z
EenJrisT
DE GELOFTE VAN
FAZANT.
1- I
DE EERSTE GOEDE
VRIJDAG.
kwakzalvers in het
DE NATUUR IN.
VOOR KNUTSELAARS.
ALLERLEI,
ZATERDAG 8 APRIL 1933
WIE KLEUMT EM MEE
De oplossing.
PHILIPS DE GOEDE TE RIJSSEL IN
HET JAAR DER GENADE 1454.
OOSTEN.
LETTERRAADSEL.
X
Oplossing vorig letterraadsel.
WELK BOEK
;S-
Yam vogeltje roodborst.
Een fries.
WIE SPEELT ER MEE
Buiken.
Oplossing van den vorigen
rebus.
Itiêhnrt
(Slot.)
Wat deed God rond de kruisiging van Zijn
bemindsten Zoon?
Hij toonde ons, hoe smal de weg is, die ten
hemel leidt. Van de twéé menschen, die den
dood, ingingen mèt den Zoon, leed de helft
schipbreuk. De helft! Zóó smal is de weg!
Het is niet prettig als je jong bent, om van
een smallen weg te hooren! De jeugd wil ruim
te en vrijheid, géén engheid of begrenzing!
Christus hièld van de jeugd en Hij kende
naar behoeften als géén ander. Toch sprak Hij
over dingen, die met den smallen weg véél te
Haken hadden tot den rijken jongeling, zoodal
dez« tenslotte treurig heen ging. Jezus gaf
em geen ruimte genoeg. Al je goederen weg
geven aan de armen en zelf het pad der ar
moede 0p? D at was hem al te nauw en j
daarom verliet hij den Kindervriend.
Het is overigens niet Jezus alléén, die over
n smallen weg tot ons spreekt. Onze onder*
v-Jzers en leeraren doen dat óók! Hoe moeilijk
JS het pa(j niet dat naar kennis van 'n vreem-
öe taal leidt? Ik denk aan al die Pransche
Tverkwoorden die van den regel afwijken; aan
de honderden Duitsche woorden ,die je moet
eren bij de meervoudsvorming; aan de uit
spraak van het Engelsch! Hoeveel wordt niet
v'ereischt om 'n draaglijk stukje op piano of
Vl°ol ten gehoore te brengen? Toen zal er nie
mand onder jullie zijn, die deze onaangename
voorbereidingen niet onder den knie zou wil
len krijgen! Onze leermeesters zeggen immers,
at deze moeite ruimschoots zal worden be
loond?
Jezus zegt dat óók. Wat we voor onze aardscche
leeraars wèl doen zouden we dat Hèm weige
ren? Verdient Hij niet minstens evenveel ver-
mouwen als zij? Én is het doèl van Zijn smal
en weg niet veel en veel schooner?
"Smal is de weg die ten Leven leidt" zegt het
Evangelie. De weg, die naar het leven leidt,
"at de dieren en de planten leiden, dat lagere I
even, is ruim genoeg, maar Christus heeft het
°ver het Leven, dat heilig is, vol van vrede,
*°1 schoonheid, omdat het beschenen wordt I
°or het licht uit de eeuwigheid, aar dat Le-
^en is de weg smal en vol steilten en enge
Passen, die met moeite worden genomen. De
Mohammedanen hebben dit pad zóó geschil-
erd, dat het werd 'n smalle brug over een ge
weldige zee, 'n brug, zoo smal als 'n scheer
mes en alleen de rechtvaardigen komen daar
over zonder met het kolkende water kennis
m maken.
He smalle weg, waarvan de Goede Vrijdag
ons bericht! Soms zóó steil, dat men op han-
oen en voeten moet kruipen om hóóger te
omen. Nu eens langs 'n afgrond met peillooze
ravijnen, dan weer langs de lijken, van wie
verongelukten! De breede weg lokt uit de ver
te met zijn malsche grastapijten en gemakkelijk
asfalt, en menigeen geeft aan dit lokken
gehoor. Zij komen tenslotte uit in het huis van
den reus, wanhoop genaamd, gelijk een oude
schrijver ons heeft bericht.
He goede moordenaar geraakte nog met
moeite en nood van dit breede pad af. Hij koos I
het smalle waarop Jesus vóórgaat en de Hei
ligen volgen.
Sluiten wij óns daarbij aan.
Onze Gids zal ons de kracht geven, noodig
om vol te houden!
Naast zeer vele werkelijk goed gekleurde
plaatjes ontvingen we enkele berijmingen
waarvan we déze week die van onzen makker
Joh. J. een plaats geven en wellicht volgende
week nog 'n andere óók 'n leuke! Dan ver
schijnt tevens de uitslag want nu komen nog
steeds oplossingen in.
WIE KLEURT ER MEE?
De nieuwe serie van ons blad
Is nu al weer voorbij
Dus ook de tijd van teekenen
Gekleur en rijmerij;
Hief ziet u dan he, resultaat-
Leest dus maar wat hieronder slaat!
Het eerste plaatje toonde ons
Een zeer schoon jachttafreel:
Drie jagers en dan nog een hond
Die vormden het geheel.
De een schoot juist een vlucht van
vogels neer,
Met in zijn hand een één of dubbel
loopsgeweer.
Er waren eens op Carnaval
Drie leuke jongelui
Die voor het maskeradebal
In zeer lollige bui
Verkleed zich hadden tot pias,
Twee zonder en één met een das.
Ze wekten van de heele zaal
Al dra den lachlust op
Ze speelden dan trompet en
Tapten bovendien een mop.
Maar ach, aan alles komt toch eens een end
Dat ondervond je door het „staken
„band." 1)
van de
We zagen op plaat nummer drie
Een flink geboeiden beer.
Die zoowaar aan het dansen sloeg
Tot vreugde van zijn heer
Verdiende hiermee heel wat geld.
Nu is genoeg hiervan verteld.
Omgeven door wat riet
Dat is wel het voornaamste, wat
j'Op 't vierde plaatje ziet.
Een scheepje midden op dat grOote meer
Werd voortgeroeid door een zeer waterlie-
vend heer
Wie kent er niet het avontuur
Van onzen Dickie Trom.
En als je ze met aandacht leest,
Dan lach je je haast krom.
Dat is in dezen tijd wel goed
Met al dien naren tegenspoed.
We hebben nu al weer het eind
Van dit zestal bereikt.
Het is mij niet erg duidelijk,
Waar „jog" en hond op lijkt
Zooals ik zei: het is nu weer gedaan.
Weer zijn een zestal weken snel voor
bijgegaan.
JOH. J.
1) „Band" (bend) is een klein muziek-ge-
zeischap.
Philips de Goede is voor jullie wel niet hee-
lemaal 'n onbekende? Je zoudt er anders mee
in de war kunnen raken! We hebben 'n schóó-
nen Philips, 'n Twééde Philips moeten ont
houden en nu óók nog 'n Goeien Philips! Och,
weet je, driemaal is scheepsrecht en deze vorst,
als vader van Karei den Stoute is toch óók het
onthouden wel waard.
Ergens in een dik boek vond ik over dezen
Bourgondischen heerscher opgeteekend, dat hij
wat trotsch en toornig, 'n man van overdadige
feesten, maar óók een man van een ernstige
devotie. Hij was gewoon tot lang na de H. Mu
in zijn bidvertrek te blijven. Hij vastte vier
dagen in de week op water en brood en bo
vendien op alle vigilie-dagen van Onze Lieve
Vrouwe en de Apostelen. Somtijds had hij om
vier uur na den middag nog niets gegeten. Na
de verovering van Luxemburg bleef hij zóó
lang na de H. Mis verdiept in zijn gebeden en
daarna in bizondere getijden, dat zijn diena
ren, die hem te paard afwachtten, want de
strijd was nog niet afgeloopen ongeduldig
werden: de Hertog kon het een andermaal wel
inhalen om al die Onzevaders te zeggen! Men
waarschuwt hem ,dat er gevaar dreigde, indien
hij langer toeven bleef. Maar Philips de Goede
antwoordde koeltjes: „Si Dleu m'a donné vic-
toire, il la me gardera!" („Als God mij de over
winning verleende, zal Hij ook wel zorgen, dat
ik haar behoud".)
Van één dezer „overdadige feesten", die de
„groote hertog van het Westen" op touw zette,
zal 'k jullie hier eei - wat vertellen.
Konstantinopel, de oude hoofdstad der Ro
meinen, werd in 1453 door sultan Mahomed
veroverd, zonder dat de Christenen van het
Westen 'n hand uitstaken om de zoo dapper
verdedigde stad tegen de Mohammedanen te
helpen. De Grieksche Keizer sneuvelde na held-
haftigen tegenstand op de wallen zijner resi
dentie, die door de Turken na een gruwelijk
bloedbad in bezit werd genomen. Dit feit maak
te in Europa een ontzettenden indruk! Men
vreesde voor een inval der Halve Maan dwars
door Hongarije heen. Deze inval zou moordda
diger zijn dan die van Attila den geesel Gods,
met zijne Hunnen!
He Arabieren in de streken rond Euphraat
fn Tigris stellen hun vertrouwen meer op
Kwakzalvers dan op Europeesche dokters. He
|l'Oote stad Mosoel telt véél van die duizend-
Kunstenaars. Ook dames oefenen daar de „ge-
"eeskunst" uit. Eén heeft speciaal verstand van
oogziekten, die zij met druppeltjes behandelt.
Het einde van de kuur is strijk en zet dit. dat
ae Patiënt het laatste schimmetje licht uit zijn
oog kwijt raakt en niettemin blijmoedig zijn
Penningske offert aan de doktoresse..
Andere dames verkoopen bloedzuigers, die zij
aast bij iedere ziekte aanwenden. Het blijft
oimaakt hetzelfde, of je pijn in je hoofd hebt
a 111 j0 grooten teen, de bloedzuigers worden
n het werk gezet en tappen je het noodige
Voelt!n°0dige Sap af' t0t 'ie W6el' b6ter S°~
C'cll.iK in vroeger tijden bij ons, geniet de
barbier een hoog aanzien
leelmeester. Deze meneer hanteert het
onU-eeniaes niet alleen rond hals of lip' maal'
°P alle plaats, waar een jaap hem ge-
6nscht voorkomt.
armjn groote concurrent is de slager, want bij
soon °f beenbreuk is hij de aangewezen per-
liimn dc twee eindjes weer aan elkaar te
mei i °p 2eKeren dag kwam een arme drom-
»en raad van zoo'n vleeschhouwer inwin-
omvsniVW15 was pijnlijk gezwollen en van 'n
het ij u' fet ergste deed vreezen! Hij kon
het n„, ,aamsdeel niet gestrekt krijgen en won
hem eel van veel inlandsche dokters in, die
EurJVenwel niet helpen konden. Ook de
Popsche dokter trok een zéér bedenkelijke
zien1 111 Z^n voorhoofd en zeide géén uitweg te
aa?F vleeschhouwer deed den zieke plat ter
bij e Hggen. Hij riep 'n stuk of wat knechts
Zij die den patient moesten vasthouden.
plJ dl'oKten zijn armen en romp neer, twee
?v en zich op zijn borst en 'n ander ging op
zette fc' zitten* Eindelijk kwam de slager aan-
Zi„, 1 niet 'n geweldig stuk steen. Hij zette
d n schrap en sloeg met ontzettende kracht op
Vleselijk gezwollen knie. Wat niemand
(m "rid had, lukte hem, het been lei recht. De
nKkige bezitter stierf onder namelooze
POnen na enkele uren.
a„P,e woestijn-bewoonster Majonda, die jaren
s'a een gewoon was in het hotel Gods te
-Pen, onder den blooten hemel, leed vreese-
hit aan Keelpijn. Op, zekeren avond, toen zij
eten voor haar man bereidde van „borghal"
ge neusde haverkorrels), meldde zich een
dp mde gast, die om nachtverblijf vroeg. Met
grootst mogelijke gastvrijheid werd hem
en tont ter beschikking gesteld. Hij bleek een
d aKiem" (dokter) te zijn, net een kolfje naar
1 van Majonda's echtvriend! Deze ver-
_e de hem van de zieke keel zijner vrouw. De
r®emdeling oordeelde dadelijk ingrijpen drin-
^6nd noodzakelijk. Er werd een kolenvuur aan-
j. egd. In den gloed stookte men een potte,
■izeren staaf wit-heet. De vermaarde dokter
'et, toen Majonda den mond openhouden en
cnroeide het achterste gedeelte daarvan met
*JJ" gloeiend metaal!
°en zij enkele maanden later in het hospi-
al der missie kwam, vluchtte zij bij het hoo-
en spreken over een operatie de straat op.
r.e,en dokter kon haar bewegen haar mond voor
°óiets te leenen. Zij keerde met haar arme,
geblakerde keel naar de woestijn terug en liet
1 nooit meer in de buurt van het zieken
huis zien!
onder de Arabieren
Het geheel stelt den naam en toenaam van een
Oranje-vorst voor.
X 3
X 5
X ..I
••.X.... 8
X 8
X 10
X 11
X 12
X 13
X 14
1. West of Westen.
2. Een schoone, zwarte delfstof die zeer hard
is en vooral gebezigd wordt tol het vervaardi
gen van sieraden.
3. Een bekende boom met bruine schors, tot
de berkarchtigen behoorende.
4. De beide punten van de as, waarom de
aarde in een etmaal schijnt te draaien.
5. Gezindheid, aard, karakter; hooge zand
grond, denk aan Gaasterland.
6. Klein ijzerwerk, voorwerpen van gerin
ge waarden.
7. Overeenkomstig de woorden, letterlijk.
8. Die met den hengel vischt.
9 Beginnende grauw te worden, wit.
10. Door drukking doen voortbewegen.
11. Voedsel, eetwaar.
12. Friesche jongensnaam.
13. Wat opgegeven wordt om te leeren.
14. De 80-deelige thermometer.
Uitroepingsteeken. 1. U; 2. lis; 3. etc., 4. bars.,
5 groom- 6. preeken; 7. loopers; 8. verhinder;
Q verhongeren; 10 prangende: 11. geesten; 12.
bretels; 13. breed; 14. flets; 15. Oka; 16. des;
17. N.
Wij beginnen met een nieuwe rij van zes
plaatjes die allemaal betrekking hebben op een
bekend'boek; elke week 'n plaatje
Dit is nummer één. Er komen er nu nog
VI Onder degenen, die den naam van de boeken
goed raden; worden drie prijzen verloot. Op
lossingen inzenden na plaatje zes.
tijden verzekeren, dat al die kleinnodiën bij
eikaar wel één millioen goudstukken gekost
hebben. Maar de costuums der rijksgrooten zijn
het bekijken ook wel waard! Vanmorgen hebben
ze zich nog geoefend op het toernooiveld en
Vlaamsche dames, getooid met kostbare, kan
ten versiersels van Mechelen, hebben hen toe
gejuicht.
Hoor, de kerkklokken beginnen te luiden,
nu allen hun plaatsen hebben ingenomen. Er
wordt zéér schoon gezongen en het orgel, de
fluiten en de trompetten doen zich hooren Keu-
ri°e karretjes, beladen met schotels en bor
den bewegen zich langs de tafels, zoodat allen
7jéér geriefelijk kunnen bedienen. Het
banket is in vollen gang!
We verzuimen niet de tusschenpoozen bij te
wonen „entremets" genaamd. Er valt dan véél
te Zjen, dat ons het merg in de botten doet
bevriezen! Daar komt zoowaar 'n wild zwijn
de zaal binnen hollen, 'n wild zwijn met n
Eier op z'n rug. Pas is het ondier verdwenen,
of een nog gruwelijker monster doet zijn in
trede- 'n draak, die met zijn loossale vleu-
r,eis slaat en een afgrijselijk geluid uitstoot!
Juist staan we op het punt de beenen te ne
men als een heraut van wapenen ons verze
kert' dat, het alleen maar verkleede menschen
zijn,' die zich aldus hebben uitgedost! 'n Heele
geruststelling!
Heel wat kalmer verloopt de tooneel-voor-
steUing, welke hu volgt.. Zij herinnert aan den
kamp om het Gulden Vlies door Jason met zijn
Aroonauten veroverd op den draak, het Gul
den Vlies, door Philips den Goede in 1429
te Bru^e tot een hooge ridderorde verheven
En dan° komt eindelijk het hoogtepunt van
het banket! Let op:
Daar nadert met langzaam-plechtige schre
den een olifant, geleid door een reus. De rug
van den dikhuid torst een toren. In dien toren
bevindt zich de zéér eerbiedwaardige kroniek
schrijver, Olivier de Lamarche, de dichter, op
het schoone slot „de la Marche" van het Vrij-
Graafschau (Fransche Comté) geboren in het
der genade 1426. Als een bedaagde, treu
rende edel vrouwe is hij gekleed. Hij stelt de
Wpiiiere Moederkerk voor en verhaalt in schoone
'zen van al het leed dat de ongeloovigen
Christus' Bruid hebben berokkend. Kunnen de
aanwezige ridders al dat verdriet zoo maar over
hun kant laten gaan? Zijn de dagen van
Leeuwenhart en den Roodbaard dan bestemd
om nooit meer terug te keeren? Is de ridder
lijke ff eest gedoofd in de harten der rijksgroo
ten' immers neen! ?n daarom: te wapen om het
erf van die heilige Moeder te beschermen tegen
de aanvallen harer Turksche belagers! God wil
het, God wil het!
Levendige betuiging van bijval onderstreept
he twoord van den vermaarden verzen-zegger.
u jS 't de beurt-aan den wapenkoning. On-
Ergens in den tuin had 'n dame 'n roodborst
je gevonden, 'n piep-jong ding, dat véél te
vroeg de wijde wereld ingegaan was en daar
voor door een kleine kwetsuur had moeten
boeten! Het fraaie vogeltje kon niet meer vlie
gen. De dame nam het mee naar haar woning
en gaf het wat voer en warme melk te drinken.
Daarna zette zij het beestje op den muur. Eigen
lijk was dat nogal gevaarlijk, want het diertje
kon nu gemakkelijk door 'n kat worden be
slopen. De dame besloot echter 'n oogje in het
zeil te houden! Hoe groot was haar verbazing,
toen zij papa en mama roodborst zag komen
aanvliegen, die aanstonds een krijgsraad be
legden om hun vermetelen spruit hulp te bie
den! Na een kort gesprek vlogen zij weg en
kwamen met een langen, langen stroohalm te
rug. Het stoute kindje plaatste dezen halm in
den bek, vader nam het ééne eind. moeder het
andere en zóó zeilden ze naar hun veilige nest
terug!!
'n Fries 'n fries, waarom geen Groninger?
Bedaar, man, bedaar, het heeft niets met
Fryslan boppe" te maken! 't Is geen rios.
maar 'n fries! 'n Figuurtje om mee te versie
ren! Gesnapt?
Neem een langen reep papier en vouw hem
in halve vierkanten Je neemt den reep b.v.
5 c.m. breed en je maakt dus de halve vierkan
ten 2.5 c.m. Teeken au op het bovenste hal e
vierkant een halven vlinder, knip dien uil en
vouw den reep open.
Om de fries mooi te maken, kleuren wc de
vlinders met waterverf of kleur-pastel of éeoh-
ne: wanneer je die kleuren een beetje afwisselt,
krijg je een jeuk effect.
SANTIAGO DE COMPOSTELLA
in Spanje behoorde tot de beroemdste bede
vaartplaatsen der Middeleeuwen. De Aarts
bisschop der stad. met haar méér dan honderd
torens, was altijd de éérste kapelaan bij de
Spaansche kroon.
Sint Jakobus de Meerdere „Santiago"
de patroon van Spanje, vond ééns in deze stre
ken zijn graf. Een ster wees toen op het veld
de plaats aan, waar de heilige relikwie zich
bevond Vandaar de naam: „campus stella"
„veld van de ster."
De „capilla mayor" bezit in haar onderaardsch
gewelf de kapel, waar de relieken van den Hei
lige met die van zijn leerlingen. Sint Theodorus
en Sint Athanasius, worden vereerd.
DICHTBIJ SALAMANCA
de Spaansche universiteitsstad, ligt de land
streek „Las Hurdes", die tot de armste van héél
Spanje behoort.
Toen Don Alfonso XIII, de verjaagde Koning,
de armelijke dorpen van dit gewest wou be
zoeken, begon zoo verhalen de bewoners
zijn paard tereurig te hinneken bij het betieden
van den toegangsweg.
Gedurende den nacht was de eenige geschikte
ffelegenheid om uit te rusten n kerkhof.
Op 'n steen wachtte de Spaansche vorst het
aanbreken van den morgen af!
DE WATER-RECHTBANK
of .tribunal de las Aguas" kan men vinden in
de Spaansche stad Valencia, nabij de kerk van
,ter doodsche stilte voert hij een fazant voor de I Qnze Lieve Vrouwe der Veriatenen
nnopn der aanwezigen die om zijn hals een al- Deze rechtbank houdt haar zittingen in de
terkostbaarst paarlensnoer draagt. Voorlezing open lucht. De acht rechters zijn boeren uit
wordt gedaan van een plechtige acte, een ge- den omtrek, die door hun medeburgers tot dat
lofte waarin monseigneur de hertog aan God,
de heilige Maagd, aan de aanwezige dames
Zoodra de schoonmaakwoede aan kant is
ik ben van 't jaar vrijgesteld ervan door om
kooperij van de werkvrouw breng je
fries op je kamertje aan.
de
aan
van 'hooge geboorte, aan den fazant plechtig
verzekert, dat hij, wanneer bepaalde omstan-
diojieden dat niet beletten, een kruistocht zal
ondernemen tegen de Turken, teneinde den Sul
tan te treffen in zijn macht. Alle ridders leggen
ieder op zijn beurt de gelofte af, waarna de
zaal wordt bereid voor het schoone feest van
den Middeleuwschen, ridderlijken dans.
omvangrijke toebereidselen werden nu ge-
maakt tegen den „Grand Turcq." Een leger van gebouwd. De gemeenteraad verhuisde naar liet
10.000 later van 60.000 man werd op de been „Prinsenhof".
ambt worden verkozen. Hun uitspraak omtrent
water- en bevloeiingskwesties zijn net zoo bin
dend als die van andere rechtbanken. Alles
gaat mondeling. Paperassen worden niet ge
bruikt.
KONING LODEWIJK
Napoleon betrok in 1808 het Amsterdamsche
Raadhuis dat in allerijl tot paleis werd om-
Probeer wat dennenappels op den kop te
tikken. Ben je nog gelukkiger, doe dan 'n bod
op ouë tennisballen.
Er moeten driemaal zooveel dennenappels
of ballen zijn, als het aantal deelnemers be
draagt. Iedere speler krijgt drie stuks om mee
te gooien.
De club wordt in twe ehelften gedeeld, ge
kozen door de captains of aanvoerders. Zij stel
len zich op behoorlijken afstand van elkaar op.
De scheidsrechter geeft het sein en het bom
bardement kan beginnen! Elke deelnemer
Philips de Goede.
Te Regensburg werd een rijksdag bijeen ge
roepen om plannen te beramen voor een kruis
tocht tegen den „Grand Turcq" („grooten
Turk.") Vóórdat hertog Philips zich op 's Kei
zers verzoek daarheen begaf, deed hij op een
groot hoffeest te Rijssel (Februari 1454), te
midden zijner rijksgrooten, de plechtige ge
lofte een kruistocht te ondernemen, een gelof
te waarmede alle ridders vol laaiende geestdrift
instemden. Het was „ie voeu du faisan" („de
gelofte van den fazant"), zoo genoemd naar den
vogel, dien men den machtigen hertog volgens
aloud gebruik aanbood, op welk geschenk dan
de een of andere gelofte placht te volgen. De
fazant, de reiger, de pauw en de zwaan waren
in die tijden de geachtste vogels. Het pauwe-
vleesch werd in de Middeleeuwen „het vleesch
der stoutmoedigen" genoemd!
gébracht, tevens aanzienlijke geldsommen ver
zameld door te bezuinigen aan het Hof.
Doch de kruistocht is nimmer gehouden! Hat
lag niet direct aan den Goeden Philips, die het
eerlijk ffenoeg gemeend had en zelfs half
Duitschland doorkruiste om steun te zoeken,
maar noch keizer Frederik. noch de keurvor
sten bleken bereid aan zijn oproep gevolg te
geven Bovendien stond de sluwe Fransche
koning onafgebroken op de loer om „den groo
ten hertog van het Westen", zijn doodsvijand
zooveel mogelijk te dwarsboomen. Menige stad
in de Nederlanden zag telkens geheime gezan
ten van dien vorst binnen hare muren, welke
tot verzet tegen Bourgondië kwamen opstoken.
Zelfs een zeer krachtige oproep van Paus Pius
II teffen het Turksche gevaar kon Philips er
niet toe bewegen zijn gelofte te volbrengen,
zóó zat de angst voor Frankrijk hem m de
botten. Een zending van Oostersche gezanten
uit Perzië Armenië en Mesopotamia men
sprak van de Wijzen uit het Oosten, op weg
naar de Ster, die zij zagen flonkeren in het.
Westen' verscheen (1461) aan het hertogelijk
hof te Brussel om de machtige hulp yan den
Bourgondiër in te roepen tegen de Mohame-
danen! Ook dit mocht niet baten!
We treden een reusachtige zaal binnen, aan
alle kanten met tapijten versierd. Ieder zoo'n
tapijt moet wel jaren ran arbeid gekost heb
ben! Met den naald zijn de roemrijkè daden
van Hércules in het weefsel geborduurd, daden,
die ridders moeten opwekken tot dapperheid en
zelfverloochening.
Vijf opgaande rijen zitplaatsen geven den
genoodigden alle gelegenheid om te zien, wat
er op de drie enorme tafels in het midden gaat
gebeuren! Niemand wordt tot het diner toege
laten of hij moet gemaskerd zijn! De hertog
heeft dit bevolen, opdat zijn gasten hun aan
dacht niet op elkaar, maar op den feestdisch
zullen richten, een maatregel, die prachtig
werkt!
De knapste koks en de scherpzinnigste „in
genieurs" blijken uitgenoodigd om van de ta
fel-versieringen iets neel aparts te maken! Kijk,
hier staat een vesting, voorzien van wallen en
grachten en d" torens versterkt. Daar 'n
meer, waarop zoo waar schepen zeilen, als voe
ren zij naar de dorpjes en kasteelen langs de
oevers! En dan die prachtige kerk! Je ziet er
'n orgel in staan en koor waarop straks de
zangers zullen plaats nemen! Deze beginnen
te zingen, zoodra de muziek, door acht. en twin
tig muzikanten voortgebracht, welke ruim
plaats vinden in gindsche pastei, voor enkele
oogenblikken met spelen ophoudt!
Daar strekt zich warempel 'n bosch uit, waar
in je de wolven en de wilde zwijnen zóó maar
ziet loopen! 'n Grasveld blijkt omgeven door
rotsen, die uit juweelen van saffier (donker
blauw) en robijnen (rood) zijn opgetrokken
Maar wat is dat voor 'n gebrul? O. dat komt
uit de woestijn in gindschen hoek, naar de
wreede tijgers in een gevecht met de listige
slangen zijn gewikkeld! 'n Griezelig gezicht!
We begeven ons liever naar die jongens, welke
vandaag voor standbeeld spelen en die geu
rig rozenwater in de zaal sprenkelen.
Willen we nu eens even naar het buffet kij
ken? Het is „den grooten hertog van het Wes
ten" waardig! Wat 'n pracht van snijwerk en
wat 'n keur van zilveren en gouden vaat
werk! Alles blinkt en schittert van dit edel me
taal. Hola pas op dien leeuw daar aan den hoek!
Ja, 't is 'n echte, „een fort beaulion tout vif''
zegt de geschiedschrijver, ,,'n héél mooi, spring
levend beest" en hij is afkomstig uit den leeu
wenstoet van het Bourgondisch, hertogelijk
hof! Ze hebben het lieve dier gelukkig met
kettingen aan het buffet vastgelegd, anders zou
je in de zaal 'n aardige opschudding beleven
natuurlijk!
De eere-plaats aan 't hoofd der éérste tafel
is bestemd voor Philips den Goede. Hij draagt
als naar gewoonte 'n zwart fluweelen costuum,
rdoor het enorme vermogen aan diamau-
i en edelsteenen, dat zijn gewaad versiert, des
te sc itterender uitkomt. De schrijvers van die
Voor het achtste wereldwonder werd 28 Okt.
1648 de eerste steen gelegd.
JONGE BEVERS
komen volledig behaard, doch volkomen blind
ter wereld. Eerst na 'n week gaan hun oogen
open en dan begeven zij zich aanstonds te wa
ter Zij hoeven niet eerst in den pierenbak: het
zwemmen zit hun in het bloed, al houdt mama
graag 'n oogje in 't zeil.
Alle bevers, kenbaar aan hun platte staarten,
kunnen onder water neus en ooren afslui
ten* een derde ooglid maakt hun het zien in
het'natte element mogelijk, 'n Verandering door
verbreeding der bloedvaten veroorlooft den
architecten onder de knaagdieren" ietv.-at lan
ger onder water door te brengen dan recht
uit maar erg lang kunnen zij het zonder de
buitenlucht al evenmin als wij volhouden!
GEDURENDE HET HEILIG JAA*.
zal, in de Sint Pieterskerk te Rome, het beeld
van den éérsten Paus véél vereering genieten.
Reeds meer dan duizend jaren vindt deze
vereering plaats. De voegen tusschen de me-
muipF" "---- nrtanks I taié" teenen zijn één vlak geworden door de
lijk en lichamelijk lijden overleed, kussen èn het aanraken-met-het-voorhoofd door
zijn oprechte bedoelingen, de gelofte van Rijs- ge]oovigen
sel nog niet ingelostj', '7ono- De in geur van heiligheid gestorven Cardi-
Mevrouw roodborst verstaat de edele zang 6 -
Toen Philippe ie Bon in 1467, na lang geeste-
was. ondanks
werpt zoo krachtig als hij maar kan zijn drie
appels weg. Is deze voorraad uitgeput, dan
grijpt hij die, welke vóór zijn neus door de
tegenpartij zijn neergekogeld en gooit ook die
kunst wel niet zoo goed als haar ge'^aal*
haar keeltje is nu eenmaal wat zwal
bouwd, óók haar befje is niet zóo rood
het blijft toch altijd de moeite waard "aar haai
liedje 'te luisteren. Dat moet dan in de winter
gebeuren, want gedurende de lente iegt zij het
bijltje erbij neer. Dan ringt meneér voor twee
terwijl zijn gade aan haar kleintjes
denken. Ik zeide vorige weekimmcrsreeds
dat de roodborstjes 'n matje vóór hun beuwisel
hebben, dat uit 'n dood blad bestaat. Zoo zm
delijk zijn deze fraaie vogeltjes! Geen wonder,
dat menigeen zoo'n zangertje in ecn k:
wenscht te hebben, 'n Vrind van me kweekte
héél nest op met meelwormen, toen
naai Baronius, zelf bijna Paus, sprak bij zijn
bezoeken aan het beeld altijd de woorden:
„Pax et obedientia" „Vrede en gehoorzaam
heid", n.L vrede met den opvolger van Sint
Pieter en gehoorzaamheid aan diens besluiten.
Vijftig dagen van waren aflaat verdient de
gene die bij zijn huldiging een kort gebed bidt
voor de algemeene behoeften der Christenheid.
eens 'n héèi nest op u.c - Wanneer de menschen bang zijn voor de
de jonee volgels volwassen waren, liet hij het waarheid is er overvloedig reden om te vree
stelletje vliegen! De Engelschen zouden hem dit zerii dat de waarheid tegen hen is,
zéér in dank hebben afgenomen.
„A robin in a cage Sets all Heaven in a rage
meenen zij. 'n Roodborstje in 'n kooitje, doet
heel den Hemel woedend worden!" Maai ande
ren zeggen weer:
„Stone walls do not a prison make, Nor iron
bars a cage." „Steenen muren maken geen ge
vangenis en ijzeren tralies geen kevie! Ook
hier dus verschil van meening. maar ik voor
mij houd het het liefst met het éérste rijmpje
dat wil ik je wèl vertellen! Ik denk, dat -vogel
tjes, die het vrije leven in Gods schoone na
tuur gekend hebben, het in hun vergulde ge
vangenis lang niët prettig zullen vinden!
Van het roodborstje wordt verhaald dat het
de dooden met blaren en bloemen bedekt, die
in het woud om het leven komen. Ook, dat het
getal twaalf in zijn leven een groote rol
speelt. Twaalf dagen zijn noodig voor het bou
wen van een nest, het deurmatje inbegiepen.
Twaalf dagen gaan heen met het bebroeden
der eieren. Biniïen twaalf dagen zijn de „kale
wippers" gereed om hun reis door de weieid
te beginnen!
'n Engelsche automobilist verhaalt, dat hij
op 'n kouden Novemberavond gedurende zijn
tocht in de omgeving van Canterbury een
roodborstje op den witten streep zag staan, die
den verkeersweg in twee helften deelde. Hij
nam hét verkleumde diertje op, verwarmde het
onder den auto-deken en gaf het te eten. Hoe
„wijs" ingezien om een standplaats op de witte
scheidingslijn te kiezen!
Onder al de zangvogeltjes is het roodborstje
het geliefsd, juist omdat het in de herfst en in
den winter zingt!
Hiermede wordt natuurlijk niets onvriende
lijks bedoeld aan het adres van den kleinen
nachtegaal!
Waneer de scheidsrechter wéér fluit, is ae
veldslag geëindigd!
De dennenappels worden geteld, die „over
gekomen zijn. Die, welke zich over be
vinden, die op 'n afstand van n meter of tien
achter elke groep tevoren werd getrokken, tel-
len voor twee!
De projectielen, die dezen afstand niet haal
den. v-oor één. De partij, die het meeste punten
heeft behaald, als winnaar!
'N JACHTSPEL.
Ergens op een grasveld worden aan weers
kanten twee honken vastgesteld. In éen zoo n
honk staan de hazen. De jager met twee of drie
pjachthonden", die hem helpen moeten, staat
in het veld op den uitkijk. Wanneer nu de
hazen hun honk verlaten en naar den over
kant rennen, probeeren jagers en helpers hen
te vangen. Krijgt 'n haas van den jager drie tik
ken, dan is het diertje af. Wordt hij door n
„jachthond" bij z'n kraag genomen, dan moet
deze hem vasthouden, tot de „baas hem dne
tikken gegeven heeft; het spreekt vanzelf, dat
de gevangene de komst van den jager niet
rustig afwacht, maar probeert er onder uit te
worstelen. Als alle hazen gedood zijn op éen na
is die laatste haas de jager bij hetnu volgende
spelletje; de twee of drie hazen, die het laatste
werden getikt, mogen hond rijn.
DE VESTING.
De jongens verdeelen zich in twee kampen,
aanvallers en verdedigers. De verdedigers vor
men 'n kring met hun gezichten naar buiten
aekeerd terwijl zij elkaar bij de hand vast
houden.' Hun 'aanvoerder bevindt zich in het
middelpunt van den kring.
De aanvallers staan op een cirkel, die n pa
of tien van den verdedigenden cirkel is ge
teekend. Zij probeeren
fort te kikken, hetzij over de hoofden der aan
valler heen of tusschen hun voeten door. Dc
verdedigende captain probeert dezen bal naar
buiten te werpen, zonder dat hij den bodem
van zijn fort raakt, anders moet hij zijnves-
ting aan den vijand overgeven, waarop de cir
kels van bezetting wisselen.
AH