DE PROPAGANDA-KARDINAAL. ZWART-WIT-ROOD—HAKENKRUIS. vLïïï rs srede op de SST" ult" »a d00r I - eerech' dC"- DONDERDAG 16 FEBRUARI 1933 HET GEWELDIG REVEIL IN DE MISSIEBEWEGING. Bid- en offerdevies. REGEERBELEID IN CRISISTIJD. Regeering antwoordt op de Algem. Beschouwingen der Eerste Kamer. OP DEN RAND EENER REVOLUTIE Nationaal-socialiseering der politie. daarvan d"riS k°mSn staan' Xedereen ka" waa7b1? w Wat hem g°schikt voorkomt, behoort to sPreekw°°rd vóór Het is al weer bijna een half jaar geleden dat aan de kerk Z. Em. Kardinaal van Rossum ontviel, maar nog bij voortduring wijden bla den en tijdschriften van hooge waardeering ge- liigende^ artikelen aan den grooten overledene. Y1' dlt *}le/ komt steeds meer vast te staan ffLlT Nf,derlander fiSuur van waarlijk grootsehe allure is geweest. We citeerden reeds verscheidene malen min of meer belangrijke exposé's, maar mogen nu zeker met nalaten uitvoerig melding te maken van de met alleen interessante maar ook open hartig en scherp geformuleerde bladzijden van de hand van een zijner naaste medewerkers dr. Jos. Drehmanns. in het Februari-nummer van „riet Missiewerk** opgenomen. Aan deze „proeve van een analytische behan deling der werkzaamheden van den Kardinaal als Prefect der Propaganda", zooals de schrij ver zijn artikel noemt, ontleenen we de volgen de bijzonderheden: De propaganda Een eerste groote daad van den Kardinaal ten opzichte van de Missies is geweest, dat de H Congregatie der Propaganda zelf, onder zijne krachtige en wijze leiding, een geheel nieuwe gedaante heeft aangenomen. Men denke nu niet, dat wij willen beweren, dat de H. Congregatie vóór deze periode niets of weinig te beteekenen had. Integendeel: haar invloed en haar werk zijn altijd groot en zegenrijk geweest Maar wij zijn hier in het rijk eener onbeperkte mogelijk heid en daarom kan er een groei komen die het wezen zelf als vernieuwt. Dit was nu juist het geval met de Propaganda, van af het oogenblik, dat Kardinaal van Ros sum het bestuur in handen nam. De Propaganda was iets groots in zijne oogen. Zij hal geheel zijne liefde: er werd in Rome wel eens geklaagd, dat Kardinaal van Rossum niets anders zag dan de Propaganda, maar zoo als mgr. Salotti mij zéér juist zeide: dat was juist iets heerlijks, dat de Kardinaal zoo ge heel voor zijne zaak stond. Al de groote gaven van zijn geest, zijn door zicht zijne voorzichtigheid, zijne ervaring, zijne wetenschap, werden in werking gesteld voor het groote doel, dat hem door God zelf was ge stelek Maar de nog grootere eigenschappen van zijn wil bleven niet ten achteren. En toen begonnen die krachten zich te uiten in het werk dat hij deed voor de Propa ganda. Er ontstond dus iets geheel nieuws, eene alge heele omvorming, die ook wezenlijk en niet alléén accidenteel was. De essentieele veran dering bestond daarin, dat de zaken op een an dere manier behandeld werden. De Kardinaal was een uitgesproken vijand van St. Bureaucra- tius en heeft dit ook meermalen gezegd en ge schreven. Op een reeks bureaux zooals de Pro paganda was en nog is, heeft St. Bureaucra- tius maar al te licht toegang. Maar Missie en bureaucratie zijn twee zaken die antipodisch tegenover elkaar staan. Zoo werd de Propagan da een waar Missiehuis en het werk jecht mis siewerk. Als wij dus de verschillende groote werken, welke de Kardinaal tot stand bracht, gaan ver gelijken, dan is dit het grootste. Het valt niet op. De buitenwereld weet er weinig van. Men zal licht begrijpen, dat dit werk het grootste is, niet alléén, omdat het de meeste zorg heeft gekost, maar ook omdat het de groot ste uitwerking heeft, als men bedenkt, dat van de groote Missiecentrale ten slotte de geheele activiteit der missionarissen afhangt. het Missiewerk voor zoover ze van de Missio narissen zelf afhingen weg te nemen. Wie dat niet waardeert of de zaak anders beschouwt, zie toe of er in zijne gezindheid ten opzichte van het missiewerk niets te verbeteren is. Het werk van Kardinaal van Rossum was echter niet alléén negatief, neen, dat negatieve deel was het minste van hetgeen hij voor de Missies heeft gedaan. De inlandsche geestelijkheid. Er is in verschillende tijdschriften en dag bladen op gewezen, dat Kardinaal van Rossum zooveel gedaan heeft voor den inlandschen Clerus. Zeker, zijne verdiensten zijn buiten gewoon groot op dit gebied. Reeds jaren ge leden was hij er altijd op aan het speculeeren, om inlandsche Bisschoppen te krijgen in de Missies. En die benoeming van inlandsche Bis schoppen was niet voor hem een soort luxe-ar tikel. een wensch die voortkwam uit een meer idealistische dan practische geestesgesteld heid. neen: hij zag alléén de onberekenbare gevolgen die zulke benoemingen zouden heb ben voor geheel de Missierichting en voor ge heel den Missiearbeid, daarenboven dé nood zakelijkheid tegenover de naaste toekomst en de stemming der overzeesche volkeren. Ook Afrika had hij Negerbisschoppen toegedacht en hij kon openlijk zijn afkeuring uitdrukken ten opzichte van de Engeische Regeering die om rasafkeer zulke bisschoppen in hare ge bieden niet wenschelijk achtte. De dagelijksche werkzaam- heden. Het voornaamste deel van zijn werkzaamheid werd ingenomen door de gewone leiding der zaken. Nalatigheid in die gewone leiding heeft aan stonds de meest ingrijpende gevolgen. Nu, die nalatigheid was bij Kardinaal van Rossum uit gesloten. Eiken namiddag, als hij een korten tijd gerust had werden de loopende zaken be handeld die in de twee kisten met brieven, welke hem ter onderteekening werden aange boden, waren vervat. Hij las eiken brief over ook al wist hij wat erin stond, en teekende niet, vóór hij zich overtuigd had, dat alles in orde was. Maar dikwijls als de betreffende minutant niet ten volle zijne bedoeling had be grepen of ze verkeerd of onvoldoende gefor muleerd had, dan maakte hij zelf den brief op nieuw of corrigeerde het concept. Hij stond erop, dat waar de zaak het toeliet, terstond geantwoord werd en dat het Roma mora in de Propaganda maar spaarzaam werd toegepast. De behandeling der gewone zaken geschied de ook in de audiënties die hij eiken avond van vijf tot half acht verleende aan Bisschop pen, Missieoversten en Procuratoren: die be sprekingen gaven dikwijls aanleiding tot zéér gewichtige beslissingen. Dan kwamen ook de Gezanten der Mogendheden, niet zelden met klachten en wenschen. De ontvangst was al tijd vriendelijk, maar als er kwestie kwam van te wijken ten opzichte van de rechten van de Kerk, dan was er geen denken aan, dat zij ook maar één duimbreed wonnen. Ik herinner me hoe een avond de gezant van Frankrijk zijn beklag kwam doen over de verdeeling der Vi cariaten in Japan. Men zou zoo zeggen; waar bemoeit hij zich mee? Nu dat werd hem ook door den Kardinaal op niet al te zachte wijze duidelijk gemaakt, zóó dat hem de lust verging nog ooit met zulke klachten aan te komen klachten aan te komen. De missionarissen en financien De Apostolische Delegatie. Met dat eerste en grootste werk hingen vele andere ten nauwste samen. En daar denken wi; vóór alles aan het stichten van Apostolische De legaties. De bedoeling van den Kardinaal was evenzoovele centrales te vormen in de Missies, die eenerzijds de leiding van Rome op de plaat selijke krachten zouden overbrengen en an- derszijds Rome geregeld en beter op de hoogte zouden brengen van wat er werkelijk gebeurde. De eerste moeilijkheid was de finantieele. Een apostolisch Delegaat moet ter plaatse een woning hebben, die past aan een Vertegenwoor diger van den H. Stoel, hij moet personeel heb ben en dikwijls ook optreden ten opzichte van de regeering der landen en van de hoogstaande inlanders en buitenlanders: dat alles brengt enorme kosten met zich mee, die geheel door de Propaganda alléén moeten worden gedragen. Een tweede moeilijkheid kwam van de Regee ringen en hier mogen we wel de Fransche uit drukkelijk noemen. Nergens werd meer drin gend geëischt, dat een Delegaat zou komen dan in China. Maar de Fransche Regeering verzette er zich mordicus tegen. Reeds had zij weten te verkrijgen van den H. Stoei, dat er nooit een Nuntius zou komen. Maar de Kardinaal week nooit waar het zijn plicht was en waar hij de missie groot goed kon doen. Een Nuntius mocht niet komen: goed. Maar wel een Delegaat: dat was in zekeren zin nog beter: want een Nuntius zou alléén bij het hof zijn, en geen rechts macht bezitten over de Bisschoppen of Missie- hoofden, terwijl de Delegaat eenvoudig hun Superieur werd. De Delegaat van China was reeds op reis er heen, toen zelfs in kerkelijke kringen te Rome alléén de ingewijden wisten dat er een Delegaat benoemd was in China. Toen hij in Shanghai aankwam, trof hij daar juist een groot aantal bisschoppen in vergadering aan en maakte hun bekend, dat China een apostolisch Delegaat had gekregen en dat niemand anders dan hijzelf de aangewezen persoon was. Zoo was de moeilijk heid overwonnen: een echte coup d'état. Maar met anderen ging het niet zoo gemak kelijk: in sommige kolonies hadden de Fran sche of andere Regeeringen de suprematie of waren zij bezitters en dan moesten maanden lange onderhandelingen plaats hebben, om tot het doel te komen en men moest zich dikwijls bij de voorwaarden door de Regeering gesteld neerleggen. Maar ondanks dat alles zette de Kardinaal door. Het nationalisme Kardinaal van Rossum was ervan overtuigd, dat er in de Missie sommige hinderpalen wa ren, die het missiewerk belemmerden en die, omdat zij voor een groot deel afhingen van de missionarissen zelf, zeer gemakkelijk konden verwijderd worden. Daar hij aan de missie- krachten en aan hun arbeid de hoogste effi ciëntie wilde geven, heeft hij er met alle in spanning en met vasthoudendheid aan ge werkt om die belemmeringen weg te nemen Een der eerste en grootste was het nationalis me in de Missies: dat zou voor geheel de Mis sie noodlottig kunnen worden, als de nationale geest ontwaakte in het gemissioneerde Volk. Maar ook het was een natuurlijke inslag in een bovennatuurlijk werk: en dat kon de Kardi naal niet hebben: dat vloekte met het groote ideaal dat hij voor oogen had, dat was in aperte tegenspraak met het werk van Christus. Voor den Kardinaal was het missiewerk iets puur bovennatuurlijks en hij was er ten diepste van overtuigd, dat alle natuurlijke motieven bij dat werk de zaak moesten bederven. En onder die motieven was wel de meest gevaarlijke en de meest voor-den-dag-komende de zucht naar het bevoordeelen der eigen natie door het mis siewerk. Zóó en niet anders moeten de maatregelen worden beschouwd die er in deze veertien jaren zijn genomen om de hindernissen van Maar naast die gewone zaken die het bestuur der verschillende Missies betroffen en de ge vallen welke door individueele omstandighe den waren in het leven geroepen, waren er nog de algemeene zaken, de sollicitudo omnium ecclesiarum. De cijfers over het aantal katho lieken en doopsel konden hem maar matig be vredigen, als hij daartegenover zag de over macht der heidenen. Aan de Vicarii Apostolici vroeg hij altijd: hoeveel heidenen hebt ge nog in uw vicariaat? en op het aantal der christe nen, dat naar voren werd gebracht, sloeg hij nauwelijks een blik, als het getal niet buiten gewoon groot was. Om aan zijne gebieden missionarissen te ver schaffen werkte hij voortdurend tot het vormen van nieuwe missiegenootschappen en tot het steunen der reeds bestaande. Hij wilde dat ieder land een missieseminarie zou hebben. Een ander middel dat hij aanwendde om de missies van missionarissen te voorzien was het overhalen van reeds bestaande Orden en Con gregaties tot het aannemen van eene missie in de verre gewesten: hij voorspelde hun daardoor nieuw leven en nieuwen bloei en overvloed van roepingen. Ook hier, in het bezetten der missiegebieden, toonde zich zijne onverzettelijke werkkracht en zijne onvergelijkelijke energie. De Carolinen waren tengevolge van de politiek van hunne missionarissen beroofd. Onmogelijk andere werklieden te vinden voor dat deel van den wijngaard des Heeren. Twee jaren lang had hij rust noch duur, eer hij missionarissen gevonden had. In Zuid-Afrika mochten geen Duitschers komen: en toch, andere missionarissen waren er niet te vinden: de Engeische Regeering stond stokstijf op haar punt. Toen wendde de Kardi naal zich tot Generaal Smuts en verkreeg van hem, dat de Benedictijnen zich onder de Zoeloes mochten vestigen. Meermalen toonde hij zijne opgetogen tevredenheid over die conciliante houding van een Protestant. Een typisch geval is de stichting op de Faroer. Bij de eerste reis naar IJsland in 1923 kwamen wij ook langs de Faroer en hielden eenige uren op in Thorshavn Zijne eerste vraag was: hoeveel katholieken zijn er hier? Men moest hem antwoorden, dat de laatste katholiek, een smid, voor eenige jaren ?Vfu^de,n W?s en daX er sb>ds dien ook geen katholiek priester meer was geweest. Men had die missie vroeger moeten verlaten omdat men zoo weinig succes had gehad. Zijn eerste woord was toen: dan heeft men *t verkeerd aangepakt. Men had met zusters moeten beginnen. Maar ook was de reden, dat het eilanden zijn met eene zéér schaarsche bevolking, met weinig toe komst, en dat zij weinig aantrekkelijks bieden voor de natuur. Er verliepen sinds dien zeven of acht jaren eer de missie werd aangepakt, maar al dien tijd had hy zonder ophouden het plan in het hoofd hoe het worden moest en wat er moest gebeuren. Dat is nu werkelijkheid geworden: er zijn zus- tere en twee missionarissen: aan zijn wilskrach tig doorzetten is het bezetten van dit gebied te danken: het is één voorbeeld uit vele. Veel heeft de Kardinaal ook gedaan, opdat de ltjginnnriccon V uc bereid op zijne veelvuldige taak. Hij was pro fessor geweest, hij had de leiding en opvoeding van toekomstige priesters tot taak in Wittem, hij was overste geweest, hij had als bouwmees ter ervaring van bouwen verworven, en nog vele andere dingen, die hem bij zijn verheven ambt en zijne zware, verantwoordelijke taak voort durend te pas kwamen en de zaak vergemak kelijkten. Zoo werkte hij ocJk onophoudelijk aan de verbetering van het onderwijs door ge schikte en in wetenschap en in deugd uitmun tende professoren. De financieele en andere hulpmiddelen waar op geheel de missiebeweging dreef in de verre landen maakten ook een voorwerp uit van zijne zorgvolle bemoeiingen. Voortdurend stond hem voor den geest, de groote Tatsache, dat als er meer geld was, de missies krachtiger vooruit konden. Hij zag in, dat hij de hulp van alle katholieken moest hebben, om de missies te kunnen onder houden en vooruit te helpen. Hoe die krijgen? Gods Voorzienigheid kwamen hem te hulp. Reeds meermalen had hij'gedacht: de priesters moesten de geloovigen aansporen tot grooter ijver voor het missiewerk, zij moesten hun doen begrijpen, dat de missie-actie niet eene actie moest zijn van enkelen, maar de actie van alle katholieken, dat deze actie tot het wezen van den katholiek behoort. Maar de Priestermissiebond was nog geen „Sammelverein": op zichzelf had hij niet ten doel middelen te verzamelen. Daartoe waren andere organisaties noodig onder de geloovigen, die dan door de priesters, in den Mïssiebond voorgelicht en gevormd, zouden worden geleid en tot volkomen werkzaamheid gebracht. Hij vond er twee: het Genootschap tot Voort planting des Geloofs en het Werk der H. Kinds heid. Maar zij bezaten volstrekt niet die organi satie noch dien algemeenen invloed dien zij moesten hebben, om te beantwoorden aan het doel: medewerking van alle katholieken aan het groote wereldapostolaat der Kerk. De eerste die hem de gedachte ingaf het eerste der twee wer ken te reorganiseeren was wederom P. Manna. De hoofdopzet was: overbrenging van het cen trum naar Rome onder direkte afhankelijkheid der Propaganda. Dat was geen kleine onder neming: want het was te voorzien, dat er ge weldige oppositie tegen zou komen. Daarom verzekerde de Kardinaal zich eerst van de mede werking van Paus Benedictus XV. De eerste onderhandelingen duurden lang: het waren up en downs: maar eindelijk stond het plan vast Er was een geweldig dossier uit gegroeid. De zaak zou worden behandeld door de volledige Congregatie der Kardinalen in plechtige zitting. Maar alvorens deze Vergade ring zou plaats hebben, waren de leden van den Farijschen Raad au grand complet en ook eeni- gen van den Raad van Lyon naar Rome gekomen met den vasten wil, de overbenging te verhin deren. Toen de zaak behandeld werd, waren alle Kardinalen tegen een verandering. Dat was een geweldige slag, des te geweldiger, omdat hij niet verwacht was. Na de zitting was de Kardinaal totaal moedeloos. Toen van de zitting relaas werd gegeven aan den Paus, vond deze in zijne groote diplomatieke wijsheid de ver lossende oplossing. De H. Vader besliste, dat alle nationale centra vrij waren zich aan te sluiten bij Rome: daarmede was het pleit be slecht, want de meesten verlangden niets vuri ger en de Romei'nsche Centrale was daarmede opgericht. Al spoedig kwamen de adhaesies en toen konden ook de beide Fransche Centra niet achterblijven. Het was nu weldra een voldongen feit, dat het groote werk van Rome uit geleid werd. Aan de Memorie van Antwoord op de alge meene beschouwingen der Eerste Kamer over de begrooting voor 1933 wordt het volgende ontleend: Het dragen van uniformen en het nabootsen van militaire formaties door personen van be paalde staatkundige richting hetzij dan fas cisten hetzij anderen acht ook de regeering ongewenscht. Uitvaardigen van een verbod ter zake ligt echter niet binnen haar bevoegdheid, Daartoe zou een wettelijke voorziening noodig zijn welke waar uiteraard een algeheel ver bod van uniformen niet in aanmerking kan komen óf een discretionaire bevoegdheid zou moeten geven óf in verschillende niet zoo eenvoudige onderscheidingen zou moeten tre- (Van onzen correspondent). Berlijn, 13 Februari 1933. In gewone omstandigheden zou het geen zin hebben met een vergrootglas naar de barstjes te zoeken, welke schier dagelijks in het kabinet van de z.g. nationale concentratie vast te stel len zijn, noch ook zou het nut hebben veel aandacht te vragen voor den stormaehtigen ji strijd om de baantjes, met welks gedruisch de geermg houdt haar aandacht op dit atmosfeer vervuld geraakt is. pnderwerp gevestigd. 1 - De omstandigheden zijn echter niet gewoon, Iii velband met de ongunstige tijdsomstandig- maar zeer abnormaal en daarin is de oorzaak heden zijn eenige wettelijke maatregelen, welke weer te zoeken van het feit, dat aan die barst- gereed liggen, voorshands in portefeuille ge- jes en aan dat gevecht om de „Futterkrippe" bleven, zooals bijv. een regeling betreffende de Sehjk dat hier heet, een zeer aanzienlijke staat- verbindendverklaring van collectieve arbeids- kundige be teekenis toekomt, overeenkomsten en een werktijdregeling voor W? ?ala"ceer,en.hier n-l. °P den rand eener kantoren. revolutie. Men krijge op het vernemen van dat woord geen kippevel. De revolutionnairen hier Sociale verzekering, willen geen schavotten, ofschoon zij vroeger Afgezien nog van de zware eischen, welke de Wel„ eens overu "+den nacht van de lanSe mes' economische noodtoestand aan de werkkracht van den minister van Economische Zaken en Arbeid stelt, zijn de omstandigheden niet rijp voor een algeheele reorganisatie der sociale ver zekering. Intusschen ligt een wetsontwerp tot rpnroam'eo+i'o rmn _-ir sen" en over het „rollen van koppen" gespro ken hebben, zoodra Hitier eenmaal aan het bewind zou zijn. Maar dat is al verscheidene weken geleden. Zij willen geen bloed en an dere narigheden. Zij willen zelfs niet eens een reorganisatie van dat deel dier verzekering da v+errasslrlg. hetgeen .gewoonlijk toch het aardig, door Overheidsorganen wordt uitgevoerd ter k™merk «ner revolutie is. Zij timmeren -* aan den weg. Openlijk. Hitler is zelfs met een indiening gereed. De regeering kan niet toegeven, dat in Ned roode ,vla§ ter hand op de plek gaan staan Indië een autocratisch bewind zou worden ge- ,'Jaar de neergelegde bom tot ontploffing moet TTnnrri mot I komen. Mciar dcit is hem toch v«m zekere zijde voerd met miskenning van gewichtige verlan gens van den Volksraad. De beslissing inzake instelling van een elec- triciteitsraad mag aanstaande worden geacht. Het vraagstuk van de communisten in Over kwalijk genomen en wijl kleine anecdoten een situatie soms beter belichten dan lange ver halen zij ze hier even tusschen gevoegd. De rijkskanselier heeft dan in een zijner laatste heidsdienst heeft mede in verband met"dë "ge- I fd®voeringef dingen gezegd, die op het vol beurtenissen van den laatsten tijd, opnieuw de I ."6er. komen;.Wan,neer de verkiezingen bijzondere aandacht der regeering. Geldleeningen en vlottende schuld. van 5 Maart meevallen, dan is alles goed. Val len ze tegen, dan zij de hemel Duitschland ge nadig, want dan gaat de grondwet eraan. Dit nu hebben sommigen, die nog machtiger zijn dan hij, een beetje kras gevonden en derhalve Lijden en hidden. Op een vraag van somm;»» I kreeS het Wolffbureau, dat van redevoeringen, te mogen ontvangen van dL°Pgaaf welke uit den mond van een regeerings-chef in TOT-mnnloirv bediagen, waarvoor vloeien, een half officieel verslag pleegt te ge- leend en v-0eieYJY T?ten WOrden ge" ven- bevel deze zinsnede niet te publiceeron. vlottende schuld op 1 JaSuarMHitlel' Staat dus onder censuur en wanneer het verjpr ,f,, i d934, mdien niet nog een beetje verder komt, wordt hii het dat het eerrif bedragonYTTtY geantwo°rd eerste slachtoffer van de door hem zelf uitge- gesteld worden op ruim 700 millioen. Hier- onder zijn intusschen begrepen groote bedra- Maar hoe dat zij, de antecedenten, welke gen, die ongenomen zh'r. ("AT I er °P wijzen, dat noch hij, noch de heer von gen verschaft aa7lnd?ë Va" leenin" PaPen- noch de Geheimrat Hugenberg eenig aan hft buftenland gemeenten en respect voor de constituties van het Rijk en Het denkbeeld nnhermtf j van Pruisen hebben of voor de vonnissen van het uitvoeren van rrr^i"T aan 200 te zeggen voor het grabbelen op de straat, overweging niet in fan kan voor Met het natuurlijke gevolg, dat de geheele ge- omdat hierdoor of kimft t komen> reeds meente voor 99 pet. in een vlak voor de deur geld" aan bin n1 W'JZG Z"g" "kas" staande onderstebovenwerping Twee zaken heeft de Kardinaal nog gedaan, om zijn arbeid voor de meest verlaten zielen in de Missie vruchtbaar te maken, daarin volgend den grooten Missionaris aller tijden, Christus, meer nog dan gewerkt heeft Kardinaal van Ros sum geleden en gebeden. Wat hij geleden heeft, zal wel nooit volledig kunnen beschreven worden. Met den Apostel kon hij zeggen: quis infirmatur et ego non in- firmor? Zoo dikwijls zeide hij mij: altijd maar jobsberichten uit de Missies! Het leed was in dit opzicht nooit van de lucht: en dat trof hem zoo diep. Dan wanneer zijne plannen niet of slechts gedeeltelijk ten uitvoer konden worden gebracht om verschillende en uiteenloopende redenen. Zijn gezondheidstoestand, die niet altijd toeliet, dat hij werkte zooals hij graag wilde, was ook een waar kruis voor hem: maar ook daarin zien wij zijn stalen wilskracht: iede- ren morgen om vier uur op en om half zeven aan zijne werktafel tot twaalf uur: vroeger, toen hij zijn brevier in den middag bad, tot één uur. En dan al dat andere lijden onzeglijk veel en onnoemelijk groot, dat hem voortdurend drukte. Het wondere was, dat hij daarbij nooit zijne zielerust verloor noch zijne joviale vroolijkhèid, al was hij dan ook op sommige dagen als de kruisen zich ophoopten, meer gedrukt dan anders. Voeg daarbij zijne gebeden voor het groote levensideaal, dat hem altijd voor oogen stond en waarover zijne gedachten en verlangens voortdurend zich verspreidden. De geest van Alfonsus was geheel de zijne geworden, en daarom was hij er zoo diep van overtuigd dat het gebed het groote middel is om de genade, de krachtdadige genade voor ons en voor ande ren van God te verkrijgen. Daarenboven vroeg hij vele gebeden van an deren. In de zusterkloosters waar hij kwam, vroeg hij altijd voor de Missies te bidden en veel er voor te bidden. De verschillende com muniteiten van slotzusters, die door hem onder steund werden, moesten van haar kant ook de Missies gedenken. De gebedsactie voor de Mis sie ging van hem uit: zijn verlangen was, dat de intenties door de Propaganda werden bepaald Ook de Missiezondag in October was volgens den oorspronkelijken opzet zooals die van hem uitging, een dag van gebed en niets anders. Hij was ervan doordrongen, dat, wanneer de geloo vigen zouden bidden voor de Missies, de belang stelling, de liefde, de edelmoedigheid en de medewerking van zelf zouden volgen. geld" aan ziin MhinrHik'T'T I •apcm"uc unuereieoo ven werping van die Wei. den onttrokken door h bestemming zou wor- marsche pilaren gelooft, waarop het evenwicht leenifgen te lebrm-ken 7°°" lo°pende Van den staat berust Dat is ™tuurlijk revolu- van hft NederMndsch hant e6n liquiditeit tia en dat is heel naar. Maar dat is toch ook vaar zou hrenfen bankwezen m groot ge- al weer niet heel naar. Hoeft het tenminste in opleving van hfndel Pnm -reCl algemeene de PractiJk niet te zijn, hoe onsympathiek de P g ndeI en nijverheid zou vertra- theorie ook wezen moge. Een grondig door- Indien m,,» dachte, lang voorbereide en netjes gesystema- iconverteerd ,Z0U kunnen worden tiseerde omwenteling, in scène gezet Zijn laatste daad. rmssionarissen geschikte arbeiders zouden zijn in den wijngaard des Heeren. Daarover steat veel in de beide encyclieken. Maar meer spreken de gebouwen van het nieuwe Co der Propaganda, dat hij zelf ontwierp: het woefeHktAerKd: daï Was de 'beteêkenis van het sterf i'k met 7r* Zeide! hier in dit huia sterf ik niet. Zijne bedoeling was de Congre- fted en Bd br®ngen °P een ar'der punt der eerste betrofbdf6 °°f het C°llege" Wat het overbrenging van het gebouw tfL ^-eg et is niet Selukt door de daft vfri ingfan SOmmige «dementen: hij heeft tr V3n gehad' want 00k daarvoor had hij in bijzonderheden de plannen uitee- werlct. Maar de Voorzienigheid heeft hem den tijd gelaten om op schitterende wijze 't tweede deel: den bouw van het nieuwf College te vol tooien. De innerlijke omvorming van het Col lege beantwoordde aan de uiterlijke De wetenschappelijke vorming werd hooger opgevoerd. Het is merkwaardig hoe de Voor zienigheid Kardinaal van Rossum heeft voor- In zijn laatsten wil ligt een ander levenswerk van den Kardinaal voor de Missies. Het past met te publiceeren, hoeveel hij heeft nagelaten. Maar wel hoe hij geheel zijn leven heeft ge spaard, om die som aan de Missies te kunnen geven. Zoo heeft hij geheel zijn leven gewerkt en geofferd voor de Missies. Zijn leven was zoo zuinig mogelijk, de tafel was zéér frugaal, op alles wist hij te bezuinigen. Rooken deed hij nooit, hij gaf geen diners, gunde zich hoogst zelden eenige versnapering. Langen tijd heb ik gedacht, dat hij niet méér kón doen. Omdat ik ongeveer wist, wat er binnenkwam en daarmede vergeleek het maandgeld, dat moest dienen 7°°Lf6 huishouding, en dat mij elke maand hoofdbrekens gaf hoe rond te komen, beschul digde ik hem inwendig wel eens ietwat gierig te zijn. Maar toen ik het testament las, werd mij alles duidelijk: hij had gespaard, zich alles ontzegd voor de Missies: hij wilde aan de Mis sies eene aanzienlijke som laten, en ik kan niet andere zeggen, dan dat hij daarin volkomen ge- S138gu IS. Zoo heeft hij geheel en al geleefd voor de groote zaak, waartoe God hem had bestemd Welk een voorbeeld voor ons! voor alle pries ters, voor alle christenen. Nog altijd is de Mis siezaak te weinig gewaardeerd: men weet no» met en men wil nog niet weten, dat er een missieplicht bestaat voor eiken christen en dat het vervullen van dien plicht niet is afgelöopen met de kleine gave van de Voortplanting des Geloofs, noch met die voor het S.P.L. Kardinaal van Rossum heeft niet alléén door f,Yn maar ook met de daad en met zijn oorbeeld getoond, hoe men den missieplicht moet opvatten en vervullen. Mocht hij vele na volgers vinden, dan zou de missie een grooten stap vooruit zetten. !ewonnVenrtderd ?P T 3 PCt zou op den overgekookte wüde 'mannen, kunnen ,ruim f 11 millioen aan rente ministers, die het roer van kunnen worden bespaard. Het geraamde tekort nnY daa^door dus kunnen slinken. Indien een nog verder gaande conversie kon plaats heb ben, zou het tekort nog meer kunnen dalen. Helaas bestaat op dit oogenblik tot het een noch het ander de mogelijkheid. Nood der provinciën °°genbIik wordt bijzondere steun uit n «f alleen genoten door de provincie Drenthe. De mogelijkheid in het Voorloopig Verslag geschetst, dat ook andere provincies de mterste grens van haar financieele krachten zullen bereiken, is niet uitgesloten. Vrijwel al les hangt ten deze af van den loop der huidige bijzondere omstandigheden. Mocht de ontwikkeling gaan in de richting der verwachtingen hier in het Voorloopig Ver slag uitgesproken en zich als blijvende toestand hw ?an 1S de reSee™g met de leden, mei aan het woord van meening, dat wijziging -f dCn gr°"dsIag der «nancieele verhoudinf vYrriiY^ J .en Provmcies meer aanbeveling erdient dan de int haren aard meer tijdelijke voorziening in den vorm van dekking van te lforten of subsidieering. Litvoering van groote open bare werken. rfi^lafl7ijking Van ds meening van de leden, ÏÏL uitvoering op groote schaal van open bare werken bepleitten, daar zulks moreel be- ifY»Z°U Zïln dan het uit§even van 120 130 mil lioen gulden jaarlijks aan ondersteuning is de [!f!nenng de zienswijze toegedaan van°andere zouden T °P W62en' dat nieuwe schulden werken Te l6" W°rden gemaakt de groote rielsei mn anc!eren althans mdien dit als- steisei moest worden aanvaard. bedra/defilCh bezwaar is verder dat men het fino 2? voor steun en werkverschaf- ner'in uitgekeerd, een veel grooter aantal nn muf W°rdt geholPan, dan wanneer 120 130 millioen gulden zou worden besteed niet door maar door de van staat in handen hebben, kan onder omstandigheden zoo vlot en prettig plaats grijpen, dat niemand er haast iets van merkt en er geen haar bij gekromd wordt. Maar dan moet aan één voorwaarde voldaan worden. Dan moet er achter de omwenteling een Hercules staan, die de te weeg gebrachte schokken opvangt en het opvlammen van de geringste wanorde dadelijk in de kiem weet te verstikken. Het is nu echter een ellendig ding, dat aan deze voorwaarden in Duitschland niet voldaan wordt. Achter de omwenteling, welke ieder vlak voor de deur meent te zien staan, staat geen Hercules. Maar een nationale concentra tie, waarvan de leden bij elke gelegenheid blijk geven, dat ze elkaar als gif haten; een huis, dat in zich zelf verdeeld is; een ministerie, waarvan de ledennauwelijks on speaking terms met elkaar verkeeren; een scheepsbemanning, die slechts loert naar het oogenblik, waarop ze aan het muiten kan slaan. Van deze bemanning hebben Zaterdag j.l. drie leden een rede gehouden en wanneer men nu op de dingen let, welke bij die gelegenheid niet gezegd werden of op de steken onder water, welke erin werden uitgedeeld, dan staat men versteld over de algeheele afwezigheid van respect en loyauteit, waarmede deze luitenants ten opzichte van Hitier, hun kapitein bezield zijn en over de ruwe en openlijke manier, waarop van deze gevoelens blijk gegeven wordt. Hugenberg, de man, die niet minder dan vier ministerportefeuilles onder den arm heeft, Von Papen de vice-kanselier en Seldte, de bescherm- "«.uc ucsieea voor dat v^ff l V8n gr00te °Penbare werken. In wor anriJtoch.ZIJ.n.zaer Sr°ote uitgaven noodig voor andere doeleinden dan voor loon op groote schaal z°u een gevaar- hriH t ZVn t0t bestrijding van de werkloos- in de laatste jaren heeft de jaarlijksche womngproduct,6 bedragen iü.000 tot 50.000 wo daaf f' De1toestand is zoo, dat men hier en zou kunnen spreken van gevaar voor herffY fCti6'iYYe h°0g °P§ev°erde productie iYt+ ..W achten naar het bouwvak ge- loKt. Werd nu een woningproductie geforceerd voorz6 werkloosheid te bestrijden, niet om te voorzien m woningbehoefte, dan zou de wo ningmarkt spoedig overvoerd worden en zou da Wfarde Jan de woningen beneden het peil van de kosten worden gedrukt °e. "gering mag tot een dergelijken toe- f®,' dle neerkomt op kapitaalsvernietiging ffel TwZij b6paalt zich er toe zoo? veel mogelijk te bevorderen dat woningen voor- rt ui ge huurwaarde worden gebouwd waar behoefte bestaat. Verkorting arbeidstijd- De grief van sommige leden, als zou de re geering tegenover het vraagstuk van de ver korting van den arbeidsduur te veel een af wachtende houding aannemen, is ongegrond. De regeering houdt zich op de hoogte van al les, wat haar ter zake tot voorlichting kan strekken. Elk middel, dat dienen kan tot be strijding der werkloosheid, heeft de aandacht der regeering. Ook aan het vraagstuk van de wettelijke verkorting van den toegelaten ar beidstijd geeft zij haar volle belangstelling. Het onderwerp is echter ingewikkeld en veelzijdig en heeft ook een internationale zijde. Met groote belangstelling volgde de regee ring daarom wat zich in de afgeloopen maand ter Internationale Arbeidsconferentie afspeel de en het is met haar volledige instemming, dat de Hooge Raad van Arbeid ten onzent dit probleem in studie heeft genomen, terwijl ook in verband daarmede aan de Arbeidsinspectie opdracht gegeven is om ter zake zooveel moge lijk licht te verschaffen. Op welke wijze de regeering op het oogen blik op dit gebied meer zou kunnen doen, is niet in te zien. Op de beslissingen der Internationale Arbeidsconferentie vooruitloopen, kan zij in zulk een vraagstuk van internationaal karakter in geen geval. De regeering meent met groote kracht te moeten vasthouden aan een van de voorwaar den, waaronder op den duur een gezonde wederopbouw van het economisch leven moge lijk is, te weten, de gouden standaard. De hand having van stabiele monetaire verhoudingen heeft Nederland echter voor de noodzakelijk heid geplaatst weerstand te bieden tegen plot selinge verschuivingen in het internationale ver keer, die een uitvloeisel zijn van het loslaten van den gouden standaard door andere landen. Handelspolitiek. Met belangstelling heeft de regeering kennis genomen van de beschouwingen, gewijd aan den wensch om te komen tot vermindering van de handelsbelemmeringen. Uit de verdragen van Oslo en Ouchy blijkt, dat dit streven bij de sTederlandsche regeering op den voorgrond staat. De uitspraak, dat, zooals het zich nu laat aan zien, er van het verdrag van Ouchy wel niet veel zal komen, kan de regeering niet onder schrijven. In de commissie van voorbereiding voor de Monetaire Economische Conferentie, die te Londen gehouden zal worden, werd de quaestie der handelsbelemmeringen uitvoerig besproken, waarbij het verdrag van Ouchy een rol speelde. Vnst staat thans reeds, dat het ver drag op de conferentie een onderwerp van be spreking zal uitmaken. Daar zal dan door de regeeringen van Nederland, België en Luxem burg de strijd voor het verdrag moeten worden aangebonden. Eerst daarna kan gezegd worden, wat men ten aanzien van het lot van het ver drag practisch verwachten mag. In verband met de door eenige leden ge maakte opmerkingen over het betalingsverkeer met Duitschland en de eventueele toepassing van de clearingwet, kan worden medegedeeld, dat het op 31 December 1932 met Duitschland gesloten protocol betreffende de betalingen van den goederenexport naar dat land bevredigend werkt. De regeering kan niet ontkennen, dat deze regeling geen waarborgen biedt tegen het oprichten van handelsbelemmeringen van an deren aard, doch zij meent, dat het in ieder ge val een gunstig verschijnsel is, dat een begin gemaakt werd met het uitschakelen van de deviezenmaatregelen als middel tot beperking van den invoer. heer van de Duitsche arbeiders, hebben allen achter elkaar in het Sportpaleis gesproken en de lucht een geruimen tijd van het geweld hunner stemmen doen dreuen. Maar nu valt het direct op, dat in die drie redevoeringen bij elkaar genomen, den naam van Hitier, den re geerings-chef, maar éénmaal genoemd werd. Hetgeen voor dezen wel een aanleiding ge weest zal zijn van woede met zijn tanden te knarsen en voor de zooveelste maal aan het piekeren te slaan over de beste manier deze reeds half tot muiterij overgeslagen luitenants ten verderve te voeren. Maar er is veel meer. Von Papen heeft de naam van Hitier éénmaal in den mond geno men. Hij maakte een schoone buiging voor hem, maar deelde hem tegelijk een striemen- den slag op zijn gevoeligste deelen toe. Papen dankte Hitier n.L voor de offers, welke hij ge bracht had om het kabinet van de nationale concentratie mogelijk te maken. Dat klinkt zeer onschuldig, om niet te zqggen schoon. Maar men diene niet te vergeten, dat Hitier de man van de 100-procentigheid is, die altijd als de reus van sterkte heeft willen gelden, voor wien slechts de keus bestond tusschen een 100-procentige doorvoering van zijn persoon en van zijn program in Berlijn of een vrijwil- l'g hermijtschap in de Beiersche bergen. En komt me nu daar die vice-kanselier met een schoone strijkage vertellen, dat Hitier diverse offers gebracht heeft om rijkskanselier te wor den en dat het dus met zijn 100-procentigheid uit is. Seldte maakte zelfs geen zinspeling op zijn regeeringschef, maar verklaarde, over diens hoofd en over diens plannen heen, dat hij aan haakte aan Bismarck. Hugenberg liet zich door zijn perschef inleiden en deze speelde het klaar te vertellen, dat Hitier veel te veel re clame maakt met de verzaking aan zijn kan selierssalaris. Hugenberg had precies hetzelf de gedaan, maar zweeg er over. Hitier rede neerde ook veel te veel. En dan kwam een zeer scherpe verdachtmaking van des kanse liers goede trouw, welke in Hitiers waarschu wing ban Hugenberg wortelt, dat hij het even tueel ook zonder Duitsch-nationalen maar met het eenti um kan klaar spelen. Hugenberg zelf veroordeelde openlijk Hitiers rijksdagontbin ding en viel hem daarna nog eens over zijn eindelooze redevoeringen aan. „Niet praten maar werken', zei de Geheimrat en iedereen begreep dadelijk wat daarmee bedoeld werd. Aldus de meest recente barstjes in het kabi net van de nationale concentratie en wanneer men ze aandachtig beschouwt, begint men tot de meening van diegenen over te hellen, die verklaren, dat de uitbarsting in dit kabinet nog vóór de verkiezingen onafwendbaar zeker ko men moet. Weike vorm zal deze uitbarsting nu hebben' Hitiers bedreiging met het centrum heeft zijn bondgenooten op hun qui vive gebracht en dezen hebben zich nu tot een blok, Zwart-wit- rood genaamd, aan elkaar geslagen. Dat zijn dus Hugenberg met zijn Duitsch-nationalen, beldte met zijn Stalen Helm en von Papen heelemaal alleen in zijn eentje. Wat getal be treft, blijft deze combinatie bij de nazis verre ten achter. Desniettemin heeft von Papen ver klaard, zulks regelrecht aan het adres van Hit- Ier, dat dit nieuwe blok er niet aan denkt het hGit nog uit handen te geven. We zien hier dus een kleine groep, welke tegenover een veel grootere een houding van uitdagende vastberadenheid aanneemt. Is dit nu bombasterij? Dat is de neteligste vraag welke op het oogenblik gesteld kan worden, want het antwoord erop hangt van de rijks- weer af. Slechts door op de rijksweer te steu nen kunnen Hugenberg en Papen zich tegen over Hitier en zijn legioenen handhaven. Al- weer geen reden om zich zenuwachtig te ma ken en aan bloedigen burgeroorlog te denken. De rijksweer hoeft maar te verstaan te geven, dat da dagen van von Seeckt voorbij zijn en dat zij niet meer naar rechts schiet. Alleen nog maar naar links, waarbij in dit geval de na tionale socialisten ingedeeld moeten worden. Zulk een kennisgeving is voldoende om Hitier met al zijn vier honderdduizend man soldaat jespelers volkomen uit te schakelen. Maar toch geeft deze zich niet voorbatelijk gewonnen, en het is voornamelijk in dit licht, dat de wedloop naar de baantjes bekeken moet worden. Beide vijanden in het regeeringskas- teei zijn er op uit hun posities te versterken door zooveel van hun geestverwanten als maar mogelijk is op het kussen te brengen. Dat is op zich zelf genomen een onschuldig ver maak. Echter moet hier op één punt een uitzondering gemaakt worden. Onder" leiding van Göring, die op dit gebied de lakens uit te deelen heeft wijl hij zooveel als Pruisisch mi- nister van binnenlandsche zaken is, is er een merkbaar de Pruisische po- Inv hfhHriY a °Claliseeren- Lukt hcm dat °g bijtijds, dan zou er tegenover de zwart- m ipiLi gewapend politiecorps onder eigen zot* 7"'®lke dag genoeg aan zij* deze dof a u En de Zorg van heden is tomY bmdige regeering in steeds sneller tempo m twee zeer vijandige blokken uit el kaar drijft, waarvan de een onder het roode ■Hakenkruis wil vechten en de andere onder zwart-wit-rood. Vrij duidelijk. „In de krant stond dat dit restaurant onder een andere leiding was gekomen, en nu zie ik toch denzelfden man", „Ja, maar hij is gisteren getrouwd". Gaat dat zoo maar In het eerste nummer van het Parochieblad van Hillegom—Bennebroek lezen we daar: „De Zelatrlcen gelieven tijdig aanwezig te zijn, en de parochianen deze te koopen". Een „plak-colonne" van Parijsche dames die protesteeren tegen de verhoogde stedelijke belastingen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6