MIJNHA BELGIE—NEDERLAND VERSTOPPING SPORT EN SPEL. ZATERDAG 8 APRIL 1933 tabletten BILJARTKAMPIOENSCHAP DRIEBANDEN. k° WERELDKAMPIOENSCHAP BILJARTEN. De wedstrijden te Keulen. DE LANDENWEDSTRIJD TE ANTWERPEN. Een kamp met gelijke kansen. VOETBAL-BESPIEGELIN G. I. V. C. B. MISSIE-FINALE IN DELFT. DE ZESDAAGSCHE TE PARIJS. -O- LUCHTVAART. MARKTBERICHTEN. VISSCHERIJ. 4 bij Arxvh rn Drnolut* Reel. 6983-5 14 Wedstrijden te Amsterdam. Robijns weder in vorm. De Rotterdammer Sengers wint van Vink. Gisterenmiddag zijn in 't Café d'Ysbreeker te Amsterdam, de wedstrijden om het driebanden kampioenschap van Nederland voortgezet. De zaal was uitstekend bezet. Het feit, dat de kam pioen Robijns reeds op den eersten avond een nederlaag heeft geleden, heeft aan dit tournooi de noodige spanning gegeven. Niettemin is er nog geen voorspelling van den uitslag te na ken. Koopman, Sengers en Robijns zijn favoriet en het zou al heel vreemd moeten loopen als een van deze drie cracks niet met de overwin ning zou gaan strijken. Robijns heeft gistermiddag m zijn partij te gen de Foeljaeger weder subliem gespeeld. Op formidable wijze raakte hij het ivoor en hij speelde de meeste ballen zacht, om geen goed spel weg te geven. In het begin van de partij was hij verrassend sterk. Later zakte hij wat af. De bejaarde heer de Foeljaeger, die toch ook een sterk driebandenspeler is, kreeg geen schijn van kans. Niettemin dwingt het groot respect af, wat de bondspenningmeester er nog van terecht brengt. Sengers had met zijn stadgenoot Vink weinig moeite. Sengers beschikt over een afstoot, zóó los, dat hij de ballen eeri geweldige vaart kan geven. De vaste driebandenstooten mist hij nim mer en dat is zijn groote voorsprong op de anderen, die soms de eenvoudigste stooten on zuiver raken. Meer en meer gaat het publiek op in het drie- handenspel. Het heeft er zelfs den schijn van, dat het cadre-spel wat in de-verdrukking komt. Het is dan ook zeer sensationeel, dit schitte rende, kunstige spel van deze matadoren te aan schouwen. Voor het driebandenspel bestaat geen systeem, i- 'H blijft vol afwisseling. De echte spel- H?erondrnen, Volop genieten, eerste middaghart,"enf uitslagen van de tW6e Vink Pnt- hrt. h.s. gem. Sengers'34 74 4 °'472 De Foeljaeger'50 75 7 0 666 Robijns 24 70 4 0342 -alfte verwachten °was het bleef k gemiddelde was zeer matig, Dit is vm heneden het eerste klasse-spel. als aanstonds16 onderschatten belang, want In de beidehnToe ?pelers een gelijk aanta! °P de overwin Partij en viel allereerst Laatstgerfoèmde Va" etersen °P Rudelsheim. De Hagenaar Petersen was dreef, en maak-to as nu zeer goed op reeds direct een vnm-<f aEue, stooten. Hij had de behield. 1 sprong, die hij tot het ein- dat is "niet denVb l0m6n partÜen hebben en «een gemiddelde.6 8 da" beslist het alge" h zooverre heeft Robijns bij deze matige Partij ook nog eenig belang. Hieronder volgen de uitslagen: pnt. brt. h.s. gem. Petersen 50 73 5 0.666 Rudelsheim 30 74 5 0.527 ^ink 42 106 2 0.396 Hoopman 50 106 6 0.471 Vrijdagavond werden de wedstrijden voortge zet. Koopman leed tegen Sengers een flinke ne- erJaag, waardoor de spanning nog belangrijk s gestegen. De Rotterdammer was puik in con- e, maakte vele fraaie stooten en liet zijn eiken tegenstander veel achter. De heer Foeljaeger leed een nederlaag tegen halte ^eze P^tij was eveneens van goed ge- De uitslagen volgen hieronder: pnt. brt. h.s. gem. Sengers 50 61 7 0.819 Koopman 27 60 4 0.450 Foeljaeger 38 79 5 0.481 Vink 50 79 5 0.6^2 De twee laatste uitslagen van Vrijdag luiden: pnt. brt. h.s. gem. Petersen 50 95 7 0.526 Kleerekooper 37 94 4 0.393 Rudelsheim 37 51 5 0.725 Robijns 50 51 5 0.980 Onze speciale verslaggever seint ons uit Keu len d.d. 7 dezer: De belangstelling was des middags, toen de wedstrijden werden voortgezet weer aardig groot. DommeringAlbert. In de partij DommeringAlbert maakte Dom mering zijn acquitstoot zoo volkomen op maat, dat het leek alsof hij er maar dadelijk een dikke serie uit zou gooien. Dat viel echter zeer tegen, liet begin was voor Albert al even weinig be moedigend; het meest door de vele masquees, totdat in de zesde beurt de Franschman ineens loskwam. Op werkelijk meesterlijke wijze gin gen de 100 op. Een buttage is oorzaak, dat op 154 moeilijkheden komen, die op 156 bij een linkschen trekstoot het eind beteekenen. In zijn volgende beurt, nadat Dommering heel moeilijk 10 heeft gemaakt, zet de Franschman zich al weer aan een nog hoogere serie. De stand is na 7 beurten 42 voor Dommering en 379 voor Albert. Het applaus dat den kleinen Franschman te beurt valt is enorm. Dommering is er uit, het is ook vechten tegen de bierkaai voor hem. En met moeite komen er nog 8 caramboles. Dan maakt Albert met 21 deze voor hem zoo bril- lante- partij uit. De cijfers luiden: Dommering 50 8 18 6.25 Albert 400 8 211 50.— De GasparinJoachim. Een spel van twee volkomen differente natu ren. Spel van verschillende school tevens. De jonge Duitscher sterk in zijn kleine series, de Gasparin moeizaam opbouwend een serie uit allerlei heterogene stooten. Joachim maakt 63 in de 5e beurt, een prachtig klein gespeelde serie. De Gasparin antwoordt met 53 van sterker maar grover bouw, vol van met ijver en energie overwonnen moeilijkheden. Een soliede gespeel de 93 in de volgende beurt geeft de Gasparin een behoorlijken voorsprong op zijn tegenstan der. Maar deze geeft geen kamp. Als de Gaspa rin met een vrij zware 24 op 394 is aangeland doet de jonge Duitsche speler nog een aanval. Hij moet er nog 61, en onmogelijk is dat niet, te minder, omdat hij de ballen aardig klein krijgt. Een paar moeilijkheden lost hij prachtig op; een lange trekstoot o.a. was werkelijk mees terlijk. En waarlijk, mët 61 maakt de jongeman de partij uit. De cijfers zijn: De Gasparin 394 24 93 16.61 Joachim 400 24 63 16.66 ■MoonsPoensgen en Soussa— Gabriels. Twee partijen, die van het allergrootste be lang zijn voor den stand. Want als Soussa ver liest en Poensgen wint, dan staan die twee weer gelijk. Geen wonder, dat zij allebei onder hoog spanning worden gespeeld. De partij tusschen Soussa en Gabriels geeft den laatsten zijn vier de beurt de gelegenheid om te laten zien, dat hij toch heusch heel, heel sterk is. De 81 waren mathematisch juist gespeeld, aan den korten band: tot aan de 75 ,met geen een rappel meer aan meer dan een band. Soussa was duidelijk geagiteerd. Een van zijn misstooten is alleen Ijct gevolg van dezen toe stand. Gabriels zesde beurt is werkelijk meesterlijk. De 100 gaat op. De 122ste is een formidable moeilijke massé in gewrongen houding, hij lukt net. De 135st.e is weer een zware massé: en die lukt ook. Nog een paar malen komen de ballen masqué. De eene zware masqué volgt op de andere. De 150 gaan op. En verder. De 200 komen onder daverend ap plaus van het verrukte publiek. Op 211 is het uit, de arbiter telt niet door, maarde carambole was inderdaad gemaakt. Heftig protesteert het publiek. Gabriels gaat zitten, zonder aarzelen; maar hij kijkt even naar mij om en zegt: „Ik had em" Soussa is er uit, maar Gabriels ook even. Tot in de 10e beurt hij weer mooi klein spelend 58 De K. N. V. B. besluit zijn internationaal programma van dit seizoen met de twee jaar- lijksche wedstrijden tegen de Belgen, waarvan morgen de eerste in Antwerpen gaat. Mogen deze landenwedstrijden zich steeds in een groote belangstelling verheugen, voor het gebeuren in de Schelde-stad van morgen overtreft die alle vorige ontmoetingen in België. Niet minder dan zeven extra-treinen loopen er om de supporters uit alle deelen des lands naar het Zuiden te vervoeren. Voegen we daarbij de velen die per gewonen trein op eigen gelegenheid, per auto of andere middelen van vervoer de reis onder nemen, dan kunnen we gerust schatten dat er meer dan 12.000 Nederlanders op het Antwerp- terrein aanwezig zullen zijn om de oranje-ploeg aan te moedigen. Dezen moreelen steun zullen onze spelers ten zeerste op prijs stellen, want ze weten dat het zeer moeilijk is de Roode Duivels in hun eigen land te verslaan. Officieel kwamen de ploegen van Nederland en België 21 maal tegenover elkaar op Belgischen bodem. Daarvan werden 9 door de Hollanders gewonnen, vier keer werd gelijk gespeeld, acht keer was een neder laag ons deel. Op het oog zijn deze cijfers voor Nederland niet ongunstig, maar men diene hierbij te bedenken dat onze winst voor het Óvergroote deel van voor den oorlog dateert. Toen verkregen we 7 overwinningen en 1 gelijk spel met slechts 2 nederlagen, doch na 1920 wer den de rollen omgedraaid. Toen de serie in dat jaar werd hervat, volgde de eene nederlaag de andere op. In 1925 wist de oranje-ploeg weer eens te zegevieren, nadat in 1921 en 1924 met 1—1 was gelijk gespeeld, terwijl ook 1926 een zelfde puntenverdeeling bracht. Na 1926 konden we geen enkel winstpunt meer uit België halen, totdat de sombere reeks het vorig jaar eindelijk weer gebroken werd. Op 22 Maart 1932 ver kreeg het Nederlandsch elftal een. verdiende zege met 41 te Antwerpen in een wedstrijd, waarin tevens het honderste Hollandsche doel punt tegen de Belgen werd gefabriceerd. Uit dit korte historisch overzicht moge blij ken dat het niet gemakkelijk winnen is voor de oranje-ploeg in Antwerpen en dat het de in spanning der uiterste krachten vergen zal om wederom een eervol resultaat te bereiken. Vóór dien wedstrijd van 20 Maart 1932 werd het jaarlijksch reisje naar Antwerpen telkens als een hopeloos ondernemen tegemoet gezien. De laatste boeiende kamp, waarin van Male schitterend debuteerde als internationaal doel- verdediger, toen Lagendaal z'n besten vorm demonstreerde en Adam, moter en stuwer van den aanval, de Belgische achterhoede telkens in verwarring bracht, heeft het enthousiasme weer verlevendigd en met de daarop in April gevolgde nieuwe 21 zege te Amsterdam onge twijfeld stimuleerend gewerkt op de animo der Nederlandsche voetbalsupporters om mee op te trekken naar de stad der Sinjoren ten einde hun favoriet enaan te vuren in den sportieven, maar heeten strijd. Vijf maal in successie won nu Nederland de landenwedstrijden in den vreemde, men is dus in optimistische stemming vrat het komende resultaat betreft; er is zon en lente in de lucht, wat den trek naar buiten ani meert; alle factoren werken samen om de Neder landers met duizenden naar België te trekken. Alle malaise ten spijt; voor Antwerpen betee kenen het de beste dagen van 't jaar! De lijst der officieele wedstrijden tusschen Nederland en België bevat er in totaal 42 met het volgend resultaat: gesp. gew. gel. verl. pnt. doelp. Nederland 42 19 9 14 47 98—75 België 42 14 9 19 37 75—98 Tellen we de ontmoetingen, die officieel niet onder deze landen-kampen worden gerekend (Olympische Spelen, extra-wedstrijden) mede, dan krijgen we de volgende cijfers: gesp. gew. gel. verl. pnt. doelp. Nederland 48 23 9 16 55 10888 België 48 16 9 23 41 88-108 Voor de officieele wedstrijden in België ge speeld, zijn de totalen: gesp. gew. gel. verl. pnt. doelp. Nederland 21 9 4 8 22 43 40 België 21 8 4 9 20 40-43 De elftallen. Van het Nederlandsche elftal, dat morgen in het veld verschijnt, behoeven de achterhoede en middenlinie geen bespiet..:g; zij kwamen in dezelfde samenstelling reeds meermalen uit. In den aanval missen we vooral Adam, hetgeen ontegenzeglijk een verzwakking is, en voorts Lagendaal, die in het buitenland zulks in tegenstelling met Amsterdam steeds uit stekend speelde. Van Reenen staat nu midden voor v. d. Broek links- en Bonsema rechts binnen. Het is mogelijk, dat deze combinatie het zal „doen"; we hebben onze voorhoede in Am sterdam al zoo dikwijls in kwaliteit bij de rest der ploeg zien achterblijven, dat we deze proef neming niet kunnen bejubelen alvorens er resultaat van gezien te hebben. Zit het den spelers wat mee en werpen ze zich met veel élan en uiterste inspanning in den strijd, daii blijft succes niet uit. Aan kwaliteiten ontbreekt het hun niet; het is de groote kwestie of zij zich aan de veranderde omstandigheden weten aan te passen. Bij de Eelgen missen we den oud-aanvoerder Hoydonckx, die blijkbaar in kracht heeft inge- biet en thans bij de reserves is ingedeeld. Als nieuwe menschen in de voorhoede zien we Desmedt en Sayes; de gevaarlijke rechtervleu gel Versyp—Voorhoof is echter present. De Belgen hebben pas eenige nederlagen tegen de Italianen, Oostenrijk (0—5), West-Duitschland (0—7) en Frankrijk (0—3) achter den rug. Te verwachten valt daarom dat ze zich nu extra zullen inspannen, te meer waar het tegen de Hollanders gaat, om onder de oogen van eigen landgenooten een zege te bevechten. Be Nederlandsche ploeg wacht dus morgen in Antwerpen een zware taak. Gesterkt door de voorgaande successen in het buitenland, kan ze echter den strijd met vertrouwen ingaan. De kansen staan volkomen lijk, de sterkste winne! De samenstellingen der elftallen luidt: België: van den Berghe (Daring C. Br.) Nauwens Dedeken (R. C. Mechelen) (Antwerp.) Verboven Hellemans Declercq (Berchem) (F. C. Mechelen) (Antwerp) Voorhoof Desmedt Sayes (Liersche) (Uccle) (C. S. Brugge) Versyp v- d- Eynde (F C.Brugge.) (Beerschot) Scheidsrechter: Crew (Engeland.) van Nellen Wels (D. H. C.) (Unitas.) v d. Broek v. Reenen Bonsema (P. S. V.). (Ajax) (Velocitas) van Heel Andriessen Pellikaan (Feijenoord) (Ajax) (Longa) van Run Weber (P. S. V.) (A. D. O.) van der Meulen. (H. F. C.) Nederland: maakt: missen door ketsen, een kleine trek stoot. In de 12e beurt komt het einde. De cijfers luiden: Soussa 90 12 36 7.30 Gabriëls 400 12 211 33.33 Poensgen slaat Moons. De partij Moons—Poensgen was, wat den Duitsche meester betreft, een bijzonder goede partij. Want hij speelde niet alleen zijn eigen partij, maar leefde begrijpelijkerwijs sterk mede met de partij op het andere biljart, omdat ook daarvan zijn verdere kansen afhankelijk waren. Met ijzeren energie bracht de Oberregierungs- rat serie op serie. Die van 54 in de achtste beurt was de mooiste uit een oogpunt van spel techniek, die er op volgde, een van 98 zette zooden aan den dijk, bracht hem ver buiten het bereik van zijn Belgischen tegenstander, die met uitzondering van een razend gespeelde 60 in de 5e beurt maar ternauwernood op dreef kon komen. Zijn twaalfde beurt was nog een in zulk een razend tempo afgewerkte se rie van 41. Twee beurten later kwam het einde. Even ernstig als steeds, bouwde Poensgen zijn serie op: de eerste stoot was formidabel: met 43 maakte hij de partij uit. De cijfers luiden. Moons 185 14 60 13.21 Poensgen 400 14 98 28.57 De eerste avondpartijen. De partij de Gasparin—Dommering had aan vankelijk het aanzien een mooie partij te wor den. maar nadat onze landgenoot een zeer goed gespeelde 122 gemaakt had, bleef verder suc ces uit.. Jan Dommering bleef zijn tegenstander voor. maar beider spel werd gaandeweg minder. Het resultaat was, dat Dommering aldus won: De Gasparin 232 19 52 12.21 Dommering 400 19 122 21.05 Joachim wint op het nippertje. De andere partij was uitermate interessant. Er werden niet minder dan drie series in ge maakt boven de 100, waarvan de verliezer er twee maakte. En daardoor was de partij op het laatst ongelooflijk spannend. Het ging eerst goed gelijk op. Beiflen, zoowel Joachim als Albert, speelden het zuivere kleine spel. Een prachtige 121 van den Fransenman werd gevolgd door een niel minder aantrekkelijke 87 van Joachim. In de 9e beurt kwam de groote serie van Joa chim. Werkelijk een hoogstaande serie. Van weergaloos mooi klein spel, onbeheerscht zoo nu en dan, met vlagen van onoplettendheid, die echter grandioos werden hersteld. En Joachim ging zoo maar winnen, dacht men. Maar Albert dacht er zelf anders over. Die maakte in de 14e beurt een zeker zoo mooie serie. Hij stond toen 255 om 385. En de 100 ging op, 110, 120, het werden er 130. Een juweel van een serie. En toen stonden ze gelijk op 385. De eindcijfers luiden: Albert 399 16 130 24.93 Joachim 400 16 200 25. De uitslagen van de laatste partijen zijn: Poensgen 400 7 126 57.14 Gabriëls 161 6 76 26.83 Moons 169 16 118 16.81 Soussa 400 16 80 25.— De beslissing valt heden tusschen Poensgen en Soussa. Eerste klasse G. Graaf Willem besluit het programma met een uitwedstrijd tegen Spartaan. Wanneer de Hage naars winnen, staan ze met D. H. L. in punten aantal gelijk, welke laatste echter nog een beurt voor den boeg heeft. Raken ze een punt kwijt te Rotterdam, dan arriveert het kampioenschap morgen reeds in Delft. Intusschen gelooven we den Graaf wel te zien zegevieren. Donk moet naar Santpoort, welke reis weinig vooruitzich ten biedt. Leonidas heeft S. J. C. te gast, waar van ze in Noordwijk met 31 verloor, doch die ze te Rotterdam wel kan kloppen. Men seint ons uit Parijs d.d. 7 dezer Des middags was het zeer levendig op de baan. Zoowel tijdens de klassëmentssprints als bij die van half vijf werd flink gestreden. De talrijke premies gaven den strijd eveneens een levendig aanzien. Even na vijf uur begonnen de beide laatste koppels, gebrs. Lemoine en Coupry-Pec- queux, waarvan een paar volgens het reglement te middernacht uit de baan zal worden geno men, te jagen. Zij slaagden er in enkele ronden te winnen. Na 67 uur waren afgelegd 1532.250 K.M.. De stand luidde toen als volgt 1 Schoen-Busschenhagen 135 pn., 2 Dipaco-Di- nale 78 pn., 3 Broccardo-Guimbretiere 63 pn., op een ronde 4 Pijnenburg-Wals 109 pn., 5 Pe- lissier-Dayen 80 pn., 6 Wambst-Leducq 64 pn.. op twee ronden7 Guerra-Linari 122 pn., 8 Charlier-Deneef 76 pn., 9 Ronsse-Loncke 63 pn., op vier ronden 10 Tietz-Bulla 80 pn., 11 Piet van Kempen en Jan van Kempen 76 pn., op vijf ronden 12 Mouton-Peix 80 pn., 13 Ignat Fabre 58 pn., op zes ronden 14 gebr. Lemoine 40 pn., op zeven ronden 15 Coupry-Pecqeux 56 pn. Na dit middagklassement verwachtte men algemeen den beslissenden strijd tusschen de eerste drie paren. Alle tribunes waren des avonds stampvol. Het middenveld was voller dan ooit: buiten het velodrome stonden groote rijen auto's terwijl 500 a 600 menschen queue moesten maken om in het gebouw te komen. Er waren eenige deta chementen politieagenten noodig om het ver keer te regelen. Den geheelen avond werd er koortsachtig ge jaagd. De meeste jachten werden door Pelissier ingezet. Om 10 uur waren PijnenburgWals drie ronden achter. Om half elf liepen zij een ronde in en om vijf minuten voor elf wisten zij nog maals een ronde terug te nemen. Dayen maakte een val welke echter nogal goed scheen af te loopen. Premie op premie werd verreden. Jan van Kempen streed hardnekkig om den uitge loofden Peugeot-auto. Op het oogenblik staat hij gelijk met Coupry. De sprints van 10 uur werden resp. gewonnen door: Dipaco, Dipaco, De Neef, Leducq, Pelis sier, Dayen, Pelissier, Wambst, Pelissier, Ignat, Loncke. Om elf uur werd de volgende stand bekend gemaakt: 1 BroccardoGuimbretière 80 pnt.: op een ronde: 2 Querra—Linari 130 pnt.; 3 Pijnenburg —Wals 121 pnt.; op 2 ronden: 4 Pelissier—Dayen 104 pnt.; 5 DinaleDipaco 96 pnt.; 6 Wcmbst Leducq 77 pnt.; op 3 ronden: 7 Chaii vgr 78 pnt.; op 4 ronden: 8 Tietz—Bulla 8z put., op 5 ronden: 9 SchoenBuschenhagen 141 pnt.; op 6 ronden: 10 Jan en Piet van Kempen 75 pnt.; 11 Ronsse—Loncke 73 pnt.; op 8 ronden: 12 FebreIgnat 66 pnt.; op 9 ronden: 13 Mouton- Peix 81 pnt.; 14 Henri Lemoine 40 pnt. (zijn broeder Maurice heeft wegens pijn in de knie opgegeven)op 12 ronden: 15 Coupry Pecqueux 56 pnt. Om tien minuten over half elf gaf Peix op. Mouton vormde toen een nieuw koppel met Henri Lemoine. Zij kwamen op de dertiende plaats met negen ronden achterstand te liggen. De propaganda-actie ingezet. Nu de datum van de Missie-finale Haarlem Den Bosch definitief op 14 Mei is vastgesteld, is het ijverig Missie-Comité een hernieuwde en feime actie begonnen. Aan alle R.K. Sportvereenigingen in de dis tricten Den Haag, Rotterdam en Leiden zijn circulaires gezonden om de diverse vereenigings- besturen te bewegen dien dag met hun leden georganiseerde uitstapjes naar Delft te maken. Waarvoor naar Delft? Ten eerste om het goede doel te steunen, n.L de Missie. Ten tweede te genieten van twee mooie voetbalwedstrijden. Naast HaarlemDen Bosch wordt Den HaagRotterdam gespeeld. (Samengesteld uit D.H.VJB.-elftallen). Ten derde zal het een geweldige demonstratie moeten wor den voor onze Roomsche sport. Om teleurstelling te vermijden, raadt het co mité aan te voren kaarten aan te vragen. Hoewel natuurlijk op het zeer groote D.H L.-terrein uit breiding der plaatsen mogelijk is, kom' aar. alles toch een eind. ook aan de ruimte. De prijzen der plaatsen zijn zeer laag. met de crisis is terdege rekening gehouden Ze .-.ijn als volgt: overdekte tribune een gulden, staanplaat sen tribunezijde 50 cent. staanplaatsen tegenover tribune 30 cent, jongenskaarten 10 cent. Het secretariaat is gevestigd Kloosterkade 196 te Delft. Telefoon 1472. Zelfkennis. „Schrijf je nu geen gedichten meer voor dat tijdschrift." „Neen, ik heb mij nu zelf een papiermand aangeschaft." Zelfbewust. De tooneelspeler moest zich voor het gerecht verantwoorden in zake contractbreuk. Bij die gelegenheid verklaarde hij, dat hij de grootste artist ter wereld was. Toen een collega hem over dezen eigenlof ter verantwoording riep, zeide hij: „Ja, ik heb me zelf ook wel een beet je geschaamd, maar ik kon niet anders, ik stond onder eede." ALICE HILLS. PARIJS, 7 April. (H. N.) De vliegster Alice Hills is vanmorgen 10.20 uur te Hanau aange komen. ROTTERDAM. 7 April. Coöp. Tuinbouwveiling Rotterdam en omstreken G A.Holl. kaskomkom- mers le soort 1619 et., 2e soort 13—14 ct„ 3e soort 1012 ct.; per stuk, komkommerstek 17—20 ct. per kg., Holl' platg. komkommers le soort 18—20 et., 2e soort 12—16 ct. 3e soort 13—15 ct., per stuk, komkommerstek 17—2". ct. per kg., sla meikoning 4.206.30. 2e soort 2.10—3.40 per 100 krop. sla- vellen 9—16 ct. per kg., spinazie 4—9 per 100 kg., rabarber 7—9 ct. per bos, postelein 19—28 et. per kg., radijs f ',"0—3.10 pc 1C-5 -os, snij'^jouew 80—10 ct. per Kg. Aanvoer sla 411.000 kroppen. ROTTÊRD.vM,7 April. Veilingsvereeniging Vrjje Aardbeienveiling Charlois: witlof 1314, spinazie ƒ99.40, roode kool ƒ5.105.60, gele' savoye kool 1.20—4.40 per 100 stuks, sla j 2.50, eieren ƒ2.30— 2.60 per 1C0 stuks, rabarber ƒ34.20, selderij' 1.20—1.30, radijs ƒ2.403.60, prei ƒ0.90 1.90 per 100 bos. VLAARDINGEN, 7 April Betaald werd voor zoute visch (s'ijvt koon) groote 21 2021.40, middelsoort II- 9019.60, lichtere 13.4013.70 heele filet 18.70—19.60, halve filet 10.20— 10.80 per kantje. Naar het Engelsch van J. C. LENEHAN. 38. De waard bleek een goed profeet. Voor dat er drie minuten verstreken waren, trad een vrouw binnen met in iedere hand een flesch. De man bediende haar en kwam dan met een toe Vül geheimzinniSheid naar Hemingway Dat is ze! annonceerde hij dramatisch. Hemingway bedankte hem en daarna ging ook hij naar buiten. Op hetzelfde oogenblik, dat de vrouw haar huis in een smerig achterstraatje wilde binnen gaan, trad Hemingway op haar toe. Ik zou graag een paar woorden wisselen met uw nieuwen kostganger, zei hij kort. Het onverwachte van die vraag deed de vrouw zoo hevig schrikken, dat een van de flesschen wat van zijn kostbaren inhoud verloor. Weet niet wie van hen u bedoelt, merkte zij op, nadat zij zich ervan overtuigd had dat de kleine hoeveelheid die zij gemorst had, niet gemist zou worden. Huurders komen en 'gaan. Ik bedoel die met dat ongelukkige been. Oh, die! Met een luid snuiven gaf de vrouw uiting aan haar misnoegen over dien commensaal. All right, kom d'r in. Haar gereede uitnoodiging verraste Heming- viay, want hij had op een botte weigering ge rekend. Hij wist niet, dat de vrouw zich erger de aan de geslotenheid van dezen zonderlin gen huurder. Indien de man haar voldoende vertrouwd had om haar te vertellen, dat hij zich schuilhield voor de politie, zou de ont vangst, die Hemingway ten deel viel, ongetwij feld- heel anders zijn geweest. Hoe kon zij bo vendien weten, dat Hemingway's vermelding van de misvorming van haar huurder louter een brutale gis was? Zij bracht Hemingway een paar krakende, kale trappen op en dan wierp zij zonder te kloppen een deur open. Hier binnen kun jo 'm vinden, snauwde zij, waarop zij de trap weer afdaalde. Terwijl Hemingway de kamer binnentrad, uitte Foxy want het was inderdaad Foxy een scherpen kreet van verrassing en ontstel tenis, en als een gewond dier strompelde hij naar den versten hoek van de kamer. Zijn ge laat was bedekt met een massa rood haar, want sedert zijn vlucht uit Middleham had hij geen scheermes meer aangeraakt. Hij ontbloot te zijn paar overgebleven gele tanden; en zijn bovenlip vertrok in een grijns die absoluut dierlijk aandeed. Nog nooit tevoren had de in specteur beseft, dat Foxy zijn bijnaam zóó met tere Wat beteekent dat voor den duivel om hier zoo te komen binnenloopen? vroeg Foxy met een stem, die het midden hield tusschen grauwen en huilen. •Hemingway keek hem strak aan. Ik moet jou hebben, Foxy. Waarvoor? Die felle vraag klonk bijna als een noodkreet. Je kunt niks tegen me be wijzen. Waarvan beschuldig je me? Zeg me dat eens en loop dan naar den duivel! Die vraag overdenkend herinnerde Heming way zich Kilby's instructies. Ik beschuldig je nergens van, zei hij, maar ik zou wel eens graag willen weten, waarom je Middleham zoo overhaast hebt ver laten. Oh, zou je dat willen weten? snauwde Foxy, terwijl hij den 'ander loerend aankeek. Zijn angst scheen als een mantel van hem af gevallen te zijn. Ja, mr. inspecteur 'Emingway, ik begrijp dat je dat graag zou willen weten. Hemingway klemde woedend zijn lippen crp elkaar. Maar toen hij sprak klonk zijn stem toch uiterst kalm. Je behoeft je nergens bezorgd over te ma ken, zei hij geruststellend. Ik wil alleen maar, dat' je rustig en gewillig met me meegaat. Afgesproken? Foxy schuifelde naar voren tot hij vlak voor den inspecteur stond. Ja, ik ga mee terug, snauwde hij. En wan neer ik terug ben zullen jij en die speurhond van Scotland Yard me zeker vragen wie Den- nison vermoord heeft, niet? Maar indien die slimme jongen uit Londen niet zoo verdraaid blind was, zou hij me dat niet hoeven te vra gen dan had hij het al lang zelf uitgevonden Wel, misschien ben ik wel in staat zijn „lichies" te openen. En wanneer ik ze geopend heb zie ik hem al op z'n achterste beenen zit ten, kijkend als de schaapachtige idioot die hij in werkelijkheid ook is. Ga maar voor, mr. inspecteur 'Emingway, ik ben gereed. Hemingway keek hem onderzoekend aan, maar zei niets. Zij vormden een zonderling paar, de inspec teur en Foxy, toen zij naar het station liepen. Maar hoewelHemingway, met een stroef gé- zicht, met fermen pas liep, slaagde Foxy er gemakkelijk in op zijn half hinkende half schuifelende wijze met den inspecteur gelijk te blijven; en zoo nu en dan keek hij eens naar hem op om openlijk uiting te geven aan zijn minder vriendelijke gevoelens jegens de politiemacht in het algemeen en Hemingway in het bijzonder. Wacht hier tot ik terugkom, beval He mingway, voordat hij het postkantoor binnen ging waar zij toevallig langs kwamen. De inspecteur had bijna een kwartier noodig om zijn telegram aan Kilby op te stellen en neer te schrijven en toen hij weer naar buiten kwam grinnikte Foxy op zijn bekende, hate lijke manier. Nog altijd 'ier, mr. inspecteur Emingway! sarde hij. Was u niet bang dat ik er vandoor zou gaan, nu ik zoo'n mooi kansje kreeg? Maar maak je maar geen zorgen. Ik volg je als een schaduw, tot je mij bij dien ^9* use, Scotland Yard hebt gebracht. Ga maar weer voor, mr. inspecteur, vooruit maar weer. HOOFDSTUK XXX DE KLOP OP DE DEUR Kilby was juist teruggekomen van het kan toor van de firma Coote en Dennison, alwaar hij een interessant gesprek had gevoerd met zijn ouden vriend, den bediende, toen agent Jenkins de kamer binnentrad en hem Heming way's telegram overhandigde. Op het gelaat van den detective vertoonde zich een trek van grimmige tevredenheid, toen hij het formulier wederom opvouwde en in de enveloppe terugstak. Ga eens even een paar minuten zitten, Jenkins, zei hij. Ik zal je dadelijk moeten vragen een paar brieven voor mij te bezorgen Wacht aan ieder adres op antwoord, zei hij, toen hij een minuut of tien later de brie ven welke hij juist geschreven had, aan den agent overhandigde. Ik verwacht van de zijde van den kolonel geen moeilijkheden maar Bel lamy zou ons een poets kunnen probeeren te bakken. Indien hij dat doet, breng je hem maar ineens zelf mee. Om aan den veiligen kant te zijn, kun je beter nog een agent meenemen. Politieagent Jenkins keek hem twijfelend aan. Maar waar is het bevel tot inhechtenisne ming, sir? informeerde hij. Oh, trek je daar maar niets van aan, Jen kins. Ik neem de volle verantwoording op mij. Vergeet niet, dat je niet werkelijk iemand gaat arresteeren. En ik geloof niet dat hij moeilijk heden zal opwerpen. Wanneer hij jullie twee ziet opdagen, zal hij vrij zeker mijneh invitatie accepteeren. Oh, dat is waar ook, Jen kins, wil je mij, voordat je weggaat een ande ren agent hiersturen. Het geeft niet wie. Aan den tweeden agent deelde hij het' juiste tijdstip mede, waarop inspecteur Hemingway met Foxy waarschijnlijk aan het station ver wacht konden worden. Maak dat je daar dan bent, zei hij en vraag inspecteur Hemingway of hij met zijn vrachtje direct naar The Chesnuts wil komen, inplaats van hier naar toe. De agent trok zich terug en Kilby volgde hem bijna op de hielen. Hij ging nog een paar maatregelen treffen in verband met de brie ven, welke agent Jenkins nu aan het bezorgen was. De trein waarmede Hemingway en Foxy van Hornby naar Middleham reisden, bleek een gruwelijke boemel te zijn die aan iedere ne gorij stopte. Dientengevolge begonnen er in de hoeken van de kamer reeds grijze schaduwen te ko men, toen zij eindelijk de studeerkamer van The Chestnuts betraden. Kilby's instructies om naar Dennison's huis te komen inplaats van naar het politiebureau, hadden Hemingway niet weinig verbaasd. Zijn verwondering groeide toen hij, in de kamer ko mend, ontdekte dat Kilby niet alleen was, doch deel uitmaakte van een heel gezelschap. Hallo, Hemingway! groette Kilby vriende lijk vanaf zijn stoel achter het bureau. Ben je dus eindelijk aangekomen? Draai de lichten eens aan, wil je? zei hij tegen een van de agenten, die bij de deur stonden. De studeerkamer werd overstraald met licht en Hemingway's blikken zwierven haastig over de verschillende gezichten, die alle in zijn richting waren gekeerd, naar het gelaat van Kolonel Somers, rood en opgewonden naar dat van Edith, bleek maar beheerscht; naar het sluwe gluiperige uiterlijk van Ralph Bellamy, wiens lippen in een sardonischen glimlach ge scheiden waren, en naar het doodsbleeke ge laat van Emily Taylor, schijnbaar doodelijk beangst over haar vader's aanwezigheid. De kolonel stond, met zijn beenen wijd uit elkaar, stevig vóór een gezellig brandend haardvuur geplant, terwijl zijn nichtje in een stoel vlak naast hem zat. Bellamy leunde met over elkaar geslagen knieën in een grooten stoel achterover, zoodat zijn haar op een zon derlinge manier door de hooge leuning over eind geduwd werd. Emily Taylor, die gehoor- gevend aan een impuls was opgesprongen met een instinctief verlangen om te vluchten, was weer gaan zitten, een toonbeeld van gespannen verwachting. Dit haastige onderzoek nam slechts enkele oogenblikken in beslag en toen Hemingway zich weer naar den man aan zijn zijde keerde, bemerkte hij dat Foxy's overmoed geheel was verdwenen, zooals een lichte nevel wel eens met één slag door een opstekend windje wordt weggevaagd. Foxy was nu niets dan een ang stig bevende stakker. Nadat de duisternis uit de kamer was ver dreven, bleef Kilby met opzet nog eenige oogenblikken zwijgen. En zijn korte bevel om licht was een afschaduwing van zijn inner lijke gevoelens. Na langdurig en ernstig na denken had hij zijn „invitaties" gericht tot het nu verzamelde gezelschap. Indien die „invita ties" niet aangenomen waren, zou hij zonder twijfel andere, strengere maatregelen getrof fen hebben. Het ondervragen van al deze men schen afzonderlijk had hem niets geleerd. Of liever, hij had heel wat geleerd, maar de con clusie van dat alles was zoo verwarrend, dat hij er geen raad mee wist. Maar hij had een intuïtie dat hij, wanneer hij hen er slechts toe kon brengen zich in eikaars tegenwoordigheid uit te spreken, spoedig een leidraad zou vin den die hem in staat zou stellen de verschil lende stukken van het ingewikkelde probleem op hun juiste plaatsen te brengen. Niemand kende beter dan Kilby de demora- liseerende uitwerking welke een langdurig zwijgen op iemands geest had. Zonder een ge luid te maken boog hij zich voorover, trok een lade open en legde hij de beide gemerkte pis tolen op het blad van het bureau vóór zich. Daarna flitste zijn blik als een zoeklicht over de aangezichten der aanwezigen. Slechts Edith en haar oom toonden teeke nen van onrust bij het zien van beide wapens. Je kunt beter gaan zitten, Hemingway. Eindelijk werd de stilte verbroken. En U ook Mr. Taylor. Mister! schamperde Foxy. Wat bedoel je voor den donder daarmee? Foxy was doodsbe nauwd. Dat is een opgejaagde rat ook, en toch doet die geen poging om bij zijn achtervolger in het gevlij te komen. Kijk 'ns hier, Mr. De tective, noem mij Foxy en maak d'r 'n end an. Ik heb om jullie ellendige beleefdheid niet gevraagd! Hemingway ging op de canapé zitten, die nog een eind van den haard af stond. Ik geloof, dat ik in uw buurt mot blijven, mr. Inspecteur Emingway! zei Foxy, terwijl hij achter den inspecteur aanschuifelde. Op Kilby's gelaat verscheen een vroolijk glimlachje. Foxy, zei hij, waarom zeg je niets tegen je dochter? Dit was de aanwijzing die Foxy noodig had. Tot op dit oogenblik had hij nog niet geweten, of zijn familie-relatie tot dit meisje bekend was of vermoed werd. 'Allo Em, zei hij, op een toon vol kalme toewijding, maar hij deed geen poging om het meisje te naderen. 'Lo, dad! Daarna verviel Emily weer in een halsstarrig stilzwijgen. Kilby wenkte Hemingway, waarop beide even de kamer verlieten. Heeft Foxy gesproken? vroeg Kilby. Neen, geen woord. Ah! Denk je dat hij zal spreken? Hemingway dacht ernstig na, alvorens te antwoorden. Indien Foxy niet van plan is te spreken, zei hij, geloof ik niet, dat tien paarden één woord uit zijn mond zouden kunnen trekken. En ik ben er van overtuigd, dat hij van plan is zijn mond te houden. Wij moeten hem dwingen die te openen. En ook Bellamy zal méér moeten vertellen dan hij tot dusverre gedaan heeft. Maar ik denk. dat ik met Emily zal beginnen. Het zou me niets verwonderen indien zij tenslotte de sleu tel zou blijken te zijn, om de monden der an deren te ontsluiten. Zij keerden terug in de kamer en gingen weer op hun vorige plaatsen zitten, terwijl alle aanwezigen hen gespannen aanstaarden. Emily Taylor, zei Kilby op ijskouden toon, wat heb je met de sieraden gedaan, die je van daag een week geleden 's avonds uit deze ka mer stal? De driftige jongedame keek alsof zij niets liever zou doen dan naar het bureau snellen, om dat onverstoorbare glimlachje van het ge laat van den detective te verdrijven. Maar met een geweldige zelfbeheersching slaagde zij erin te blijven zitten. Ik heb ze niet gestolen! ontkende zij met haar harde, hooge stem. Het is niet waar. Ik heb ze zelfs niet Maar met een kort gebaar van zijn hand onderbrak Kilby haar; terwijl Hemingway Foxy's protest in de kiem smoorde. Het is jammer! meende Kilby hardop, nadenkend van het meisje naar Bellamy sta rend, wiens sardonische glimlach even plotse ling en radicaal was uitgewischt als een natte spons een krijtstreep van een lei wegveegt. Buitengewoon jammer dat het vertrouwen van een jonge vrouw zoo geweldig misplaatst is. Daarna uitsluitend Emily aankijkend vgrvo'gde hij: Een dag of drie vier geleden zag ik jullie des avonds toevallig samen. Neen, probeer het niet te ontkennen; in den regel bedriegen mijn oogen mij niet. Wel, dat is dus vastgesteld. Maar sedert dien heb ik toevallig mr. Bellamy meerdere malen met een jongevrouw samen gezien. En, miss Taylor, het spijt mij u te moe ten zeggen dat U die jonge vrouw niet waart. Zij was jonger dan U, en vergeef me mijn ruwheid ook méér van „stand". Ik ben er zeker van, dat haar gepoederde hals een pracht achtergrond voor het vermiste halssnoer zou vormen. En zonder twijfel zou de broche op haar charmante persoontje ook goed tot haar recht komen. Misschien wilt u mr. Bellamy wel vragen of de. sieraden zijn laatste „jonge dame" bevallen zijn. Emily nam haar toevlucht tot de nooit fa lende vrouwelijke remedie, wanneer woorden of argumenten haar ontbreken onredelijke en nietszeggende ontkenning, vele malen her haald; Het is een leugen! riep zij opnieuw en op nieuw, terwijl zij met dichtgeklemde vuisten op de leuning van haar stoel sloeg. En leu gen! Een leugen! Een leugen! Toen ontving Kilby hulp van een totaal on verwachte zijde. Kalm aan, Em., adviseerde Foxy vanaf zijn canapé. De 'tec vertelt je niets dan de waarheid. Weken geleden zag ik dat stuk naar ling al met een paar „zijden kousen" rond scharrelen en al dien tijd hield hij jou zoet met smoesjes over trouwen. Je was te eerlijk met hem, Em, daarbij speelde je een verkeerde kaart. Je hebt er alleen maar bij gewonnen dat je hem bent kwijtgeraakt. Emily's verontwaardigde blik zwierf van het gelaat van haar vader naar dat van den man, wiens naam zij verwacht had te dragen. „Gij zult niet stelqn" was het eenige gebod, dat zij tot dusverre had overtreden en als Bellamy's vrouw had zij gehoopt zelfs deze overtreding van de Tien Geboden weer te zullen kunnen herstellen. Maar Bellamy's woedende gezicht leerde haar alles wat zij weten wilde en te gelijk te hooren vreesde. Kilby had gelijk; haar vader had gelijk. Terwijl hij haar voor den gek hield, had Bellamy het aangelegd met een ander meisje. Een meisje van „stand"! Stand! Dit woord schroeide haar ziel! Kilby had het niet zonder reden gebruikt, stand! En zij had de wet overtreden, was zelfs onoprecht geweest tegen haar eigen vader, om Bellamy zijn verovering van „stand" te kunnen laten maken! Daarop werden de aanwezigen onthaald op een demonstratie van dat klassieke citaat be treffende helsche furie en een versmade vrouw. Terwijl het meisje woedend uitvaarde moest Kilby achter zijn hand zachtjes glim lachen. Indien Emily Taylor er al niet in sla gen zou de lippen der anderen te ontsluiten zou zij zelf in ieder geval zeggen wat zij te zeggen had. Jij ellendige schurk! gilde zij terwijl zij op Bellamy toesnelde en twee klauwachtige han den naar zijn hatelijk lachend gelaat ophief» Valsche bedrieger! Oplichter! (Wordt -rerwrtgö, J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 7