HET KORPS DER BERENMUTSEN. ZATERDAG 18 FEBRUARI 1933 140-JARIG BESTAAN DER RIJDEN DE ARTILLERIE. Herinneringen aan vervlogen dagen. PATERS MONTFORTANEN TE VOORSCHOTEN. DE NOOD IN DEN TUINBOUW. REGEERINGSMAATREGELEN IN INDIE. DE ONBEWAAKTE OVERWEG. WOONWAGEN EN WOONWAGEN KAMP. DE PROCUREUR-GENERAAL GRIJPT IN. BELANGEN DER SLEEPBOOT- EIGENAREN. Centrale in het leven geroepen. BRAND OP EEN NEDERLANDSCH SCHIP TE SHANGHAI. Onderzoek door den Raad voor de scheepvaart. Deskundige van Ledden Hulsebosch vindt het gebeurde een raadsel. DOORGEROESTE LANTAARNPAAL. TRAGISCH. DE VERKEERSSTREMMING IN ALPHEN. DOOD DOOR SCHULD, Dinsdag 21 Februari a.s. zal het 140 jaar zijn geleden, dat het korps „Rijdende Artillerie", in den volksmond „gele rijers" genoemd, door Prins Willem V werd opgericht. Deze oprichting geschiedde naar aanleiding van een schrijven van den Prins aan den Raad van State d.d. 9 Januari 1793, waarin o.m. stond: ,En wijl thans de manier van oorlogen ls veranderd, en dat meest alle mogendheden zich voorzien hebben van een rijdende ar tillerie, zoo oordeele ik van een onvermijde lijkheid, dat zulks ook bij de Armée van den Staat geschiede en ik zou daarom voorslaan, twee brigades rijdende artillerie op te rigten." Sedert 7 April 1881 maakt het korps Rijdende Artillerie deel uit van het garnizoen Arnhem. Het is echter niet de eerste keer, dat dit korps in Gelre's hoofdstad zetelt; reeds van 1861 1868 heeft de Rijdende Artillerie in deze stad gastvrijheid genoten. Door dit langdurig verblijf, van 1881 tot op heden, is dit korps inderdaad deel uit gaan maken van Arnhem. Met haar prachtige heidevelden, afgewisseld door dichte bosschen, bieden de omstreken van Arnhem bijzondere gelegenheden tot oefenen aan een bereden wapen. De uitgestrekte Kem- perheide is een ideaal oefenterrein, en niets mooiers, dan een batterij in vollen ren over deze uitgestrektheden te zien galoppeeren, de paarden voorover liggend in hun tuigen, de ka nonniers te paard achter hun stukken. Helaas is sedert enkele jaren een groot deel van de romantiek, die dit korps omzweeft, verloren ge gaan, doordat de paardentractie plaats moest maken voor de meer moderne motortractie. In 1893 was Arnhem getuige van een grootsch feest, ter herdenking van het honderdjarig be staan van het korps, welks verjaardag toen op geluisterd werd door de aanwezigheid der beide Koninginnen. Doch niet alleen het honderdjarig feest, elke verjaardag van het korps wordt steeds trouw herdacht en het mag zich verheugen in het medeleven der burgerij. In groot tenue, waar van de indrukwekkende berenmutsen een voor naam onderdeel vormen wordt dan een tocht door de stad gemaakt; en Arnhem is trotsch op dezen stoet van schitterende gele uniformen, haar „gele rijers". Belangrijkste wapenfeiten Op 21 Februari 1793 door Willem V opgericht, werd in 1794 reeds dadelijk deelgenomen aan den veldtocht in België tegen de Franschen (slag bij Fleureus). Toen de Franschen hier het land binnenkwamen en de Regeering in handen namen, namen alle officieren hun ontslag en moesten door anderen worden vervangen. De eerste veldtocht waarbij bepaalde wapenfeiten van de Rijdende Artillerie vermeld zijn gewor den, was die in Noord-Holland in 1799. Zij nam een zeer werkzaam aandeel in de slagen bij Bergen en Castricum. Nauwelijks was deze veld tocht geëindigd of men werd geroepen den veldtocht aan de Main tegen de Oostenrijkers mede te maken. Als merkwaardigheid kan worden medegedeeld, dat van de 1645 man schappen, die gedurende dezen veldtocht van het Bataafsche leger deserteerden, niet één tot de Rijdende Artillerie behoorde, typeerend staaltje van den goeden geest, welke steeds in het korps geheerscht heeft. In 1805 werd met Napoleon te velde getrok ken en deelgenomen aan de insluiting van TJlm. In 1806 werd deelgenomen aan den veldtocht in Zweedsch-Pommeren en Pruisen, in 1807 aan het beleg van Straalsund en den slag bij Fried- land. In 1808 vinden wij de Rijdende Artillerie in Spanje, welke afstand geheel gemarcheerd werd, na in Parijs voor den Keizer te hebben gedefileerd. In December van dat jaar werd Madrid bereikt en aan verschillende slagen deel genomen. In 1809 trok een gedeelte Rijdende Artillerie bij laag water de Schelde over daar de Engelsche op Walcheren waren geland. Bij den tocht naar Rusland werd Moskou bereikt. De eenigen, die als overgeblevenen in het va derland terugkeerden, waren slechts 3 onder officieren. Bij den aanval van Napoleon in 1814 keerden verschillende Hollanders naar ons land terug, teneinde onder Willem I wederom dienst te nemen bij de Rijdende Artillerie. Door twee batterijen werd bij Quatres Bras aan het ge vecht deelgenomen en aan den slag bij Water loo daar het geheele korps. In 1830 rukte men wederom ten strijde op en werd deelgenomen aan de gevechten in Brussel, bij Hasselt, Leuven en Krempt. In 1870 en in 1914 werd opnieuw uitgerukt, doch het vaderland behoefde hare krachten gelukkig alleen tot bewaking van zijn grondgebied. Van de diverse krijgsverrichtingen van het korps bevinden zich in het korpsmuseum in de Menno van Coehoornkazerne vele belangwek kende herinneringen, benevens afbeeldingen van de uniformen, die in den loop der jaren zijn gedragen. Veel is sedert den ouden tijd veranderd, maar nog steeds worden de daden van het voorge slacht uit de geschiedenis van het korps Rij dende Artillerie geëerd. De herdenkingsplannen. Het 140-jarig bestaan van het korps zal op 20 en 21 Februari worden herdacht. Op 20 Fe bruari zal aan alle militairen, dus ook van het 8e en 19e Regiment Infanterie een bioscoop voorstelling worden aangeboden in het Rem- brandt-theater; welke een speciaal karakter zal dragen. Een officiers-uniform uit 1793, bij de op richting van het Corps en de fraaie uil- gangsuniform van tegemvoordig- Met het oog op de tijdsomstandigheden zal geen afzonderlijke receptie worden gehouden. In den foyer van het theater zal echter gelegen heid bestaan aan den commandant van het korps, luit.-kolonel v. d. Wall-Bake, gelukwen- schen aan te bieden. Op 21 Februari zal de traditioneele tocht door Arnhem worden gemaakt. Des namiddags vindt een korpsdiner voor de officieren plaats en des avonds wordt een feestavond voor de onder officieren georganiseerd. Het herdenkingsboek van het korps, dat ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Rijdende Artillerie in 1893 verscheen en be werkt werd door den toenmaligen commandant, den kolonel Van Es, zal tot op heden worden bijgewerkt, waarmede de vorige commandant van het korps, generaal Rambonnet, zich heeft belast. De Zeereerwaarde pater H. M. Friedrichs is benoemd tót Overste van de nieuwe stich ting der Paters Montfortanen aan de „Haag- sche Schouw" onder Voorschoten. Tot heden was hij werkzaam te Egmond aan Zee. Als socius werd hem toegewezen de Weleerwaar de pater J. Hillen, thans eveneens te Egmond aan Zee. In het klooster der Ursulinen te Weert over leed Mère Maria Anna (in de wereld mej. Christine Buse) geboren te Gelsenkirchen 24 Aug. 1860. Zij trad te Weert in het klooster, werd gekleed 27 April 1890 en legde de plech tige geloften af 31 Mei 1892. Cijfers uit het Westland. Onder voorzitterschap van den heer J. D. de Kok hield de Ver. „De Loosduinsche Groen- tenveiling" haar 33e jaarvergadering. De voorzitter wierp een terugblik op het af- geloopen jaar, dat voor den tuinbouw aller droevigste herinneringen oproept; de bedrijfs- uitkomsten zijn bitter slecht geweest en ook de vooruitzichten voor 1933 noemde spreker somber. Uit het jaarverslag van den secr.-pennm., den heer Q. A. Nederpel, memoreeren wij dat de omzet in 1932 691.644,50 minder bedroeg dan in 1931; het ledental thans bedraagt 169. Dat de export niets te beteekenen had, be wijst het feit, dat in 1932 slechts 1386 wagons (1931 1792) het terrein verlieten. De balans en exploitatierekening werden met algemeene stemmen goedgekeurd. De veilingprocenten werden met algemeene stemmen voor 1933 vastgesteld op 4 pCt., de contributie op 2.50 en het entreegeld voor nieuwe leden op 5.terwijl de boete voor telaat veilen en de overige boeten als vorige jaren werden vastgesteld. Met alg. stemmen werd herkozen tot derde lid van het dag. bestuur, de heer H. M. Vel- ders; tot bestuurslid werd gekozen, instede van den heer A. A. Zuiderwijk, die niet herkies baar was ,de heer J. C. v. Dijk. Machtiging aan het bestuur om producten, welke den minimumprijs niet kunnen opbren gen, door de veiling voor een nader te bepalen prijs te doen inkoopen om zoodoende te voor komen dat deze producten toch weer in den handel komen, alsmede producten welke even wel niet aan bepaalde minimumeischen vol doen, en b.v. zoo slecht zijn dat het geen eten meer kan worden genoemd en van deze beta ling zullen worden uitgesloten, werd met alg. stemmen verleend. Ook werd het bestuur gemachtigd, wanneer de tijdsomstandigheden dit mochten wensche- lijk maken, de z.g. eenheidskist onder dezelfde voorwaarden als het vorig jaar wederom tijde lijk verplichtend in te voeren. AANVANGSUUR IN BAKKERIJEN. In een adres aan de Tweede Kamer verzoekt de neutrale bond van personeel in de voedings bedrijven niet aan te nemen het wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen der Arbeids wet betreffende den arbeid in broodbakkerijen. Ter beantwoording van den heer Cramer be treffende invrijheidstelling van twee in preven tieve hechtenis gestelde afgevaardigden naar het Kerstcongres van het Ned. Indisch Onder wijzers Genootschap en van het aangehouden afdeelingsbestuur der P. N. I. te Soerabaja en betreffende intrekking der aan bestuurders van de Onderofficiersvereeniging „Ons Aller Be lang" opgelegde straffen, deelt de minister van Koloniën het volgende mede: Tot de aanhouding van de bedoelde afgevaar digden naar het jongste Kerstcongres van het „Nederlandsch-Indisch Onderwijzers Genoot schap", de heeren G'. P. Vrijburg en H. Reens, is niet overgegaan naar aanleiding van uitla tingen hunnerzijds. Wel heeft de Indische Re geering termen gevonden om op grond van uit de desbetreffende verslagen in de dagbladen, o.a. in het Algemeen Indisch Dagblad van 27 December 1932, te harer kennis gekomen uit latingen van die afgevaardigden tegen hen een strafvervolging te doen instellen. Tot hun aan houding, op 5 Januari j.l., is overgegaan op grond van een, later juist gebleken, vermoeden van bemoeilijking van het justitieel onderzoek door gedeeltelijke vernietiging van de notulen der vergadering. Beide genoemde personen zijn op 20 Januari d.o.v. weder op vrije voeten gesteld. De oplegging van disciplinaire straffen aan eenige bestuursleden van da Onderofficiersver eeniging „Ons Aller Belang is geschied ter zake van vergrijpen tegen de krijgstucht. Het ligt niet op den weg der Regeering om de In trekking van tuchtrechtelijke straffen van den hierbedoelden aard te bevorderen. Tot de arrestatie, op 6 Januari j.l., van de be stuursleden der afdeeling Soerabaja van de „Pendidikan Nasional Indonesia" zag de Over heid zich verplicht op grond van de versprei ding, vanwege dat afdeelingsbestuur, van eenige duizendtallen strooibiljetten tot oproeping naar een vergadering, op welke biljetten tot revolutie werd aangespoord. Op 9 Januari d.o.v. werden de gearresteerden weder op vrije voeten gesteld, met uitzonde ring van een hunner, tegen wien een strafver volging wordt ingesteld. De Minister kan geen aanleiding vinden te bevorderen, dat deze per soon in vrijheid wordt gesteld. Onrust en verbittering worden verwekt door feiten, als die, waartegen de vorenbedoelde maatregelen waren gericht, niet door die maat regelen. De Minister houdt zich verzekerd, dat alle langs wettigen weg en op ordelijke wijze voor gebrachte grieven onder de verschillende groepen der Indische samenleving door de Over heid ernstig worden overwogen. Fietsrijder gegrepen en gedood. Donderdagavond reed de 30-jarige J. W. Eggen uit Beerderhaar per fiets nabij den onbewaak- ten overweg te Mariënberg, onder de gemeente Ommen (Ov.). Juist toen een trein in aan tocht was, stak hij de spoorbaan over en werd zoodoende gegrepen en ongeveer 15 meters meegesleurd. Het slachtoffer is na eenige u^en overleden. Het uitzicht op de baan was geheel vrjj. Aantasting der rechtsgeldigheid van een gemeentelijke ver ordening. „De gemeenteraden zijn bevoegd bepalingen vast te stellen betreffende de plaats, door woon wagens bij verblijf binnen de gemeente in te nemen." Aldus luidt het tweede lid van artikel 31 der wet op woonwagens en woonschepen. Op grond van dit artikel heeft de gemeente Roermond eene verordening, waarin verboden wordt in de gemeente een andere staanplaats met een woonwagen in te nemen dan op het daarvoor aangewezen terrein, hetwelk in die verordening nader wordt omschreven. Desniettemin plaatste een woonwagen-eige naar zijn woonwagen op een ander terrein, dan het door de gemeente aangewezene, en wel op een perceel grond, hetwelk hij gehuurd had, juist om er zijn woonwagen op te plaatsen. Deswege voor den kantonrechter gedaagd, bracht hij ter terechtzitting den verhuurder van het stuk gronds als getuige naar voren, en deze verklaarde aldaar, dat hij reeds sedert meer dere jaren het pérceel als standplaats voor diens woonwagen aan den verdachte in huur had af gestaan. De kantonrechter te Roermond ging bij de be- rechtiging dezer zaak niet over ijs van één nacht Wel werd tijdens de terechtzitting het bewijs geleverd van het ten laste gelegde feit, namelijk, dat verdachte met zijn woonwagen een ander terrein had ingenomen, dan het terrein, hetwelk de gemeente daartoe had bestemd, doch de aan dacht van den kantonrechter was mede gericht op eene zaak, welke voor een veroordeeling evenzeer van belang was, namelijk - de vraag of het bewezen verklaarde feit al dan niet strafbaar is. De kantonrechter overweegt daaromtrent, dat uit de woorden der verordening te lezen valt, dat de Roermondsche gemeentelijke Wetgever verbiedt op eenig terrein binnen zijn gezags- gebied een woonwagen te plaatsen, dan op het in de Verordening genoemde terrein. Hieruit zoude volgen, redeneert de kanton rechter, dat het aan den eigenaar van een wille keurig stuk grond binnen de gemeente Roer mond, verboden zoude zijn om op zijn eigen dom een standplaats met een woonwagen in te nemen. De Kantonrechter is nu van oordeel, dat het in het leven roepen van een dusdanige verbods bepaling aan den Raad eener gemeente niet toekomt, zulks wijl daardoor inbreuk zoude worden gemaakt op het wettelijk recht van den eigenaar, hetwelk is neergelegd in artikel 625 van het Burgerlijk Wetboek en als volgt luidt: „Eigendom is het recht om van eene zaak het vrij genot te hebben en daarover op de volstrek- ste wijze te beschikken, mits men er geen ge bruik van make, strijdende tegen de wetten of openbare verordeningen, daargesteld door zoo danige macht, die daartoe volgens de Grondwet de bevoegdheid heeft, en mits men aan de rech ten van anderen geen hinder toebrenge; alles behoudens de onteigening ten algemeene nutte tegen behoorlijke schadeloosstelling, ingevolge de Grondwet." In verband met het feit, dat de Kantonrech ter bevond, dat de Roermondsche Raad, met het tot stand brengen der in de ten deze in het ge ding zijnde verordening gestelde verbodsbepa ling buiten zijn bevoegdheid was getreden zulks op grond van gemeld artikel 625, achtte de kan tonrechter, dat deze verbodsbepalingen verbin dende kracht mist, en ontsloeg hij bij vonnis den verdachte van alle rechtsvervolging. Bij dit vonnis legde de verdachte zich, zooals te verwachten was, gaarne neer. Ook de ambtenaar van het Openbaar Ministe rie, die de zaak dan toch aanhangig gemaakt had liet den termijn van hooger beroep voorbij gaan, zonder appel tegen het vonnis aan te tee kenen. Hiermede was de zaak voor den verdachte afgeloopen. Zij zou ook nimmer uit het stof van haar dossier te voorschijn zijn gekomen, indien niet de hoogste vervolgende ambtenaar hier te lande, namelijk de Procureur-Generaal bij den Hoogen Raad zich dit proces had aangetrokken. Deze functionaris kan, naar de bepaling van artikel 98 der Wet op de Rechterlijke Organi satie, zich in cassatie voorzien in 't belang der Wet, na verloop der termijnen aan de partijen toegestaan, zonder dat het door den Hoogen Raad daarop te wijzen arrest eenig nadeel kan toebrengen aan de rechten door partijen ver kregen. Het is begrijpelijk, dat zulk een ingrijpen van den Procureur-Generaal, niet tot diens dagelijksche bezigheden behoort, doch hij al leen gebruik pleegt te maken van deze bevoegd heid, indien een principieele beslissing hem zoo belangrijk voorkomt, dat hij de uitspraak van den Hoogen Raad daaromtrent, ook al stellen de vervolgende en vervolgde partij daarop geen prijs, van belang acht. Dit was het geval met de uitspraak van den Roermondschen Kantonrechter. De Procureur-Generaal was van oordeel, dat de Verordening ongetwijfeld geacht kan wor den de huishouding der gemeente te betreffen en mitsdien in het algemeen rechtsgeldig is. Het beroep op artikel 625 B.W. achtte de Procureur-Generaal onjuist, daar dit artikel zelve immers de mogelijkheid van beperking voor den eigendom door wet en verordening erkent. De Hooge Raad, uitspraak doende, overweegt daarbij, dat het geen betoog behoeft, dat ge meentelijke bepalingen als de hier bedoelde haar doel, dat is de belangen der openbare orde. veiligheid, zedelijkheid en gezondheid te dienen door toezicht mogelijk te maken op en even tueel maatregelen te treffen tegen de, op het aangewezen terrein te plaatsen woonwagens, niet zouden kunnen bereiken, indien het den houders van woonwagens, vrij zoude staan, zich aan een gemeentelijk toezicht en aan even tueel noodig geoordeelde maatregelen te ont trekken door eenig terrein te huren of te koopen, en aldaar met hun woonwagens stand plaats te nemen. De beperking, welke aan de eigenaars van Roermondsche perceelen wordt opgelegd, be staat enkel hierin, dat zij daarop geen woon wagens staanplaats mogen doen hebben, of ver- leenen, terwijl hen overigens het vrij genot van en de beschikking over hun eigendom niet wordt ontnomen. Op grond van een en ander besliste de Hooge Raad, dat de Kantonrechter te Roermond ten onrechte het bewezen verklaarde niet strafbaar heeft geoordeeld, doch voegde hieraan toe dat dit arrest geen nadeel vermag toe te brengen aan de rechten door partijen verkregen. Uit dit arrest kunnen de Raden der Neder- landsche Gemeenten afleiden hoeverre,' naar den Hoogen Raad, hunne bevoegdheid zich uit strekt ten aanzien der plaatsaanwijzing van binnen hunne gezagsgebieden zich bevindende woonwagens. Hetzelfde geldt ten aanzien van woonschepen. Al mag nu verklaard zijn dat onze verdachte vriend ten deze niet geschaad zal worden door 's Hoogen Raad's arrest, is het hem toch te raden, evenals aan alle anderen, die hunne woonwagens buiten de door de Gemeente aan gewezen plaatsen, hebben opgesteld, deze naar de woonwagenkampen te dirigeeren. Immers, nu de hoogste rechter in ons land over deze zaak heeft recht gesproken zullen de lagere rechters de aangegeven gedragslijn wel volgen en kan worden verwacht, dat pro cessen-verbaal tegen de overtreders niet zullen uitblijven. Tevens zal de uitspraak van den Hoogen POLITIEK IN DEN AETHER. Het werk der Radio-Controle-Commissie. Bij de behandeling in de afdeelingen der Eer ste Kamer van de postbegrooting voor 1933 zijn uiteraard ook de radio-aangelegenheden ter sprake gekomen. Volgens het voorloopig verslag maakten som mige (blijkbaar socialistische) leden met be trekking tot de radio-politiek der regeering de opmerking, dat zij tegen hetgeen te dier zake in de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer is gezegd, geen bezwaar hadden. Bij de openbare behandeling in de Tweede Kamer is echter gebleken, dat de minister de bezwaren tegen uitzending van politieken aard „tot zekere hoogte" deelde. Daarmede konden deze leden zich geenszins vereenigen. Wat is, zoo vroegen zij, onder „politiek" te verstaan? „Politiek" pleegt veelal te worden genoemd wat een luis teraar niet bevalt. Zou de beperking van de „politieke" uitzendingen gaan in de richting van beteugeling van de V.A.R.A., dan wenschen zij zich daartegen vierkant te verzetten. Geen andere beletselen behooren hier in den weg ge legd, dan bij de publicatie van gedachten in het algemeen. Voor algemeene uitzendingen gevoel den deze leden weinig; dat zou zijn een terug vallen op een oud standpunt; alleen de liberalen waren daarvóór en thans blijkbaar ook de vrij zinnig-democraten; dit stelsel zou echter leiden tot onderdrukking van andersdenkenden. De toestand behoort te blijven, gelijk die thans is. Verscheidene leden van verschillende partijen daarentegen drongen aan op het verwijderen van alle politiek uit den aether. Zij begrepen niet, dat deze maatregel, die voor alle partijen zonder onderscheid zou gelden, als 'n aanslag op de vrijheid van gedachtenuiting van één be paalde politieke partij zou worden beschouwd en achtten dien maatregel noodzakelijk ter voor koming, dat de radio tot een voortdurende bron van twist tusschen de verschillende richtingen op politiek gebied worde gemaakt. Zij hoopten dan ook, dat van het door den minister bij de mondelinge behandeling dezer begrooting in de Tweede Kamer in uitzicht gestelde initiatief spoedig zou blijken. Eenige leden beklaagden zich over de vele afkeuringen van stukken voor radio-uitzending. Andere leden sloten zich hierbij aan en maakten opnieuw ernstig bezwaar tegen de wijze, waarop de Radio-Omroep-Controle-Commissie haar taak meent te mogen opvatten. Haar ingrijpen treedt herhaaldelijk buiten de drie normen, die de wet daarvoor gesteld heeft en belemmert de vrije meeningsuiting op partijdige en kleingeestige wijze. In het Jaarbeursrestaurant te Utrecht vond een vergadering plaats van de vier Nederland- sche vereenigingen van sleepbooteigenaren, t.w. de Ver. van Sleepbooteigenaren in Neder land te Dordrecht, de R. K. Ver. van Sleepboot eigenaren „Sint Petrus" te Dordrecht, de Ver. van Sleepbooteigenaren „Rijn" en „IJsel" te Arnhem en de Sleepvaartvereeniging „Een dracht" te Dordrecht. Met algemeene stemmen werd besloten tot het in het leven roepen van een centrale, ter behartiging van de meer algemeene belangen der particuliere sleepboot- eigenaren, zulks echter met behoud van eigen zelfstandigheid en bewegingsvrijheid der ver eenigingen. Getracht zal worden deze centrale op breeder basis uit te bouwen door te dier zake overleg te plegen met de schippersver- eenigingen. Voorts werden besproken de Rijn- vaart-saneeringsactie en de mogelijkheid tot verkrijgen van overheidssteun voor de parti culiere sleepbooteigenaren. De vergadering had een zeer bevredigend verloop en kenmerkte zich door groote eensgezindheid. ONDEROFFICIERSSALARISSEN IN INDIë. Het Ned. Correspondentiebureau te 's Graven- hage meldt. De Minister van Koloniën, de heer S. de Graaff, heeft niettegenstaande zijn drukke ambtsbezigheden op zeer welwillende wijze in een buitengewoon onderhoud ontvangen een deputatie van de Onderofficiersvereeniging „Ons Aller Belang" in Indië, bestaande uit de heeren Dijkslag en Van der Hoek, teneinde de belangen te bepleiten inzake hun positie, hoofd zakelijk voor wat betreft 1 salarisregeling en de daarop toegepaste kortingen. Z.Exc. verklaarde, dat de voorgebrachte ver langens zijn volle aandacht zouden hebben, doch kon geen enkele toezegging doen. UIT DE TEXTIELINDUSTRIE. De Rijksbemiddelaar prof. mr. Josephus Jitta heeft de partijen, betrokken bij het dreigend conflict bij de Maatschappij Textielindustrie v/h. Roessingh en Zoon te Venendaal opgeroe pen tot een bespreking op Maandag a.s. op het Departement van Econ. Zaken en Arbeid te 's Gravenhage. Het conflict te Lonneker. In de gisteren gehouden bespreking van den Rijksbemiddelaar prof. mr. A. C. Josephus Jitta met partijen betrokken in het conflict tusschen de confectiefabriek firma Borst te Lonneker en de arbeidersorganisaties heeft de directie een nader voorstel gedaan, waarover de arbeiders zich zullen beraden. P. I. BLADEN IN BESLAGGENOMEN. BATAVIA, 17 Februari. (ANETA). Twee bladen van de Partai Indonesia, nl. de „Persatoean Indonesia" en de „Bantong" zijn, in verband met ontoelaatbare actie, door de po litie in beslag genomen. TEGEN DE WEELDEVERTERINGS- BELASTING. De K. van K. voor Holland heeft een adres aan de Tweede Kamer gezonden, waarin wordt gezegd, dat het wetsontwerp voor handel en industrie onaanvaardbaar is en verzocht wordt om te willen bevorderen, genoemd wetsontwerp niet tot wet te dóen verheffen. LAAT ZE NIET ALLEEN. In de Croesestraat te Utrecht heeft een 1J4- jarig kind een pan met gesmolten vet omge trokken en een gedeelte van de gloeiende vloeistof over het lichaam gekregen. Met ern stige brandwonden werd het kindje opgeno men. LES BEAUX ARTS. Te Utrecht is een 44-jarig muzikant uit Arn hem aangehouden wegens verduistering van boeken en platen uit de Koninklijke Biblio theek te den Haag. Raad als richtsnoer kunnen dienen voor de Raden van Gemeenten waar een woonwagen kamp nog niet is aangewezen, terwijl zij voor Gemeenten, waar zulk een kamp wel is aan gewezen, doch in de verordening rechten moch ten zijn voorbehouden aan hen, die woonwa gens op eigen terrein, plaatsen, een aanleiding kan vormen om de Verordening te dien opzich te te wijzigen. Tilburg, MR. MERTENS. De Raad voor de Scheepvaart heeft een on derzoek ingesteld naar de oorzaak van den brand, welke op 20 Juni van het vorig jaar te Shanghai is uitgebroken in ruim IV van het stoomschip „Serooskerk". De gezagvoerder deelde mede dat het schip te Antwerpen, Hamburg, Amsterdam en Rotter dam lading had ingenomen voor China. Op 19 Juni meerde het schip te Shanghai aan de kade, doch wegens den regen kon dien dag niet met het lossingswerk begonnen worden. Dit begon den volgenden ochtend te half zeven; er kwamen negen ploegen werkvolk aan boord, die de luiken openlegden en met lossen aan vingen. Te 8 uur 7 v.m., terwijl de vierde stuur man zich in luik 4 bevond, zag deze dat aan bakboord aan den voorkant een kistje, door het wegnemen van kisten kunstzijde, welke ge lost werden, viel en onmiddellijk vlam vatte. Getuige was toen niet aan boord, doch is ge waarschuwd. De brand verspreidde zich met zoo'n snelheid en hevigheid, dat het werkvolk dadelijk het ruim verliet en de 4de stuurman die nog trachtte het merk op te nemen, dit niet meer kon doen. Wel is direct luik 4 en ook luik 5, dat ermede in verbinding stond, dichtgelegd; ook met de luchtkokers is dit geschied. Aangezien zich in het ruim een partij van 150 kisten sodium- peroxide bevond, durfde men aanvankelijk geen water geven. Men veronderstelde dat deze la ding na verloop van een uur verbrand zou zijn. Getuige verklaarde dat deze sodium- of na trium peroxide in blikken kisten verpakt was, waaromheen zich weer een houten kist bevond. Deze lading was in Hamburg ingenomen. Toen de brandweer aan boord was en getuige zich met den chef in zijn hut bevond, sloeg een hooge vlam uit luik 4 boven de paalkokers uit. Het was geen gewone roode vlam. Nadien de luiken waren weer opengelegd om te trachten het vuur met zand te dooven is een massa water over het vuur uitgestort, zoodat, toen men te twee uur 's middags den brand meester was, het onderruim practisch tot aan den boven kant vol water stond. Getuige zeide niet te weten of het kistje, dat gevallen is. sodium peroxide bevatte. De politie-scheikundige, dr. C. J. van Led den Hulsebosch, die als deskundige werd ge hoord, wees er op dat sodium-peroxide steeds in blik verpakt wordt, omdat deze stof, een wit poeder, onderhevig kan zijn aan zelfont branding bij aanwezigheid van organische stoffen. Juist door die veilige blikverpakking had men gerust water kunnen geven. Desk. kan niet aannemen dat een kistje met natrium-pe roxide bij een val dadelijk vlam vat. De vierde stuurman, die te Shanghai toezicht hield op het lossen, verklaarde hierna dat hij, toen hij zich in ruim 4 bevond, het kistje zag vallen. Hij trachtte het nog tegen te houden, doch dit was onmogelijk. Het kistje viel niet meer dan een halve meter en kwam op andere kisten terecht. Of er in het kistje sodium-pe- roxide zat wist hij niet, wel zag hij er dadelijk een vlam uitslaan, die een helwitte kleur had. Getuige is dadelijk naar boven gesneld om den bootsman te waarschuwen. Op het kistje, dat gevallen is, stond een merk, dat, naar hij meen de, doch in geen geval met zekerheid weet, ook op de kistjes met sodium-peroxide was aangebracht. Deskundige van Ledden Hulsebosch vindt deze geschiedenis een groot raadsel. Van hard vallen blijkt geen sprake geweest te zijn, vreemd is ook de verklaring dat de stuurman vlammen door de randen van het stevig dicht gespijkerde kistje zag komen. Voor deskundige kan het gebeurde, nu bepaald een witte en geen geie vlam is gezien, in geen enkel ver band worden gebracht met natrium-peroxide. Zelfontbranding, ook van andere stoffen, acht desk. bij een goed verzorgde emballage niet mogelijk. Hoewel daarvan natuurlijk niets te zeggen valt, kan de mogelijkheid bestaan dat een in het kistje verpakt mechanisme, een hel- sche machine bijvoorbeeld, het gebeurde ver oorzaakt heeft. Ook de inspecteur-generaal voor de Scheep vaart, de heer C. Fock, was de meening toege daan dat de brand niet te wijten is aan de na trium-peroxide. Spr. heeft zeer veel moeite gedaan om te weten te komen, wat precies in het ruim gestuwd is geweest, doch hij heeft hierover geen zekerheid verkregen. Sprs con clusie is dot in Hamburg of elders eenige kistjes met onbekenden inhoud, die niet op het manifest vermeld hebben gestaan, zijn in geladen, hetgeen in verband met den huidigen politieken toestand in het Oosten niet zoo on waarschijnlijk is. De Raad zal later uitspraak doen. Treft in zijn val drie kinderen. Gisterenmiddag omstreeks kwart over vier is een monumentale ijzeren lantaarnpaal bij de Blauwpoortsbrug te Leiden afgebroken en dwars over het brugdek terecht gekomen. Een der zijarmen trof den 13-jarigen scholier J. H. Molenkamp uit Oegstgeest en een tien- en een zesjarig dochtertje van den politieagent Rempt. De jongen werd zeer ernstig aan het hoofd gewond en is in uiterst zorgwekkenden toe stand naar het Academisch ziekenhuis overge bracht. Er bestaat weinig hoop op levensbe houd. Het 6-jarig meisje werd eveneens vrij- ernstig aan het hoofd getroffen, doch niet le vensgevaarlijk. Het is ook in het Acad. Zie kenhuis opgepomen. Haar zusje is er met lichte verwondingen afgekomen. Het onderzoek heeft uitgewezen dat de lan taarnpaal van onderen was doorgeroest. Man en vrouw sterven op één dag. Te Breda overleed in den ouderdom van bijna 93 jaar, na een 2eer korstondige onge steldheid, de heer J. H A. v. d. Brink, aan de Zoutstraat aldaar. Zijn 89-jarige echtgenoote, mevr. v. d. Brink-de Wit, heeft zich dit over lijden zóó aangetrokken, dat ze nog denzelfden dag stierf. Brug over de Gouwesluis weer open. De A.N.W.B. deelt mede; Blijkens een bericht van den Rijkswater staat is de Rijksbrug over de Gouwesluis te Alphen aan den Rijn in den Rijksweg Leiden -Bodegraven—Utrecht wederom voor het landverkeer opengesteld, behalve eiken dag tusschen 7 en 8 uur, 12 en 13 uur en van 16.30—17,30 uur, in welke tijdvakken de brug voor het scheepvaartverkeer zal worden ge opend. Gedurende deze perioden van stremming zal het landverkeer den weg kunnen volgen op den noordelijken Rijndijk, waarop wagens slechts met een gewicht van ten hoogste 4000 K.G. zijn toegelaten. „Visschers op Mallorca", teekening van W. Schuhmacher in opdracht van den Mi nister van O. K. en W. gemaakt voor de vergaderzaal van het Dept. van Binn. BLOEDBAD IN EEN MOSKEE. Vechtende Arabieren. Onder de Arabische bevolking te Bondowoso schijnt al geruimen tijd 2onder dat er naar buiten iets van bleek wrijving te hebben bestaan. Wel hadden nu en dan kleine vecht partijtjes plaats, maar niemand vermoedde ooit, dat het nog eens tot een ernstig treffen zou komen. Er zijn in het Arabische kamp meldt het „Soer. Hbl." twee groote partijen, waarvan de eene zijn godsdienstplichten in het algemeen vervult in de groote missigit op den weg naar Sitoebondo, ,de andere in een kleine moskee bij den spooroverweg. Op een avond is een groote troep Arabieren, welke anders de groote moskee bezoekt, naar de kleine gegaan, en daar is een geweldige vecht- en steekpartij ontstaan, tengevolge waar van een Arabier is overleden en vier zwaarge wond in het ziekenhuis zijn opgenomen. Verder zijn er nog een tiental licht gewond. Wat de oorzaak van deze vechtpartij is, staat nog niet vast. Het onderzoek, dat ten deele in handen van den wd. wedono en ten deele van de stads politie is, wordt zeer bemoeilijkt, doordat de Arabieren weinig willen loslaten. Wel is geble ken dat de partij, die tegen de gewoonte in naar de kleine missigit is gegaan, in het alge meen met messen was bewapend, terwijl de an dere partij vrijwel ongewapend was. Waarschijnlijk is de aanval dus van te voren beraamd en zijn de Arabieren in de kleine mis sigit door de anderen aangevallen. MOORD OM ENKELE SIGARETTEN. In de Kotta Bandjermassin heeft zich, naar de Ind. Crt. meldt een drama afgespeeld. Een dwangarbeider kwam een Chineesche warong binnen met de bedoeling, wat sigaretten te bemachtigen d.w.z. zich deze ongevraagd toe te eigenen. In den winkel bevonden zich een oude en een jonge Chinees; laatstgenoemde werd op het zien van den brutalen dief nijdig en er ont spon Zich een twistgesprek. Plotseling greep de dwangarbeider een op tafel liggend mes en plantte dit den Chinees eerst in de borst en daarna in den buik waarna hij het hazenpad koos. De zwaargewonde Chinees die zich intusschen met het eerste het beste voorwerp dat binnen zijn bereik kwam i.e. een bierflesch gewapend had, rende niettegenstaande zijn gapende won den den dwangarbeider achterna; ook de oudere Chinees nam aan de vervolging deel. Vóór de politiewacht aan het haventerrein werd de moordenaar gepakt, doch intusschen had zijn slachtoffer, wien de darmen uit het lichaam puilden, het reeds moeten opgeven. Wel werd hij nog naar het hospitaal vervoerd, doch aldaar gaf hij den geest. OVERREDEN EN GEDOOD. Gisterenmiddag tegen vijf uur heeft in den Goudsteen te Maassluis een droevig ongeval plaats gehad. Het vierjarig zoontje van den heer v. d. L. was in een winkel wat snoepgoed wezen koo pen en wachtte voor een passeerenden wagen om de straat over te steken. Toen de wagen voorbij was, liep de kleine «de straat op juist voor een autobus van de W. S. M„ die met een kalme gang kwam aanrijden. Het kind werd tegen den grond geslingerd en was op slag dood. Den autobusbestuurder treft geen schuld. Onoplettendheid van een autobus bestuurder. De 37-jarige chauffeur A. van B. te Waterin gen stond voor de Haagsche rechtbank terecht verdacht van het veroorzakeri van dood door schuld. Van B. heeft n.l. in den namiddag van „9 October omstreeks half vijf met een door hem bestuurde autobus gereden op den Veenweg te Stompwijk en wilde toen den onbewaakten overweg van den spoorweg oversteken, zonder voldoende op te letten of den weg veilig was. Het gevolg is geweest dat een trein komende uit de richting Gouda, juist op het oogenbl.k dat van B. zich op de spoorbaan bevond, den autobus greep en deze in het water slingerde. De inzittenden geraakten eveneens te water. De chauffeur en een jongen wisten zich te redden, doch zekere V. B. Wiesse kon ondanks daartoe gedane pogingen niet levend uit het water worden gehaald. Een drietal getuigen werden in deze zaak "ehoord. Gebleken is, dat van B., toen he* ongeluk gebeurde naar bier rook. Het slacht offer is blijkens het onderzoek niet door ver drinking, doch door de bekomen verwondingen om het leven gekomen. W. had den verdachte gevraagd te mogen meerijden, hetgeen goed gevonden werd. Het O.M., waargenomen door Jhr. mr. van Asch van Wijck, betoogde dat verdachte heeft moeten toegeven, dat hij niet voldoende heeft opgelet. Het biergebruik is naar spr.'s meening niet van invloed geweest, wèl de onoplettend heid van den chauffeur. Op honderden meters afstand, had deze den trein kunnen zien na deren. Van B. staat gunstig bekend, zoodat spr. aanleiding vindt zijn eisch te beperken tot 2 maanden hechtenis. De verdediger pleitte clementie. Vonnis 2 Maart a.s, r V M'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 7