeuren en wel: a. door zijn dertien kaarten op de rugzijden te voorzien van zijn eigen letter (N, O, Z of W) en na afloop van het spel dezo kaarten weer uit het spel bijeen te zoeken. Dit merken brengt nog al moeilijkheden mede en daarom bracht de firma Goodall in Londen speciale wedstrijd kaarten in den handel, op welker rugzijden zes vakken, genummerd van 1 tot 6 zijn aange bracht. In elk vak staan de letters N, O, Z en W. aangegeven en nu heeft men slechts den eersten keer, dat het spel gebruikt wordt, zijn eigen letter door te schreppen en daarmede zijn ieders kaarten gemerkt. Zulk een spel kaarten kan dus voor zes wedstrijden gebruikt worden en het aardige is, dat men later de met die kaarten gespeelde spellen gemakkelijk kan reproduceeren door ze weer op letter te leggen. Met één spel kaarten kan men dus zes gespeelde spellen reproduceeren; b. Een andere methode, die algemeen in Amerika en Engeland gevolgd wordt is deze: de kaarten worden niet gemerkt, doch elk speler legt zijn gespeelde kaart niet op het mid den van de tafel, maar vlak voor zich neer. Hebben alle vier de spelers bijgespeeld en is uitgemaakt, wie den slag gewonnen heeft, dan neemt elk speler zijn eigen kaart terug en legt deze met de rugzijde boven voor zich neer en wel met de lengte-as naar zich toe, als de slag door ztln par t ij gewonnen werd en met de breedte-as naar zich toe, als de slag door zijn partij verloren werd. Is nu het spel afgeloopen, dan heeft elk speler zijn eigen kaarten voor zich en heeft zo dus slechts even te controleeren door tellen, maar hij behoeft ze niet meer uit te zoeken, hetgeen veel tijd spaart. 'In den beginne is dit een weinig onwennig, maar na enkele spellen doet men het machinaal. Een combinatie van beide methoden achten wij de beste en wel: de kaarten worden gemerkt als onder a maar verder behandeld als onder b. Men heeft dan dus wel de moeite van het merken met den daaraan verbonden tijd, maar daartegenover staat, dat als er fouten in het neerleggen zijn gemaakt, deze gemakkelijk kun nen worden nagegaan en als er een of ander ongelukje is gebeurd, b.v. het valien van kaar ten é.d., de handen gemakkelijk gereconstrueerd kunnen worden. Bovendien heeft men bij het gebruik der speciale wedstrijdkaarten nog het voordeel van het kunnen reconstrueeren van zes gespeelde spellen. Nadat vier borden aldus gespeeld zijn, wach- de spelers (na hun afrekening gemaakt te heb ben) op een sein van den wedstrijdleider om te verhuizen. Het N-Z paar blijft zitten, doch is verantwoordelijk voor de verhuizing der borden, welke naar de eerstvolgende lager genummerde tafel (dus van 4 naar 3, van 3 naar 2, maar van 1 naar de hoogst genummerde tafel). Het O-W paar verhuist naar de eerst volgende hooger ge nummerde tafel, dat van de hoogste tafel echter naar tafel No. 1. De spelers verhuizen dus ln omgekeerde richting van de borden. Het noleeren. Het noleeren geschiedt gewoonlijk voor N-Z op witte en voor O-W op rose lijsten. Die lijsten worden door horizontale en verticale lijnen in vakken verdeeld. Voor elk bord is een horizon taal vak; als regel zijn er 32 van zulke vakken op één lijBt. Verticaal worden de volgende kolommen ge maakt: 1. Voor het nummer van het bord. 2. Voor het nummer van het bord tegenspe lende paar. 3. Voor het eindbod b.v. 3 HN=3 Harten door Noord, of 3 ZTW-3 Zondertroef door West Of RZdO=5 Ruiten door Zuid gedubbeld door Oost. 4. Voor de gemaakte punten 5. Voor de gemaakte punten Wat N-Z dus in de -)- kolom noteeren, wordt door O-W in de kolom genoteerd. 6. Voor het totaal punten t) tegen elk paar. 7. Voor het totaal punten 8. Voor de gedeeltelijke straf punten ingeval daarvoor ltmites zijn bepaald. Na afloop van dé zitting wordt door elke partij de rekening opgemaakt (kolommen 4 t/m. 8) en het verschil tusschen de kolommen 4 en 5 (dat gelijk moet zijn aan dat tusschen 6 en 7) met inrekening brengen van het getal ln kolom 8 geeft het eindresultaat der zitting aan. Bli een even aantal tafels moet gebruik ge maakt worden van een z.g. .relay-tafel", een vervangingstafel, daar aiiflers dezelfde spelers met dezelfde borden zouden komen te spelen. Deze vervangingstafel behoort gevoegd te wor den tusschen de eerste helft der tafels en de tweede helft (dus bij 8 tafels tusschen IV en V). Op deze vervangingstafel plaatst de speleider een stel borden en wel hetgeen bestemd was voor tafel V, deze tafel krijgt de borden bestemd voor tafel VI, terwijl VI die voor Vil bestemd krijgt en VII die voor VII bestemd waren. Zoo doende krijgt tafel VIII geen borden, daarom beginnen de *pelers aan die tafel hetzelfde spel te spelen als die aan tafel I, nadat dit door tafel I gespeeld is, waarop zij dus moeten wach ten. Heeft tafel VIII het bord No. 1 eveneens gespeeld, dan verhulst dit naar tafel VII en daarna verhuizen de borden op de gewone wijze, uitgezonderd die van tafel V, welke niet naar tafel IV maar naar de vervangingstafel gaan, terwijl tafel IV de borden van de vervangings tafel krijgt. De spellen voor het êerste stel bor den op de vervangingstafel worden gegeven door den spelleider of door personen, door hem aangewezen en niet tot de spelers behoorende. Match-punten- Men kan trachten den uitslag zuiverder te maken door het toekennen van match-punten. Hiertoe gaat met elk bord een .reizende notee ring" mede en hebben de paren geen noteerings- Hjsten. Deze reizende noteering wordt zoodanig gevouwen dat zij met een der gespeelde handen in een der gleuven gestoken kan worden en zoo steeds met het bord mede verhuist. Op de ach terzijde van die lijst wordt hetzelfde nummer geplaatst als hetbord, waarmede het steeds verhuist. De lijst wordt dan zoodanig gevouwen, dat het nummer zichtbaar blijft, dus met de voorzijde binnenwaarts. Ook deze lijst wordt door horizontale en verticale lijnen en vlakken verdeeld. Het aantal horizontale vakken wordt bepaald door het aantal deelnemende paren gedeeld door twee, want slechts de N-Z paren noteeren het resul taat, daar dit gelijk is aan dat van het tegen spelende 0-\V paar met dien verstande, daj wat de een plus heeft de ander natuurlijk minus heeft. De verticale vakken worden als volgt gebruikt: 1. Voor het nummer van het tegenspelende O-W paar. 2. Voor liet eindbod. 3. Voor de plus-noteering van N-Z. 4. Voor de minus-noteering van N-Z. Wanneer het bord aan alle tafels gespeeld is, toont de lijst dus de noteeringen van elk paar met het spel gemaakt. 5. Voor de matchpunten van dit spel voor N-Z. 6. Voor de matchpunten van dit spel voor O-W. Voor elk gewonnen spel wordt 1 matebpunt toegekend dus aan b.v. 8 tafels kan van hoog stens 7 andere paren een bepaald spel gewonnen worden en kunnen dus 7 match-punten worden toegekend voor een spei. Soms maken eenige paren een gellik totaal aati matchpunten; ln dat geval wordt het ge middelde aan elk puar toegekend, dus bij b.v. 8 tafels cn twee gelijks noteeringen krijgen de beide gelijke paren, die gelijkelijk de meeste spellen wonnen, samen de hoogste plus de op een na hoogste matchpunten dus 74-6, zoodat elk paar de helft van 13—0% matchpunt krijgt. Zijn er drie gelijke paren, dan (7 -1-0*4-5: 3=8 match punten. Het laagste paar krijgt 0 punten en bij een meerder aantal paren met gelijke resultaten wordt eveneens het gemiddelde berekend, doch in omgekeerde richting! bij twee gelijke paren (0+1): 2=ya; bij drie gelijke paren (0+1+2): 3=1 matchpunt. Die matchpunten moeten door den spelleider zelf of door assistenten worden ingevuld. Nadat de punten op elke reizende noteering zijn aangeteekend worden zij op een hoofdlijst overgebracht in een lange horizontale kolom voor elk paar en een verticale voor elk bord. De eindnoteerlng voor elk paar wordt dan ver kregen door optelling der cijfers in elke hori zontale kolom. Het N-Z paar met het hoogste aantal match-punten is natuurlijk winner in de N-Z lijn en het O-W paar met het hoogste aan tal punten in de N- Wlijn. Deze classificatie middels match-punten per bord wordt beter geacht dan die door optelling der gemaakte totalen winst- of verliespunten, aangezien dan één zeer gelukkig of ongelukkig spel den doorslag kan geven. Bij match-punten per spel worden de kansen over alle spellen verdeeld vele goed gespeelde spellen geven dan beter kans dan één bijzonder gelukkig gespeeld spel. Echter wordt door velen gemeend, dat ook dit niet goed is, maar dat match-punten per tafel, dus berekend naar een zeker aantal spel len, beter zou zijn De geleerden zijn het daar over nog niet eens. Beiveging. Voor de bweging der paren, het wisselen, be staan meer systemen. Hierboven werd dat van Mitchell beschreven, dat van Howell, waarbij elk paar tegen elk ander paar te spelen komt, is veel ingewikkelder cn wordt daarom in Amerika alleen in de eindronde van een kampioenswed strijd gebruikt. Men heeft er geleide-kaarten voor noodig, die de plaatsing van paren cn bor den gedurende elke ronde aangeven, waaruit volgt, dat voor elk aantal tafels een ander schema met afzonderlijke geleide-kaarten ono- dig is. Een der bekendste leiders van duplicatie- wedstrijden in Amerika, luitenant A. M. Gru- enther, heeft een werkje uitgegeven over du- plicatie-brldge met de noodige schema's, daar onder is een methode, die voor elk soort wed strijd bruikbaar is. Zij, die wat meer over deze wijze van wedstrijdspelen willen weten, zullen wel doen zich dit boekje aan te schaffen; elke boekhandel zal het kunnen bestellen. Correspondentie. W. v. d. M. Dordrecht. Wij weten niet welke deze handleiding is doch iaden u het werkje van den heer Lucardle „Bridge" uitgave Blank- waardt en Schoonhoven, Rijswijk, aan te schaf fen. Het is met bridge net als met de school, men begint op de lagere" vervolgt op de middel bare en eindigt zijn studies op de hooge school. De studieboeken voor de hooge school zijn nu eenmaal voor de lagere school onbruikbaar ca omgekeerd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 4