PRIJSPUZZLE No. 37
UB
n
DE BERECHTING DER MUITERS VAN
„DE ZEVEN PROVINCIËN".
9
r
F
n
m
w
P
J
L
J
1
I
e
1
I
I
I
r
I
1
1
g
~1
I
I
1
1
9
Tj
T\
9
9
1
ts 9 9
b
9
9
9
9n 9w
1
9
□HIKT»
9
9
J
9
9" ^9^
J
9
9
96'
9
9
9
9
71A
MAANDAG 27 FEBRUARI 1935
DE INTERNATIONALE GRAAL.
DE GASÖORLOG EN DE VERDEDI
GING DAARTEGEN.
AUTO-ONGELUK TE STOMPWIJK.
GIETHOORN
KROMMENIE
H OOGEVEEN
APPELTERN
D I RKSLAND
CULEMBORG
WAVERVEEN
harlingen
RAAMSDONK
1
3
TT
/s
/s >6 1
TT
j
15]
77]
3Fj
66 Q
6S
i'
77~
17
li
W
OP HET GRAF VAN AGENT BAAS.
BESLISSINGEN DER RADIO.OMROEP
CONTROLE-COMMISSIE.
DE AUTOMATEN-VERORDENING
TE HAARLEM.
INBREUK OP OCTROOIEN.
HUURDERSSTAK1NGEN.
INDISCHE POSTVLUCHTEN.
IS HET PROCESRECHT VOOR DE
MILITAIREN DER ZEEMACHT
VOLDOENDE
De mcening van prof. mr. B. M. Taverne.
Nadat de schriftelijke vragen van het
Tweede Kamerlid den heer Albarda aan
den Minister van Defensie reeds de aan
dacht hadden gevestigd op het feit, dat mi
litairen van de zeemacht, indien zij buiten
het rijk in Europa terecht staan, van juri-
dischen bijstand verstoken zijn, verscheen
in ,.Het Volk" van Woensdagavond 22 Fe
bruari een artikel van mr. P. J. Mijksenaar,
waarin betoogd werd, dat de berechting van
de muiters van „De Zeven Provinciën"
noodzakelijkerwijze te wenschen moet over
laten, omdat deze zal geschieden volgens
de verouderde voorschriften van de „Regts-
pleging bij de Zeemagt", welke geenszins
in overeenstemming zijn met onze tegen
woordige opvattingen omtrent rechtsbedee
Ung.
De, bedenkingen van mr. Mijksenaar tegen
het procesrecht volgens de „Regtspleging
bij de Zeemagt", komen op het volgende
neer:
le. Men kan niet gerust zijn, dat de juri
dische leiding van het proces in goede han
den is.
2e. De militaire strafvordering voor de
zeemacht berust naar letter en geest nog
grootendeels op de verouderde wetten van
1814.
3e. De geheele berechting van militairen
heeft plaats door juridisch incompetente
colleges.
4e. Het vooronderzoek is, op een enkele
uitzondering na, geheel aan leeken overge
laten.
5e. De dagvaarding gaat aan het gerech
telijk onderzoek vooraf.
6e. Er is rechtsongelijkheid tusschen
burgers en militairen, want de militaire ver
dachten worden berecht volgens een uit
1814 dateerend stelsel en de burger ver
dachten volgens het moderne systeem, dat
sinds 1927 van kracht is.'
7e. De militairen van de zeemacht zijn
bij berechting buiten het rijk in Europa van
vakkundigen, juridischen bijstand versto
ken.
8e. Het is twijfelachtig, of de minderen
rekenen kunnen 6d de onpartijdige hulp van
officieren, die hun rechtsbijstand verleenen.
Ziedaar de lijst van klachten en grieven
van mr. Mijksenaar kort samengevat.
Het leek ons niet van belang ontbloot om
over de kwestie van den rechtsbijstand en
over de andere bezwaren van mr. Mijkse
naar tegen de „Regtspleging bij de Zee
magt" eens het oordeel in te winnen van
een vooraanstaand jurist, tevens kenner van
de militaire rechtspraak bij de zeemacht.
Wij hebben ons daarom gewend tot prof.
mr. B. M. Taverne, raadsheer in den Hoogen
Raad en voorzitter van den Raad voor de
Scheepvaart, die vroeger meermalen zitting
heeft gehad in Krijgsraden voor de Zee
macht en dus uit dien hoofde uit ervaring
kan spreken. Wij vonden prof. Taverne ter
stond bereid ons over deze aangelegenheid
een onderhoud toe te staan.
De eerste opmerking, welke prof Taverne
msekte, toen hij van het artikel van mr.
Miiksenaar kennis had genomen, was de
volgende:
Inderdaad, de „Regtspleging bij de Zee
magt" dateert uit 1814, maar zij is in 1912
ingrijpend gewijzigd, al moet erkend wor
den. dat zij toen nog niet tot een moderne
strafprocedure werd gemaakt. Daar schr.
zich beroept op het nieuwe wetboek van
strafvordering, dat in het burgerlijke straf
proces geldt, moet echter niet worden ver
geten. dat het na 1,912 nog 14 jaar zou du
ren (l Januari 1926) voordat de burgers in
het genot van dat nieuwe wetboek zouden
komen. Laten wij echter niet vergeten, dat,
zelfs met een vermolmd strafproces, nog
veel goeds kan worden tot stand gebracht,
wanneer de rechters goed zijn.
Is het werkelijk niet mogelyk, vroegen
we. dat de muiters in Indië in het proces
door een advocaat worden bijgestaan?
Neen, luidde het antwoord, voorloopig
zie ik de mogelijkheid daartoe nog niet, of
men zou met een wetswijziging moeten ko
men. De wet zegt duidelijk, dat bij een
krijgsraad buitengaats officieren al3 raads
lieden van beklaagden optreden. In art. 114
van de „Regtspleging bij de Zeemagt" staat:
..Als raadslieden mogen indien de be
schuldigde voor een Krijgsraad binnen het
Rijk van Europa teregt staat worden ge
kozen of toegevoegd Advocaten, binnen het
Rijk de practijk uitoefenende, en voorts
voor eiken Krijgsraad Officieren bij de Zee
magt, geen lid zijnde van den Krijgsraad,
Officier-Commissaris, Fiscaal of Secretaris
zijnde. Binnen het Rijk in Europa zal nog-
tans de toevoeging van een Officier alleen
dan geschieden, indien een Advocaat niet
beschikbaar is, tenzij de beklaagde uitdruk
kelijk zijn wensch te kennen geeft, dat hem
een Officier als raadsman worde toege
voegd."
Hieruit blijkt, dat binnen het rijk in Euro
pa de advocaat gaat vóór den officier als
raadsman. De Rechtspleging voor de Zee
macht is hier in hare uitvoering zie K. B
van 3 Januari 1914, 2 zelfs moderner
dan de praktijk van het nieuwe wetboek
van strafvordering, waarvan de artt. 48 en
49 omtrent de belooning van toegevoegden
rechtsbijstand nog steeds niet zijn ingevoerd.
Dat men die bepaling omtrent voorrang
van den advocaat niet heeft gemaakt voor
buitengaats, is begrijpelijk. Men denke zich
maar eens in, dat op een varend schip een
krijgsraad moet worden gehouden. Dan
heeft men niet altijd een advocaat bij de
hand. Dus moet dan wel een procedure ge
volgd v/orden zonder rechtskundigen bij
stand. Dit neemt echter niet weg, dat het
voor Indië wellicht mogelijk ware geweest,
bepalingen te maken, zooals gelden voor
binnengaats, ten minste voor zoover betreft
een krijgsraad op een wachtschip (Soeraba-
ja) en niet op een varend eskader, welk
laatste geval zich practisch in Indië niet
voordoet en zich in het geval van „De Zeven
Provinciën" zeker niet zal voordoen.
Wat is uw ervaring van officieren in
een Krijgsraad?
Ik heb officieren als rechter in krijgs
raden gezien, die in ijver en plichtsbetrach
ting in geen enkel opzicht te kort schoten
en die dikwijls zelfs zeer clement optraden.
De officieren zijn in strenge krijgstucht op
gevoed en doen hun plicht. Hun opleiding
leidt tot groote nauwgezetheid en vooral
plichtsbesef. Mijn ondervinding is, dat zij
vaak uiterst scrupuleus zijn in het aanne
men van bewijs ten laste van een verdachte.
Voor verdediging van beklaagden voor den
krijgsraad worden die officieren gekozen,
die er zich vrijwillig voor aanmelden en die
er dus iets voor voelen. Daarbij kwam het
meermalen voor, dat zij een merkwaardige
juridische scherpzinnigheid, soms bij het
spitsvondige af, aan den dag legden, om
hun cliënt vrij te pleiten. Ook bij delicten
tegen het gezag. Trouwens, de veronderstel
ling, dat een officier in gezagskwesties an
ders zou optreden dan een advocaat, gaat
niet op, want er zijn vele advocaten met
hart en ziel reserve-officier, voor wie het
gezag even heilig is als voor een beroeps
officier. Wellicht is in Indië nog een officier
van de zeemacht-jurist beschikbaar. Maar
ik kan me indenken, dat het, om iederen
schijn van partijdigheid te vermijden, beter
is, indien de verdediging in gevallen van
opstandigheid, muiterij of dergelijke niet
door een beroeps-militair geschiedt. Het
gaat echter m.i. aan den anderen kant te
ver, om als verdedigers slechts te willen toe
laten hen, die zich één voelen met de be
klaagden. Dit postulaat wordt ook in het ge
wone strafproces gelukkig niet gesteld.
Maar het is, voor vele van wantrouwen
vervulde geesten niet gemakkelijk zich een
hoogstaand mensch voor te stellen mili
tair of niet-militair die de verdediging
op zich zelf als een heilige taak beschouwt,
ook al vereenzelvigt hij zich niet met zijn
cliënt. De zaak der verdediging is natuurlijk
in een geval als dat van „De Zeven Provin
ciën" van groot belang. Het zou wel eens
kunnen zijn, dat het feit, waarvan de be
klaagden zullen worden beschuldigd, valt
onder een bepaling van het Mil. W. v. Straf
recht, welke de doodstraf bedreigt.
Is de leiding van het proces in goede
handen, wanneer deze aan een officier-niet-
jurist is toevertrouwd?
Dat is moeilijk te zeggen. Dat hangt
heelemaal van den persoon af.
Vindt u het geen bezwaar, professor,
wanneer het vóór-onderzoek door een niet-
jurist geschiedt?
De officier-commissaris is vaak zeer
in dat werk getraind. Daar het militairen
betreft, is het vóór-onderzoek door een of
ficier, die van militaire aangelegenheden en
toestanden op de hoogte is, logisch, maar
het zou natuurlijk nog mooier zijn, als hij
tegelijk ook jurist was. Het is mij altijd op
gevallen, dat het militair onderzoek zeer
nauwkeurig en uitvoerig is. Men vergete
vooral ook niet, dat zich zoowel bij de Zee
als bij de Landmacht, naast enkele officie
ren-meesters in de rechten, vrij veel offi
cieren bevinden, die aan de Universiteit te
Amsterdam een examen hebben afgelegd,
dat gerust met het doctoraal-examen in de
rechtswetenschap kan worden gelijkgesteld.
Zij zijn jurist zonder meesterstitel. Men kan
dus in dit opzicht volkomen gerust zijn.
Is het een practisch bezwaar, dat de
verwijzing naar den krijgsraad aan het on
derzoek door den militairen rechter-com-
missaris vooraf gaat?
Neen, want het beteekent niet, dat vóór
de verwijzing naar den krijgsraad geen on
derzoek plaats vindt. Het onderzoek na de
verwijzing is _een formeele kwestie, die ik
niet van groote practische beteekenis acht,
ai zou ik het beter vinden wanneer het an
ders was. Het nadeel van de militaire me
thode is natuurlijk, dat, wanneer bij het
onderzoek van den officier-commissaris zou
blijken, dat toch geen veroordeeling kan
volgen, de verwijzing naar den krijgsraad
er nu eenmaal is. Met de deugdelijkheid
van het onderzoek heeft deze verwijzing
echter niets uit te staan.
Onze conclusie uit dit belangwekkende
onderhoud, waarvoor we prof. Taverne bij
dezen nogmaals onzen dank betuigen, kan
geen andere zijn, dan dat de door mr. Mijk
senaar tegen de „Regtspleging bij de Zee
magt" aangevoerde bezwaren, niet steek
houdend genoemd moeten worden, maar dat
het voor een gevoel van volkomen rechts--
bedeeling gewenscht kan zijn, indien juri
disch onderlegde raadslieden aan de "be
klaagden rechtskundigen bijstand zouden
kunnen verleenen. Op het oogenblik is dat
niet mogelijk, tenzij in Indië marine-officie
ren zijn te vinden, die tegelijk jurist zijn.
Organisatie van een luchtbeschermings
dienst.
Drie huizen te Berlijn.
Men schrijft ons:
Toevallig ontmoette ik dezer dagen een der
vrouwen van Nazareth die in Berlijn werkt.
Zij was pas van Londen gekomen per K.L.M.
en nu weer op weg naar Berlijn. Ik vroeg haar
hoe het in Londen ging.
Van Londen was nog niet veel te vertellen,
daar waren ze pas begonnen. Een huis was er,
het eerste contact met de katholieke wereld
van Londen tot stand gebracht, maar, werd mij
meegedeeld, wij kunnen niet tooveren. In een
millioenenstad als Londen sta je voor onge
kende moeilijkheden. Den eersten tijd heb je
het idee dat je bezig bent in de menschenzee
te verzinken. En dan, de meisjes, voor onze
beweging geschikt, moet je zoeken als spelden
in een hooiberg. Het is zoo eenvoudig niet.
Ging 't in Berlijn gemakkelijker, vroeg ik.
Wel neen, daar was het precies hetzelfde,
doch daar zijn we nu al zes maanden aan
het werk.
En de Rorate-Spiel heeft ons vele deuren en
harten geopend. Wij gaan daar nu flink voor
uit en breiden ons langzamerhand over Ber
lijn uit. We bezitten er nu drie huizen. Twee
ervan zijn nog niet geopend, maar pas gehuurd.
Ze worden nu geinstalleerd en omstreeks Pa-
schen hopen wij ze te betrekken.
En ze zijn al zes maanden aan het werk in
Berlijn! Hoe spelen ze dat klaar? De vraag
lag mij op de lippen, maar ik hield ze in. En
ik dacht aan de matelooze critiek, welke deze
werksters van sommigen te verduren hebben.
Terwijl dezen praten, werken zij intusschen
stevig voort. En blijkbaar zegent God haar
arbeid.
GOEDKOOPE REIZEN IN ITALIë-
Men deelt ons mede, dat de reductie op re
tourbiljetten fin Italië) voor Rome, ter ge
legenheid van het Heilige Jaar, geldig is voor
het tijdvak van 25 Maart 1933—2 April 1934.
Deze reductie bedraagt 50 pet.
Wat verdere reducties voor de komende
maanden betreft, kunnen wij thans reeds mel
den, dat gedurende de maand Juli, de prijzen
voor de reisbiljeten van alle Italiaansche sta
tions naar Genua, 50 pet. worden verlaagd. Rei
zigers naar het eiland Rhodos genieten het
geheele jaar een reductie van 30 pet. op alle
spoorlijnen, naar een vliegterrein of haven,
welke in verbinding staat met Rhodes. Overi
gens zal voor nagenoeg alle Italiaansche bad
plaatsen van 16 Mei af, gedurende den gehee-
len zomer en herfst, een reductie van 50 pet.
worden ingesteld. De reductie, ter gelegenheid
van de Koloniale Jaarbeurs te Tripoli is geldig
t/m. 31 Mei en bedraagt 50 pet. Het is reeds
vrij bekend, dat de prijzen der reisbiljetten
voor de „Primavera Siciliana" 50 pet. verlaagd
zijn; deze condities gelden tm. 30 Juni, terwijl
voor de „Primavera Florentina" de prijzen der
reisbiljetten naar Florence van 1 t/m. 19 April
50 pet. verlaagd worden, van 20 April—21 Mei
70 pet. en van 2 Mei—30 Juni, 50 pet.
HR. MS. HEEMSKERCK.
H. Ms. pantserschip „Heemskerck" onder be
vel van kapitein ter zee C. ter Poorter is Vrij
dag te Santa Cruz de Teneriffe (Kanarische
eilanden) aangekomen.
LIJK OPGEHAALD.
Het 17-jarig meisje L. G. uit de Krim, dat
sedert een achttal weken spoorloos was ver
dwenen, is thans levenloos uit de Dedemsvaart
opgehaald.
Voordracht van luitenant-kolonel
G. Schilderman.
Door den luit. kolonel der artillerie, directeur
der Militaire Gasschool G. Schilderman werd
te Breda voor de vereeniging ter beoefening
der Krijgswetenschap een voordracht gehou
den over: De gasoorlog en de verdediging daar
tegen, ook met het oog op de burgerbevolking.
Spreker behandelde de volgende stellingen: In
dien in een toekomstigen oorlog van strijd
gassen gebruik zou gemaakt worden, dan zijn
de blaartrekkende strijdgassen en de arsenen,
doch vooral de eerstgenoemde het- meest te
vreezen. Tranenverwekkende gassen zullen
slechts in bijzondere gevallen gebruikt wor
den; de verstikkende gassen kunnen als ver
ouderd beschouwd worden. Ook voor de bur
gerbevolking zijn de blaartrekkende gassen
het meest te duchten. Het z.g. gasschieten door
de artillerie is verreweg het belangrijkst; bo
vendien is de verspreiding door luchtstrijd-
gassen te verwachten.
Bij een bombardement op steden, die haar
luchtbeschermingsdienst goed hebben georga
niseerd, zijn echter niet de strijdgassen, doch
de hand- en scherfbommen het meest te vree
zen. Speciaal gaspersoneel is bij die troep zeer
noodzakelijk.
Als speciaal gasbeschermingsmiddel van den
soldaat te velde moet het gasmasker worden
beschouwd van modem maaksel.
Aan de organisatie van den luchtbescher
mingsdienst in de gemeenten moet een wette
lijke regeling ten grondslag liggen; daarnaast
is een belangrijke taak weggelegd voor parti
culier initiatief terwijl de inwoners zich zoo
veel mogelijk vrijwillig voor een functie bij de
zen dienst moeten beschikbaar stellen.
Inleider gaf een overzicht van de verschil
lende soorten van bommen, welke vooral voor
een stad het gevaarlijkst zijn. De (prdediging
tegen strijdgassen is vrij gemakkelijk te orga-
niseeren. Met succes kunnen gasvrije berg
ruimten aangelegd worden; ook gasmaskers
werken zeer afdoend.
Wat de volkenrechtelijke zijde van den gas
oorlog betreft, talrijke staten aanvaardden het
gasverbod. Ook de chemische strijdmiddelen
zijn door talrijke landen als verboden strijd
middelen gekenschetst. Een verbod tot het aan
maken van chemische middelen in vredestijd
kon niet worden uitgevaardigd, o.a. ook niet,
omdat daarop onmogelijk voldoende toezicht
kon worden uitgeoefend. Van veel grooter be
teekenis vindt inleider het verbod van scherf
bommen op de burgerbevolking, omdat ze veel
gevaarlijker zijn dan gasbommen.
De bescherming der burgerbevolking tegen
gasaanvallen zal hoofdzakelijk gaan tegen
luchtstrijdkrachten. Daartoe zullen organisa
ties in het leven moeten geroepen worden.
Spreker stelt in dit opzicht Duitschland als
voorbeeld, waar de afweer-organisatiie bij de
burgerbevolking zeer goed is georganiseerd.
De oprichting eener organisatie met dat doel
ware zeer toe te juichen. Maar ook de burger-
overheid moet in deze haar taak begrijpen en
een wettelijken luchtbeschermingsdienst in het
leven roepen. In Frankrijk zijn reeds verschil
lende burgerlijke autoriteiten belast met de or
ganisatie van dezen dienst, welke wordt gecon
troleerd door de regeering. Een dergelijke or
ganisatie behoort ook ingesteld te worden in
Nederland.
DE „VORST VAN GELEEN" ANNEXEERT
OUD-EHRENSTEIN.
Mr. F. Leufkens te Heerlen, de bekende
„vorst van Geleen", heeft Vrijdag aan den be
heerder Van „Oud-Ehrenstein" te Kerkrade
nader doeii weten, dat Zijne Landhoogheid op
1 April a.s. in bezit zal nemen het land- en
graafschap „Oud-Ehrenstein" te Kerkrade.
Bevestiging van de vrijspraak geëiecht.
C. G. 't Hart te Veur is vervolgd wegens het
veroorzaken van den dood door schuld, maar
door de Haagsche rechtbank vrijgesproken,
waartegen de officier van justitie in beroep is
gekomen.
Verd. zeide, dat hij te Stompwijk met den
auto aan den Westvlietweg, uit de richting Voor
burg komende, te Water is geraakt. Een rem
werkte niet. Verd. wist niet, dat die rem niet
werkte.
Bij de brug moest hij stoppen, maar het ging
niet, en toen heeft een zekere Van der Horst
den auto in den rug gekregen, is met den auto
te water geraakt en gedood.
De advocaat-generaal vroeg bevestiging van
de vrijspraak.
De verdediger mr. Roeper Bosch zeide, dat
de verdachte zeer door het gebeurde is getrof
fen en een fatsoenlijke jongen is. Hij is alleen
met den auto gaan rijden, omdat, als niet da
delijk melk werd gehaald, zijn baas zou zijn
benadeeld. Hij had geen rijbewijs, maar wel
een rijvaardigheidsbewijs en dacht, dat hij
daarmee rfiocht rijden.
Uitspraak a.s. Woensdag over 8 dagen.
BRANDSTICHTING.
Ter zake van opzettelijke brandstichting ver
oordeelde de Arr, Rechtbank te Maastricht Za
terdag A. J. W. te Kerkrade, thans gedeti
neerd, tot 1 jaar en zes maanden gevangenis
straf met aftrek van het voorarrest. De eisch
was 2 jaar gevangenisstraf.
ZWARE MISHANDELING.
Op 30 Dec. j.l. bracht L. M. te Schin op Geulle
wonend, thans gedetineerd, te Hoeilix. vrouw
H. E. H. met een mes een aantal levensgevaar
lijke .steken toe. De Rechtbank veroordeelde
verdachte Zaterdag tot 1 jaar gevangenisstraf
ter zake van zware mishandeling. De eisch
van het O. M. ter zake van poging tot moord
was iy2 jaar gevangenisstraf.
DIEFSTALLEN.
Voor de arr.-rechtbank te Winschoten stond
Vrijdag terecht H. van I, 23 jaar, arbeider te
Zomerdijk (Nieuwolda), beschuldigd van dief
stallen in de gemeenten Termunten en Gronin
gen. De eisch was 1 Vj jaar gevangenisstraf.
VRIJGESPROKEN.
De arr. rechtbank te Winschoten heeft L. H„
caféhouder te Zuidbroek, die terechtstond ter
zake het onttrekken van goederen aan zijn fail
lieten boedel, vrijgesproken.
Reeds 10 Februari j.l. toen deze zaak werd
behandeld, werd L. H. uit het voorarrest ont
slagen.
ONTAARDE OUDERS.
De echtelieden M. te Susteren hebben sinds
verleden week Zaterdag hun woning verlaten,
met achterlating van 6 kinderen. Het jongste
is pas zes weken oud. Ingezetenen hebben zich
over de arme kinderen ontfermd.
KOKEND PEK OVER HET LICHAAM
GEKREGEN.
Zaterdagmiddag is de arbeider G. M. aan de
haven te Doesburg met een pot kokend pek
gevallen, waardoor hij zware brandwonden
opliep. In ernstigen toestand is hij naar het
ziekenhuis vervoerd.
ERNSTIG ONGELUK.
De 22-jarige bakker L. C. uit Horst, is met
een bestel-auto op den Venloschen weg te
Horst, door de gladheid van den weg aan het
slippen geraakt. De auto botste tegen 'n boom
en werd vrijwel geheel vernield. De bestuur
der kreeg hierbij eene verbloeding, dermate
ernstig, dat hij naar het St. Antonius-zieken-
huis te Horst moest worden overgebracht.
De oplossing van puzzle No. 35 is
Als winnaars werden door het lot aangewezenPigmans, Piusstraat 33, Tilburg;
F. Gemeh, Gelderschedam 82, 's-Bosch; E. Claassen, Maria-hof, Bladel; J. Nach-
bahr, Gasthuissingel 44, Haarlem.
Hieronder prijs-puzzle No. 37 een kruiswoordpuzzle.
r
j
3
9
/O
i
/X. i
to
IX.
IS
20
r-
M I
'l
Sb
30
VI
VS
V6
YJ
so
si
I-
Si
f9
óo
&0
/cP
I-
L_
VAN LINKS NAAR RECHTS 1. nederig verzoek, 5. nakomeling, 8. kampplaats,
11. ongerief, 14. deel van den dag, 18. opzwelling van den huid, 19. riviertje in
N.-Brabant, 21. schuldige, 22. voegwoord, 23. middel bij innemen van poeders, 25.
keurbende, 27. bitterheid, 29. betoog, 31. militair student, 34. laag van bodem, 35.
noot, 36. schoenmakerswerktuig, 38. wintervoertuig, 40. advies, 42. speelgoed, 43.
bergruimte, 44. familielid, 45. plaatsen in een schouwburg, 46. weduwe (afgekort),
47. hetzelfde, 48. blaf van 'n klein hondje, 49. Russisch priester, 51. verbinding
van stukken goed, 53. bluf, 55. momenteel, 56. Russische naam, 58. schoeisel,
62. gezang, 63. wapen van een insect, 65. zuivelproduct, 68. Tsjechisch veldheer,
70. voertuig, 71. houding, 74. noot, 75. altaar, 77. heen en weer gesleep, 78. niet
netjes, 80. minder dan weinig, 81. zangstuk, 82. peulvrucht.
VAN BOVEN NAAR BENEDEN1. katafalk, 2. noot, 3. slot, 4. slaapplaats
5. voertuig, 6. pers. voornaamwoord, 7. rhythmische beweging, 8. planeet, 9.
deel van een schip, 10. ernstig, 12. officieele dracht, 13. mee, 15. familielid,
16. momenteel, 17. schoonmaakmiddel, 18. gerëedmaking, 20. èdelstand, 22. his
torisch verbanningsoord, 24. Oosteuropeaan, 26. klaar, 28. maat, 30. boomen,
31. keukenartikel, 32. letter van het Grieksche alfabet, 33. lusje, 34. vrucht,
37, verstompt, 39. boom, 41. Joodsch koning, 42. waarschuwingsmiddel, 48. zuinig,
50. voorzetsel, 52. god der liefde, 54. vervoermiddel, 57. voorzetsel, 59. vervoer
middel, 60. cirkelvormig, 61. lidwoord, 63. lokmiddel, 64. officieele dracht, 66.
kampeerverblijf, 67. oud strafmiddel, 69. lidwoord, 71. groente, 72. vaartuig,
73. aanwijzend voornaamwoord, 76. noot, 78. noot, 79. gewicht (afkorting).
Oplossing tot en met 3 Maart aan Puzzle-redacteur (oplossing 37) Bureau
van dit Blad, bij voorkeur per briefkaart zonder verdere mededeelingen.
Onder de goede oplossers worden vier bedragen verloot van ƒ2.50.
Prijswinnaar moet abonné zijn. Men gelieve den naam op te geven, waarop
het abonnement loopt.
Overdracht van het monument aan,de
familie.
Groote belangstelling van politiezijde en
i publiek.
Men meldt ons uit Den Haag:
Onder zeer groote belangstelling van politie
zijde en publiek heeft Zaterdagmiddag op de
algemeene begraafplaats de overdracht aan de
familie plaats gehad van het monument op het
graf van den agent van politie Baas, die in
September 1.1. slachtoffer is geworden van de
relletjes alhier.
O.m. waren tegenwoordig de politie-commis-
sarissen Besseling en Kramer, de hoofdinspec
teur Snethlage, chef yan de verkeersbrigade.
Namens deze brigade heeft de agent de Moei
een krans op het monument gelegd.
De burgemeester van 's Grayenhage heeft het
monument overgedragen en daarbij het volgen
de gesproken:
Toespraak van den burgemeester.
Toen wij hier op 27 September 1932 het stof
felijk overschot van onzen makker Hendrik
Baas naar den doodenakker brachten, is bij de
Haagsche politie spontaan de gedachte tot
uiting gekomen, de behoefte gevoeld om op
zijn graf een monument te plaatsen. Het Haag
sche Politiecorps had daarmede voor alles de
bedoeling om door een daad de herinnering
tot in lengte van jaren levendig te houden aan
den braven agent Baas, doch óók dacht het
corps in dit monument te leggen, dat wat ons
allen op 27 September aan dit graf bezielde:
rouw, trouw, Baamhoorigheid'.
Er is zooveel wat menschen verdeeld houdt
in deze wereld, maar toen en daar voelden
wij ons allen één, begrepen wij diep wat het
zeggen wil: plichtsbetrachting „tot in den
dood".
Zoo is dit monument ontstaan. Op de zerk
heeft de familie laten schrijven: „Hier
rust onze geliefde echtgenoot en vader
Hendrik Baas, geb. 23 Juni 1893, overl.
23 Sept. 1932". Onderaan de zerk is de spreuk
aangebracht: „Veilig in Jesus' armen".
Zoo was het voor hem; hij zocht zijn kracht
in zijn leven, waar hij nu is „In Jesus Armen",
't Monument is met vaardige kunstenaarshand
gebeeldhouwd door den heer Timmermans: 'n
vastberaden mannenfiguur, waarvan de borst
en armen zichtbaar zijn; de armen resoluut over
elkander geslagen, uitdrukkend „de onverzet
telijke mensch". Het ornament vanuit het voet
stuk opgebouwd als een onrustig lijnenspel,
bedoelt het rumoer en den strijd, welke de
onmiddellijke oorzaak van 2ijn dood waren.
Het geheel is verkregen door de bijzonder te
waardeeren royale medewerking van de firma
G. Keuzenkamp.
En dan staat simpel op de inscriptie-plaat:
Tijdens de verrichting van zijn plicht opge
roepen".
Zoo is het. Hier passen geen woorden. Hier
past dankbaarheid, dat wij dit hebben mogen
doen, uiting hebben mogen geven aan onze
gevoelens. In die gedachten draag ik, namens
het Haagsche politiecorps, het monument over
aan de familie.
Uw rouw en zijn trouw zullen al ons gevoel
van tezamen te hooren, versterken, zullen ons
een spoorslag zijn op onzen weg van plichts
betrachting.
Het monument, waarvan de burgemeester in
zijn rede reeds een beschrijvend beeld gaf is
uitgevoerd in Rosau-steen (Fransche kalksteen)
De bewerking is gefrijnd.
Schrapping van een zinsnede uit een
rede voor de V.A.R.A.
Sigaretten mogen niet worden verkocht.
De Haarlemsche Raad heeft indertijd het
besluit genomen om het aanbrengen van siga
rettenautomaten buiten de sigarenwinkels te
verbieden voornamelijk om het rooken door
jeugdige personen te beletten. Een firma bracht
toch een dergelijke automaat aan, proces-ver
baal volgde en de Haarlemsche kantonrechter
veroordeelde hem tot 3 boete. Vah dit vonnis
ging de firma in hooger beroep. De Officier van
Justitie bij de Haarlemsche Rechtbank noemde
het een eigenaardigen toestand, dat de Haar
lemsche Raad het verkoopen van sigaretten per
automaat verbiedt, want voor alles en nog wat
heeft men tegenwoordig automaten. De Haar
lemsche Rechtbank heeft nu den winkelier wel
schuldig verklaard, maar hem geen straf op
gelegd.
Vordering tot schadevergoeding afgewezen
De Tweede Kamer der Amsterdamsche recht
bank deed Vrijdag uitspraak in het geding,
dat de N. V. Philips-Radio te Eindhoven tegen
de radlofabriek Weco te Amsterdam, wegens
inbreuk op twee octrooien heeft aanhangig ge
maakt.
Weco verkocht radiotoestellen met z.g.
speedlampen, hetgeen volgens Philips in strijd
was met haar octrooien.
Philips vorderde ten eerste onrechtmatig-
verklaring van den verkoop dezer lampen, ten
tweede schadevergoeding wegens de reeds
plaats gehad hebbende verkoopen.
In afwachting van de beslissing der recht
bank heeft Weco den verkoop van die lampen
tijdelijk stop gezet.
De rechtbank heeft de vordering tot schade
vergoeding afgewezen, aangezien Weco niet
bewust inbreuk op de octrooien gemaakt heeft.
Inzake de kwestie van de geldigheid van het
octrooi heeft de rechtbank besloten, advies van
den octrooiraad in te winnen.
ELF PROVINCIALE
HOOFDSTEDEN-TOCHT.
Voor den kantonrechter te Breda werd op
12 Februari behandeld de zaak tegen het be
stuur der motorclub „De Baronie te Breda,
welke ten laste was gelegd het houden van een
wegwedstrijd met motorrijtuigen, zonder daar
toe ontheffing te hebben bekomen van het ver
bod als bedoeld in art. 21 der Motor- en Rijwiel-
wet.
Het ging over den van Breda uitgaanden tocht
langs de elf provinciale hoofdsteden.
Het O. M. had schuldigverklaring geëischt
zonder oplegging van straf.
De kantonrechter, schriftelijk vonnis wijzen
de, sprak genoemd bestuur vrij, omdat ter te
rechtzitting niet gebleken was, dat verdachten
zich hadden schuldig gemaakt aan het organi-
seeren van een wegwedstrijd.
MIJNONGEVAL MET DOODELIJK
GEVOLG.
Vrijdagmiddag is in de Oranje Nassau-mijn
IV te Heerlen de 29-jarige wijnwerker B. J..
wonende te Heerlerheide onder vallend ge
steende geraakt. Op weg naar de verbandkamer
is de man overleden. Hij was Duitscher, we
duwnaar en laat vier jonge kinderen achter.
VERDRONKEN.
Uit de Mark onder Ginneken is het lijk op
gehaald van een tot dusverre onbekend geble
ven jongeman, naar schatting 20 jaar oud. Po
gingen om de levensgeesten op te wekken
bleven vruchtalpo*
Afzonderlijke beroepsinstantie voor
radio-aangelegenheden.
Op vragen van den heer Duys in verband
met de schrapping door de Radio-Omroep-
Contróle-Commissie van een zinsnede uit een
voor de V.A.R.A. uit te spreken rede en be
treffende de instelling eener beroeps-instantie
voor radio-aangelegenheden heeft de heer
Reymer, Minister van Waterstaat, o.m. het
volgende geantwoord:
De Radio-Omroep contröle-commissie heeft
vastgesteld, dat de mededeeling, welke de
heer Wolff (spreekbeurt voor de V.A.R.A. op
21 Jan. j.l. over „Vrije Vredestijd") wenschte
te doen, n.l. dat het bedrag, dat de wereld aan
bewapening uitgaf sinds 1925, met ongeveer
70 pet. steeg, zeer belangrijk afwijkt van de
officieele gegevens van den Volkenbond, zoo
als deze tot 1930 voorkomen in Het „Annuaire
Militaire 1932" en langs den officieelen weg
niet aangetast zijn. Deze cijfers wijzen een
stijging aan van 18 pet., terwijl het inmiddelj
over 1931 bekend geworden cijfer dit percen
tage nog niet tot 19 pet. doet stijgen.
Deze afwijking van het juiste cijfer had ta
meer belang, omdat het hier betrof een rede,
die de ontwapening tot bijzonder onderwerp
had' en aan welke dus op essentieele punten
bijzondere eischen van betrouwbaarheid
mochten worden gesteld
Een inbreuk op deze betrouwbaarheid zouéf»
i» uet gegeven verband het karakter van mis
leiding aannemen. Dit te voorkomen achtte
de Commissie geboden, weshalve zij bezwaar
maakte tegen de bedoelde passage (art. 7 van
het Radio-contröle-reglement).
Ter vermijding van misverstand zij hieraan
toegevoegd, dat niet, zooals in de vragen blijk
baar is ondersteld, het doorlaten eener pas
sage aanwijsbaar gevaar moet doen ontstaan,
maar dat de contróle geschiedt ter voorkoming
van gevaar voor de veiligheid van den Staat,
de openbare orde of de goede zeden. Het zal
duidelijk zijn, dat deze laatste terminologie
(die van art. 5 van het Contröle-reglement)
een grootere ruimte aan de beoordeelende in
stantie laat dan aan de constructie van de
vraag ten grondslag is gelegd.
In verband met het voorgaande kan niet
worden toegegeven, dat de Radio-Omroep
contröle-commissie door het afkeuren van de
zinsnede, waarin de afwijking voorkwam, haar
bevoegdheid heeft overschreden. Er is dus
geen aanleiding om ter zake maatregelen te
nemen.
De Minister is niet van oordeel, dat uit de
gestelde vragen blijkt, hoe noodzakelijk het
is, dat ten spoedigste hier wordt ingegrepen.
Wat de instelling van een beroepsinstantie
voor radio-aangelegenheden betreft, moge
worden verwezen naar hetgeen in de Memorie
van Antwoord op het Voorloopig Verslag vap
de Tweede Kamer betreffende de begrooting
voor 1933 van het Staatsbedrijf P.T.T. is mede
gedeeld. Zooals daarin werd verklaard, is het
feit, dat aan de toezegging om een beroeps
instantie in het leven te roepen nog geen ge
volg is gegeven, geenszins hieraan te wijten,
dat deze belangrijke materie uit het oog is
verloren, doch uitsluitend is toe te schrijven
aan het feit, dat het hier betreft een uiterst
moeilijke zaak, waarvan de formuleering, als
rakende het terrein van de commissie-Kooien
omtrent rechtsbescherming tegen de overheid,
rijp beraad vereischt en overleg met verschil
lende instanties noodzakelijk maakt. Daaraan
werd toegevoegd, dat de voorbereiding van een
wettelijke regeling ter hand genomen was.
Inmiddels heeft de commissie-Kooien haar
rapport ingediend en daarbij voorstellen ge
daan, welke, indien deze door de Regeering
mochten worden overgenomen, de vraag doen
rijzen, of de instelling van een afzonderlijke
beroepsinstantie voor radio-aangelegenheden
thans nog wel aanbeveling zou verdienen.
Deze vraag moet te eerder worden gesteld,
nu de commissie, die van meening is, dat met
betrekking tot de beslissingen van de Radio-
Omroep contröle-commissie aan administra
tieve rechtspraak behoefte bestaat, niet advi
seert deze rechtspraak afzonderlijk te regelen,
doch ook daarvoor haar voorstel van algemee-
ner strekking blijkbaar voldoende acht.
TEKORT BEROEPSPERSONEEL BIJ
DE ZEEMACHT.
Militle.plichtigen opgeroepen.
BATAVIA, 25 Februari (ANETA).
De groot-verlofgangers, behoorende tot de
groep der bij de Zeemacht in oefening geweest
zijnde militie-plichtigen en aan wie een per
soonlijke kennisgeving is toegezonden, worden
ter aanvulling van het door bijzondere omstan
digheden ontstane tekort aan beroepspersoneel
bij de Zeemacht, opgeroepen om zich met spoed
in werkelljken dienst te begeven. Zij dienen
zich uiterlijk op den datum, welke in de hun
toegezonden persoonlijke kennisgeving is aan
gegeven, aan te melden ter plaatse en op de
wijze als in de hun verstrekte kennisgeving is
aangegeven.
Winkeliers worden bedreigd.
Zooals men weet, zijn er in A'dam 'n aantal
huurstaklngen. Sommigefi elementen schijnt 't
een doorn in het oog te zijn, dat de stakingen
niet opschieten en meestal kalm verloopen.
Meer leven in de brouwerij zou hun niet on
welgevallig zijn. Pogingen daartoe worden dan
ook gedaan. Zoo zijn in de laatste dagen win
keliers, die ook niets met de staking te ma
ken'hebben, bedreigd, dat, indien zij niet mee
doen, zij er de gevolgen van zullen ondervin
den. Zaterdagmiddag zijn de bedreigers in
grooten getale in de buurt verschenen, van
wie eenigen pamfletten, die op de huurstaking
betrekking hebben, verspreidden. Deze zijn
door de politie, die ook in behoorlijk aantal
aanwezig was, in beslag genomen. De ver
spreiders werden meegenomen naar het bu
reau en na het verhoor weef' op vrije voeten
gesteld. Vermoedelijk is het aan het optreden
van de politie te danken, dat er liiets ge
beurd is.
HET CONFLICT IN DE KLEIWAREN-
INDUSTRIE.
Vrijdagavond hadden besprekingen plaats
tusschen de arbeiders van de verschillende
kleiwarenfabrieken in Tegelen en omstreken,
met het bestuur van den R.K. Steenfabrieks
arbeidersbond St. Stephanus. De besprekingen
hebben niet tot het gewenschte resultaat geleid.
Het gevolg daarvan was, dat de arbeiders van
N.V. J. Curstjens te Tegelen, die het niet met
het bestuur eens konden worden, besloten heb
ben een ultimatum te stellen, en het werk op
6 Maart a.s. neer te leggen. Op deze fabriek zijn
ongeveer 120 arbeiders werkzaam. Met de ar
beiders der andere fabrieken hebben de bespre
kingen geleid tot het afsluiten van een collectief
contract.
De Ijsvogel (thuisreis) is Zaterdag in Ran
goon aangekomen, De Pelikaan (uitreis) in
Cairo en de Rijstvogel (thuisreis) in Parijs.
De Rijstvogel wordt heden te 10',i uur op
Schiphol verwacht.