VERSNELDE BRUGGENBOUW.
DE TWEEDE KAMER EN DE
LANDBOUWMACHTIGINGSWET.
BEDRIJ FSR ADENW ET IN DE EERSTE
KAMER.
DONDEKDXG 6 'ATUTC 1933
STAATSBEHEER OF
PARTICULIERE BOUW?
Particuliere, borne in het belang
van een werkelijke snelle
uitvoering.
UNEENlGHEID IN DE R. K. VOLKS
PARTIJ.
een zangerige partij.
te trekken.
I1ET KATHOLICISME IN DUITSCH.
LAND.
DE
REGEERING VERDEDIGT
HAAR BELEID.
Vertegenwoordiging van de
industrie in de Centrale
Commissie.
LEVENSDUUR VAN HET WETS
ONTWERP.
WIJZIGING REGLEMENT VAN
ORDE EERSTE KAMER.
Initiatief der S. D. A. P.
INVOERRECHT OP BOTER
VERHOOGD.
UITVOER VAN KAAS NAAR
DUITSCHLAND.
KATHOLIEKE INSTEMMING
De C. II. fractie tegen
standster.
De keuring der hengsten op de Paasch-
vee-tentoonstelling te Rotterdam,
Vergadering van Woensdag 5 April.
De margarine-industrie.
DE OVERBRUGGING VAN HET
HOLLANDSCH DIEP
Om verschillende redenen, uitvoerig om
schreven in de Memorie van Toelichting^ op het
Ontwerp van Wet betreffende het geven van
vrijheid om een concessie tot tolheffing te ver-
leenen aan de op te richten N.V. .Versnelde
Bruggenbouw" en, van Wijziging en Verhooging
van het zevende Hoofdstuk B der Rijksbegroo-
voor het dienstjaar 1933, wenscht de Regeering
uitvoering te geven aan haar reeds op 15 No
vember van het vorige jaar bij mond? van
den Minister-president te kennen gegeven
voornemen tot het doen uitvoeren van die
werken, welke zij economisch verantwoord
echt; mede in verband met de werkverschaf
fing en werkverruiming.
De gedachte aan het in versneld tempo doen
uitvoeren van den bruggenbouw over de gioote
rivieren zat hierbij voor. De allerwegen erkende
urgentie van het vraagstuk van het verkeer tus
schen Noord- en Zuid-Nederland is op zich
zelve reeds van voldoende gewicht om dei
Begeering te verzekeren van de algemeene
sympathie in den lande met de versnelde ui -
Voering van den bouw der vier bruggen, over
den Moerdijk, over de Noord, bij Dordrecht en
bij Rotterdam.
Uit. de Memorie van Toelichting blijkt, dat
de aanvankelijk door de Regeering gevoelde
bezwaren tegen het versneld uitvoeren dezer
Werken, welke bezwaren voornamelijk van fi-
tancieelen aard waren, zouden kunnen Woiden
ondervangen door dc financiering van den
bruggenbouw toe te vertrouwen aan een par
ticuliere maatschappij. Blijkens daaromtrent ge
voerde onderhandelingen was er uitzicht, dat
joodanige financiering kans van slagen zou
hebben.
Blijkens de ingediende Wetsontwerpen heeft
Begeering echter afgezien van het interme-
?,air der particuliere maatschappij, hetwelk zij
aanvankelijk behoefde ter vermijding van een
Verdere verzwaring van den financieringslast,
Welke het Rijk in deze tijden reeds heeft t.e
dragen. Zij .geeft er blijkbaar de voorkeur aan,
de zorgen voor de fianciering van dit project
eveneens voor eigen rekening te nemen.
In dit bijzonder geval is er wellicht iets
Voor te zeggen, dat de Regeering de financie
ringslasten geheel voor eigen rekening neemt.
Bet te financieren object zelve vindt toch een
dusdanige sympathie in den lande, dat het. niet,
moeilijk kan zijn. om de hiervoor benoodigde
middelen op eenigerlei wijze te vinden.
Wat den vorm betreft, deed dc Regeering
achtereenvolgens onderzoeken de financiering
van den bouw en de exploitatie der bruggen
met tolheffing gedurende zekeren tijd door een
particuliere maatschappij, en door een naam-
looze vennootschap met een klein, door den
Staat nagenoeg geheel te verstrekken kapitaal,
Welke de benoodigde bouwkosten voor het
overige uit Rijksvoorschotten ontvangt. Van
beide mogelijkheden heeft zij tenslotte de
laatste gekozen.
Of deze keuze evenveel instemming zal kun
nen vinden als het project tot versnelde brug
genbouw op zich zelve overigens onvoorwaar
dejijk verdient, is een vraag, welke wij niet
gaarne zonder krachtiger verdediging van deze
keuze, dan die welke in de Memorie van Toe
lichting werd gegeven, bevestigend zouden wil
len beantwoorden. Het wil ons zelfs toeschijnen,
dat de Memorie van Toelichting zelve op ver
schillende punten aanleiding geeft om de juist
heid van deze keuze te betwijfelen.
Als nadeelen. verbonden aan de uitvoering
der werken door een particuliere maatschappij
wijst de Memorie van Toelichting o.a. op de
moeilijkheden, welke kunnen voortvloeien uit
een tusschen drie partijen te regelen verhou
ding. Deze moeilijkheden zouden voor den Staat
niet onbeteekenende risico's medebrengen. Van
Welke aard deze moeilijkheden en risico s zou
den kunnen zijn, valt uit de Memorie van Toe-
Bchting niet heel duidelijk op te maken. In
teder geval echter moet het bestaan daarvan
reeds aan de Regeering bekend zijn geweest,
toen zij bij monde van den Minister-president
ten vorige jare de mogelijkheid van uitvoering
der werken in samenwerking met een parti
culiere maatschappij onder het oog zag. Voor
zooverre deze risico's mochten samenhangen
met de technische uitvoering der werken, moet
het bovendien niet moeilijk zijn, deze te on
dervangen door het toezicht op de uitvoering
over te laten aan den Staat. Het argument, dat
de Minister hieruit put. tegen uitvoering der
werken door een particuliere maatschappij is
zonder nadere toelichting zeker niet ovei tui
gend.
Een ander nadeel van particulieren bouw zou
voorts zijn gelegen in de belooning, welke den
geldschieter zou moeten worden toegekend voor
diens bemiddeling. Welke eischen geldschie-
ter(s) mocht(en) hebben gesteld, is ons niet
bekend. Waar de Regeering zelve reeds 5 pet.
rente berekent over de voorschotten welke uit
s Rijks kas ten behoeve van den bouw der
bruggen moeten worden verstrekt, mag men
niet, aannemen, dat deze eischen een in ver
houding tot. de totaalsom beteekenend bedrag
kunnen betreffen. En wat de verzekering tegen
allerlei risico's door een particuliere maat-
chappij betreft, moet worden aangenomen, dat
de Staat deze verzekeringen hoogstens voor
eigen risico zou kunnen nemen, zonder echter
de' risico's zelve te kunnen elimineeren. Een
argument tegen particuliere uitvoering der wer
ken is hierin zeker niet gelegen, daar de Staat
eventueel zich bereid zou kunnen verklaren tot
het. overnemen van de risico s waartegen de
particuliere maatschappij zich bij anderen zou
willen verzekeren.
Tenslotte zouden volgens de Memorie van
Toelichting der personeelslasten voor den Staat
zoo veel grooter worden indien de uitvoering
der werken aan een particuliere maatschappij
werd toevertrouwd. Waarschijnlijk zal dit derde
nadeel voor een goed deel een hei haling zijn
van het eerste der genoemde nadeelen tegen
een particuliere maatschappij. Daarmede zou
het echter voor een even groot deel vervallen,
omdat de bijvoorbeeld .uit het toezicht voort
vloeiende personeelslasten in ieder geval door
den Staat zouden moeten worden gediagen.
De Memorie van Toelichting maakt naast deze
overigens nog nader te verdedigen bezwaren
tegen uitvoering der werken in samenwerking
met een particuliere maatschappij echter tevens
melding van één, zeker niet lichter wegend
bezwaar tegen uitvoering dier werken recht-
streeksch door den Staat. De zekerheid., dat. de
bruggen op 1 Januari 1938 in bedrijf zullen
zijn, noemt zij zelve grooter indien de uit
voering der werken aan een particuliere maat
schappij mocht worden toevertrouwd.
De vraag is gerechtvaardigd, om het voor
deel van deze grootere zekerheid tot versnelde
uitvoering der werken niet sterker tegen de
uitvoering ervan door de Staat pleit dan de
hierboven genoemde bezwaren tegen den bouw
door een particuliere maatschappij kunnen
pleiten. Staatsuitvoering geeft ons niet de ze
kerheid dat binnen het korst mogelijke tijds
bestek de verbinding tusschen Noord- en Zuid
Nederland perfect zal zijn.
Bovendien moet dit wei-sontwerp tegenkan
ting ondervinden door de verspilling, welke het
gevolg is van de noodzakelijkheid tot tijdelijke
uitbreiding van het technische apparaat waar
over Waterstaat op het oogenblik beschikt, ter
wijl tegelijkertijd het onvoldoend belaste tech
nische apparaat der particuliere aannemers,
dat volkomen op het verwerken van dergelijke
projecten is berekend, onbenut blijft.
Of de directe verliezen welke hiervan het
gevolg zijn, haar compensatie vinden in het
financieele voordeel, dat de regeering denkt
te kunnen behalen door uitvoering der werken
in eigen beheer, blijft een open vraag.
Zij mag er echter van overtuigd zijn. dat de
sympathie, welke haar initiatief ten deel viel,
minder verdeeld zou zijn, indien zij ter wille
van het tempo der uitvoering den gekozen
vorm van uitvoering in eigen beheer zou prijs
geven voor uitvoering der werken door een
particuliere, van alle technische en financieele
middelen reeds voorziene maatschappij. Zoolang
de regeering niet in staat is om aan te toonen
dat uitvoering der werken in eigen beheer
inderdaad een belangrijke besparing levert, lijkt
ons de gekozen vorm niet onverdeeld aanbe
velenswaardig.
Wederkeerige verwijten.
T« de N. Tilb. Crt. antwoordt de heer Donders,
"en heer Wesseling op zijn in het partij-orgaan
B. K. Volkspartij tot- den heer Donders
«Wichten aanval. De lieer D. deelt mee, dat de
-temming in de afdeeling Tilburg binnen het
eam van het kiesreglement absoluut correct is
seschiec}, dat hij zelf een tegenstander was van
A kiesreglement en op den dag der stemming
het buitenland vertoefde.
wder deelt de heer Donders mee. dat hij
- Den Haag, waar de voorzitter toch wel
Tyoed zal hebben, niet eens is candidaat ge-
_t m Amsterdam, waar ook een partijbe-
j 'murder zetelt, evenmin, en in Zwolle, waar
Partij-secretaris toch wel invloed zal hebben.
<Vrachtste plaats kreeg
er)slotte zeet de hee
tot
Ma °ff6rs 's bereid geweest en dat is hij nog.
en aai1 afpersingsmethoden heeft hij n betel,
uit a°0r geweld en dreigementen gaat hij nret
öer> weg. Dat doet hij alleen als daarmee
Ze mooie beginselen" gediend zijn.
Be Zuiderzee-Partij gaat den verkiezingsstrijd
v met den volgenden krijgszang op de wijze:
■1 zullen het niet hebben
^ij kunnen haar niet missen, die rijke
[Zuiderzee
Wat bracht de vloed veel haring en fijn
[ansjovis mee
Puike Zuiderzeebot en paling en garnaal
Zelfs onder 't ijs zat spiering, vermoorden
[we allemaal, (bis.)
Wij willen haar niet missen, die sclioone
[Zuiderzee
al haar folklore, waar ieder dweepte mee,
Waar onze Watergeuzen, den Spanjaard^gaven
Bat IJselmeer moet worden, 't beroemde
[Hoornsche Hop. (bis.)
Wij zullen haar noode afstaan, die ouwe
[Zuijerzee
Bat eischt Hollands Historie en 't is des
[visschers bee
Wij willen geen bedeeling, maar eischen graat
[of visch
Omdat 't in negentien achttien, met 'n eed
[bezworen is. (bis.)
zegt de heer Donders, dat hij altijd
HET TEEKEN DES KRlHSES.
Gelijk gemeld is de Ned. Bioscoopbond bij
en burgemeester van Helmond telegrafisch
I-gekomen tegen het vertooningsverbod voor
film „Het Teeken des Kruises" daar ter
de
stede!
Naar
Naar aanleiding daarvan heeft genoemde
wirgemeester aan den betrokken bioscoop
exploitant schriftelijk medegedeeld, dat hij
na kennisneming van het telegram geen
inleiding vindt, het door hem krachtens
1" der Bioscoopwet uitgevaardigde verbod
Ontstellende cijfers.
Professor Dr. Stohr heeft in het tijdschrift
„Pastor Bonus" enkele cijfers gepubliceerd, die
een schril licht werpen op den achteruitgang
van het godsdienstig leven onder de katholieken
van Duitschland.
Slechts gemiddeld 45 tot 55 procent der Duit
sche katholieken vervult nog zijn Zondagsplich
ten. In Berlijn zelfs slechts 26.7 procent: Slees
wijk-Holstein 26.7 procent, bisdom Meiszen 26
procent, in de Noord-Duitsche gebieden daalt
dit cijfer zelfs tot 19.21 procent. In slechts en
kele bisdommen stijgt de statistiek betreffende
het vervullen van de Zondagsplichten tot 62
en 70 procent, maar dat zijn slechts uitzonde
ringen.
Wat het vervullen van den Paaschplicht be
treft, werden de volgende cijfers gepubliceerd
In het bisdom Eiehstatt 73.93 procent, Wiirz-
burg 71,17; Freiburg 60.22; Fulda 63,18; Rotten
burg 63.83; Trier 65,46 Augsburg 68.96; Passau
75.33; Regensburg 74,92; Ermland 68,73;
In totaal vervult 61 procent van de Duitsche
Katholieken nog hun Paaschplicht. Bij het be
oordeelen van deze cijfers moet. men ook niet
uit het oog verliezen, dat ongeveer 15 tot .17
procent der katholieke bevolking niet verplicht
is om Paschen te houden (kleine kinderen).
miaows®;
Het einde van het machtigste luchtschip der wereld de Akron het uiteengere
ten wrak drijvend op de golven, voor het tiaar den Oceaanbodem zonk, de lichamen
der verdronken bemanning met zich mede naar de diepte sleurend. Beeldtelegram
door den New-Yorkschen zender via Londen en Berlijn naar Amsterdam geseind).
Naar wij vernemen zal spoedig van den lei
der der Sociaal-Democratische Eerste Kamer
fractie, dr. T. M. Wibaut. een voorstel te ver
wachten zijn om art. 46 van het reglement van
Orde der Eerste Kamer aldus te wijzigen, dat
voortaan het zeggenschap over de vaststelling
der agenda niet meer uitsluitend tot de be
voegdheid van den voorzitter behoort.
Het zou evenwel niet in de bedoeling liggen
van deze wijziging gebruik te maken, om als
nog de kieswet op de agenda te plaatsen. Men
wil echter in verband inet het voorgevallene
met de kieswet, het voor de toekomst onmo
gelijk maken, dat de voorzitter der Kamer te
gen den wensch van de meerderheid en dien
der Regeering in, de dagorde zal kunnen vast
stellen.
R. K. HANDELSHOOGESCHOOL.
Hoogeschool voor economische en sociale
wetenschappen.
TILBURG, 5 April. Geslaagd voor het docto-
raal-examen in de handelswetenschappen. <je
heeren P. P. van Berkum te Den Haag (met lof),
G. J. Frohn te Tilburg en Ch. L. H. Truijen te
Tilburg.
Deze examens zijn de eerste doctorale exa
mens aan de R. K. Handelshoogeschool.
ALGEMEEN MIJNWERKERSFONDS.
De directeur vraagt ontslag.
Naar wij vernemen heeft de heer E. A. van
poel voorde, directeur van het algemeen mijn
werkersfonds te Heerlen per 30 April a s. we
gens gezondheidsredenen eervol ontslag ge-
vrasë^-
De heer van Poelvoorde was sinds 1 Mei 1931
directeur van A. M. F.
In den lerschen Vrijstaat.
De Directie van den Landbouw deelt mede,
dat blijkens telegrafisch bericht van den Con
sul-Generaal te Dublin het invoerrecht op boter
in den lerschen Vrijstaat verhoogd is van 4 d.
lot 8 d. per lb.
Het orgaan van den Algem. Ned. Zuivelbond
meldt, dat naar een mededeeling van het
crisiszuivelbureau dezer dagen zal begonnen
kunnen worden met de uitgifte van ..Kontin-
gentsbescheinigungen" voor den uitvoer van
kaas naar Duitschland tegen 20 mark invoer
recht.
Aanvragen van uitvoerbewijzen kunnen bij
j,el c.—Z. B. worden ingediend.
Uiteraard was er van katholieke zijde groote
belangstelling voor het wetsontwerp 'tot instel
ling der Bedrijfsraden. Deze belangstelling is
vanmiddag ook wel gebleken uit het feit, dat
tijdens de uitzonderlijk lang durende vergade
ring niet minder dan vier katholieken het woord
hebben gevoerd. Zoowel professor Steger als de
heeren Visser, Schoemaker en de Bruyn heb
ben de wet verdedigd. Koeler, maar niet afwij
zend stond de soc. dem. heer Danz tegenover
het ontwerp. Dit droeg ook de goedkeuring weg
van den vrijz. dem. professor Kranenburg, ter
wijl wij uit de redevoeringen der heeren Polle-
ma en S. v. d. Bergh moeten opmaken, dat zoo
wel de C. H. als vrijheidsbondsche fractie tegen
het ontwerp zullen stemmen. Van anti-revolutio
naire zijde is niet gesproken, de minister kreeg
tegen zes uur het woord, maar zou zijn rede
hedenavond houden.
Men kan dus vrijwel uitmaken, hoe de stem
ming zal verloopen over de wet, welke de
Tweede Kamer op 25 Oct, 1932 aannam met 67
tegen 19 stemmen. De tegenstemmers waren
toen de vrijheidsbonders, alle anti-papisten, de
communisten, de anti-rev. heer Visscher, de
katholiek mr. Kortenhorst en twee leden der
C. H.-fract.ie.
Aan dit laatste feit moesten wij voortdu
rend denken, toen we mr. Pollema hoorden
spreken. Deze C. H.-afgevaardigde wilde geen
verband zien tusschen de wet en de christelijk®
princiepen inzake staatsrecht en economie. D®
juistheid Meiwan zou blijken uit het feit, dat
de C. H.-fractie in de Tweede Kamer ook ver
deeld had gestemd. Maar deze conclusie houdt
geen steek, want het is toch heelemaal niet ze
ker. dat beide partijen derzelfde fractie juist
gedacht hebben. Men zou zoo zeggen, dat prof-
Slptemaker de Bruine nota bene voorzitter
van de C. H. Unie! en de meerderheid zij
ner fractie toch wel zullen weten, wat christe-
lijk-hist.orische principes zijn. Onder een be
langstelling van den voorzitter, die naar on
zen smaak wel weer zeer ostentatief was, ver
kondigde de Benjamin der Kamer, dat vooral
de verordenende bevoegdheiid in de wet tegen
de C. H. principes was, want dat de Overheid
haar „eigen recht" en daarmee haar gezag af
schoof op vakvereenigingen, wier vertegen
woordigers in de bedrijfsraden mede recht
zonden spreken, hetgeen de C. H.-spreker ook
niet in overeenstemming met de Grondwet
achtte in zoover de raden ook zelf de regelen
maken, over welker uitvoering zij recht
spreken.
Wij hebben over een en ander nogal verbaasd
gestaan, ook bijv. over de vrees voor prijs
afspraken via de Bedrijfsraden. Weet mr. Pol
lema niet, dat zulke prijsafspraken nu ook al
voorkomen? Hij beriep zich ook op van Idzin-
ga, die een kwart eeuw geleden Aalberse diens
verlangen naar middeleeuwsche romantiek al
verweten had. Nu heeft prof. Aalberse zoowel
toen, als in October j.l„ zeer duidelijk gezegd
wat hij van die veel gesmade middeleeuwsche
gilden dacht en prof. Steger heeft daar van
middag ook indirect over gesproken, toen hij
met een beroep op „Quadragesimo Anno" de
geweldige geestelijke verwoestingen in herin
nering bracht, die inhaerent zijn geweest aan
het individualistisch systeem.
Voor mr. Pollema zijn alle vakvereenigingen
uiteraard sfrijdvereenigingen en de leiders er
van mandatarissen, die op bevel stemmen. Aan
iiilke mannen kan man geen rechtspleging toe
vertrouwen. Daartegenover merkte de heer de
Bruijn on. dat een zeer groot deel der vakver
eenigingen den klassenstrijd principieel ver
werpt als „onmenschelijk, wreed en onmaat
schappelijk", en dat het socialistisch deel der
vakvereenigingen dit in de practijk ook doet.
Bovendien betwistte de heer de Bruijn, dat vak-
vereenigingsleiders „op last" zouden stemmen.
Hem was daarvan niets bekend. Had mr. Polle
ma ook gezegd, dat hij er genoeg van had om de
wet aan t,e knoopen aan het in de vrije maat
schappij gegroeide, de heer Schoemaker be
riep zich op niemand minder dan wijlen de Sa-
vornin Lohman, die dit. denkbeeld juist verde
digde evenals bet protestandsch vakverbond,
dat op hetzelfde standpunt staat en zich voor
de wet verklaarde.
De juridische bezwaren van mr. Pollema wer
den aangegrepen door prof. Kranenburg. Deze
herinnerde eraan, dat de Juristenvereeniging
al m 1917 had bepleit ook aan andere publiek
rechtelijke lichamen verordenende bevoegdheid
te geven. Juist is natuurlijk, dat men belang-
looze rechters vraagt, maar men moet niet over
het hoofd zien, dat de tendenz van het moderne
staatsrecht ook is, deskundige rechters te heb
ben. De mogelijke decentralisatie der wetgeving
is juist in 1922 door art. 194 in de Grondwet ge
legd. Het bezwaar, dat hetzelfde college dat ver
ordent, ook recht spreekt, acht prof. Kranen
burg niet in strijd met art. 154 van de Grondwet,
daar het bewuste art. 27 van de Bedrijfsraden-
wet natuurlijk alleen belangengeschillep van
niet-privaatrechtelijken aard op het oog heeft.
Wij hebben ons ook verwonderd over de op-
positioneele argumenten van den vrijheidsbond-
schen spreker. De heer v. d. Bergh verzette zich
vooral tegen de wet uit vrees, dat er medezeg-
gingenscbap in het beheer der bedrijven zou
komen. Begrepen wij hem goed, dan zag hij
zoo ongeveer de eventualiteit van de onteige
ning der fabrieken. Maar over dat commercieele
medezeggingenschap staat niets in de wet en de
heer v. d. Bergh scheen het verschil tusschen
bedrijf en onderneming uit het oog te verliezen.
De heer de Bruijn heeft getracht, na den heer
Pollema, ook nog den heer v. d. Bergh voor
zijn standpunt te winnen, maar veel kans of
succes geven wij den katholieken spreker niet.
Tegenover den soc.-dem. heer Danz, wiens so-
cialisatie-wensch de heer Schoemaker al weer
sprak, heeft de voorzitter van het Katholieke
Werkliedenverbond er met nadruk op gewezen,
dat via de Bedrijfsraden nog heel veel te be
reiken was, dat vakvereenigingen. ook die van
den heer Danz. nog niet bereikt hebben. En
met een beroep op mr. v. d. Bergh. wees hij
er op, dat het „een klein kunstje" is de betee-
kenis van het amendcment-Goseling-Hermans
te verkleinen.
Mén behoeft, er niet aan te twijfelen, dat dit
amendement inzake de verordenende bevoegd
heid, de oppositie van Vrijheidsbond en C.H.-
fractie vooral teweeg heeft gebracht. Iets an
ders is prof. Kranenburg heeft daar terloops
met een ondeugende verwijzing naar het oude
art. 37 van de wet van 27 April 1855 inzake de
vermogens-rechtelijke verantwoordelijkheid der
ministers aan herinnerd of art. 16 spoedig in
een wet uitgewerkt zal worden. „Ik ben nu
eenmaal een onverbeterlijke optimist", zou
prof. Steger met Schaepman zeggen, maar veel
zal hier wel afhangen van den wederzijdschen
geest, waarmee de bedrijfsgenooten in de ra
den werken. Op dien geest daar hebben
alle katholieke sprekers aan herinnerd komt
het aan. Het gaat er om, hebben zij gezegd
en wij mogen daarbij ook op de goede rede van
den heer Schoemaker wijzen of de solidari-
teitsgedachte bevruchtend werken zal.
Dc Wet aangenomen
De Eerste Kamer heeft heden met 29 tegen
11 stemmen de bedrijfsraden wet aangenomen.
Tegen stemden de liberalen, de Chr. Histo-
rischen en de heer Blomjous (H.K..)
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer in zake het wetsontwerp hou
dende verleening van bevoegdheden tot het
nemen van buitengewone maatregelen in het
belang van den landbouw wordt het volgende
ontleend.
Met zeer vele leden deelt de regeering in het
algemeen de opvatting, dat de samenwerking
van Kamer en regeering zich na de ontbinding
binnen 'n bepaald kader moet begeven. Met. den
stijl v. h. nog hangenden conflict is inderdaad
niét licht vereenigbaa:- 't vragen van bevoegd
heden, welke de Kamer niet zonder 'n groote
mate van vertrouwen in het Regeeringsbeleid
geven kan. Ook ligt het niet in de gewone
orde van zaken dat een scheidend kabinet aan
een scheidende Kamer zoo ruime bevoegdheden
vraagt.
Intusscben behoort niet te worden vergeten,
dat wij thans in zeer buitengewone omstandig
heden leven. De dreigende eischen, door die
omstandigheden gesteld, hebben de Regeering
de vrijmoedigheid gegeven ondanks de vermel
de bezwaren, dit wetsontwerp in te dienen, en
een beroep te doen op de Kamer, om daaraan
alsnog haar aandacht te wijden en daarover een
beslissing te nemen.
Toegegeven moet worden, dat de methode van
het ontwerp sterk verschilt van hetgeen tot
heden is geschied en dat ook daardoor veel
bezwaar ontstaat. Zonder invloed op het Re-
geeringsprogram van een volgend kabinet kan
het inderdaad niet blijven. Mede voelt de re
geering het bezwaar, dat ook aan een nog niet
bekend Kabinet zulke uitgebreide volmachten
zouden worden gegeven. Doch de Regeering was
van meening, dat de groote urgentie van het
ontwerp ook over deze bezwaren moest doen
heenstappen. Nader zal de regeering om
schrijven op welke onderdeelen van het. be
drijfsleven dieper ingrijpen onverwijld geboden
is. Zij stelt hier dus" slechts, dat ingrijpen niet
langer mag worden verzuimd. Ook stelt zij,
dat de te nemen maatregelen zonder meer al
gemeene bevoegdheden niet te nemen zijn. Deze
stellingen, welke nader zullen worden bewezen,
eenmaal aanvaard zijnde, moet ook erkend
worden dat de regeering niet mocht terug
schrikken voor het in zekeren zin binden van
een volgend kabinet.
Nu het als een leemte in de Memorie van
toelichting is gevoeld, dat over de noodzakelijk
te treffen voorzieningen nauwelijks in bij
zonderheden werd getreden, wil de regeering de
noodzakelijkheid en de urgentie nader aan
nemelijk maken.
Zelfs al zouden aan de regeering niet be
paalde regelingen voor den geest staan, die zij
binnenkort noodig acht, met andere woorden
indien slechts in het algemeen de vrees voor
overrompelende gebeurtenissen op het gebied
van den land- en tuinbouw de regeering zoude
moveeren tot het in voorraad houden van ruime
bevoegdheden, dan nog zou het ontwerp reden
van bestaan kunnen hebben.
Dit ontwerp werd geboren in een periode,
waarin niet alleen afzetgebieden verloren
gingen, doch waarin onzekerheid omtrent re
geringsmaatregelen van het buitenland, ge
ruchten over plannen, ervaringen bij onder
handelingen dwongen om te zien naar de mid
delen om tegen eventualiteiten van hoogst
ernstig karakter gereed te zijn.
Bij deze algemeene gronden wil de regeering
het niet laten.
Zij kwam tot het inzicht., dat bestaande re
gelingen veelszins aanvulling behoeven en dat
een verscheidenheid van nieuwe regelingen zich
in concreten vorm als noodig afteekent. Aan
vulling van bestaande regelingen heeft in en
kele gevallen het karakter van het beveiligen
van het systeem van uitvoering tegenover hen,
die er voordeel in zien, zich daarbuiten te blij
ven stelten. Onthouden van den in uitzicht ge
stelden steun aan hen, die buiten de „gewes
telijke" en „plaatselijke" organisaties blijven,
levért reeds nu niet voldoende resultaat.
Uitvoerin g crisis var ken swet.
Dit geldt o.a. bij de Crisis-Varkénswet, ter
wijl juist de uitvoering dier wet, welke goede
gevolgen heeft, tot het punt genaderd is, waar
de afronding der organisaties met het oog op de
mesterij noodzakelijk is geworden. Bevoegdheid
om de mesterij te regelen, biedt de Crisis-
Varkenswet niet.
Bij de uitvoering van de Crisis-Varkenswet
is het groote voordeel gebleken van de ruime
bevoegdheden van het centrale orgaan, dat naar
buiten kon optreden als de vertegenwoordiger
van den geheelen varkens-export, zoodat het
zich kon sterk maken bij het doen van toezeg
gingen, vrijwillige contingenteering op zich kon
nemen, prijsbederf kon uitsluiten, voldoenden
toevoer toezeggen. Daarnaast bezit de Varkens-
Centrale bevoegdheden van commercieelen aard,
waardoor het nieuwe afzetmogelijkheden vlot
kon benutten, opruiming van bepaalde soorten
varkens, ook onder geldelijke offers, kon tot
stand brengen.
Crisiszuivelwet enz.
Prijsbederf in het. buitenland*
Regelend optreden moet mogelijk zijn, niet
alleen voor artikelen, die op eenigerlei wijze
geldelijk gesteund worden. Wanneer zonder gel-
delijken steun een saneering van het bedrijf en
een betere prijs bereikt kunnen worden, is dat
ver uit meer gewenscht. In het bloembollenbe-
drijf is een allereerste noodzaak te beletten,
dat in het buitenland de markt door een ver
woestende onderlinge concurrentie wordt be
dorven. Voorts zal het noodig zijn, langs den
weg van heffingen op de te exporteeren par
tijen een fonds te vormen, dat aangewend zal
worden, om belangrijke partijen te vernietigen.
Slechts in het hier voorgestelde ontwerp liggen
de bevoegdheden tot doorvoering eener zoo
danige regeling, welke aan de behoeften en
wenschen van nagenoeg het geheeie bedrijf be
antwoorden.
In overweging is, of ten aanzien van stroo-
carton op dezelfde wijze moet worden opgetre
den tegen prijsbederf in het buitenland.
l)e urgentie van het wetsontwerp.
Tot urgentie moet niet alleen gerekend het
geen nog voor de ontslagaanvrage van het ka
binet zal kunnen of moeten geschieden. Prac-
tisch behoort er ook toe, wat nog voor het op
treden van het nieuwe kabinet noodig is, ja
zelfs wat geschieden moet na het optreden van
dat kabinet en voor het er in geslaagd is, zijn
opvatting te bepalen en in het Staatsblad te
brengen. Dit te meer dwingt de regeering bin
nen het kader van den crisisnood te arbeiden
zoolang het dag is. In hoeverre tegemoet zou
kunnen worden gekomen aan het denkbeeld
van eenige leden in het ontwerp een voorschrift
op te nemen, dat de medezeggenschap van de
volksvertegenwoordiging minder aan banden
zou leggen, is de regeering gaarne bereid te
overwegen. Waar de regeering een opvolgend
kabinet zoo min mogelijk wil binden is zij be
reid te treden in een voorstel, waarin bepaald
werd, dat de wet een betrekkelijk korten le
vensduur zou hebben.
De industrie en het ontwerp.
De regeering wijst ten sterkste het verwijt
af, dat zij de industrie zou vergeten. Onder
leiding van de regeering is een krachtige be
weging voor het Nederlandsch fabrikaat opge
zet. In stilte speelt zich voortdurend af een zeer
belangrijke werkzaamheid der regeering ten
bate der werkverruiming voor de Nederland-
sche industrie. Ook het pas ingediende ont
werp voor vervroegden bruggenbouw is door
het belang der Nederlandsche industrie voor
een goed deel ingegeven.
De regeering is voornemens ter verzekering
van juiste eindbeslissingen door de administra
tie, aan de belanghebbenden de gelegenheid te
bieden om hun eventueel e klachten te hunnen
opzichte door dé uitvoerende organen geno
men maatregelen te bepleiten en daartoe, naast
deze uitvoerende organen een of meer advisee-
rende organen in te stelten met geheel andere
samenstelling, die in alle vrijheid en onpartij.-
digheid den Minister kunnen adviseeren over
de zaken, waarover de belanghebbenden bij
hem herstel van grieven zoeken.
Crisisfonds.
Het Landbouw-Crisisfonds zal een van het
Leeningfonds geheel onafhankelijk bestaan voe
ren. Het nemen van steunmaatregelen voor
de arbeiders in de agrarische bedrijven op
grond van deze wet ware niet in overeenstem
ming met den opzet van het ontwerp.
Het woord „Crtsis-product".
Inderdaad kunnen bezwaren worden inge
bracht tegen het gebruik te dezer plaatse van
het woord „Crisis-product", Dit woord voldoet
echter geheel aan de eischen, welke er aan
gesteld worden, n.l. dat het een kernachtige
samenvatting geeft van wat in casu onder woor
den moest worden gebracht.
Gaarne zou de regeering een zoodanige om
schrijving van het begrip „crisis-product" kie
zen, waardoor allerlei vrees van ingrijpen in
industrieën die ver van het landbbouwbedrijf
staan, zou worden opgeheven. Nochtans is een
dergelijke definitie niet gevonden.
Het is de bedoeling niet van de ruime om
schrijving een zoodanig gebruik te maken, dat
industrieele producten welke slechts verwijderd
met de landbouwproductie samenhangen, zullen
worden betrokken in deze regeling.
De margarine-industrie.
Waar vrees wordt gekoesterd voor stopzet
ting van de margarine-industrie, wil de regee
ring toezeggen daartoe niet over te gaan al
zoude de omschrijving van het begrip „Crisis-
product" daartoe vrijheid geven door afzonder
lijke machtiging door den wetgever.
Centrale Commissie.
De centrale commissie zal uit ten minste 7
leden moeten bestaan, opdat de voornaamste
belangen er in vertegenwoordigd zijn.
De inwerkingtreding
Ten aanzien van de inwerkingtreding van
deze wet moge opgemerkt worden, dat het m
de bedoeling van de regeering ligt eerst die be
palingen van de wet in werking te doen treden,
waarbij aan baar bevoegdheden worden ver
leend tot regeling en beperking van de produ .-
tic. De artikelen betreffende onderwerpen van
seldeliiken aard zullen geleidelijk van krach
worden gemaakt en tegelijk met deze die ar
tikelen, ter uitvoering waarvan bijdragen
het Fonds noodig zijn.
STERFTE AAN INFLUENZA, BRONCHITIS
EN PNEUMONIE.
Dergelijke bevoegdheden bezit de Crisis-Zui-
vel-Centrale thans niet. Aanvulling van de Cri-
sis-Zuivelwet in dezen geest zou noodig wezen.
Elke gelegenheid van veeuitvoer moet worden
aangegrepen. Doeh op het oogenblik is de Zui-
velcentrale niet tot die daden van nandel, be
voegd.
Tegen den overvloed van melk moeten ver
schillende maatregelen worden getroffen. Daar
toe is te rekenen het vinden van emplooi voor
de ondermetk, teneinde de kaasproductie te
remmen. Zonder verplichtingen op te leggen in
den vorm van „voorwaarden", is de stroom on-
dermelk niet te leiden. Beperking van produc
tie. in het blijvend belang van onze zuivelpro-
ducenten, moet nog langs andere wegen, o.a.
door beperking van den toeslag tot een deel der
melk mogelijk zijn. Zoeken van nieuwe mark
ten door de Zuivelcentrale staat op het pro
gram. Met de vorming van prijzen in het buiten
land met name wordt gedacht aan de ge
condenseerde melk moet de Centrale zich
bezighouden. Ook zal een meer gedecentrali
seerde uitvoering overwogen moeten worden,
terwijl voor meer dan een onderdeel, o.a. den
smokkelhandel in margarine, de werking van
andere strafbepalingen onmisbaar is. Niet alleen
voor melk en zuivel moet de gedachte aan pro
ductiebeperking een der leidende beginselen
worden. Heel het crisisbeleid moet op de aan
passing van de productie aan de gewijzigde be
hoeften worden gericht. Behalve voor melkvee
waarover reeds gehandeld werd, en voor var
kens, waar de beperkingsgedachte reeds groo-
tendeels werd uil gevoerd, moet voor de kippen-
houderij, voor de bloembollenteelt, voor de
boomkweekerij, voor de teelt van kool en an
dere artikelen gewaakt worden door een juiste
productieregeling.
Het aantal sterfgevallen aan influenza, bron
chitis en pneumonie in de 46 gemeenten me
meer dan 20.000 zielen, omvattende op 1 Ja
nuari 1933 eene bevolking van 3.985.990 inwo
ners. voorgekomen gedurende de week \an
26 Maart tot. en met. 1 April is
aan bronchitis (acuta, chronica) 10. aanbron-
chopneumonie (capillaire bronchitis) 30, aan
lobaire pneumonie (croupeuze pneumonie U.
aan pneumonie zonder meer 18. Totaal 69.
Door den Rijkswaterstaat is gisteren aanbe
steed het maken van een werkterrein ten be
hoeve van het bouwen van een brug over het
Hollandsch' Diep bij Willemsdorp ter plaatse
van de te bouwen brug.
Laagste inschrijver was A. Bos Pzn. te Dord
recht voor 36.000.
SCHIPBRUG TUSSCHEN VREESWIJK ENi
V1ANEN-
De K. N. A. C. meldt dat het verkeer over de
schipbrug over de Lek tusschen Vreeswijk en
Vianen, in verband met aan die brug te ver
richten werkzaamheden op Dinsdag 18 April
1933, van des voormiddags 9 uur tot des na
middags 6 uur. of zooveel korter of langer als
de werkzaamheden zullen duren, za! worden
onderhouden door het heen en weer varen van
een uitdrijfvak. met dien verstande, dat daarop
slechts rij- en voertuigen tot Gen maximum ge
wicht van 6000 K.G. Gading inbegrepen) zul»
len worden toegelaten. 1