CONTRACT-BRIDGE
MAANDAG 27 MAART 1933
RADIO-PROGRAMMA
RADIO-BERICHTEN
HET DUBBELEN.
De toestand in de scheepvaart
bleef slecht.
De oplossing van puzzle No. 39 wordt volgende week gepubliceerd,
Als puzzle nr. 40 geven wij een schakelpuzzle.
VIER STUKS
PER PAKJE
Reel. 644DGVS 34
Geen dubbele steun.
Men meldt ons uit Den Haag:
Op heden, 27 Maart, zou, gelijk gemeld,
een inventarisatie plaats hebben van Qe nog
aanwezige consumptie-aardappelen in verband
met de plannen van de Regeering om deze aard
appelen te steunen met een kwartje per 100 K.G.
Verschillende verbouwers van consumptie
aardappelen in de Veenkoloniën, die gewoon
zijn hun overschot in het voorjaar door de fa
brieken te laten vermalen, schijnen te meenen,
dat zij dubbelen steun kunnen genieten en wel
eerst ingevolge de op komst zijnde steunrege
ling voor consumptie-aardappelen en vervolgens
bij vermaling door de fabriek nog eens op
grond van de voorgestelde steunregeling voor
verbouwers van fabrieksaardappelen. Met het
ook hierop weigeren zij voorloopig de reeds
verkochte aardappelen aan de fabrieken af te
leveren.
Echter wordt er de aandacht op gevestigd, dat
een dubbele steun is uitgesloten. Maatregelen
worden genomen om van den dag der inven
tarisatie af de afname en toename der voorra
den bij verbouwers en handelaren te registree-
ren.
SCHRIJVERS DIE ZIJN HEENGEGAAN
Het „geschenk" voor de Boekenweek '33.
OPNIEUW GEARRESTEERD.
De makelaar J. J. te Tilburg, die eenige
maanden geleden zooals men zich zal herin-
neren gearresteerd werd in verband met de
bekende brandstichtingsaffaire te Udenhout en
Tilburg, doch die later weer moest worden vrij
gelaten, is thans op last van den Officier van
Justitie opnieuw aangehouden, verdacht van
malversaties en valschheid in geschrifte, ge
pleegd in zijn kwaliteit van agent eener brand
verzekering. J. is naar Breda overgebracht en
aldaar ingesloten in het Huis van Bewaring.
OPRUIING
„De Fakkel", orgaan der Onafh. Soc. Partij,
meldt, dat de heer J. de Kadt, redacteur van
het partij-orgaan en secretaris der O. S. P.,
door de justitie wordt vervolgd wegens op
ruiing.
openingsbieder niet passen mag tenzijhij
zulk een mooi spel heeft, dat hij meent de af-
neemdubbel gevoegelijk te kunnen doen over-
gaan in een strafdubbel. Is het openingsbod
echter goed, dan zal dit met zulk een sterke
hand van den dubbelaar meestal niet 't geval
zijn en bovendien zal dan nog steeds moeten
worden nagegaan, of het zelf behalen van
manche of robber niet voordeeliger zal wezen
dan een strafdubbel te doen spelen. In elk geval
behoeft de dubbelaar niet bang te wezen, dat
zijn sterke hand geen effect zal hebben, of
zijn maat doet wat hooren, óf hij vindt het
beter er een strafdubbel van te maken, maar
winst levert het zaakje vermoedelijk wel op.
Heeft men nu slechts één dan wel geen
zwakke kleur, dan is de door den maat te
noemen kleur altijd passend, want de zwakke
kleur is altijd de gebodene. Heeft men echter
een hand met slechts twee goede kleuren en
de maat noemt juist de derde kleur, dan kan
men nog altijd zijn eigen goede kleur noemen.
Het eerste voorbeeld b.v. zal na een 1 Harten
of 2 Klaveren-bod van den maat nog altijd 1
of 2 Schoppen kunnen doen hooren. Hoe groot,
de verleiding ook is om op zulke spellen zelf
te bieden, zoo moet men die verleiding weten
te weerstaan en bedenken, dat het veel meer
waard is te hooren, wat de beste kleur van den
maat is, dan den maat te doen hooren, in welke
kleur men zelf het liefst wil spelen, want dat
ko nwel eens juist minder passen in het eigen
spel, terwijl de beste kleur van den maat veel
gemakkelijker in het eigen spel te verwerken is.
Stel b.v. eens, dat de maat een twee-bod doet
hooren in de kleur van den openings-bieder
Wat een pracht van een inlichting wordt dan
niet gegeven De maat staat er voor in, dat door
hem minstens 2 slagen in die kleur gemaakt
worden en gij kunt meestal veilig een ZT doen
hooren, dan wel eigen kleur bieden. Zeker, het
spel van den maat zal meestal niet heel sterk
kunnen wezen, want de topkracht zit bij den
openingsbieder en bij den dubbelaar, maar door
een lange troefkleur, b.v. 5 of 6 kleine Schoppen
in het eerste voorbeeld of Harten in het tweede
is het manchebod al bijna zeker, terwijl dit
anders vaak niet bereikt wordt.
zijn dat bod te overbieden. De eisch is dus heel
zwaar, maar gebiedend.
Men passé de z.g. informatie-dubbel slechts
bij uitzondering toe; dit bod getuige steeds van
groote kracht.
Goudsmit: Een informatie-dubbel wordt ge
daan met een kaart van ongeveer gelijke sterkte
of meer dan een openingsbod.
Shepard: Vindt, dat deze dubbel veel te wei
nig toegepast wordt.
Hij begint dezelfde eischen te stellen als bo
ven onder a, b en c vermeld; dat is dus, dat de
dubbel bij de eerste de beste gelegenheid ge
daan moet worden, dat de maat nog niet geboden
moet hebben en dat het bod niet boven 1 ZT, 3
Schoppen of Harten danwel 4 Ruiten of Klave
ren mag gaan. Als vereischte kracht eischt hij
minstens 2 Ts. en de vereischte Ss, ietwat vaag
dus, doch in elk geval een sterk spel aangevende.
Wanneer wij nu eens goed nagaan, welke
eischen die verschillende schrijvers aan de af-
neemdubbel stellen, dan zullen wij moeten er
kennen, dat zij allen een sterk spel eischen,
minstens even sterk als een openingsbod en dat
wij vaak om ons heen (maakt gij er u zelf ook
niet aan schuldig?) op een veel te zwakke hand
zulk een dubbel hooren doen met al de gevol
gen van dien. Die informatie-dubbel kan een
prachtig hulpmiddel bij het bieden zijn en den
maat voortreffelijk inlichten, mits volgens de
eischen toegepast, want anders wordt de maat
er eenvoudig door voor den gek gehouden en
dat kan de bedoeling van een behoorlijk samen
spel niet zijn. De eischen der genoemde schrij
vers mogen in onderdeelen eenigszins afwijken,
zij komen echter in hoofdzaak overeen en kan
men er het volgende uit distilleeren:
a. Een afneem-dubbel moet gedaan worden,
zoodra men er de gelegenheid toe heeft; d.w.z.
men ma& niet eerst op het te dubbelen bod
passen of een ander bod doen;
b. De maat mag nog niet geboden hebben;
heeft deze zulks wel gedaan, dan krijgt de
dubbel direct een geheel andere beteekenis
en wel óf van een strafdubbel óf van een mede-
dceling aan den maat, dat men geen steun voor
zijn bod heeft, geen andore kleur kan bieden,
doch dat men in de, door de tegenpartij ge-
Het Official-System:
a. de dubbel moet geboden worden bij de
eerste de beste gelegenheid;
b. het gedubbelde bod moet niet hooger zijn
dan ZT of 3-in-kleur;
c. de maat van den dubbelaar moet niet eerst
geboden of gedubbeld hebben;
d. voor een dubbel van 1 ZT of 1-in-kleur
moeten 3% Ts aanwezig zijn;
e. voor een dubbel van 2-in-kleurbod moeten
4% Ts aanwezig zijn.
Culbertson:
a, b, en c als boven;
d. 3 Hs over minstens drie kleuren verdeeld
of 3 Hs over twee kleuren verdeeld en een
biedbare kleur.
Work:
a. als boven;
b. minstens 5 hooge kaarten, waarmede de
slagen gemaakt kunnen worden;
c. in een ZT-bod moeten deze hooge kaarten
over minstens 3 kleuren verdeeld zijn;
d. in een kleur-bod mogen geen der andere
kleuren korter dan 3 kaarten zijn.
Whitehead:
a, b, c. als boven;
d. minstens 5 Ss waaronder 2% tot 3 Ts;
e. wanneer een speler geboden heeft alvorens
gelegenheid te hebben te dubbelen (b.v. de
gever), en hij dubbelt daarna, zoolang althans
zijn maat niet geboden heeft, dan is zulk een
dubbel eveneens een afneemdubbel.
Vanderbilt:
a. elke dubbel van een één-bod is een af
neemdubbel;
b. een dubbel van een 2-bod is een afneem
dubbel zoolang noch de dubbelaar noch zijn
maat geboden heeft;
c. een dubbel van een 3-bod kan als een af
neemdubbel opgevat worden zoolang dubbelaar
of maat niet boden. Hoe zulk een dubbel opge
vat moet worden, moet afgeleid worden uit
eigen hand, de noteering en het bieden.
Lu cardie: Het is een biedmiddel, dat dikwills
met te gering* kracht wordt toegepast. Het
moet vooral topkracht inhouden en over 5 sla-
i gen beschikken bij snfl in minstens twee niet
j geboden kleuren er. fWn redoublet in staat
kan natuurlijk door „strafdubbel" worden ver
taald.
Een hand kan waardeloos zijn, verdedigende
kracht dan wel aanvallende kracht hebben. Over
een waardelooze hand behoeft natuurlijk niet
gesproken te worden, een verdedigende hand
leent zich meestal goed voor een strafdubbel,
een aanvallende hand voor een afneemdub
bel. B.v.
A 7—3, C?H-B-10-3, O A-K-B-8-4-2, 7 leent
zich veel beter voor een zelf aanvallend spelen
in Ruiten, danwel den maat steunen in Harten,
dan tot een werkelijk bedoeld dubbelen der
tegenpartij in Schoppen of Klaveren. Heeft dus
de tegenpartij geopend op 1 Klaveren en daarna
moet met een dergelijke hand geboden worden,
dan kan men gevoeglijk het Klaveren-bod dub
belen bijwijze van afneemdubbel. Heeft echter
de tegenpartij Harten geboden, dan is zulk een
hand prachtig cm af te wachten of er wellicht
in die Harten een hooger bod bereikt wordt en
dan zijn kans waar té nemen om b.v. een 3-
Hartenbod te dubbelen als strafdubbel.
Hoe kan men nu weten of de maat een straf
dubbel danwel een afneemdubbel bedoelt? Als
regel kan worden aangenomen, dat zoolang gij
zelf niet geboden hebt, een dubbel van een één-,
2- of 3-bod een afneemdubbel beteekent, terwijl
zoodra gij zelf geboden hebt, elke dubbel van
den maat een strafdubbel bedoelt.
Hier in Holland zien wij meestal de fout be
gaan, dat op een te zwak spei een afneemdubt 1
geboden wordt. In het algemeen moet zulk een
dubbel sterker zijn dan een volgbod (bod waar
mede het openingsbod der tegenpartij afgeno
men wordt).
Teneinde onzen lezers een duidelijk inzicht in
de benoodigde kracht voor een afneemdubbel te
geven, zullen wij hier achtereenvolgens de
eischen voor zulk een ameemöubbeï van ver
schillende systemen en schrijvers geven.
Nog steeds zien wij bijna dagelijks aan de
bridge-tafel het dubbelen toepassen, zonder dat
de dubbelaar of zijn maat zich goed rekenschap
of deze dubbel wel mocht gedaan
ervan geven, of deze dubbel wei moent geaaan
worden en wat er eigenlijk mede bedoeld wordt.
Dit komt n.o.m. omdat er verschillende dubbels
bestaan en zij, die leze dubbels toepassen, noch
voldoende weten hoeveel kracht zij moeten
hebben om een dubbel te bieden, noch wanneer
zij zulks mogen doen. Het zal duidelijk wezen,
dat ais de dubbelaar zelf al niet precies weet
wat zijn dubbel moet inhouden, zijn maat dit
nog veel minder kan weten.
Om te beginnen villen wij nog eens duidelijk
uiteenzetten met welke benamingen verschil
lende dubbels genoemd worden.
Vroeger, een tiental jaren geleden, hoorde
men vaak spreken van positieve en van nega
tieve dubbel, later sprak men meer van straf-
en informatiedubbel, waarmede hetzelfde be
doeld werd. Het thans nog veel gebruikte
„american"-dubbel had de beteekenis, dat men
een goed spel had behalve in de gedubbelde
kleur. Deze dubbel stond gelijk met de nega
tieve of informatiedubbel. Culbertson voerde
de namen „take-out double' en „penalty-double"
in, waar a:. laren de namen „information-dou
ble" en „b siness-double" gebruikten.
Wij voor ons gelooven. dat de namen van
Culbertson het best de bedoeling weergeven,
want elke dubbel is een informatie aan den
maat en kan het dus slechts verwarring stichten
een speciale dubbel een informatiedubbel te
noemen. Da beste vertaling voor „take-out
double" lijkt ons, „afneemdubbel", want de
dubbelaar varzeekt zijn maat hem, als de speler
na hem geen bod deed._ uit deze dubbel te ne
men door een bod te doen en hem zoodoende
Inzicht in zijn spel te geven, „penalty-double"
Een goede dubbel na een
opening met 1 4.
Na een opening met 1 CP is
dit een goede dubbel, beter
dan zelf een bod te doen.
Een mooie dubbel na een
opening met 1 of 1 ZT.
Na een opening met 2 A kan
men op dit spel veilig
dubbelen.
A-V-3 Een ideaal dubbel na elk
A-B-10 openingsbod.
H-B-10
Zien al die spellen er niet verleidelijk uit
om zelf een bod te doen na een openingsbod
der tegenpartij
Zeker, maar het zou toch de goede methode
niet zijn. Men moet niet vergeten, dat de af-
necm-dubbel voor den maat een dwangbod is,
waarop hij na het passen van den maat van den