WOENSDAG 22 MAART 1933
DE MOORDZAAK-ESCHAUZIER
DE KERKDIEFSTAL TE DORST.
DE VERDEELDHEID DER FASCISTEN
PLEIDOOI VAN Mr. NEDERVEEN
VOOR DEN HOOFDVERDACHTE.
DE JUWEELENDIEFSTAL BIJ
Ir. PHILIPS.
POGING TOT MOORD OP ZIJN
ECHTGENOOTE.
Repliek van den procureur-Generaal
bij het Hooge Gerechtshof.
VIVISECTIE
NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE,
JUBILEUM-TOURNEE ESTHER
DE BOER.VAN RIJK.
Repliek.
AKTE EXAMEN SCHOONSCHRIJVEN M. O.
Schoot uit Franeker wiens naam pleiter zich
nog wel herinnert na jaren her, toen K. bij hem
op kantoor kwam praten over de exploitatie
van de Koningsklcrmp hem, pleiter vroeg of
hij belangstelling had voor de teekeningen van
het afweergeschut, die de heer van der Schoot
destijds heeft gezien.
De heer van der Schoot zou dit hier kunnen
getuigen, al wil pleiter geen cassatiemiddelen
scheppen.
Pleiter is evenwel in het bezit van een foto
grafische afbeelding van een nieuw document
betreffende de tonbecijfering. Hoe is dat nu
in de stukken gekomen
Op een van zijn reizen naar Den Haag heeft
pleiter dat uit Roermond meegebracht, en het
aan K- laten zien. Deze herinnerde zich dade
lijk, dat de heer E. daarop een berekening had
gemaakt, blijkens welke er twee ton in een zaak
zou worden gestoken en waarbij 14 pet. prefe
rent zou zijn voor den heer E., terwijl K.
85.000 zou verkrijgen.
Op z'n zachtst gezegd moet er door die be
kentenis toch wel twijfel bestaan omtrent op
zet van K. om den heer E. te dooden.
Wat het briefje betreft, dat uit den vestzak
van K.'s costuum door zijn vrouw was gevon
den, daaromtrent heeft de rechercheur in zijn
proces- verbaal verklaard, dat hij het ten huize
van de vrouw in beslag heeft genomen. Het is
dus niet door den verdediger gehaald.
Dat de vrouw zich daarover niet verder wil
uitlaten kan zijn toe te schrijven aan een zoo
danige verkoeling in de verhouding tusschen K.
en zijn vrouw, dat deze niet meer met hem te
maken wil hebben. Intusschen heeft pleiter
daarna haar medewerking nog noodig gehad;
pleiter komt daarop straks terug.
Het woord „memoreer" op het gevonden
briefje heeft in het Nederlandsche spraakge
bruik een. gewone beteekenis; het is ontleend
aan Italiaansche handelstermen uit de 16e eeuw,
zooals cognossement enz. Ook mr. van Rossum
gebruikt het fh een artikel in de Haagsche Post
van 18 Maart j.l. De heer Eschauzier gebruikte
het woord meerdere malen.
Spr. gaat dan de deskundige-verklaringen
omtrent het schrift op het briefje uit het agen
daboekje na. Er zijn diverse tegenstrijdigheden
in de verklaringen van de deskundigen a charge.
De deskundigheid van den heer Waltman, die
als ambtseedig politie-inspecteur een rol speelt,
wqjjt bii nleiter geen voldoende vertrouwen.
rrtener vraagt vervolgens het Hof: Gelooft U
niet, dat wij, indien het hier een civiel proces
gold, met een briefje als het onderhavige het
proces zouden winnen?
Op 4 Maart heeft pleiter weder een briefje
aan het Hof overgelegd, waarvan verdachte hem
op de hoogte had gebracht.
Aanvankelijk heeft pleiter gedacht of hij zijn
taak niet zou behooren neer te leggen, om zich
niet aan nieuwe verdachtmakingen bloot te
stellen, nu verdachte naast pleiter 'n eigen
systeem van verdediging erop na scheen te
houden.: Pleiter heeft echter de reeds zoo zwaar
geworden vracht niet op het laatste aan een
ander willen overlaten. Hij heeft echter ge
meend, het toch niet te mogen verwaarloozen,
en hij heeft het nu aan dr. Hesselink en dr. van
Waegeningh overgelegd.
Psychiatrisch behoort de verdachte tot diege
nen, die de dingen graag laten zijn zooals zij
ze zien.
Is dit optreden van den verdachte, die zijn
laatste troef wil spelen, nu een bewijs van mis
dadigheid? Wat heeft deze intelligente verdachte
echter bereikt? Dat hij met al zijn sluwheid
levenslang tegen zich heeft hooren eischen.
Pleiter acht de figuur van dezen verdachte
veeleer zielig dan misdadig. Hij heeft den ver
dachte diens eigenaardig optreden vergeven
en hij heeft het nieuwe briefje ter beoordeeling
aan het Hof overgelegd.
Pleiter eindigt met de opmerking dat van
moord geen sprake kan zijn én dat het begin
van uitvoering van de handeling daartoe heeft
ontbroken. Blijft over: de vraag van „dood
doör schuld". Pleiter refereert zich hierbij aan
het Oordeel van het Hof.
Te 5 uur begeeft het Hof zich in raadkamer.
'De inhoud van het briefje luidt:
„Ik verklaar hierbij schuldig te zijn aan
den heer J. André Konjngs, van Galenstraat
35 Den Haag, de somma van één honderd
duizend guldén, valuta medio Dec, j.l., voor
eene door mij van hem gekochte vinding. Ik
zal deze schuld zoo spoedig mogelijk voldoen.
Januari 1931. W. ESCHAUZIER."
Na enkele minuten keert het Hof terug.
De president leest het briefje voor en con
stateert, dat dit op zijn zachtst gezegd een
vreemden indruk maakt.
Verdachte sluit zich aan bij hetgeen de heer
Nederveen omtrent het briefje heeft gezegd.
De president herinnert verdachte eraan, dat
hij op 6 Maart het dossier ter inzage heeft ge
vraagd exclusief het zakboekje. Dat was blijk
baar om later niet het .verwijt te hebben, dat
dit briefje uit het zakboekje zou zijn gehaald.
Toch is het een briefje uit dat zakboekje. U
hadt het dus blijkbaar al eerder in uw bezit.
Waarom hebt U dat niet eerder medegedeeld?
Verdachte: Inderdaad had ik dat eerder be
hooren mede te deelen.
President: Bovendien hadt U, indien het
briefje echt zou zijn, daarmee wel een voorschot
op de vordering langs gerechtelijken weg kun
nen verkrijgen.
Verdachte: Het was niet op zegel.
President: Ik blijf uw handeling, terwijl ge
wel toerekeningsvatbaar zjjt, vreemd, en naar
het schijnt, misleidend, vinden.
JEANNETTE MAC DONALD TE A'DAM
GEARRIVEERD
Gepleegd door de aangehouden inbrekers
te Leur.
Omtrent de aanhouding van Kr. en v. d. K.
te Leur, als verdachten van diverse diefstallen
en inbraken, waaromtrent wij reeds uitvoe
rig melding maakten, kunnen we nog berich
ten, dat het vermoeden bij de politie gerezen
was, dat de aangehoudenen ook betrokken
konden zijn bij den enkele dagen geleden ge-
pleegden kerkdiefstal met braak te Dorst, waar
bij Miswijn, tapijten en vloerkleeding, alsmede
een bos sleutels waren ontvreemd en waarvan
men tot dusver de daders nog niet op het spoor
was.
In verband hiermede is gisteravond door den
Rijksveldwachter Minderhout, gestationneerd te
Dorst, met den gemeenteveldwachter van Dorst
en den agent van nolitie van Ginneken te Leur
opnieuw een huiszoeking gedaan ten woonhuize
van verdachten, waarbij de ontvreemde loo-
pers enz. uit de kerk van Dorst voor den dag
zijn gebracht. De bos sleutels werd verborgen
gevonden achter een radiokast. De verdachten
hierover gehoord, hebben ten slotte bekend den
kerkdiefstal te Dorst eveneens te hebben ge
pleegd.
Bij de gehouden huiszoeking zijn nog ge
vonden een tweetal schilderspakken, die bleken
toe te behooren aan den kunstschilder W. te
Etten. Ook deze voorwerpen zijn in beslag ge
nomen.
Het onderzoek duurt nog steeds voort.
En de candidatuur.Westerman.
Aan het relaas der onderhandelingen, ge
voerd over de plaatsing van mr. dr. Wester
man als no. 1 op een gecombineerde fascisti
sche lijst en gepubliceerd in het orgaan van
den Fascistenbond „De Bezem" ontleenen we
het volgende:
De tweede poging om eenige groepen te
■wer- en in dit geval zeer bepaaldelijk
her-eenigen, ontsproot aan de tijdsomstandig
heden, d.w.z. aan de ophanden zijnde verkie
zingen. Het initiatief daartoe werd genomen
door iemand, die tot nog toe geheel buiten
de Fascistische zelfs-fascistoïde beweging
had gestaan. Daar wij geen vrijheid hebben,
den naam van dezen persoon aan de open
baarheid prijs te geven, zullen wij hem hier
aanduiden als de heer X. Door zijne positie
en relaties zoude de heer X. in staat wezen,
het welslagen eener Fascistische verkiezings
actie sterk in de hand te werken. Wegens
persoonlijke betrekkingen, die er in dit ver
band verder niet toe doen, ontstond aan
vankelijk contact tusschen den heer X. en
den Fascisten-Bond „de Bezem". En wel be
stond het contact in den beginne uitsluitend
tusschen onze groep en den heer X. Een der
voorwaarden behelsde het plaatsen van den
heer mr. dr. Westerman als No. 1 op de lijst.
Schrijver dezes, in zijne hoedanigheid van
leider van den Fascisten-Bond „De Bezem",
had tegen deze voorwaarde niet het min=to-
bezwaar en zulks om verschillende redenen.
Na te hebben uiteengezet, dat de heer Wes
terman, fascist zijnde, volkomen op zijn plaats
zou zijn geweest op een fascistische lijst, en
dat er reden was om zeer ingenomen te zijn
met zijn plaatsing als no. 1 op die lijst, gaat
het relaas verder:
Zoo werd het contact tusschen den heer X.
en „De Bezem" dus uitgebreid tot mr. dr.
Westerman. De drie partijen werden het
spoedig eens over de plaatsing van schrijver
dezer op plaats nummer twee, alsook over
het het opnemen van den heer van Knotsen-
borg, leider van den NF.B., onder de can
didates Ook met den heer van Knotsonborg
werden onderhandelingen aangeknoopt, welke
tot volledige overeenstemming leidden. Van
zelf was zoodoende dus al een coördinatie
van twee groepen bereikt. De heer Wester
man duchtte echter moeilijkheden van den
kant van den A.N.F.B. van Baars.
Met het oog op de mogeuj&heia, aat 's hee-
ren Baars' candidaatstelling plaats zou kun
nen vinden, voorzag de heer Westerman on
aangename gevolgen van de te verwachten
„concurrentie", indien naast de door hem
aangevoerde lijst nog een andere Fascistische
lijst onder Baars, zou bestaan. Derhalve
wenschte hij ook den heer Baars in de coör
dinatie te betrekken. Na eenig overleg werd
daartoe besloten.
En hiermede begon een nieuwe episode
van de onderhandelingen. Vanwege den nog
altijd geldenden „Godsvrede" willen wij
daaromtrent nóch in bijzonderheden treden
nóch ons oordeel kenbaar maken. Genoeg zij,
dat de beoogde coördinatie niet bereikt werd.
Na het mislukken der onderhandelingen
kwam mr. dr. Westerman even een oogen-
blik naar voren als de aangewezen nummer
één van de eventueele lijst der groep Baars
en richtte deze groep een oproep tot samen
gaan aan „de Bezem" en de N.F.B., hetgeen
in volslagen strijd was met de onder de
auspiciën van den heer X. gevoerde bespre
kingen. Maar ook dit duurde slechts een
blauwen Maandag en toen verscheen de lijst
der groep-Baars met Baars aan den top als
lijst-Baars.
Omtrent de niet-deelneming der groep aan
de verkiezingen zégt de redacteur:
Gezien dè afzonderlijke lijst-Baars alsook
het met afzonderlijke lijsten uitkomen door
het V.V.N. en het gelegenheidsproduct .„Ver
bond voor Nationaal Herstel", hetwelk als 'in
namaak-Fascistische jas gehuld liberaal par
tijtje ook een gokje om een Kamerzetel doet,
leek ons de kans van elke Fascistische lijst
miniem. Dus ook voor de N.S.P., met of zon
der ons, en voor ons zelf, indien wij met een
lijst zouden uitkomen. Verdeeldheid maakt
zwakte. En daar een mislukte verkiezings
actie meestal een grooten moreelen terugslag
veroorzaakt in de gelederen der partij ge
zwegen nog van de alsdan weggesmeten,
verkiezingskosten, die gaten in de kas slaan
zonder nut op te leveren achten wij het,
na rijp beraad, verkieselijk, ons, van deel
name te onthouden.
Enthousiasme voor het Centraal Station
Amsterdam heeft weer eens een vorstelijken
intocht gevierd. Een compacte menschenmassa
voor het Centraal Station, bereden agenten op
zenuwachtige paarden, de tunnels van het sta
tion zelf vol met menschen en tenslotte op het
tweede perron aan de Westzijde fotografen
filmoperateurs. Jeannette Mac Donald deed
Amsterdam de groote eer gistermorgen om 11,23
uur met den Parijschen trein aan te komen.
De ontvangst, die Maurice Chevalier te beurt
viel, nioet u nog versch in het geheugen lig
gen. Jeannette Mac Donald koestert zich in zijn
glans. Zij is echter Maurice niet en dat geeft
dus eenige graden minder geestdrift, want het
publiek weet de waarden van zijn kunstenaren
te onderscheiden.
Daar verschijnt Jeanette. Wij aanschouwen
het wonder. Het is een tikje, een paar tikjes
wel, rossig en sproetig, hetgeen iemand uit het
publiek den uitroep ontlokt: „Wat valt die
tegen". Maar het was een dame, die dit zei.
Nadat de fotografen hebben gefilmd en ge
knipt, zet de stoet zich in beweging. Als we
eindelijk ook buiten komen moet Jeannette Mac
Donald in een auto zitten, van den auto is ech
ter niets te zien. Wel is er een menigte, die
den waanzin nabij schijnt te zijn. Bereden
agenten laten hun paarden steigeren, en slagen
er na tien minuten in een stukje van den weg
schoon te maken. Dan gaat de auto op weg
langs het Damrak en het Rokin, In de Vijzel
straat bij het Cariton-hotel wordt opnieuw slag
geleverd. Er zijn tenslotte slechts weinigen, die
haar gezien hebben, maar zij, die erin moch
ten slagen ten koste van een verwoede worste
ling met hun me^emenschen een glimp van
Jeannette Mac Donald op te vangen zijn ten
minste den geheelen dag gelukkig.
Op visite bij de filmster.
Zooals bij een bezoek van de grooten der
aarde gebruikelijk is, hebben wij gisterenna
middag onze opwachting gemaakt bij Jeanette
Mac Donald. Zij kleedde zich, zij sliep of zij at.
Wij werden tenminste een half uur alleen ge
laten met een gramofoon, waaruit jeanette'?
liefste stemmetje eenige van haar liefste liedjes
zong.
Toen we aldus genoegzaam voorverwarmd
waren, verscheen de filmster en niemand wist
eigenlijk goed, waarover hij moest praten.
Toen begon er maar een over de ontvangst
van 's morgens. Prachtig, vond Jeanette Mac
Donald. Het leek wel of aile menschen va-
cantie hadden. In Brussel was het publiek ook
heel aardig geweest, ze hadden haar schoenen
afgetrapt, maar hier waren de menschen toch
nog veel liever. Ik mag dat wel.
Het volgende punt was de onthulling van
het feit, dat Jeanette Schotsch en Iersch bloed
in de aderen heeft. En, ik zag vanmorgen uit
den trein de bloembollenvelden. Wat prachtig!
„It gave me a very emotional feeling 1" die tul
pen. Het bleken later crocussen te zijn ge
weest. Natuurlijk wilde Jeanette ook naar. Vo-
lendam.
Het binnenkomen van een kellner werd aan
leiding om te vernemen welken drank Jeanette
het liefst drinkt. Ze houdt van thee, maar in
Amerika drinkt ze alleen water. Jeanette houdt
ook van melk, maar daar word je dik van. Ja
wel, maar als je afgeroomde melk drinkt, val
je wel weer af. Wij noteerden dit belangwek
kends met koortsachtige haast.
Zooals alle vrouwelijke filmsters reisde Jea
nette Mac Donald met een hond. De hond is
dè vorige week dood gegaan. Nu reist ze maar
zonder hond. Dat duurt nog kort, tot Mei, dan
gaat ze haar Engeland een film- maken. „Het
gaat over een koningin vreemd hè Her-
bert Masrhall is de 'man, Oscar StraUss schreef
de. muziek. Jeanette zou heel graag in een ern-
stige film" willen spelêri, .'rnaar dè; "menschen
willen nu eenmaal,dat. zë, zingt. Men jnoet
den. menschen. geven, wat ze willen, dus.blijf
ik maar zingen."
„Wat denkt U over de films van Renee
Clair
„Daar houd ik wel van. Clair's films zijn zoo
gemakkelijk te begrijpen. Hij heeft weinig
dialogen. Met zijn beelden en zijn geluid ver
telt hij alles
„Maar wat denkt U dan van Rouben Mamou-
lian's „Love me to-night"
„Ik vond het heel prettig onder Mamoulian
te werken, maar ik vind zijn film een beetje
te satyriek. Ze ging de menschen een beetje
boven hun hooge zije, ze wisten niet of ze
lachen of huilen moesten."
Het dient gezegd, dat we nu nog niet weten
of Jeanette Mac Donald het prettig vond, door
Mamoulian zoo in het zonnetje gezet te worden.
Dan praten we nog een beetje over de toe
komstplannen. Misschien ?al Jeanette als .haar
Engelsche film klaar is, in Amerika weer -in
een operette gaan optreden, maar ze voelt toch
eigenlijk meer voor de film, want dan ziet de
heele wereld haar.
Gisterochtend is de behandeling in hooger
beroep van de strafzaak tegen den 32-jarigen
techniker J. A. J. H. K. en den 21-jarigen kan
toorbediende J. G. W. P., verdacht van den
moord op den heer W. G. J. Eschauzier, op
9 Mei 1931 in een perceel aan de Prins Hen
drikstraat te 's Gravenhage, voor het gerechts
hof voortgezet.
Thans is het woord aan mr. F. J. Nederveen
uit Roermond, den verdediger van den ver
dachte K.
Pleiter constateert, dat van den aanvang af
deze zaak een verloop heeft gehad, zooals men
allerminst verwachtte. Voorts merkt hij op, dat
deze zaak in vele opzichten is opgeschroefd en
dat zij zeer ingewikkeld is geworden. Hij
brengt hulde aan het Hof en in het bijzonder
aan den president, jhr. mr. Von Weiier, voor
de serieuze wijze, waarop de behandeling tot
nu toe heeft plaats gehad. De verdediging is zeer
erkentelijk voor die bekwame leiding. Voorts
herinnert pleiter aan het requisitoir in eersten
aanleg, dat van den officier van justitie voor de
rechtbank, blijkens hetwelk de opzet tot dooden
niet bewezen werd geacht.
Maanden geleden is voor het Hof een docu
ment in het geding gekomen, dat op voorstel
van den procureur-generaal het Hof aanleiding
gaf, de behandeling voor onbepaalden tijd te
schorsen, ten einde de echtheid van het docu
ment te onderzoeken. Nieuwe twijfel aan den
opzet is daardoor gerezen.
Pleiter heeft in verband met deze zaak hooren
sprexen over den „invloed van het donkere
zuiden". Hij hoopt echter, dat men niet naar
dergelijke argumenten zal zoeken; pleiter onder
vindt daarvan al last genoeg.
Het requisitoir van den procureur-generaal
mr. J. A. de Visser is door sprekers mede-pleiter,
die al eenige jaren ouder is dan pleiter, een
monument van schoonheid genoemd, zooals hij
nog nooit in zijn leven had gehoord. De procu
reur-generaal kan met zulk een oordeel tevre
den zijn. Ook pleiter heeft van dat requisitoir
genoten, maar het heeft hem even sterk ver
droten. Het bekwaamste, maar tevens het ge
vaarlijkste in dat requisitoir was 't voordragen
van de motieven tct de daad, waaruit de pro
cureur-generaal den opzet meende te mogen
constateeren. Pleiter hoopt aan te toonen, dat
geenerlei opzet tot dooden aanwezig kan zijn
geweest.
Pleiter herinnert aan de historie met het
patentbeursje, dat eerst 614 maand na 't openen
van de instructie, immers op 21 November 1931,
bij de politie voor den dag kwam. Hij acht het
zeer aannemelijk, dat in dien langen tijd de
herkenning moeilijk is geworden.
De verklaring van mej. Hoessel, de hospita
van verdachte K„ later bevestigd door het A.
T. A. M.-rapport, dat K. tusschen een en drie
uur op den datum in April, waarop de wissel
werd aangeboden bij Heldring en Pierson, thuis
is geweest, mag als juist worden aangemerkt.
Dat op 9 Mei Meditation-enveloppen werden
gekocht een merk, waarvan er jaarlijks
120.000 in Den Haag worden verkocht bewijst
'niets voor de omstandigheid, dat op 15 April de
wissel in zulk een enveloppe was gehuld.
Ook aan de foutjes van de schrijfmachine
hecht pleiter geen waarde in verband met het
endossement op dien wissel.
Valschheid in geschrifte kan den verdachte
niet worden ten laste gelegd.
Pleiter is van meening, dat deze zaak ten on
rechte een moordzaak wordt genoemd.
Hij herinnert eraan, dat K. in verband met
de exploitatie van zijn uitvinding omtrent ver-
zoolbare klompen een betrekking had laten
varen, waarvan hij een getuigschrift, d.d. 15
Dec. 1930 bezit, dat hem erkent als goedig en
'ingenieus werker. Vervolgens beginnen de
teleurstellingen en K. is genoodzaakt een be
trekking bij de distilleerderij De Ooievaar te
aanvaarden, die hem slechts de helft van zijn
salaris in de vorige betrekking oplevert. Het
is hu begin 1931. Konings maakt kennis mét
den jongeman P., die daar eveneens werkzaam
is. Zijn relaties met den heer Eschauzier blijft
bestaan. Pleiter herinnert aan de meermalen
door K. genoemde verklaring van den heer E.:
„Als je me kunt dwingen, dan ben je een
knappe jongen". Hij herinnert aan de door K.
geschreven brieven vóór het drama met den
heer E. Pleiter wil nu eens psychiater spelen
en de vraag stellen of dat alles een voorberei
ding zou moeten zijn tot een moord, om daar
mee later twijfel aan opzet op te wekken?
Pleiter erkent, dat het aandeel van het ge
beurde van K. grooter is geweest dan dat van
P., maar hij kan niet dulden, dat hetgeen door
den een zou zijn gedaan, op rekening van den
ander zou worden geschoven.
Wat gedaan is, werd te voren beraamd, maar
dit was geen beraming van een moord. K. had
bedwelmingsplannen. Op 29 April ging hij
naar Central en beraamde het plan met een
slaapdrankje, dat echter mislukte, omdat de
heer E. er niet van gebruikte. In den loop van
die maand had K. reeds gecorrespondeerd met
de Midlandbank te Londen.
Begin Mei wordt de afspraak met den heer
E. gemaakt om hem op zijn, K.'s kamer in de
Prins Hendrikstraat te ontmoeten. De heer E.
bevestigdt schriftelijk die afspraak.
Wil men nu beweren, dat de heer E. een af
spraak bevestigde om ten moordhole te komen?
Pleiter betwist, dat K. een falsaris, en nog
wel een bekwame falsaris, zou zijn, hoewel K.
heel aardig meetkundig kon construeeren. K.
had H.B.S.-opleiding gehad en hij had te Wee-
ren twee jaar lang piano gespeeld. Maar dat hij
een falsaris zou zijn, is nimmer gebleken.
Zou deze zóó sluw geweest zijn, dat hij eerst
iemand zou vermoorden om daarna wissels op
de Midlandbank te vervalschen? Pleiter kan dit
niet aannemen.
Pleiter herinnert vervolgens aan de verkla
ring van den heer Vreijer, een kennis van den
heer E., dat hij op de „Witte" had gehoord, dat
een ontwerp voor een N.V., waarin de heer E.
en verdachte K. zouden zitting nemen, werd
opgemaakt.
Na de arrestatie zijn K. en P. van elkander
gescheiden gebleven; zij hebben elkaar nooit
weer gezien vóór de rechtbankzitting en dan
voor de zitting van het Hof. Toch spreken zij
elkander niet tegen, behoudens verklaarbare
detailpunten.
De aanschaffing van de groote pakkist een
koffer zou gemakkelijker zijn geweest, maar
deze zou niet voldoende lucht hebben toe
gelaten het afkeuren door K. van een aan
vankelijk door P. geziene kist, die te klein was
voor een levende (doch groot genoeg voor een
doode), wijst er voldoende op, dat slechts tot
bedwelmen het plan heeft bestaan. De wijze,
waarop K. kort tevoren van een tramconducteur
het adres moest vernemen van een verhuurder
van auto's zonder chauffeur, de aanschaffing
van formaatzegels, accepten, contractformulie
ren en de geschreven brieven, zouden allemaal
hebben moeten dienen om 'n moord te plegen.
Reconstructie van 't gebeurde
P. wilde K. slechts helpen om het geld van
den heer E. los te krijgen, dat deze aan K.
schuldig was. Bij de binnenkomst van den heer
E. ten huize van K„ heeft deze een bedrag van
100 in voorschot gevraagd. De heer E. ver
strekte dit. Daarna zijn de besprekingen over
de oprichting van de vennootschap voortgezet.
P. was daar getuige van en verklaart, dat de
heer E. daarbij eenigermate schoolmeesterach
tig optrad. De onderhandeling lukt niet en K.
Slaat zijn armen om den heer E. om hem te
dwingen, die echter van dat moment af al
Weerloos is. Van verweer is geen enkel spoor
aanwezig, zelfs niet bij het inbrengen van de
prop. Een prop als de hier gebruikte brengt
men zelfs 'n bejaarden man niet zoo gemakke
lijk in den mond, wanneer de betrokkene zich
verweert. Bij den heer E. zou dat dus zeker niet
^makkelijk zjja gegaan, indien deze zich had
Op het Duitsche consulaatgebouw van
Amsterdam en Rotterdam werd de Ha-
kenkreuzvlag geheschen. Het Duitsche
consulaat te Rotterdam.
verweerd. Doch vjn eenig moment van ver
weer is niemendal gebleken.
De sloop over het hoofd van den heer E.,
wiens blikken K. niet meer kon verdragen,
omdat hij zich vergrepen had, heeft K. tevens
belet te zien of de heer E. nog leefde.
Eerst na de binding moet K. nog allerlei
praeparatieven treffen, o.a. met het transport
van de leege kist per auto, gehuurd in de Binda-
garage, naar de Prins Hendrikstraat, waartoe
het bankje uit den auto moest worden ver
wijderd, daar anders de kist er niet in kon.
Eén oogenblik heeft pleiter een onaangenaam
gevoel gehad, toen n.l. voor de rechtbank werd
verklaard, dat het touw dat om de kist zat,
bebloed was- Zouden verdachten dan toch een
bloedige daad hebben verricht Doch ziet bij
het verdere onderzoek voor de rechtbank bleek,
dat het touw op enkele plaatsen onder de kist
bebloed was geworden, hetgeen verklaarbaar
is omdat later een bloeding is ontstaan, en dat
het touw door de politie was afgewikkeld en
verfrommeld.
Pleiter kan' evenmin als de officier van justi
tie bij de rechtbank aannemen, dat K. het
Meditation briefpapier zou hebben gekocht om
een valschen brief aan de familie E. te schrij
ven, meldende een oorzaak van verhindering
om thuis te komen. Niemand weet, hoe iemand
anders zijn vrouw in een brief betitelt.
Verdachte K. heeft zich aan verschillende
adressen vertoond, zijn naam daar opgegeven
en kort vóór het drama. Daarna vervoegde 'hij
zich bij de politie in verband met de vermis
sing van den heer E., doch hij zou dit niet
hebben gedaan in geval van moord.
Uit de handelingen van K. en P., ook nadat
de heer E. naar het pakhuis was gebracht, blijkt
dat geen van beiden dacht, dat de heer reeds
was overleden.
Indien men te doen had met moordenaars,
dan hadden deze van 410 uur 'n prachtge-
legenheid gehad om het slachtoffer te begraven.
Ook den volgenden ochtend vroeg had K., dat,
nadat hij door de politie was losgelaten, nog
wel, al had P. de sleutels van het pakhuis.- K.
is verder erg geschrokken van de mededeeling
van commissaris Kramer, Maandagavond, dat
de heer E. was overleden: K. geloofde het pas
den volgenden morgen, toen in de krant stond,
dat de heer E. was overleden. Het was de
psyche van K., aanvankelijk den commissaris te
willen bewijzen, dat de heer E. nog levend was.
Pas na overtuiging, dat de heer E. dood was,
veranderde K.'s houding geheel en al.
Hierna wordt pauze gehouden.
Helper en heler veroordeeld.
De Haagsche rechtbank deed gister uitspraak
in de zaak tegen den gewezen schoenmakers-
bediende A. M., die tezamen met den gewezen
huisknecht D„ in Juli van het vorig jaar, ten
huize van ir. Philips aan de van Hogenhouck-
laan te 's Gravenhage inbraak pleegde, waarbij
o.a. een groot aantal juweelen en andere sie
raden werd ontvreemd.
De rechtbank verklaarde verdachte schuldig
aan medeplichtigheid aan diefstal en aan heling
en veroordeelde hem tot 1 jaar gevangenis
straf met aftrek van 4 maanden voorarrest.
De Haagsche rechtbank heeft gister den 44-
jarigen varensgezel Ch. v. O., gedetineerd, die
had terecht gestaan als verdacht van poging
tot moord op zijn echtgenoote C. H. S., die hij
op 9 Januari j.l. in haar woning in de Noorder
beekstraat te 's Gravenhage met een mes in
de borst had gestoken en haar een steek in
de dij had toegebracht, overeenkomstig den
eisch van het O.M. tot 2 jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
VRIJGESPROKEN VAN POGING TOT
DOODSLAG.
Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft
P. J. S. te Heerlen, die verdacht was revolver
schoten op C. Kaarten te hebben gelost, vrij
gesproken. De Rechtbank te Maastricht had
hem tot 8 maanden gevangenisstraf veroor
deeld.
ZWARE MISHANDELING.
Het Bossche Hof heeft den koopman L. A. D.
te BerkelEnschot, die W. Kappen met een
mes in den rug stak en daardoor den rechter
iöng trof, Veroordeeld tot 1 jaar gevangenis
straf.
DIENSTWEIGERING.
Ter zake dienstweigering wërd J. R. P. uit
Groningen door den Bosschen Krijgsraad ver
oordeeld tot 10 maanden gevangenisstraf en
ontslag uit den dienst.
SCHAKING.
De arbeider H. J. B. te Sittard, thans gedeti
neerd, had een meisje geschaakt en poogde bij
zijn arrestatie te Maastricht een rechercheur
over den kademuur der Zuid-Willemsvaart' in
het water te werpen. De Rechtbank te Maas
tricht wees Maandag vonnis, achtte poging tot
doodslag, als ten laste gelegd, niet bewezen en
veroordeelde H. J. R. terzake van schaking en
wederspannigheid tot 5 maanden gevangenis
straf.
Te ruim twee uur wordt de zitting heropend.
Mr. Nederveen, zijn pleidooi voortzettend,
wijst op een controverse tusschen de voorstel
ling door zijn cliënt gegeven ten aanzien van
den doek en het touw en die welke werd ge
geven door de politie. Verdachte zegt, den doek
te hebben gelegd om het hoofd van den heer
E. om diens blikken te ontgaan; de politie
wilde het doen voorkomen alsof de doek was
bedoeld om bloed op te vangen.
De verklaringen omtrent de wijze waarop
de doek was bevestigd spreken elkander tegen,
ook de politie-verklaringen - onderling. Pleiter
licht dit met enkele citaten uit de verhooren
toe. Hij acht het onwaarschijnlijk, dat de wijze
waarop het touw was aangebracht, den dood
van den heer E. tengevolge zou hebben gehad.
Indien óf de prop óf het touw de doodsoor
zaak zou zijn geweest, dan is het zeker niet
het touw-
Kan er geen andere doodsoorzaak ten dezen
hebben bestaan
Pleiter herinnert aan den brief van den tand
arts Uitenbogaard.
Daarin zet de schrijver uiteen dat het kunst
gebit van den heer E. uit twee gedeelten be
stond en dat het niet uitgesloten moet worden
geacht, dat een deel in de keel is geschoten,
en aldus den heer E. weerloos heeft gemaakt.
De verklaring van de „bananen"-juffrouw,
die op 17 Mei bij de politie was komen ver
tellen dat zij op 10 Mei in het pakhuis geklop
had gehoord, was zoo belachelijk niet; de juf
frouw heeft toen in het geheel niet aan val
lende bananen gedacht en kwam daarmee 'n
tijd later voor den dag, doch dit laatste ware
wèl belachelijk.
Wat den prop betreft, deze had een omtrek
van 8 c.M. en behoefde volstrekt niet doode-
lijk te zijn.
Men tast volkomen in het duister ten aan
zien van de vraag of eerst de prop en daarna
het touw is aangebracht, dan wel omgekeerd;
elk van beide kan na den dood zijn aangebracht.
De prop had een omvang van 136 c.M3., een
volume, dat men, blijkens een door K. gegeven
demonstratie, kan verdragen.
Nimmer zal het Hof erin slagen te bewijzen,
dat óf de prop óf het touw is toegepast in een
toestand van verweerscapaciteit van den heer
Eschauzier.
Het briefje met de tonbecijfering.
Pleiter komt dan weder tot den doodsop-
zet en tot de motieven. In -verband daarmee
zal hij ook het briefje met de tonbecijfering
beschouwen, dat in dit drama een geheel afzon
derlijke plaats is gaan innemen, en waarom
trent de deskundigheid zelfs uit het buitenland
is geraadpleegd-
De brieven van K. aan de Midland Bank zijn
met medewerking van verdachte K. in handen
van den rechter-commissaris gekomen. Zonder
die medewerking zou de Bank ze niet hebben
afgegeven. Brieven nota bene, die de procureur-
generaal bewijzen voor den moord zou achten,
zouden door den verdachte in handen van de
justitie zijn gespeeld. Hoe meer:' men echter,
dat die documenten, behoorlijk verzegeld en
privaatrechtelijk verzorgd, voor K. waarde zou
den kunnen hebben indien de relatie waarop
hij zich had beroepen, de heer Eschauzier, zou
zijn verdwenen door moord
Pleiter komt dan tot het belangrijkste do
cument, waaruit de schuldbekentenis van den
heer E. van 100.000 blijkt.
Intusschen merkt hij nog op, dat in de pauze,
tegen het oogenblik, waarop de middagzitting
weder zou aanvangen, een zekere heer v. d.
Annie Woud naar Duitschland.
De altzangeres Annie Woud is uitgenoodlgd
haar m idewerking te verleenen aan de uit
voeringen van de Mathaus-Passion te Augs
burg en Essen 'en aan twee Bach-céntates te
Neurenberg.
De procureur-generaal J. A. de Visser, re-
pliceerend dankt voor den hem door de verde
diging gebrachten lof en zegt zijnerzijds even
zeer hulde te hebben voor de wijze waarop de
verdediging haar taak heeft opgevat.
Spr. handhaaft zijn requisitoir: vernietiging
van het vonnis van de rechtbank en veroordee
ling van verdachte K. tot levenslange gevan
genisstraf en van verdachte P. tot 8 jaar ge
vangenisstraf.
Met „Levensavond"- van Jaap v. d; Poll.
In verband met het feit, dat mevrouw Esthe.
de Boer-Van Rijk in den loop van het volgend
seizoen haar 80sten verjaardag en tevens haar
60-jarig tooneeljubileum zal vieren zooals
men weet kwam zij als 20-jarige dilettante bij
het beroepstooneel zal, tijdelijk en in vol
komen goede verstandhouding, dé band tus
schen haar pn Het Schouwtooneel worden los
gemaakt, omdat het organiseeren van een jubi
leum- tournee andere eischen stelt, dan .de exploi
tatie van een groot tooneelgezelschap,
Met mevrouw De Boer-Van Rijk hebben zich
voorloopig reeds de volgende leden van Het
Schouwtooneel verbonden mevrouw Lize van
der Poll, mevrouw S. de Vries-De Boer, en Jaap
van der Poll, die als artistiek leider en regis
seur zal optreden.
Jaap van der Poll heeft voor deze tournee
een nieuw stuk geschreven, dat „Levensavond"
heet. CAlg. Hbl.)
INBREKER GESTRAFT.
De Rechtbank te Maastricht veroordeelde
Maandag den bankwerker H. F. uit Aken, thans
gedetineerd, die op verschillende plaatsen te
Gulpen, Valkenburg en Kerkrade had ingebro
ken, tot één jaar gevangenisstraf.
De president vraagt den majoor der Rijks-
veldwacht, den verdachte K. even buiten de
zaal te geleiden.
Nadat dit is geschied vraagt de president den
verdachte P. of inderdaad de kist met het
lichaam van den heer E. erin van de trap af
naar beneden is gebracht, dan wel of de kist
beneden was blijven staan en daar het lichaam
erin gelegd.
Verdachte P. bevestigt, dat inderdaad de kist
met het lichaam van den heer E. erin door hen
samen voorzichtig de trap is afgedragen.
De president: Verlangt de verdediging een
nieuw onderzoek naar het 2e briefje?
De procureur-generaal: Wij hebben de schrif
telijke rapporten bereids van dr. Hesselink en
van Waegeningh.
De beide andere deskundigen, dr. Schrijver
en dr. Van Ledden Hulsebos, hebben een deel
\an den nacht eraan besteed en zouden hun
verklaring hier kunnen afleggen. Dr. Hesselink
en dr. Van Waegeningh verklaren in die rap
porten dat het 2e briefje met dezelfde hand is
geschreven als het eerste. Maar dat verklaren
ook de beide anderen, doch het gaat om de
vraag: echt of niet-echt. En daar brengt uit
stel of nieuw onderzoek geen wijziging in.
Mr. Nederveen: Misschien wel, wanneer de
deskundigen bij confrontatie tegen elkaar
worden- gehoord.
Te 6.-J5 begeeft het Hof zich in raadkamer
Na 5 minuten keert het Hof terug.
De president deelt mede, dat het Hof geen
termen aanwezig acht om een confrontatie van
deskundigen te gelasten.
Nadat beide verdachten nog hebben ver
klaard dat zij geen opzet tot dooden hebben
gehad, wordt de uitspraak bepaald op Dinsdag
4 April te uur.
WIELRIJDER DOOR VRACHTAUTO
GEGREPEN.
De 15-jarige wielrijder P. Berkels uit Seve-
num werd bij het oversteken van dan rijksweg
te Sevenum gegrepen door een passeerende
vrachtauto van den vrachtrijder P. van Doo-
ren. Met een zware schedelbreuk werd de jon
gen opgenomen en in een nabijgelegen woning
gebracht. Zijn toestand is zorgwekkend.
Tengevolge van het krachtig remmen slipte
de auto, waardoor hij in een sloot terecht kwam
en licht werd beschadigd. De chauffeur bleef
ongedeerd.
Leeftijd tot 13 jaar verhoogd
De Minister van Onderwijs heeft aan de be
sturen van Scholen voor nijverheidsonderwijs
en aan de colleges van burgemeesters en wet
houders van gemeenten, waar zulke scholen
zijn gevestigd een circulaire gezonden, waar
in de minister mededeelt, dat hij de wensche-
lijkheid overweegt, van verhooging van de
leeftijdsgrens voor de toelating tot de eerste
klasse van de gesubsidieerde lagere nijver
heidsscholen voor jongens en voor meisjes.
Alvorens in dezen een beslissing te nemen,
wenscht de minister het oordeel te kennen van
de betrokken scholen en gemeentebesturen.
In overleg met de inspectie op het nijver
heidsonderwijs heeft de minister een vragen
lijst doen opstellen, die aan de school- en ge
meentebesturen ter invulling is toegezonden.
Daarin wordt gevraagd, of naar het oordeel dier
besturen het wenschelijk of noodig is, den
minimum-leeftijd voor toelating tot de eerste
klasse van 12 tot 13 jaar te verhoogen.
JEUGDIGE BRANDSTICHTER.
Te Delft is in verband met den brand nabij
de Pauwmolen een 8-jarige knaap aangehou
den, die heelt bekend dezen brand te heb bén
gesticht
EINDEXAMEN GYMNASIUM EN.
STAATSEXAMEN.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen brengt ter kennis van belangheb
benden, dat degenen, die'dit jaar het eindexamen
der gymnasia, bedoeld in art. 11 of art 157 der
Hooger-onderwijswet, wenschen af te leggen,
voor zooveel zij niet zijn leerling van een lyceum,
zich moeten aanmelden bij den inspecteur der
gymnasia dr. E. H. Renkema te 's Gravenhage,
Sijzenlaan 42, en, voor zooveel zij leerling zijn
van een lyceum, bij den inspecteur der lycea J.
van Andel te 's Gravenhage, Riouwstraat 123.
VANDALISME.
In den Paulinepolder onder Biervliet zijn
niet minder dan 500 populieren, toebehooren-
de aan een landbouwer uit Kapelleburg, met
een hakmes vernield.
Dit is nu de derde maal in den tijd van 6
jaar, dat men op dezelfde plaats zulk een
vandalisme pleegde. De politie stelt een on
derzoek in.
HULDIGING VAN EEN MOEDIGEN
REDDER.
Op 28 Januari j.l. redde de 21-jarige H. Faas
te Kampen een 11-jarigen jongen, die aldaar
door het ijs op den IJssel was gezakt, op bui
tengewoon mot iige wijze door zich gekleed
onder het ijs te begeven-
Het bestuur vs j de IJsclub „Tot óns Genoe
gen" heeft Maano «gavond dezen moedigen red
der gehuldigd door hem aan te bieden een oor-
fcottde, een gouVvloge, benevens een spaar-
IwMNafcfe
De Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen brengt ter. kennis van belangheb
benden, dat het examen middelbaar onderwijs
in schoonschrijven dit jaar. vermoedelijk zal
worden gehouden in maand September,
Zij, die zich aan dit examen wenscheu te o
•derwerpen. moeten vóór 15 Juni 1933 u'itsluitené
per briefkaart een aangifteformulier aanvragen
afA den inspecteur van het middelbaar ondW»
ww In de eerste inspectie dr. H. A. J. v. Swaap,
Johan van GldenbarnevelUaau 90, 's Gravenhaaa.