PRIJSPUZZLE No. 37 UB n DE BERECHTING DER MUITERS VAN „DE ZEVEN PROVINCIËN". 9 r F n m w P J L J 1 I e 1 I I I r I 1 1 g ~1 I I 1 1 9 Tj T\ 9 9 1 ts 9 9 b 9 9 9 9n 9w 1 9 □HIKT» 9 9 J 9 9" ^9^ J 9 9 96' 9 9 9 9 71A MAANDAG 27 FEBRUARI 1935 DE INTERNATIONALE GRAAL. DE GASÖORLOG EN DE VERDEDI GING DAARTEGEN. AUTO-ONGELUK TE STOMPWIJK. GIETHOORN KROMMENIE H OOGEVEEN APPELTERN D I RKSLAND CULEMBORG WAVERVEEN harlingen RAAMSDONK 1 3 TT /s /s >6 1 TT j 15] 77] 3Fj 66 Q 6S i' 77~ 17 li W OP HET GRAF VAN AGENT BAAS. BESLISSINGEN DER RADIO.OMROEP CONTROLE-COMMISSIE. DE AUTOMATEN-VERORDENING TE HAARLEM. INBREUK OP OCTROOIEN. HUURDERSSTAK1NGEN. INDISCHE POSTVLUCHTEN. IS HET PROCESRECHT VOOR DE MILITAIREN DER ZEEMACHT VOLDOENDE De mcening van prof. mr. B. M. Taverne. Nadat de schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid den heer Albarda aan den Minister van Defensie reeds de aan dacht hadden gevestigd op het feit, dat mi litairen van de zeemacht, indien zij buiten het rijk in Europa terecht staan, van juri- dischen bijstand verstoken zijn, verscheen in ,.Het Volk" van Woensdagavond 22 Fe bruari een artikel van mr. P. J. Mijksenaar, waarin betoogd werd, dat de berechting van de muiters van „De Zeven Provinciën" noodzakelijkerwijze te wenschen moet over laten, omdat deze zal geschieden volgens de verouderde voorschriften van de „Regts- pleging bij de Zeemagt", welke geenszins in overeenstemming zijn met onze tegen woordige opvattingen omtrent rechtsbedee Ung. De, bedenkingen van mr. Mijksenaar tegen het procesrecht volgens de „Regtspleging bij de Zeemagt", komen op het volgende neer: le. Men kan niet gerust zijn, dat de juri dische leiding van het proces in goede han den is. 2e. De militaire strafvordering voor de zeemacht berust naar letter en geest nog grootendeels op de verouderde wetten van 1814. 3e. De geheele berechting van militairen heeft plaats door juridisch incompetente colleges. 4e. Het vooronderzoek is, op een enkele uitzondering na, geheel aan leeken overge laten. 5e. De dagvaarding gaat aan het gerech telijk onderzoek vooraf. 6e. Er is rechtsongelijkheid tusschen burgers en militairen, want de militaire ver dachten worden berecht volgens een uit 1814 dateerend stelsel en de burger ver dachten volgens het moderne systeem, dat sinds 1927 van kracht is.' 7e. De militairen van de zeemacht zijn bij berechting buiten het rijk in Europa van vakkundigen, juridischen bijstand versto ken. 8e. Het is twijfelachtig, of de minderen rekenen kunnen 6d de onpartijdige hulp van officieren, die hun rechtsbijstand verleenen. Ziedaar de lijst van klachten en grieven van mr. Mijksenaar kort samengevat. Het leek ons niet van belang ontbloot om over de kwestie van den rechtsbijstand en over de andere bezwaren van mr. Mijkse naar tegen de „Regtspleging bij de Zee magt" eens het oordeel in te winnen van een vooraanstaand jurist, tevens kenner van de militaire rechtspraak bij de zeemacht. Wij hebben ons daarom gewend tot prof. mr. B. M. Taverne, raadsheer in den Hoogen Raad en voorzitter van den Raad voor de Scheepvaart, die vroeger meermalen zitting heeft gehad in Krijgsraden voor de Zee macht en dus uit dien hoofde uit ervaring kan spreken. Wij vonden prof. Taverne ter stond bereid ons over deze aangelegenheid een onderhoud toe te staan. De eerste opmerking, welke prof Taverne msekte, toen hij van het artikel van mr. Miiksenaar kennis had genomen, was de volgende: Inderdaad, de „Regtspleging bij de Zee magt" dateert uit 1814, maar zij is in 1912 ingrijpend gewijzigd, al moet erkend wor den. dat zij toen nog niet tot een moderne strafprocedure werd gemaakt. Daar schr. zich beroept op het nieuwe wetboek van strafvordering, dat in het burgerlijke straf proces geldt, moet echter niet worden ver geten. dat het na 1,912 nog 14 jaar zou du ren (l Januari 1926) voordat de burgers in het genot van dat nieuwe wetboek zouden komen. Laten wij echter niet vergeten, dat, zelfs met een vermolmd strafproces, nog veel goeds kan worden tot stand gebracht, wanneer de rechters goed zijn. Is het werkelijk niet mogelyk, vroegen we. dat de muiters in Indië in het proces door een advocaat worden bijgestaan? Neen, luidde het antwoord, voorloopig zie ik de mogelijkheid daartoe nog niet, of men zou met een wetswijziging moeten ko men. De wet zegt duidelijk, dat bij een krijgsraad buitengaats officieren al3 raads lieden van beklaagden optreden. In art. 114 van de „Regtspleging bij de Zeemagt" staat: ..Als raadslieden mogen indien de be schuldigde voor een Krijgsraad binnen het Rijk van Europa teregt staat worden ge kozen of toegevoegd Advocaten, binnen het Rijk de practijk uitoefenende, en voorts voor eiken Krijgsraad Officieren bij de Zee magt, geen lid zijnde van den Krijgsraad, Officier-Commissaris, Fiscaal of Secretaris zijnde. Binnen het Rijk in Europa zal nog- tans de toevoeging van een Officier alleen dan geschieden, indien een Advocaat niet beschikbaar is, tenzij de beklaagde uitdruk kelijk zijn wensch te kennen geeft, dat hem een Officier als raadsman worde toege voegd." Hieruit blijkt, dat binnen het rijk in Euro pa de advocaat gaat vóór den officier als raadsman. De Rechtspleging voor de Zee macht is hier in hare uitvoering zie K. B van 3 Januari 1914, 2 zelfs moderner dan de praktijk van het nieuwe wetboek van strafvordering, waarvan de artt. 48 en 49 omtrent de belooning van toegevoegden rechtsbijstand nog steeds niet zijn ingevoerd. Dat men die bepaling omtrent voorrang van den advocaat niet heeft gemaakt voor buitengaats, is begrijpelijk. Men denke zich maar eens in, dat op een varend schip een krijgsraad moet worden gehouden. Dan heeft men niet altijd een advocaat bij de hand. Dus moet dan wel een procedure ge volgd v/orden zonder rechtskundigen bij stand. Dit neemt echter niet weg, dat het voor Indië wellicht mogelijk ware geweest, bepalingen te maken, zooals gelden voor binnengaats, ten minste voor zoover betreft een krijgsraad op een wachtschip (Soeraba- ja) en niet op een varend eskader, welk laatste geval zich practisch in Indië niet voordoet en zich in het geval van „De Zeven Provinciën" zeker niet zal voordoen. Wat is uw ervaring van officieren in een Krijgsraad? Ik heb officieren als rechter in krijgs raden gezien, die in ijver en plichtsbetrach ting in geen enkel opzicht te kort schoten en die dikwijls zelfs zeer clement optraden. De officieren zijn in strenge krijgstucht op gevoed en doen hun plicht. Hun opleiding leidt tot groote nauwgezetheid en vooral plichtsbesef. Mijn ondervinding is, dat zij vaak uiterst scrupuleus zijn in het aanne men van bewijs ten laste van een verdachte. Voor verdediging van beklaagden voor den krijgsraad worden die officieren gekozen, die er zich vrijwillig voor aanmelden en die er dus iets voor voelen. Daarbij kwam het meermalen voor, dat zij een merkwaardige juridische scherpzinnigheid, soms bij het spitsvondige af, aan den dag legden, om hun cliënt vrij te pleiten. Ook bij delicten tegen het gezag. Trouwens, de veronderstel ling, dat een officier in gezagskwesties an ders zou optreden dan een advocaat, gaat niet op, want er zijn vele advocaten met hart en ziel reserve-officier, voor wie het gezag even heilig is als voor een beroeps officier. Wellicht is in Indië nog een officier van de zeemacht-jurist beschikbaar. Maar ik kan me indenken, dat het, om iederen schijn van partijdigheid te vermijden, beter is, indien de verdediging in gevallen van opstandigheid, muiterij of dergelijke niet door een beroeps-militair geschiedt. Het gaat echter m.i. aan den anderen kant te ver, om als verdedigers slechts te willen toe laten hen, die zich één voelen met de be klaagden. Dit postulaat wordt ook in het ge wone strafproces gelukkig niet gesteld. Maar het is, voor vele van wantrouwen vervulde geesten niet gemakkelijk zich een hoogstaand mensch voor te stellen mili tair of niet-militair die de verdediging op zich zelf als een heilige taak beschouwt, ook al vereenzelvigt hij zich niet met zijn cliënt. De zaak der verdediging is natuurlijk in een geval als dat van „De Zeven Provin ciën" van groot belang. Het zou wel eens kunnen zijn, dat het feit, waarvan de be klaagden zullen worden beschuldigd, valt onder een bepaling van het Mil. W. v. Straf recht, welke de doodstraf bedreigt. Is de leiding van het proces in goede handen, wanneer deze aan een officier-niet- jurist is toevertrouwd? Dat is moeilijk te zeggen. Dat hangt heelemaal van den persoon af. Vindt u het geen bezwaar, professor, wanneer het vóór-onderzoek door een niet- jurist geschiedt? De officier-commissaris is vaak zeer in dat werk getraind. Daar het militairen betreft, is het vóór-onderzoek door een of ficier, die van militaire aangelegenheden en toestanden op de hoogte is, logisch, maar het zou natuurlijk nog mooier zijn, als hij tegelijk ook jurist was. Het is mij altijd op gevallen, dat het militair onderzoek zeer nauwkeurig en uitvoerig is. Men vergete vooral ook niet, dat zich zoowel bij de Zee als bij de Landmacht, naast enkele officie ren-meesters in de rechten, vrij veel offi cieren bevinden, die aan de Universiteit te Amsterdam een examen hebben afgelegd, dat gerust met het doctoraal-examen in de rechtswetenschap kan worden gelijkgesteld. Zij zijn jurist zonder meesterstitel. Men kan dus in dit opzicht volkomen gerust zijn. Is het een practisch bezwaar, dat de verwijzing naar den krijgsraad aan het on derzoek door den militairen rechter-com- missaris vooraf gaat? Neen, want het beteekent niet, dat vóór de verwijzing naar den krijgsraad geen on derzoek plaats vindt. Het onderzoek na de verwijzing is _een formeele kwestie, die ik niet van groote practische beteekenis acht, ai zou ik het beter vinden wanneer het an ders was. Het nadeel van de militaire me thode is natuurlijk, dat, wanneer bij het onderzoek van den officier-commissaris zou blijken, dat toch geen veroordeeling kan volgen, de verwijzing naar den krijgsraad er nu eenmaal is. Met de deugdelijkheid van het onderzoek heeft deze verwijzing echter niets uit te staan. Onze conclusie uit dit belangwekkende onderhoud, waarvoor we prof. Taverne bij dezen nogmaals onzen dank betuigen, kan geen andere zijn, dan dat de door mr. Mijk senaar tegen de „Regtspleging bij de Zee magt" aangevoerde bezwaren, niet steek houdend genoemd moeten worden, maar dat het voor een gevoel van volkomen rechts-- bedeeling gewenscht kan zijn, indien juri disch onderlegde raadslieden aan de "be klaagden rechtskundigen bijstand zouden kunnen verleenen. Op het oogenblik is dat niet mogelijk, tenzij in Indië marine-officie ren zijn te vinden, die tegelijk jurist zijn. Organisatie van een luchtbeschermings dienst. Drie huizen te Berlijn. Men schrijft ons: Toevallig ontmoette ik dezer dagen een der vrouwen van Nazareth die in Berlijn werkt. Zij was pas van Londen gekomen per K.L.M. en nu weer op weg naar Berlijn. Ik vroeg haar hoe het in Londen ging. Van Londen was nog niet veel te vertellen, daar waren ze pas begonnen. Een huis was er, het eerste contact met de katholieke wereld van Londen tot stand gebracht, maar, werd mij meegedeeld, wij kunnen niet tooveren. In een millioenenstad als Londen sta je voor onge kende moeilijkheden. Den eersten tijd heb je het idee dat je bezig bent in de menschenzee te verzinken. En dan, de meisjes, voor onze beweging geschikt, moet je zoeken als spelden in een hooiberg. Het is zoo eenvoudig niet. Ging 't in Berlijn gemakkelijker, vroeg ik. Wel neen, daar was het precies hetzelfde, doch daar zijn we nu al zes maanden aan het werk. En de Rorate-Spiel heeft ons vele deuren en harten geopend. Wij gaan daar nu flink voor uit en breiden ons langzamerhand over Ber lijn uit. We bezitten er nu drie huizen. Twee ervan zijn nog niet geopend, maar pas gehuurd. Ze worden nu geinstalleerd en omstreeks Pa- schen hopen wij ze te betrekken. En ze zijn al zes maanden aan het werk in Berlijn! Hoe spelen ze dat klaar? De vraag lag mij op de lippen, maar ik hield ze in. En ik dacht aan de matelooze critiek, welke deze werksters van sommigen te verduren hebben. Terwijl dezen praten, werken zij intusschen stevig voort. En blijkbaar zegent God haar arbeid. GOEDKOOPE REIZEN IN ITALIë- Men deelt ons mede, dat de reductie op re tourbiljetten fin Italië) voor Rome, ter ge legenheid van het Heilige Jaar, geldig is voor het tijdvak van 25 Maart 1933—2 April 1934. Deze reductie bedraagt 50 pet. Wat verdere reducties voor de komende maanden betreft, kunnen wij thans reeds mel den, dat gedurende de maand Juli, de prijzen voor de reisbiljeten van alle Italiaansche sta tions naar Genua, 50 pet. worden verlaagd. Rei zigers naar het eiland Rhodos genieten het geheele jaar een reductie van 30 pet. op alle spoorlijnen, naar een vliegterrein of haven, welke in verbinding staat met Rhodes. Overi gens zal voor nagenoeg alle Italiaansche bad plaatsen van 16 Mei af, gedurende den gehee- len zomer en herfst, een reductie van 50 pet. worden ingesteld. De reductie, ter gelegenheid van de Koloniale Jaarbeurs te Tripoli is geldig t/m. 31 Mei en bedraagt 50 pet. Het is reeds vrij bekend, dat de prijzen der reisbiljetten voor de „Primavera Siciliana" 50 pet. verlaagd zijn; deze condities gelden tm. 30 Juni, terwijl voor de „Primavera Florentina" de prijzen der reisbiljetten naar Florence van 1 t/m. 19 April 50 pet. verlaagd worden, van 20 April—21 Mei 70 pet. en van 2 Mei—30 Juni, 50 pet. HR. MS. HEEMSKERCK. H. Ms. pantserschip „Heemskerck" onder be vel van kapitein ter zee C. ter Poorter is Vrij dag te Santa Cruz de Teneriffe (Kanarische eilanden) aangekomen. LIJK OPGEHAALD. Het 17-jarig meisje L. G. uit de Krim, dat sedert een achttal weken spoorloos was ver dwenen, is thans levenloos uit de Dedemsvaart opgehaald. Voordracht van luitenant-kolonel G. Schilderman. Door den luit. kolonel der artillerie, directeur der Militaire Gasschool G. Schilderman werd te Breda voor de vereeniging ter beoefening der Krijgswetenschap een voordracht gehou den over: De gasoorlog en de verdediging daar tegen, ook met het oog op de burgerbevolking. Spreker behandelde de volgende stellingen: In dien in een toekomstigen oorlog van strijd gassen gebruik zou gemaakt worden, dan zijn de blaartrekkende strijdgassen en de arsenen, doch vooral de eerstgenoemde het- meest te vreezen. Tranenverwekkende gassen zullen slechts in bijzondere gevallen gebruikt wor den; de verstikkende gassen kunnen als ver ouderd beschouwd worden. Ook voor de bur gerbevolking zijn de blaartrekkende gassen het meest te duchten. Het z.g. gasschieten door de artillerie is verreweg het belangrijkst; bo vendien is de verspreiding door luchtstrijd- gassen te verwachten. Bij een bombardement op steden, die haar luchtbeschermingsdienst goed hebben georga niseerd, zijn echter niet de strijdgassen, doch de hand- en scherfbommen het meest te vree zen. Speciaal gaspersoneel is bij die troep zeer noodzakelijk. Als speciaal gasbeschermingsmiddel van den soldaat te velde moet het gasmasker worden beschouwd van modem maaksel. Aan de organisatie van den luchtbescher mingsdienst in de gemeenten moet een wette lijke regeling ten grondslag liggen; daarnaast is een belangrijke taak weggelegd voor parti culier initiatief terwijl de inwoners zich zoo veel mogelijk vrijwillig voor een functie bij de zen dienst moeten beschikbaar stellen. Inleider gaf een overzicht van de verschil lende soorten van bommen, welke vooral voor een stad het gevaarlijkst zijn. De (prdediging tegen strijdgassen is vrij gemakkelijk te orga- niseeren. Met succes kunnen gasvrije berg ruimten aangelegd worden; ook gasmaskers werken zeer afdoend. Wat de volkenrechtelijke zijde van den gas oorlog betreft, talrijke staten aanvaardden het gasverbod. Ook de chemische strijdmiddelen zijn door talrijke landen als verboden strijd middelen gekenschetst. Een verbod tot het aan maken van chemische middelen in vredestijd kon niet worden uitgevaardigd, o.a. ook niet, omdat daarop onmogelijk voldoende toezicht kon worden uitgeoefend. Van veel grooter be teekenis vindt inleider het verbod van scherf bommen op de burgerbevolking, omdat ze veel gevaarlijker zijn dan gasbommen. De bescherming der burgerbevolking tegen gasaanvallen zal hoofdzakelijk gaan tegen luchtstrijdkrachten. Daartoe zullen organisa ties in het leven moeten geroepen worden. Spreker stelt in dit opzicht Duitschland als voorbeeld, waar de afweer-organisatiie bij de burgerbevolking zeer goed is georganiseerd. De oprichting eener organisatie met dat doel ware zeer toe te juichen. Maar ook de burger- overheid moet in deze haar taak begrijpen en een wettelijken luchtbeschermingsdienst in het leven roepen. In Frankrijk zijn reeds verschil lende burgerlijke autoriteiten belast met de or ganisatie van dezen dienst, welke wordt gecon troleerd door de regeering. Een dergelijke or ganisatie behoort ook ingesteld te worden in Nederland. DE „VORST VAN GELEEN" ANNEXEERT OUD-EHRENSTEIN. Mr. F. Leufkens te Heerlen, de bekende „vorst van Geleen", heeft Vrijdag aan den be heerder Van „Oud-Ehrenstein" te Kerkrade nader doeii weten, dat Zijne Landhoogheid op 1 April a.s. in bezit zal nemen het land- en graafschap „Oud-Ehrenstein" te Kerkrade. Bevestiging van de vrijspraak geëiecht. C. G. 't Hart te Veur is vervolgd wegens het veroorzaken van den dood door schuld, maar door de Haagsche rechtbank vrijgesproken, waartegen de officier van justitie in beroep is gekomen. Verd. zeide, dat hij te Stompwijk met den auto aan den Westvlietweg, uit de richting Voor burg komende, te Water is geraakt. Een rem werkte niet. Verd. wist niet, dat die rem niet werkte. Bij de brug moest hij stoppen, maar het ging niet, en toen heeft een zekere Van der Horst den auto in den rug gekregen, is met den auto te water geraakt en gedood. De advocaat-generaal vroeg bevestiging van de vrijspraak. De verdediger mr. Roeper Bosch zeide, dat de verdachte zeer door het gebeurde is getrof fen en een fatsoenlijke jongen is. Hij is alleen met den auto gaan rijden, omdat, als niet da delijk melk werd gehaald, zijn baas zou zijn benadeeld. Hij had geen rijbewijs, maar wel een rijvaardigheidsbewijs en dacht, dat hij daarmee rfiocht rijden. Uitspraak a.s. Woensdag over 8 dagen. BRANDSTICHTING. Ter zake van opzettelijke brandstichting ver oordeelde de Arr, Rechtbank te Maastricht Za terdag A. J. W. te Kerkrade, thans gedeti neerd, tot 1 jaar en zes maanden gevangenis straf met aftrek van het voorarrest. De eisch was 2 jaar gevangenisstraf. ZWARE MISHANDELING. Op 30 Dec. j.l. bracht L. M. te Schin op Geulle wonend, thans gedetineerd, te Hoeilix. vrouw H. E. H. met een mes een aantal levensgevaar lijke .steken toe. De Rechtbank veroordeelde verdachte Zaterdag tot 1 jaar gevangenisstraf ter zake van zware mishandeling. De eisch van het O. M. ter zake van poging tot moord was iy2 jaar gevangenisstraf. DIEFSTALLEN. Voor de arr.-rechtbank te Winschoten stond Vrijdag terecht H. van I, 23 jaar, arbeider te Zomerdijk (Nieuwolda), beschuldigd van dief stallen in de gemeenten Termunten en Gronin gen. De eisch was 1 Vj jaar gevangenisstraf. VRIJGESPROKEN. De arr. rechtbank te Winschoten heeft L. H„ caféhouder te Zuidbroek, die terechtstond ter zake het onttrekken van goederen aan zijn fail lieten boedel, vrijgesproken. Reeds 10 Februari j.l. toen deze zaak werd behandeld, werd L. H. uit het voorarrest ont slagen. ONTAARDE OUDERS. De echtelieden M. te Susteren hebben sinds verleden week Zaterdag hun woning verlaten, met achterlating van 6 kinderen. Het jongste is pas zes weken oud. Ingezetenen hebben zich over de arme kinderen ontfermd. KOKEND PEK OVER HET LICHAAM GEKREGEN. Zaterdagmiddag is de arbeider G. M. aan de haven te Doesburg met een pot kokend pek gevallen, waardoor hij zware brandwonden opliep. In ernstigen toestand is hij naar het ziekenhuis vervoerd. ERNSTIG ONGELUK. De 22-jarige bakker L. C. uit Horst, is met een bestel-auto op den Venloschen weg te Horst, door de gladheid van den weg aan het slippen geraakt. De auto botste tegen 'n boom en werd vrijwel geheel vernield. De bestuur der kreeg hierbij eene verbloeding, dermate ernstig, dat hij naar het St. Antonius-zieken- huis te Horst moest worden overgebracht. De oplossing van puzzle No. 35 is Als winnaars werden door het lot aangewezenPigmans, Piusstraat 33, Tilburg; F. Gemeh, Gelderschedam 82, 's-Bosch; E. Claassen, Maria-hof, Bladel; J. Nach- bahr, Gasthuissingel 44, Haarlem. Hieronder prijs-puzzle No. 37 een kruiswoordpuzzle. r j 3 9 /O i /X. i to IX. IS 20 r- M I 'l Sb 30 VI VS V6 YJ so si I- Si f9 óo &0 /cP I- L_ VAN LINKS NAAR RECHTS 1. nederig verzoek, 5. nakomeling, 8. kampplaats, 11. ongerief, 14. deel van den dag, 18. opzwelling van den huid, 19. riviertje in N.-Brabant, 21. schuldige, 22. voegwoord, 23. middel bij innemen van poeders, 25. keurbende, 27. bitterheid, 29. betoog, 31. militair student, 34. laag van bodem, 35. noot, 36. schoenmakerswerktuig, 38. wintervoertuig, 40. advies, 42. speelgoed, 43. bergruimte, 44. familielid, 45. plaatsen in een schouwburg, 46. weduwe (afgekort), 47. hetzelfde, 48. blaf van 'n klein hondje, 49. Russisch priester, 51. verbinding van stukken goed, 53. bluf, 55. momenteel, 56. Russische naam, 58. schoeisel, 62. gezang, 63. wapen van een insect, 65. zuivelproduct, 68. Tsjechisch veldheer, 70. voertuig, 71. houding, 74. noot, 75. altaar, 77. heen en weer gesleep, 78. niet netjes, 80. minder dan weinig, 81. zangstuk, 82. peulvrucht. VAN BOVEN NAAR BENEDEN1. katafalk, 2. noot, 3. slot, 4. slaapplaats 5. voertuig, 6. pers. voornaamwoord, 7. rhythmische beweging, 8. planeet, 9. deel van een schip, 10. ernstig, 12. officieele dracht, 13. mee, 15. familielid, 16. momenteel, 17. schoonmaakmiddel, 18. gerëedmaking, 20. èdelstand, 22. his torisch verbanningsoord, 24. Oosteuropeaan, 26. klaar, 28. maat, 30. boomen, 31. keukenartikel, 32. letter van het Grieksche alfabet, 33. lusje, 34. vrucht, 37, verstompt, 39. boom, 41. Joodsch koning, 42. waarschuwingsmiddel, 48. zuinig, 50. voorzetsel, 52. god der liefde, 54. vervoermiddel, 57. voorzetsel, 59. vervoer middel, 60. cirkelvormig, 61. lidwoord, 63. lokmiddel, 64. officieele dracht, 66. kampeerverblijf, 67. oud strafmiddel, 69. lidwoord, 71. groente, 72. vaartuig, 73. aanwijzend voornaamwoord, 76. noot, 78. noot, 79. gewicht (afkorting). Oplossing tot en met 3 Maart aan Puzzle-redacteur (oplossing 37) Bureau van dit Blad, bij voorkeur per briefkaart zonder verdere mededeelingen. Onder de goede oplossers worden vier bedragen verloot van ƒ2.50. Prijswinnaar moet abonné zijn. Men gelieve den naam op te geven, waarop het abonnement loopt. Overdracht van het monument aan,de familie. Groote belangstelling van politiezijde en i publiek. Men meldt ons uit Den Haag: Onder zeer groote belangstelling van politie zijde en publiek heeft Zaterdagmiddag op de algemeene begraafplaats de overdracht aan de familie plaats gehad van het monument op het graf van den agent van politie Baas, die in September 1.1. slachtoffer is geworden van de relletjes alhier. O.m. waren tegenwoordig de politie-commis- sarissen Besseling en Kramer, de hoofdinspec teur Snethlage, chef yan de verkeersbrigade. Namens deze brigade heeft de agent de Moei een krans op het monument gelegd. De burgemeester van 's Grayenhage heeft het monument overgedragen en daarbij het volgen de gesproken: Toespraak van den burgemeester. Toen wij hier op 27 September 1932 het stof felijk overschot van onzen makker Hendrik Baas naar den doodenakker brachten, is bij de Haagsche politie spontaan de gedachte tot uiting gekomen, de behoefte gevoeld om op zijn graf een monument te plaatsen. Het Haag sche Politiecorps had daarmede voor alles de bedoeling om door een daad de herinnering tot in lengte van jaren levendig te houden aan den braven agent Baas, doch óók dacht het corps in dit monument te leggen, dat wat ons allen op 27 September aan dit graf bezielde: rouw, trouw, Baamhoorigheid'. Er is zooveel wat menschen verdeeld houdt in deze wereld, maar toen en daar voelden wij ons allen één, begrepen wij diep wat het zeggen wil: plichtsbetrachting „tot in den dood". Zoo is dit monument ontstaan. Op de zerk heeft de familie laten schrijven: „Hier rust onze geliefde echtgenoot en vader Hendrik Baas, geb. 23 Juni 1893, overl. 23 Sept. 1932". Onderaan de zerk is de spreuk aangebracht: „Veilig in Jesus' armen". Zoo was het voor hem; hij zocht zijn kracht in zijn leven, waar hij nu is „In Jesus Armen", 't Monument is met vaardige kunstenaarshand gebeeldhouwd door den heer Timmermans: 'n vastberaden mannenfiguur, waarvan de borst en armen zichtbaar zijn; de armen resoluut over elkander geslagen, uitdrukkend „de onverzet telijke mensch". Het ornament vanuit het voet stuk opgebouwd als een onrustig lijnenspel, bedoelt het rumoer en den strijd, welke de onmiddellijke oorzaak van 2ijn dood waren. Het geheel is verkregen door de bijzonder te waardeeren royale medewerking van de firma G. Keuzenkamp. En dan staat simpel op de inscriptie-plaat: Tijdens de verrichting van zijn plicht opge roepen". Zoo is het. Hier passen geen woorden. Hier past dankbaarheid, dat wij dit hebben mogen doen, uiting hebben mogen geven aan onze gevoelens. In die gedachten draag ik, namens het Haagsche politiecorps, het monument over aan de familie. Uw rouw en zijn trouw zullen al ons gevoel van tezamen te hooren, versterken, zullen ons een spoorslag zijn op onzen weg van plichts betrachting. Het monument, waarvan de burgemeester in zijn rede reeds een beschrijvend beeld gaf is uitgevoerd in Rosau-steen (Fransche kalksteen) De bewerking is gefrijnd. Schrapping van een zinsnede uit een rede voor de V.A.R.A. Sigaretten mogen niet worden verkocht. De Haarlemsche Raad heeft indertijd het besluit genomen om het aanbrengen van siga rettenautomaten buiten de sigarenwinkels te verbieden voornamelijk om het rooken door jeugdige personen te beletten. Een firma bracht toch een dergelijke automaat aan, proces-ver baal volgde en de Haarlemsche kantonrechter veroordeelde hem tot 3 boete. Vah dit vonnis ging de firma in hooger beroep. De Officier van Justitie bij de Haarlemsche Rechtbank noemde het een eigenaardigen toestand, dat de Haar lemsche Raad het verkoopen van sigaretten per automaat verbiedt, want voor alles en nog wat heeft men tegenwoordig automaten. De Haar lemsche Rechtbank heeft nu den winkelier wel schuldig verklaard, maar hem geen straf op gelegd. Vordering tot schadevergoeding afgewezen De Tweede Kamer der Amsterdamsche recht bank deed Vrijdag uitspraak in het geding, dat de N. V. Philips-Radio te Eindhoven tegen de radlofabriek Weco te Amsterdam, wegens inbreuk op twee octrooien heeft aanhangig ge maakt. Weco verkocht radiotoestellen met z.g. speedlampen, hetgeen volgens Philips in strijd was met haar octrooien. Philips vorderde ten eerste onrechtmatig- verklaring van den verkoop dezer lampen, ten tweede schadevergoeding wegens de reeds plaats gehad hebbende verkoopen. In afwachting van de beslissing der recht bank heeft Weco den verkoop van die lampen tijdelijk stop gezet. De rechtbank heeft de vordering tot schade vergoeding afgewezen, aangezien Weco niet bewust inbreuk op de octrooien gemaakt heeft. Inzake de kwestie van de geldigheid van het octrooi heeft de rechtbank besloten, advies van den octrooiraad in te winnen. ELF PROVINCIALE HOOFDSTEDEN-TOCHT. Voor den kantonrechter te Breda werd op 12 Februari behandeld de zaak tegen het be stuur der motorclub „De Baronie te Breda, welke ten laste was gelegd het houden van een wegwedstrijd met motorrijtuigen, zonder daar toe ontheffing te hebben bekomen van het ver bod als bedoeld in art. 21 der Motor- en Rijwiel- wet. Het ging over den van Breda uitgaanden tocht langs de elf provinciale hoofdsteden. Het O. M. had schuldigverklaring geëischt zonder oplegging van straf. De kantonrechter, schriftelijk vonnis wijzen de, sprak genoemd bestuur vrij, omdat ter te rechtzitting niet gebleken was, dat verdachten zich hadden schuldig gemaakt aan het organi- seeren van een wegwedstrijd. MIJNONGEVAL MET DOODELIJK GEVOLG. Vrijdagmiddag is in de Oranje Nassau-mijn IV te Heerlen de 29-jarige wijnwerker B. J.. wonende te Heerlerheide onder vallend ge steende geraakt. Op weg naar de verbandkamer is de man overleden. Hij was Duitscher, we duwnaar en laat vier jonge kinderen achter. VERDRONKEN. Uit de Mark onder Ginneken is het lijk op gehaald van een tot dusverre onbekend geble ven jongeman, naar schatting 20 jaar oud. Po gingen om de levensgeesten op te wekken bleven vruchtalpo* Afzonderlijke beroepsinstantie voor radio-aangelegenheden. Op vragen van den heer Duys in verband met de schrapping door de Radio-Omroep- Contróle-Commissie van een zinsnede uit een voor de V.A.R.A. uit te spreken rede en be treffende de instelling eener beroeps-instantie voor radio-aangelegenheden heeft de heer Reymer, Minister van Waterstaat, o.m. het volgende geantwoord: De Radio-Omroep contröle-commissie heeft vastgesteld, dat de mededeeling, welke de heer Wolff (spreekbeurt voor de V.A.R.A. op 21 Jan. j.l. over „Vrije Vredestijd") wenschte te doen, n.l. dat het bedrag, dat de wereld aan bewapening uitgaf sinds 1925, met ongeveer 70 pet. steeg, zeer belangrijk afwijkt van de officieele gegevens van den Volkenbond, zoo als deze tot 1930 voorkomen in Het „Annuaire Militaire 1932" en langs den officieelen weg niet aangetast zijn. Deze cijfers wijzen een stijging aan van 18 pet., terwijl het inmiddelj over 1931 bekend geworden cijfer dit percen tage nog niet tot 19 pet. doet stijgen. Deze afwijking van het juiste cijfer had ta meer belang, omdat het hier betrof een rede, die de ontwapening tot bijzonder onderwerp had' en aan welke dus op essentieele punten bijzondere eischen van betrouwbaarheid mochten worden gesteld Een inbreuk op deze betrouwbaarheid zouéf» i» uet gegeven verband het karakter van mis leiding aannemen. Dit te voorkomen achtte de Commissie geboden, weshalve zij bezwaar maakte tegen de bedoelde passage (art. 7 van het Radio-contröle-reglement). Ter vermijding van misverstand zij hieraan toegevoegd, dat niet, zooals in de vragen blijk baar is ondersteld, het doorlaten eener pas sage aanwijsbaar gevaar moet doen ontstaan, maar dat de contróle geschiedt ter voorkoming van gevaar voor de veiligheid van den Staat, de openbare orde of de goede zeden. Het zal duidelijk zijn, dat deze laatste terminologie (die van art. 5 van het Contröle-reglement) een grootere ruimte aan de beoordeelende in stantie laat dan aan de constructie van de vraag ten grondslag is gelegd. In verband met het voorgaande kan niet worden toegegeven, dat de Radio-Omroep contröle-commissie door het afkeuren van de zinsnede, waarin de afwijking voorkwam, haar bevoegdheid heeft overschreden. Er is dus geen aanleiding om ter zake maatregelen te nemen. De Minister is niet van oordeel, dat uit de gestelde vragen blijkt, hoe noodzakelijk het is, dat ten spoedigste hier wordt ingegrepen. Wat de instelling van een beroepsinstantie voor radio-aangelegenheden betreft, moge worden verwezen naar hetgeen in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag vap de Tweede Kamer betreffende de begrooting voor 1933 van het Staatsbedrijf P.T.T. is mede gedeeld. Zooals daarin werd verklaard, is het feit, dat aan de toezegging om een beroeps instantie in het leven te roepen nog geen ge volg is gegeven, geenszins hieraan te wijten, dat deze belangrijke materie uit het oog is verloren, doch uitsluitend is toe te schrijven aan het feit, dat het hier betreft een uiterst moeilijke zaak, waarvan de formuleering, als rakende het terrein van de commissie-Kooien omtrent rechtsbescherming tegen de overheid, rijp beraad vereischt en overleg met verschil lende instanties noodzakelijk maakt. Daaraan werd toegevoegd, dat de voorbereiding van een wettelijke regeling ter hand genomen was. Inmiddels heeft de commissie-Kooien haar rapport ingediend en daarbij voorstellen ge daan, welke, indien deze door de Regeering mochten worden overgenomen, de vraag doen rijzen, of de instelling van een afzonderlijke beroepsinstantie voor radio-aangelegenheden thans nog wel aanbeveling zou verdienen. Deze vraag moet te eerder worden gesteld, nu de commissie, die van meening is, dat met betrekking tot de beslissingen van de Radio- Omroep contröle-commissie aan administra tieve rechtspraak behoefte bestaat, niet advi seert deze rechtspraak afzonderlijk te regelen, doch ook daarvoor haar voorstel van algemee- ner strekking blijkbaar voldoende acht. TEKORT BEROEPSPERSONEEL BIJ DE ZEEMACHT. Militle.plichtigen opgeroepen. BATAVIA, 25 Februari (ANETA). De groot-verlofgangers, behoorende tot de groep der bij de Zeemacht in oefening geweest zijnde militie-plichtigen en aan wie een per soonlijke kennisgeving is toegezonden, worden ter aanvulling van het door bijzondere omstan digheden ontstane tekort aan beroepspersoneel bij de Zeemacht, opgeroepen om zich met spoed in werkelljken dienst te begeven. Zij dienen zich uiterlijk op den datum, welke in de hun toegezonden persoonlijke kennisgeving is aan gegeven, aan te melden ter plaatse en op de wijze als in de hun verstrekte kennisgeving is aangegeven. Winkeliers worden bedreigd. Zooals men weet, zijn er in A'dam 'n aantal huurstaklngen. Sommigefi elementen schijnt 't een doorn in het oog te zijn, dat de stakingen niet opschieten en meestal kalm verloopen. Meer leven in de brouwerij zou hun niet on welgevallig zijn. Pogingen daartoe worden dan ook gedaan. Zoo zijn in de laatste dagen win keliers, die ook niets met de staking te ma ken'hebben, bedreigd, dat, indien zij niet mee doen, zij er de gevolgen van zullen ondervin den. Zaterdagmiddag zijn de bedreigers in grooten getale in de buurt verschenen, van wie eenigen pamfletten, die op de huurstaking betrekking hebben, verspreidden. Deze zijn door de politie, die ook in behoorlijk aantal aanwezig was, in beslag genomen. De ver spreiders werden meegenomen naar het bu reau en na het verhoor weef' op vrije voeten gesteld. Vermoedelijk is het aan het optreden van de politie te danken, dat er liiets ge beurd is. HET CONFLICT IN DE KLEIWAREN- INDUSTRIE. Vrijdagavond hadden besprekingen plaats tusschen de arbeiders van de verschillende kleiwarenfabrieken in Tegelen en omstreken, met het bestuur van den R.K. Steenfabrieks arbeidersbond St. Stephanus. De besprekingen hebben niet tot het gewenschte resultaat geleid. Het gevolg daarvan was, dat de arbeiders van N.V. J. Curstjens te Tegelen, die het niet met het bestuur eens konden worden, besloten heb ben een ultimatum te stellen, en het werk op 6 Maart a.s. neer te leggen. Op deze fabriek zijn ongeveer 120 arbeiders werkzaam. Met de ar beiders der andere fabrieken hebben de bespre kingen geleid tot het afsluiten van een collectief contract. De Ijsvogel (thuisreis) is Zaterdag in Ran goon aangekomen, De Pelikaan (uitreis) in Cairo en de Rijstvogel (thuisreis) in Parijs. De Rijstvogel wordt heden te 10',i uur op Schiphol verwacht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 6