z EenJrisT DE GELOFTE VAN FAZANT. 1- I DE EERSTE GOEDE VRIJDAG. kwakzalvers in het DE NATUUR IN. VOOR KNUTSELAARS. ALLERLEI, ZATERDAG 8 APRIL 1933 WIE KLEUMT EM MEE De oplossing. PHILIPS DE GOEDE TE RIJSSEL IN HET JAAR DER GENADE 1454. OOSTEN. LETTERRAADSEL. X Oplossing vorig letterraadsel. WELK BOEK ;S- Yam vogeltje roodborst. Een fries. WIE SPEELT ER MEE Buiken. Oplossing van den vorigen rebus. Itiêhnrt (Slot.) Wat deed God rond de kruisiging van Zijn bemindsten Zoon? Hij toonde ons, hoe smal de weg is, die ten hemel leidt. Van de twéé menschen, die den dood, ingingen mèt den Zoon, leed de helft schipbreuk. De helft! Zóó smal is de weg! Het is niet prettig als je jong bent, om van een smallen weg te hooren! De jeugd wil ruim te en vrijheid, géén engheid of begrenzing! Christus hièld van de jeugd en Hij kende naar behoeften als géén ander. Toch sprak Hij over dingen, die met den smallen weg véél te Haken hadden tot den rijken jongeling, zoodal dez« tenslotte treurig heen ging. Jezus gaf em geen ruimte genoeg. Al je goederen weg geven aan de armen en zelf het pad der ar moede 0p? D at was hem al te nauw en j daarom verliet hij den Kindervriend. Het is overigens niet Jezus alléén, die over n smallen weg tot ons spreekt. Onze onder* v-Jzers en leeraren doen dat óók! Hoe moeilijk JS het pa(j niet dat naar kennis van 'n vreem- öe taal leidt? Ik denk aan al die Pransche Tverkwoorden die van den regel afwijken; aan de honderden Duitsche woorden ,die je moet eren bij de meervoudsvorming; aan de uit spraak van het Engelsch! Hoeveel wordt niet v'ereischt om 'n draaglijk stukje op piano of Vl°ol ten gehoore te brengen? Toen zal er nie mand onder jullie zijn, die deze onaangename voorbereidingen niet onder den knie zou wil len krijgen! Onze leermeesters zeggen immers, at deze moeite ruimschoots zal worden be loond? Jezus zegt dat óók. Wat we voor onze aardscche leeraars wèl doen zouden we dat Hèm weige ren? Verdient Hij niet minstens evenveel ver- mouwen als zij? Én is het doèl van Zijn smal en weg niet veel en veel schooner? "Smal is de weg die ten Leven leidt" zegt het Evangelie. De weg, die naar het leven leidt, "at de dieren en de planten leiden, dat lagere I even, is ruim genoeg, maar Christus heeft het °ver het Leven, dat heilig is, vol van vrede, *°1 schoonheid, omdat het beschenen wordt I °or het licht uit de eeuwigheid, aar dat Le- ^en is de weg smal en vol steilten en enge Passen, die met moeite worden genomen. De Mohammedanen hebben dit pad zóó geschil- erd, dat het werd 'n smalle brug over een ge weldige zee, 'n brug, zoo smal als 'n scheer mes en alleen de rechtvaardigen komen daar over zonder met het kolkende water kennis m maken. He smalle weg, waarvan de Goede Vrijdag ons bericht! Soms zóó steil, dat men op han- oen en voeten moet kruipen om hóóger te omen. Nu eens langs 'n afgrond met peillooze ravijnen, dan weer langs de lijken, van wie verongelukten! De breede weg lokt uit de ver te met zijn malsche grastapijten en gemakkelijk asfalt, en menigeen geeft aan dit lokken gehoor. Zij komen tenslotte uit in het huis van den reus, wanhoop genaamd, gelijk een oude schrijver ons heeft bericht. He goede moordenaar geraakte nog met moeite en nood van dit breede pad af. Hij koos I het smalle waarop Jesus vóórgaat en de Hei ligen volgen. Sluiten wij óns daarbij aan. Onze Gids zal ons de kracht geven, noodig om vol te houden! Naast zeer vele werkelijk goed gekleurde plaatjes ontvingen we enkele berijmingen waarvan we déze week die van onzen makker Joh. J. een plaats geven en wellicht volgende week nog 'n andere óók 'n leuke! Dan ver schijnt tevens de uitslag want nu komen nog steeds oplossingen in. WIE KLEURT ER MEE? De nieuwe serie van ons blad Is nu al weer voorbij Dus ook de tijd van teekenen Gekleur en rijmerij; Hief ziet u dan he, resultaat- Leest dus maar wat hieronder slaat! Het eerste plaatje toonde ons Een zeer schoon jachttafreel: Drie jagers en dan nog een hond Die vormden het geheel. De een schoot juist een vlucht van vogels neer, Met in zijn hand een één of dubbel loopsgeweer. Er waren eens op Carnaval Drie leuke jongelui Die voor het maskeradebal In zeer lollige bui Verkleed zich hadden tot pias, Twee zonder en één met een das. Ze wekten van de heele zaal Al dra den lachlust op Ze speelden dan trompet en Tapten bovendien een mop. Maar ach, aan alles komt toch eens een end Dat ondervond je door het „staken „band." 1) van de We zagen op plaat nummer drie Een flink geboeiden beer. Die zoowaar aan het dansen sloeg Tot vreugde van zijn heer Verdiende hiermee heel wat geld. Nu is genoeg hiervan verteld. Omgeven door wat riet Dat is wel het voornaamste, wat j'Op 't vierde plaatje ziet. Een scheepje midden op dat grOote meer Werd voortgeroeid door een zeer waterlie- vend heer Wie kent er niet het avontuur Van onzen Dickie Trom. En als je ze met aandacht leest, Dan lach je je haast krom. Dat is in dezen tijd wel goed Met al dien naren tegenspoed. We hebben nu al weer het eind Van dit zestal bereikt. Het is mij niet erg duidelijk, Waar „jog" en hond op lijkt Zooals ik zei: het is nu weer gedaan. Weer zijn een zestal weken snel voor bijgegaan. JOH. J. 1) „Band" (bend) is een klein muziek-ge- zeischap. Philips de Goede is voor jullie wel niet hee- lemaal 'n onbekende? Je zoudt er anders mee in de war kunnen raken! We hebben 'n schóó- nen Philips, 'n Twééde Philips moeten ont houden en nu óók nog 'n Goeien Philips! Och, weet je, driemaal is scheepsrecht en deze vorst, als vader van Karei den Stoute is toch óók het onthouden wel waard. Ergens in een dik boek vond ik over dezen Bourgondischen heerscher opgeteekend, dat hij wat trotsch en toornig, 'n man van overdadige feesten, maar óók een man van een ernstige devotie. Hij was gewoon tot lang na de H. Mu in zijn bidvertrek te blijven. Hij vastte vier dagen in de week op water en brood en bo vendien op alle vigilie-dagen van Onze Lieve Vrouwe en de Apostelen. Somtijds had hij om vier uur na den middag nog niets gegeten. Na de verovering van Luxemburg bleef hij zóó lang na de H. Mis verdiept in zijn gebeden en daarna in bizondere getijden, dat zijn diena ren, die hem te paard afwachtten, want de strijd was nog niet afgeloopen ongeduldig werden: de Hertog kon het een andermaal wel inhalen om al die Onzevaders te zeggen! Men waarschuwt hem ,dat er gevaar dreigde, indien hij langer toeven bleef. Maar Philips de Goede antwoordde koeltjes: „Si Dleu m'a donné vic- toire, il la me gardera!" („Als God mij de over winning verleende, zal Hij ook wel zorgen, dat ik haar behoud".) Van één dezer „overdadige feesten", die de „groote hertog van het Westen" op touw zette, zal 'k jullie hier eei - wat vertellen. Konstantinopel, de oude hoofdstad der Ro meinen, werd in 1453 door sultan Mahomed veroverd, zonder dat de Christenen van het Westen 'n hand uitstaken om de zoo dapper verdedigde stad tegen de Mohammedanen te helpen. De Grieksche Keizer sneuvelde na held- haftigen tegenstand op de wallen zijner resi dentie, die door de Turken na een gruwelijk bloedbad in bezit werd genomen. Dit feit maak te in Europa een ontzettenden indruk! Men vreesde voor een inval der Halve Maan dwars door Hongarije heen. Deze inval zou moordda diger zijn dan die van Attila den geesel Gods, met zijne Hunnen! He Arabieren in de streken rond Euphraat fn Tigris stellen hun vertrouwen meer op Kwakzalvers dan op Europeesche dokters. He |l'Oote stad Mosoel telt véél van die duizend- Kunstenaars. Ook dames oefenen daar de „ge- "eeskunst" uit. Eén heeft speciaal verstand van oogziekten, die zij met druppeltjes behandelt. Het einde van de kuur is strijk en zet dit. dat ae Patiënt het laatste schimmetje licht uit zijn oog kwijt raakt en niettemin blijmoedig zijn Penningske offert aan de doktoresse.. Andere dames verkoopen bloedzuigers, die zij aast bij iedere ziekte aanwenden. Het blijft oimaakt hetzelfde, of je pijn in je hoofd hebt a 111 j0 grooten teen, de bloedzuigers worden n het werk gezet en tappen je het noodige Voelt!n°0dige Sap af' t0t 'ie W6el' b6ter S°~ C'cll.iK in vroeger tijden bij ons, geniet de barbier een hoog aanzien leelmeester. Deze meneer hanteert het onU-eeniaes niet alleen rond hals of lip' maal' °P alle plaats, waar een jaap hem ge- 6nscht voorkomt. armjn groote concurrent is de slager, want bij soon °f beenbreuk is hij de aangewezen per- liimn dc twee eindjes weer aan elkaar te mei i °p 2eKeren dag kwam een arme drom- »en raad van zoo'n vleeschhouwer inwin- omvsniVW15 was pijnlijk gezwollen en van 'n het ij u' fet ergste deed vreezen! Hij kon het n„, ,aamsdeel niet gestrekt krijgen en won hem eel van veel inlandsche dokters in, die EurJVenwel niet helpen konden. Ook de Popsche dokter trok een zéér bedenkelijke zien1 111 Z^n voorhoofd en zeide géén uitweg te aa?F vleeschhouwer deed den zieke plat ter bij e Hggen. Hij riep 'n stuk of wat knechts Zij die den patient moesten vasthouden. plJ dl'oKten zijn armen en romp neer, twee ?v en zich op zijn borst en 'n ander ging op zette fc' zitten* Eindelijk kwam de slager aan- Zi„, 1 niet 'n geweldig stuk steen. Hij zette d n schrap en sloeg met ontzettende kracht op Vleselijk gezwollen knie. Wat niemand (m "rid had, lukte hem, het been lei recht. De nKkige bezitter stierf onder namelooze POnen na enkele uren. a„P,e woestijn-bewoonster Majonda, die jaren s'a een gewoon was in het hotel Gods te -Pen, onder den blooten hemel, leed vreese- hit aan Keelpijn. Op, zekeren avond, toen zij eten voor haar man bereidde van „borghal" ge neusde haverkorrels), meldde zich een dp mde gast, die om nachtverblijf vroeg. Met grootst mogelijke gastvrijheid werd hem en tont ter beschikking gesteld. Hij bleek een d aKiem" (dokter) te zijn, net een kolfje naar 1 van Majonda's echtvriend! Deze ver- _e de hem van de zieke keel zijner vrouw. De r®emdeling oordeelde dadelijk ingrijpen drin- ^6nd noodzakelijk. Er werd een kolenvuur aan- j. egd. In den gloed stookte men een potte, ■izeren staaf wit-heet. De vermaarde dokter 'et, toen Majonda den mond openhouden en cnroeide het achterste gedeelte daarvan met *JJ" gloeiend metaal! °en zij enkele maanden later in het hospi- al der missie kwam, vluchtte zij bij het hoo- en spreken over een operatie de straat op. r.e,en dokter kon haar bewegen haar mond voor °óiets te leenen. Zij keerde met haar arme, geblakerde keel naar de woestijn terug en liet 1 nooit meer in de buurt van het zieken huis zien! onder de Arabieren Het geheel stelt den naam en toenaam van een Oranje-vorst voor. X 3 X 5 X ..I ••.X.... 8 X 8 X 10 X 11 X 12 X 13 X 14 1. West of Westen. 2. Een schoone, zwarte delfstof die zeer hard is en vooral gebezigd wordt tol het vervaardi gen van sieraden. 3. Een bekende boom met bruine schors, tot de berkarchtigen behoorende. 4. De beide punten van de as, waarom de aarde in een etmaal schijnt te draaien. 5. Gezindheid, aard, karakter; hooge zand grond, denk aan Gaasterland. 6. Klein ijzerwerk, voorwerpen van gerin ge waarden. 7. Overeenkomstig de woorden, letterlijk. 8. Die met den hengel vischt. 9 Beginnende grauw te worden, wit. 10. Door drukking doen voortbewegen. 11. Voedsel, eetwaar. 12. Friesche jongensnaam. 13. Wat opgegeven wordt om te leeren. 14. De 80-deelige thermometer. Uitroepingsteeken. 1. U; 2. lis; 3. etc., 4. bars., 5 groom- 6. preeken; 7. loopers; 8. verhinder; Q verhongeren; 10 prangende: 11. geesten; 12. bretels; 13. breed; 14. flets; 15. Oka; 16. des; 17. N. Wij beginnen met een nieuwe rij van zes plaatjes die allemaal betrekking hebben op een bekend'boek; elke week 'n plaatje Dit is nummer één. Er komen er nu nog VI Onder degenen, die den naam van de boeken goed raden; worden drie prijzen verloot. Op lossingen inzenden na plaatje zes. tijden verzekeren, dat al die kleinnodiën bij eikaar wel één millioen goudstukken gekost hebben. Maar de costuums der rijksgrooten zijn het bekijken ook wel waard! Vanmorgen hebben ze zich nog geoefend op het toernooiveld en Vlaamsche dames, getooid met kostbare, kan ten versiersels van Mechelen, hebben hen toe gejuicht. Hoor, de kerkklokken beginnen te luiden, nu allen hun plaatsen hebben ingenomen. Er wordt zéér schoon gezongen en het orgel, de fluiten en de trompetten doen zich hooren Keu- ri°e karretjes, beladen met schotels en bor den bewegen zich langs de tafels, zoodat allen 7jéér geriefelijk kunnen bedienen. Het banket is in vollen gang! We verzuimen niet de tusschenpoozen bij te wonen „entremets" genaamd. Er valt dan véél te Zjen, dat ons het merg in de botten doet bevriezen! Daar komt zoowaar 'n wild zwijn de zaal binnen hollen, 'n wild zwijn met n Eier op z'n rug. Pas is het ondier verdwenen, of een nog gruwelijker monster doet zijn in trede- 'n draak, die met zijn loossale vleu- r,eis slaat en een afgrijselijk geluid uitstoot! Juist staan we op het punt de beenen te ne men als een heraut van wapenen ons verze kert' dat, het alleen maar verkleede menschen zijn,' die zich aldus hebben uitgedost! 'n Heele geruststelling! Heel wat kalmer verloopt de tooneel-voor- steUing, welke hu volgt.. Zij herinnert aan den kamp om het Gulden Vlies door Jason met zijn Aroonauten veroverd op den draak, het Gul den Vlies, door Philips den Goede in 1429 te Bru^e tot een hooge ridderorde verheven En dan° komt eindelijk het hoogtepunt van het banket! Let op: Daar nadert met langzaam-plechtige schre den een olifant, geleid door een reus. De rug van den dikhuid torst een toren. In dien toren bevindt zich de zéér eerbiedwaardige kroniek schrijver, Olivier de Lamarche, de dichter, op het schoone slot „de la Marche" van het Vrij- Graafschau (Fransche Comté) geboren in het der genade 1426. Als een bedaagde, treu rende edel vrouwe is hij gekleed. Hij stelt de Wpiiiere Moederkerk voor en verhaalt in schoone 'zen van al het leed dat de ongeloovigen Christus' Bruid hebben berokkend. Kunnen de aanwezige ridders al dat verdriet zoo maar over hun kant laten gaan? Zijn de dagen van Leeuwenhart en den Roodbaard dan bestemd om nooit meer terug te keeren? Is de ridder lijke ff eest gedoofd in de harten der rijksgroo ten' immers neen! ?n daarom: te wapen om het erf van die heilige Moeder te beschermen tegen de aanvallen harer Turksche belagers! God wil het, God wil het! Levendige betuiging van bijval onderstreept he twoord van den vermaarden verzen-zegger. u jS 't de beurt-aan den wapenkoning. On- Ergens in den tuin had 'n dame 'n roodborst je gevonden, 'n piep-jong ding, dat véél te vroeg de wijde wereld ingegaan was en daar voor door een kleine kwetsuur had moeten boeten! Het fraaie vogeltje kon niet meer vlie gen. De dame nam het mee naar haar woning en gaf het wat voer en warme melk te drinken. Daarna zette zij het beestje op den muur. Eigen lijk was dat nogal gevaarlijk, want het diertje kon nu gemakkelijk door 'n kat worden be slopen. De dame besloot echter 'n oogje in het zeil te houden! Hoe groot was haar verbazing, toen zij papa en mama roodborst zag komen aanvliegen, die aanstonds een krijgsraad be legden om hun vermetelen spruit hulp te bie den! Na een kort gesprek vlogen zij weg en kwamen met een langen, langen stroohalm te rug. Het stoute kindje plaatste dezen halm in den bek, vader nam het ééne eind. moeder het andere en zóó zeilden ze naar hun veilige nest terug!! 'n Fries 'n fries, waarom geen Groninger? Bedaar, man, bedaar, het heeft niets met Fryslan boppe" te maken! 't Is geen rios. maar 'n fries! 'n Figuurtje om mee te versie ren! Gesnapt? Neem een langen reep papier en vouw hem in halve vierkanten Je neemt den reep b.v. 5 c.m. breed en je maakt dus de halve vierkan ten 2.5 c.m. Teeken au op het bovenste hal e vierkant een halven vlinder, knip dien uil en vouw den reep open. Om de fries mooi te maken, kleuren wc de vlinders met waterverf of kleur-pastel of éeoh- ne: wanneer je die kleuren een beetje afwisselt, krijg je een jeuk effect. SANTIAGO DE COMPOSTELLA in Spanje behoorde tot de beroemdste bede vaartplaatsen der Middeleeuwen. De Aarts bisschop der stad. met haar méér dan honderd torens, was altijd de éérste kapelaan bij de Spaansche kroon. Sint Jakobus de Meerdere „Santiago" de patroon van Spanje, vond ééns in deze stre ken zijn graf. Een ster wees toen op het veld de plaats aan, waar de heilige relikwie zich bevond Vandaar de naam: „campus stella" „veld van de ster." De „capilla mayor" bezit in haar onderaardsch gewelf de kapel, waar de relieken van den Hei lige met die van zijn leerlingen. Sint Theodorus en Sint Athanasius, worden vereerd. DICHTBIJ SALAMANCA de Spaansche universiteitsstad, ligt de land streek „Las Hurdes", die tot de armste van héél Spanje behoort. Toen Don Alfonso XIII, de verjaagde Koning, de armelijke dorpen van dit gewest wou be zoeken, begon zoo verhalen de bewoners zijn paard tereurig te hinneken bij het betieden van den toegangsweg. Gedurende den nacht was de eenige geschikte ffelegenheid om uit te rusten n kerkhof. Op 'n steen wachtte de Spaansche vorst het aanbreken van den morgen af! DE WATER-RECHTBANK of .tribunal de las Aguas" kan men vinden in de Spaansche stad Valencia, nabij de kerk van ,ter doodsche stilte voert hij een fazant voor de I Qnze Lieve Vrouwe der Veriatenen nnopn der aanwezigen die om zijn hals een al- Deze rechtbank houdt haar zittingen in de terkostbaarst paarlensnoer draagt. Voorlezing open lucht. De acht rechters zijn boeren uit wordt gedaan van een plechtige acte, een ge- den omtrek, die door hun medeburgers tot dat lofte waarin monseigneur de hertog aan God, de heilige Maagd, aan de aanwezige dames Zoodra de schoonmaakwoede aan kant is ik ben van 't jaar vrijgesteld ervan door om kooperij van de werkvrouw breng je fries op je kamertje aan. de aan van 'hooge geboorte, aan den fazant plechtig verzekert, dat hij, wanneer bepaalde omstan- diojieden dat niet beletten, een kruistocht zal ondernemen tegen de Turken, teneinde den Sul tan te treffen in zijn macht. Alle ridders leggen ieder op zijn beurt de gelofte af, waarna de zaal wordt bereid voor het schoone feest van den Middeleuwschen, ridderlijken dans. omvangrijke toebereidselen werden nu ge- maakt tegen den „Grand Turcq." Een leger van gebouwd. De gemeenteraad verhuisde naar liet 10.000 later van 60.000 man werd op de been „Prinsenhof". ambt worden verkozen. Hun uitspraak omtrent water- en bevloeiingskwesties zijn net zoo bin dend als die van andere rechtbanken. Alles gaat mondeling. Paperassen worden niet ge bruikt. KONING LODEWIJK Napoleon betrok in 1808 het Amsterdamsche Raadhuis dat in allerijl tot paleis werd om- Probeer wat dennenappels op den kop te tikken. Ben je nog gelukkiger, doe dan 'n bod op ouë tennisballen. Er moeten driemaal zooveel dennenappels of ballen zijn, als het aantal deelnemers be draagt. Iedere speler krijgt drie stuks om mee te gooien. De club wordt in twe ehelften gedeeld, ge kozen door de captains of aanvoerders. Zij stel len zich op behoorlijken afstand van elkaar op. De scheidsrechter geeft het sein en het bom bardement kan beginnen! Elke deelnemer Philips de Goede. Te Regensburg werd een rijksdag bijeen ge roepen om plannen te beramen voor een kruis tocht tegen den „Grand Turcq" („grooten Turk.") Vóórdat hertog Philips zich op 's Kei zers verzoek daarheen begaf, deed hij op een groot hoffeest te Rijssel (Februari 1454), te midden zijner rijksgrooten, de plechtige ge lofte een kruistocht te ondernemen, een gelof te waarmede alle ridders vol laaiende geestdrift instemden. Het was „ie voeu du faisan" („de gelofte van den fazant"), zoo genoemd naar den vogel, dien men den machtigen hertog volgens aloud gebruik aanbood, op welk geschenk dan de een of andere gelofte placht te volgen. De fazant, de reiger, de pauw en de zwaan waren in die tijden de geachtste vogels. Het pauwe- vleesch werd in de Middeleeuwen „het vleesch der stoutmoedigen" genoemd! gébracht, tevens aanzienlijke geldsommen ver zameld door te bezuinigen aan het Hof. Doch de kruistocht is nimmer gehouden! Hat lag niet direct aan den Goeden Philips, die het eerlijk ffenoeg gemeend had en zelfs half Duitschland doorkruiste om steun te zoeken, maar noch keizer Frederik. noch de keurvor sten bleken bereid aan zijn oproep gevolg te geven Bovendien stond de sluwe Fransche koning onafgebroken op de loer om „den groo ten hertog van het Westen", zijn doodsvijand zooveel mogelijk te dwarsboomen. Menige stad in de Nederlanden zag telkens geheime gezan ten van dien vorst binnen hare muren, welke tot verzet tegen Bourgondië kwamen opstoken. Zelfs een zeer krachtige oproep van Paus Pius II teffen het Turksche gevaar kon Philips er niet toe bewegen zijn gelofte te volbrengen, zóó zat de angst voor Frankrijk hem m de botten. Een zending van Oostersche gezanten uit Perzië Armenië en Mesopotamia men sprak van de Wijzen uit het Oosten, op weg naar de Ster, die zij zagen flonkeren in het. Westen' verscheen (1461) aan het hertogelijk hof te Brussel om de machtige hulp yan den Bourgondiër in te roepen tegen de Mohame- danen! Ook dit mocht niet baten! We treden een reusachtige zaal binnen, aan alle kanten met tapijten versierd. Ieder zoo'n tapijt moet wel jaren ran arbeid gekost heb ben! Met den naald zijn de roemrijkè daden van Hércules in het weefsel geborduurd, daden, die ridders moeten opwekken tot dapperheid en zelfverloochening. Vijf opgaande rijen zitplaatsen geven den genoodigden alle gelegenheid om te zien, wat er op de drie enorme tafels in het midden gaat gebeuren! Niemand wordt tot het diner toege laten of hij moet gemaskerd zijn! De hertog heeft dit bevolen, opdat zijn gasten hun aan dacht niet op elkaar, maar op den feestdisch zullen richten, een maatregel, die prachtig werkt! De knapste koks en de scherpzinnigste „in genieurs" blijken uitgenoodigd om van de ta fel-versieringen iets neel aparts te maken! Kijk, hier staat een vesting, voorzien van wallen en grachten en d" torens versterkt. Daar 'n meer, waarop zoo waar schepen zeilen, als voe ren zij naar de dorpjes en kasteelen langs de oevers! En dan die prachtige kerk! Je ziet er 'n orgel in staan en koor waarop straks de zangers zullen plaats nemen! Deze beginnen te zingen, zoodra de muziek, door acht. en twin tig muzikanten voortgebracht, welke ruim plaats vinden in gindsche pastei, voor enkele oogenblikken met spelen ophoudt! Daar strekt zich warempel 'n bosch uit, waar in je de wolven en de wilde zwijnen zóó maar ziet loopen! 'n Grasveld blijkt omgeven door rotsen, die uit juweelen van saffier (donker blauw) en robijnen (rood) zijn opgetrokken Maar wat is dat voor 'n gebrul? O. dat komt uit de woestijn in gindschen hoek, naar de wreede tijgers in een gevecht met de listige slangen zijn gewikkeld! 'n Griezelig gezicht! We begeven ons liever naar die jongens, welke vandaag voor standbeeld spelen en die geu rig rozenwater in de zaal sprenkelen. Willen we nu eens even naar het buffet kij ken? Het is „den grooten hertog van het Wes ten" waardig! Wat 'n pracht van snijwerk en wat 'n keur van zilveren en gouden vaat werk! Alles blinkt en schittert van dit edel me taal. Hola pas op dien leeuw daar aan den hoek! Ja, 't is 'n echte, „een fort beaulion tout vif'' zegt de geschiedschrijver, ,,'n héél mooi, spring levend beest" en hij is afkomstig uit den leeu wenstoet van het Bourgondisch, hertogelijk hof! Ze hebben het lieve dier gelukkig met kettingen aan het buffet vastgelegd, anders zou je in de zaal 'n aardige opschudding beleven natuurlijk! De eere-plaats aan 't hoofd der éérste tafel is bestemd voor Philips den Goede. Hij draagt als naar gewoonte 'n zwart fluweelen costuum, rdoor het enorme vermogen aan diamau- i en edelsteenen, dat zijn gewaad versiert, des te sc itterender uitkomt. De schrijvers van die Voor het achtste wereldwonder werd 28 Okt. 1648 de eerste steen gelegd. JONGE BEVERS komen volledig behaard, doch volkomen blind ter wereld. Eerst na 'n week gaan hun oogen open en dan begeven zij zich aanstonds te wa ter Zij hoeven niet eerst in den pierenbak: het zwemmen zit hun in het bloed, al houdt mama graag 'n oogje in 't zeil. Alle bevers, kenbaar aan hun platte staarten, kunnen onder water neus en ooren afslui ten* een derde ooglid maakt hun het zien in het'natte element mogelijk, 'n Verandering door verbreeding der bloedvaten veroorlooft den architecten onder de knaagdieren" ietv.-at lan ger onder water door te brengen dan recht uit maar erg lang kunnen zij het zonder de buitenlucht al evenmin als wij volhouden! GEDURENDE HET HEILIG JAA*. zal, in de Sint Pieterskerk te Rome, het beeld van den éérsten Paus véél vereering genieten. Reeds meer dan duizend jaren vindt deze vereering plaats. De voegen tusschen de me- muipF" "---- nrtanks I taié" teenen zijn één vlak geworden door de lijk en lichamelijk lijden overleed, kussen èn het aanraken-met-het-voorhoofd door zijn oprechte bedoelingen, de gelofte van Rijs- ge]oovigen sel nog niet ingelostj', '7ono- De in geur van heiligheid gestorven Cardi- Mevrouw roodborst verstaat de edele zang 6 - Toen Philippe ie Bon in 1467, na lang geeste- was. ondanks werpt zoo krachtig als hij maar kan zijn drie appels weg. Is deze voorraad uitgeput, dan grijpt hij die, welke vóór zijn neus door de tegenpartij zijn neergekogeld en gooit ook die kunst wel niet zoo goed als haar ge'^aal* haar keeltje is nu eenmaal wat zwal bouwd, óók haar befje is niet zóo rood het blijft toch altijd de moeite waard "aar haai liedje 'te luisteren. Dat moet dan in de winter gebeuren, want gedurende de lente iegt zij het bijltje erbij neer. Dan ringt meneér voor twee terwijl zijn gade aan haar kleintjes denken. Ik zeide vorige weekimmcrsreeds dat de roodborstjes 'n matje vóór hun beuwisel hebben, dat uit 'n dood blad bestaat. Zoo zm delijk zijn deze fraaie vogeltjes! Geen wonder, dat menigeen zoo'n zangertje in ecn k: wenscht te hebben, 'n Vrind van me kweekte héél nest op met meelwormen, toen naai Baronius, zelf bijna Paus, sprak bij zijn bezoeken aan het beeld altijd de woorden: „Pax et obedientia" „Vrede en gehoorzaam heid", n.L vrede met den opvolger van Sint Pieter en gehoorzaamheid aan diens besluiten. Vijftig dagen van waren aflaat verdient de gene die bij zijn huldiging een kort gebed bidt voor de algemeene behoeften der Christenheid. eens 'n héèi nest op u.c - Wanneer de menschen bang zijn voor de de jonee volgels volwassen waren, liet hij het waarheid is er overvloedig reden om te vree stelletje vliegen! De Engelschen zouden hem dit zerii dat de waarheid tegen hen is, zéér in dank hebben afgenomen. „A robin in a cage Sets all Heaven in a rage meenen zij. 'n Roodborstje in 'n kooitje, doet heel den Hemel woedend worden!" Maai ande ren zeggen weer: „Stone walls do not a prison make, Nor iron bars a cage." „Steenen muren maken geen ge vangenis en ijzeren tralies geen kevie! Ook hier dus verschil van meening. maar ik voor mij houd het het liefst met het éérste rijmpje dat wil ik je wèl vertellen! Ik denk, dat -vogel tjes, die het vrije leven in Gods schoone na tuur gekend hebben, het in hun vergulde ge vangenis lang niët prettig zullen vinden! Van het roodborstje wordt verhaald dat het de dooden met blaren en bloemen bedekt, die in het woud om het leven komen. Ook, dat het getal twaalf in zijn leven een groote rol speelt. Twaalf dagen zijn noodig voor het bou wen van een nest, het deurmatje inbegiepen. Twaalf dagen gaan heen met het bebroeden der eieren. Biniïen twaalf dagen zijn de „kale wippers" gereed om hun reis door de weieid te beginnen! 'n Engelsche automobilist verhaalt, dat hij op 'n kouden Novemberavond gedurende zijn tocht in de omgeving van Canterbury een roodborstje op den witten streep zag staan, die den verkeersweg in twee helften deelde. Hij nam hét verkleumde diertje op, verwarmde het onder den auto-deken en gaf het te eten. Hoe „wijs" ingezien om een standplaats op de witte scheidingslijn te kiezen! Onder al de zangvogeltjes is het roodborstje het geliefsd, juist omdat het in de herfst en in den winter zingt! Hiermede wordt natuurlijk niets onvriende lijks bedoeld aan het adres van den kleinen nachtegaal! Waneer de scheidsrechter wéér fluit, is ae veldslag geëindigd! De dennenappels worden geteld, die „over gekomen zijn. Die, welke zich over be vinden, die op 'n afstand van n meter of tien achter elke groep tevoren werd getrokken, tel- len voor twee! De projectielen, die dezen afstand niet haal den. v-oor één. De partij, die het meeste punten heeft behaald, als winnaar! 'N JACHTSPEL. Ergens op een grasveld worden aan weers kanten twee honken vastgesteld. In éen zoo n honk staan de hazen. De jager met twee of drie pjachthonden", die hem helpen moeten, staat in het veld op den uitkijk. Wanneer nu de hazen hun honk verlaten en naar den over kant rennen, probeeren jagers en helpers hen te vangen. Krijgt 'n haas van den jager drie tik ken, dan is het diertje af. Wordt hij door n „jachthond" bij z'n kraag genomen, dan moet deze hem vasthouden, tot de „baas hem dne tikken gegeven heeft; het spreekt vanzelf, dat de gevangene de komst van den jager niet rustig afwacht, maar probeert er onder uit te worstelen. Als alle hazen gedood zijn op éen na is die laatste haas de jager bij hetnu volgende spelletje; de twee of drie hazen, die het laatste werden getikt, mogen hond rijn. DE VESTING. De jongens verdeelen zich in twee kampen, aanvallers en verdedigers. De verdedigers vor men 'n kring met hun gezichten naar buiten aekeerd terwijl zij elkaar bij de hand vast houden.' Hun 'aanvoerder bevindt zich in het middelpunt van den kring. De aanvallers staan op een cirkel, die n pa of tien van den verdedigenden cirkel is ge teekend. Zij probeeren fort te kikken, hetzij over de hoofden der aan valler heen of tusschen hun voeten door. Dc verdedigende captain probeert dezen bal naar buiten te werpen, zonder dat hij den bodem van zijn fort raakt, anders moet hij zijnves- ting aan den vijand overgeven, waarop de cir kels van bezetting wisselen. AH

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 9